Reis 12: 1992 | Het hachelijkste moment van je leven

Filmhuis van het Verleden | Reis 12: 1992
Het hachelijkste moment van je leven

door Axel F. Jomich 

Het is begin augustus 1992 als een dame in nood een nog grotere handschoen met vaseline krijgt aangemeten, zodat haar beoogde redder haar makkelijker in de afgrond kan laten vallen.

Ranger Gabe (Sylvester Stallone) moet jongedame Sarah (Michell Joyner) naar een helikopter in de lucht loodsen. Dat gebeurt via een touw van een hoge klif. Halverwege komt Sarah in de problemen. Ze kan nog net Gabes hand vastgrijpen. Pas na zo’n tien takes glijdt Sarahs handschoen soepel van haar hand en stort ze honderden meters naar beneden in de afgrond.

– Hè, hè, die zien we voorlopig niet meer terug! zegt regisseur Renny Harlin met een diepe zucht. Met een budget van 70 miljoen dollar hadden er toch wel een paar fatsoenlijke handschoenen vanaf gekund?

Hier in een Cinecittà-studio net buiten Rome kun je je bijna niet voorstellen dat de knullige actie van zojuist onderdeel is van één van de spannendste openingsscènes uit de filmgeschiedenis. De uitgekiende illusie van het even spectaculaire als ontroerende ongeluk ontstaat pas later in de montagekamer.

Michelle Joyner krabbelt op uit de kussens. Ze verlaat uitgeput de set. Sylvester Stallone daalt in zijn mouwloze hemdje en strakke shorts van de trap, voegt zich bij Harlin en mompelt, zoals gebruikelijk, iets onverstaanbaars. Ze kijken naar Stallones hand.

Ik sta op een meter of tien afstand met de beroemde Amerikaanse bergbeklimmer, Ron Kauk. Hij adviseert Stallone hoe die zich geloofwaardig op grote hoogte moet bewegen. Kauk is ook zijn double. Na mijn verbijsterende avontuur op de filmset van Groundhog Day had ik besloten om nog even te blijven in het jaar 1992, waaraan ik mooie herinneringen heb. Ik stuurde mijn DeLorean richting Italië, want in de studio’s van Cinecittà is altijd wel wat te beleven. Daar ontmoette ik toevallig Ron Kauk en vroeg hem of ik een paar weken met hem mocht optrekken. Ik zei dat ik een verhaal over hem wilde schrijven, maar in werkelijkheid verschaft hij mij nu de toegang tot Cliffhanger.

– Sly heeft een paar weken geleden tijdens een helikopterstunt in de bergen zijn hand geblesseerd, legt Kauk uit. Gehecht, nog steeds ontstoken helaas.
– Maar goed dat hij een uitstekende vervanger heeft.
Kauk vindt mijn geslijm helemaal niet raar en vertelt dat het altijd zo gaat.
– Ik hang met mijn kont honderden meters boven een ravijn in de besneeuwde Dolomieten. Meneer de filmster trekt zich terug in zijn warme trailertje.
– Hij heeft toch ook hoogtevrees?
– Tja, en die kou in de bergen is onze stoere Rambo natuurlijk niet gewend, grinnikt hij.

Kauk steekt zijn borst naar voren en begint zonder enige aanleiding, iets wat mensen in de filmwereld vaker doen heb ik gemerkt, anekdotes te tappen over zijn leven als stand-in. Zoals wat hij allemaal moest eten en aan bodybuilding moest doen om op Stallone te lijken. Vervolgens somt hij op waarom het budget van Cliffhanger zo uit de klauwen is gelopen.

– Noodweer in de Dolomieten. De productie lag een paar weken stil. Brand in de rekwisietenfabriek. O ja, die spontaan exploderende helikopter. Het meest triest vind ik wel die miljoenen die naar al die scriptschrijvers zijn gegaan. Jezus. Het plot van Cliffhanger is niet meer dan een slap aftreksel van Die Hard.

Na tien minuten onthullende achtergrondinformatie en openhartige meningen van Ron Kauk heeft bijna iedereen de studio verlaten. Nu ik de beroemde openingsscène heb gezien, besef ik dat die echt smeekt om parodieën, zoals later ook zal gebeuren in Ace Ventura: When Nature Calls en Spy Hard.

– Ik durf het bijna niet te vragen, maar mag ik ook even aan het touw hangen? vraag ik aan Ron Kauk.
– Lijkt mij geen goed idee, zegt Kauk terwijl hij mijn fysieke gesteldheid inschat.
– Ik ben namelijk benieuwd of ik wél de overkant kan bereiken, zeg ik met mijn breedste lach. Ik wil weten hoe je je voelt tijdens zo’n actie hoog boven de grond!

Na enig aandringen klimmen we de ladder op en staan we op het plateau dat de klif moet voorstellen. Kauk hijst mij in een gordel en zekert de veiligheidslijn met een karabijnhaak aan het touw, dat zo’n vier meter  boven de kussens is gespannen. Een indringende blik. Hij geeft vervolgens instructies hoe ik me met de katrol moet bewegen en hoe ik me zo dadelijk aan de overkant in de nephelikopter moet hijsen. Ik voel de spanning, mijn hartslag neemt toe, mijn ademhaling gaat steeds sneller.

– Ben je klaar voor het leukste ritje in het park? vraagt Kauk.
Ik moet proesten van de onbenullige tekst uit het script. Behoedzaam pak ik de handvatten van de katrol. Ik laat me zakken.
– Blijf naar mij kijken en denk alleen aan de overkant. Tel in jezelf bij ieder stukje. Bij acht ben je er al!
– Mag ik zo snel tellen als ik wil? roep ik even opgewonden als Michelle Joyner riep naar Sylvester Stallone toen zij aan dit touw hing.

Het verplaatsen met de handen blijkt zwaarder en duurt langer dan ik dacht. Ik had beter mijn colbertje kunnen uittrekken. Halverwege blokkeert de katrol. Ik zwaai wat heen en weer, maar het kreng zit vast.
Wow, dit is écht! Alsof ik nu zelf in Cliffhanger zit. Of liever gezegd: hang. Ik kijk op om te vragen wat ik nu moet doen. Maar waar is Ron Kauk heen?

– Ron!!
Geen antwoord.
– Ron??
Nog geen antwoord.
– Slechte grap, mister Kauk!

Deze hangende positie kan ik niet minutenlang volhouden.

Het licht in de studio flitst ineens uit. Ik word benauwd.

Dan glipt mijn mobieltje ineens uit mijn binnenzak. Ik wist dat ik dat ding niet moest meenemen in de DeLorean, wat je niet bij je hebt kun je niet kwijtraken, een oude tijdreizigerswaarheid, maar je wordt steeds laconieker. Mijn God, wat een blunder…

– Help! Help! Sly??
Ik hou het niet meer. Ik laat de handvatten los. Mijn val wordt gebroken door de veiligheidslijn en nu bungel ik een paar meter  boven de kussens. Het is een lullige hoogte maar ik kan geen kant op. Ik schreeuw nog een paar keer, maar geen enkele reactie. Niemand te zien in het duister. Ik bestudeer mijn klimgordel, maar kan niet zien hoe ik de lijn kan losmaken.

Na een kwartier tevergeefs brullen in deze donkere Cinecittà-studio, slaat de wanhoop helemaal toe.

– Always look on the bright side of life, mompel ik in mezelf.

Spijt slaat toe. Zelfhaat ontplooit. Waarom nam ik geen genoegen met mijn saaie leventje in de 21ste eeuw? Wat gebeurt er met mijn leven als ik hier sterf? Heb ik wel eens aan die risico’s gedacht? Wat voor verzekeringen kunnen tijdreizigers afsluiten?

Als minutenlang de meest verschrikkelijke gedachten door mijn hoofd schieten, hoor ik wat gestommel onder me aan de zijkant.
– Hallo? Is daar iemand?
Ik knijp mijn ogen zo fijn mogelijk samen als ik kan. Een grote kronkelende gestalte nadert langzaam, tot vlak onder mijn voeten. Ik voel een lichte aanraking en schrik. De gestalte is koud. Een geur van rotte eieren. Mijn keel wordt dichtgeknepen, mijn adem stokt…

Wordt vervolgd (?)

