Beau Travail

****
recensie Beau Travail
Masculiene fata morgana

door Yordan Coban

Mannelijke onzekerheid is misschien wel het gevaarlijkste wapen dat er is. Een man verteerd door zijn onvermogen om zich te uiten, om een mens te zijn, is spoedig tot excessief geweld te buigen. Beau Travail (1999, nu als 4K-restauratie in de bioscoop), het meest geroemde werk van Claire Denis, verkent dit concept in de aanwezigheid van een groep Franse soldaten tijdens een missie in de Franse oud-kolonie Djibouti. Onuitgesproken spanningen gecombineerd met nodeloze militaire oefeningen komen samen in deze masculiene fata morgana.

De film speelt zich af als een herinnering uit het leven van ex-sergeant Galoup (Denis Lavant) ten tijde van een missie aan de kust in Oost-Afrika. We zien de dagelijkse routine van het legioen waarover Galoup leiding geeft. Het legioen is vrij divers en kent een passende gelijkenis met de Franse samenleving en al haar koloniale uitwassen. Op de achtergrond komt telkens commandant Bruno Forestier (Michel Subor) in beeld. Hij doet denken aan Marlon Brando in Apocalypse Now (1979). Een man van weinig woorden voor wie Galoup enorme bewondering uit.

Beau Travail

Dan is er ook nog Gilles Sentain (Grégoire Colin), een enigmatische nieuwkomer in het legioen. Een jonge soldaat die – in de beleving van Galoup – het gezag van de onzekere sergeant ondermijnt. Er ontstaat een concurrentiestrijd tussen de twee waarbij Galoup zijn overwicht als sergeant misbruikt, wat uiteindelijk leidt tot zijn ontslag.

Absurditeit van militaire onderwerping
Bij het zien van Claire Denis’ beelden van de eindeloze taken die de militairen moeten uitvoeren, bekruipt de kijker een gevoel van zinloosheid. Wat zijn deze mannen nou eigenlijk aan het doen daar in de woestijn aan de andere kant van de wereld? Er wordt niet gevochten, slechts geoefend. De zinloosheid van het militaire bestaan begint gedurende de film naar de voorgrond te treden, zo ook de uitgesproken spanningen die geleidelijk subtiele homo-erotische trekjes krijgen.

Er wordt weinig gesproken, wat de kijker de ruimte geeft om te observeren en te interpreteren. De stilte en de onuitgesproken sentimenten denken aan het feministische meesterwerk Jeanne Dielman 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles (1976). Ook Chantal Akerman maakte gebruik van het nodeloos herhalen van taken om de kijker tot reflectie te bewegen. In beide films zien we hoe de zichtbare onderdrukking van emotie tot een kookpunt komt. De kracht van Beau Travail en Jeanne Dielman zit echter voornamelijk in de verwerking van de film naderhand, niet per se in de meest directe kijkervaring.

De discipline en hiërarchie van het leger zijn daarbij instrumenteel voor het scheppen van het spanningsveld dat de absurditeit van de militaire onderwerping zichtbaar maakt. Het strijken van de kleren, het strak opmaken van het beddengoed, de yogagroepssessies, de ijdele nadruk op het dragen van het uniform, allemaal kluchtige portretten van de militair en zijn masculiene profiel.

Beau Travail

Machtige climax
Claire Denis heeft een bijzondere relatie met het continent Afrika, dit vinden we ook terug in haar oeuvre. Als dochter van een koloniaal ambtenaar in Kameroen spendeerde zij een groot deel van haar jeugd aan de West-Afrikaanse kust. In eerdere werken als Chocolat (1988) en S’en fout la mort (1990) en het latere White Material (2010) onderzoekt Denis telkens de relatie tussen Frankrijk en haar oude kolonies. In Beau Travail paraderen de militairen door het landschap van Djibouti, onder het toeziend ook van de lokale bevolking, als een enigszins komische herinnering aan het koloniaal verleden.

De slotscène geeft de film een machtige climax. In de meeste films over masculiene impotentie wordt er gekozen voor een geweldsexplosie, zoals bijvoorbeeld in Taxi Driver (1976). Claire Denis kiest echter juist voor een uitbarsting van een meer vrouwelijke kracht. Galoup, in al zijn aandoenlijke verwarring over het verleden, laat zich voor even helemaal gaan op het ritme van de nacht.

 

21 februari 2024

 

ALLE RECENSIES

Terugblik 2023 – Deel 5: Gaan we nou doen alsof bommen gooien cool is?

Terugblik filmjaar 2023 – Deel 5:
Gaan we nou doen alsof bommen gooien cool is?

door Yordan Coban

Vorig jaar zag ik bijna alle films die mijn belangstelling enigszins trokken. Deze lijn kon ik dit jaar niet doortrekken. Er kwam dit jaar ook minder uit vanwege de stakingen in de filmindustrie. Ik kwam derhalve niet verder dan een top 3. Hopelijk wordt 2024 een filmjaar met meer betrokkenheid, zo ook wat betreft het aantal recensies voor InDeBioscoop!

Beste film
De beste bioscoopfilm van het jaar zag ik in januari op een rustige zondagmiddag. Ondanks dat ik een trage film wel verwacht had, was ik op geen manier voorbereid op het drieënhalf uur durende stilleven dat Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles (1976) feitelijk is. Maar voor wie voorbij het uiterste minimalisme van deze film kan kijken en zich toegewijd en wel op de thematiek richt, zich niet ergert aan het gebrek aan actie, en de rust van de film gebruikt om te reflecteren op de strekking van het kunstwerk, zal inzien dat Chantal Akerman een unieke ervaring gecreëerd heeft die verder strekt dan het beeld. Veel verder strekt dan de meeste films.

Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles

Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles

De slechtste film van 2023
Vorig jaar wond ik me op over hoe een thematisch eenvoudige film als Everything, Everywhere All at Once door veel recensenten verheven werd tot de film van het jaar, terwijl de filmmakers in mijn ogen niet door leken te hebben hoe zij juist uiting gaven aan een giftige maatschappelijke tendens. Waar ik het enthousiasme van het grote filmpubliek vorig jaar ergens nog wel begrijpen kon, en mijn reactie toch ook wel als de recalcitrantie van een pretentieuze recensent te bezien was, heb ik me dit jaar hevig verontwaardigd over hoe film kijkend Nederland reageerde op Christopher Nolan’s jongste film Oppenheimer.

Bij het aanzien van de poster en de trailer bekroop mij al een gevoel van walging. Gaan we nou doen alsof bommen gooien cool is?

Iedereen die ik sprak, zelfs mijn progressievere vrienden, verzekerde me dat de film kritisch zou zijn tegenover het gebruik van de atoombom en Oppenheimer zowaar moreel bezwaard portretteerde. Na het kijken van de film was dat aspect misschien wel het ergste van alles. Het fronsend wegkijken – nog net niet met het dramatische gebaar van de hand op het voorhoofd – gaf me een nare smaak in de mond.

