Report, The

*
recensie The Report

De held die de deur sluit

door Tim Bouwhuis

In The Report resulteren de inspanningen van onderzoeksjournalist Daniel J. Jones in een monumentaal verslag van de martelpraktijken die de CIA na 9/11 dichterbij vermeende Al Qaida-terroristen bracht. De wanstaltig eenzijdige film roept in een veel breder kader vragen op over propaganda en politieke invloed.

The Report is een perfect voorbeeld van een film die door zijn complexe politieke context tot veel meer discussie en reflectie oproept dan de uiterst simpele plot doet vermoeden. Regisseur Scott Z. Burns debuteerde in 2006 met het fascinerende door HBO voor televisie geproduceerde PU-239 (ook wel The Half Life of Timofey Berezin). Hierna werkte hij met name als scenarist, onder meer voor The Bourne Ultimatum (2007), meerdere films van Steven Soderbergh en volgend jaar ook voor de nieuwe titel in de James Bond-franchise, No Time To Die. Voor zijn tweede regieklus in twaalf jaar strikte hij als hoofdrolspeler Hollywoodacteur in de lift Adam Driver (Star Wars: The Last Jedi, BlacKkKlansman).

The Report

Film en overheid
Het is nagenoeg onmogelijk in het wegen en beoordelen van The Report te ontsnappen aan politieke en morele vragen over het Amerikaanse beleid in contra-terrorisme en de publieke communicatie daarvan. Hierbij gaat het niet alleen om je blik op het politieke handelen van de Verenigde Staten in de nasleep van 9/11, maar ook om de manier waarop films die blik kunnen beïnvloeden. De oeuvres van regisseurs als Michael Bay en Peter Berg laten zich niet loskoppelen van de vraag wanneer film niet langer propaganda lijkt maar propaganda is, om op dat punt nog maar te zwijgen over de daadwerkelijke invloed van instanties als de CIA en het Pentagon in dit soort projecten. In dat laatste verband is het al geen publiek geheim dat Michael Bay in zijn films maar wat graag de nieuwste snufjes van het vaderlandse militaire bastion uitprobeert. Sinds er voor het eerst een Amerikaanse oorlogsfilm logistiek ondersteund werd door, in dit geval, de Amerikaanse luchtmacht (Wings, 1927), kent de Hollywoodgeschiedenis voorbeelden te over van dit soort zichtbare verbintenissen, waarvan wervingscampagne Top Gun (1986) in afwachting van de sequel (juni 2020) waarschijnlijk het meest tot de verbeelding spreekt.

De traditioneel clandestiene operaties van de CIA en aanverwante instanties laten zich zonder passend onderzoek moeilijker met concrete films in verband brengen. Het is één ding om te analyseren hoe de CIA in Hollywoodcinema gerepresenteerd wordt, maar wanneer gaat die representatie over in (bewijzen van) concrete betrokkenheid? Zeker sinds het advent van de Koude Oorlog en het bijbehorende hoogtij van films vol politieke paranoia vinden we genoeg prikkelende titels die de vraag naar de grenzen tussen fictie en werkelijkheid tot het uiterste oprekken, van The Manchurian Candidate (1962) tot The Parallax View (1974) en Three Days of the Condor (1975). Van die laatste twee films geeft Burns al gretig toe dat ze door hun visuele stijl inspiratiebronnen voor The Report waren (en van Sydney Pollacks Three Days of the Condor weten we ook dat toenmalige CIA-directeur Richard Helms destijds de set heeft bezocht en hoofdrolspeler Robert Redford van advies heeft voorzien). Dat The Report de vergelijking door de fletse, inspiratieloze cinematografie nauwelijks doorstaat, onderschrijft vast hoeveel sterker laatstgenoemde film uiteindelijk inzet op de communicatie van zijn (politieke) inhoud.

The Report

De olifant in de industrie
Of en in welke mate die politieke inhoud ingegeven en/of gecontroleerd is door hogere overheidsinstanties kan ondergetekende in het specifieke geval van The Report (een productie van Amazon Studios) niet bewijzen, hooguit vermoeden. Vast staat wel dat Hollywood en de CIA vanaf de vroege jaren negentig nauwer en intenser zijn gaan samenwerken. Tony Shaw en Tricia Jenkins (tevens de auteur van het boek The CIA in Hollywood, uit 2012), twee Amerikaanse academici, schreven in 2017 dat Chase Brandon (een neef van acteur Tommy Lee Jones) vanaf deze periode Hollywoodfilmmakers en producers onderwees over de rol van de CIA en hen actief stimuleerde CIA-successen in hun films op te nemen. Dit proces loopt tot de dag van vandaag en anderen hebben Brandons rol overgenomen; in veel gevallen worden scriptschrijvers, producenten en regisseurs concreet in contact gebracht met CIA-functionarissen, die vervolgens een grote invloed uitoefenen op het definitieve film- of serieproduct en daarbij een (overwegend) positief beeld van de instantie propageren. Alhoewel hier verbluffend weinig (en kritisch) over geschreven is, zijn deze samenwerkingen wel degelijk een stuk beter gedocumenteerd dan verstrengelingen van vóór de jaren negentig, die explicieter in een zweem van geheimhouding gehuld bleven en zich daardoor een stuk lastiger laten traceren. Bekende voorbeelden van relatief recente samenwerkingen zijn Showtime-serie Homeland (2011-), Ben Afflecks Oscarwinnaar Argo (2012) en Kathryn Bigelows veelbesproken politieke thriller Zero Dark Thirty (2012).

