5 Madame Bovary-verfilmingen

Vijf Madame Bovary-verfilmingen

Vijf Madame Bovary-verfilmingen

Een bijzondere roman? Een eeuwig thema? Een klassieke relatiecomedy? Madame Bovary van Flaubert (1857) kun je zien als een “desperate housewives” avant la lettre. Het is een roman over het leven van de jonge huisvrouw Emma, getrouwd met een saaie plattelandsarts, die van zichzelf vindt dat ze een beter, avontuurlijker leven verdient, zich stierlijk verveeld in het kleine dorpje, zich in de schulden steekt door eindeloos winkelen, eerst de plaatselijke graaf en later een klerk als minnaar heeft, steeds verder haar grip op haar leven verliest en uiteindelijk een overdosis arsenicum neemt.

door Piet Driest

Deze roman, al ruim 150 jaar een wereldsucces, inmiddels vier keer in het Nederlands vertaald, gemiddeld om de twee jaar herdrukt, is al meer dan 20 keer verfilmd. Zeer bijzonder. De eerste verfilming dateert van 1932 (Albert John Ray), de laatste van 2015 (Sophie Barthes). Een volledig becommentarieerd overzicht staat hier.

Wat zijn voor mij, als kenner en liefhebber van de roman de mooiste, meest exotische, vreemdste, leukste en populairste versies?

1. – De mooiste

De mooiste versie (2015) is die van Sophie Barthes, de eerste vrouwelijke regisseur. De hoofdpersoon is echt een jonge plattelandsdochter (de Emma van Jean Renoir uit 1933 was al midden veertig, die van Claude Chabrol uit 1991 veel te intellectueel). Prachtige kostuums, ontroerende tekst, mooie landschappen, jachtpartijen. De film volgt op intelligente manier het boek, is trouw aan de verhaallijn en weet zeer overtuigend het karakter van Emma te schetsen. Het bal, dat de onvrede over haar banale bestaan bij Emma triggert en dat bij de meeste verfilmingen vanwege de kosten is weggelaten, is hier vervangen door een prachtige jachtpartij. Ook Emma’s opvoeding op een nonnenschool, waar zij een rooskleurig en romantisch wereldbeeld met de paplepel krijgt aangereikt, heeft in deze verfilming een plaats (in geen enkele andere film krijgt haar opvoeding, volgens Flaubert de bron van haar karakter, expliciet aandacht).

Het eerste en het laatste beeld van de film is dat van de stervende Emma, nadat ze arsenicum heeft ingenomen, een intelligente verwijzing naar de roman waar begin en einde ook mooi op elkaar aansluiten. Vreemd genoeg is de film al wel Nederlands ondertiteld, stond voor september 2015 gepland als première, maar door het faillissement van de distributeur niet in roulatie gebracht.

2. – De meest exotische

De meest exotische is Maya Memsaab van Ketan Mehta (1992), een verfilming in Bollywood-stijl, inclusief dans en liedjes. Het verhaal speelt zich af op het Indiase platteland en heeft ingenieuze oplossingen voor het “Bollywood” maken van typische Franse gebruiken van 100 jaar eerder. Maya is onder invloed geraakt van de westerse cultuur, draagt westerse kleding, raakt teleurgesteld en wil meer van het leven dan haar plattelandsarts haar geven kan. De zelfmoord van de hoofdpersoon is zeer ongebruikelijk in een Bollywood-film. De film is Nederlands ondertiteld, maar waarschijnlijk door een computer: “How are you? Fine?” wordt “Hoe bent u? Fijn?”

3. – De vreemdste

De vreemdste is de versie van Hans Schott-Schobinger (1969). Hij heeft een “Duitse” soft-erotische versie gemaakt, beetje in de sfeer van “met mijn waldhoorn tussen jouw Alpen”. Emma wordt gespeeld door de toenmalige Miss Frankrijk, Edwige Fenech, een gewild fotomodel die in veel Duitse en Italiaanse komische seksfilms speelde. De film heet Die nackte Bovary, Les folles nuits de la Bovary of I peccati di Bovary. Emma pleegt aan het einde natuurlijk geen zelfmoord, maar nadat ze alle mannen uit haar leven op de haar bekende manier tevergeefs hulp heeft gevraagd om haar bankroet en de gedwongen verkoop van haar huis af te wenden, loopt ze een lange laan af en verdwijnt in de verte.

Er is trouwens nog een versie die niet met de zelfmoord van Emma eindigt: de Amerikaanse uit 1949 van Vincente Minnelli. In het naoorlogse Amerika was de zelfmoord van de hoofdpersoon in combinatie met haar losbandige leven wat teveel voor de tijdgeest en de censuur. Minnelli laat de schrijver de film vertellen voor de rechtbank, die hem had aangeklaagd vanwege het immorele gehalte van de film. De mooie huisarts Charles kent zijn beperkingen, weet wat zijn vrouw doet en heeft de sympathie van de kijker, terwijl Jennifer Jones als Emma een verwend, wispelturig prinsesje speelt, die haar lot verdient. De film eindigt met de vrijspraak van de triomferende schrijver. De Minnelli-versie wordt aangeprezen met de onvergetelijke oneliner: “Whatever it is that French women have …… Madame Bovary had more of it!”

4. – De leukste

Posy Simmonds, bekend Engelse striptekenares, tekende voor The Guardian het stripverhaal Gemma Bovery, een verrukkelijke pastiche van het klassieke verhaal. De ex-Parijzenaar en Flaubert-liefhebber Martin leeft op het platteland van Normandië, waar hij bakker is geworden, een Engels stel (Gemma en Charles) komt in de buurt wonen. Martin raakt bevriend met ze en ziet hoe Gemma zich steeds meer als Emma gaat gedragen, ze verveelt zich, droomt van avonturen, raakt verwikkeld in overspel en Martin, die natuurlijk de afloop van de roman van Flaubert kent, vreest het ergste, probeert het onheil te keren, maar het lot heeft zijn loop.

Anne Fontaine verfilmde het stripverhaal (2014), de hoofdpersonen worden gespeeld door de James Bond-girl Gemma Arterton en de zeer bekende Frans-Italiaanse acteur Fabrice Luchini. Voor de niet Flaubert-kenner een vrolijke film over de clash tussen Engelsen en Fransen en een satire over de links-intellectuelen die zich terugtrekken naar het natuurlijke leven op het platteland. Voor de Flaubert-kenner een feestelijk spel van verwijzingen, overeenkomsten en gelijkenissen tussen film en roman.

5. – De populairste

De populairste is de verfilming, die Tim Fywell in 2000 voor de BBC maakte en die dat jaar in vier delen op tv is uitgezonden. De film heeft prachtige kostuums, landschappen, jachttaferelen, maar de populariteit komt vooral door de hoofdrolspelers Hugh Bonneville (van Notting Hill) en door Frances O’Connor (van Mansfield Park). In die periode produceerde de BBC een serie verfilmde “evergreens”, een serie literaire meesterwerken. Te midden van Bronte, Dickens, Austin en Tolstoj was Flaubert met Madame Bovary prima op zijn plaats.

