**
recensie The Last Wolf
Steppe-soap
door Ralph Evers
Regisseur Jean-Jacques Annaud (vooral bekend van The Name of the Rose en Enemy at the Gates) werkt graag met natuurelementen. Zijn vroege films La guerre du feu en L’ours zijn daar getuigen van. Ook in The Last Wolf (Wolf Totem) kiest hij voor een verhaal tegen het decor van wilde natuur.
De film speelt zich af ten tijde van de Culturele Revolutie onder Mao Zedong in 1967. Universitaire studenten worden de binnenlanden ingestuurd om te gaan werken op het land. Zhen Chen arriveert met zijn vriend Yang Ke in Mongolië, waar ze onderworpen worden aan het harde regime van de aldaar wonende nomaden. Aanvankelijk idyllisch, blijkt de natuur in deze afgelegen plek behoorlijk meedogenloos. Straffe winden, felle buien en extreme kou, of droogte teisteren dit land. De uitgestrektheid van de prairies maakt elke menselijke maat nietig, evenals de gigantische wolkenpartijen. Toch is Zhen Chen vastbesloten de tradities van het nomadische volk over te nemen en te bestuderen. Hiermee wordt al vroeg een documentaire-element aan de film toegevoegd, maar Annaud werkt dit niet verder uit.
Pups massaal afgemaakt
Te midden van deze alledaagse strijd tussen mens en natuur, komt Zhen Chen al snel in contact met de directe concurrent van de mens, de wolf. De nomaden proberen een goede balans te houden met de wolven, want te weinig wolven betekent plaagdierenoverlast, teveel wolven betekent het einde van de schapenkudde. Op orde van Mao moeten er echter meer wolven worden afgemaakt, te beginnen bij de pups. De stamoudste van de groep, A’ba, schudt zijn hoofd: “De wolven zullen wraak nemen.” De pups worden en masse afgemaakt, maar Zhen Chen besluit een pup mee te nemen en zelf op te voeden. “Om meer te weten te komen van de wolf”, zo zegt hij later, wanneer zijn pup ontdekt wordt.
En hiermee is in grote lijnen het verhaal verteld. The Last Wolf (een adaptatie van het gelijknamige boek van Zhang Rong) heeft prachtige beelden van het immer fascinerende landschap van Mongolië. Een poëtisch vergezicht dat door zijn leegte en uitgestrektheid al menigmaal tot prachtige films uit dit Aziatische land leidde (zoals Cave of the Yellow Dog en Khadak), maar hier voornamelijk als decor dienst doet. Hooguit versterken de omgevingsbeelden de wilde natuur van de wolf en hoe de mens zich daartoe verhoudt. Daar doorheen is een zweem van sjamanisme verweven in de ‘gedaante’ van Tengger, de god van de hemelse sferen. Tijdens de barbaarse moord op de wolvenwelpen, wordt hen een eeuwig leven bij Tengger toevertrouwd.
Dubieuze verheerlijking
Overigens is de wolf nooit een totemdier geweest in Mongolië. De wolf lijkt eerder symbool te staan voor de Chinese cultuur die het collectief boven het individu stelt. Wolven werken met elkaar samen tijdens de jacht, zo leren we. Deze scènes zijn prachtig in beeld gebracht, mede door gebruik te maken van een heuse wolventemmer. De verdeling van de buit verloopt echter een heel stuk minder communistisch.
De prominente hoofdrol van de wolf voorkomt helaas niet dat deze film als een nachtkaars uitwaait. Daarvoor is het verhaal te mager en zijn de karakters te weinig uitgewerkt. De dubieuze verheerlijking van de Chinese overheersing over de Mongoolse cultuur werkt vervolgens ook niet mee om deze film iets sympathieker te krijgen.
28 juni 2015