Top 10 van het Millennium – Deel 7: Yordan Coban

Deel 7: Yordan Coban
Top 10 van het Millennium

In the Mood for Love (2000)

In the Mood for Love (2000)

In aanloop naar mijn lijst benoem ik kort een aantal onfortuinlijke films die de selectie niet gehaald hebben: Ex Machina (2015), Wild Tales (2014), Boyhood (2014), Her (2013), La grande bellezza (2013), La Vie d’Adèle (2013), Amour (2012), A Seperation (2011), A Prophet (2009), Synecdoche, New York (2008), There Will Be Blood (2007), No Country for Old Men (2007), Wall-E (2006) Grizzly Man (2005), Cloaca (2003), The Lord of the Rings-trilogie (2001-2003) en Requiem for a Dream (2001). En dan nu de lijst.

   door Yordan Coban

10. Ratatouille (2007)
Vlak voor het begin van de 21e eeuw werd de animatie-industrie gerevolutioneerd. Van kleurrijke onderwaterwerelden tot beangstigende dystopische realiteiten, 3D-animatie heeft ons veel te bieden. Toch is er geen animatiepersonage zo charmant als de kleine Remy uit Ratatouille. Filmrecensenten in het bijzonder zullen zich extra indringend kunnen identificeren met deze kleine rat. Tegen maatschappelijke conventies in volgt een echte recensent zijn gevoelige voelsprieten van cinematisch raffinement. Ratatouille is een film over inclusie, vriendschap, de kunst van het koken, maar vooral een betoog over het volgen van je passie.

9. Turist (2014)
Ruben Östlund is één van de interessantste filmmakers van het moment. Hij kijkt naar onze micro-gedragingen en ontleedt ze dusdanig confronterend dat het ons tot psychoanalyse in ons alledaagse handelen dwingt. Östlund speelt graag met de onuitgesproken conflicten tussen mensen en laat de kijker die invullen. De muziek en de manier van filmen heeft iets Kubrickiaans. Turist is beperkt in actie, rijk aan conflict en groots in toon.

8. Amélie (2001)
Sommige films dragen een universaliteit in zich die zelfs voor de grootste filmsnob niet te ontkennen valt. Stilistisch is geen film op dit lijstje zo invloedrijk als Amélie. Het kleurenpalet van Jean-Pierre Jeunet bestond in de jaren negentig slecht uit grauwe en duistere tinten, maar bevat in Amélie kleuren die voorheen niet bestonden. Het is prachtig geschoten, heeft memorabele muziek, is komisch verteld en vermaakt in bijna elke scène.

Amélie (2001)

Amélie (2001)

7. The Act of Killing (2012)
In documentaire wordt de kijker geconfronteerd met de diepgewortelde kracht van ideologie. Noah Oppenheim pelt zijn rottende fruit en toont ons de vruchten. Vruchten gekleurd door een verstikkend gevoel van schuld en spijt, die de daders de rest van hun leven met zich mee zullen dragen. Een kleine tol in verhouding tot de Indonesische massamoorden van de jaren zestig, maar genoeg om de kijker te overladen met emotie.

6. Eternal Sunshine of the Spotless Mind (2004)
Geen scenarioschrijver vandaag de dag is zo origineel als Charlie Kaufman. Zijn verhalen bestaan in geheel eigen contexten en verbreden de horizon voor wat mogelijk is met film op een wijze die vergelijkbaar is met Groundhog Day (1993) en The Truman Show (1998). Charlie Kaufmans films zijn uiterst persoonlijk en richten zich op waar kunst primair om draait: een kijkje nemen in de beleveniswereld van een ander.

5. Irréversible (2002)
Irréversible begint desoriënterend en voelt als het betreden van een wenteltrap tot de onderwereld, en dan, in het midden van de film, toont Gaspar Noë zijn hel: een verkrachtingsscène die A Clockwork Orange (1972) en Deliverance (1976) kindvriendelijk laten lijken. Noë wordt er vaak van beschuldigd een ordinaire provocateur te zijn. Alhoewel dat bij vlagen niet te ontkennen valt, geldt dat niet voor Irréversible. Het geweld is bijzonder excessief maar geeft de kijker een emotioneel inzicht in de wereld achter geweld en trauma.

4. La Pianiste (2001)
La Pianiste gaat over seksuele obsessie. Erika (gespeeld door Isabelle Huppert) is overdreven elitair bij dag en excessief seksueel bij nacht. In Paul Verhoevens Elle (2016) speelt Isabelle Huppert een identieke rol, een Freudiaanse weerwolf wiens ego de macht over het stuur verloren is. Net zoals Gustav uit Death in Venice (1971) volgt Erika haar duistere pad der lusten, met als onontkoombare consequentie, haar eigen ondergang.

3. Lost in Translation (2003)
De setting voor deze film over eenzaamheid komt nergens beter tot zijn recht dan in de dichtstbevolkste stad ter wereld. Het verhaal heeft niet veel meer om het lijf dan de sterke chemie tussen de twee hoofdpersonages Charlotte (gespeeld door Scarlett Johansson) en Bob (gespeeld door Bill Murray). Beiden verdrinken in eenzaamheid en vinden troost in elkaars gezelschap. Lost in Translation is als een melancholische existentiële vakantieliefde.

2. Caché (2005)
Michael Haneke waarschuwt voor het digitale tijdperk waarin wij leven. De mens krijgt al zijn drama van het beeldscherm en distantieert zich daarmee van de realiteit. In elk aspect van het moderne bestaan leeft de mens door schermen. Haneke laat in Caché zien dat de wijze waarop Europa met vluchtelingen omgaat niet alleen slechts de waanwereld van media en politiek is, maar een verborgen realiteit die ons met geweld achterhaalt.

1. In the Mood for Love (2000)
Freud stelde dat elke relatie een verhouding tussen vier personen is: de daadwerkelijke mensen, en hun fantasieën. Wong Kar-Wai verwerkt dit tot een onmiskenbaar elegante wals van muziek en kleuren die een lust voor de zintuigen zijn. De camera is verborgen, alsof de kijker de affaire geheimzinnig bespiedt. Is het ware verliefdheid die de twee tot elkaar brengt of slechts de fantasieën geboren uit de omstandigheden? Maakt het eigenlijk uit? Geen verliefdheid doorstaat de vergankelijkheid van tijd. Toch is misschien juist de herinnering aan een onbeantwoorde liefde er één die zich het meest potent in ons geheugen wortelt.

 

20 december 2019

 

Deel 1: Cor Oliemeulen
Deel 2: Tim Bouwhuis
Deel 3: Michel Rensen
Deel 4: Bob van der Sterre
Deel 5: Ries Jacobs
Deel 6: Sjoerd van Wijk
Deel 8: Ralph Evers
Deel 9: Alfred Bos

Top 10 van het Millennium – Deel 6: Sjoerd van Wijk

Deel 6: Sjoerd van Wijk
Top 10 van het Millennium

Spring Breakers (2012)

Spring Breakers (2012)

Liever dat het licht in de bioscoop dooft dan het leven in de wereld. Maar dat is de stand na twintig jaar 21ste eeuw. Ecologische ontrafeling in accelererend tempo. Kunst kan ons weer verbinden met de omgeving. Geeft ons de durf te blijven dromen van vergezichten. Cinema op zijn best herinnert aan het sublieme van het leven. Hier zijn tien favorieten van de afgelopen twintig jaar die dat sublieme elk op eigen wijze vinden.

   door Sjoerd van Wijk

10. Keane (2004)
Een verwarde vader op zoek naar zijn dochter in een enerverend kammerspiel, waar de kamer de drukke samenleving is. Keane confronteert, onthutst en zet dankzij de spanning een meeslepende karakterstudie neer.

9. The Darjeeling Limited (2007)
Diep binnen al het verfijnde en minutieuze maniërisme zit een melancholische kern die deze trektocht van drie broers in de ziel laat snijden. Een verbluffend rauw portret van een familie in crisis.

8. Laurence Anyways (2012)
Deze film ontwapent met een flitsende herdefiniëring van het begrip stoer. Het komt daarmee tot de kern van het wezen voorbij alle stereotypen. Wars van mode maar wel modieus is dit een adembenemende bevrijding.

