The Monuments Men revisited

The Monuments Men revisited

Slik kunstliefde via oorlogsgenre

door Kees Hogenbirk

Al op het filmfestival van Berlijn reageerde de pers zuinigjes op George Clooneys The Monuments Men. In Nederland deden de filmcritici dat nog eens gereserveerd over. Er zou niet genoeg liefde voor de kunst uit spreken. Gelukkig ziet het publiek er wel de waarde van in – al komt men af op een ouderwets spannende oorlogsfilm. 

Clooney heeft die kunst juist heel geraffineerd verpakt in een prachtig verhaal, een geslaagde uiteenzetting, opwindende opbouw, mooie vormgeving, veelzeggende muziekscore en een ontroerend slot. Daarmee is het tevens een bijzonder moderne film, die tegen de onderwaardering van de kunsten in het politieke debat, durft in te gaan.

Filmmaker Clooney heeft een klassieke oorlogsfilm afgeleverd op basis van een vergeten thema. Hoe bouw je verder aan een cultuur na de ‘totale Krieg’? Door de kunst die er al was te redden, als laatste bewijs van vroegere beschaving.

The Monuments Men is met opzet geregisseerd als een genrefilm, zoals Samuel Fuller en John Boorman die vanaf de Tweede Wereldoorlog maakten.

The Monuments Men revisited

Types
Daarom spelen de acteurs zichzelf. Van elke soort kunstbeoefenaar is een type gekozen – ook in de kunsten is het vak onderverdeeld in verschillende categorieën mensen. Een doortastend in de publiciteit tredende museumdirecteur als Wim Pijbes is heel anders dan een anonieme restaurator die zich kan verliezen in elk detail van een middeleeuwse plank.

Clooney heeft dus zijn groep monumentenmannen uitstekend gecast en geregisseerd. Het is inderdaad een van John Goodmans oppervlakkigste rollen, maar hij moest dit keer op slag identificeerbaar zijn. Jean Dujardin spéélt zelfs nauwelijks (wat hij trouwens in The Artist  evenmin echt deed). Hij is gewoon ‘paturein da’s pas fijn’ zichzelf.

Alleen Cate Blanchett vertoont diepte in haar rol als Franse, van collaboratie beschuldigde secretaresse van die nazi die Parijse musea leegroofde. Haar personage had dan ook in werkelijkheid een nog veel groter belang dan haar aantekenboekje met herkomstcodes van alle kunstwerken suggereert.

Blijkt er uit de rollen van de hoofdpersonen, die samen het speciale onderzoeksteam ‘The Monuments Men’ vormen, dat zij op hun tocht door Europa na D Day te weinig aandacht tonen voor de kunstwerken? Integendeel, kan ik als kunsthistoricus zeggen.

Bewondering voor oude kunst
Er wordt juist een ruime bewondering voor de oude kunst geëtaleerd; in schitterende close-ups van restauratie, afbouw, opslag en vervoer van de delicate historische artefacten wordt de herkomst van de kunstvakmensen geïntroduceerd. Vanwege het spoorloos verdwijnen van tabernakels, schilderijen en beeldhouwwerken is hun opwinding over de uiteindelijke herontdekking des te beter invoelbaar.

Clooney begint nota bene al onder de credits met gloeiende shots van Van Eijks altaarstuk uit Gent. De bron van de bewondering van de Brit Donald (Hugh Bonneville) voor Michelangelo’s Madonna met Kind in Brugge had misschien iets eerder kunnen worden geïllustreerd, maar dat wordt in ruime mate goed gemaakt door zijn aandoenlijke brief aan z’n vader, met bloedspatten en al, waaruit zijn liefde voor het kunstwerk blijkt.

The Monuments Men revisited

Mensenlevens opofferen?
Essentieel is de slotvraag van de film, gesteld door president Franklin Delano Roosevelt zelf: is het ’t nou waard geweest, om mensenlevens op te offeren voor kunst? Het antwoord blijkt – subtiel, niet letterlijk – uit het weerzien van kapitein Frank (Clooney zelf) met diezelfde Madonna van Michelangelo, wanneer hij als grootvader zijn kleinzoon meeneemt naar de kerk in Brugge. Dat ontroerde me. Daar is kunst voor: je kunt er persoonlijke herinneringen en ervaringen op projecteren.

Want laat ik het antwoord op de slotvraag van FDR maar rustig zo formuleren: waartoe is de mens op aarde? Om zichzelf te overstijgen. Wat draagt bij aan de ontwikkeling van de mensheid?

Kunst is voor mij de allerhoogste, want niet in waarde uit te drukken, prestatie van de mens. Wat is dus meer waard, een mensenleven dat misschien ooit iets zal kunnen gaan bijdragen aan de civilisatie, of een bewezen kunstwerk dat ons reeds als zodanig heeft verheven?

