De trieste, mooie wereld van Jim Jarmusch in 11 speelfilms

De trieste, mooie wereld van Jim Jarmusch in elf speelfilms (deel 1)

Jim Jarmusch

Jim Jarmusch observeert al 35 jaar lang buitenbeentjes, die belanden in bizarre, droogkomische situaties en dialogen. Met vaak minimale middelen, lange shots en deskundige aandacht voor de populaire cultuur. Zijn twaalfde speelfilm is Paterson (Nederlandse première 9 februari), een eenvoudig liefdesverhaal over een dichtende buschauffeur waarin elke nieuwe dag net even anders is dan de dag daarvoor. Het trieste, maar mooie universum van het icoon van de onafhankelijke Amerikaanse cinema in elf speelfilms. Deel 1.

door Cor Oliemeulen

1. – Permanent Vacation (1980)

Deze afstudeerfilm schetst al duidelijk de contouren van het minimalistische – door ogenschijnlijke nietsnutten bevolkte – universum waarmee Jim Jarmusch zich als onafhankelijk filmmaker op de kaart zou zetten. Een jonge jazzliefhebber dwaalt doelloos rond in een bijna uitgestorven New York vol rotzooi, hopen steen en graffiti. De spontane diefstal van een auto verschaft de coole punker de mogelijkheid om zijn heil elders te zoeken. Mooie zwart-wit fotografie van medestudent Tom DiCillo en gemaakt met een schamel budget van vijftien mille.

Jarmusch’ debuutfilm kon mede tot stand komen door regisseur Nicolas Ray (Rebel Without a Cause, 1955). Hij stelde de filmstudent aan als zijn persoonlijke assistent tijdens de productie van Lighting Over Water, de documentaire over zijn terminale longkanker die (de stug door rokende) Ray maakte met Wim Wenders. Toen Jarmusch zijn eerste filmscript aan Ray had voorgelegd, stuurde deze hem terug omdat er te weinig in actie in zat. Na wat aanpassingen bleek er nóg minder actie in het verhaal te zitten, waarmee hij Nicolas Ray overtuigde van zijn eigenzinnige talent.


 

2. – Stranger Than Paradise (1984)

Shadows betekende in 1959 de doorbraak van de eerste grote onafhankelijke filmmaker, John Cassavetes. Precies 25 jaar later was Stranger Than Paradise van Jim Jarmusch een nieuwe mijlpaal in de independent cinema. In tegenstelling tot het grotendeels geïmproviseerde debuut van Cassavetes volgen de protagonisten in Jarmusch’ doorbraakfilm nauwgezet het zelfgeschreven script. De werkeloze hippe post-punker Willie (John Lurie, die ook de muziek schreef) krijgt tegen zijn zin zijn nichtje Eva uit Boedapest te logeren. Aangekomen in New York verbaast zij zich over Willie’s levensstijl en eetgewoonte. Eva: “Waarom heet het een TV diner?” Willie: “Je wordt geacht het te eten als je tv kijkt.” Als Eva na een aantal dagen vertrekt naar haar tante in Cleveland vindt Willie dat toch wel jammer, want ze hebben immers samen veel tv gekeken en sigaretten gerookt.

Een jaar later besluit Willie om samen met zijn vriend Eddie per geleende auto af te reizen naar Cleveland, waar Eva in een fastfoodtent werkt. Hoewel het er steenkoud is verzucht Eddie: “Da’s gek. Je komt op een heel nieuwe plaats en alles ziet het er hetzelfde uit.” Het drietal besluit impulsief naar het warme Florida te rijden. Stranger Than Paradise is uiterst sfeervol gefilmd, kent talrijke droogkomische scènes en voelt als een beatnikfilm: ‘on the road’, maar verstoken van filosoferen, seks en drugs. De invloed van de door Jim Jarmusch bewonderde minimalistische filmmakers Yasujiro Ozu en Robert Bresson is waarneembaar.


 

3. – Down by Law (1986)

De zompige sfeer in Down by Law wordt bepaald door cinematograaf Robby Müller, vooral bekend vanwege zijn oogstrelende fotografie voor een aantal films van Wim Wenders (Im Lauf der Zeit, Der Amerikanische Freund, Paris Texas). Müller zou in nog vier andere films van Jim Jarmusch de plaatjes schieten. Ook John Lurie is weer van de partij (muziek en hoofdrol). Hij speelt de pooier Jack die een vrouw krijgt ‘aangeboden’, maar als hij ter plaatse gaat kijken wat voor vlees hij in de kuip heeft, blijkt er een wel heel jong meisje naakt in bed te liggen. Jack wordt onmiddellijk in de boeien geslagen. Ondertussen zwicht elders in de stad de lanterfantende DJ Zack (Tom Waits) voor een lucratief aanbod om een gestolen auto af te leveren, maar ook hij wordt er in geluisd.

Jack en Zack belanden samen in een cel en krijgen gezelschap van de Italiaanse spraakwaterval Roberto (Roberto Benigni). De droogkloterige dialogen en Roberto’s overspannen, positief bedoelde fratsen – hij tekent een raam op een celmuur zodat ze naar buiten kunnen kijken en zingt luidkeels ‘I scream, you scream, we all scream for ice cream’ met vet Italiaans accent – kunnen op de zenuwen gaan werken. Gelukkig lukt het om te ontsnappen, maar het trio verdwaalt in een uitgestrekt moerasgebied. Als in een droom belanden ze uiteindelijk in een afgelegen eethuisje en bloeit er een spontane romance op met de mooie eigenaresse (Nicoletta Braschi). Benigni was tijdens de opnames van Down by Law voor het eerst in Amerika en zou beroemd worden door zijn rol in het komische Holocaust-drama La vita è bella (1997), opnieuw met Braschi aan zijn zijde.