Oorlogspropagenda
In de realiteit heeft Oppenheimer tot zijn dood het gooien van de bom verdedigd als een noodzakelijk goed, en heeft hij elke wetenschappelijke opstand van zijn collega’s (petities tegen de bom bijvoorbeeld) actief doorkruist. Bovendien was hij een van de doorslaggevende stemmen bij het uitkiezen van het doelgebied van de bom: het stadscentrum vol onschuldige burgers. Zo zouden er inderdaad militaire doelwitten zijn geweest aan de buitenrand van Hiroshima en Nagasaki, maar wilde de militaire leiding (en vooral ook Oppenheimer dus) zoveel mogelijk burgerslachtoffers maken bij het uitkiezen van het doelwit. Het voorstel om een demonstratie te geven van de bom zonder slachtoffers wees Oppenheimer fel van de hand.

Op dit moment wordt er in Gaza een verschrikkelijke strijd gevoerd tussen een terroristische organisatie en een meedogenloze regering, waarbij onschuldige burgers aan beide kanten als munitie gebruikt worden – zo open en bloot voor het oog van de wereld – en een  beangstigende precedent gesteld wordt. In de Tweede Wereldoorlog is dit idee van het bombarderen van burgers, voor het eerst op grote schaal, toegepast. Voor iedereen die op dit moment enige Palestijnse en Israëlische solidariteit in zijn hart draagt zou eigenlijk, als je eerlijk en consequent medemenselijk bent, Oppenheimer niets anders dan Amerikaanse oorlogspropagenda moeten zijn.

Ondanks dat de film wel kritiek uit op het Amerikaans militarisme en de houding van Amerika tegenover de Sovjet-Unie, nemen de makers niet echt stelling tegen het gebruik van de bom in Nagasaki en Hiroshima. Het laat het narratief van de Amerikaanse legerleiding in tact. Als men die morele ambiguïteit bij een film over de Holocaust zou toepassen zou dit ons evident misplaatst en onsmakelijk voorkomen.

Daarnaast romantiseert Nolan de persoon Oppenheimer te veel en stapt daarmee achteloos – net zoals Oppenheimer dat deed – over de tweehonderdduizend burgerdoden heen, zonder deze te benoemen of te tonen. We zien geen slachtoffers, we zien geen impact, we zien alleen de grote twinkelende ogen van Oppenheimer.

Films dienen, in al hun fictie, altijd een poging te doen om tot de waarheid te strekken en in naam van de waarheid gemaakt te worden. En hoewel ik geloof dat Nolan het allemaal goed bedoeld heeft, faalt hij hierin op zeer kwalijke wijze. Nolan is ook geen ideologische filmmaker. Plottwists, gimmicks en originele vertelvormen, dat is waar Nolan groot mee geworden is.

En eigenlijk, overal waar er iets van politiek of ideologie in zijn films zit, zien we meteen de grenzen van zijn verhalend vermogen. In die zin is Nolan, net als Oppenheimer, een specialist die geen alziend oog heeft voor het totaalplaatje.

Hierop aansluitend wens ik de volgende afbeelding aan dit betoog toe te voegen, want als Nolan de verschrikkingen van zijn “coole” bom niet toont, doe ik het wel. De onderstaande foto is het afschuwelijkste, maar meest cinematische beeld wat ik dit jaar gezien heb. Op de foto zien we de schaduw van een man die op het moment dat de bom gegooid werd ergens op een trap stond. De man is volledig van de aarde gewist, enkel de deeltjes van zijn schaduw die zich door het grote lichtcontrast op de grond achter hem tot zijn silhouet vormden, zijn overgebleven. Dit beeld heeft de afgelopen dagen rondgespookt in mijn verbeelding, en zegt mij zoveel meer dan de drie uur durende, ideologisch gebrekkige Oppenheimer.

Human Shadow Etched in Stone

‘Human Shadow Etched in Stone’

Top 3 van 2023
3. May December
Todd Haynes maakt een merkwaardige en duistere waargebeurde karakterstudie die aanvoelt als een thriller. De film speelt telkens net buiten de toon maar houdt de kijker tot het einde geboeid met hele sterke rollen van Nathalie Portman, Charles Melton en Julianne Moore.

2. About Dry Grasses
Voor een uitgebreid verslag van deze film verwijs ik graag naar mijn recensie. Nuri Bigle Ceylan is misschien wel mijn favoriete contemporaine regisseur samen met Michael Haneke en Wong Kar-Wai. Ceylan laat nooit echt het achterste van zijn tong zien maar laat de verschillende stromingen van Turkije naast elkaar bestaan in een harmonieus filosofisch weefsel.

1. The Banshees of Inisherin
Een kleine originele film die in de thematiek groots is. The Banshees of Inisherin is kort gezegd een film over het einde van een vriendschap tegen de achtergrond van een burgeroorlog.

De verlaten vriend Padriac (gespeeld door Colin Farrell) kan maar niet begrijpen waarom Colm (gespeeld door Brendan Gleeson) geen vrienden meer wil zijn. Het onnodige geweld wat daarbij komt kijken, is te vergelijken met het terrorisme van de IRA. Terroristische aanslagen zijn altijd onbegrijpelijke wrede geweldexplosies in de ogen van het slachtoffer maar kennen vaak een oorsprong in een al langer voortdurend onrecht in de beleving van de dader, waar men op den duur blind voor geworden is.

De ontbinding van een vriendschap klinkt misschien te simpel om als uitgangspunt voor een film te nemen maar is eigenlijk een universeel en machtig concept, dat ik nog niet eerder op dergelijke wijze vertaald zag worden in film. The Banshees of Inisherin liet mij inzien dat er nog zoveel films te maken zijn zolang je ook oog blijft hebben voor kleine kernachtige verhalen.

 

30 december 2023

 

Terugblik filmjaar 2023 – Deel 1: Wie redt ons van het schorriemorrie?
Terugblik filmjaar 2023 – Deel 2: The Banshees of 2023
Terugblik filmjaar 2023 – Deel 3: Van onder de oude eik
Terugblik filmjaar 2023 – Deel 4: Maar er is hoop bij festivals
Terugblik filmjaar 2023 – Deel 6: Weten waar je moet zoeken

About Dry Grasses

****
recensie About Dry Grasses
Het ondergesneeuwde dorre gras

door Yordan Coban

Een dikke laag sneeuw drukt op het vruchtbare Turkse landschap en smoort alles wat er wenst te bloeien in de kiem. Nuri Bigle Ceylan keert in About Dry Grasses (Kuru Otlar Üstüne) terug naar de bergen en de kleine rurale met sneeuw bedolven gemeenschappen in het noorden van Anatolië om daar op een middelbare school de verschillen tussen het stedelijke en het platteland te benadrukken. 

Net zoals in Winter Sleep (Kış uykusu, 2014) gebruikt Ceylan in zijn jongste film de symboliek van de sneeuw en de bergen. In About Dry Grasses zien we het verhaal van Samet (Deniz Celiloglu), een leraar die uitgestuurd is naar een afgelegen district en daar in opspraak raakt door zijn ongepaste contact met een vrouwelijke student waarmee hij uit de toon valt bij de conservatieve cultuur van het dorp. Tegelijkertijd raakt hij bevriend met een vrouwelijke collega die in de omgeving opgegroeid is. Hij stelt haar voor aan een vriend met gelijke achtergrond, maar raakt vervolgens toch zelf geïnteresseerd in haar als zij intelligenter blijkt dan hij in eerste instantie dacht.