 


 

Bronnen en tips:
Film: Cliffhanger (1993), Ace Ventura: When Nature Calls (1995),Spy Hard (1996)
Websites: https://catalog.afi.com/Catalog/moviedetails/59493
https://www.eightieskids.com/hang-on-to-these-12-facts-you-probably-never-knew-about-cliffhanger/
https://www.imdb.com/title/tt0106582/trivia
https://www.dailyscript.com/scripts/cliffhanger_stallone.html

 

ALLE TIJDREIZEN

Reis 11: 1992 | Bosmarmot veroorzaakt eeuwige ruzie

Filmhuis van het Verleden | Reis 11: 1992
Bosmarmot veroorzaakt eeuwige ruzie

door Axel F. Jomich 

Het is mei 1992 op een weg net buiten Woodstock, Illinois en Bill Murray wordt in zijn hand gebeten door een bosmarmot terwijl hij (zogenaamd) richting een ravijn scheurt.

– Dit is godgloeiendegod al de tweede keer dat dat kreng me aanvalt! schreeuwt de acteur als hij uit de auto stapt.
– Ik weet ook niet wat Scooter vandaag heeft, zegt de dierenverzorger verbaasd, en hij pakt de bosmarmot in de nek beet. Normaal eet hij alleen maar gras, zaden, vruchten en mais. Soms wat sprinkhanen en slakken… Maar meestal geen acteurs.

Samen met wat andere nieuwsgierigen sta ik naast de weg naar het ravijn van Groundhog Day. In deze film draait weerman Phil helemaal door omdat hij steeds dezelfde dag opnieuw beleeft. Het is 2 februari, een nationale feestdag, waarop een bosmarmot (groundhog), die in de film ook Phil heet, ontwaakt uit zijn winterslaap. Als hij zich buiten zijn hol waagt, breekt de lente spoedig aan, luidt de legende. Phil zelf ontwaakt steeds op die dag.

Uiteindelijk is hij zo radeloos dat hij de bosmarmot ontvoert om zich samen in de afgrond te storten. Bij die scène zijn we nu aangekomen.

Ook in de werkelijkheid laat Scooter dus niet met zich sollen.

Ik zie op een afstandje hoe regisseur Harold Ramis naar Murray en de verzorger loopt.
– Het staat er goed op hoor, Bill, hoor ik hem zeggen.

Vervolgens zie ik hem fronsend kijken naar de bebloede hand van Murray. Dat was nou ook niet weer de bedoeling.
– Kan iemand mij als-je-blieft onmiddellijk naar een dokter brengen? roept de acteur geagiteerd.
– Goed idee, op een gevalletje van rabiës zit niemand de wachten, zegt Ramis lachend.

Hij maakt een gebaar naar een medewerker, die er snel vandoor gaat.

Dan zie ik het beroemde stoïcijnse gezicht van Bill Murray uit de plooi raken. Niet dat ik dol op ruzies ben, toch heb ik als tijdreiziger juist deze dag en dit moment uitgekozen. Ik wil ontdekken waarom het zo jammerlijk misging met de jarenlange vriendschap en samenwerking tussen de acteur en de regisseur, die zo ontzettend goed bij elkaar pasten.

De hap van de marmot heeft Murray kennelijk ook geestelijk over de ‘edge’ gebracht en het interesseert hem niet meer dat de halve filmset en nieuwsgierigen zoals ik de ruzie meemaken.

– Waarom zit ik toch altijd in jouw films als ik weet hoe waardeloos ze zijn? zegt Murray.
– Jij met je diva-gedrag, reageert Ramis.
– In Caddyshack mocht de crew ’s avonds niet eens uitgaan.
– Volgens mij kwamen jullie elke morgen met een kater op de set. Echt professioneel is anders. Trouwens, ook nu kom je altijd te laat. Misschien was de marmot daarom wel zo opgefokt. Die was wel op tijd.
– Rot toch op, Harold! Waar staat trouwens in het script dat Andie MacDowell mij tien keer in mijn gezicht moet slaan? Ik heb mijn agent daar nooit over gehoord.
– Het is rottig dat je nu net in een scheiding ligt, Bill, maar mij elke nacht opbellen is toch ook niet nodig?

Het kost Murray een paar momenten om te herstellen van deze verbale linkse uppercut van Ramis. Dan zegt hij:
– Je geniet er volgens mij gewoon van als ik pijn lijd. Weet je nog die scène met het sneeuwballengevecht in het park? Eén van die jongens vertelde me later dat ze van jou zo hard moesten gooien als ze konden.
– Weet je nog hoe hard jij zelf terug gooide?
– Eh, nee…
– Een van die jongens kneusde zijn schouder.
– Wat dan ook. Elke dag werken met jou is nog erger dan elke dag te moeten ontwaken met dat eeuwige zeiknummer, I Got You Babe.

Harold Ramis besluit hier even niets meer op te zeggen.

– Ik weet wel dat jij liever Tom Hanks in de hoofdrol had gehad, Harold.
– Misschien. Maar jij bent veel geschikter. Tom zou te aardig zijn geweest.

Een crewlid komt in een auto aanrijden, stapt uit en opent de passagiersdeur voor Murray. Maar die is nog niet klaar met ruziemaken.
– En dit nog: jij vindt Groundhog Day dus een comedy? Ik vind het meer een filosofisch drama.
Ramis glimlacht naar Murray als hij instapt.
– Jij bent leuk als je boos bent.
– Je vertilt jezelf, Harold. Je bent goed in van die doldwaze komedies, niet dit werk, dat is te Phil-osophical, voor jou.
– Leuke woordspeling, zegt de regisseur kortaf.
– Mijn personage probeert elke godganse dag een beter mens te worden. Zou je ook eens moet proberen, Harold!

Murray slaat de deur dicht en de auto rijdt weg, vermoedelijk naar een dokter.

Ik verbaas me erover hoe zo’n kinderachtige woordenwisseling kan uitlopen op een persoonlijke tragedie van twee gezworen vrienden. Na deze film zouden ze twintig jaar lang maar een paar woorden met elkaar wisselen: bij een wake en een bar mitswa.

Ik keer terug naar mijn DeLorean en begin aan een overpeinzing.

Tijdreizen naar filmsets is ontzettend leuk en leerzaam, maar gaat niet in de koude kleren zitten. Het lijkt wel alsof ik zelf in een loop ben beland. Er waren genoeg momenten dat ik graag iets had gedaan om de loop van de filmgeschiedenis te beïnvloeden. Zoals toen de filmkomiek Harold Lloyd een deel van zijn hand moest missen door een bom. Ik was erbij, had kunnen waarschuwen, maar deed niets. Of de Russische acteur Sergei Bodrov die werd begraven onder een lawine, terwijl ik op afstand stond toe te kijken. Mensen onderschatten hoeveel beheersing het kost om de geschiedenis te laten voor wat ze is.

Als ik in mijn auto stap, weet ik het zeker: ik ga een paar maanden vakantie nemen in het heden. Goed nadenken over de psychologische effecten van al dat tijdreizen.

Eerst nog één filmset die ik mezelf beloofd heb: Sylvester Stallone die gevaarlijke dingen doet in de bergen. Cliffhanger.

 


 

Bronnen en tips:
Film: Groundhog Day (1993) 
Websites: https://www.joe.ie/movies-tv/groundhog-day-25-years-later-614739
https://www.movie-locations.com/movies/g/Groundhog-Day.php
https://www.imdb.com/title/tt0107048/trivia?ref_=tt_trv_trv

 

ALLE TIJDREIZEN

Reis 10: 1979 | De geboorte van een scène

Filmhuis van het Verleden | Reis 10: 1979
De geboorte van een scène

door Axel F. Jomich 

Het is 1979 en de beroemde Japanse filmregisseur Akira Kurosawa heft het glas met zijn al even beroemde Amerikaanse collega Francis Ford Coppola.

– Holy shit, dat spul is niet te zuipen! roept Coppola nadat hij zijn eerste slokje heeft genomen.
– Whisky drinken leer je snel, weet Kurosawa.
– Kun je niet gewoon wat thee in mijn glas doen, Akira? Je weet dat ik eigenlijk niet drink.
– Het moet wel echt lijken, hè Francis.