7. Like Someone in Love (2012)
In Like Someone in Love is het leven een somber carnaval en dragen wij allen doodmaskers. Eenzaam in de taxi door de stad rijden is hier en sublieme reflectie op het verlies van contact. Een meditatieve overpeinzing over de liefde.

6. El abrazo de la serpiente (2015)
Een bedachtzame verhandeling over het failliet van technisch denken en de onmogelijkheid terug te keren naar het ecologische denken van onze verre voorouders. De enige weg is sierlijk voorwaarts, hier innemend ingeslagen door de oude wijsheden hun rechtmatige plaats te geven.

El abrazo de la serpiente (2015)

El abrazo de la serpiente (2015)

5. Ghost World (2001)
Twee vileine meiden en een incel avant la lettre leggen een saaie dystopie bloot. Deze duistere komedie slaat sardonisch om richting het unheimische. In de hilarische gemeenheid zit een welgemeend verlangen naar geestelijke autonomie die zich niet murw laat slaan.

4. An (2015)
An heeft ontzag voor de eenvoud door zich te verrukken om verrukkelijke versnaperingen. De zoetigheid geeft blijk van een transcendentaal respect voor de verbondenheid van al wat leeft. Het tranentrekkende einde verandert levens.

3. In the Mood for Love (2000)
Elk fraai beeld spreekt boekdelen over de tragische liefde. In the Mood for Love mijmert op prangende wijze over wat kan zijn of niet. Tussen de mazen van het eigenzinnige web door leeft de suggestie en daarmee de verbeelding.

2. Paterson (2016)
Meditatief eert deze film de kleine momenten en is daarmee het grootse waard. Eenvoudige werkdagen en gedichten komen samen voor een fraai visioen van tevredenheid die uitdaagt. Men kan niet spreken over de Tao, maar wellicht kan men deze wel filmen.

1. Spring Breakers (2012)
Een magistrale dans op brokstukken cultuurpuin. Spring Breakers viert het leven met spirituele onbevangenheid. Of toch niet? Dit gaat voorbij schoon of lelijk of enig andere tegenstelling. Wie open is, vindt transcendentie overal. En daarmee zichzelf. Spring break forever!

 

18 december 2019

 

Deel 1: Cor Oliemeulen
Deel 2: Tim Bouwhuis
Deel 3: Michel Rensen
Deel 4: Bob van der Sterre
Deel 5: Ries Jacobs
Deel 7: Yordan Coban
Deel 8: Ralph Evers
Deel 9: Alfred Bos

Top 10 van het Millennium – Deel 5: Ries Jacobs

Deel 5: Ries Jacobs
Top 10 van het Millennium

Donnie Darko (2001)

Donnie Darko (2001)

Ze zeggen dat alles vroeger beter was. Werden er vroeger betere films gemaakt? Dat lijkt me niet, maar wel zie ik naarmate ik ouder word steeds minder films die een verpletterende indruk op mij maken. Wellicht is dit de reden dat de meeste films in mijn top 10 uit de zero’s stammen. Verder valt op dat veel films in de lijst zich niet afspelen in de tijd waarin ze uitkwamen, maar één of meerdere decennia eerder.

Ries Jacobs   door Ries Jacobs

10. Malena (2000)
Als haar echtgenoot naar het front moet om te vechten tegen geallieerden, blijft de beeldschone Malena achter in een dorpje in Sicilië. Ze wordt er het object van roddel en achterklap. De enige die haar blijft adoreren is de twaalfjarige Renato, hij raakt meer en meer geobsedeerd door haar.

9. Der Untergang (2004)
De film volgt Hitler gedurende de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog en wordt niet gedragen door plotwisselingen – de kijker weer immers vooraf hoe het de nazileiders zal vergaan – maar door uitstekend acteerwerk. Vooral de scène waarin de familie Goebbels haar eigen kinderen om het leven brengt, bezorgt iedere keer weer kippenvel.

8. The Skeleton Key (2005)
Naar mijn mening ondergewaardeerde horror, gebaseerd op de Afro-Amerikaanse hoodoo-traditie waarin men gelooft dat mensen elkaars lichaam kunnen overnemen. Zonder special effects, zombies of demonen weet regisseur Iain Softley de spanning te creëren die de klassieke horrorfilms hadden.

7. The Texas Buyers Club (2013)
Biopic over Ron Woodroof, een Texaanse rodeocowboy die in 1985 te horen krijgt dat hij HIV heeft. Hij richt de Texas Buyers Club op die de dragers van het virus levensverlengende medicijnen geeft. Matthew McConaughey geeft prachtig weer hoe macho Woodroof toegroeit naar de door Jared Leto vormgegeven transgender Rayon.

6. Snatch (2000)
Iedereen jaagt op een dure diamant, wat uitmondt in scènes vol gitzwarte humor. Het originele en goed geschreven script vormt het geraamte van deze keiharde actiefilm, maar ook op de regie en het acteerwerk valt weinig af te dingen. Snatch is het bewijs dat actiekomedie wel degelijk leuk kan zijn.

5. Jarhead (2005)
De film, gebaseerd op het boek van Golfoorlogveteraan Antony Swofford, brengt in beeld hoe oorlog ook kan zijn. Zandhazen wachten in de woestijn op de actie die komen gaat. Ondertussen vervelen ze zich kapot en maken de zich meer zorgen over de ontrouw van hun vrouwen en vriendinnen, dan over Saddam.

American Beauty (2000)

American Beauty (2000)

4. American Beauty (2000)
De film stamt uit 1999, maar verscheen in 2000 in de Nederlandse bioscopen. Centraal staat de met een midlifecrisis kampende veertiger Lester Burnham. Regisseur Sam Mendes brengt zijn kritiek op het Amerikaanse materialisme op een vaak humorvolle manier, waardoor de zware thematiek niet te pathetisch wordt.

3. Das Leben der Anderen (2006)
In 1984 krijgt een medewerker van de Oost-Duitse inlichtingendienst Stasi de opdracht een dissidente toneelschrijver en zijn acterende vrouw te bespioneren. Ulrich Mühe kruipt in de huid van een koude en eenzame spion die het liefdevolle echtpaar bespioneert. Mühe ontroert, maar bezorgt tegelijkertijd de koude rillingen.

2. Tillsammans (2000)
Een getrouwde vrouw verlaat haar man en gaat samen met haar twee kinderen naar de commune waar haar broer woont. De film geeft de sfeer van de jaren zeventig weer, progressieve hippies tegenover oude normen en waarden. Regisseur Lukas Moodysson weet alle facetten van de heersende tijdsgeest te belichten.

1. Donnie Darko (2001)
De getroebleerde tiener Donnie Darko ziet in een visioen een monsterlijk konijn, wat een reeks van gebeurtenissen in gang zet. Regisseur Richard Kelly combineert in zijn debuut bovennatuurlijke elementen met het leven in de Amerikaanse suburbs. Zo schept hij een spooky sfeer zonder over de top te gaan.

 

15 december 2019

 

Deel 1: Cor Oliemeulen
Deel 2: Tim Bouwhuis
Deel 3: Michel Rensen
Deel 4: Bob van der Sterre
Deel 6: Sjoerd van Wijk
Deel 7: Yordan Coban
Deel 9: Alfred Bos

Top 10 van het Millennium – Deel 4: Bob van der Sterre

Deel 4: Bob van der Sterre
Top 10 van het Millennium

O Brother, Where Art Thou (2000)

O Brother, Where Art Thou (2000)

Het is even schrikken, als je van de afgelopen twintig jaar de beste tien films moet noemen. Je bekijkt je dvd-kast en denkt: hoe kan ik met goed fatsoen hier een selectie van maken? Elke dag is anders, elke stemming is anders. Bovendien besef je ineens wat je allemaal niet hebt gezien. Al die Koreaanse, Japanse, Chinese films die ik heb gemist. En dan de tijd die verstrijkt! Van Before Sunrise naar Before Midnight; samen met Julie Delpy en Ethan Hawke word je ouder. Toch maar een keuze maken dan. Bij deze een top tien, die morgen weer zo anders kan zijn.

Bob van der Sterre   door Bob van der Sterre

O Brother, Where Art Thou (2000)
De Coen-brothers: ze zijn flink gelauwerd voor hun films van de afgelopen twee decennia maar hun beste werk maakten ze toch, vind ik, in de jaren negentig. Die gouden periode eindigde voor mij met deze parel in het jaar 2000: O Brother, Where Art Thou. De Odyssee van Homerus verplaatst naar het VS van de jaren dertig. Geschiedenis, taal, humor, muziek en acteerwerk zijn hier in een bijzondere harmonie.