About Dry Grasses

Tweedeling tussen oost en west
De wijze waarop Samet de oosterse vrouwen behandelt is veelzeggend. En eigenlijk vinden we hier, in de behandeling van de vrouw, het gespleten karakter van de Turkse cultuur: de eeuwige touwtrekwedstrijd tussen de Europese Turk en de Arabische.

Deze tweedeling tussen oost en west, die eigenlijk geen recht doet aan de verscheidenheid aan minderheden, is al sinds de oprichting van het land aanwezig. Turkije, sinds haar ontstaan precies honderd jaar geleden, daar op de kruising van drie continenten, is een van de meest diverse en verdeelde landen op de wereld. Een land dat al decennia gebukt gaat onder de koers van haar regressieve politiek. Dusdanig zelfs, dat het de ontwikkelde progressieve laag van de bevolking ontvreemd heeft van de politiek.

In Nederland (en vrijwel overal ter wereld) is deze maatschappelijke tweedeling – de scheiding tussen de Randstad en regio – ook voelbaar en uit zich dat bijvoorbeeld in de politieke discussie over stikstof. In Turkije strekt deze verdeling tussen west en oost nog een stuk verder. Naast dat het stad en platteland tegenover elkaar staan, draait het daar ook om een etnisch en religieus verschil.

De grote twee
Regisseur Ceylan is niet de eerste die opmerkt dat de symboliek die ligt in de verdovende stilte van de sneeuw, de onuitgesproken spanningen in de Turkse cultuur perfect vertalen kan. De grote Turkse schrijver Orhan Pamuk deed dit namelijk al in zijn boek Kar (Sneeuw). Er zijn veel overeenkomsten te vinden tussen deze twee grote Turkse auteurs, maar er is ook een prangend verschil.

Beiden zijn in de eerste plaats kritisch op de westers georiënteerde arrogante Turkse elite die haar contact met het achterland verloren is. En terwijl hun verhalen zich afspelen tussen de ruïnes van het ooit zo grote Ottomaanse rijk en de personages geconfronteerd worden met de tegengestelde waarden die door het landschap stromen, taxeert Ceylan de conservatieve dimensie van de Turkse cultuur beduidend kritischer dan Pamuk. Pamuk neemt een neutrale positie in en schrijft vanuit een waardering van de traditionele Turkse cultuur. Ceylan zet zich af tegen die cultuur maar valt Pamuk bij in zijn kritiek op de Istanbulse bourgeoisie, die hij het nauwste uitwerkt in Uzak (2002).

About Dry Grasses

De Turkse vrouw
Vanaf het begin van de Turkse staat en de afschaffing van het kalifaat door Attatürk, zien we de strijd rondom de Turkse vrouw telkens terugkeren. Attatürk die de Turkse staat naar het model van de Franse democratie wenste te vormen, met een scheiding tussen kerk en staat, verbood bijvoorbeeld de hoofddoek in het Turkse parlement. Onder de huidige president Erdogan is dit tien jaar geleden voor het eerst tenietgedaan en kent het parlement vandaag de dag meerdere gesluierde vrouwen.

In Kar wordt de nadruk gelegd op hoe het verbieden en uitsluiten van gesluierde vrouwen de emancipatie van die vrouwen juist tegenhoudt. Alhoewel de notie dat de hoofddoek een teken van emancipatie zou zijn echter weer indruist tegen de oorspronkelijke culturele betekenis die ten grondslag ligt aan het idee van de Turkse staat.

Ceylan waagt zich echter niet aan de hoofddoek maar richt zich met name op de wijze waarop mannen in Turkije nog altijd neerkijken op de vrouw en haar nog altijd wensen te beheersen. Het verplichten of verbieden van de hoofddoek ligt in het verlengde van die mentaliteit. Ceylan gebruikt daarvoor de vrouw die, als gevolg van een politieke aanslag, haar been verloren is. En ondanks dat zij het slachtoffer geworden is van een ideologische strijd heeft dat haar politiek niet vervreemd, zoals Samet dat wel is. Samet richt zich nu liever op zijn fotografie en tekeningen.

Het is niet voor niets dat Turkije bij haar oprichting als vrouw afgebeeld werd. De vrouwen lopen ook vandaag de dag voorop in de Turkse politieke strijd. Hun autonomie is altijd rechtstreeks in het geding. De ontwikkelde Turkse progressieve man, die Samet pretendeert te zijn, heeft daar niet altijd oog meer voor doordat hij zich – na bijna tien jaar Erdogan – niet meer kan boeien voor de ideologische politieke strijd die nog altijd voelbaar is, maar bedolven ligt onder een groot pak sneeuw. De vraag is of het dorre gras, na al die jaren van sneeuw, nog zal groeien over dit verdeelde land.

 

25 december 2023

 

ALLE RECENSIES

Mépris, Le

*****
recensie Le mépris
Minachting of bewondering?

door Yordan Coban

Jean-Luc Godard staat als artiest en boegbeeld van de Nouvelle Vague voor een Europese filmstijl die zich nadrukkelijk afzet tegen de Amerikaanse filmstijl. De overgave aan het marktdenken dat stroomt door de aderen van Hollywood, is de thematische kern van Godard’s meest tot de verbeelding sprekende film: Le mépris (1963), die vanaf 14 september als 4K-restauratie in een aantal bioscopen draait.

Net zoals Fellini dat in datzelfde jaar deed, spiegelde Godard zijn strijd in de zoektocht naar de schoonheid in kunst met zijn verlangens in de liefde.

Brug tussen kunst en liefde
Le mépris is in de eerste plaats een film over de filmindustrie zelf. De film opent dan ook in een filmset met het aantreden van een dichterbij komende camera gevolgd door een introductie van de personages die allen staan voor een andere kijk, een andere benadering, tot het maken van een film.

Le mépris

De hoofdpersoon is de Franse schrijver Paul Javal (gespeeld door Michel Piccoli) die door een Amerikaanse producent Jeremy Prokosch (gespeeld door Jack Palance) benaderd wordt om mee te werken aan zijn nieuwste project, een verfilming van Homer’s Odyssey, geregisseerd door de grote Fritz Lang (die zichzelf speelt). Een op het eerste gezicht onmogelijke verfilming waarbij Prokosch toeziet op het commerciële belang terwijl Lang met hele andere filosofisch georiënteerde ideeën wil werken. Paul’s interesse voor het project is gelieerd aan Lang’s betrokkenheid bij de film, maar toch ook vanwege zijn vrouw en het succes dat er te behalen valt voor hem als schrijver, hetgeen Prokosch bijdehand opmerkt. In deze ingewikkelde verhouding legt Godard een brug tussen kunst en liefde.

Abstracte verlangens
De vrouw van Paul, Camille Javal, wordt gespeeld door de befaamde Brigitte Bardot. Met een verveeld ongenoegen paradeert Bardot door het scherm, terwijl Paul achter haar aan hobbelt, zich continu afvragend wat er in haar hoofd omgaat. Aan de ene kant is Paul – in zijn eigen woorden – tragisch verliefd op haar, maar aan de andere kant lijkt zijn teneur toch ook een zeker onvermogen te dragen. Het onvermogen om onbegrensd van haar te houden. Aangezien hij toch ook oog heeft voor andere vrouwen, en zij toch ondergeschikt aan zijn liefde voor film lijkt.