In het buitenhuis van Akira Kurosawa wordt een commercial van het Japanse whiskymerk Suntory opgenomen. Ik heb me naar binnen gebluft als vertegenwoordiger van een bekend magazine en mag met het productieteam meekijken, om hier zogenaamd een artikel ‘achter de schermen’ over te maken. Ik hoefde niet eens te zwaaien met een perskaart. In de jaren zeventig was men zo makkelijk, ik maak het nu in levende lijve mee.

Op dit moment is de crew die de reclame filmt druk bezig de juiste lichtsterkte voor de opnamen te vinden.

De bijzondere vriendschap tussen beide regisseurs is een van de mooie dingen die cinema heeft voortgebracht.

Akira Kurosawa groeide na Rashomon (1950) en Seven Samurai (1954) uit tot een wereldwijd gewaardeerde filmmaker. Maar na twee financiële flops kreeg hij gezondheidsklachten en probeerde zelfs een einde aan zijn leven te maken. Acht jaar later wilde Kurosawa een nieuwe historische samoeraifilm maken: Kagemusha. Hij kreeg hiervoor niet genoeg geld bij elkaar.

Francis Ford Coppola, één van Kurosawa’s grootste bewonderaars, bood zijn hulp aan en benaderde 20th Century-Fox, dat net rijk was geworden met Star Wars (1977). De studio kocht de rechten van Kagemusha. Daardoor kon Kurosawa alsnog de film maken. Coppola werd een van de uitvoerende producers van Kagemusha.

Nu, in 1979, verdient Kurosawa, tussen de filmopnamen door, goed bij met zijn Suntory-commercials. Coppola is bezig met de post-productie van zijn nieuwste film: Apocalypse Now.

Kurosawa heeft zijn whiskyglas bijgeschonken en iemand van de crew zet meteen een nieuwe fles op tafel. Coppola eet ondertussen een broodje om zijn vieze alcoholsmaak weg te werken. Ik sta onopvallend tussen de crew, de twee regisseurs zijn bijna op aanraakafstand.

– Je moest eens weten, Akira, wat een ellende die film was, dat Apocalypse Now! Als ik dat van te voren had geweten, tja, dan was ik er natuurlijk nooit aan begonnen! verzucht Coppola vermoeid.
– Ik hoorde dat een tyfoon de set had verwoest, zegt Kurosawa.
Hij neemt nog maar eens een flinke teug.
– Als dat álles was! vervolgt Coppola. Mijn hoofdrolspeler bezweek bijna door een zware hartaanval. De helft van de crew kreeg een tropische ziekte. De andere helft raakte verslaafd aan drugs en alcohol. Eleanor en ik moesten een nieuwe hypotheek op ons huis nemen. En die klotebank wilde ook nog de winst van The Godfather als onderpand.
– Tja, Francis, wie honing wil eten, moet lijden dat de bijen hem steken.
– Ik begrijp absoluut niet wat je zegt, Akira, maar ik zweer het: op een dag zette ik een pistool tegen mijn slaap, hoefde alleen nog maar de trekker over te halen…
– Francis…
– Ja?
Akira legt een hand op die van Francis.
– Alleen de moedigen trekken aan de snorharen van een tijger, zegt hij met een snik. Ik meen achter zijn zonnebril enkele tranen te zien.

De crew heeft het licht in orde gemaakt en wil verder met de whiskycommercial. Het is maar goed dat beide regisseurs slechts het glas hoeven te heffen want Kurosawa is aangeschoten en praat met dubbele tong.

Coppola roept tegen het gezelschap dat hij goed heeft opgelet bij het stoïcijnse acteren van Marlon Brando in Apocalypse Now.
– Ik doe gewoon alsof ik goddelijke Japanse thee drink, zegt hij met een bulderende lach.

Een half uur later is iedereen tevreden met het resultaat. Coppola neemt stoer nog een klein slokje.
– It’s Suntory time!

Dan huppelt er een naar schatting achtjarig meisje naar Coppola en gaat op zijn knie zitten.
– Papa, papa, ik wil ook films gaan maken!
– Ach, Sofia, ik zou er nooit aan beginnen als ik jou was.

Ik verlaat het buitenhuis van Akira Kurosawa, snuif nog eenmaal de heerlijke geur van kersenbloesem op.

Als ik naar mijn verscholen DeLorean loop, voel ik een sterk verlangen om Bill Murray te observeren tijdens filmopnamen. Wat te denken van een tijdreis naar een film die zelf vastzit op een bepaalde dag?

 


 

Bronnen en tips:
Film: Kagemusha (1980), Apocalypse Now (1979), Lost in Translation (2003).
Boek: Akira Kurosawa: Interviews (2008)
Websites: https://www.youtube.com/watch?v=v-A2EH0vyd4
http://www.openculture.com/2016/09/akira-kurosawa-francis-ford-coppola-shoot-5-japanese-whiskey-ads-in-1979.html
https://faroutmagazine.co.uk/fascinating-photos-from-behind-the-scenes-of-francis-ford-coppola-film-apocalypse-now/

 

ALLE TIJDREIZEN

Reis 9: 2002 | Leeft Sergei Bodrov nog?

Filmhuis van het Verleden | Deel 9: 2002
Leeft Sergei Bodrov nog?

door Axel F. Jomich 

Het is 20 september 2002 en ik tuur door mijn verrekijker naar de filmcrew die in de Karmadon-vallei opnamen maakt voor de Russische film The Messenger. Na enige tijd zoeken en scherpstellen denk ik hem te zien: Sergei Bodrov. Hij groeide in eigen land uit tot een idool, maar zal niet lang meer van zijn populariteit kunnen genieten.

De avondschemering in de bergen van Noord-Ossetië treedt vroeg in. Kilometers verderop hoor ik een geluid dat op onweer lijkt. Ik zie hoe Bodrov zich energiek beweegt tussen tientallen jonge mannen en vrouwen die de filmset aan het verlaten zijn. Enkelen lopen naar hun auto’s. Een minibusje rijdt al weg.

Sergei Bodrov is pas dertig als hij gedreven werkt aan zijn tweede – en helaas ook laatste – film. Met The Messenger wilde hij een filosofisch-mystieke parabel maken over het leven van twee avontuurlijke vrienden, van wie hij er zelf een speelt. Zelfs van deze afstand meen ik het respect van zijn collega’s te zien.

Zijn ster was snel rijzende na zijn hoofdrol in de anti-oorlogsfilm Prisoner of the Mountains die zijn vader in 1996 had geregisseerd (en werd ingezonden voor de Oscars). Een jaar later brak junior echt door in Brother van Alexei Balabanov. In die film keert het personage Danila Bagrov terug van de Tsjetsjeense oorlog en vestigt zich in St. Petersburg, waar hij zijn broer moet zien te redden uit de greep van de Tsjetsjeense maffia.

Dat karakter, Danila, combineert de archetypes van de koele moordenaar en de romantische ridder die opkomt voor de goede burger. De met name jonge bevolking van het nieuwe Rusland viel er als een blok voor. Ze hadden een held nodig in de onrustige jaren negentig en dat werd de jonge, charismatische acteur. Bodrov maakte vervolgens een immens populaire talkshow op televisie, maar bleek films niet te kunnen missen. Hij ging ze zelf maken.

Brother

De beginnende duisternis hangt als een warme sluier over het noordelijke deel van de Kaukasus. De groene bergtoppen kleuren langzaam grijs. Staand achter mijn verrekijker ontwaar ik links en rechts kleine recreatiecentra. Daar vandaan vergapen bergbeklimmers en wandelaars zich aan de wonderschone natuur. Met name de vele gletsjers zijn hier populair.

Enkele vogels vliegen kwetterend door de vallei.

Ik schrik op van hevig gerommel in de verte.

Als tijdreiziger weet ik natuurlijk wat er aan de hand is. Dit is de lawine die meer dan honderd mensen fataal gaat worden. Toch word ik overvallen door de opwinding die je ervaart als de gewelddadige natuur zo tekeer gaat.

Maar ik voel ook schaamte. Daar was ik al bang voor. Ben ik nu geen ordinaire tijdreisramptoerist? Nee. Want door aanwezig te zijn op dit fatale moment kan ik misschien over een paar minuten duidelijkheid geven over een vraag die al decennia leeft in Rusland: leeft Sergei Bodrov misschien nog?