In 2005 tussen de 19e en de 20e officiële druk van de roman verscheen bij een grote supermarktketen, die al eerder de complete uitgave van de werken van Johann Sebastian Bach had uitgebracht, een cassette met roman en dvd van de BBC-versie. Het ideale moederdaggeschenk en zo ging Madame Bovary als boek en als film duizenden keren over de toonbank.

Een roman die al meer dan 20 keer verfilmd is, moet wel een bijzonder en toch herkenbaar verhaal bevatten. Het thema “desperate housewives” nodigt uit tot verfilming, dat doet ook de filmische opzet van de roman, de beschrijvingen van landschappen, taferelen en scènes. De dialogen kunnen zo naar het doek vertaald. En toch is geen enkele verfilming een kaskraker geworden, terwijl de beroemdste regisseurs zich eraan gewaagd hebben (Renoir, Chabrol, Minnelli, Sokurov). Een expert op filmgebied moet er zich maar eens over buigen. Lees hier nog meer over de boekverfilmingen van Madame Bovary.

 

21 maart 2016

 

Alle leuke filmlijstjes

 

5 oorlogsfilms die wat toevoegen

Vijf oorlogsfilms die wél wat toevoegen

Oorlogsfilms: The Big Parade

De meeste oorlogsfilms die met enige regelmaat in de bioscoop verschijnen, zijn behoorlijk patriottistisch en blinken niet bepaald uit in subtiliteit. Dat kan zeker worden gezegd van 13 Hours: The Secret Soldiers of Benghazi van Michael Bay. De Amerikaans regisseur doet verslag van een militaire actie in Libië, waarbij hij zijn gebruikelijke bombastische capriolen geenszins schuwt. Vijf oorlogsdrama’s uit vijf landen en vijf filmperiodes die wél wat toevoegen.

door Cor Oliemeulen

1. – The Big Parade (King Vidor, 1925)

King Vidor was bijna zeventig jaar lang actief als regisseur, maar het meest succesvol was hij met zijn stomme films. The Big Parade dient nu nog als inspiratiebron voor oorlogsfilms die verder kijken dan heldenverering. Een rijkeluiszoon (gespeeld door John Gilbert, die door deze film een grote ster werd) meldt zich bij het leger om tijdens de Eerste Wereldoorlog in Frankrijk te gaan vechten. Hij wordt verliefd op een mooie boerendochter (Renée Adorée), maar dan moet het regiment halsoverkop vertrekken naar het front. Hartstochtelijke romantiek maakt plaats voor oorlogshandelingen, voor die tijd geweldig spannend en realistisch in beeld gebracht. Onze held zal uiteindelijk een been verliezen en vindt zijn geliefde na de oorlog terug. Zie fragment.

The Big Parade is de beste (anti)oorlogsfilm van de jaren 20 en geeft een veel beter beeld dan filmpionier D.W. Griffith dat doet in The Birth of a Nation (1915). In zijn vroege meesterwerk trekt Griffith weliswaar alle creatieve, technische en financiële middelen uit de kast voor de knappe verfilming van een liefdesgeschiedenis tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog, maar vervalt hij in het tweede deel in stuitende propaganda voor de Ku Klux Klan, kennelijk de enige partij die destijds de eenheid van de staat kon garanderen.

2. – Roma città aperta (Roberto Rossellini, 1945)

Italië zat na de Tweede Wereldoorlog in een economische en morele crisis. Twintig jaar dictatuur van Mussolini leverde vooral armoede en werkloosheid op. Filmmakers, meestal met een marxistische achtergrond, gingen de straat op en legden op documentaire-achtige manier het authentieke leven van de arbeidersklasse vast. Ze zetten zich af tegen de banale Italiaanse films van het grote studiocomplex Cinécitta en tegen de schijnwereld van Hollywood. Bovendien was het filmen buiten op straat zonder belichting, decors en professionele acteurs veel goedkoper. Zie hier in een notendop het Italiaans Neorealisme, waarvan Roma città aperta een vaak geciteerd voorbeeld is.

Roberto Rossellini had tijdens de oorlog gewerkt als regisseur van fascistische films, maar in het geheim maakte hij een documentaire over moedige verzetsmensen. Roma città aperta borduurt hierop verder. In de toenmalige ‘open stad’ Rome volgen we de zwangere moeder Pina wiens verloofde wordt opgepakt door de Gestapo en (deels in beeld) doodgemarteld omdat hij zijn kameraden niet wil verraden. Tragische, realistische film met de doorbraak van Anna Magnani. Het fragment waarin Pina probeert te verhinderen dat haar verloofde wordt afgevoerd, is iconisch. Ook de smartelijke finale is onvergetelijk en zeventig jaar later helaas nog aan de orde van de dag.

3. – Skammen (Ingmar Bergman, 1968)

Van de talloze meesterwerken die de Zweedse regisseur Ingmar Bergman heeft gemaakt, is Skammen (Schaamte) misschien een van de minst bekende, maar wel een van de meest beklijvende. Huisacteurs Liv Ullmann en Max von Sydow vormen het koppel Eva en Jan. Ze hebben afscheid genomen als muzikanten van een orkest, willen op een klein eiland gaan genieten van de rust en hebben een kinderwens. Op een dag raken ze betrokken bij een burgeroorlog en wordt hun relatie ernstig op de proef gesteld.

Als geen ander kan Bergman mensen laten worstelen met hun existentiële angsten. Net als in zijn meeste drama’s is ook in het levensechte Skammen de man het prototype van een angsthaas en de vrouw de dominerende factor. Maar de horror en onderdrukking van de oorlog zetten alle patronen en zekerheden op losse schroeven en maakt van Jan, die aanvankelijk nog zeurt over een verstandskies, een moordende macho. Hun ultieme overlevingstocht is uiterst beklemmend in beeld gebracht. Vooral Liv Ullmann speelt de sterren van de troosteloze hemel en zou zich na de filmopnames wereldwijd actief gaan inzetten voor oorlogsslachtoffers en vluchtelingen.

4. – Ran (Akira Kurosawa, 1985)

Sinds Akira Kurosawa in 1950 met Rashômon de Japanse film in het westen op de kaart zette, werd hij hier meer bewonderd dan in eigen land. Dat had onder meer te maken met het feit dat deze grensverleggende regisseur een aantal van zijn proefstukken baseerde op niet-Aziatische werken van bijvoorbeeld Dostojewski en Shakespeare. Zo is het epische oorlogsdrama Ran – na Rashômon en Seven Samurai (1954) waarschijnlijk Kurosawa’s beste film – gebaseerd op King Lear, maar zijn de drie dochters die strijden om het bezit van hun vader, vervangen door drie zoons. Het gebruik van Shakespeare’s ‘eeuwige nar’ die zijn landheer tegenspreekt en ridiculiseert, werd in de Japanse cultuur bovendien maar moeilijk begrepen.

Nadat de landheer zijn rijk heeft verdeeld onder zijn drie zonen, waarbij de oudste het voor het zeggen krijgt en de jongste wordt verbannen omdat hij teveel tegenstribbelt, breekt al snel de pleuris uit. Door allerlei intriges is het uiteindelijk de vader die door zijn op macht beluste zonen wordt verbannen en nota bene moet worden gered door zijn zoon die als eerste in onmin was gevallen. Een schrijnende geschiedenis, met typisch Japans pathos en rijkelijk gelardeerd met indrukwekkende, kleurrijke, massale gevechten. Dan zijn de grote, met de computer gemanipuleerde, strijdtonelen in The Lord of the Rings plotseling wel heel erg nep.