Haar liefde voor hem moet aanvankelijk verbonden zijn geweest aan de schrijver die hij is (of was), maar lijkt toch ook gekoppeld te zijn aan zijn mogelijke succes en haar materiële behoeftes. Dit lijkt Paul zich goed te beseffen en vormt zijn persoonlijke dilemma dat leidt tot het gissen naar wat zijn vrouw nou werkelijk wil. Heeft ze meer respect voor hem als hij zijn hart als schrijver volgt in dienst van de kunst, of als hij succesvol is door het oog van de markt?

De geveinsde onverschilligheid waarmee Paul Camille in de handen van Prokosch duwt, is onderdeel van het spel dat de twee spelen. De twee partners draaien de hele film meanderend om elkaar heen, en praten in raadsels met abstracte verwijzingen naar hun gevoelens, zoals men kan verwachten van een Godard-film.

Het prachtige landschap van Capri, de toon van de muziek en de enigmatische geverfde Griekse beeldhouwwerken vervoeren het verhaal tot een eigenzinnig, op zichzelf staand geheel zoals dat het geval is bij grote films.

Le mépris

Grootmeester of aansteller?
Le mépris is niet per se origineel in de verbeelde ideeën, daar een film als Sunset Blvd. (1950) een vergelijkbaar verhaal vertelt. Wie Le mépris echter ontleedt, en kijkt naar het aantal personages, locaties, en gebeurtenissen, moet toch concluderen dat er bar weinig gebeurt in deze film.

Des te meer valt de ambivalentie en toch harmonieuze wijze waarop Godard de thema’s aan elkaar vlecht en de kijker geleidelijk met een rijk en subliem gevoel vervoert, te bewonderen als kopstuk van het vakmanschap van deze Franse revolutionair.

Vorig jaar met het overlijden van Jean-Luc Godard laaide de discussie over zijn werk opnieuw op. Filmliefhebbers lijken ernstig verdeeld in de beoordeling van zijn films. Aan de ene kant staan de bewonderaars die stellen dat zijn revolutionaire stijl en kritische benadering hem tot een van de grootste regisseurs maken. Aan de andere kant vindt men dat zijn werk ontoegankelijk is en aanstellerig abstract en alternatief. Alhoewel een aantal van zijn films wel degelijk overeenkomsten kennen met de laatstgenoemde beschrijving, geldt dat niet voor films als Pierrot le fou (1965), Vivre sa Vie (1962), À bout de souffle (1960) en Le mépris.

Enfin blijft het, ondanks de onmiskenbare stilistische bijdrage van de regisseur, een persoonlijke afweging en zal er altijd wel over zijn werk gediscussieerd worden. Ergens impliceert die doorgaande discussie eigenlijk al dat zijn werk de moeite waard is. Godard zal relevant blijven, of we het nou willen of niet.

 

13 september 2023

 

ALLE RECENSIES

Grizzly Man (2005)

Grizzly Man (2005)
Wat je van beren leren kan

door Yordan Coban

Grizzly Man is het verhaal van Timothy Treadwell, een man die een brug wenste te zijn tussen mens en dier, door tien jaar lang rond te dolen tussen de grizzlyberen in Katmai National Park Alaska. Hij filmde zijn verblijf in de groene vlaktes terwijl hij de beren observeerde en in zekere zin adoreerde. Timothy dacht een fundamentele vrijheid te herkennen in dit berenleven.

Twee jaar na zijn dood kreeg Werner Herzog de zelf geschoten beelden van Timothy in handen. De Duitse regisseur voegt er vervolgens zijn eigen beschouwingen aan toe, wat leidde tot deze machtige maar ontroerende documentaire.

Grizzly Man (2005)

Superieure dwaas
Stond Timothy dichter tot de natuur, doorleefde hij een superieur organisch bewustzijn? Of was hij slechts een doorgeslagen goeroevlogger, een dwaas die niet alleen zijn eigen leven maar ook die van zijn vriendin Amie Huguenard op het spel zette? Deze stelling fungeert als vertrekpunt van deze documentaire. Herzog laat de kijker uiteindelijk zelf een oordeel vormen terwijl hij Treadwell eerzaam ontleedt, van zijn jeugd tot aan zijn letterlijke autopsie. Want ja, het mag geen spoiler zijn, om aan het begin van deze recensie diens tragische dood te vermelden, omdat dit ook helemaal aan het begin van de documentaire benoemd wordt.

Op 5 oktober 2003 komen Timothy en Amie op gruwelijke wijze om het leven door het toedoen van een oude hongerige grizzlybeer. Hetgeen de kijker gelukkig niet krijgt te zien of te horen, maar slechts meekrijgt in de vorm van Werner Herzog die luistert naar de audio terwijl hij ons laat weten dat niemand gebaat is bij het bestaan van deze tape. De sensationele kijker kan zich daar misschien maar moeilijk bij neerleggen maar weet waarschijnlijk ook dondersgoed dat de regisseur de juiste beslissing maakt. Al is het ergens ook markant dat hij dit moment in de film betrekt omdat het toch, in zekere zin, de deur naar sensatie op een kier laat.

Een beer in de spiegel
Enkele kijkers zullen wat dat betreft hier en daar de behoefte voelen om de eigenaardige acteerwijze en framing van Herzog te benoemen en misschien zelfs af te kraken. Hij laat verschillende personen uit Treadwells leven gedurende de documentaire aan het woord en doet dat op een wijze die hier en daar uit de toon lijkt te vallen. Hij laat nabestaanden dramatisch in de camera kijken waardoor je als kijker het gevoel krijgt dat het allemaal één grote Amerikaanse show is. Desondanks zou het te oppervlakkig zijn om dit als misplaatste toonaanduiding te bestempelen, eerder toch lijkt Herzog zich, in het geveinsde, te willen spiegelen aan Treadwell. Uiteindelijk is dat namelijk ook wat Timothy deed met zijn film door de mens aan de beer te spiegelen als machtig symbool van de natuur.

Op het moment dat je als documentairemaker zo ingrijpend met de beelden van een andere auteur aan de slag gaat, is het wel cruciaal dat je een wezenlijke bijdrage levert om in ieder geval het risico te vermijden dat je mee gaat liften op de creatie van de ander. Want in de context van Timothy Treadwells tragische leven zou dat een ernstige ethische schoffering zijn. Maar wat Werner Herzog vrijwel ongemerkt in Grizzly Man heeft gedaan, is niet alleen de diepgang in het verhaal van Timothy belichten voorzien van de juiste pathos, maar ook heeft hij hem willen eren als filmmaker door zijn speelse zelfbewuste manier van filmen te imiteren en zijn levenswerk tot een betekenisvol einde te brengen.

Gebroken moderniteit
Als we dieper duiken in het verleden van Treadwell zien we in eerste instantie een jongen uit een exemplarisch Amerikaans suburbaan gezin. In zijn volwassenen leven ontwikkelt zich een ongenoegen, dat leidt tot een toevlucht in alcohol en drugs. Wat nu precies de grondslag van zijn ongenoegen vormt, laat Herzog in het midden, maar tegen de achtergrond van zijn beelden kan het niet anders dan verbonden zijn aan een afkeer tegen de mensenwereld. Iets aan zijn leven onder de mensen heeft Timothy gebroken of in ieder geval doen besluiten om zijn rug te keren naar de moderniteit. En misschien heeft hij wel gelijk. Misschien hebben we onze samenlevingen wel onnodig complex, steriel en onaangenaam ingericht. Een observatie die tevens te vinden is in films als Walkabout (1971) of Koyaanisqatsi (1982).