Het duurt even voordat ik met mijn verrekijker de plek des onheils heb gevonden. Bovenaan een besneeuwde berg zie ik een soort stofwolk. Ondertussen voel ik de grond onder mijn voeten trillen.

Niet lang erna glijdt een dikke, brede ijsstroom in volle vaart naar beneden.

(Later onderzoek wees uit dat een gigantische brok ijs losscheurde van deze berg, de Djimara. Het gevaarte stortte zich vervolgens op het bovenste deel van de Kolka-gletsjer die in stukken spleet en nu deze ongekende lawine heeft veroorzaakt. Complottheorieën op internet suggereren dat de Russische geheime dienst die gletsjer zou hebben opgeblazen, want Sergei Bodrov was veel populairder dan president Vladimir Poetin.)

Ik zwenk met mijn verrekijker naar de Karmadon-vallei waarin de filmcrew het dreigende gevaar heeft opgemerkt. Sommigen sprinten naar de auto’s en scheuren weg. Anderen proberen weg te rennen. Dieper in de vallei is een tunnel, misschien kunnen ze die nog bereiken? In de panikerende mêlee krijg ik Sergei Bodrov weer in het vizier. Hij sprint naar een van de laatste auto’s.

Snel zwenk ik mijn verrekijker terug naar boven en volg met bonkend hart de ijsstroom die verder aanzwelt met modder en rotsblokken. De snelheid van de lawine is veel hoger dan die van de auto’s. Onder een oorverdovend geraas zie ik hoe een paar honderd meter brede en tientallen meters diepe dodelijke drek de ene na de andere auto opslorpt.

Dan val ik neer op mijn knieën en ledig mijn maag (een Royale with Cheese). En als ik mijn verrekijker weer oppak, zie ik dat de lenzen per ongeluk zijn gebroken door een steen.

Met samengeknepen ogen zie ik dat het puin het diepste punt in de kloof heeft bereikt. Er is geen teken van leven.

Of toch? Daarginds lijkt het alsof iets zich tergend langzaam tegen een bergwand omhoog beweegt. Is het Sergei Bodrov, de onverschrokken held? Heeft hij weten te ontsnappen aan de dodelijke lawine? Zijn lichaam is immers nooit gevonden.

Ik sta te trillen als een rietje. Getuige zijn van zo’n ramp gaat niet in de koude kleren zitten. Ik hol naar mijn DeLorean en besluit om zo snel mogelijk een luchtig stukje cinema op te zoeken. Ik kijk nog een keer naar beneden. Het stipje op de bergwand is verdwenen.

 


 

Bronnen en tips:
Film: Prisoner of the Mountains (1996), Brother (1997)
Websites: https://www.youtube.com/watch?v=EQ7rLWGp_-c
https://www.theguardian.com/news/2002/oct/11/guardianobituaries.filmnews
https://www.nytimes.com/2002/09/24/world/rising-star-lost-in-russia-s-latest-disaster.html
https://en.wikipedia.org/wiki/Kolka%E2%80%93Karmadon_rock_ice_slide
http://russia-ic.com/ppl_articles/in_depth/1433#.XjqCaWhKg2w

 

ALLE TIJDREIZEN

Reis 8: 1993 | Mia brult als een tijger

Filmhuis van het Verleden | Reis 8: 1993
Mia brult als een tijger

door Axel F. Jomich

Het is oktober 1993 en ik rijd bijna Harvey Weinstein van zijn sokken als ik mijn DeLorean ruw parkeer achter een busje van Miramax. Hier in Atwater Village probeer ik een glimp van Pulp Fiction op te vangen.

– Wil je me kreupel achter een rollator hebben?! schreeuwt de producer als ik uitstap.
– Oeps, sorry kerel!

Ik kan het niemand aanraden: alcohol drinken als je nog moet tijdreizen. Zo sta je het ene moment met acteur Dudley Moore te pimpelen aan de bar van restaurant Spago in Beverly Hills tijdens een legendarische afterparty van de Oscars. Zo sta je luttele minuten later aangeschoten in een rustige wijk van Los Angeles tegenover een filmproducer die zal uitgroeien tot de machtigste, en meest omstreden persoon van Hollywood.

Weinstein klaart op als hij ziet dat de auto die hem bijna aanreed een DeLorean is. Hij slaat met zijn hand op het dak.
– Wow, precies Marty’s auto uit Back to the Future, zegt hij enthousiast.
Hij kijkt door het raampje naar binnen.
– En alles zit er in!
– Je kunt er ook mee tijdreizen.

Weinstein schiet in de lach. Vervolgens kijkt zijn stoppelbaardgezicht me indringend aan.
– Wat moet ie kosten, die bak?

Schuin tegenover in de straat herken ik het huis van drugsdealer Lance uit Pulp Fiction. Terwijl ik wijs naar enkele mannen die er apparatuur naar binnen dragen, vraag ik brutaal (het zal wel komen door de met Dudley Moore gedeelde whisky):
– Mag ik een kijkje nemen op de filmset? Kunnen we daarna wel zaken doen!

Weinstein slaat op mijn rug.
– Oké, maar onthou een ding: ik hou niet van mensen die ‘nee’ tegen me zeggen.

We steken de straat over naar het huis van Lance. Voor het huis staat een rode Chevy Malibu tegen een stenen muurtje geparkeerd. De voorkant zit in de kreukels. Verse remsporen op het gazon. Geur van koelvloeistof. De scène is echt net opgenomen.

In de woonkamer zitten acteur John Travolta (als Vincent Vega) en actrices Uma Thurman (als Mia Wallace) en Rosanna Arquette (Lance’s liefje) op de grond broodjes te eten. Regisseur Quentin Tarantino nuttigt een Big Kahuna Burger, die hij wegspoelt met Sprite. Zodra Arquette Harvey Weinstein ziet, trekt ze zich terug in een hoekje. Als enige – naast Arquette zelf – snap ik waarom ze dat doet. Toch hou ik me gedeisd op de achtergrond.

– Je Chevy kan wel een nieuwe neus gebruiken Quentin, oppert Weinstein.
– Fucking John kwam een beetje te fanatiek aanscheuren.
– Geef een ander maar weer de schuld.
– Ik heb nog niet eens zelf in mijn nieuwe auto gereden!
De regisseur lurkt aan zijn rietje en met een pruttelend geluid ledigt hij zijn frisdrankbeker.
– Johnny had beter kinderoppas in Look Who’s Talking kunnen blijven, sneert de producer richting Travolta.
– Kom op guys, we gaan weer beginnen, sust Tarantino een ruzie in spé.

Uma Thurman gaat midden in de kamer zitten en de aanwezigen kijken naar Tarantino.

– In Amsterdam hoorde ik hoe het leven van een junk werd gered met een adrenalineshot, zegt de regisseur uiteindelijk, misschien dat Vincent een spuit in Mia’s hart kan steken?
– Hoe ga ik dat in godsnaam filmen? vraagt de cameraman.
– Nou, Vincent zet een rode stip tussen twee ribben ter hoogte van Mia’s mooie hart. Dan ramt ie de spuit er met volle kracht in.
– Mooi niet! roept Thurman.
– Maar in reverse hè, zegt Tarantino haastig. John maakt een snelle beweging van beneden naar boven, in de film spoelen we het gewoon terug!

Thurman gaat met gesloten ogen op de grond liggen. Iemand van de grime smeert wat gestold nepbloed onder haar neus en mond. Dan wordt Travolta’s reanimatieactie een paar keer geoefend en teruggespoeld.

– Perfect! zegt de regisseur.
– Daarna wordt Mia gewoon wakker? vraagt Travolta.
– Toen ik in The Adventures of Baron Munchausen speelde, werd een verdoofde tijger bij bewustzijn gebracht met een adrenalineshot, zegt de actrice. Het beest schrok wakker met een harde brul….
– Ja ja! brult Tarantino opgewonden. Jij bent die tijger, Mia! Jij bent die tijger!

De uiteindelijke take is zo levensecht dat iedereen in de kamer de grootste lol heeft. Een mooi moment om de filmset te verlaten zonder Weinstein onder ogen te hoeven komen. Maar net als ik weer in mijn DeLorean wil stappen, hoor ik de producer roepen:
– Heyhey, we konden toch zaken doen?!?

