Top 10 van het Millennium – Deel 4: Bob van der Sterre

Deel 4: Bob van der Sterre
Top 10 van het Millennium

O Brother, Where Art Thou (2000)

O Brother, Where Art Thou (2000)

Het is even schrikken, als je van de afgelopen twintig jaar de beste tien films moet noemen. Je bekijkt je dvd-kast en denkt: hoe kan ik met goed fatsoen hier een selectie van maken? Elke dag is anders, elke stemming is anders. Bovendien besef je ineens wat je allemaal niet hebt gezien. Al die Koreaanse, Japanse, Chinese films die ik heb gemist. En dan de tijd die verstrijkt! Van Before Sunrise naar Before Midnight; samen met Julie Delpy en Ethan Hawke word je ouder. Toch maar een keuze maken dan. Bij deze een top tien, die morgen weer zo anders kan zijn.

Bob van der Sterre   door Bob van der Sterre

O Brother, Where Art Thou (2000)
De Coen-brothers: ze zijn flink gelauwerd voor hun films van de afgelopen twee decennia maar hun beste werk maakten ze toch, vind ik, in de jaren negentig. Die gouden periode eindigde voor mij met deze parel in het jaar 2000: O Brother, Where Art Thou. De Odyssee van Homerus verplaatst naar het VS van de jaren dertig. Geschiedenis, taal, humor, muziek en acteerwerk zijn hier in een bijzondere harmonie.

Werckmeister harmóniák (2000)
Arthouse zoals het echt bedoeld is. Deze film van Béla Tarr zit vol mysterie en eigenzinnigheid en is zo anders dan anders. 39 shots in twee uur. Twee minuten lang alleen maar lopende mannen – dat iemand dat durft! Een film om nog eens en nog eens te bekijken en er dan rustig over na te denken. De walvis, de Prins, de vernielingen? Frappant is de tijdloosheid van de film: je zweert de hele tijd dat ie rond 1968 gemaakt moet zijn.

Mulholland Drive (2001)
Ik heb al een essay over geschreven over de emotionele sensaties die deze film teweegbrengt. Daar laat ik het bij.

Adaptation. (2002)
Zoals mensen naar stadions gaan om Messi te zien voetballen, kijk ik in cinema graag naar de verhalen van het prachtige absurde brein van Charlie Kaufman. Lastig kiezen tussen Eternal Sunshine… en Synecdoche New York en deze film. Deze wint want de gave van de homo sapiens om je aan te passen is een mooi, zeldzaam thema, en het verhaal is prachtig maf tot en met het vaak onbegrepen einde aan toe.

Cargo 200 (2007)
Aleksej Balabanov – hij leeft niet meer helaas – laat een gevarieerd oeuvre achter. Cargo 200 is een fascinerende film over de jaren tachtig in Sovjet-Rusland met veel cynische, zwarte humor. En vond je dit al schokkend? “Het leven was nog veel erger dan wat je in deze film ziet”, zei Balabanov. Net als Kochegar (2010) vind je meer achter die cynische oppervlakte dan je aanvankelijk denkt. Balabanov geeft je de puzzelstukjes maar geeft geen handleiding hoe je de puzzel moet maken (en of er eigenlijk wel een puzzel is).

You, the Living (2008)
Roy Andersson maakt cinematografische schilderijen met veel droge humor. Iedere scène is minutieus voorbereid vanuit stilstaande frames. Timing is essentieel. Zo krijg je pareltjes van korte films die samen een hele film vormen. Welke te kiezen tussen Songs from the Second Floor (2000), You the Living (2008), A Pigeon Sat on a Branch Reflecting on Existence (2014)? Eigenlijk doet het er niet toe.

Amer (2009)

Amer (2009)

Amer (2009)
Héél weinig filmmakers verdiepen zich echt in stijl. Het verwijt ‘style over substance’ ligt dan altijd op de loer (terwijl je het verwijt ‘substance over style’ toch zelden hoort). Hélène Cattet en Bruno Forzani zijn de uitzonderingen op de regel – maar ik had hier ook Peter Strickland (Duke of Burgundy, Berberian Sound Studio) kunnen noemen. Ik geniet enorm van hun antisoberheid. Jammer dat Cattet en Forzani nooit gekoppeld worden aan een echt goede scriptschrijver. Dat het er subliem uit zou zien lijdt geen twijfel.

Holy Motors (2012)
Een film is ook acteerwerk, je zou het met alle montage en cgi-trucs soms bijna vergeten. Dit is een tour de force van een acteur: Denis Lavant. Hij acteert dat hij acteert. Zijn metamorfose van zwerver die bloemen eet tot rijke stervende man is indrukwekkend. Deze volslagen eigenzinnige film van Leos Carax biedt met zijn mysterieuze verhaal veel ruimte voor je eigen interpretatie als kijker. Dat maak je veel te weinig mee in film. Mooi moment als hij na het sterven weer opstaat uit bed… ‘Sorry, ik heb nog een afspraak.’

La grande bellezza (2013)
Oef, wat een plezier straalt deze film uit… Een openingsscène die briljant de toon zet. En dan volgt een smeuïge satire met veel visuele schittering. Zeer smakelijk acteerwerk van Toni Servillo als schrijver Jep Gamperdella. Camerawerk, kleur, muziek: allemaal mooi. Veel films houden zich in – La grande bellezza gaat er helemaal voor. Een complete film van Sorrentino, die later ook met Youth en Loro zowel pers als publiek blij wist te maken.

Realité (2014)
Een half uur totale onduidelijkheid doorstaan, betaalt zich uit in een cinematografisch Escherschilderij. Hoe je dit verhaal ook ontrafelt, je zal nooit de echte werkelijkheid vinden. Tegelijkertijd voelt het ook aan als een cynisch commentaar. Een afrekening met de rol van geld in cinema. Zwijnen die video’s inslikken; de cameraman die neergeschoten wordt; de presentator met ‘eczeem van binnen’; de producer die wacht op iets geniaals. Het gaat hier om een eigen, onzichtbare logica van Quentin Dupieux – die doet denken aan de romans van Raymond Queneau.

 

12 december 2019

 

Deel 1: Cor Oliemeulen
Deel 2: Tim Bouwhuis
Deel 3: Michel Rensen
Deel 5: Ries Jacobs
Deel 6: Sjoerd van Wijk
Deel 7: Yordan Coban
Deel 8: Ralph Evers
Deel 9: Alfred Bos