Fascinerend genoeg speelt er in de verhaalwereld van The Report op een gegeven moment een kort trailerfragment uit de film van Bigelow. Beide titels tonen de gewelddadige martelpraktijken van de CIA in de jacht op kopstukken van Al Qaida, en laten het niet na te tonen welke fouten in dat proces begaan zijn. Zero Dark Thirty verdeelde critici tot op het bot. Hier zijn vooral de negatieve kanttekeningen interessant: werden de martelpraktijken van de CIA hier impliciet gerechtvaardigd of zelfs verheerlijkt, omdat ze uiteindelijk leidden tot de eliminatie van Osama Bin Laden? En kan een film als deze eigenlijk wel een ‘onthullend’ boekje opendoen over de martelpraktijken van de CIA als deze in die periode gewoon al publiek belicht waren? Het uiten van zelfkritiek is zo in verhouding al een stuk ‘veiliger’. De eerder aangehaalde Shaw en Jenkins bevestigen dit als ze schrijven dat de CIA op een pragmatische manier met Zero Dark Thirty omgingen, en er vooral op inzetten een ‘zo positief mogelijk beeld’ van de CIA te schetsen. Dat een film op een aantal vlakken ambigu en kritisch is, wil dus nog lang niet zeggen dat de overkoepelende intentie van de makers niet propagandistisch kan zijn. Sterker nog: propaganda werkt het best als ze niet direct als zodanig door haar publiek herkend wordt.

Waar komt de nood van de industrie vandaan om films te maken met een politiek onthullend en kritisch karakter, als we weten dat diezelfde industrie onmogelijk politieke onafhankelijkheid kan claimen? Kunnen deze films de beloftes van heroïsche klokkenluiders (Snowden, 2016) eigenlijk wel nakomen, of zitten ze in feite vast in een verreikend web van invloed dat de grenzen van kritische representatie bepaalt en échte artistieke en politieke vrijheid zo onmogelijk maakt?

The Report

Het probleem van de held
The Report
presenteert in de persoon van Daniel Jones een held die de feitelijke waarheid, inclusief morele rechtvaardiging, koste wat het kost op tafel wil brengen en daar – spoilers onvermijdelijk inbegrepen – glorieus in slaagt. Hierdoor is er nauwelijks ruimte voor nuance en sleept de film zich nogal plichtmatig voort – het “hoe” is al vanaf het begin ondergeschikt aan het “wat”. Burns doet zo sterk zijn best om de CIA tegen de inspanningen van Jones af te zetten dat iedere vorm van ambiguïteit ontbreekt. Dit roept ook de vraag op waarom deze film gemaakt moest worden en, dat vooral, waarom nu.

“Democratie is rommelig”, zegt de stafchef van Barack Obama (een rol van Jon Hamm) in de loop van de rechtszaak rond het martelrapport. Welke rommel moet er in The Report opgeruimd worden? In de meest extreme interpretatie van deze film wekt Burns de indruk dat hij de ernstige en systematische insteek van de martelpraktijken in de periode post-9/11 van tafel wil vegen; (wederom) niet omdat daar enig bewijs voor is, maar omdat de film het juist doet voorkomen alsof een deel van de kopstukken geen idee hadden waar ze nu echt mee bezig waren en de ernst van hun praktijken bagatelliseerden – alles voor de veiligheid van het vaderland.

Dat The Report een kritische toon handhaaft, mag duidelijk zijn, maar de filmische schets van de CIA in verhouding tot Jones, een sympathieke goedzak die zichzelf verliest in zijn werk, is schematisch, opzichtig en dramatisch ongeloofwaardig. Door in de slotakte in te zoomen op het zegevierende recht, mogelijk gemaakt door het morele plichtsbesef van een enkeling, stuurt Burns maar wat eenvoudig aan op een patriottistische conclusie. De wandaden van de CIA zijn in dat kader relatief gemakkelijk vergeten, ook omdat de falende instantie door de weergave van haar wanbeleid nauwelijks serieus genomen is: de film sluit nadrukkelijk een hoofdstuk af. Net als Zero Dark Thirty buigt hij negatieve representatie om naar een overwinning; in de film van Bigelow is dat een overwinning voor de CIA, in The Report ligt de nadruk op mentaliteit en op het schild geheven waarheidsdrang. Dat is niet alleen curieus in het licht van de manier waarop Hollywood in dit stuk eerder gelinkt werd aan propaganda en (concrete) politieke invloed. Het onderstreept ook dat een integere hoofdpersoon nog niet automatisch een integere film oplevert.

 

2 november 2019

 

ALLE RECENSIES