Ik grijp mijn paraplu uit de auto en richt die op de naderende producer.
– Any of you fucking pricks move, I’ll execute every motherfucking last one of ya!

Weinstein staat letterlijk aan de grond genageld. Ik spring in mijn DeLorean en rijd snel weg.

Ik had die klootzak plat moeten rijden, dan was de filmwereld heel wat menselijk leed bespaard gebleven, mompel ik in mezelf, terwijl ik mijn volgende bestemming intoets.

Maar ja, bemoeien met geschiedenis is nou eenmaal een grens die je niet overgaat als tijdreiziger. En bovendien zou zo’n meesterwerk als Pulp Fiction nooit het levenslicht hebben gezien.

Ik voel me misselijk als ik vlak buiten Los Angeles de DeLorean in het wormgat stuur.

 


 

Bronnen en tips:
Film: Pulp Fiction (1994)
Websites: https://www.vanityfair.com/hollywood/2013/03/making-of-pulp-fiction-oral-history
https://www.lamag.com/culturefiles/pulp-fiction-la-locations-25/
https://gizmodo.com/why-the-movie-myth-of-injecting-medication-into-the-hea-1425811317
https://www.theguardian.com/film/2019/aug/26/rosanna-arquette-they-said-i-was-a-pain-in-the-ass-its-not-true

 

ALLE TIJDREIZEN

Reis 7: 1964 | Het geluid van ossenwagens

Filmhuis van het Verleden | Reis 7: 1964
Het geluid van ossenwagens

door Axel F. Jomich

Het is 30 juni 1964 en Julie Andrews spuugt een hap zand en gras uit. Door het geluid van de helikopter kunnen we niet horen wat ze schreeuwt, maar aan haar driftige stampvoeten te zien, is dat misschien maar goed ook. De heli met de heldhaftige cameraman moet nu eenmaal rakelings langs haar vliegen voor de mooiste plaatjes. Ik heb haar al drie keer zien vallen door de luchtverplaatsing van de rotorbladen. Best koddig eigenlijk.

De actrice had het al bij aankomst zwaar. Terwijl ik mijn DeLorean verderop in een jong berkenbosje parkeerde, konden Andrews en de crewleden deze idyllische alpenwei in het Duitse Beieren slechts met ossenwagens bereiken. Ook regisseur Robert Wise. Hij denkt dat ik in het naburige bergdorpje woon en klaagt ook. Hij loopt op me af en begint te foeteren. Hij wil weten welke boerenpummel net het gras heeft gemaaid. Dit levert volgens hem niet het gewenste beeld van ongerepte natuur op.

– En als mrs. Andrews steeds blijft vallen, blijft er sowieso weinig gras meer over, zegt de filmmaker op een toon waaruit zowel sarcasme als ergernis klinkt.
– Het wordt tijd dat iemand een op afstand bestuurbaar vliegmachientje met een camera uitvindt, opper ik met een glimlach.

Wise kijkt me aan alsof ik ze (al) zie vliegen, waarna hij naar Andrews loopt.
– Ik heb het koud, Robert, ik wil terug naar het hotel, snikt ze.
– OK, morgen is er weer een dag, sust Wise. Hij legt een hand op haar schouder.

Welke filmset ik ook bezoek als tijdreiziger, ik ben altijd onder de indruk. Als je de hartverwarmende openingsscène van The Sound of Music ziet, heb je geen idee met hoeveel pijn en moeite die tot stand is gekomen. Het hoofdpersonage – dat het in deze musical zal schoppen tot gouvernante van de zeven kinderen van kapitein Von Trapp – danst met een gelukzalige glimlach pirouettes in de ‘Oostenrijkse’ bergen. Als de camera vanuit de lucht zo dichtbij mogelijk komt, begint ze prachtig te zingen. Het ziet er zo eenvoudig uit, maar de werkelijkheid is anders.

The Sound of Music

De crew begint de set af te breken.

Iemand van de opnameleiding ziet in mij een mooi excuus om zich te drukken.
– Heb je hem gezien, de beek die we daarginds hebben aangelegd? vraagt hij aan mij.
Hij wijst in de richting van het dorpje.
Ik schud mijn hoofd.
– Hij is tientallen meters lang en helemaal van plastic gemaakt.
– Van plastic?
– Je hebt geen idee hoeveel water er inging!

De man vertelt het op een manier alsof hij wekenlang in zijn eentje met emmers water de berg op en af heeft moeten kuieren. Voordat ik hem kan vragen hoe ze dat uit de kluiten gewassen decorstuk in godsnaam hebben gevuld, zegt hij dat de kunstbeek een geschenk aan het dorpje is. Ze zijn natuurlijk niet gek om dat ding ook nog eens af te breken.
Dan wijst hij in een andere richting.

– Zie je dat leuke berkenbosje?
– Komt me bekend voor.
– Hebben wij speciaal voor het openingslied geplant. Hopelijk heeft daar nu niet een of andere boer zijn kar geparkeerd, zal je altijd zien.

De opnameleider keert zich naar zijn twee collega’s en maant hen om wat meer tempo te maken met het inladen van de spullen op de ossenwagens. Zelf steekt hij in alle rust een sigaretje op en biedt mij er ook een aan, maar ik sla af, in de toekomst zijn we immers wat zuiniger op onze gezondheid .

Na het werpen van een blik op zijn horloge, begint hij over zijn zieke moeder te oreren, maar als hij het woord ‘slapen’ laat vallen, maak ik snel een bruggetje naar het heden, althans, dit heden.
– Volgens de tabloids Ligt Christopher Plummer ook vaak te slapen… van de drank, zeg ik.
– Ja, kijk, hij verveelt zich stierlijk. Noemt The Sound of Music: S&M. Zo flauw en onprofessioneel! En werken met Julie Andrews noemt hij ‘alsof hij voortdurend met een Valentijnskaart op zijn kop wordt geslagen ’. Zei hij gisteren nog tijdens het eten. Waar ze bij was.

Mijn gesprekspartner plukt aan zijn snor en rept dan over maandenlange vertragingen van de filmopnamen vanwege het slechte weer.
– Plummer zette het op een vreten, zijn kleren voor de film pasten niet meer. O ja, ook een paar kleine Von Trappjes groeiden in de tussentijd. Eentje wisselde net zijn tanden. Moest een prothese en liet die natuurlijk weer kapot vallen…

Hij kan zijn zin niet afmaken, want we horen de paniekerige stem van Robert Wise.
– Jongens, snel weg hier! Daar heb je dat mens weer!

We zien hoe een ossenwagen nadert. Naast de voerman zit een bebrilde vrouw met krullen die uitbundig zwaait en ‘Joehoe!’ roept.

– O nee, Agathe von Trapp, kermt de opnameleider, die taart bemoeit zich werkelijk overal mee…

Hij plet zijn peuk en voordat ik afscheid kan nemen, denderen twee ossenwagens met de filmcrew de berg af, op de voet gevolgd door de kar met de echte mevrouw Von Trapp. Het lijkt de wagenrace van Ben-Hur wel! De helikopter, met de roekeloos filmende cameraman, scheert laag over richting het onwerkelijke tafereel. Ik besluit om snel terug te lopen naar het berkenbosje.

The Hills are Alive with the Sound of Music, neurie ik als ik met mijn DeLorean een gat in de tijd rijd.

In de achteruitkijkspiegel zie ik dat ik twee sporen van verbrand gras achterlaat. Oeps. Dat zal wel weer iets zijn voor Robert Wise om over te klagen morgen.

 


 

Bronnen en tips:
Film: The Sound of Music (1965)
Websites: https://www.sound-of-music.com/sound-of-music/the-making-of/
https://abcnews.go.com/Entertainment/journey-meadow-filmed-opening-scene-sound-music/story?id=29698288
https://www.movie-locations.com/movies/s/Sound-Of-Music.php
https://www.mentalfloss.com/article/61706/14-things-you-might-not-know-about-sound-music

 

ALLE TIJDREIZEN

Reis 6: 1967 | Horrorherfst met Rosemary

Filmhuis van het Verleden | Reis 6: 1967
Horrorherfst met Rosemary

door Axel F. Jomich

Het is een mooie herfstdag in 1967 en ik sta rond lunchtijd met een petje op mijn hoofd en een stapel pizza’s onder mijn arm voor het markante appartementencomplex The Dakota in New York. Er schiet een rilling door mijn lijf. Precies op deze plek dertien jaar later zal John Lennon worden neergeschoten als hij zijn woning heeft verlaten.