 

4. – Mystery Train (1989)

Quentin Tarantino had vast het doldwaze Mystery Train gezien voordat hij zijn eerste films ging maken. De symbiose van drie verhalen die zich grotendeels afspelen in een hotel in Memphis (waar de geest van Elvis rondwaart), de zwarte humor, quasi-intellectuele discussies over de popcultuur, hippe muziek uit voorbije jaren en een pistool dat per ongeluk afgaat – met Mystery Train bewijst Jim Jarmusch zijn oorspronkelijke narratieve talent. Bovendien kon het personage van Steve Buscemi met minimale aanpassingen zó in Tarantino’s Reservoir Dogs (1992) en andere meesterwerken als Fargo (1996) en The Big Lebowski (1998) van de Coen Brothers.

Alle rollen in Mystery Train zijn meesterlijk en vooral gortdroog. Allereerst maken we kennis met een Japans koppel (het meisje is gek van Elvis, de jongen idolaat van Carl Perkins) dat voor het eerst in Amerika is. Zij: “Waarom heb je altijd zo’n serieus gezicht?” Hij: “Ik ben gelukkig; dit is hoe mijn gezicht is.” En: “Memphis is eigenlijk net als Yokohama, maar er staan hier minder gebouwen.” In het tweede verhaal botst een welgestelde Italiaanse vrouw letterlijk tegen een praatziek meisje dat is gedropt door een dronken Brit (Joe Strummer, frontman van The Clash), die we in het derde verhaal ‘trigger happy’ terugzien. En wat te denken van de subtiele mimiek van Screamin’ Jay Hawkins als de in rood pak gestoken hotelklerk en Tom Waits die we driemaal om twee uur ’s nachts op de wekkerradio ‘Blue Moon’ horen aankondigen? (Notabene: Hawkins’ klassieker ‘I put a spell on you’ is een leidmotief in Stranger Than Paradise.)


 

5. – Night on Earth (1991)

Het leuke van scènes in een taxi is dat chauffeur en passagier elkaar (waarschijnlijk) maar eenmaal in hun leven ontmoeten, waardoor de bekentenissen voor het oprapen liggen. De kijker is getuige van vijf taxiritten in Amerikaanse en Europese steden op hetzelfde moment. Steden die Jim Jarmusch eerder bezocht, dus voor elk avontuur wist hij al met welke sfeershots hij elke scène wilde beginnen. Verwacht geen toeristische trekpleisters, maar eerder plaatjes van gevels, reclameborden, auto’s, rotzooi, graffiti en aanzet tot verval, zoals we die kennen uit zijn vorige films. Net als de onderkoelde humor en oprechte emotie (als er al sprake van emotie is).

Op een vliegveld in Los Angeles pikt een sjofele, kettingrokende taxichauffeur (Winona Ryder) een casting director (John Cassavetes-muze Gene Rowlands) op. Er volgt een gesprek over de verwachtingen des levens en een aanbod dat vriendelijk wordt afgeslagen. Hierna maken we in New York kennis met een Oost-Duitse chauffeur (Armin Mueller-Stahl) die niet kan rijden, zodat zijn passagier het stuur overneemt. In Parijs heeft Isaach De Bankolé een blinde vrouw op de achterbank en veroorzaakt een aanrijding omdat hij niet goed uit zijn doppen kijkt. In Rome vertelt Roberto Benigni zijn seksuele escapades aan een priester en heeft hij met zijn ADHD niet in de gaten dat de geestelijke op de achterbank langzaam bezwijkt. En in de sneeuw van Helsinki ontroert een taxichauffeur (Matti Pellonpää) zijn drie dronken passagiers met een droevige herinnering. Niet alle segmenten zijn even sterk, maar het format van Night on Earth is origineel en zien we heden ten dage nog terug in films en tv-programma’s.


 

6. – Dead Man (1995)

In zijn essay ‘Pillen en Pistolen’ noemt Alfred Bos Dead Man een ‘honderd procent acid western’. “Alles aan deze film is subversief. Het is een in zwart-wit gedraaide vertelling over een man die rondloopt met een kogel naast zijn hart en in feite al dood is, gespeeld door een Hollywood-ster, in een genre dat op dat moment al jaren passé is. Veel meer afstand van de Hollywood-orde kun je als onafhankelijke Amerikaanse filmmaker niet nemen.”

Die afstand komt vooral tot uiting in de genuanceerde zwart-wit fotografie van Robby Müller. Aangezien het hoofdpersonage (de reïncarnatie van dichter William Blake?) langzaam afstand neemt van alles waarmee hij is opgegroeid, kun je beter zwart-wit beelden tonen dan kleur, omdat kleur sneller associaties uit het verleden oproept. Bovendien speelt het verhaal zich af in de negentiende eeuw, dus schept zwart-wit meer historisch kader. En aangezien Jim Jarmusch vond dat de kleuren van de meeste westerns uit de jaren 50 en 60 erg op elkaar lijken, wilde hij liever de sfeer van een Akira Kurosawa-film dan van een Sergio Leone-western. Dead Man is niet alleen subversief, maar vooral bizar, absurd en geleidelijk aan psychedelisch. De begeleidende gitaarklanken zijn van Neil Young, die twee jaar later door Jarmusch zou worden gevolgd in de documentaire Year of the Horse.