Grizzly Man (2005)

Ecstasy of truth
Desalniettemin is Grizzly Man bovenal een reflectie van Werner Herzog zelf. De filosofische regisseur staat bekend om zijn stellige avonturen naar de hoogste bergtoppen, de donkerste grotten en zijn gevaarlijke reizen diep in het Amazonewoud. Wie de verhalen leest over hoe films als Aguirre (1972) en Fitzcarraldo (1982) zijn gemaakt, weet dat deze koppige regisseur alles over heeft voor de poëzie die te vinden is in zijn sublieme beelden.

In een interview in 2009 met de American Film Institute beschrijft Werner Herzog het verschil tussen feiten en de waarheid. Feiten geven slechts een oppervlakkige weergave van de waarheid, een accountantswaarheid. In goede poëzie en films vindt men, zo beschrijft hij, een ‘ecstasy of truth’. Dit is een niet te beschrijven overstroming van gevoel die je meteen herkent, voelt in elke vezel van je lichaam en veel verder strekt dan elk berekenbaar gegeven.

Ook documentaires zijn geframed en vooropgezet, het is naïef om te denken dat die een werkelijke weergave van de realiteit zijn. Maar dat hoeft ook niet, in Grizzly Man laten Werner en Timothy zien dat een goede documentaire in dienst van deze ‘ecstasy of truth’ staat. Werners poging om deze door Timothy betoogde en belichaamde waarheid aan het grote publiek kenbaar te maken, betoont zich als zoveel meer dan slechts een natuurdocumentaire, toch eerder van ode tot meesterwerk.

Kijk hier en hier waar Grizzly Man draait.

 

13 juni 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

Terugblik 2022 – Deel 5: Weinig echt bijzondere uitschieters

Terugblik filmjaar 2022 – Deel 5:
Weinig echt bijzondere uitschieters

door Yordan Coban

Nooit ging ik zo vaak naar de bioscoop als in 2022. Er zijn dit jaar een aantal aardige films uitgekomen maar er waren weinig echt bijzondere uitschieters. Dit filmjaar krijgt daarom drie sterren. 

Veel gevestigde namen lieten zich dit jaar zien, maar weinig wisten hun oeuvre echt te verrijken. Dit is, in mijn beleving, typisch geworden voor de afgelopen jaren. Maar dat kan ook te maken hebben met mijn verwachtingen en mijn beoordeling van het verleden ten opzichte van het heden.

De beste films die ik dit jaar gezien heb, zag ik namelijk op dvd:
To Be or Not to Be (1942) van Ernst Lubitsch en Yi Yi (2000) van Edward Yang stegen ver boven de nummer 1 van 2022 uit. Beiden zijn ook erg geschikt om de feestdagen mee door te komen.

Verder viel mij de steeds diepere invloed van internetcultuur, YouTube en Netflix op het format van film op. Het internet heeft eindeloos veel verhalen en/of ideeën in eindeloos veel formaten.

De grenzen van wat een film is, lijken daardoor te vervangen. Dit is goed zichtbaar in Everything Everywhere All At Once. Deze film heeft mijn lijst niet gehaald. De film verwart flitsende absurde internethumor met existentialisme en bagatelliseert dat er gevaar schuilt in hoe de digitale wereld onze levens beïnvloedt. In een statement op Twitter zegt regisseur Daniel Kwan (hij maakte de film samen met Daniel Scheinert) dat er al te veel aandacht schreeuwende content is en dat ze vonden dat ze het verplicht waren om hun ‘mind te blowen’. Door ze vervolgens te beladen met onnavolgbare visuele actieprikkels en middelbare schoolfilosofie. Terwijl de film toch wel heel makkelijk heen stapt over de keerzijde van social media en de digitalisering van alles.

Ik sluit me wat betreft de invloed van social media volledig aan bij hoe de Nederlandse filosoof Hans Schnitzler het verwoordt in de aflevering Digitale Detox van het programma Tegenlicht. De smartphone en de dopamineshotjes die we er continu van krijgen, doet onze betrokkenheid met de omgeving teniet en kan een verstorende werking hebben op momenten van bezinning of inspiratie.

Dit jaar typeerde zich als een jaar van stijlfiguren en vormgeving, maar ik miste eigenlijk de inhoud. Ik heb te weinig interessante ideeën of goede gesprekken gezien. Maar goed ondanks dat ik nu erg negatief klink, kan ik niet ontkennen dat er dit jaar ook momenten waren in de bioscoop die de moeite waard zijn. Laat ik er aldus niet verder omheen draaien en beginnen met mijn top 10.

Spencer

Spencer

10. Spencer (Pablo Larraín)
Ik heb een grote afkeer van alles wat met het koninklijk huis te maken heeft. Ik vond de mate van rouw dit jaar rond het overlijden van de Britse koningin erg overtrokken en had iets van die ernst graag bij de 6500 overleden arbeidsmigranten in Qatar gezien. Ondanks het gegeven dat ik totaal niet zit te wachten op een film over de royal family, moet ik bekennen dat Spencer er cinematografisch gelikt uitzag. Kristen Stewart speelde goed, en de cynische ondertoon beviel mij wel.

9. Shabu (Samira Mereilles)
Eerlijkheidshalve heb ik Shabu gekozen omdat mijn persoonlijke vriend en kunstenaar Sebastiaan Boot een groot aandeel had in deze film. Desalniettemin doet Shabu amper tot niet onder voor de andere gegadigden die rond de top 10 zitten. Shabu won dit jaar het Gouden Kalf voor de beste documentaire, maar Shabu is eigenlijk geen documentaire. Het is een kleurrijke verbeelding van een vrolijke jongen die op vroege leeftijd leert wat ouder worden betekent. Alhoewel ik geloof dat Shabu zich heel natuurlijk gedraagt voor de camera, is het wel dusdanig in beeld gebracht dat het toch eerder een speelfilm is. Maar wel één met een bijzonder sympathieke hoofdrolspeler.

8. Licorice Pizza (Paul Thomas Anderson)
Eigenlijk wilde ik deze film niet in mijn top 10 opnemen omdat het in mijn ogen het minste werk van Paul Thomas Anderson tot nu toe is. PTA keerde terug naar de stijl van Boogie Nights (1995) maar miste de visie. In zekere zin belichaamt deze film de stelling uit het slot van de inleiding. Maar goed, een mindere PTA is blijkbaar altijd nog genoeg voor de top tien van het jaar.

7. Crimes of the Future (David Cronenberg)
Crimes of the Future is frustrerend, walgelijk, origineel en boeiend, oftewel een echte Cronenberg. Een van de weinige filmmakers dit jaar die succesvol rechtdeed aan zijn oeuvre en op zijn minst een aantal interessante ideeën formuleert. De quote ‘surgery is the new sex’ doemt nog in mijn hoofd en zal ik waarschijnlijk mee gaan nemen naar het nieuwe jaar. 