Werckmeister harmóniák (2000)
Arthouse zoals het echt bedoeld is. Deze film van Béla Tarr zit vol mysterie en eigenzinnigheid en is zo anders dan anders. 39 shots in twee uur. Twee minuten lang alleen maar lopende mannen – dat iemand dat durft! Een film om nog eens en nog eens te bekijken en er dan rustig over na te denken. De walvis, de Prins, de vernielingen? Frappant is de tijdloosheid van de film: je zweert de hele tijd dat ie rond 1968 gemaakt moet zijn.

Mulholland Drive (2001)
Ik heb al een essay over geschreven over de emotionele sensaties die deze film teweegbrengt. Daar laat ik het bij.

Adaptation. (2002)
Zoals mensen naar stadions gaan om Messi te zien voetballen, kijk ik in cinema graag naar de verhalen van het prachtige absurde brein van Charlie Kaufman. Lastig kiezen tussen Eternal Sunshine… en Synecdoche New York en deze film. Deze wint want de gave van de homo sapiens om je aan te passen is een mooi, zeldzaam thema, en het verhaal is prachtig maf tot en met het vaak onbegrepen einde aan toe.

Cargo 200 (2007)
Aleksej Balabanov – hij leeft niet meer helaas – laat een gevarieerd oeuvre achter. Cargo 200 is een fascinerende film over de jaren tachtig in Sovjet-Rusland met veel cynische, zwarte humor. En vond je dit al schokkend? “Het leven was nog veel erger dan wat je in deze film ziet”, zei Balabanov. Net als Kochegar (2010) vind je meer achter die cynische oppervlakte dan je aanvankelijk denkt. Balabanov geeft je de puzzelstukjes maar geeft geen handleiding hoe je de puzzel moet maken (en of er eigenlijk wel een puzzel is).

You, the Living (2008)
Roy Andersson maakt cinematografische schilderijen met veel droge humor. Iedere scène is minutieus voorbereid vanuit stilstaande frames. Timing is essentieel. Zo krijg je pareltjes van korte films die samen een hele film vormen. Welke te kiezen tussen Songs from the Second Floor (2000), You the Living (2008), A Pigeon Sat on a Branch Reflecting on Existence (2014)? Eigenlijk doet het er niet toe.

Amer (2009)

Amer (2009)

Amer (2009)
Héél weinig filmmakers verdiepen zich echt in stijl. Het verwijt ‘style over substance’ ligt dan altijd op de loer (terwijl je het verwijt ‘substance over style’ toch zelden hoort). Hélène Cattet en Bruno Forzani zijn de uitzonderingen op de regel – maar ik had hier ook Peter Strickland (Duke of Burgundy, Berberian Sound Studio) kunnen noemen. Ik geniet enorm van hun antisoberheid. Jammer dat Cattet en Forzani nooit gekoppeld worden aan een echt goede scriptschrijver. Dat het er subliem uit zou zien lijdt geen twijfel.

Holy Motors (2012)
Een film is ook acteerwerk, je zou het met alle montage en cgi-trucs soms bijna vergeten. Dit is een tour de force van een acteur: Denis Lavant. Hij acteert dat hij acteert. Zijn metamorfose van zwerver die bloemen eet tot rijke stervende man is indrukwekkend. Deze volslagen eigenzinnige film van Leos Carax biedt met zijn mysterieuze verhaal veel ruimte voor je eigen interpretatie als kijker. Dat maak je veel te weinig mee in film. Mooi moment als hij na het sterven weer opstaat uit bed… ‘Sorry, ik heb nog een afspraak.’

La grande bellezza (2013)
Oef, wat een plezier straalt deze film uit… Een openingsscène die briljant de toon zet. En dan volgt een smeuïge satire met veel visuele schittering. Zeer smakelijk acteerwerk van Toni Servillo als schrijver Jep Gamperdella. Camerawerk, kleur, muziek: allemaal mooi. Veel films houden zich in – La grande bellezza gaat er helemaal voor. Een complete film van Sorrentino, die later ook met Youth en Loro zowel pers als publiek blij wist te maken.

Realité (2014)
Een half uur totale onduidelijkheid doorstaan, betaalt zich uit in een cinematografisch Escherschilderij. Hoe je dit verhaal ook ontrafelt, je zal nooit de echte werkelijkheid vinden. Tegelijkertijd voelt het ook aan als een cynisch commentaar. Een afrekening met de rol van geld in cinema. Zwijnen die video’s inslikken; de cameraman die neergeschoten wordt; de presentator met ‘eczeem van binnen’; de producer die wacht op iets geniaals. Het gaat hier om een eigen, onzichtbare logica van Quentin Dupieux – die doet denken aan de romans van Raymond Queneau.

 

12 december 2019

 

Deel 1: Cor Oliemeulen
Deel 2: Tim Bouwhuis
Deel 3: Michel Rensen
Deel 5: Ries Jacobs
Deel 6: Sjoerd van Wijk
Deel 7: Yordan Coban
Deel 8: Ralph Evers
Deel 9: Alfred Bos

Top 10 van het Millennium – Deel 3: Michel Rensen

Deel 3: Michel Rensen
Top 10 van het Millennium

Un beau soleil interieur (2017)

Un beau soleil interieur (2017)

Het leukste aan eindejaarslijstjes is dat je over je favoriete films mag praten. Het vervelende dat het er maar tien mogen zijn. Deze lijst had zo driemaal zo lang kunnen zijn zonder in kwaliteit in te boeten. Dan vallen ook films die nooit in Nederland uit zijn gebracht buiten de boot, waardoor prachtfilms als Nervous Translation (Shireen Seno, 2017) en A Midsummer’s Fantasia (Jang Kun-jae, 2014) afvallen. Tegen de tijd dat je dit leest, ben ik vast alweer van mening veranderd en had die ene film er toch ook in gemoeten. So be it.

Michel Rensen   door Michel Rensen

10. Frances Ha (2012)
De samenwerking tussen Noah Baumbach en Greta Gerwig bleek goud. Met een gedeelde screenwriting-credit nam Baumbach achter de camera plaats en Gerwig ervoor. Gerwig danst met zoveel frivoliteit door het beeld, waardoor veel scènes aanvoelen alsof ze ter plekke tot stand zijn gekomen. Hun succesvolle samenwerking werd opgevolgd door het minstens even sterke Mistress America (2015) dat de Nederlandse bioscopen helaas niet haalde.

9. Lazzaro Felice (2018)
Een maatschappijkritisch sprookje dat zijn boodschap zo prominent uitdraagt dat het nooit zou kunnen werken. Maar Alice Rohrwacher creëert met Lazzaro Felice magie op het grote doek. Vanaf het eerste moment voel je dat je iets bijzonders kijkt.

8. 4 Months, 3 Weeks, 2 Days (2007)
Mungiu zette de Roemeense New Wave definitief op de kaart met zijn Gouden Palm-winnende abortusdrama. Zich afspelend in de nadagen van het communistisch regime onder Ceausescu – waar abortus verboden was – waagt Gabita met de hulp van Otilia het om een ongewenste zwangerschap te verbreken. Beklemmend tot op het bot.

7. Mamma Mia! (2008) 
Er is geen film zo vermakelijk als Mamma Mia!. De film dwingt je om luid, en net zo vals als de acteurs, mee te zingen en nadat de film afgelopen wil je gewoon niets liever dan dezelfde twee uur nog eens opnieuw beleven. Entertainment pur sang.

6. Inherent Vice (2014)
De vraag was niet of Paul Thomas Anderson in deze lijst zou staan, maar met welke film. Voor al van zijn meesterwerken vallen genoeg argumenten te vinden om hem in een toplijst op te nemen. Inherent Vice weet de ongrijpbare postmoderne literatuur van Thomas Pynchon perfect te grijpen, maar de vertaling naar film levert een bijzondere, vervreemdende ervaring op.

5. Police, Adjective (2009)
Corneliu Porumboiu verheft verveling tot een kunstvorm. Cristi (Dragos Bucur) volgt een stel tieners dat wiet rookt dagenlang. De verveling van het personage is voelbaar én vormt een kritiek op de bureaucratie van het politiebestel. Met een briljante, spannende slotscène waarin uit een woordenboek voorgelezen wordt.