 

4 februari 2017

 
‘De trieste, mooie wereld van Jim Jarmusch in elf speelfilms’ (deel 2)
 

Alle leuke filmlijstjes

5 films van ‘onbekende’ Marco Bellocchio

Vijf films van ‘onbekende’ regisseur Marco Bellocchio

Vincere

Op de laatste golven van het Italiaanse Neorealisme ontstond in de jaren 60 een dynamiek die zowel de filmwereld als de maatschappij wakker schudde. In het cinematografische geweld van Fellini, Antonioni, Bertolucci en Pasolini is Marco Bellocchio relatief onbekend gebleven. Onterecht. Ruim een halve eeuw na zijn regiedebuut gaat deze week Sweet Dreams (Fai bei sogni) in première. Vijf opvallende films uit zijn oeuvre.

door Cor Oliemeulen

1. – Fists in the Pocket (I pugni in tasca, 1965)

De eerste speelfilm van Marco Bellocchio is vaak aangemerkt als een van de betere regiedebuten in de filmgeschiedenis. We volgen de belevenissen van een disfunctionele familie, wat nog iets nieuws was in die dagen. Een blinde moeder, die niet bij machte is om het huishouden in goede banen te leiden, en vier kinderen die in meer of mindere mate epileptisch zijn. Het plot draait om de jonge, onrustige en impulsieve Alessandro (onvergetelijke rol van de Colombiaanse Zweed Lou Castel, in het Italiaans gedubd) die zijn oudste broer Augusto denkt te kunnen ontlasten door hun moeder en hun zwakzinnige broer om te brengen. Ook Alessandro’s haat-liefdeverhouding met zijn mooie zus Giulia (Paola Pitagora) is opmerkelijk: soms lijkt het alsof ze meer zijn dan broer en zus. Realistisch gefilmd (veel medium shots in de stijl van de Franse Nouvelle Vague), veelal tragische klanken van Ennio Morricone (in het zelfde jaar maakte hij de soundtrack van For a Few Dollars More) en een slotakte die discussie uitlokt.


 

2. – China is dichtbij (La Cina è vicina, 1967)

La Cina è vicina’ kalkt een groepje jonge maoïsten ’s avonds op een stadsmuur, terwijl ze worden betrapt door een politieagent op een fiets. Of hij nu wil of niet, de functionaris verdwijnt met wat bankbiljetten in zijn zakken, want tegen zoveel verbale bluf is hij niet bestand. Marco Bellocchio, toen nog actief lid van een marxistische partij in Italië, maakte met China is dichtbij een satire over politieke idealisten in een conservatieve omgeving en schroomt niet tegen wat heilige huisjes aan te leunen. Ondertussen maken we kennis met een professor die leider van de socialistische partij wil worden en zijn rijke zus die met jan en alleman de koffer induikt. De film ontaardt in een rommelige zedenschets op zijn Italiaans, waarin en passant het taboe rond abortus wordt doorbroken. Het meest memorabel is de geestige scène waarin een bedlegerige priester zich laat toezingen door een koortje jochies en de finale waarin de twee hoofdrolspeelsters zwangerschapsoefeningen met een voetbal doen.


 

3. – Sbatti il mostro in prima pagina (1972)

Met zijn belangstelling voor filosofie en politiek activisme heeft Marco Bellocchio veel oog voor de maatschappelijke turbulentie in het Italië van de jaren 70. Sbatti il mostro in prima pagina begint met minutenlange authentieke beelden van een oproer van ‘antifascisten’ in Milaan. We worden direct in een fascinerend drama getrokken nadat er vlak voor de verkiezingen molotovcocktails in het pand van het rechts-populistische dagblad Il Giornale belanden. De moord op de 17-jarige dochter van een gerespecteerde professor zal de politieke schermutselingen al snel een extra dimensie bieden. Aanvankelijk ziet de hoofdredacteur van de krant, Bizanti (Gian Maria Volontè), een prima gelegenheid om de losse verkoop op te schroeven: “Als Italiaanse moeders willen huilen, dan zullen ze huilen.” Maar wanneer hij zich realiseert dat een afgewezen vriend van het vermoorde meisje een linkse radicaal is, heeft hij de ideale dader en een prima instrument in handen om de verkiezingen te beïnvloeden. In het symbolische eindshot zien we een kanaal in de stad dat langzaam wordt vervuild met allerlei troep.


 

4. – Buongiorno, Notte (2003)

Naast zo’n 25 speelfilms maakte Bellocchio een aantal korte films én documentaires. In Sogni Infranti (1995) interviewt hij gedesillusioneerde leden van de Rode Brigades, vooral bekend van de geruchtmakende ontvoering van Aldo Moro in 1978. In 2003 volgde een historisch drama: Buongiorno, Notte. De kidnapping van de christendemocratische minister-president, waarbij drie politiemannen en twee bodyguards werden doodgeschoten, bracht het land in een toestand van shock. We volgen de vier kidnappers, één vrouw en drie mannen, vanaf het huren van een appartement waar Aldo Moro gevangen wordt gehouden tot het wegvoeren van de politicus bijna twee maanden later nadat volgens Proletarisch Recht doodstraf is gevonnist. Terwijl de extremisten hopen dat de arbeiders nu wel in opstand zullen komen tegen de heersende klasse, ziet het overgrote deel van de bevolking de Rode Brigades als ordinaire moordenaars. De spanning van de film zit hem in de psychologie tussen de kidnappers en Moro, en de kidnappers onderling. De toon verandert als de staatsman een ‘mens’ blijkt, maar de ‘arbeidersrevolutie kan geen gevoelens gebruiken’. Sfeervol door droombeelden van de vrouwelijke terrorist en tracks van Pink Floyd, zoals het hartverscheurende The Great Gig in the Sky.