5. – Brotherhood (Je-kyu Kang, 2004)

Als je Saving Private Ryan al een goede oorlogsfilm vindt, hoe moet je het Zuid-Koreaanse oorlogsdrama Brotherhood (Taegukgi hwinalrimyeo) dan noemen? Als in 1950, twee jaar na de splitsing van Korea, het noorden de zuidelijke staat binnenvalt, worden twee broers gerekruteerd en moeten ze aan het front vechten tegen de communistische agressors. De oudste, Jin-tae, waakt over de jongste, Jin-seok, en doet er alles aan om zijn broertje snel en veilig naar huis te krijgen. Hij denkt dat de beste manier hiervoor is om zich als held te gaan gedragen. Terwijl Jin-tae zich aanmeldt voor de gevaarlijkste opdrachten, steeds meer risico’s neemt, bijna in zijn eentje voor overwinningen zorgt en zich als moordmachine ontpopt, keert Jin-seok zich steeds verder van hem af en ontstaan er hartverscheurende situaties.

Brotherhood was een grote hit in het thuisland en maakte Dong-gun Jang (Jin-tae) beroemd in Azië. Het knappe van de film is dat hij niet direct partij kiest, maar zich vooral focust op de niets ontziende overlevingsstrijd. Op enkele sentimentele fragmenten en de dito soundtrack na raak je door de opvallend natuurgetrouwe gevechtsscènes twee uur lang verdoofd en gefascineerd tegelijk. Nadat naar het einde toe tragedie op tragedie wordt gestapeld, bekrachtigt de slotscène, waarin we een van de broers vijftig jaar later zien, de flagrante waanzin van oorlog.

3 februari 2016

 

Alle leuke filmlijstjes

 

De 5 beste filmbiografieën van 2015

De vijf boeiendste filmbiografieën van 2015

Amy

Het jaar 2015 kent opvallend veel filmbiografieën: van Martin Luther King (Selma) tot en met Jimi Hendrix (Jimi: All is by My Side), van André Hazes (Bloed, Zweet & Tranen) tot en met Philippe Petit (The Walk), van Lance Armstrong (The Program) tot en met Steve Jobs (Steve Jobs). We zetten de vijf boeiendste op een rijtje.

door Cor Oliemeulen

1. – The Imitation Game (januari 2015, Morten Tyldum)

Alan Turing was tot het uitkomen van deze spannende biografie voor het grote publiek een vergeten oorlogsheld. Deze enigszins arrogante Cambridge-professor (sublieme rol van Benedict Cumberbatch) ontrafelde tijdens de Tweede Wereldoorlog ‘het moeilijkste probleem in de wereld’: het kraken van Enigma, de communicatiemachine waarin de nazi’s alle details van de Duitse verrassingsaanvallen, bombardementen, geheime konvooien en posities van onderzeeërs in de Atlantische Oceaan opsloegen. Met zijn intellect en doorzettingsvermogen verkortte Turing de oorlog en voorkwam hij volgens historici de dood van veertien miljoen mensen. Turings homoseksualiteit betekende uiteindelijk zijn eigen trieste ondergang. Lees hier onze recensie.

2. – The Theory of Everything (januari 2015, James Marsh)

Stephen Hawking zag er zelf op toe dat de verfilming van zijn levensverhaal verstoken bleef van sensatie en sentiment en dat de makers secuur met de complexiteit van zijn huwelijk zouden omgaan. Eddy Redmayne won de Oscar voor zijn grandioze vertolking van de beroemde Engelse natuur- en wiskundige die volgens de artsen nog maar twee jaar zou leven nadat bij hem de spierziekte ALS was geconstateerd. Sensatie en sentiment bleken inderdaad ondergeschikt aan humor en relativering, terwijl het latere liefdesleven van Hawkings echtgenote subtiel in beeld wordt gebracht. Tijdens dit romantische biografische drama kan de kijker gelukkig ook nog het nodige over het ontstaan van het universum oppikken. Lees hier onze recensie.

3. – American Sniper (maart 2015, Clint Eastwood)

Naast veel lof voor de filmbiografie van Chris Kyle vonden sommige critici American Sniper wel heel patriottistisch en een dubieus eerbetoon aan de man die als sluipschutter 160 tegenstanders zou hebben doodgeschoten. Hoewel Clint Eastwood de Amerikanen neerzet als de beste en rechtvaardigste militairen op aarde brengt hij het verhaal van een gemotiveerde oorlogsvrijwilliger die eindigt als een getraumatiseerde oorlogsheld, opvallend ingetogen. Bradley Cooper is niet alleen overtuigend omdat hij op set verscheen met twintig kilo extra spieren, maar vooral door zijn uitbeelding van obsessief gedrag en zijn psychische verval. De wijze waarop zijn personage zelf om het leven komt, maakt deze biografie extra enerverend en cynisch tegelijk. Lees hier onze recensie.

4. – Amy (augustus 2015, Asif Kapadia)

Amy Winehouse was een groot muzikaal talent dat terecht werd vergeleken met jazzlegendes als Billy Holliday en Ella Fitzgerald. Een ruwe diamant, die weliswaar nog wat geslepen moest worden, maar onderging aan de gevolgen van drank, drugs en boulimia. Deze krachtige, ontroerende documentaire schetst het tumultueuze bestaan van de sympathieke, brutale Londense vanaf het moment dat ze in jaar jeugd liedjes vertolkt met haar gitaar tot aan haar wereldberoemde status tegen wil en dank, inclusief de waanzin der paparazzi. Natuurlijk is iedereen verantwoordelijk voor zijn of haar eigen leven, echter de invloed van haar directe omgeving bleek desastreus. Zo zien we hoe Amy’s vader haar in een diepe crisis opzoekt met een cameraploeg terwijl zij juist hém nodig heeft en hoe haar echtgenoot Blake haar blijft meeslepen in zijn drugsverslaving. De kijker blijft ontzet achter. Lees hier onze recensie.

5. – Black Mass (oktober 2015, Scott Cooper)

Het werd wel weer eens tijd dat we Johnny Depp zagen schitteren. Dat doet hij zeker als hij – voorzien van kalende kop, slechte tanden en blauwe contactlenzen – in de huid kruipt van James ‘Whitey’ Bulgur, die gedurende enkele decennia de onderwereld van Boston domineerde door middel van drugshandel, afpersing, witwassen en moord, onbewust geholpen door de FBI. De misdaadthriller ademt de grimmige sfeer van genregenoten uit de jaren zeventig, maar voegt eigentijdse enscenering, soundtrack en verhaalelementen toe aan deze geschiedenis van overheidsinfiltratie in een misdaadimperium, eerder even succesvol verfilmd in het Hongkongse Infernal Affairs (2002) van Wai-Keung Lau en The Departed (2006) van Martin Scorsese. Lees hier onze recensie.