4. Clouds of Sils Maria (2014)
Deze hoofdrol in Assayas’ film leidde ertoe dat Juliette Binoche een rol in Godzilla (2014) accepteerde om die ene regel dialoog over het spelen in een blockbuster toch net wat overtuigender te kunnen brengen. Heerlijke Franse praatfilm vol filosofische reflecties en met Kristen Stewart tegenover Binoche een paar waar weinig acteursduo’s tegenop kunnen.

Turist (2014)

Turist (2014)

3. Turist (2014)
Östlunds films zijn fascinerende deconstructies van maatschappelijke structuren. In Turist blijft Tomas een fout onverbiddelijk ontkennen om de illusie van zijn mannelijkheid in stand te houden. Het vervreemdende skioord en een briljant gebruik van Vivaldi’s De vier jaargetijden maken Turist tot één van de meest hilarische én pijnlijke films van deze eeuw.

2. Children of Men (2006)
In 2006 verbeeldde Alfonso Cuarón de Brexit-esthetiek 10 jaar voor het referendum plaatsvond. In een post-apocalyptisch Groot-Brittannië, afgezonderd van de rest van de wereld, vertelt Children of Men continu twee verhalen. De film volgt Clive Owen op de voorgrond, terwijl op de achtergrond de politieke situatie schrijnend verbeeld wordt.

1. Un beau soleil interieur (2017) 
Niemand vangt haar personages met zoveel affectie als Claire Denis. Denis slaagt erin binnen het uitgekauwde genre van de romantische komedie een wervelend meesterwerk te maken. Via de vorm van de dialogen weet Denis bij elke potentiële minnaar duidelijk te maken dat Isabelle (een fenomenale Juliette Binoche) er niet in zal slagen met deze man samen te zijn. Een pijnlijk portret dat in de handen van elke andere regisseur zeer waarschijnlijk tot een klucht had geleid, wordt door Denis met zoveel liefde behandeld dat ondanks Isabelle’s ietwat naïeve levenshouding, je als kijker niet anders kunt dan voluit meegaan in haar verlangen.

 

9 december 2019

 

Deel 1: Cor Oliemeulen
Deel 2: Tim Bouwhuis
Deel 4: Bob van der Sterre
Deel 5: Ries Jacobs
Deel 6: Sjoerd van Wijk
Deel 7: Yordan Coban
Deel 8: Ralph Evers
Deel 9: Alfred Bos

Top 10 van het Millennium – Deel 2: Tim Bouwhuis

Deel 2: Tim Bouwhuis
Top 10 van het Millennium

The Tree of Life (2011)

The Tree of Life (2011)

Voor mijn millenniumlijst was ik op zoek naar films met definitie en visie – titels die me bij zijn gebleven en me vrijwel zeker zullen bijblijven, omdat ze hun eigen verhaal vertellen en daarmee direct ook weigeren te veel van andere stemmen afhankelijk te zijn. Omdat hier over een paar maanden misschien alweer andere titels zouden staan, noem ik graag enkele runner-ups: Zodiac (2007), Loveless (2017), Like Father, Like Son (2013), Risttuules (2014) en Werckmeister Harmóniák (2000).

Tim Bouwhuis   door Tim Bouwhuis

10. Sunset (2018)
László Nemes is dé zeldzame regisseur van deze tijd die je de geschiedenis kan laten begrijpen door je er voor even deel van te maken. De door schoolboeken gedicteerde aanleidingen van de Eerste Wereldoorlog zijn nergens zonder het onheil dat tastbaar in de lucht hangt, en zonder de ogen van een dame die de wereld voor haar ogen ziet instorten.

9. The Assassination of Jesse James by the Coward Robert Ford (2007)
De enige western van na de eeuwwisseling die zich wat mij betreft serieus kan meten met de canon-werken uit de hoogtijperiode van het genre. Met ongeëvenaard camerawerk van Roger Deakins, Brad Pitts beste rol en een schrijnend kalme verkenning van vriendschap en verraad.

8. Grizzly Man (2005)
Het is al even terug dat ik Grizzly Man zag, en toch gebeurt het soms nog steeds dat ik de laatste videopname van Timothy Treadwell voor me zie en huiver. Alleen als je niet acteert zou je aarzelen om uit je eigen frame te stappen. Onmisbare film over de relatie tussen mens en natuur.

7. Once Upon a Time in Anatolia (2011)
Nuri Bilge Ceylan won Cannes met het genadeloze Winter Sleep, maar deze voorganger is wat mij betreft nog unieker door de manier waarop hij alle betekenis terloops verbeeldt en conclusies aan zijn publiek laat. Eén van de beste filmmakers van deze tijd doorgrondt keer op keer zijn eigen land.

6. The Act of Killing (2012)
De geschiedenis wordt geschreven door de winnaars, en het zijn die winnaars die goed en kwaad scheppen. Joshua Oppenheimer begreep dat een politieke documentaire over collectieve schuld deze wet nooit zou kunnen hervormen. Eenmaal begraven bouwen herinneringen een muur voor de geest, die alleen door de daad van het doden weer opgebroken kan worden.

5. Inland Empire (2006)
Een film als een koortsdroom, die droomfabriek Los Angeles in een double bill met Mulholland Drive (2001) genadeloos aan stukken trekt. ‘La La Land’ is een nachtmerrie die door David Lynch aan het daglicht wordt blootgesteld – als je dat niet volledig begrijpt, voel je het bij het zien van deze angstgegner hopelijk in je poriën.

Burning (2018)

Burning (2018)

4. Burning (2018)
Met literaire precisie trekt de eerste cineast van Zuid-Korea (dat is inclusief Joon-Ho Bong) zijn land uit elkaar in een film die zo subtiel is dat je er alleen daarom al kippenvel van krijgt. Ik ken weinig titels waarin een regisseur de waarheid al zo terloops verpakt in de allereerste scène, om de suggestie vervolgens onhoudbaar ver op te rekken.

3. Memento (2000)
De tragiek van verlangen is dat ze de mens meestal de baas is – vervolgens sneuvelt de waarheid. Nolan spiegelt dat pijnlijke proces in de filmvorm van zijn doorbraakfilm, een wraaktocht op meesterrecept. In mijn keuze speelt onvermijdelijk mee dat ik mijn masterscriptie over deze film schreef en nog steeds woorden tekort kwam.

2. Lazzaro Felice (2018)
In een wereld die zo schuldig is dat ze onschuld niet meer herkent, verzacht Alice Rohrwacher de onmiskenbare politieke dimensie van haar derde film met mythologie en beeldpoëzie. Eerder bevestigden Corpo Celeste (2011) en Le Meraviglie (2014) haar grote talent.

1. The Tree of Life (2011)
Waar het kleine en het grote samenkomen, is heel de wereld één, zei geen filosoof in het bijzonder. The Tree of Life is een verkenning van het complete universum zoals alleen een poëet als Terrence Malick hem bleek te kunnen maken. Film als een gevoelsmysterie voor de eeuwigheid.

 

6 december 2019

 

Deel 1: Cor Oliemeulen
Deel 3: Michel Rensen
Deel 4: Bob van der Sterre
Deel 5: Ries Jacobs
Deel 6: Sjoerd van Wijk
Deel 7: Yordan Coban
Deel 8: Ralph Evers
Deel 9: Alfred Bos

Top 10 van het Millennium – Deel 1: Cor Oliemeulen

Deel 1: Cor Oliemeulen
Top 10 van het Millennium

Spring, Summer, Fall, Winter… and Spring (2003)

Spring, Summer, Fall, Winter… and Spring (2003)

Geen films van Paul Thomas Anderson, Hirokazu Koreeda, Michael Haneke, Martin Scorsese, Alejandro G. Iñárritu, Hayao Miyazaki, Coen-broers, Darren Aronofsky, Pedro Almodóvar, Asghar Farhadi, Bahman Ghobadi en Christopher Nolan? Ja, dat kan! Maar doet ook pijn. We kiezen slechts tien films die dit millennium in de Nederlandse bioscoop hebben gedraaid. Dat betekende verzamelen, kijken, selecteren, afwegen, nog eens kijken, dubben en schrappen. Wat schetst mijn verbazing dat er maar liefst drie Zuid-Koreaanse films overblijven. Dat kan geen toeval zijn.

   door Cor Oliemeulen

Spring, Summer, Fall, Winter… and Spring (2003)
Kim Ki-duk onderzoekt in zijn films consequenties van keuzes en gedrag. Soms schokkend zoals in het verontrustende Pieta, soms sereen zoals in deze oogverblindende meditatie, waarin de cyclus van natuur en mens parallel loopt. Niet zomaar verstilde cinema, maar met een fascinerend verhaal over mentor en leerling… en mentor.