– Bewoner of crew? vraagt een puisterige jongeman met rastahaar als ik op de zevende etage uit de lift stap.
– Catering, antwoord ik, knikkend naar de pizzadozen.

Het geroezemoes en de lucht van weed sturen me de juiste kant op. De deur met opschrift ‘dressing room’ staat een beetje open. Ik stap naar binnen. In een mum van tijd ben ik verlost van de dozen en wisselen pakweg tien mannen pizzapunten uit. De sfeer is gemoedelijk. Ook ik moet beslist een hapje mee-eten. Een joint laat ik vriendelijk aan mij voorbijgaan.

– Wilt u ook wat, mevrouw Farrow? roept iemand.

Achterin de kleedruimte zie ik Mia Farrow, de hoofdrolspeelster van Rosemary’s Baby. Ze lacht, zingt en danst, zwaait uitbundig met haar armen, waarna ze met waterverf kleurrijke bloemen en ‘love’ en ‘peace’ op de muur schildert.
– Liefde is het mooiste woord. Vrede het op een na mooiste woord, want vrede is het resultaat van liefde, filosofeert de actrice met een kinderlijk stemmetje.

Dan klinkt vanuit de gang een gong. Iedereen staat op, Mia Farrow loopt voor mij langs. Ze draagt een mand met een witte poes. Iemand zegt dat ik wel even mee mag, als ik maar stil ben, want ze gaan de romantische haardscène van de film opnemen.
– En daarna gaan ze neuken, gniffelt iemand anders.

Aangekomen in het bewuste appartement zie ik overal tape op de vloer. Aanwijzingen waar iedereen moet lopen of staan. Ik zet snel mijn petje af, stel me een beetje achteraf op en luister naar een discussie tussen regisseur Roman Polanski en John Cassavetes, Farrows tegenspeler.

– Ik ben gewend aan vrijheid en improviseren, zegt Cassavetes. Waarom alles zo strak volgens het boekje?
– Jij mag dan al wel naam hebben gemaakt als onafhankelijk filmmaker, John, maar dat wil niet zeggen dat wij samen deze film gaan regisseren, reageert Polanski met een vet Pools accent.

Crewleden voor mij fluisteren dat dit de hele tijd zo al gaat. De filmstudio had liever Robert Redford als echtgenoot van Rosemary.
– John heeft de rol alleen maar aangenomen voor het geld, zegt iemand zachtjes. Hij acteert nu in vijf films tegelijk om zijn eigen film te kunnen betalen.
Ik besef dat ze het over zijn meesterwerk Faces hebben.

Mia Farrow heeft de mand met de poes achter de bank gezet. Ze geeft het beestje een aai. De visagiste werkt snel de make-up bij en de actrice trekt haar jurkje recht.
– Roman! Meneer Cassavetes! Ik ben er klaar voor.

Zodra de tortelduifjes voor de open haard zitten en de camera loopt, klinkt de stem van Polanski.
– Stop! Stop!
– Wat nu weer?
– Heb je nou alweer je sneakers aan, John?
– Wat is er mis mee?
– Kom op, dat kan toch niet, jullie staan op het punt om te gaan vrijen.
– Ze zitten zo lekker, zegt Cassavetes, die vervolgens met tegenzin zijn schoenen uittrekt.

Rosemary's Baby

De opname verloopt verre van vlekkeloos. Cassavetes moet zijn glas steeds een paar centimeter meer naar links of naar rechts houden. Farrow moet iets meer haar hoofd naar de camera draaien. En als Polanski de beeldcompositie eindelijk goed vindt, loopt er plotseling een witte poes door het beeld.
– In godsnaam Mia, kan die kat niet een keer naar een andere kamer? schreeuwt Polanski.

Als iemand de kat met een stuk pizza probeert te lokken, valt ook Farrow uit haar rol.
– Malcolm mag geen pizza! Hij eet alleen maar babyvoeding!

Iemand grijpt het beestje en houdt het klemvast. Een halfuur later is de haardscène klaar. De crew ruimt de apparatuur op en Farrow verlaat met Malcolm de kamer. Polanski voert opnieuw een levendig gesprek met Cassavetes.

– Monogamie is een onrealistisch concept, zegt de regisseur.
– Dat is iets raars om te zeggen, Roman.
– Ik zeg je, een man kan nooit zijn hele leven worden aangetrokken tot één vrouw.
– Onzin, zegt de acteur. Ik ben al vijftien jaar samen met Gena Rowlands – ze is attractiever dan ooit.

Als ik samen met de crew de kamer verlaat, hoor ik Polanski nog zeggen dat jonge meisjes in Amerika er soms uitzien als volwassen vrouwen.

Ik heb genoeg gehoord en loop snel naar de kleedruimte om afscheid te nemen van mijn lunchgenoten. Bijna bots ik tegen een man in driedelig pak met een aktetas in zijn handen. Hij haast zich naar de lift. Binnen in de kleedruimte – onder haar muurschildering – zit Mia Farrow luid te snikken boven een vel papier.
– Frank wil scheiden! Hij wil niet eens dat ik acteer! Maar ik wil méér zijn dan een huisvrouw…

Terug in de lift denk ik aan de duivelse slotscène van Rosemary’s Baby. Opeens krijg ik een naargeestig gevoel. In gedachte zie ik Farrows bijna ex-man Frank Sinatra gemeen lachen met maffiosi. Daarna zie ik in gedachte hoe Polanski’s zwangere geliefde Sharon Tate door de sekte van Charles Manson om het leven wordt gebracht. Beneden in de lobby klinkt Penny Lane van The Beatles uit een transistorradio; in een schim zie ik John Lennon op de trap in een plas bloed liggen.

Voor het eerst in mijn roadtrip door de filmgeschiedenis ervaar ik de duistere kant van tijdreizen. Ik moet op een prettige plek op adem komen. De Oostenrijkse Alpen zullen me vast goed doen.

 


 

Bronnen en tips:
Film: Rosemary’s Baby (1968)
Boek: This is No Dream: Making Rosemary’s Baby (2018) van James Munn
Websites: https://www.youtube.com/watch?v=_id3IyHbI_s
https://www.anothermag.com/design-living/10924/behind-the-scenes-of-roman-polanskis-cult-1968-thriller-rosemarys-baby
https://www.movie-locations.com/movies/r/Rosemarys-Baby.php
https://www.baysidecatresort.com.au/blog/15-eleven-celebrities-who-love-cats.html

 

ALLE TIJDREIZEN

Reis 5: 1919 | Lot van een stomme filmkomiek

Filmhuis van het Verleden | Reis 5: 1919
Lot van een stomme filmkomiek 

door Axel F. Jomich

Het is zondagmiddag 24 augustus 1919 in fotostudio Witzel in Los Angeles en acteur Harold Lloyd poseert voor publiciteitsfoto’s. Komende uit de toekomst weet ik al welke tragedie zich zo dadelijk gaat voltrekken, maar ik mag het lot natuurlijk niet beïnvloeden.

Mijn nog korte bestaan als tijdreiziger heeft me geleerd dat je moeilijk dichtbij filmsterren kunt komen. Niemand kent me immers. Als ik me introduceer als journalist gaan de deuren vaak snel open.

Ditmaal sta ik achterin een groepje persmensen. Een klein mannetje van distributeur Pathé geeft aanwijzingen aan de fotograaf. Harold Lloyd maakt met een paar collega’s een lolletje bij een tafel met rekwisieten. Iemand zet een masker op, een ander schenkt een denkbeeldig kopje thee in en Lloyd maakt met hoedje en wandelstok een verbluffend goede imitatie van Charlie Chaplin.

Pathé heeft met de zojuist doorgebroken komiek een contract voor een nieuwe reeks korte zwijgende films afgesloten en de sfeer is uitgelaten.

– Hoe gaat het met de opname van Haunted Spooks? vraagt het kleine mannetje aan Lloyd.

De acteur doet zijn rechterduim omhoog en steekt daarna een sigaret op.
– Het is nog steeds niet gelukt mezelf te doden. Het pistool bleek een waterpistool. Toen ik van de brug wilde springen, brak het touw. Stond ik laatst voor de tram, ging die op het allerlaatste moment net naar een ander spoor.