 

5. – Vincere (2009)

Dit donkere melodrama wordt vaak beschouwd als Marco Bellocchio’s beste film. Hij gaat over de opkomst en glorietijd van dictator Benito Mussolini, bezien door de ogen van Ida Dalser, met wie hij in 1914 een hartstochtelijke liefdesrelatie en een zoon kreeg. Ida is idolaat van Benito en hangt aan zijn lippen als hij zijn politieke overtuigingen verkondigt. Zij verkoopt al haar bezittingen, zodat hij een krant kan beginnen. Maar dan blijkt dat Mussolini al getrouwd is en een kind heeft. Ida wordt aan de kant geschoven en opgesloten in een psychiatrische inrichting, terwijl hun zoon wordt ontvoerd en eveneens in een gesticht belandt. Ida zal heel haar leven blijven beweren dat zij getrouwd was met de dictator, maar dit is zowel in de film als in werkelijkheid nooit bewezen. Bellocchio maakte met Vincere een intrigerend historisch drama over een bruut die machtiger dan Napoleon wilde worden. En zoals vaker wisselt de Italiaanse cineast soepel tussen somber stemmende realiteit, archiefbeelden en korte droomsequenties. Glansrol van Giovanna Mezzogiorno, vorig jaar nog te zien in een filmadaptatie van Het Diner van Herman Koch, I Nostri Ragazzi.

 

29 december 2016

 

Alle leuke filmlijstjes

De 10 beste actrices?

De 10 beste actrices estafette-race

door Cor Oliemeulen

Weinig mensen zo fanatiek als het gaat om het maken van lijstjes als John Cusack in High Fidelity. Net bekomen van het samenstellen van de beste films van 2016, werd ik uitgenodigd door Nico van den Berg van Cine. De Filmkijker had het idee opgevat om als gezamenlijke filmbloggers een top 10 van beste actrices samen te stellen. Je laat er negen staan en vervangt één actrice door je eigen favoriet.

Dat blijkt een hele klus, want het liefst zou ik in een milde bui al zeker vier namen willen schrappen en zonder veel aarzeling vervangen door Jeanne Moreau, Hanna Schygulla en Liv Ullmann, tezamen goed voor tientallen films waarin zij de sterren van de hemel spelen. En dan is er nog een Amerikaanse actrice die sowieso thuishoort in de eregalerij van beste actrices uit de filmgeschiedenis, wat mij betreft nog eerder dan Katharine Hepburn, Elizabeth Taylor, Vivien Leigh, Claudette Colbert en zelfs Lillian Gish, de onbetwiste koningin van de zwijgende film.

Maar goed, regels zijn regels. En ik wil degene die mij het estafettestokje heeft aangereikt niet voor het hoofd stoten door zijn gerespecteerde inbreng direct naar de vergetelheid terug te verwijzen. Dat is mijn regel. Ik begin met de negen actrices die mogen blijven en eindig met mijn favoriet.

Wie moet weg? Natalie Portman – een actrice die als 12-jarige haar beste rol speelde (Léon) en wat mij betreft altijd redelijk eendimensionaal is gebleven – doet mij echt pijn aan de ogen in de lijst tot nu toe. Dus Natalie drop ik met genoegen, waarmee ik hopelijk de filmbloggers na mij gaarne een dienst bewijs.

 

1 – Cate Blanchett

Prachtige actrice natuurlijk, die mij uitermate beviel in Elizabeth en I’m Not There en flink wist te ontroeren in Blue Jasmine en Carol. Toch heb ik bij haar altijd het idee dat er nog veel meer inzit.

Cate Blanchett

2 – Audrey Hepburn

Alleen al als stijlicoon door Breakfast at Tiffany’s en haar onweerstaanbare charme in Roman Holiday en My Fair Lady maakt van Audrey Hepburn hopelijk een blijvertje.

Audrey Hepburn

3 – Isabelle Huppert

De meeste voorgangers roemden terecht één van de beste Franse actrices van de laatste vier decennia. Hoort door haar grote verscheidenheid aan rollen en mysterieuze sensualiteit misschien wel eerder in het rijtje thuis dan klassieke schoonheid Catherine Deneuve. Misschien dan.

Isabelle Huppert

4 – Annie Bos

Annie Bos, wie kent haar niet? Uh, ík, zal ik eerlijk bekennen. Echter het pleidooi van de vorige estafetteloper maakt wel nieuwsgierig en maakt Annie bij voorbaat interessanter dan ‘onze’ eerste bekende acteur, Lou Tellegen.

Annie Bos

5 – Julianne Moore

Relatief laat doorgebroken speelt ze in bijna al haar films oerdegelijk. Er zijn bovendien weinig actrices die zo geloofwaardig kunnen snotteren.

Julianne Moore

6 – Maggie Smith

Je staat niet voor niets in zo’n lijst, maar smaken verschillen. Als we toch al een oudere Britse actrice moeten kiezen ga ik voor Vanessa Redgrave, gevolgd door Helen Mirren en Judi Dench.

Maggie Smith

7 – Tilda Swinton

Tilda Swinton schijnt haar films en regisseurs bewust uit te kiezen, en dat is waarschijnlijk wederzijds. Voor mij te ongrijpbaar om altijd te kunnen bekoren, hoewel ik haar nog steeds het meest gelaagd vind in We Need To Talk About Kevin.

Tilda Swinton

8 – Kate Winslet

Wie houdt er nou niet van Kate? Echt zo’n actrice die ik graag volg vanaf het allereerste begin: Heavenly Creatures. Leuk, spontaan, aandoenlijk en als het mag verrassend geestig, bijvoorbeeld in het heerlijk opgebouwde Carnage.

Kate Winslet

9 – Marilyn Monroe

Haar mentor Lee Strasberg (de man die ‘method acting’ in Amerika introduceerde) noemde Marilyn Monroe eens zijn beste leerling. Zou ik ook hebben gezegd als ik hem was! Het best en meest geliefd als vrolijk dom blondje (The Seven Year Itch en Some Like It Hot) hoort ze alleen al vanwege haar legendarische status thuis in deze lijst.