Memories of Murder (2003)
Zijn aanklacht tegen de kapitalistische maatschappij in het recente Parasite bevat een vette knipoog en vloeit voort uit Bong Joon-ho’s eerste meesterwerk waarin drama, thriller en satire in elkaar overvloeien. De psychologische, suspensevolle en soms hilarische zoektocht van drie politieagenten naar de dader is belangrijker dan de ontmaskering.

The Handmaiden (2016)
Nog meer dan zijn twee vorige, niet minder talentvolle, Koreaanse collega’s blinkt Chan-wook Park (Oldboy) uit in een uitgesproken visuele stijl en een intelligent plot waarin de slechte eigenschappen van de mens de boventoon voeren. Deze ménage à trois is een geniale mix van erotische thriller, historisch drama en zwarte humor, en zet je een paar keer helemaal op het verkeerde been.

Eternal Sunshine of the Spotless Mind (2004)
Er valt weinig te lachen in dit naar mijn mening meest romantische drama van het millennium waarin een man (een serieuze Jim Carrey in zijn beste rol) zijn geheugen laat wissen nadat hij ontdekt dat zijn ex-vriendin (Kate Winslet) hetzelfde heeft gedaan. Hoeveel ontroering kan een mens verdragen in dit (bijna) onvergetelijke sciencefictionsprookje?

The Act of Killing (2012)
In Indonesië werd nog nauwelijks gesproken over het schrikbewind van generaal Soeharto dat medio jaren 60 naar schatting een miljoen (vermeende) communisten het leven kostte. Met gevaar voor eigen leven portretteert Joshua Oppenheimer de toenmalige beulen die tot in detail vertellen en naspelen hoe zij hun politieke tegenstanders doodden. Weerzinwekkend maar onmisbaar document. Deze documentaire vormt een tweeluik met The Look of Silence waarin beulen worden geconfronteerd met nabestaanden.

La grande bellezza (2013)
Het gaat te ver om de Italiaanse regisseur Paolo Sorrentino de ‘Fellini van de 21ste eeuw’ te noemen. Maar er zijn ontegenzeggelijk overeenkomsten, zoals mijmerende kunstenaars over een vergankelijk verleden, alsook een authentiek universum vol expressieve beelden, hemelse muziek en satire met de nodige extravagantie.

Mar Adentro (2004)
Geen Spaans melodrama van Almodóvar, maar eentje van Amenábar in dit millenniumlijstje. Frustratie en liefde smelten samen in de waargebeurde geschiedenis van een door een duikongeluk verlamde man (Javier Bardem) die drie jaar tevergeefs strijdt voor euthanasie. Puccini’s aria Nessun Dorma begeleidt de meest bewogen scène waarin hij zich in zijn verbeelding voor heel even verlost van zijn wanhopige gesteldheid.

Mar Adentro (2004)

Mar Adentro (2004)

Okuribito (2008)
Ook dit muzikale Japanse drama is een ode aan de overledene en excelleert in subtiele blikken en fijnzinnige handelingen. Een ontslagen cellist gaat tegen de zin van zijn vrouw werken in de uitvaartbranche en ontwikkelt zich als meester in nōkanshi, een ritueel om de overledene voor te bereiden op de crematie en de reis naar het hiernamaals. Na afloop van de film wil je naar Japan emigreren.

Winter Sleep (2014)
Na het qua sfeer vergelijkbare Once Upon a Time in Anatolia sloeg Nuri Bilge Ceylan gedecideerd en genadeloos toe met Winter Sleep, een intrigerend drama in de bergen van Turks Cappadocië dat bol staat van kleine confrontaties met grote uitwerkingen. Alleen in films van Ingmar Bergman zag ik twee mensen elkaar zo beschaafd afmaken tijdens een schitterend opgebouwde dialoog van een kwartier.

Gangs of Wasseypur (2012)
Deze Godfather van de 21ste eeuw is geïnspireerd door spaghettiwesterns van Leone, het gangsterleven van Coppola en de mix van grof geweld, zwarte humor en vette soundtrack van Tarantino. Dit alles overgoten met een Bollywood-sausje van lyrische liedjes, vrolijke dansjes door mooie vrouwen in kleurrijke gewaden en plaatselijke rituelen en gebruiken. Anurag Kashyap vat zeventig jaar Indiase kolenmaffia verdomd knap samen in ruim vijf uur pure cinema.

 

3 december 2019

 

Deel 2: Tim Bouwhuis
Deel 3: Michel Rensen
Deel 4: Bob van der Sterre
Deel 5: Ries Jacobs
Deel 6: Sjoerd van Wijk
Deel 7: Yordan Coban
Deel 8: Ralph Evers
Deel 9: Alfred Bos

 

Special over Isabelle Huppert

Special over Isabelle Huppert
Intens en hypnotiserend, koel en brandend. Deze zomer staat Isabelle Huppert in de spotlights in Eye. Met meer dan dertig films, interviews, gasten en Q&A’s brengt het Amsterdamse filmtheater een hommage aan haar. Ook InDeBioscoop wijdt een retrospectief aan deze onverzettelijke Franse actrice in de special ‘Actrice van de maand’.

Isabelle Huppert speelt vaak onafhankelijke vrouwen met een innerlijke onrust en onthechting, rollen die zijn omgeven door mysterie. Huppert toont zich al ruim veertig jaar een onverschrokken actrice, niet bang om in de huid van manipulatieve, kille en zelfs gewelddadige vrouwen te kruipen. Vanaf haar kleine maar indrukwekkende rol in Les valseuses (1974) en haar internationale doorbraak La dentellière (1977) speelde ze in meer dan 110 speelfilms. Ze werkte samen met veel bekende regisseurs, van Jean-Luc Godard tot Bertrand Tavernier en Claude Chabrol, van Michael Haneke tot Paul Verhoeven.

Special over Isabelle Huppert

Veel beschouwingen
Op onze website hebben wij de veelzijdige Isabelle Huppert de laatste jaren op de voet gevolgd in haar filmoptredens, zoals in Louder Than Bombs, L’Avenir, Continuer, Souvenir, Happy End en het veelgeprezen Elle.

Vier hoogtepunten uit haar oeuvre verschijnen vanaf donderdag 11 juli in zo’n twintig bioscopen: naast Les valseuses en La dentellière, zijn dat La Cérémonie en La Pianiste.

Een aantal van onze redacteuren beschouwt bovendien enkel andere noemenswaardige Huppert-vehikels, zoals Coup de Torchon, Madame Bovary, White Material, Violette Nozière, Loulou en haar nieuwste film, Claire’s Camera, die donderdag 18 juli in première gaat.

 

5 juli 2019

 
MEER ISABELLE HUPPERT

De 6 beste rechtbankdrama’s

De 6 beste rechtbankdrama’s

Leden van de rechtbank, ik zal vandaag trachten de juridische significantie van de zes hieronder nader te behandelen films aan te tonen. De bewezenverklaring van deze significantie zal zich voltrekken in een per film individueel getrokken pleidooi waarbij ik verscheidene relevante rechtsbeginselen zal benoemen.

door Yordan Coban

Aangewezene ter terechtzitting
Niet alle rechtbankklassiekers verschijnen hier ter terechtzitting. Moge het de rechtbank behagen dat slechts een selectie van de zes beste films opgeroepen zijn. Rechtbankdrama’s draaien vaak om een enkele bijzondere afwijking in de procedure, of een verhaal dat een verrassende wending neemt bij elke procedurele stap.