4 december 2015

 

Alle leuke filmlijstjes

10 meest tenenkrommende scènes uit Nederlandse films

De 10 meest tenenkrommende scènes uit Nederlandse films vanaf 2000

De 10 meest tenenkrommende scènes uit Nederlandse films

Voor het verschijnen, en bliksemsnel verdwijnen, van het erotische drama De Overgave van regisseur Paul Ruven waren er ook al films waarin sommige fragmenten een opmerkelijk bedenkelijk niveau hebben.

door Cor Oliemeulen

1. – Oesters van Nam Kee (2002)

Bekend geworden vanwege haar stralende glimlach en strakke truitjes in Goede tijden, slechte tijden mocht Katja Schuurman (na eerder een klein rolletje in het afgrijselijke De Zeemeerman) haar kunsten en borsten op het grote witte doek vertonen in Costa! (2001). Ze speelde een van de hitsige tieners onder de Spaanse zon. Dat ging haar zo goed af – de recensies van Costa! waren vernietigend, echter de romkom werd een kassucces – dat ze mocht opdraven in Oesters van Nam Kee, de eerste en tevens laatste speelfilm van Pollo de Pimentel. Katja speelt hierin nachtclubdanseres Thera die valt voor de avances van wildebras Diablo (Egbert Jan Weeber). Ze eten elke dag oesters bij Nam Kee, worden verliefd en besluiten om samen op reis te gaan. Maar dan heb je natuurlijk wel geld nodig. Ze hebben de meest wilde ideeën, totdat Katja zegt dat ze een kunstje kan.

 

2. – Wit Licht (2008)

Het leven van een populaire zanger gaat niet altijd over rozen. Marco Borsato won in 1990 de Soundmixshow, stapte enkele jaren later over op Nederlandstalig repertoire en kon menig toehoorder laten zwijmelen. Concerten bij de vleet en jurylid bij The Voice of Holland – wat kan een mens zich nog meer wensen? Zijn fans schrokken toen de sympathieke vocalist onlangs een TIA kreeg, maar gelukkig schijnt het weer goed met Marco te gaan. Als ambassadeur van War Child maakte hij helaas een grove misstap: in zijn enthousiasme om nog meer aandacht te krijgen voor de situatie van kindsoldaten in Afrika wilde Marco gaan acteren. Hij kreeg in Wit Licht van Jean van de Velde de hoofdrol van een restauranteigenaar die op zoek gaat naar het ontvoerde zwarte vriendje van zijn zoontje. De plaatjes zijn mooi en sommige scènes drukken je met de neus op de trieste feiten, maar acteren vergt nu eenmaal andere kwaliteiten dan zingen.

 

3. – Het Bombardement (2012)

Jan Smit moet vast hebben gedacht dat hij het beter kon dan zijn collega. Niets is minder waar. Het Bombardement van Ate de Jong werd met de grond gelijk gemaakt in de media. Sommige rasechte Rotterdammers in de bioscoop riepen keihard ‘paling’ op het moment dat de Volendamse zanger zijn tekst oplepelde. Jan Smit kruipt in de huid van Vincent, een nuchtere arbeidersjongen met boksaspiraties die verliefd wordt op het welgestelde meisje Eva (Roos van Erkel) tussen de puinhopen na het bombardement op Rotterdam. De film bevat niet alleen een onwaarschijnlijke bokspartij, een overdreven sentimentele sterfscène en de dodelijkste gasexplosie sinds Die Ehe der Maria Braun (1979), Jan Smit zal zich in Het Bombardement niet aan een lied wagen. Hij gaat wel neuriën. En zwijmelen.

 

4. – Floris (2004)

Regisseur Paul Verhoeven en acteur Rutger Hauer legden in 1969 samen de basis voor hun (Amerikaanse) succes met Floris. Deze prachtige dertiendelige serie gaat over Floris van Rosemondt, de erfgenaam van een riddergoed dat grenst aan het Bourgondische rijk van Philips de Schone. Rond het jaar 1500 krijgt Floris het aan de stok met Karel van Gelre en Lange Pier. In zijn strijd wordt Floris geholpen door de fakir Sindala, die beschikt over magische krachten. De in zwart-wit geschoten serie, hoofdzakelijk gefilmd op Kasteel Doornenburg, werd ook in andere landen snel populair. In Duitsland heette de nagesynchroniseerde versie ‘uiteraard’ Floris – Der Mann mit dem Schwert. In 2004 besloot Jean van de Velde een speelfilm te maken. Om enige nostalgie op te wekken maakte hij schaamteloos gebruik van korte fragmenten uit de serie en vervaardigde een familiefilm waarbij de toeschouwer zich afvraagt of het nu drama of komedie is. Soms hoef je geen zanger te zijn om slecht te kunnen acteren.

 

5. – Mannenharten (2013)

Seks. De populaire Nederlandse film denkt nauwelijks zonder te kunnen. In Mannenharten van Mark de Cloe zien we vijf bekende vaderlandse acteurs in een bewerkt script van een Duitse komedie. Dat is al vragen om moeilijkheden. Mannen als eeuwige jagers, of mannen met bindingsangst. De een werkt zich in het zweet in een sportschool, de ander belandt zonder moeite met twee dames tegelijk tussen de lakens. Maar bij de meeste mannen gaat het niet van een leien dakje. Als je dik bent en een bril draagt moet je het kennelijk hebben van een blind date. Of je stalkt een kassameisje van een supermarkt omdat zij toch niet kan weglopen. En als werkloze man ga je gewoon in een elandpak op een fiets dronken toeristen door Amsterdam vervoeren. Maar niets is erger dan als je vriendin zwanger blijkt.

 

6. – Verliefd op Ibiza (2013)

Zelfs fotomodellen mogen tegenwoordig debuteren, vanzelfsprekend in romantische komedies en het liefst in een combinatie van sexy en oerdom. In Verliefd op Ibiza wordt het bij Kim Feenstra niet helemaal duidelijk of ze zichzelf speelt. Johan Nijenhuis (Costa!) brengt de liefhebber terug naar de mediterrane zon. Hier op het feesteiland treffen we een gemêleerd gezelschap van Nederlandse vakantiegangers die hunkeren naar liefde, waarbij ze het gebruik van drank en een pilletje niet schuwen. Maar er zijn ook mensen die het leven wat serieuzer nemen, zoals Jan Kooijman, die als profvoetballer zonder balgevoel zojuist een miljoenencontract bij FC Barcelona heeft getekend. Het duurt even voordat ook hij moe wordt van het gezeur van Kim Feenstra. Gelukkig is daar Willeke van Ammelrooy als verstandige oma die haar bedenkingen uit.

 

7. – Volle Maan (2002)

De Nederlandse Brat Pack – zo zou je met een beetje goede wil de cast van Volle Maan kunnen noemen. We zien acteurs en actrices in het begin van hun loopbaan: Daan Schuurmans, Cas Jansen, Teun Kuilboer, Georgina Verbaan, Michiel Huisman, Ellen ten Damme, Chantal Janzen en zelfs Lieke van Lexmond komt voorbij. In de geest van klassieke tienerfilms van begin jaren tachtig, zoals The Breakfast Club en St. Elmo’s Fire, trekt Johan Nijenhuis (inderdaad ruim vertegenwoordigd in dit overzicht) moeiteloos de formule van Costa! door. Plaats van handeling is ditmaal een boot waarop twee broers en een aantal klasgenoten een feest plannen. Zowel de spelers als het verhaal hebben weinig om het lijf en de meesten doen tevergeefs hun best een Twents accent ten gehore te brengen.