Marilyn Monroe

10 – Bette Davis

Dat geldt absoluut voor Bette Davis, een actrice die ik aanvankelijk alleen maar kende van het volgende liedje:

She’ll tease you
She’ll unease you
Just to please you
She’s got Bette Davis eyes

Na mijn kennismaking met deze op en buiten de set pittige dame, was ik snel verkocht. Eén van de grote sterren in het Hollywood van de jaren 30 en 40. Een authentieke doorzetter pur sang en de vrouw die door haar strijd tegen de machtige filmstudio’s in Hollywood de weg baande voor alle actrices na haar. Verpletterend in drama’s als Of Human Bondage, Jezebel, The Old Maid, The Letter, The Little Foxes en Mr. Skeffington (nog steeds een van de beste films waarin het ouder worden aankomt als een mokerslag).

De som van al haar acteerervaring en levenslessen komt samen in een oprecht en onvergetelijk portret van een actrice die (volgens velen ook zelf als actrice) over haar hoogtepunt heen is: All About Eve (1950, Bette Davis is dan 41). Zeer gevat, onderzoekende blik, wilskrachtig en kwetsbaar tegelijk: een actrice op wie je alleen maar verliefd kunt worden. Het is en blijft een van de sterkste vrouwenrollen in de filmgeschiedenis.

Ik draag het estafettestokje graag over aan Bob van der Sterre.

22 december 2016

 

 


MEER LEUKE FILMLIJSTJES

5 films waarin iemand met een bijl een deur aan diggelen slaat

Vijf films waarin iemand met een bijl een deur aan diggelen slaat

Seed of Chucky

De bijlscène met Jack Nicholson in The Shining is iconisch. Toch is dit niet de eerste – en de laatste – keer dat iemand met een bijl een deur aan diggelen slaat.

door Cor Oliemeulen

1. – The Shining (Stanley Kubrick, 1980)

De scène is meer dan eens het meest griezelige fragment uit de filmgeschiedenis genoemd: Jack Nicholson slaat in The Shining met een bijl een badkamerdeur aan gruzelementen, steekt zijn hoofd in het gat en roept ‘Here’s Johnny!’ In deze adaptatie van het gelijknamige boek van Stephen King speelt Nicholson de conciërge van een ingesneeuwd hotel in de Rocky Mountains die tijdens de wintermaanden, waarin er geen gasten zijn, de verwarmingsinstallatie moet onderhouden.

Terwijl hij een boek probeert te schrijven, zijn zoontje geesten ziet en zijn vrouw eenzaam is, raakt de conciërge in de ban van een moordpartij die zich jaren geleden in het hotel heeft afgespeeld en slaan bij hem uiteindelijk de stoppen door. Voor deze beroemde scène werd een extra stevige deur gebruikt, omdat Nicholson, die destijds actief was bij de vrijwillige brandweer, het originele exemplaar te snel had verbrijzeld.

 

2. – Körkarlen (Victor Sjöström, 1921)

Stephen King was niet te spreken over Kubricks verfilming, met name de afloop van de film was in het verkeerde keelgat geschoten. Ook is er in het boek geen sprake van een bijl maar van een croquethamer. In een interview liet Kubrick zich ontvallen dat de bijlscène een ode is aan de vader van de Zweedse cinema, Victor Sjöström. Het fragment met de bijl lijkt inderdaad verdacht veel op een sleutelscène uit de stomme horrorfilm Körkarlen (The Phantom Carriage).

Ook die film is een bewerking van een gelijknamig boek, in dit geval van Selma Lagerlöf, de eerste vrouw die de Nobelprijs voor de Literatuur won. Het baanbrekende Körkarlen (Sjöström maakte al gebruik van overvloeiende beelden en flashbacks in flashbacks) volgt Georges. Hij is de laatste persoon die sterft tijdens Oudjaar en heeft als taak het komende jaar de zielen van alle overledenen op te halen met zijn rijtuig. Zo komt hij terecht bij zijn zojuist overleden vriend David en brengt hem terug in de tijd. David blijkt alcoholist en is in een agressieve bui door zijn vrouw Anna opgesloten in de keuken. Gelukkig voor hem ligt daar een bijl.

 

3. – Broken Blossoms or The Yellow Man and the Girl (D.W. Griffith, 1919)

Alcohol en bijlen gaan ook niet goed samen in de allereerste speelfilm waarin iemand zich met een bijl toegang verschaft tot een andere ruimte. In het klassieke melodrama Broken Blossoms van de Amerikaanse filmpionier D.W. Griffith en zijn muze Lillian Gish (dit succesvolle koppel kwam eerder ruimschoots aan bod in Vijf melodrama’s uit de oude doos) gaat een alcoholistische vader zwaar door het lint als hij merkt dat zijn dochter (Gish) een relatie met een Chinese jongen heeft. De deur van de kast waarin zij zich heeft opgesloten blijkt in de verste verte niet bestand tegen het brute geweld van haar vader, een notoire prijsvechter.

Niks geen happy ending: de finale van Broken Blossoms is mogelijk de meest sentimentele en ontroerende uit het tijdperk van de stomme film.

 

4. – Seed of Chucky (Don Mancini, 2004)

Sommige klassieke filmscènes schreeuwen om parodieën. Neem nu Chucky, de roodharige pop uit de Child’s Play-serie, die in 1988 in het leven kwam van het jongetje Andy en die bezeten bleek te zijn van de ziel van een seriemoordenaar. In deze horrorkomedie – bedacht en geschreven door Don Mancini, die zelf Seed of Chucky regisseerde – hakt het hoofdpersonage met hetzelfde bijltje.

Ook dit vijfde deel van de franchise is voer voor liefhebbers van creepy onzin. Zo zien we ‘The Pope of Trash’ John Waters als fotograaf, Britney Spears die wordt vermoord en zowaar een masturberende Chucky. Wanneer Chucky zijn hoofd in het vermorzelde gat van de deur steekt, weet hij niet meer wat hij moet roepen.