Primal Fear

Er waren veel gegadigden voor mijn selectie, maar ik heb specifiek gekeken naar de belangrijkste juridische knooppunten die de films behandelen. Een film als A Few Good Men (1991) is buiten de selectie gelaten aangezien het slechts gaat om een getuigenverklaring. Zo ook de erg vermakelijke thriller Primal Fear (1993) omdat deze enkel gaat over de vraag of er sprake is van ‘een ziekelijke stoornis van verdachte zijn geestvermogens’. Ook Kramer vs. Kramer (1978) heeft de lijst net niet gehaald. Ondanks dat de film mij emotioneel erg aanspreekt acht ik deze juridisch toch net te weinig om het lijf hebben, en in de rechtszaal kan emotie niet de boventoon voeren.

Het Nederlandse recht
Verder heb ik overwogen de film Lucia de B. (2013) in mijn lijst op te nemen omdat deze gaat over een van de beruchtste missers van het Nederlands strafproces. Toch acht ik de film qua omvang niet doortastend genoeg om naast de andere grote namen in de banken te treden. Datzelfde geldt voor Mijn Vriend (1973) van Fons Rademaker. Een uiterst bijzondere zaak waarin een Belgische rechter veroordeeld wordt voor moord, diefstal en witwasserij. Echter klinkt het verhaal betreurend genoeg spectaculairder dan de uitvoering van de film.

Tot slot wens ik graag voor de rol benoemd te hebben dat ook JFK (1991) de revue gepasseerd is. De slotscène in de rechtszaal bevat één van de spectaculairste bewezenverklaringen in film, ondanks dat deze door de jury afgewezen wordt.

 

The People vs. Larry Flynt

6. – The People vs. Larry Flynt

Ik begin dit onderzoek ter terechtzitting met The People vs. Larry Flynt (1990). Deze liberale film van de pas overleden Milos Forman is een krachtig bepleiten voor de vrijheid van meningsuiting. Larry Flynt (gespeeld door Woody Harrelson) was wellicht meer opportunistisch dan principieel te noemen. Toch is zijn zaak essentieel voor de vrijheid van meningsuiting en een invloedrijke doorbreking van de preutsheid wat betreft pornografie in Amerika.

Mijn juridische hart gaat vooral sneller kloppen bij het pleidooi van de advocaat van Flynt (gespeeld door de nog jonge Edward Norton) voor het Hooggerechtshof van Amerika. De film stelt een aantal interessante vragen over de voorwaarden van strafbaarstelling en speelt zich af in een tijd waarin liberale sentimenten in wetgeving voet aan de grond krijgen. Deze zaak over de legaliteit van pornografie is niet alleen spraakmakend maar ook belangrijk voor de bepaling van de grenzen van het religieus paternalisme van de Amerikaanse staat.

 

Close-up

5. – Close-up

Met Close-up (1990) wijk ik enigszins af van mijn eigen opgestelde regels (wat contra legem heet in het recht). Deze Iraanse documentaireachtige film van Abbas Kiarostami gaat meer over kunst dan over rechten. Toch is er is een quote in Close-up die mij altijd bijgebleven is, die ik graag wil citeren. Het citaat bevat de definitie van het begrip kunst, op een wijze die ik als jurist erg kan waarderen. Juristen werken altijd met definities. Het enige echte gereedschap van de rechtswetenschap is taal. Definities zijn dus belangrijke hulpmiddelen bij het interpreteren en formuleren van rechtsregels.

Kunst wordt vaak erg vaag en klungelig omschreven, mede omdat het vrij omvattend is en juristen niet goed weten wat ze ermee aan moeten. Kiarostami leent zijn beschrijving van de Russische schrijver Tolstoj die het in zijn boek What is art? uitvoerig heeft over de betekenis van kunst. Indien de Hoge Raad of de wetgever nog op zoek is naar een definitie adviseer ik mee te schrijven: ”Art is the inner experience cultivated by the artist and conveyed to his audience.”

Deze definitie bevat een objectief en subjectief element. Het subjectieve zit in de emotie (inner experience), de niet meetbare ervaring van de artiest die hij hoopt over te brengen. Het objectieve zit in de zinsnede ‘audience’ die aangeeft dat kunst een publiek moet hebben. Wij bepalen per slot van rekening wat kunst is.

Kiarostami laat Hossein Sabzian, verdacht van bedrog, dit uit de grond van zijn hart in de rechtszaal verkondigen. Recht geeft ons de uiterste kaders van het legale menselijk handelen. Kunst geeft ons richtlijnen voor het menselijk handelen binnen deze kaders.

 

Anatomy of a Murder

4. – Anatomy of a Murder

Er zit een cruciale scène in Anatomy of a Murder (1959) waarin verdachte en tevens cliënt van advocaat Paul Biegler (gespeeld door James Stewart) vraagt hoe de jury de ingetrokken vraag kan vergeten? James Stewart antwoordt, bijna teleurgesteld, dat dat niet mogelijk is. In Nederland hebben we dan geen juryrechtspraak meer sinds 1813, maar bovenstaande probleem is ook in ons rechtssysteem niet geheel afwezig.

Rechtspsychologen waarschuwen al jaren voor het probleem dat ontstaat door onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal, dat in sommige gevallen pas na kennisneming uitgesloten wordt van het dossier. Natuurlijk speelt het dan geen rol meer in de bewezenverklaring maar het kan wel degelijk de overtuiging van de rechter en het openbaar ministerie beïnvloeden. Ter waarborging zijn er sancties maar daar valt niet altijd genoegdoening mee te scheppen. Het is een complex fenomeen dat kan leiden tot tunnelvisie bij zowel het Openbaar Ministerie als de rechter. In een rechtssysteem dient men continu wegingen te maken tussen de belangen van waarheidsvinding en de rechten van verdachten. Er zijn geen goede antwoorden, slechts verschillende afstellingen.

Anatomy of a Murder laat verder zien dat de complexiteit van de zaak bij een rechtbankdrama niet van doorslaggevend belang is. De uitvoering met uitvoerig uitgewerkte actoren kunnen elke zaak weven tot een wals van emotie en suspense. Regisseur Otto Preminger neemt je mee de rechtszaal in, zijn kijkers zitten daadwerkelijk in de banken en luisteren aandachtig mee bij elke getuigenverklaring tot elke frons van de rechter.

 

Paths of Glory

3. – Paths of Glory

Paths of Glory (1957) gaat over machtsmisbruik van de elite, en wel door middel van het recht. De grondwet is juist opgesteld ter bescherming van het volk tegen de overheid. Voor het bestaan van de grondwet bestond de overheid uit de adellijke stand en de koning die met tirannie over het volk heerste. In Stanley Kubricks Paths of Glory zien we deze machtsstructuur in volle glorie bij een militair tribunaal ten tijde van de Eerste Wereldoorlog.

Een aantal soldaten worden berecht in een schijnproces, ter wraking van een gefaalde veldslag. Executie is de eis en vonnis lijkt onvermijdelijk. Het lot van de soldaten ligt in de handen van de verdediging van Colonel Dax (gespeeld door Kirk Douglas). Na een grandioos pleidooi waarin hij uit alle macht de menselijke waardigheid verdedigt, zien we de onverbiddelijkheid van een corrupt rechtssysteem.

Stanley Kubrick toont ons hoe cru de doodstraf is (in Nederland afgeschaft in 1870) op een wijze die doet denken aan hoe Lars von Trier de doodstraf demonstreert in Dancer in the Dark (2000). Maar primair vertoont Paths of Glory, op gelijke wijze als in In the Name of the Father (1993), het belang van een onafhankelijke rechtsprekende macht voor de bescherming van burgers tegen de tirannie van machthebbenden.

 

Judgement at Nurenberg

2. – Judgement at Nurenberg

Na alle bewonderenswaardige bovengenoemde pleidooien in rechtbankdrama’s is er één die er bovenuit springt: de verdediging van advocaat Hans Rolfe (gespeeld door Maximilian Schell) in Stanley Kramers Judgement at Nurenberg (1961). Dit personage belichaamt de legitimiteit en ethische complexiteit van de advocatuur in het recht. Ook stelt de film vragen over wat de waarde is van het geldende recht op papier ten opzichte van wat ethisch gezien voortvloeit uit het menselijke rechtvaardigheidsgevoel.

Martin Luther King stelde dat alleen rechtvaardig recht het werkelijke geldende recht zou moeten zijn. Toch heb je je aan de wet te houden en was het gelegaliseerde nazirecht, dat schuurt met elke menselijke waardigheid, de destijds geldende wet. Deze strijd tussen het geschreven positieve recht (wat ons rechtsbescherming biedt) en het ongeschreven natuurrecht (wat de bouwstenen van elk rechtssysteem vormt) leidt tot een fundamentele weging bij elke juridische discussie over legaliteit. In deze zaak brengt dat ons tot de rechtsfilosofische vraag of een officier die een onmenselijke, maar op dat moment geldende, wet volgt strafbaar is?
 
