IDFA 2021 – Deel 3:
Excentrieke karakters
door Bob van der Sterre
Wat is er leuker dan kijken naar mensen die heel anders leven dan jezelf? IDFA biedt weer voldoende producties over excentrieke, eigenaardige personen. Deel 3 van de IDFA-beschouwingen in 2021.
Gangnam Beauty
In Gangnam Beauty zien we Oli London, een volwassen man die heel graag eruit wil zien als de K-popster Jimin. Niet alleen in kleding en gedrag maar ook letterlijk: hij wil zijn gezicht. Intussen is hij heel wat operaties verder en ziet er nog niet uit als de popster.
De korte film van de Poolse regisseur Yan Tomaszewski is geen drama-exploitatie. In 24 minuten komt veel meer langs. Een fusie tussen het oude en nieuwe Korea (theater versus robots); een door Oli zelf nagespeelde legende (man maakt maskers om de geesten te behagen, heeft te maken met een vernietigende liefde van vriendin); en het verhaal (voice-over) van Oli’s verlangen naar het perfecte gezicht.
Gaat het allemaal diep of is het net zo oppervlakkig als Oli’s obsessie? NIet alles draait om diepgang – voor mij in elk geval niet. Stylisme is ook belangrijk. En deze korte film is mooi gemaakt, zonder al te veel exploitatie of gezoek naar diepere drijfveren.
The End of Wonderland
In een andere situatie zit Tara Emory. Zij is transgender die in de porno-industrie heeft gewerkt en daarna aan eigen projecten is gaan werken. Zoals de ‘trans sci-fi porn epic’ film Up Uranus. Maar ook aan auto’s – een erfenis van haar vader, die hamsteraar was. En Emory woont in hetzelfde huis en heeft de auto’s dus geërfd.
Het gaat hier niet (per se) over het transgender-onderwerp. Meer over iemand die enorm gedreven aan allerlei projecten werkt. Ook al maakt en verkoopt ze seksfoto’s, ze bouwt ook haar eigen decors, acteert en regisseert haar eigen film, knutselt outfits in elkaar, verbouwt haar huis. Zoveel werkethiek hebben maar weinig mensen. Het gaat ook over de teleurstellingen. Meer kunstprojecten van kunstenaars sterven immers in schoonheid dan niet.
Het is niet zo schokkend als je misschien met dit onderwerp zou denken. Er zijn wel wat vreemde feestjes met gekreun overal maar je ziet vooral Tara als keiharde werker. Het seksverhaal is meer een fetisj, een interesse, en niet het doel van de film. Dat is het schetsen van een openhartig portret, dat gelukkig ook niet te diep speurt in het verleden (een valkuil bij dit soort films). We zien ook hoe ze een Volkswagen-meeting bezoekt en gevatte opmerkingen heeft over de auto’s.
Jammer van deze Canadese film is dat je niet echt een afgerond gevoel hebt na afloop. Het is alsof een epiloog mist. Wel zeker is dat Tara ook vandaag weer hard aan een project werkt.
F@ck This Job
In deze film kijken we naar hoe Natasha Sindeeva in 2010 begon aan een project. Ze houdt van dansen en wil een optimistisch lifestyle- en party-tv-kanaal beginnen: Dozhd (regen). Alles in knalroze.
Over marketing had ze nagedacht maar niet echt over journalistiek. Dozhd trekt jonge, idealistische journalisten aan en wordt politieker. Ze zijn het enige tv-kanaal dat demonstraties tegen de regering verslaat. Dan begint de ellende. Het duurt niet lang voor ze afgesloten worden van de kabel. Ze moeten verhuizen, een paar keer. Een abonnee-situatie op YouTube helpt ze enigszins maar het is lastig om kijkers te bereiken. Natasha Sindeeva blijft twijfelen wat ze moet doen met Dozhd. Want een optimistisch lifestylekanaal is het al lang niet meer.
Natascha is de hoofdrolspeelster van deze documentaire van een oud-Dozhd-collega genaamd Vera. Ze is veel in beeld maar over haar zielenroerselen worden we weinig wijzer, en de film slaagt daardoor denk ik half, maar kan ook de geschiedenisboeken ingaan als een boeiend portret van de verharding van de maatschappelijke situatie in Rusland de laatste tien jaar.