 

5. – Finding Nemo (Andrew Stanton, 2003)

In een animatiefilm over Nemo verwacht je niet direct een geweldsuitbarsting. Maar als het lieve clownsvisje uit nieuwsgierigheid het vredige leven in het Groot Barrièrerif achter zich heeft gelaten, ligt het gevaar in de grote open zee al snel op de loer.

Samen met de blauwe doktersvis Dory gaat vader Marlin op zoek naar Nemo, die uiteindelijk zal belanden in het aquarium van een tandarts in Sidney. In hun zoektocht naar Nemo ontmoeten Marlin en Dory drie haaien, die beweren dat ze vegetariërs zijn, maar wel agressief worden nadat Dory een bloedneus heeft opgelopen. De gevaarlijkste haai, Bruce, schroomt niet om zijn kop als bijl te gebruiken.

 

5 juni 2016

 

Alle leuke filmlijstjes

5 melodrama’s uit de oude doos

Vijf melodrama’s uit de oude doos

Sunrise

Bij een melodrama wordt vaak gedacht aan een film met een bedenkelijk niveau: een voorspelbaar verhaal over stereotiepe personages waarin een strijkorkestje de emoties versterkt. Dat is lang niet altijd terecht. Muziek speelt inderdaad een wezenlijke rol in dit theatrale genre, met name in de allereerste fantastische filmklassiekers waarin nog niet werd gesproken.

door Cor Oliemeulen

1. – Way Down East (D.W. Griffith, 1920)

Birth of a Nation van D.W. Griffith gold in 1915 als het vertrekpunt van de Amerikaanse filmgeschiedenis. Nieuwe montagetechnieken, camerabewegingen, massascènes, actieshots, dramatische close-ups én het geweldige melodramatische acteren van Lillian Gish leverde Griffith de bijnaam ‘De vader van de filmgrammatica’ op en Gish de titel ‘First Lady of American cinema’. Het duo, dat het ook op persoonlijk vlak goed met elkaar kon vinden, maakte nog meer noemenswaardige films.

Way Down East (1920) was een van Griffiths duurste en succesvolste films. Het verhaal gaat over de arme Anna die trouwt met de rijke Lennox, echter het blijkt een nephuwelijk. Anna komt alleen te zitten met een baby, die overlijdt. Ze vindt werk als huishoudhulp bij een boer, wiens zoon David haar wel ziet zitten, maar Anna wil hun liefde niet opzadelen met haar verleden. Als een roddeltante de boer over Anna’s verleden vertelt, vlucht ze de sneeuwstorm in en valt ze uitgeput op een op hol geslagen ijsschots. De grote vraag is of David haar kan redden voordat Anna in een waterval naar beneden stort. De opzwepende orkestratie in deze bloedstollende finale maakt van Way Down East een van de eerste geweldige klassieke melodrama’s.

 

2. – Orphans of the Storm (D.W. Griffith, 1921)

In een zwijgende film gebeurt het acteren meestal met grote gebaren omdat er nog niet hoorbaar werd gesproken. In de vroege films van Griffith is sprake van Victoriaans melodrama. Dat wil zeggen: stereotiepe karakters: vaak een slimme gemenerik en een dommige held én bijna altijd een dame in nood. Lillian Gish was de belichaming van zo’n damsel in distress.

In Orphans of the Storm (1921) spelen Lillian Gish en de oudere Dorothy Gish ook zusjes. Als wezen groeien ze op aan de vooravond van de Franse Revolutie. Helaas wordt één van de meisjes blind en worden ze voor lange tijd van elkaar gescheiden. De blinde zus belandt bij een boze vrouw die haar dwingt te bedelen, de ander wordt gevangen gehouden door een aristocraat. Het moment dat de zussen elkaar op een dag weer signaleren is hartverscheurend en ongekend melodramatisch: de een schreeuwt vanaf het balkon, de ander hoort dat beneden op straat en raakt buiten zinnen, maar helaas wordt hen de weg versperd en kunnen ze elkaar na al die tijd niet omhelzen. De guillotine fungeert uiteindelijk voor één van de zussen als eindpunt.

 

3. – Foolish Wives (Erich von Stroheim, 1922)

De extravagante geboren Oostenrijker Erich von Stroheim werd regieassistent van D.W. Griffith, maar bleek al snel ambitieus genoeg om zelf films te gaan maken. In zijn eerste wezenlijke drama speelt hij zelf de hoofdrol van een oplichter die zich in de Monegaskische jetset voordoet als Russische aristocraat. Met een zielig verhaal probeert hij geld van een Amerikaanse diplomatenvrouw af te troggelen. Von Stroheim, die naar zeggen moeilijk werkelijkheid van fantasie kon onderscheiden en in zijn privéleven regelmatig rond paradeerde als het personage uit zijn film, maakte met Foolish Wives de duurste film die tot dan toe was gemaakt. De protagonist, die naast bedrieger ook een enorme lafaard blijkt, krijgt gelukkig zijn verdiende loon.

Dreef Von Stroheim met de buitensporige aankleding (hij liet in de studio’s het casino van Monte Carlo nabouwen) de bazen van filmmaatschappij Universal tot waanzin, met zijn monumentale drama Greed (1924) zou hij zijn megalomane persoonlijkheid onderstrepen: een film met een lengte van negen uur (!) vond men wel al te gortig.

 

4. – The Crowd (King Vidor, 1928)

Met The Crowd (1928) maakte King Vidor de hooggespannen verwachtingen na het succes van de grensverleggende oorlogsfilm The Big Parade meer dan waar. De sleutelscène halfweg is te melodramatisch voor woorden, maar wél zeer geloofwaardig, ijzersterk geacteerd en belangrijk voor het vervolg van de schrijnende liefdesgeschiedenis.