Het kunstwerk. Daarvan weet je de betekenis al zeker. Ik zou me opofferen voor de Nachtwacht, inderdaad. Om het dilemma nog sterker te maken: Clooney toont een slotbeeld van Rafaels Jonge man, op dia. Hij vraagt de president toestemming om daar naar te blijven zoeken. Wij weten inmiddels dat de nazi’s, niet gehinderd door enige kennis van renaissance-kunst, de vlammenwerper op dat schilderij hebben gezet. Doodzonde. Het werk komt nooit meer terug, net zo min als het stadshart van Rotterdam of de Grote Markt van Groningen.

Gouden vullingen
Hoewel we de afloop van de geschiedenis kennen – alhoewel, ik heb me ook nooit gerealiseerd dat dankzij Hitlers Nero-edict nog zoveel kunstwerken opzettelijk zijn vernietigd – blijft Clooney zijn film indrukwekkend houden. Met opslagloodsen vol Joodse huishoudvoorwerpen en gouden vullingen heeft hij ook aandacht voor de gruwelen van de oorlog, niet alleen voor de ‘schone schijn’.

Dat de ‘Monuments Men’ in deze film teveel soldaatje zouden spelen en minder oog hebben voor de kunst zelf, is eenvoudigweg gelegen in het feit dat zij tot militair bevorderd wàren. Overleven was niet alleen voor de kunstwerken essentieel, maar ook voor henzelf. Als zij zouden sneuvelen, zou er helemaal niemand meer om de kunst geven – zie de bevelhebber die een kerktoren kapot wil schieten als dat één soldaat redt. Geen wonder dus dat het team van kapitein Frank veel tijd spendeert in legerkampen en jeeps. Dat is in het echt ook zo geweest, getuige de foto’s onder de aftiteling.

Clooney bouwt sterk op naar de koude oorlog, wanneer de Russische Trofeeën Brigade op het nippertje wordt verslagen. Ook dat was WOII. Na de toevallige vondst van de door de Duitsers verborgen goudstaven blijkt weer eens hoe belangrijk geld is voor het militair-industrieel complex, en niet zozeer de esthetiek van de civilisatie. Dit maakt deze film in onze tijd nog belangrijker.

Componist Alexandre Desplat naast Matt Damon

Onnavolgbaar fraaie klanken
De score van Alexandre Desplat past de film als een handschoen. Wie beweert dat er niet genoeg kunstliefde uit de film zou blijken, heeft slecht geluisterd. Desplat heeft juist de gevoeligheid voor de schoonheid benadrukt. In onnavolgbaar fraaie klanken, in het idioom van emotionele grootheden als Hugo Friedhofer en Miklós Rózsa, begeleidt hij de beelden – of de verlangens naar de beelden – van de meesterwerken uit de kunstgeschiedenis. Dat was immers het dagelijkse beroep van de monumentenmannen. Hun levensgeschiedenis zit dus in die muziek, niet per se in het scenario of de dialogen.

Natuurlijk speelt Desplat ook met de ‘stoere jongens, ferme knapen’-illusie. Werkt hij bij de beelden die draaien om de esthetiek vaak met driekwartsmaten op houtblazers, voor de heroïek orkestreert hij voor koperblazers en slagwerk. Zijn mars is een ironische versie van The Great Escape van Elmer Bernstein (die door Engelse voetbalfans in de stadions wordt gefloten): tenslotte is die film (1963) van John Sturges ook een soort western/road movie door bezet Europa.

Daarmee helpt Desplats score The Monuments Men derhalve aansluiting te vinden bij de traditie van het genre ‘oorlogsfilm’. De componist is zelf ook te zien in de film, wanneer hij Matt Damon op een boerenkar een lift geeft (zie https://www.youtube.com/watch?v=nva7cIdb-oA, op 1:55). Meer dan alleen tongue-in-cheek heeft zijn muziek echter een grote gelaagdheid. Nu al vind ik het een van de rijkste scores van 2014.

Discussie
Ten slotte: ik heb overal in Europa beeldhouwwerken van Michelangelo opgezocht, terwijl zijn Madonna met Kind zo dichtbij is, in een kathedraal in België. Ook daaraan herinnert Clooney mij. Hij laat Rembrandts zien, filmt de kleuren omringd door het goud bij Van Eijk, en verlustigt zich tegelijkertijd toch ook stiekem in Speers maquette voor Hitlers Germania of het Führer Museum – net als ik, altijd weer huiverend om de megalomane grootsheid ervan. The Monuments Men gaat, met andere woorden, de discussies over waar openbare kunst thuishoort, niet uit de weg.