 
12 Angry Men

1. – 12 Angry Men

Elke grote filmliefhebber en elke goede jurist kent 12 Angry Men (1957), het meesterwerk van Sydney Lumet. De film draait om een van de meest fundamentele rechtsbeginselen van ons rechtssysteem: de onschuldpresumptie.

Een deel van de charme van de film zit in de eenvoud. Net zoals in My Dinner with Andre (1981), Rope (1948) en Rear Window (1954) speelt de hele film zich in één ruimte af. De jurykamer schikt zich gelijke een lege bladzijde waarop de twaalf mannen hun ideeën over de zaak kwijt kunnen. Als kijker luister je mee en volg je de debatten van een afstand. De camera staat aan het begin hoog, uitkijkend over de vergaderende koppen. Aan het einde van de film, als iedereen met passie zijn standpunten over de zaak verdedigt, is de camera onder de acteurs geplaatst. Zweetdruppels staan de mannen op het voorhoofd, de jasjes zijn uit en de hals is bevrijd van een stropdas. Zo betogen de acteurs driftig over de kijkers heen.

De cast is een indrukwekkend ensemble van gevestigde namen uit die tijd, met als voorman Henry Fonda, op dat moment primair bekend van The Grapes of Wrath (1940). Fonda is perfect gecast als het geweten van de evenwichtige, alles meewegende rechter. Een rol die alleen James Stewart of wellicht Tom Hanks ook zo beheerst zou hebben ingevuld. Hij staat, qua standpunten over de zaak, recht tegenover Lee J. Cobb, op dat moment bekend van zijn kwaadaardige rol in On the Waterfront (1954). Ook in die film is hij hard en onverbiddelijk, maar naarmate de discussie van de juryleden vordert, merk je dat hij niet per se kwaadaardig is, eerder koppig en onwetend.

Het feit dat je gedurende het debat over de zaak de personages alsmaar beter leert kennen, trekt je mee in het verhaal. Een verhaal van slechts twaalf pratende mannen in een zaal, maar doordat het verhaal met zijn personages zich langzaam openbaart, is het geen moment saai. In Dog Day Afternoon (1975) achttien jaar later zien we een bevestiging van hoe meesterlijk Lumet met spanningsbogen kan omspringen. De regisseur is een activist en zijn films zijn zowel inhoudelijk als stilistisch zo ingericht dat de kijker geen moment kan wegkijken.

De onschuldpresumptie is cruciaal voor een fatsoenlijk rechtssysteem. Zonder de onschuldpresumptie krijgen we een Kafkaëske wereld met vervolgingen, zoals beschreven staat in Kafka’s boek The Trial. Vervolgingen zonder rechten voor de verdachten en veroordelingen zonder bewijs.

Veroordeling dient in Nederland pas plaats te vinden bij het bereiken van een bewijsminimum en de persoonlijke overtuiging van de rechter. In Amerika kent men hiervoor de term ‘evidence beyond reasonable doubt’. Als alleen de overtuiging van de rechter (of in dit geval de jury) voldoende is voor veroordeling krijg je impulsieve gevoelsrechtspraak. Rechtszalen zitten vaak vol met emotie, intrige en drama, maar voor een rechtvaardig vonnis dat gelijk is voor iedereen dienen er objectieve waarborgen te zijn. Bij enige twijfel dient de verdachte het voordeel van de twijfel te krijgen. Het gaat hier namelijk wel om mensenlevens, predikt Fonda stellig tegen zijn jurygenoten. 12 Angry Men heeft niet voor niets de status van de beste rechtsfilm. Lumet mengt de emotie die triomfeert in kunst in een juridische vergadering en stelt zich tegelijkertijd principieel op in de zoektocht naar rechtvaardigheid.

 

30 november 2018

 
Alle leuke filmlijstjes

Logische weg naar perfecte film

Romantische drama’s van Martin Scorsese onderbelicht
Logische weg naar de perfecte film

door Cor Oliemeulen

Martin Scorsese is vooral bekend van zijn misdaadfilms en biografieën. Met mannen in de hoofdrol. De vijf romantische drama’s, die hij maakte in de eerste helft van zijn carrière, zijn nagenoeg onderbelicht gebleven, maar blijken essentieel voor zijn ontwikkeling als filmmaker.

We zien Martin Scorsese’s onvoorwaardelijke liefde voor film al in zijn experimentele debuut Who’s That Knocking At My Door (1967), elk kwartier seks en geweld in Boxcar Bertha (1972), de originele flair van Alice Doesn’t Live Here Anymore (1974), het geflopte, maar artistiek sterke New York, New York (1977) en de ultieme verboden liefde in The Age of Innocence (1993).

Onvoorwaardelijke liefde voor film in experimenteel debuut
Het speelfilmdebuut van de toen 25-jarige Martin Scorsese is het product van enkele korte studentenfilms, de belangeloze medewerking van vrienden en familie (inclusief zijn moeder, die we nog terugzien in Goodfellas en Casino), zijn katholieke achtergrond en de drang om te experimenteren met vorm en beeldtaal.

Who’s That Knocking At My Door

Who’s That Knocking At My Door (1967)

Net als in het debuut van zijn vriend en mentor John Cassavetes, Shadows (1959), wordt in Who’s That Knocking At My Door (1967, alternatieve titel I Call First) een realistische, authentieke sfeer gecreëerd door middel van improvisatie, muziek en handheld camera’s. Net als John Cassavetes zou Martin Scorsese met zijn eersteling een stempel op de filmgeschiedenis zetten, maar de naam van laatstgenoemde beklijft meer door vooral diens technische vernuft en scenariokeuze.

Beide filmdebuten zijn romantische drama’s waarin de liefde tussen man en vrouw is gedoemd te mislukken. In Shadows betreft het een interraciale relatie die stuit op bezwaren van de directe omgeving, terwijl in Who’s That Knocking At My Door vooral afkomst en milieu problemen opleveren. J.R. (debutant Harvey Keitel, later nog te zien in Scorsese’s Mean Streets, Alice Doesn’t Live Here Anymore en Taxi Driver) is opgegroeid in de New Yorkse wijk Little Italy (net als Martin Scorsese) en verdeelt zijn tijd tussen zijn criminele vriendjes en onstuimige vrijpartijen met zijn geliefde, die uit een beter nest komt. De bom barst nadat hij verneemt dat zijn kersverse echtgenote voor hun huwelijk blijkt te zijn verkracht (door een van zijn vrienden).

Martin Scorsese’s liefde voor film druipt af van zijn debuut. J.R. versiert zijn vriendin met zijn uitgebreide filmkennis en tijdens een schietpartij zien we stills en foto’s van beroemde westerns. Net als veel grote regisseurs uit de filmgeschiedenis experimenteert Scorsese raak met cameraperspectieven, close-ups, overvloeiers, slow motion en montage. Zo worden er twee liedjes door elkaar heen gemixt en zien we hoe een deur tweemaal achter elkaar dichtslaat. Who’s That Knocking At My Door eindigt met een snel gemonteerde compilatie van overvloedige katholieke symboliek om J.R.’s schuldgevoelens te onderstrepen.

Seks en geweld in B-film
Die katholieke symboliek komt in Scorsese’s tweede film in volle glorie terug. Zo zien we in de finale van Boxcar Bertha (1972) iemand die, in navolging van Jezus, wordt gekruisigd. En buiten de set overhandigde Barbara Hershey, die de titelrol voor haar rekening neemt, aan Martin Scorsese een exemplaar van de roman The Last Temptation of Christ van Nikos Kazantzakis. Het werd een obsessie voor de regisseur, die het boek veertien jaar later zou verfilmen. Hershey, de enige vrouw die twee hoofdrollen in films van Scorsese speelt, kreeg de rol van Maria Magdalena.

Hoewel de New Yorker zijn vrouwelijke protagonisten vaak neerzet als heilige boontjes, meestal in maagdelijk wit, maken we met Boxcar Bertha al snel kennis met een vrijgevochten jonge vrouw. De film deinde mee op de golven van het immense succes van Bonnie and Clyde (1967), dat zowel het gangstergenre als Hollywood nieuw leven had ingeblazen, en losjes is gebaseerd op het leven van de Amerikaanse criminele activiste Bertha Thompson.