 

8. – Smoorverliefd (2013)

Waarom de Belgische romantische komedie Smoorverliefd (2010) drie jaar na release zonodig een Nederlandse remake moest krijgen, blijft tot op de dag van vandaag een raadsel. Misschien was regisseur Hilde van Mieghem op het idee gebracht door het nagelbijtende Loft (2008) van landgenoot Erik Van Looy, een uitstekende misdaadthriller die dunnetjes en minder goed werd overgedaan in de Hollandse variant van Antoinette Beumer. Hilde van Mieghem verfilmde zelf opnieuw haar Smoorverliefd en verruilde Antwerpen voor Den Haag. We volgen een tienermeisje, haar grote zus, moeder en tante. Liefde, romantiek en seks liggen voortdurend op de loer. Zelfs de charmante Susan Visser, die normaliter met zowel komedie als drama prima uit de voeten kan, heeft geen schijn van kans in deze misère van platitudes en onbenulligheden.

 

9. – Gooische Vrouwen (2011)

Susan Visser mocht haar komische kwaliteiten ook al in Gooische Vrouwen etaleren. Ze werd begin jaren negentig bekend als het spontane hulpje Dirkje in de populaire serie In de vlaamsche pot en belandde ruim een decennium later in een andere tv-serie, Gooische vrouwen, het Nederlandse antwoord op Sex and the City. Een heuse speelfilm kon niet uitblijven. Naast Susan Visser zien we onder anderen Linda de Mol, Tjitske Reidinga en Lies Visschedijk als tegen karikaturen aan schurkende bordkartonnen personages in ’t Gooi. Voor de fan een aangenaam tijdverdrijf, voor de ander een aaneenschakeling van clichés en tenenkrommende scènes. En hoe komt het toch dat er altijd BN’ers in dit genre mogen komen opdraven?

 

10. – Moordwijven (2011)

Het maken van een goede zwarte komedie is niet iedereen gegeven. Met Moordwijven doet regisseur Dick Maas (Flodder) een halfslachtige poging, gesteund door drie door de wol geverfde Killer Babes, die besluiten om de vreemdgaande man van een van hen te laten vermoorden. Deze miljonairsvrouwen baden in weelde en strijden fanatiek tegen het ouder worden. Gezichtsmaskers, manicuren, bubbelbaden, liposuctie en botox – het lijkt allemaal zo achterhaald. Liever gaan de dames na het shoppen iets gezelligs doen, bijvoorbeeld anus bleken, en daarvan kun je best wel even last hebben! Er zijn geslaagde, maar vooral minder geslaagde en smakeloze grappen. Als een vliegtuigje (zogenaamd) tegen een flatgebouw vliegt en explodeert, waarschuwt iemand op straat: ‘Kijk uit, er komt er altijd nog één!’
En zo sluit Moordwijven deze reeks van meest tenenkrommende scènes en ziet de liefhebber reikhalzend uit naar meer.

3 oktober 2014

 

Alle leuke filmlijstjes

5 personages met een obsessie

Vijf filmpersonages met een obsessie

migliore-

In het recente avonturendrama Everest zijn bergklimmers bezeten om de top van de gelijknamige Himalaya-reus te bereiken. Obsessie is een gewild thema van filmmakers, omdat dwangmatigheid tot intrigerende conflicten leidt. Vijf voorbeelden.

door Cor Oliemeulen

1. – La migliore offerta (Italië 2013, Giuseppe Tornatore)

Het is een blunder van de eerste orde dat dit mooie misdaadmysterie van Giuseppe Tornatore (Nuovo Cinema Paradiso, 1988) geen Nederlandse bioscooprelease kreeg. Niet alleen vanwege de internationale doorbraakrol van Sylvia Hoeks, het puike acteerwerk van Geoffrey Rush, de schitterende cinematografie, maar vooral vanwege het intrigerende verhaal dat Tornatore zelf schreef, stemmig begeleid door Ennio Morricone.

Rush speelt de beroemde, tikkeltje verwaande veilingmeester Virgil Oldman, die onder een hoedje speelt met een bieder (Donald Sutherland), zodat hij een zeer bijzondere privécollectie kan opbouwen. Op een dag raakt Oldman in de ban van de mysterieuze dame Claire Ibbetson (Hoeks) die een omvangrijke kunstverzameling wil laten veilen, maar zich niet in het openbaar durft te vertonen. Oldman krijgt een nog grotere obsessie voor haar dan voor de mechanische onderdelen van een achttiende-eeuwse robot die hij aantreft in de kelder van het immense landhuis en zijn eigen privécollectie. Tornatore zou Tornatore niet zijn als hij niet aan het eind met een verrassende plottwist komt.

2. – Whiplash (USA 2014, Damien Chazelle)

Fletcher heeft de ambitie om zijn pupillen te laten excelleren tot een dubieuze vorm van fanatisme verheven. Hij gelooft dat je talenten over hun limieten moet jagen, zodat ze nog harder gaan oefenen. Fletcher schuwt geen middel om hen te prikkelen: beledigen, kleineren, slaan. Hij onderkent direct de potentie van nieuweling Andrew (Miles Teller) en pusht hem tot het uiterste om een geweldige jazzdrummer te worden. Andrew luistert ondertussen veel naar zijn grote voorbeeld Buddy Rich en oefent totdat de blaren op zijn handen zitten en het bloed op zijn drumstel druppelt. Maar zelfs dat is niet genoeg voor Fletcher.

Whiplash was een van de filmverrassingen van 2014 door het sterke spel van J.K. Simmons, die een Oscar voor Beste Mannelijke Bijrol won als de tirannieke leraar van ’s lands beste conservatorium. Prachtig en verontrustend drama over ambities en obsessies om de beste te worden, van zowel leraar als leerling.

3. – Cutter’s Way (USA 1981, Ivan Passer)

John Heard, het bekendst geworden als vader van Kevin in Home Alone, is nauwelijks herkenbaar als hij in het begin van zijn carrière misschien wel zijn sterkste rol speelt. Tijdens de oorlog in Vietnam heeft zijn personage Alex Cutter een oog, een arm en een been verloren. Alex is alcoholist, cynisch, bijdehand, paranoïde, luidruchtig, maar heeft het hart op de goede plaats. Zijn huwelijk met zijn vrouw Mo (Lisa Eichhorn) stelt niet veel meer voor, aangezien zij allebei depressief en zelden nuchter zijn. Hun vriend Richard Bone (Jeff Bridges) is vaak in hun huis en betrekt het duo ongewild in een moordmysterie. Met zijn complot denken weet Alex natuurlijk snel wie de dader moet zijn: een rijke, machtige zakenman.

Het wordt een ware obsessie, die uitmondt in spectaculair gestunt met een paard in dit vergeten meesterwerk van de Tsjechische regisseur Ivan Passer dat zich afspeelt in een bijna paradijselijk kustgebied van Californië waar volgens Alex de rijken per definitie fout zijn.