De schrijver van die morbide grappen, Frank Terry, graait met een brede grijns tussen de rekwisieten en pakt een rond zwart voorwerp met de witte letters ‘bomb’. Harold Lloyd neemt het vermeende explosief in zijn rechterhand en brengt de lont naar de sigaret.
– Opnieuw! zegt hij tegen de fotograaf. Wacht, ik pak een nieuwe, dit ding rookt teveel.

De acteur reikt naar de tafel om de bom terug te leggen, maar juist op dat moment klinkt een enorme knal. Alles dreunt. Mensen gillen en schreeuwen en een enkeling brult om een dokter. Als ik overeind kom zie ik dat Frank Terry een gebroken kunstgebit uit zijn mond haalt. Dit was duidelijk geen nepbom. Nadat de rook is opgetrokken, zie ik het enorme gat in het plafond. Daaronder staat Harold Lloyd. Zijn duim is helemaal verdwenen en zijn wijsvinger wiebelt los naar beneden. De fotograaf valt flauw.

De volgende weken bezoek ik Lloyd in het Methodist Hospital. Ik ben uitgenodigd door enkele van zijn vrienden en collega’s omdat ik in de fotostudio aan sommigen van hen eerste hulp heb verleend. Lloyd zegt dat hij langzaam zijn gezichtsvermogen terugkrijgt en vastbesloten is om aan zijn revalidatie te beginnen. In het ziekenhuis maak ik ook kennis met filmproducent Samuel Goldwyn, die zegt dat hij in een vorig leven handschoenmaker was. Hij belooft Harold een leren prothese met een kunstvinger en kunstduim.

Nadat ik afscheid heb genomen, loop ik naar de plek waar ik mijn DeLorean heb verborgen. Ik voel me trots dat ik op de dag van de bomexplosie Lloyd niet heb gewaarschuwd voor wat er komen ging. Misschien heeft het ongeluk op een bijzondere manier zijn carrière wel goed gedaan. Kijk maar eens naar Safety Last!, zijn wereldberoemde komedie uit 1923. Daarin klimt hij tegen een kantoorgebouw omhoog en hangt hij aan de wijzers van de klok in de toren. Met twee handen, met de vingers van Samuel Goldwyn. Zijn vele filmcapriolen maken van Harold Lloyd een van rijkste mensen in Hollywood.

Tijd verstrijkt snel, helemaal met een DeLorean, en op een zomerdag in 1953 stap ik op de parkeerplaats van een landgoed in Beverly Hills uit mijn auto.
– Wow, leuke wagen! zegt een verwonderend kijkende tuinman die net voorbijloopt.
– Dank je, hij is uit een film.

Dat lijkt het optrekje van Harold Lloyd ook wel.
– Greenacres telt 44 kamers en 26 badkamers, vertelt de tuinman ongevraagd. Aan de andere kant van het huis ligt een golfbaan met negen holes. En aan díe zijde ligt een kunstmatige rivier met een waterval waar je heerlijk kunt kanoën. Een hoop werk voor een tuinman, kan ik u zeggen.

Ik ben hier niet voor een klaagzang of om me te laten imponeren door al die weelde, maar mag Harold Lloyd interviewen over zijn nieuwe carrière. Al toen hij films maakte, experimenteerde hij met kleuren- en 3D-fotografie. Bij het grote publiek is hij nu vooral bekend als fotograaf van naaktkiekjes van model Bettie Page en stripper Dixie Evans voor mannenmagazines.

Een zweem van gemaaid gras en chloor komt me tegemoet als ik de hoek omloop. Ik zie een gigantisch zwembad, bijna geheel omzoomd met een glazen tunnel. Aan de rechterkant zie ik mannen op een terrasje met een scherm en lampen. Een dame met platinablond haar in een rood strapless badpak ligt half onderuit gezakt en lacht, waarna de camera begint te klikken.

Als ik op mijn tenen dichterbij treed, zie ik dat het Marilyn Monroe is! Ze pakt een glas cola van een tafeltje en zet het aan haar vuurrode lippen.
– Die publiciteitsfoto’s voor Gentlemen Prefer Blondes worden waanzinnig, zegt de belichter.

Ze pakt een sigaret en reikt met haar rechterhand naar een robuuste, zwarte gasaansteker met een gouden opzetstuk en wil hem aanknippen.

Plotseling – een drang die sterker is dan mezelf – spring ik tussen het gezelschap.
– Nee, niet doen, let op je mooie vingers!

Van een interview met Harold Lloyd is het niet meer gekomen.

 


 

Bronnen en tips:
Films: Harold Lloyd – The Third Genius (1989), Haunted Spooks (1919), Safety Last! (1923)
Websites: https://www.youtube.com/watch?v=TtHfWdlyFKg
https://silentlocations.com/2011/05/21/harold-lloyd-lasting-impressions/
https://www.newworldencyclopedia.org/entry/Harold_Lloyd
https://haroldlloyd.us/the-life/august-24-1919-witzel-photographers/
https://altaonline.com/atomic-blonde/

 

ALLE TIJDREIZEN

Reis 4: 1958 | Figurant in Ben-Hur

Filmhuis van het Verleden | Reis 4: 1958
Figurant in Ben-Hur

door Axel F. Jomich

Het is de eerste eeuw na Christus en mijn hart bonst in mijn keel. In werkelijkheid is het juni 1958 en ben ik beland op een van de talrijke filmsets op het Cinecittà-complex net buiten Rome.

Samen met een paar honderd andere mannen ben ik uitgedost als Romeinse soldaat in het nagebouwde hippodroom van Jeruzalem voor een opname van de wereldberoemde wagenrace in Ben-Hur. Tourbussen met figuranten rijden af en aan.

Terwijl ik hoofdrolspeler Charlton Heston op een scootertje de arena zie binnenrijden, vraagt een opnameleider om iemand met lef… en een goede verzekering. Een kwartier later sta ik in het midden van het strijdtoneel voor een bouwwerk waaruit vier gigantische beelden oprijzen. Mijn rol is om net op tijd voor twee aanstormende paardenspannen weg te springen.

– Het zijn lange, hete dagen, steunt een Italiaan van de rekwisietenafdeling een paar meter naast me.

Zijn rol is om straks ongemerkt vanuit een nis een dummy voor de galopperende paarden te gooien.

Hij vertelt dat hij al twee weken dagelijks in het hippodroom is te vinden. De handtekening van Stephen Boyd heeft hij al.
– Boyd moet bruine lenzen dragen, zegt hij grinnikend, want met zijn blauwe ogen is hij ongeloofwaardig als Romein.

De Ierse acteur vertolkt de rol van Messala. Die is in zijn tienerjaren innig bevriend met de door Charlton Heston gespeelde titelheld Ben-Hur, zoon van een rijke joodse familie. Jaren later verraadt Messala zijn maatje en moet Ben-Hur zich als slaaf op een galeischip in het zweet roeien. Dat mondt allemaal uit in het moment waarop de twee kemphanen zo dadelijk in de spectaculaire wagenrace aan ons voorbijrazen. Het voelt raar om nu al het gravel te ruiken waarop de wagens rijden. Ik zag ook al de akelig scherpe messen aan de houten wielen van Messala’s karretje.

Mijn buurman blijkt uitstekend op de hoogte van perikelen tijdens de filmopnamen. Hij wijst naar een platte wagen waar vier mannen een vierkant gevaarte op een kraan hijsen.
– Dat is zo’n nieuwe 65mm-camera. Vreselijk duur ding. Daarmee maken ze van die weidse panoramabeelden. Eergisteren sneuvelde er nog eentje toen enkele paarden uit de bocht vlogen.
– Oei. Hopelijk niemand dood of gewond geraakt?
– Nog niet, zegt mijn buurman met een knipoog.

Ik leer van hem dat de ene na de andere scriptschrijver is ontslagen. Kennelijk kon niemand de innige vriendschap tussen de Joodse en de Romeinse jongen sprankelend genoeg overbrengen.
– Het is dan ook een houten klaas, die Charl-ton Hes-ton!
– O ja?
– De scène tussen Ben-Hur en Messala moest ook een tikkeltje homo-erotisch, zegt hij, zodat de jongeheren wat minder stijf zouden zijn.