De legendarische B-filmproducent Roger Corman (die de carrières van veel beroemde regisseurs en acteurs lanceerde) gaf Martin Scorsese het script en eiste dat er elk kwartier seks en geweld te zien moest zijn. De regisseur stemde toe omdat hij wel wat zag in deze coming of age over twee mensen die zich aanvankelijk gedragen als pubers, maar door de omstandigheden van geweld en dood volwassen worden.

Boxcar Bertha

Boxcar Bertha (1972)

De liefdesgeschiedenis speelt zich af tijdens de Grote Depressie in Arkansas. Nadat haar vader is neergestort met zijn vliegtuigje springt Bertha (Barbara Hershey) in een treinwagon (boxcar) en ontmoet vakbondsactivist ‘Big’ Bill Shelly (David Carradine). Hij is een beetje te fanatiek in de ogen van de werkgevers, wordt in elkaar geslagen en belandt een paar keer in de gevangenis. Bertha schiet een rijkaard neer bij een gokruzie en vlucht samen met Bill. Ze vormen een bende en beroven de spoorwegeigenaar en zijn gasten.

In dit niet altijd even geslaagd gemonteerde verhaal zijn de thema’s vooral rechtvaardigheid en vrijheid. Zowel Hershey als Carradine zeiden in een interview dat alle seksscènes echt waren. Hoe dan ook lijkt de chemie tussen de twee in de film niet overdreven sprankelend, maar ze kregen wel snel hierna een zoontje. Leermeester John Cassavetes noemde de film ‘a piece of shit’ en een verspilling van Scorsese’s talent.

Originele flair
Door het nodige geëxperimenteer in zijn beginjaren kwam de regisseur vervolgens wel toe aan zijn eerste studiofilm, het baanbrekende Mean Streets (1973). Ook Alice Doesn’t Live Here Anymore (1974) plukt de vruchten van Scorsese’s ervaringen met zijn eerste twee speelfilms. Dit romantische drama is een vaak onterecht ondergeschoven kind in zijn oeuvre. Laat je niet afschrikken door de naam van Kris Kristofferson (hij gaat ook niet zingen), maar je overweldigen door het voortreffelijke scala van emoties van Ellen Burstyn, die voor haar titelrol zowel een Oscar als een Bafta mocht ontvangen.

Alice Doesn’t Live Here Anymore

Alice Doesn’t Live Here Anymore (1974)

De film begint met originele visuele flair: we zien de jonge Alice in Monterey, geheel gehuld in een vuurrode gloed. Gevolgd door de openingsscène 27 jaar later in New Mexico, prachtig opgenomen met een kraanshot over een diorama dat eindigt bij de volwassen Alice die in haar keuken zit. Ze doet haar best als echtgenote, maar echt fijn contact met haar wat onbeholpen man Donald is er niet. Ze doet ook haar best als moeder van hun elfjarige zoon Tommy, maar die is iets te vaak brutaal en grof in de mond. Dat laatste levert grappige dialogen op, want in hun gevatheid en streken zijn moeder en puberzoon erg aan elkaar gewaagd. Hun levens veranderen van de ene op de andere dag nadat Donald dodelijk verongelukt.

Alice Doesn’t Live Here Anymore weet de tijdgeest op een geweldige manier te vangen. De maatschappij is aan het veranderen, net als de rol van de vrouw. Welk een genot moet het zijn geweest om als filmmaker in die jaren te kunnen spelen met tradities en moderniteiten, met aanpassen aan of loslaten van normen, en het opkomen voor je onafhankelijkheid. In het geval van Alice gaat het in eerste instantie om de kost te kunnen verdienen: het liefst als zangeres, en als dat niet mocht lukken dan maar als serveerster.

Geleid door een goed scenario, waarvan het eind een paar keer werd aangepast omdat Burstyn liever geen happy end wilde, meeslepende regie en uitstekend spel van bijna iedereen (let ook op Harvey Keitel als opgewonden standje en de piepjonge Jody Foster als wijsneuzerige tomboy). Ook memorabel van deze enigszins feministische roadmovie is de chaotische en uiteindelijk pakkende finale in een vol restaurant.

Financiële flop, maar artistiek sterk
De finale van het romantische drama New York, New York (1977) – Scorsese’s eerbetoon aan de grote musicals (en jazzorkesten) van de jaren 40 en 50 – mondt uit in een Broadway-show waarmee de beroemde musicalster Liza Minnelli wel raad wist. Het overambitieuze project was de eerste (en samen met het recente Silence voorlopig enige) financiële strop voor Martin Scorsese die tijdens de opnames kampte met een amoureuze verhouding met de hoofdrolspeelster, een cocaïneverslaving en een haperende productiemachine.

New York, New York

New York, New York (1977)

Het scenario moest keer op keer worden herschreven (ook hier was een happy end uit den boze) en het bleek een hele toer om de oorspronkelijke tijdsduur van ruim vier uur tot een voor studio en publiek aanvaardbaar niveau terug te snijden. Desalniettemin is de sfeer authentiek, gesteund door een betoverend production design en geloofwaardige hoofdrolspelers.

Vanaf de festiviteiten om het einde van de Tweede Wereldoorlog te vieren, ontvouwt zich een moeizame liefdesrelatie tussen de ambitieuze saxofonist Jimmy (Robert De Niro) en de zangeres Francine (Liza Minnelli) die het zowaar schoppen tot een huwelijk en het lanceren van hun muzikale carrières.

Zowel Minnelli als De Niro zijn uitstekend op dreef en op hun plaats in New York, New York. Zij als aandoenlijk, maar zichzelf respecterend muurbloempje met haar grote ogen en rode lippen; hij als de irritante, sjacherende en obsessieve veroveraar die het allemaal niet zo slecht bedoelt. Hoewel de film soms wat in zijn breedvoerigheid uit de bocht vliegt, spat de romantiek – regelmatig improviserend – er wel degelijk van af.

De ultieme verboden liefde
Ook met het productieontwerp en de mise-en-scène van The Age of Innocence is niets mis. Het duurde echter jaren voordat Martin Scorsese kwam tot een kansrijke verfilming van het gelijknamige boek van Edith Wharton, omdat er andere projecten op zijn plank lagen en het beoogde budget van dertig miljoen dollar pas na veel geharrewar uiteindelijk door Colombia Pictures werd opgehoest. Het kostuumdrama, dat in 1993 werd uitgebracht, vertelt het verhaal van de ultieme verboden liefde en is opgedragen aan Scorsese’s vader Charlie, die een week voor de première overleed.

The Age of Innocence

The Age of Innocence (1993)

Het geheel speelt zich af in de upperclass van New York in de jaren 70 van de negentiende eeuw. Een aristocratische advocaat (Daniel Day-Lewis) is voorbestemd om te gaan trouwen met een jong meisje, maar wordt verliefd op haar nicht, een exotische gravin (Michelle Pfeiffer), die van haar man wil scheiden. Maar in dit tijdperk van onschuld zit niemand op schandalen te wachten, dus is de kans op een daadwerkelijke romance ondenkbaar, ondanks alle hunkering en hartstocht.

De regisseur gebruikt veel kleuren om de emoties van de personages te benadrukken en licht bepaalde gebeurtenissen uit met zogenaamde iris shots. Bijvoorbeeld op het moment dat de advocaat en de gravin zich op een druk theaterbalkon bevinden, vervaagt langzaam het beeld om hen heen, terwijl nog slechts hun stemmen in het geroezemoes zijn waar te nemen, totdat ook dat verdwijnt en de twee totaal alleen in de drukte zijn.

Na zijn experimentele debuut in 1967 definieert Martin Scorsese een kwart eeuw later zijn onberispelijke visuele stijl en de kunst om met de camera intrigerende verhalen te schrijven. Je moet natuurlijk van het genre houden, maar The Age of Innocence is in feite de perfecte film. En dus ook het perfecte romantische drama. Want de weg naar de liefde is vaak nog mooier dan de liefde zelf – ook al word je van binnen verteerd door lot of spijt.

 

12 juli 2017

 
MEER MARTIN SCORSESE
 
 
MEER ESSAYS