6. Memoria (Apichatpong Weerasethakul)
Als ik een derde film moest toevoegen aan het dvd-duo in de inleiding, zou dat zonder twijfel Tropical Malady (2004) van de Thaise regisseur Apichatpong Weerasethakul zijn. Naast zijn opvallende naam, bedenkt hij vaak ook prachtige titels voor zijn ambigue films. Zijn films zijn vaak lastig te kijken en kunnen soms slaapverwekkend zijn, en ook Memoria is zowaar meer een ochtendfilm. Desondanks heeft het werk van Weerasethakul ademloze momenten van cinematische belevingen die de kijkers in een soort oerkern aanspreekt.

5. Triangle of Sadness (Ruben Östlund)
Voor een uitgebreide behandeling van deze film verwijs ik naar mijn pas uitgekomen recensie. Wat ik daar nog aan toe wens te voegen is dat de in de inleiding beschreven invloed van social media op een generatie ook wordt getoond in Triangle of Sadness. Wat deze film echter afzet tegen bijvoorbeeld Everything, Everywhere All At Once is dat het in tegenstelling tot laatstgenoemde bewust is van deze invloed en het belachelijk maakt in plaats van naïef omarmt als teken van kracht.

4. Boiling Point (Philip Barantini)
Een technisch hoogstaande film, waarin geweldig geacteerd wordt en de kijker heel kundig betrokken wordt in de sfeer van de film. De reden waarom het geen hogere beoordeling krijgt, is omdat het verhaal op het einde afgeraffeld aanvoelt en het ook qua inhoud weinig om het lijf heeft. 

3. A Hero (Asghar Farhadi)
Voor een inhoudelijke behandeling verwijs ik ook hier naar mijn eerdere recensie en wil ik voor nu stilstaan bij de zaken om de film heen. Asghar Farhadi haalde dit jaar het nieuws vanwege een juridisch conflict met een studente om deze film. Dit geschil werd echter weer overschaduwd door de protesten die momenteel gaande zijn in Iran. Een van Farhadi’s favoriete actrices, Taraneh Alidoosti, met wie hij al vier films maakte, is momenteel opgepakt vanwege haar steun aan deze protesten. In Iran is een belangrijke revolutie bezig. Nu gaat A Hero niet per se over vrouwenemancipatie, sterker nog, het juridische conflict dat Farhadi nu achtervolgt, is met een studente en gaat over het oorspronkelijke idee van de film. Maar uit het eerdere werk van Farhadi blijkt wel dat hij vooropliep in deze strijd, als een van de bekendste internationale progressieve Iranese kunstenaars.

2. The Worst Person in the World (Joachim Trier)
Toen ik deze film voor het eerst zag, raakte hij me en beoordeelde ik de film als erg hoogwaardig. Het is een film over hoe mijn generatie worstelt met onderwerpen als liefde en geluk die soms zo moeilijk tot uiting lijken te komen in de manier hoe onze wereld opgebouwd is. Naarmate ik meer over de film nadacht, zag ik toch ook dat de vrouwelijke hoofdrol wel erg magertjes en oppervlakkig neergezet werd door Joachim Trier. De mannelijke tegenspeler is een veel complexer personage en ergens schuurt dat met de opzet van de film over het leven van een jonge vrouw. Toch is het een film die veel emotie losmaakt, zijn kijkers na afloop dwingt tot reflectie en aanzet tot uitvoerige gesprekken over persoonlijk geluk.

Les Olympiades

Les Olympiades

1. Les Olympiades (Jacques Audiard)
In Les Olympiades wordt een vergelijkbaar thema’s als de nummer twee (liefde in de moderne wereld) behandeld tegen het licht van de Franse multiculturele samenleving en ook in deze film speelt de invloed van social media een belangrijke rol. De film is kritisch en de materie maakt duidelijk dat de schrijvers (Céline Sciamma en Léa Mysius schreven met Jacques Audiard mee) zich goed bewust zijn van de keerzijde van social media, maar lijkt ook een soort neutrale houding te hebben tegenover de digitalisering van intimiteit. Het laat het verdere oordeel toch vooral bij de kijkers.

De meest intieme momenten in de film (de eindscène bijvoorbeeld) worden door een bepaald medium geuit. Het laat zien dat dit soms juist ook romantisch kan zijn op een eigen manier.

Het behandelt het onderwerp op een veel subtielere wijze dan in-your-face-films als Triangle of Sadness en Everything Everywhere All At Once, wat in zekere zin producten zijn van de cultuurverandering die ze wensen te openbaren. Het krachtigste van Les Olympiades zit hem in de manier waarop de levens van de hoofdpersonages organisch voortbewegen, verstrengeld met elkaar raken en uiteindelijk weer afsplitsen. De levendigheid van de personages zorgt ervoor dat de kijker betrokken raakt bij dit moderne liefdesverhaal.

 

29 december 2022

 

Filmjaar 2022 – Deel 1: Bioscopen lijden, streamingdiensten verleiden
Filmjaar 2022 – Deel 2: Beklijvende beelden en aangeklede concertfilms
Filmjaar 2022 – Deel 3: Is de bioscoop ineens onvindbaar?
Filmjaar 2022 – Deel 4: Raar is in de mode
Filmjaar 2022 – Deel 6: Een nieuwe wereld

Triangle of Sadness

***
recensie Triangle of Sadness
Marx op zee

door Yordan Coban

Triangle of Sadness refereert naar het driehoekje tussen de wenkbrauwen die de komische merkwaardigheden van onze tijd markeert in grieven. En komische merkwaardigheden zijn er in deze satirische film over de oppervlakkigheid van de allerrijksten in overvloed.

De nieuwste film van Ruben Östlund volgt een aantal onuitstaanbare beroemdheden die zorgeloos op een cruise vertoeven, tot het noodlot toeslaat en ze overgeleverd zijn aan hun eigen onvermogen. Triangle of Sadness heeft een sterke classicistische focus (op gegeven moment worden Marx en Chomsky expliciet besproken) en doet in de weergave van deze klassenstrijd en toon erg denken aan Parasite (2019) van regisseur Bong Joon-ho.

Triangle of Sadness

Drie delen
Het verhaal wordt verteld in drie delen. Elk deel is redelijk op opzichzelfstaand. Het begint met de introductie van een jong succesvol modellenkoppel. Hierin wordt in een bijzonder sterke scène de ongemakkelijke manoeuvre tussen man en vrouw belicht, die men ondergaat tijdens een date zodra er betaald moet worden. We zien de weerzinwekkendheid van een vrouw die de man altijd maar laat betalen. Maar Östlund toont ook dat de man die de vrouw te nadrukkelijk wijst op haar financiële verantwoordelijkheid, agressief en chauvinistisch overkomt.

Het tweede deel van de film gaat over de cruise-reis op zee. Dit deel was echter, ondanks de hilarische taferelen, beter uit de verf gekomen in de oude realistische Östlund-stijl. Mede omdat de film uitdrukkelijk zijn achterliggende ideologie uiteenzet, zoals we dat ook zagen in de confronterende dialoog aan het einde van Play (2011).

Tot slot krijgt de kijker te maken met een klassiek schipbreukscenario, waarin de rollen omgedraaid worden. Ondanks dat het geheel leuk bedacht is, voelt het einde ietwat flauw bijeengeraapt.