Uiteindelijk zet de film de kijker aan het denken over de teruggave-claims van Joodse families, een discussie die nog steeds niet is afgehandeld. De oorlogsspanning van de film – en spannend is het! – fungeert als spoonful of sugar die de bewondering voor de oude kunst bij de kijker binnen brengt. Dat is een grote verdienste van George Clooney, in deze tijd van bezuinigingen op de onmisbare cultuur.

Er is niks mis met deze film, integendeel. Hij moet op alle middelbare scholen worden besproken.

De soundtrack cd van The Monuments Men is uitgegeven op Sony Classical 88843022512, EU 2014, 60:46 minuten.

3 april 2014

 
 
MEER ESSAYS

Sol LeWitt

***

recensie  Sol LeWitt

Nederland gek op Amerikaanse minimal artist

door Mirthe van Lieshout

Nederlandse kunstliefhebbers waren gek op Sol LeWitt. De Amerikaanse kunstenaar werd al in 1968 gevraagd door onze grote musea en de tentoonstellingen waren een enorm goed bezocht succes. Waarom had Nederland zo’n bijzondere band met deze grondlegger van minimal art?

In de documentaire van Chris Teerink wordt dit langzaam duidelijk aan de hand van gesprekken met Nederlandse curatoren, museumdirecteuren en bevriende kunstenaars. LeWitt (1928-2007) was een invloedrijke kunstenaar die wordt beschouwd als grondlegger van de conceptuele kunst, in het bijzonder minimal art. Zowel inhoudelijk als in omvang ging hij verder dan we voorheen ooit gezien hadden. De film besteedt veel aandacht aan wat voor klus het was de gigantische werken te vervaardigen. En dat geeft een buitengewoon charmant kijkje achter de schermen van de moderne kunstwereld.

Ongelooflijk geduld
Alleen al de instructies waarmee LeWitt zijn assistenten aan het werk zette, zijn een welkome toevoeging. Bijvoorbeeld bij de muur waarop ze lijnen moesten tekenen: ‘Not straight not touching’. Vervolgens het proces: het aanbrengen van de kunstwerken kostte zo’n drie maanden, en het verwijderen nog eens twee. Met een ongelooflijk geduld zien we LeWitts team puzzelen met de instructies, lijnen aanbrengen en inkleuren. Maar geen enkele wanklank van de assistenten die aan het woord komen: met veel lof spreken ze over de kunstenaar en zijn werk. Ze genieten van het monnikenwerk dat ervoor nodig is om het tot stand te brengen. De beelden van de vervaardiging verrijken de werken.

Sol Lewitt

Over de kunstenaar zelf leren we mondjesmaat wat meer. Hij zocht de publiciteit nooit op: hij kwam niet naar openingen en deed geen televisieoptredens. Daardoor moeten we het hebben van één audio-opname uit 1974, enkele foto’s en de gesprekken met vrienden en collega’s. Die vertellen ons zijn visie op kunst, en op zijn eigen rol daarin. Die beschouwingen zijn soms moeilijk met elkaar te verbinden want ze zijn schijnbaar tegenstrijdig. Zo vertellen bevriende kunstenaars dat hij de ideeën belangrijker vond dan de uitvoering. Maar van de assistenten horen we dat de aandacht voor de uitvoering juist bijzonder groot was en dat esthetiek voor LeWitt de reden was dat hij het ‘nodig’ vond zijn werken te maken.

Exact geformuleerde opdracht
Die esthetiek wordt heel mooi duidelijk gemaakt in de film. De scènes zijn verweven met beelden van het aanbrengen van een van LeWitts grootste projecten: muurtekening #801, Spiral, dat in 2010 voor de derde keer in het Bonnefantenmuseum te zien is. Twee officiële assistenten uit New York en zes kunstenaars voeren de exact geformuleerde opdracht uit. Aan de binnenkant van de koepelzaal (‘de citruspers’) brengen ze met blauwe tape een dunne spiraal op de muren aan. De afstand tussen de lijnen is 10 cm, 143 omwentelingen maakt het kilometerslange plakband. Een heel precies ‘werkje’ dat niet in één keer goed gaat. Daarna wordt de hele zaal twee keer zwart geverfd. Het tape wordt weggehaald en een witte spiraal op de zwarte muur wordt zichtbaar. Vervolgens worden witte, hoekige sculpturen (Complex Forms no. 8), een gift van de royale LeWitt aan het museum, uitgepakt en in de zaal gezet. Zodra deze ijsschotsen zijn uitgepakt tegen de achtergrond van de spiraal zie je het esthetisch prachtige resultaat.