Weer een knipoog.

Gelukkig word ik snel afgeleid door de stem van assistent-regisseur Yakim Conutt door een megafoon. Nog vol adrenaline hijg ik enkele minuten later uit in een nis achter me en zie ik hoe de dummy van mijn buurman tussen de brokken lava op de renbaan in lompen is uiteengevallen.

Ik loop een beetje rond, observeer de vele, vele figuranten en maak soms een praatje. Later die middag zie ik Yakim Conutt weer. Ik herinner me ineens dat hij als stuntman legendarisch werd door in de westernklassieker Stagecoach vanuit een koets over een span met zes op hol geslagen paarden te lopen. Nu instrueert hij zijn zoon Joe. Maar die haalt zijn schouders op.

Joe moet als stand-in van Heston met zijn span over een omgevallen renwagen van een van diens concurrenten springen. Het moment is daar en we houden onze adem in, zelfs ik, ook al weet ik als enige de afloop al.

IJselijke kreten klinken door het hippodroom als Joe tijdens de sprong onbedoeld een salto voorover maakt, op de strengen tussen de paarden valt, en zich wonderwel weer in het karretje omhoog weet te hijsen. De camera’s blijven draaien. Conutt senior begeleidt zijn zoon daarna hoofdschuddend naar het hospitaaltje naast de arena om diens kin te laten hechten.

Over kinnen gesproken, daar staat Kirk Douglas. Tussen een zwerm journalisten oreert hij over het een en ander. En daar zie ik Audrey Hepburn in een geanimeerd gesprek met regisseur William Wyler, die de actrice vijf jaar eerder liet gloriëren in Roman Holiday. Ik ga wat dichterbij staan en hoor haar vragen hoe hij in godsnaam het ongekende filmbudget van 15 miljoen dollar voor Ben-Hur bij elkaar heeft gekregen.
– Je hebt een Jood nodig om een goede film over Jezus te maken, hoor ik Wyler grappen in het voorbijgaan.

Hepburns schaterlach ebt weg als ik de richting van de Cinecittà-studio’s insla. Mijn Italiaanse medefigurant wist te vertellen dat Federico Fellini dezer dagen in Teatro 5 La Dolce Vita opneemt. Ik twijfel of ik naar binnen sluip. Natuurlijk wil ik dolgraag met Anita Ekberg in de Trevifontein badderen om samen de stress van mijn eerste filmrolletje af te spoelen. Maar eerst reis ik terug naar een tijd waarin filmsterren nog hun eigen stunts deden. Als de motor van de DeLorean nog maar wil starten met deze temperatuur…

 


 

Bronnen en tips:
Films: Ben-Hur (1959), The Making of Ben Hur (1959)
Websites: https://ascmag.com/articles/flashback-ben-hur-1959
https://blog.jobs.ac.uk/history/histories-of-cinema-yakima-canutt-the-chariot-race-and-the-blind-spot/
http://eglewis.blogspot.com/2012/02/ben-hur-and-chariot-races-in-jerusalem.html
https://www.youtube.com/watch?v=irQdcfOZpCU

 

ALLE TIJDREIZEN

Reis 3: 1933 | Het linkerbeen van Claudette Colbert

Filmhuis van het Verleden | Reis 3: 1933
Het linkerbeen van Colbert

door Axel F. Jomich

Het is december 1933 en Claudette Colbert wil haar been niet laten zien.

– We hebben je salaris verdubbeld en je stribbelt alleen maar tegen, zegt Frank Capra, de regisseur.
– Een dame trekt haar jurk niet omhoog.
Capra roept het meisje van de make-up.
– Lieverd, laat jij je been maar zien. Dan gebruiken we dat shot als close-up.
De ogen in Colberts appelvormige gezicht worden nog groter.
– Dat is niet mijn been! Ik doe het zelf wel. Mijn God, dit is de slechtste film die ik ooit heb gemaakt!

Ik sta met enkele passanten een paar meter achter de filmcrew in het Franklin Canyon Park waar de beroemde liftscène van It Happened One Night wordt opgenomen. Het is warm voor de tijd van het jaar en het cederhout van de mahoniebomen ruikt naar potloodslijpsel. Aan de overkant van het weggetje zit een al even chagrijnige Clark Gable op het hek een wortel te eten. Ik hoor iemand zeggen dat de acteur voor straf is uitgeleend aan Columbia vanwege zijn affaire met Joan Crawford, de grote ster van MGM. Gable zou regelmatig dronken op de set verschijnen en met iedereen ruzie maken. Er wordt wat afgeroddeld op een filmset.

Iedereen wil onderhand wel het been van Claudette Colbert zien.
– Vooruit met de geit! maant Gable.
– Je moet me wel vanaf de linkerkant filmen.
– Camera loopt! Actie! roept Capra.
Colbert trekt tergend langzaam haar jurk op.
– Hoger, nog hoger! roept Capra.
Gable springt van het hek en kijkt alsof hij nog nooit zo’n mooi ledemaat heeft gezien. Links op de weg komt een auto aanrijden.
– En cut!

It Happened One Night

De scène moet nog een paar keer over voordat de regisseur tevreden is.
– Geloof me, het wordt echt wel wat met dit nieuwe script van Robert Roskin.
– Ik vraag me af of Myrna Loy, Margaret Sullivan, Carole Lombard en Miriam Hopkins het nu wél zouden hebben geaccepteerd, verzucht Colbert terwijl ze haar jurk rechttrekt.
– Vooruit met de geit!
De werkdag zit er op. Clark Gable stapt achterin een auto, Claudette Colbert achterin een andere auto.

Ik had graag nog naar de actrice willen roepen dat ook het publiek de film echt leuk zal vinden. En dat ze niet moet denken dat ze kansloos is bij de Oscars volgend jaar – omdat Bette Davis de gedoodverfde winnares is – en wél naar de uitreiking moet gaan. Maar als tijdreiziger moet je altijd oppassen dat je niet teveel over de toekomst zegt. In plaats daarvan steek ik het weggetje over, vang nog net een glimp van Colberts linkerbeen op voordat zij het portier dichttrekt en bluf tegen Frank Capra dat ik van de Thousand Oakes Post ben en enkele vragen wil stellen.

– Onze stad is trots dat It Happened One Night voor een groot deel hier is opgenomen.
– Hmm.
– Binnenkort wordt de Hays Code ingevoerd.
– Hmm.
– Denkt u dat deze scène door de censuur komt?
– Hmm.
– Ik heb gehoord dat de film op 22 februari 1934 in première gaat?
Capra kijkt op van zijn stapel papieren.
– Dat klopt. Hoe weet je dat eigenlijk?
– Connecties.
– Hmm…  Nou, ik heb nog niets gehoord hoe Columbia de marketing wil opzetten. Verdomde acteurs met hun hoge salarissen! Er zal wel weer niets van over blijven. Gelukkig kan ik snel weer een nieuwe film gaan maken. Hopelijk wordt dat wel een succes.
– It’s a wonderful life, lach ik hem toe.
Capra kijkt een beetje schaapachtig en keert terug naar zijn papieren.

Een paar minuten later loop ik de weg terug door het park richting Mulholland Drive. Ik hoor het geluid van eenden op het meer en vanaf de berm schiet een slang uit een kuil naar de overkant. Het doet me denken aan de filmset van zonet. Nadat ik een lift heb gekregen, sta ik twee uur later bij een affiche aan het begin van Thousand Oaks Boulevard.
– De stad groet de makers van It Happened One Night, lees ik.

Ik pak een dikke stift uit mijn tas en schrijf er in grote letters op: ‘Screwball comedy, hier begint het’.

 


 

Bronnen en tips:
Film: It Happened One Night (1934)
Websites: https://www.imdb.com/title/tt0025316/trivia?ref_=tt_trv_trv
http://www.thecinessential.com/it-happened-one-night/scenessential
https://cinemontage.org/colbert-report-it-almost-didnt-happen-one-night/
https://catalog.afi.com/Catalog/MovieDetails/6316?cxt=ymalhttp://eeweems.com/capra/_it_happened_one_night.html
https://www.youtube.com/watch?reload=9&v=_0XY-5SPyyE

 

ALLE TIJDREIZEN