4. – Obsession (USA 1976, Brian De Palma)

Ook zakenman Michael Courtland (Cliff Robertson) heeft over geld niet te klagen. Dat perspectief verandert nadat zijn vrouw Elizabeth (Geneviève Bujold) en dochtertje Amy worden ontvoerd. Na een politieachtervolging ontploft de auto met ontvoerders en gijzelaars. Zestien jaar later vertrekt Michael vanuit New Orleans voor een zakenreis naar Italië. In een kerk in Florence waar hij destijds Elizabeth ontmoette, ziet hij de jonge vrouw Sandra (eveneens Geneviève Bujold) die grote gelijkenis met zijn overleden echtgenote vertoont.

In deze door Brian De Palma en Paul Schrader geschreven dramatische thriller trouwt Michael met Sandra, die geobsedeerd raakt om zoveel mogelijk op Michaels grote liefde Elizabeth te gaan lijken. De auteurs schudden vervolgens een onwaarschijnlijke wending uit hun mouw, waardoor er een complete tragedie dreigt te ontstaan. De nagelbijtende spanning wordt zoals vanouds functioneel ondersteund door Bernard Herrmann die zojuist de score van Taxi Driver had gecomponeerd.

5. – All About Eve (USA 1950, Joseph L. Mankiewicz)

Iemand die ook volledig in de ban raakt van haar rolmodel is Eve Harrington (Anne Baxter), direct vanaf het moment dat zij idolaat de kleedkamer van de grote theaterster Margo Channing (Bette Davis) betreedt. Eve schopt het tot regelnicht en vriendin van Margo, die na een tijdje achterdochtig wordt naar Eve’s motieven, zeker nadat zij Margo’s verloofde probeert in te pikken. Ook op het toneel blijkt Eve een groot acteertalent en zij zal er alles aan doen om haar grote voorbeeld Margo van de troon te stoten.

Dit klassieke verhaal, geschreven en geregisseerd door Joseph L. Mankiewicz, is een schoolvoorbeeld van obsessie en zustermoord. Het tijdloze thema, de magnifieke opbouw, het perfecte productontwerp en het uitstekende acteerwerk – Bette Davis is meer dan ooit op haar plaats als stijlvolle, gevatte en aandoenlijke diva – maken van All About Eve een van de beste drama’s uit de filmgeschiedenis.

17 september 2015

 

Alle leuke filmlijstjes

6 Amerikaanse klassiekers waarin een hittegolf voor heisa zorgt

Zes Amerikaanse klassiekers waarin een hittegolf voor opwinding zorgt

The-Hot-Spot

Als de mussen van het dak vallen, kun je beter rustig binnen blijven en een film kijken. In deze zes Amerikaanse klassiekers zorgt een hittegolf vervolgens voor een heleboel opwinding.

door Cor Oliemeulen

1. – The Seven Year Itch (Billy Wilder, 1955)

Als in Manhattan ‘s zomers de mussen van het dak vallen, gaan de vrouwen met de kinderen op vakantie en blijven de mannen achter om door te ‘werken’. Zo ook in deze onvervalste Billy Wilder-comedy, die vooral beroemd is geworden door Marilyn Monroe, die haar witte jurk laat opwaaien als ze op een luchtrooster van de metro staat. De film is veel meer dan dat iconische beeld: de sterke, grappige dialogen en leuke karakters vormen de opmaat voor nog meer onvergetelijke Wilder-klassiekers met als hoogtepunt The Apartment (1959).

In The Seven Year Itch speelt Tom Ewell de zakenman (een herhaling van zijn succesvolle rol op Broadway), die na zeven jaar huwelijk jeuk krijgt als hij ontdekt dat hij een nieuwe sexy buurvrouw heeft. Zijn amoureuze affaire speelt zich vooral af in zijn hoofd, terwijl Marilyn als zwoel dom blondje voor de nodige opwinding zorgt.

2. – Rear Window (Alfred Hitchcock, 1954)

Fotograaf Jeff (James Stewart) heeft zijn been gebroken en kijkt uit verveling naar buiten vanuit zijn appartement. Greenwich Village wordt geteisterd door een hittegolf en iedereen heeft de ramen en deuren wijd opengeslagen. Sommige mensen slapen op hun balkon, een pianist speelt een deuntje, een meisje doet balletpasjes tijdens het strijken en een man zorgt voor zijn bedlegerige vrouw. Vanuit zijn rolstoel volgt Jeff de activiteiten van zijn overburen, terwijl hij af en toe bezoek krijgt van zijn mooie vriendin Lisa (Grace Kelly).

Op een dag ontdekt Jeff dat de bedlegerige vrouw van tegenover is verdwenen en dat haar man rondloopt met een zaag, een stuk touw en een kist. We laten het graag aan ‘master of suspense’ Alfred Hitchcock over om van dit gegeven een bloedstollend avontuur te maken. Jeff lokt de overbuurman weg met een telefoontje, waarna Lisa in diens appartement poolshoogte gaat nemen. Dan ziet Jeff tot zijn grote schrik dat de man weer thuiskomt. Vanaf hier zit ook de kijker aan zijn stoel gekluisterd. Tijdloos spannend topamusement.

3. – In the Heat of the Night (Norman Jewison, 1967)

De gemoederen raken verhit in het duffe stadje Sparta, Mississippi waar de airco’s en ventilatoren overuren maken. Het met vijf Oscars bekroonde In the Heat of the Night was destijds vooral baanbrekend omdat men voor het eerst kon zien hoe een zwarte man direct een mep teruggeeft nadat een blanke hem heeft geslagen. Nog maar enkele jaren daarvoor had de blanke hem gewoon kunnen laten doodschieten.

De Afro-Amerikaan in kwestie is Virgil Tibbs (Sidney Poitier), die op het treinstation wordt opgepakt als verdachte van de moord op een zakenman uit Chicago die hier een fabriek wilde bouwen. Nadat blijkt dat Tibbs politieagent is, gespecialiseerd in moordzaken, wordt hij tegen de zin van de lokale politiechef Gillespie (een onvergetelijke Rod Steiger) belast met het onderzoek. Tibbs krijgt te maken met extreem racisme en ontsnapt een paar keer ternauwernood aan een lynchpartij van plaatselijke rednecks. Langzaam krijgt Gillespie wat respect voor zijn zwarte collega. In the Heat of the Night is een confronterende studie over vooroordelen (ook van Tibbs) en als misdaadmysterie geenszins gedateerd.

4. – Do the Right Thing (Spike Lee, 1989)

Op de warmste dag van het jaar lopen in een wijk van Brooklyn de raciale spanningen langzaam op tot een kookpunt. Sal (Danny Aiello) runt er al 25 jaar een goedlopende pizzatent en krijgt problemen met Radio Raheem die het niet kan uitstaan dat er binnen aan The Wall of Fame alleen maar Italiaans-Amerikaanse helden hangen, maar geen enkele zwarte grootheid. Het feit dat de jonge Afro-Amerikaan altijd rondloopt met een gettoblaster waaruit ‘Fight the Power’ van Public Enemy knalt, maakt de sfeer er niet beter op.

