C’mon C’mon

***
recensie C’mon C’mon
Kind en volwassene zijn volstrekt gelijkwaardig

door Cor Oliemeulen

Radiojournalist Johnny (Joaquin Phoenix) bezoekt kinderen in Amerikaanse steden en vraagt hen hoe zij over de toekomst en de wereld denken. “Ik had niet gedacht dat ik zo bang zou zijn voor de toekomst, maar nu ik erover begin na te denken, kan ik me niet voorstellen dat dieren uitsterven, vervuiling, dat de aarde in feite sterft.”

C’mon C’mon van Mike Mills is minder droefgeestig dan het soms lijkt, want de film is vooral een eerbetoon aan de relatie tussen volwassenen en kinderen. Voor zover er sprake is van een heus plot gaat die over een man van middelbare leeftijd die voor het eerst voor een kind moet zorgen tegen de achtergrond van de onbestemde uitdagingen van deze tijd.

C'mon C'mon

Inspiratie genoeg
Na zijn film Beginners (2010), waarin Mills zich liet inspireren door zijn terminale vader die uit de kast komt, en 20th Century Woman, waarin hij zich liet inspireren door zijn hippiemoeder die worstelt met de opvoeding van haar zoon, modelleerde de Amerikaanse filmmaker in C’mon C’mon de negenjarige jongen Jesse (Woody Norman) naar zijn eigen zoontje. Mills’ script maakt dankbaar gebruik van het filmdrama Alice in den Städten (1974) van Wim Wenders waarin een (Duitse) journalist zich voor een tijd ontfermt over een negenjarig meisje.

Net als die film is C’mon C’mon geschoten in stemming zwart-wit en gaat de reis van volwassene en kind door een aantal grote steden, in dit geval Detroit, Los Angeles, New York en New Orleans (om wat clichématig samen te belanden in een Mardi Gras-parade). Maar voor het zover is, dient Jesse’s moeder Viv (Gaby Hoffmann) wel in te stemmen met het feit dat de onervaren opvoeder, Johnny, zich over haar zoontje ontfermt en hem meeneemt op zijn reis door Amerika.

C'mon C'mon

Nieuwe werkelijkheid
Hun moeder is een jaar geleden overleden en uit flashbacks leren we dat de zorg en het contact de laatste tijd moeizaam waren. Momenteel kan Viv niet goed voor Jesse zorgen, omdat zijn vader kampt met ernstige psychische problemen en het de bedoeling is dat hij wordt opgenomen. Aanvankelijk zou Johnny slechts enkele dagen voor zijn neefje zorgen, maar vanwege de omstandigheden doet Viv voor langere tijd beroep op haar broer. Hun contacten gaan via telefoonsessies waarin Johnny opvoedkundige tips krijgt en broer en zus over hun gevoelens spreken.

Natuurlijk mist Jesse zijn moeder en moet hij, net als Johnny, erg wennen aan de nieuwe werkelijkheid, maar Jesse’s interesse voor Johnny’s opnameapparatuur brengt hun relatie in een stroomversnelling. Jesse is opstandig, verward, verveeld en soms brutaal. Hij maakt zich zorgen om zijn vader en moet wennen aan een nieuwe vaderfiguur. Johnny behandelt Jesse hetzelfde als de kinderen die hij interviewt: kind en volwassene zijn volstrekt gelijkwaardig. In het geval van Jesse is dat niet heel moeilijk, want het jochie is erg pienter en verbaal uitstekend onderlegd voor zijn leeftijd. Terwijl Johnny in een audiodagboek zijn avontuur met Jesse als een soort van zelfonderzoek bijhoudt, lijkt Jesse zijn hart steeds meer open te stellen voor zijn oom. Hun dialogen en omgangsvormen laveren tussen rauw en intiem.

C’mon C’mon is met veel liefde gemaakt en kent zijn sterkere en saaiere momenten. Het bijna documentaire-achtig drama gaat expliciet over relaties en impliciet over de verwachtingen over de toekomst. De keuze voor de filmtitel is een raadsel, of het moet de wens zijn om zo nu en dan het tempo wat op te schroeven.

 

30 maart 2022

 

ALLE RECENSIES