 

2 december 2012

 

MEER RECENSIES

Voyage extraordinaire, Le

***

recensie  Le voyage extraordinaire

‘Dit is geen film, dit is een gedicht’

door Cor Oliemeulen

Bijna iedereen kent Le Voyage dans la Lune, de verfilming van de reis naar de maan van Georges Méliès. Deze allereerste filmklassieker is magistraal gerestaureerd. De lange en kostbare weg hier naartoe is vastgelegd in de documentaire Le voyage extraordinaire.

Enkele mannen in een capsule worden met een gigantisch kanon afgeschoten, landen in een oog van de maan, worden gevangen genomen door maanwezens, weten te ontsnappen en keren veilig terug op aarde. Deze slechts veertien minuten durende sciencefictiontrip uit 1902 geldt als het eerste commerciële filmsucces. De effecten en de montage voor die tijd waren sensationeel. Om deze belangwekkende film voor het nageslacht te bewaren en te moderniseren, was Le Voyage dans la Lune een eeuw later toe aan grondige restauratie.

Montagetrucages
De documentaire Le voyage extraordinaire van Serge Bromberg en Éric Lange is opgebouwd uit drie delen. Allereerst maken we kennis met de Franse filmpionier Georges Méliès, die geen boodschap had aan de schaarse filmpjes eind negentiende eeuw. De enige gebeurtenissen die aan het celluloid werden toevertrouwd, beperkten zich tot militaire defilés en curiositeiten als schaatsende mensen, een man die zijn vrouw leert fietsen en een kussengevecht waarbij de veren in het rond vliegen. Méliès ging liever experimenteren en maakte ontelbare korte filmpjes die worden gekenmerkt door een theatrale stijl en montagetrucages.

De hoofdrol speelt hij meestal zelf, letterlijk en figuurlijk. Zo neemt hij in Un homme de tête (1898) zijn hoofd van zijn romp en zet het op een tafel, pakt het later weer op, gooit het in de lucht en vangt het op met zijn romp. Voor die tijd technisch hoogstaand, geniaal gemonteerd, artistiek en grappig. Huidige regisseurs als Costa-Gavras, Jean-Pierre Jeunet, Michel Gondry en Michel Hazanavicius spreken lovende woorden over Georges Méliès. Allen hebben een mening over de voortrekkersrol die hij vervulde en de ongekende schoonheid van Le Voyage dans la Lune.

Recensie Le voyage extraordinaire

Méliès had een kanon, de Apollo was een raket
In het tweede deel van de documentaire zien we hoe de film destijds tot stand kwam. Geïnspireerd door boeken van Jules Verne en H.G. Welles moest en zou Méliès een film over een reis naar de maan maken. Hoe spectaculairder hoe beter. Hij bouwde de allereerste filmstudio, optimaal gebruikmakend van het daglicht. Hij liet grote tableaus vervaardigen, zodat het tweedimensionale effect kon worden benadrukt. En hij verzon het verhaal. In de documentaire vertelt Tom Hanks dat Méliès direct is gelieerd aan de vaders van de Apollo-missies en hun fantasieën. ‘Méliès bouwde een groot kanon, zij bouwden een raket. Dat is het enige verschil.’

Pas na veertig minuten komt het echte werk aan bod: de restauratie van de film. De originele Le Voyage dans la Lune is in zwart wit, pas in 1993 ontdekte men een band waarvan de beeldjes één voor één met de hand zijn ingekleurd. Nu zijn we getuige van de moeizame, omvangrijke en zorgvuldige totstandkoming van de ultieme digitale versie. Niet minder dan 3680 beeldjes moesten worden gefotografeerd en gescand. De restaurateurs ontdekten beschadigingen en incomplete fragmenten. Het vervolmaken van een enkel beeld kostte soms uren, soms dagen. ‘Je kunt beter spreken van een wederopstanding dan van een restauratie’, merkt een medewerker op. Zijn collega is lyrisch over het eindresultaat: ‘Dit is geen film, dit is een gedicht.’

Authenticiteit bewaard gebleven
Hoewel de documentaire een aardig kijkje biedt op het leven van Georges Méliès, zijn er voor degenen die Hugo (2011) van Martin Scorsese hebben gezien weinig verrassingen. Het restauratieproces is interessant, maar niet sprankelend in beeld gebracht. Gelukkig is direct na afloop van Le voyage extraordinaire de gerestaureerde versie van Le Voyage dans la Lune te bewonderen, met elektronische muziek van het Franse duo Air. Ondanks en dankzij het gebruik van moderne technieken is de authenticiteit bewaard gebleven. Sterker nog: pas 109 jaar later zie je alle briljante details van dit onvervalste meesterwerk.

 

14 september 2012

 

MEER RECENSIES