We volgen de levenswandel van de op de Amerikaanse Onafhankelijkheidsdag van 1900 geboren John waarop zijn vader hem een gouden toekomst voorspelt. Niets is minder waar. Als hij zijn heil zoekt in New York om het te gaan maken, blijkt John één van de zeven miljoen zielen en lukt het hem niet om uit te stijgen boven de massa (de crowd). Vidor legt Johns anonimiteit vast met enkele inventieve, vernieuwende cameratechnieken, zoals in de beroemde scène waarin we John zien zitten achter zijn bureau en de camera van bovenaf langzaam uitzoomt, zodat we uiteindelijk honderden werknemers in de immense ruimte achter hun bureau waarnemen. In The Crowd leidt prachtig tranentrekkende misère tot oprechte liefde en toewijding.

 

5. – Sunrise: A Song of Two Humans (F.W. Murnau 1927)

Nadat hij enkele hoogtepunten van het Duits Expressionisme had afgeleverd, zoals Nosferatu (1922), Der Letzte Mann (1924) en Faust (1926) stak F.W. Murnau de Atlantische Oceaan over om in Amerika met behulp van een groot budget en volledige artistieke vrijheid een van de mooiste films uit het stomme tijdperk te maken: Sunrise: A Song of Two Humans (1927).

Door de artistieke hoogstandjes op het gebied van montage en belichting, alsook de rake sfeertekeningen, zou je bijna vergeten hoe fantastisch tijdloos Sunrise is. Een jonge boer laat zich verleiden door een femme fatale uit de stad om zijn vrouw te vermoorden tijdens een boottochtje en het op een ongeluk te laten lijken. Het conflict mondt uit in een meeslepend drama waar angst en schuld langzaam vervagen en waar de liefde en romantiek vanaf spatten. Met de regisseur liep het overigens niet zo goed af: Murnau maakte nog twee films voordat hij in 1931 omkwam bij een auto-ongeluk.

 

5 juni 2016

 

Alle leuke filmlijstjes

 

10 favoriete films van cursisten

Tien favoriete films van cursisten

A Streetcar Named Desire

De zesdelige cursus ‘Introductie in de filmgeschiedenis’ wordt afgesloten met het bespreken van keuzefilms van de cursisten. Bij de Volksuniversiteit Oss leverde dat de volgende selectie op. Met dank aan Patricia, Anneth, Gera, Pim, Joost en Peet.

door Cor Oliemeulen

1. – Good Will Hunting (Gus Van Sant, 1997)

De toenmalige jonge broekjes Matt Damon en Ben Affleck schreven samen het bekroonde script van Good Will Hunting. Damon speelt de hoofdrol, Affleck (terecht) een bijrolletje. Will Hunting is een eigenwijs boefje met een fotografisch geheugen die niets van studeren wil weten. Als hij werkt als schoonmaker in een school lost hij een zeer ingewikkeld wiskundig probleem op dat op een bord staat. Als het genie bekend is, wil men hem stimuleren om zijn uitzonderlijke talent in te zetten voor de wetenschap. Maar Will Hunting is een lastig en irritant mannetje. Gelukkig weet een psycholoog (Oscar voor Robin Williams) hem met beide beentjes op de grond te zetten.

2. – Fill the Void (Rama Burshtein, 2012)

Liefdesgeschiedenissen en gedwongen huwelijken in streng gelovige gemeenschappen mogen zich per definitie in de belangstelling van een schare fans hullen. Zo ook het Israëlische drama Fill the Void (Lemale et ha’halal), dat zich afspeelt in Tel Aviv. Nadat haar oudere zus Esther in het kraambed is gestorven, wordt de 18-jarige Shira door haar familie verplicht om te trouwen met de man van Esther. Echter Shira heeft een onverwachte verrassing in petto. Rama Burshtein schreef de film en was de eerste Orthodox-joodse vrouw die een grote film regisseerde. De vrouwelijke personages van Fill the Void worden regelmatig vergeleken met de in keurslijf gedrongen karakters van Jane Austen. Het drama won zeven Ophir Awards, de belangrijkste Israëlische filmprijzen.

3. – A Streetcar Named Desire (Elia Kazan, 1951)

De Amerikaanse schrijver Tennessee Williams bewerkte zijn beroemde boek A Streetcar Named Desire voor zijn gelijknamige toneelstuk (waarvoor hij in 1947 de Pulitzer Price won) en voor de gelijknamige film van Elia Kazan in 1951. De titel slaat op de tramlijn met de naam Desire die loopt langs het huis van Stella in een volkswijk van New Orleans. Stella’s zus Blanche (prachtige rol en Oscar Vivien Leigh) komt er een tijdje wonen, nadat zij door mysterieuze omstandigheden uit haar eigen woonplaats is vertrokken. De zussen hebben nog wat oud zeer te verwerken, en de wat onevenwichtige, snobistische Blanche ontwikkelt een dubbel gevoel voor Stella’s man Stanley (doorbraak Marlon Brando). Begeerte broeit in dit grootse drama met film noir-trekjes.

4. – Suddenly, Last Summer (Joseph L. Mankiewicz, 1959)

Ook dit drama is gebaseerd op een toneelstuk van Tennessee Williams en speelt zich ook af in New Orleans. Het is 1937 en een jonge vrouw (Elizabeth Taylor) zit in een psychiatrische inrichting omdat zij iets te maken zou hebben met de plotselinge dood van haar neef Sebastian. Een dokter (Montgomery Clift) wordt uitgenodigd door de steenrijke tante van de jonge vrouw, tevens de moeder van Sebastian (onvergetelijke Katherine Hepburn), en wordt voor het blok gezet: zijn armlastige ziekenhuis ontvangt een miljoen dollar op voorwaarde dat de dokter lobotomie bij haar nichtje toepast. Elizabeth Taylor was destijds dé grote filmster in Hollywood en eiste dat Montgomery Clift haar tegenspeler werd. Tennessee Williams vond Taylor een miscast, door wie hij volgens eigen zeggen moest overgeven. En Gore Vidal, die het scenario had geschreven, klaagde dat regisseur Joseph L. Mankiewicz het eind had veranderd.