Triangle of Sadness

Slechte mensen
De Zweedse regisseur won dit jaar de Palme d’Or in Cannes voor de tweede keer. Ondanks zijn relatief jonge carrière plaatst hij zich daarmee in een illuster rijtje met namen als Francis Ford Coppola, Emir Kusturica, Michael Haneke en Jean-Pierre en Luc Dardenne. In veel opzichten is deze film vergelijkbaar met zijn eerder bekroonde film uit 2017: The Square. Echter lijkt in het oeuvre van Östlund de meer subtiele realistische stijl geleidelijk plaats te maken voor direct toegankelijke satire.

Want ondanks dat Turist (2014) en Play (2011) complexere films zijn, kan niet ontkend worden dat Triangle of Sadness een goed geacteerde, komische film is. Echter waar Östlund voorheen een kritische noot plaatste bij de multiculturele samenleving en ons de subtiele hypocrisie van de bourgeois kunstliefhebber toonde, is zijn kritiek in deze film gericht op overduidelijk slechte mensen. De presentatie is een stuk minder fijnzinnig, meer Amerikaans, maar wel meer lachwekkende momenten. Het is maar net waar je van houdt.

 

15 december 2022

 

ALLE RECENSIES

Tori et Lokita

***
recensie Tori et Lokita
Moderne slavernij in Europa

door Yordan Coban

Ergens afgelegen in een verlaten pand buiten Luik vinden we de erbarmelijke leefomstandigheden van Lokita. De gebroeders Dardenne schijnen in dit op waarheid gebaseerde verhaal een ontsluierend licht op de schaduwwereld van de westerse economieën in hun nieuwste film over de overlevingsdrang van twee Afrikaanse tieners.

De overgang van Lokita (gespeeld door Joely Mbundu) naar Europa ging min of meer gedwongen door de loop van haar onfortuinlijke lot en ter wille van haar moeder in Afrika. Gelukkig heeft ze Tori (gespeeld door Pablo Schils) om haar te ondersteunen. Tori is als een broertje voor Lokita. Hun band wordt in het bijzonder benadrukt door hun muzikale optredens in een plaatselijk restaurant.

Tori et Lokita

Gevangen in de onderwereld
De eigenaar van dit restaurant is tevens de drugdealer die ze erop uit stuurt om bezorgingen voor hem te leveren. Naast de bezorgklusjes dwingt hij Lokita ook tot seksuele handelingen. Tegelijkertijd wordt Lokita op de voet gevolgd door de maffiose figuren die haar overgang naar België gerealiseerd hebben en azen op de tegenoverstaande vergoeding.

Terwijl er vanuit de onderwereld verschillende partijen aan Lokita trekken, wordt ook nog eens haar asielaanvraag afgewezen. Om toch rond te kunnen komen, is Lokita genoodzaakt om te gaan werken in een verborgen wietplantage, ver verwijderd van alles en iedereen, zo ook van Tori.

Foute werkgevers
Voor de kijker die welbekend is met het oeuvre van Luc en Jean-Pierre Dardenne of de schrijnende misstanden van zwartwerkende vluchtelingen in West-Europa zal het niet heel moeilijk zijn om een accurate verwachting te formuleren bij Tori et Lokita. In de films van de Waalse broers worden namelijk steevast de meedogenloze beproevingen van de arbeidsklasse (immigranten in het bijzonder) doorleefd.

Voor de kijker die zich afvraagt of dergelijke omstandigheden zich ook in Nederland afspelen, kan het raadzaam zijn om een blik te werpen op de wurgcontracten van Oekraïense vluchtelingen (en andere Oost-Europese seizoenarbeiders) in de Westlandse kassen. In al hun economische afhankelijkheid zijn ze overgeleverd aan foute werkgevers die ze terug naar de oorlog dreigen te sturen bij enige weerstand.

Het lot van Lokita doet echter nog meer denken aan de schrijnende omstandigheden van Afrikaanse tomatenplukkers in Italië en Spanje. Bijna alle groenten en fruit in de Nederlandse supermarkten die afkomstig is uit deze landen, wordt geplukt door moderne slaven, zo werd twee jaar geleden onthuld in de aflevering ‘Tomaat uit blik’ van de Keuringsdienst van Waarden. Dit zijn economische vluchtelingen die onze groente en fruit plukken voor soms wel minder dan drie euro per uur en leven in kleine betonnen hutjes dicht op elkaar, afgedekt met golfplaten.

Tori et Lokita

Immigranten in de hoofdrol
De sobere stijl van de Belgische filmmakers past goed bij de thematiek die ze wensen te verbeelden. Deze dogmatische manier van filmen is een moderne vertolking van de haast onbewerkte stijl die we kennen van filmmakers als Robert Bresson. Er wordt geen gebruikgemaakt van dramatische montage of geluidseffecten en het acteerwerk streeft ernaar realistisch te ogen. In het begin van de film lukt het Joely Mbundu echter niet om te overtuigen, wat belemmerend werkt voor de betrokkenheid van de kijker. De band tussen ‘broer en zus’ komt mede hierdoor niet helemaal goed uit de verf. Naarmate het verhaal vordert en de omstandigheden voor Tori en Lokita escaleren, wordt de betrokkenheid groter door het beroep op de medemenselijkheid van de kijker.

Al vanaf het begin spelen de levens van immigranten een grote rol in de films van de Dardenne’s. Wat opvalt is wel dat het leven van de immigrant altijd door het blikveld van de westerse arbeidsklasse getoond werd. In het begin van hun carrière was het perspectief altijd de  morele keuzes van de Belgische arbeidsklasse en de invloed die deze keuzes hebben op de levens van migranten die zich dikwijls in het zelfde schuitje bevinden. De filmmakers tonen ons zo de ellende die zich onder aan de streep afspeelt van de staartdeling die staat voor onze globale kapitalistische realiteit. Het wenst het proletariaat te wijzen op het feit dat niet de buitenlanders schuld hiervoor dragen, maar juist schouder aan schouder staan als leidende voorwerpen van deze formule. Bijvoorbeeld in La Promesse (1996) of zoals in Deux jours, une nuit (2014), waar het hoofdpersonage expliciet moet vechten voor haar baan ten koste van een Afrikaanse immigrant.

Hun voorlaatste en tevens minste film Le Jeune Achmed (2019) week af van deze benaderingswijze. De immigrant werd in de hoofdrol geplaatst en van het publiek werd gevraagd om empathie op te brengen voor zijn immorele handelen. In Tori et Lokita zijn het wederom immigranten die de hoofdrol vertolken maar lukt het de filmmakers niet om te ontsnappen aan de gedachte dat de film zijn publiek op deze manier lichtvaardiger confronteert met de voortbrengsels van de multiculturele samenleving.

 

15 oktober 2022

 

ALLE RECENSIES

Hero, A

****
recensie A Hero
Eerlijkheid duurt het langst

door Yordan Coban

In de nieuwe profetische film A Hero van Asghar Farhadi doet zich een Kantiaans dilemma voor dat zich kenmerkt door een merkwaardige ironie. De Iranese regisseur keert terug naar zijn geboorteland en schijnt een licht op de culturele verwikkelingen die momenteel de regisseur zelf ook in de greep nemen. 