Spike Lee, die zelf ook een rol speelt, maakte met Do the Right Thing een van zijn beste en belangrijkste (cult)films. Aanvankelijk met de nodige knipogen schetst hij het straatleven – bijna choreografisch geënsceneerd, zonder belerend of drammerig te zijn – met mensen die verbaal met elkaar in de clinch liggen. Zo sneert Sals zoon Pino (John Turturro): “You gold-teeth-gold-chain-wearin’, fried-chicken-and-biscuit-eatin’, monkey, ape, baboon, big thigh, fast-runnin’, high-jumpin’, spear-chuckin’, three-hundred-sixty-degree-basketball-dunkin’ titsun spade Moulan Yan. Take your fuckin’ pizza-pizza and go the fuck back to Africa.” De vlam slaat in de pan als een zwarte jongen omkomt door politiegeweld.

5. – Barton Fink (Joel en Ethan Coen, 1991)

Een fantastische hoofdrol speelt John Turturro als de succesvolle maar bescheiden en verlegen toneelschrijver Barton Fink in de gelijknamige vierde speelfilm van Joel en Ethan Coen. Na de laaiende recensies van zijn Broadway-drama over visverkopers nodigt een Hollywood-producer hem uit om een filmscript te komen schrijven. Fink heeft zijn bedenkingen omdat hij alleen maar voor ‘de gewone man’ wil werken. Toch gaat hij de uitdaging aan en belandt in LA in een zelf gekozen eenvoudige hotelkamer waar de verstrengende hitte het behang van de muren krult. Het lukt hem maar niet een verhaal voor een tweederangs worstelfilm te schrijven.

Barton Fink is een typisch zwartkomisch Coen-drama, waarin satire en misdaad subtiel samenkomen. De sfeer wordt geleidelijk verontrustend vanaf het moment dat Fink de liefde ontdekt en kennismaakt met de huurder naast hem. Deze andere bekende Coen-acteur, John Goodman, speelt de rol die hem het best ligt: een luidruchtige, latent agressieve goedzak met een klein hartje. Hij wil Fink wel even helpen met zijn verhaal door samen wat worstelgrepen te oefenen en alcohol te nuttigen om hem uiteindelijk te inspireren tot een bloederig filmscript.

6. – The Hot Spot (Dennis Hopper, 1990)

In Texas kan het zo heet zijn dat er spontaan een gebouw in brand vliegt. Dat merkt Harry Maddox, die uit het niets in het dorp is opgedoken en een baan krijgt als autoverkoper bij George Harshaw. Als iedereen, ook de politie, naar de brand is vertrokken, wordt het ineens interessant om de plaatselijke bank te beroven. Maar voordat het zover is, stort Maddox zich in broeierige hartstocht met zowel de vrouw van Harshaw (Virginia Madsen) als diens medewerkster (Jennifer Connelly), en ontvouwt zich een romantisch misdaaddrama waarin iedereen elkaar probeert te belazeren. De lekkere soundtrack met John Lee Hooker en Miles Davis pas perfect bij het trage tempo.

Don Johnson was na zes seizoenen Miami Vice wereldberoemd geworden en gebruikte zijn zwierige zelfingenomenheid uitstekend in de rol van manipulerende mooie jongen Maddox. Het bleek zijn laatste grote wapenfeit. Dat geldt ook voor wijlen de regisseur Dennis Hopper die met The Hot Spot zijn tweede klassieker afleverde nadat hij in 1969 had gedebuteerd met het legendarische Easy Rider.

 

6 augustus 2014

 

Alle leuke filmlijstjes

5 motieven om iemand te kidnappen

Vijf motieven om iemand te ontvoeren

The-King-of-Comedy

Mag je een regisseur ontvoeren zodat hij geen slechte films meer kan maken? Je zou het kunnen denken na het zien van Kidnapping Freddie Heineken. Meestal is losgeld de reden om iemand te ontvoeren, maar er zijn natuurlijk genoeg andere motieven om iemand te kidnappen. Vijf voorbeelden.

door Cor Oliemeulen

1. – Suna no onna (1964)
Motief: ARBEID

Natuurlijk, je kunt iemand ontvoeren om voor je te laten werken, maar in Suna no onna (De vrouw in het zand) lijkt er meer aan de hand. De Japanse regisseur Hiroshi Teshigahara verfilmde het boek van Kôbô Abe dat gaat over een entomoloog die in een afgelegen duinengebied buiten Tokio op zoek gaat naar insecten, wordt uitgenodigd te overnachten bij een weduwe die in een zandkuil woont en de volgende ochtend ontdekt dat de touwladder is verdwenen. Net als de vrouw moet hij emmers zand scheppen zodat de dorpelingen het kunnen verkopen. Tevens moeten ze voorkomen dat het huisje niet door het zand zal worden opgeslokt. Vluchten kan niet meer en langzaam ontstaat er een innige band tussen de weduwe en de gijzelaar. Of is onze entomoloog ontvoerd om voor nageslacht van de geïsoleerde dorpsbewoners te zorgen?

Zeer bijzondere film met goed spel, stijlvolle cinematografie, zoals close-ups van bezwete, met zandkorrels bedekte lichamen en gezichten, en adequate experimentele muziek. De film gaat over overleven en aanpassen in een uitzichtloze omgeving en terugkeren naar de menselijke basis.

2. – Die fetten Jahre sind vorbei (2004)
Motief: NOODZAAK

Twee activistische vrienden breken graag in bij rijke mensen. Niet om de buit te houden of om onder de armen te verdelen, maar om de bewoners te laten zien dat hun weelde hen niet onaantastbaar maakt. In dit krachtige drama van de Oostenrijkse regisseur Hans Weingarter gaat Jan (Daniel Brühl) in de fout door verliefd te worden op het meisje van zijn vriend en haar in te wijden in de praktijken van de Edukators, zoals de idealistische inbrekers zich noemen. Tijdens een inbraak worden ze betrapt en zien ze geen andere keus dan de eigenaar te ontvoeren.

De twee vrienden, het meisje en de rijkaard trekken zich terug in een berghut, alwaar langzaam een band tussen slachtoffer en daders ontstaat. Ook de rijkaard blijkt vroeger idealen te hebben gehad. Eten, drinken, blowen en spelletjes worden afgewisseld met politieke meningsverschillen en een lastige driehoeksverhouding. Die fetten Jahre sind vorbei doet hunkeren naar een tijd waarin mensen nog ergens voor stonden en blijft onvoorspelbaar tot het eind.

3. – Rabbit-Proof Fence (2002)
Motief: RASSENZUIVERING

Wie denkt dat de nazi’s het systematisch uitroeien van een ras hebben uitgevonden, zal zich verwonderen over het feit dat dit in Australië gebeurde voor de rassenwetten van Neurenberg en nog vele jaren na de val van het Derde Rijk. In het waargebeurde drama Rabbit-Proof Fence van Phillip Noyce zien we hoe drie meisjes van een Aboriginal-familie door de autoriteiten worden ontvoerd en aan de andere kant van Australië in een heropvoedingskamp onder leiding van nonnen belanden. De kinderen mogen hun eigen taal niet meer spreken en krijgen les in Engelse waarden en cultuur.