5. – The Hours (Stephen Daldry, 2002)

Nog een Pulitzer Price-winnaar: Michael Cunningham. Hij schreef het sterk geacteerde drama The Hours, dat in 2002 werd verfilmd door de vrij onbekende Britse regisseur Stephen Daldry. We volgen drie generaties vrouwen die allemaal een band hebben met een roman van Virginia Woolf. In de jaren 20 maken we kennis met de Engelse schrijfster zelf (Oscar voor de bijna onherkenbare Nicole Kidman); in de jaren 50 leest een depressieve vrouw (Julianne Moore) het boek van Woolf en ziet net als de schrijfster het leven niet meer zitten; en in het New York van de jaren 90 organiseert het personage van Meryl Streep een viering voor haar dichtende aids-vriend (Ed Harris). Geen vrolijke film, wel indrukwekkend en behoorlijk feministisch.

6. – The Reader (Stephen Daldry, 2008)

In deze verfilming van het boek Der Vorleser van Bernhard Schlink blikt een Duitse advocaat (Ralph Fiennes) terug op het jaar 1958 waarin hij als vijftienjarige een liefdesaffaire met een oudere vrouw had. Jaren later blijkt dat zij bewaker in een naziconcentratiekamp was. De advocaat is de enige die weet waarom zij zich onnodig lang liet straffen. We zien Kate Winslet zonder make-up en in evakostuum regelmatig de liefde bedrijven, maar nooit voordat de jongeman een stukje heeft voorgelezen. De seksscènes in de film werden helemaal op het eind geschoten nadat acteur David Kross achttien was geworden. Winslet won de Oscar voor Beste Actrice en in hetzelfde jaar de Oscar voor Beste Vrouwelijke bijrol voor Revolutionary Road, waarin ze ook de hoofdrol speelde. Ze kon immers niet twee nominaties voor dezelfde categorie krijgen.

7. – Amores Perros (Alejandro González Iñárritu, 2000)

De debuutfilm van Alejandro González Iñárritu bestaat uit drie verhalen in Mexico Stad die zijn verbonden door een heftig auto-ongeluk en ….honden. Rauwe dramathriller met grof geweld tegen zowel mens als hond, maar wel realistisch en knap gemaakt. Net als in de tweede en derde film van zijn Trilogy of Death, respectievelijk 21 Grams  en Babel, weet Iñárritu door ingenieuze montage alle eindjes mooi aan elkaar vast te knopen. Filmdebuut van de Mexicaanse acteur Gael García Bernal als Octavio die een liefdesrelatie met de vrouw van zijn gewelddadige broer probeert aan te gaan. De talentvolle regisseur maakte later ook nog Biutiful, Birdman en The Revenant.

8. – The Dark Crystal (Jim Henson & Frank Oz, 1982)

Jim Henson kennen we natuurlijk van The Muppets. In 1982 maakte hij een fantasiefilm waarin grappige sketches zijn vervangen door een overwegend donker sprookje. We volgen Jen, een zogenaamde Gelfling, die de wereldorde moet zien te herstellen in een oorlog tussen de Skeksis, Urskeks en de Mystics. Het verhaal doet soms denken aan In de Ban van de Ring, maar moet het in tegenstelling tot de makers van The Lord of the Rings niet hebben van computeranimaties en een duizelingwekkend budget. De poppen en de decors van The Dark Crystal zijn ongeëvenaard vakwerk en de film geniet ruim dertig jaar later een cultstatus. De toenmalige release was geen succes in de bioscoop, want hij werd totaal overschaduwd door Tootsie en E.T..

9. – Le souffle au coeur (Louis Malle, 1971)

In het Frankrijk van de jaren 50 groeit de 15-jarige Laurent op in een welgesteld gezin. Hij is intelligent en fijnzinnig, houdt van literatuur en jazz, in het bijzonder van saxofonist Charlie Parker. De onvoorspelbare Louis Malle was in zijn imposante carrière nooit vies van wat controverse en maakte met Le souffle au coeur een prachtige nostalgische film over de tijdsgeest. Er is één bijzonderheid: de innige relatie tussen Laurent en zijn jonge moeder. Ze belanden samen in een kuuroord én in bed. Een ogenschijnlijk lastige kwestie in een aannemelijke context en luchtig, zelfs respectvol opgediend. Louis Malle maakte nog een groot aantal mooie films, zoals Ascenseur pour l’échafaud (met de trompet van Miles Davis) en Les Amants, allebei in 1958 en allebei met de beminnelijke Jeanne Moreau.

10. – Breaking the Waves (Lars von Trier, 1996)

Ook de Deense regisseur Lars von Trier kan met uitgesproken thema’s wel een potje breken. De toen nog onbekende Engelse actrice Emily Watson schittert als de kinderlijk naïeve Bess die opgroeit in een streng religieuze gemeenschap in de Schotse Hooglanden. Haar kersverse echtgenoot Jan raakt verlamd bij een ongeluk op een booreiland. Hij zegt tegen haar dat zij een nieuwe geliefde moet zoeken en hem in geuren en kleuren moet vertellen over de liefdesdaad, zodat ze toch nog intiem kunnen zijn. Door haar opstapelende schuldgevoelens draait Bess compleet door. Breaking the Waves kent invloeden van Dogme 95, maar voldoet niet geheel aan de strikte regels van deze filmbeweging. Deze eerste film van Von Triers Gouden Hart-trilogie werd gevolgd door het hilarische The Idiots (1998) en het muzikale Dancer in the Dark (2000), maar die zijn minder sterk dan dit onthutsende meesterwerk Breaking the Waves.

29 april 2016

 

Alle leuke filmlijstjes