Het draait allemaal om het waargebeurde verhaal van de gedetineerde schuldenaar Rahim Soltani (gespeeld door Amir Jadidi), die tijdens zijn verlof een gevonden tas gevuld met goud terugbrengt bij de bank. Zijn eerzame daad levert hem beroemdheid op. Niet iedereen reageert echter even enthousiast op zijn versie van het verhaal. Als kijker kan je daar aanvankelijk geen begrip voor opbrengen omdat Rahim zich bijzonder sympathiek voordoet. Naarmate de film zich verder ontvouwt, begint daar verandering in te komen. Nieuwe informatie wordt stapsgewijs aan het feitenrelaas gevoegd, waardoor morele beoordelingen betrekkelijk worden.

A Hero

Een land als personage
De films van Farhadi zijn onmiskenbaar in toon en thema. Hij hangt zijn films op aan de intrige van sociaalmaatschappelijke confrontaties die reflecteren op de conservatieve aspecten van de Iranese cultuur. De personages van Farhadi worden vormgegeven aan de hand van een zuivere realistische stijl en door middel van verschillende ethische vraagstukken. Vraagstukken die op onverbiddelijke wijze ingevuld worden door de politieke staat van het land. De mensen in een Farhadi-film lijken altijd langzaam weg te zakken in een moeras van onmacht.

Het land Iran is in Farhadi’s filmografie eigenlijk altijd een personage op zich geweest. Net zoals in de films van Andrej Zvjagintsev en Nuri Bilge Ceylan is er altijd de doemde dreiging van een politieke instabiliteit die het zuivere geweten van hun personages beproeft. De meest poëtische films verbeelden vaak een zeker collectief geweten van een volk in het handelen en vertoon van zijn personages.

Eer en geweten
Films gaan over het leven, maar soms is het leven net een film. Op 23 maart kwam The Hollywood Reporter met het bericht dat Asghar Farhadi het idee voor A Hero gestolen heeft van een van zijn filmstudenten. Azadeh Masihzadeh maakte al eens een documentaire over dit waargebeurde verhaal. Zij zou het idee met Farhadi hebben gedeeld tijdens een van de lessen. Inmiddels heeft de Iranese rechter Azadeh Masihzadeh in het gelijk gesteld en is het wachten op een vonnis, wat mogelijk een gevangenisstraf voor de regisseur kan betekenen. Dat het hier om een vrouwelijke student gaat, wiens strafbedreiging op vierenzeventig zweepslagen werd gemunt, lijkt direct uit een Farhadi-script gegrepen.

A Hero

A Hero is niet van dezelfde complexiteit als A Seperation (2011), About Elly (2009) of zelfs The Salesman (2016). Het persoonlijke drama dat zich momenteel in de nasleep van de film afspeelt, geeft het geheel wel een extra dimensie. Ironisch genoeg heeft de regisseur dus een leugen nodig om de relevantie van zijn thema te realiseren. Dit alles doet erg denken aan de film Close-Up (1990), geregisseerd door die andere grote Iranese regisseur, Abbas Kiarostami. In deze film draait het immers ook om een leugen van een filmmaker. Een leugen in de naam van kunst.

Voor eerlijkheid dien je echter soms je eigen belang weg te cijferen. Farhadi lijkt dat niet gedaan te hebben. A Hero is een film over eer en geweten. Zowel Rahim Soltani als Asghar Farhadi zijn vast komen te zitten in hun eigen bedrog. Op een onvoorstelbare ironische wijze is Asghar Farhadi in een van zijn eigen films beland.

 

13 april 2022

 

ALLE RECENSIES

Red Rocket

***
recensie Red Rocket
Ongekleurd glazuur

door Yordan Coban

Sean Baker’s nieuwe film vertelt het komische maar verontrustende verhaal van Mikey Sabor, een ex-pornoacteur wiens leven niet over rozen gaat, maar kennelijk wel over donuts. Donuts voor een hol bestaan.

Mikey (gespeeld door Simon Rex) is een energieke amicale man met tegenspoed. De eerste scène van de film illustreert direct de schaal van zijn ellende. Mikey klopt aan bij zijn verslaafde ex-vrouw Lexi (Bree Elrod) voor onderdak. Althans, eigenlijk zijn ze nog getrouwd maar Mikey heeft haar bij haar moeder (Brenda Deiss) in Texas achtergelaten voor de roem in Hollywood. Moeder en dochter doen niks anders dan zich de hele dag verdoven en televisie kijken. Mikey daarentegen is het type dat niet stil kan zitten en fietst door de buurt op zoek naar een nieuwe klus.

Red Rocket

Golden ticket
Op een dag loopt hij een donutshop in en wordt overvallen door de verschijning van een veel te jong meisje dat zichzelf Strawberry (Suzanna Son) noemt. Het leeftijdsverschil is ongemakkelijk maar dit houdt Mikey niet tegen. Hij mag dan wel in de veertig zijn, maar zijn gebazel doet hem soms tienerig voorkomen. In de films van Sean Baker is het niet ongewoon dat volwassenen dikwijls hetzelfde gedrag vertonen als kinderen. Uiteindelijk komt de kijker erachter dat Mikey’s aantrekkingskracht tot Strawberry vooral te maken heeft met de potentie als pornoactrice die Mikey haar toebedeelt. Hij ziet in haar een golden ticket, terug de business in, terug naar Los Angeles voor een herkansing op roem.

Mikey’s illusie doet denken aan de personages uit Boogie Nights (1997), waarin de waan van succes voor de ogen van haar personages instort als een kaartenhuis. In Red Rocket (2021) is dit kaartenhuis al ingestort, en probeert Mikey het weer op te bouwen. De kijker heeft echter allang door dat Mikey meer raaskalt dan klaarspeelt.

Red Rocket

Bekend terrein
Simon Rex was in de jaren negentig zelf ook een pornoacteur. Later ging hij in ‘serieuzere films’ spelen, voornamelijk komedies. Zo vertolkte hij een rol in de Scary Movie-reeks. Het is ook niet de eerste keer dat Sean Baker een film maakt over de seksindustrie. In Tangerine (2015), gefilmd met slechts een iPhone, werd dit onderwerp al op een confronterende manier getoond.

Naast dat Sean Baker ook weer samenwerkt met scriptschrijver Chris Bergoch, maakt hij in Red Rocket wederom gebruik van een stralend kleurenpalet om de duistere thema’s sprekend te verbeelden. Baker werkte in zijn drie laatste films wel telkens met een andere cinematograaf. Dit doet vermoeden dat het kleur geven aan kleurloze perspectieven, werkelijk tot zijn eigenzinnige visie behoort. De wijze waarop hij dat in The Florida Project (2017) deed, doet denken aan Spike Lee’s Do the Right Thing (1989). Baker doet daarmee alsof zijn verhalen charmante komedies zijn, maar dat zijn ze eigenlijk nooit. Red Rocket eist bij lange na niet dezelfde emotionele betrokkenheid van zijn publiek als The Florida Project. Wel laat de film ons eveneens ongemakkelijk lachen om een wrange sociaalmaatschappelijke toestand.

 

24 maart 2022

 

ALLE RECENSIES