City Lights (1931)
Ware kern van menselijkheid
door Yordan Coban
Tot mijn genoegen heb ik nog geen ziel getroffen die niet kon lachen om de openingsscène van City Lights (1931). Ik geloof heilig dat op het moment dat wij stoppen met lachen om Charlie Chaplin, we gedoemd zijn te vergaan in onze eigen cynisme. Chaplin belichaamt een onschuld die de mens bewapent tegen de verdorvenheid van de moderne ziel.
Chaplin wilde met zijn laatste stille film benadrukken dat film niet per se gebaat is bij sprekende acteurs. Zijn silent films kenden geen nationale grenzen of taalbarrières. In Chaplins beroemde speech uit The Great Dictator (1940) onderstreept hij dat technologie van nature goed is maar ons eerder afsluit dan samenbrengt. Hij had gelijk. Technologie heeft ons comfort gebracht, maar faalt uiteindelijk in het werkelijk bereiken van mensen. Het is slechts een middel, geen doel.
Gepolijste onschuld
Chaplin waarschuwde ons hiervoor in Modern Times (1936) en The Great Dictator maar toont het ook werkelijk met City Lights. Deze film kwam uit in een tijd dat de talkies net om de hoek kwamen kijken. Toch koos Chaplin voor het maken van nog een stille film. Hij had geen nieuwe technologische ontwikkelingen nodig om mensen te raken. Spraak, kleur, 3D, Imax, allemaal formaliteiten die het niet winnen van Chaplins vakmanschap.
Het verhaal van City Lights is simpel maar heeft een gepolijste onschuld in zich. Uiteraard centraliseert de film zich rondom de ludieke situaties waarin The Tramp (de zwerver) terecht komt. Hij maakt kennis met twee personages: een rijke ongelukkige alcoholist en een blinde bloemenverkoopster. De rijke man gebruikt de zwerver om zijn eigen leegte te vullen, maar herkent hem alleen als hij dronken is. Hij moet niks van de sloeber hebben als hij de volgende ochtend nuchter wakker wordt. Het bloemenmeisje kan de zwerver niet zien en denkt dat hij een welgestelde heer is. De zwerver helpt het meisje en betaalt haar oogoperatie zodat zij weer kan zien. Beide personages zien hem in eerste instantie niet voor wie hij werkelijk is. Waar de rijke man hem verstoot als ze elkaar in onvervalste vorm ontmoeten, maakt de armoedige vertoning voor het bloemenmeisje geen verschil. Dit resulteert in een van de de meest volmaakte scène in filmgeschiedenis.
Oprecht
Er waren flink wat critici die vonden dat Chaplin zich niet moest wagen aan politieke thema’s. Een serieuze clown is niet waar men op te wachten zat. Maar net als collega-filmmaker Frank Capra (Mr. Smith Goes to Washington, 1939) vond Chaplin dat bij zijn statuur en publiek een grote verantwoordelijkheid hoorde.
Chaplins latere films gaan over goedheid, menselijkheid en het kwaad in hebzucht en macht. Voor de jaren 30 was Chaplin de vermakelijke pantomimespeler en Buster Keaton de gevatte komiek. Maar net als de rijke dronkaard en de bloemenverkoopster zag men niet de humanistische intellectueel die Chaplin eigenlijk was. Van het belang van satire en vrijheid van meningsuiting in The Great Dictator tot het gevaar van een kapitaalgerichte machine gestuurde maatschappij in Modern Times, Chaplins oeuvre is groots en zo ook zijn visie.
Films als Citizen Kane, Vertigo, 2001: A Space Odyssey verlangen meerdere bezichtigingen en een intellectueel analyserend vermogen van de kijker. City Lights niet, want de film laat weinig open voor interpretatie. Hij stelt in zijn symboliek niet de vragen des levens en dient qua gelaagdheid niet als een puzzel die opgelost moet worden. De film is eerlijk en oprecht. Als je de vetrandjes met alle insignificante elementen in ons leven wegsnijdt, kom je tot een kern van menselijke sentimentaliteit, onze expressies in extremis: een traan en een lach. En deze ware kern van menselijkheid is nergens zo trouw belichaamd als in City Lights.
12 oktober 2021