The Painter (Der Maler)
We zien hier de kunstenaar Albert Oehlen in zijn studio tekeergaan op een doek. Geen twee tellen kan hij zonder een scène te maken. Citeert een kunstboek, gilt tegen zijn kunstwerk, roept uit: ‘Dat is een mooie rood!’ Bekt zijn assistent Lars voor alles en niks af. Brult ineens: ‘Geel is een shitkleur.’ Drinkt bier en gooit het flesje nonchalant van zijn balkon. Gaat ineens huilen. Een onemanshow.
Waarom zou ik naar deze enorme aansteller kijken, denk je eerst. Dan begint het kwartje te vallen (als je de preview niet goed gelezen had): dit is niet Albert Oehlen, maar een acteur: Ben Becker, die door Oehlen geregisseerd wordt als schilder. Van een oninteressante bijdrage groeit de documentaire langzaam uit in een boeiend spel met de kijker. Beckers Oehlen is de kunstenaar zoals we die willen zien: de man die ineens met de kwast op het doek slaat, die op de grond kronkelt om het doek goed te zien, die in een museum zijn eigen doek bewondert. Een acteur met charisma. De echte Oehlen (dit is hem) is bijna tegengesteld aan Beckers Oehlen: bescheiden, vriendelijk, grappig. ‘Misschien zou ik op Skype moeten streamen hoe ik kunst maak’, zegt hij in dat interview van drie jaar geleden.
Der Maler is een film van tegenstellingen – op de grens van wat een documentaire zou zijn. De kunstenaar vs. het publiek, fictie vs. feiten, de acteur vs. de schilder, arrogantie vs. bescheidenheid, zelfspot vs. ernst (een voice-over deelt kunsttheorieën). Is het doek nu een Becker of een Oehlen? Film van Oliver Hirschbiegel, die je beter kent als speelfilmregisseur van twee Duitse krakers: Das Experiment en Der Untergang. Zoals Der Untergang met fictie de realiteit van geschiedenis probeert weer te geven, probeert Der Maler met fictie de ‘realiteit’ van de documentaire weer te geven. En dat is wel passend voor een kunstvorm die meer en meer speelfilmtechnieken gebruikt.
Black Film
We eindigen met een film uit de top 10 van filmgast Hito Steyerl: Black Film. Een film uit 1971 van nauwelijks 17 minuten. Maar toch spraakmakend. Want documentairemaker Želimir Žilnik (dan 28 jaar) verrast zijn eigen vrouw en kind met zes daklozen die hij thuis uitnodigt om de nacht door te brengen. Ze mogen op hun tapijt in de woonkamer slapen.
Het is vooral bizar wat daarna gebeurt: Žilnik loopt door Novi Sad en stopt iedereen die hij ziet een microfoon voor de mond: ‘Wat moeten we met deze zes daklozen doen?’ De reacties variëren van verbluft, ongeïnteresseerd tot het geven van praktische tips waar misschien nog ruimte is. Žilnik lijkt zelf ook geen raad te weten met de daklozen en beëindigt dan de film.
Je vraagt je af wat zijn idee erbij was. Hoe dan ook maakte hij unieke beelden van Joegoslavië begin jaren zeventig. Zie ook deze film uit 1973 bijvoorbeeld. Wil je hem beter leren kennen: Žilnik heeft een boeiend levensverhaal dat zich typeert door de talloze pogingen om zijn filmcarrière opnieuw leven in te blazen. Sinds de eeuwwisseling verschijnen er her en der retrospectieven. Je ziet hem hier met mondkapje op praten bij zo’n expositie in Wenen, begin dit jaar.
24 november 2021
IDFA 2021 – Deel 1: Four Journeys
IDFA 2021 – Deel 2: Young Rebels
IDFA 2021 – Deel 4: Invloedrijke rocksterren
IDFA 2021 – Deel 5: luchtige films
IDFA 2021 – Deel 6: Films in tijden van corona
IDFA 2021 – Deel 7: Nieuws uit WOII
IDFA 2021 – Deel 8: Experimentele films