De Aussies pakten het minder drastisch aan dan de nazi’s: Aboriginals werden geforceerd om kinderen van blanken te krijgen zodat het zwarte bloed op den duur zou verdwijnen. Of zoals de christelijke ‘chief protector of Aborigines’ (Kenneth Brannagh) het verwoordt: “The native must be helped.” Gelukkig weten de drie meisjes te ontsnappen en beginnen ze aan hun 1200 mijl lange terugtocht, gevolgd door een spoorzoeker (Aboriginal-acteur David Gulpilil die in hetzelfde jaar in Tracker dezelfde rol had).

4. – Ugly (2013)
Motief: KINDERHANDEL

Eindelijk weer eens een spannende Indiase film, die geheel vrij is van Bollywood-ingrediënten. Ugly is de succesvolle opvolger van Anurag Kashyaps schitterende maffiafilm Gangs of Wasseypur. Ook ditmaal weet hij al het geweld verantwoord te compenseren door de vakkundige en inventieve manier van scriptschrijven en regisseren. We volgen de lotgevallen van een onbekende filmacteur wiens dochtertje is ontvoerd. Het hoofd van de politie, getrouwd met de ex van de acteur, verdenkt de vader.

Politiegeweld, afluisterpraktijken en intimidatie vormen de opmaat van de rollercoaster waarin de kijker continu op het verkeerde been wordt gezet. De ontknoping is absoluut verrassend en plaatst het laatste puzzelstukje naadloos in het originele misdaadmysterie van een onmiskenbaar filmtalent.

5. – The King of Comedy (1982)
Motief: 15 MINUTES OF FAME

Beter één avond koning, dan je hele leven een schlemiel. Dat is de overweging van Rupert Pupkin (Robert De Niro), om zijn grote voorbeeld, de beroemde talkshow host Jerry Langford (een verre van grappige Jerry Lewis) te ontvoeren. Rupert wil obsessief graag stand-up komiek worden, maar het lukt hem niet Langford ook maar enigszins te enthousiasmeren voor zijn repertoire. Echter Rupert is geenszins van plan de handdoek in de ring te gooien. Hij waant zich zelfs Langfords vriend en neemt een vriendin onuitgenodigd mee naar het huis van de tv-ster, waar de pijnlijke ervaring leidt tot een fantastische confronterende scène.

The King of Comedy is een essentieel zwart komisch drama van Martin Scorsese dat gaat over de intense drang naar roem en de keerzijde ervan. De Niro speelt een van zijn beste rollen als de authentieke antiheld die het eindelijk lukt om als stand-up komiek voor een groot publiek op te treden. Soms is het dus goed om iemand te ontvoeren, zeker als het een chagrijnige, arrogante hufter is.

 

23 juni 2015

 

Alle leuke filmlijstjes

5 Iraanse filmjuweeltjes

Vijf Iraanse filmjuweeltjes

baran-

Films uit Iran schrikken vaak af als je niet weet wat voor wonderschone producties er in dit streng islamitische land worden vervaardigd. Misschien juist wel door de restricties lukt het cineasten artistieke films met grote zeggingskracht te maken. Dat geldt dus zeker niet alleen voor Taxi Teheran (Gouden Beer in Berlijn) dat deze week in première gaat.

door Cor Oliemeulen

1. – Baran (Majid Majidi, 2001)

Met weinig middelen gedraaid romantisch drama van een regisseur die alleen maar fenomenale speelfilms maakt (o.a. Children of Heaven, 1997 en The Song of Sparrows, 2008) speelt zich grotendeels af op een bouwterrein in Teheran. De 17-jarige Turkse jongen Lateef fungeert er als jolige boodschappenjongen die de arbeiders voorziet van thee en regelmatig in de clinch met hen ligt. Wanneer een illegale Afghaanse arbeider zich meldt met zijn kind Rahmat, blijkt laatstgenoemde niet geschikt voor zwaar werk. Lateef moet zijn baantje afstaan aan Rahmat en ontdekt na een aantal pesterijen dat zijn nieuwe collega een meisje met de naam Baran is. Het duurt niet lang voordat hij verliefd op haar wordt en alles voor haar zal doen. Na een onaangekondigde arbeidsinspectie moeten alle illegalen spoorslags vertrekken en besluit Lateef het meisje te zoeken.

Deze innemende film met komische en poëtische noten mondt uit in een trieste bestemming. De regen spoelt de laatste voetstap van Baran weg.

2. – Gaav (Dariush Mehrjui, 1969)

Dit op een toneelstuk gebaseerd drama over een man die zijn koe adoreert wordt beschouwd als het begin van de Iraanse New Wave. Dat regisseur Dariush Mehrjui zich liet inspireren door de Italiaanse neorealisten (o.a. Luchino Visconti en Roberto Rossellini) zie je aan de sfeervolle zwart-wit kaders gevuld met gewone mensen (inclusief door kinderen geplaagde dorpsgek), levend en werkend in hun eigen natuurlijke omgeving en worstelend met crisis en moraal.

De koe van Hassan is het enige rund van het dorp. Als haar baasje even naar de stad is, overlijdt het zwangere dier plotseling. De dorpsbewoners durven Hassan niet te confronteren met dit grote verlies, begraven de koe en vertellen Hassan bij terugkomst dat zij is weggelopen. Hassan wordt krankzinnig en gaat zich gedragen als zijn koe: loeiend liggend in de stal met zijn hoofd in de voederbak. De dorpsbewoners stellen alles in het werk om tot hem door te dringen.

Gaav is een gaaf en amusant verteld dorpsverhaal dat wel tragisch eindigt. Verplichte kost voor cinefielen en volgens bronnen de favoriete film van ayatollah Khomeini.

3. – No One Knows About Persian Cats (Bahman Ghobadi, 2009)

De Iraanse regisseur Bahman Ghobadi is een van de meest talentvolle Aziatische cineasten van deze eeuw. A Time for Drunken Horses (2000), Turtles Can Fly (2004) en Rhino Season (2012) zijn filmparels die bijzondere vertellingen in een weinig bekende historische context plaatsen. De semi-documentaire No One Knows About Persian Cats is misschien minder notoir, maar zeker zo interessant en realistisch.

In Iran kan Westers georiënteerde muziek alleen maar in het diepste geheim worden gepraktiseerd. We volgen het meisje Negar en de jongen Ashkan in hun zoektocht naar bandleden om een concert in Londen – en hun vertrek uit Iran – te kunnen bewerkstelligen. Verrassend goede en regelmatig aanstekelijke muziek (traditioneel, rock, blues, metal, rap en pop) wordt afgewisseld met gesprekken en beeldflitsen van het leven in dit repressieve moslimland.

4. – Nema-ye Nazdik (Abbas Kiarostami, 1990)

Vanwege zijn pure en artistieke manier van film maken staat Abbas Kiarostami hoog op het admiratielijstje van Jean-Luc Godard en Martin Scorsese. De begaafde Iraanse regisseur zelf oogt in interviews (altijd met zonnebril) bescheiden, maar eigenzinnig. Volgens hem valt de Iraanse censuur mee: ‘vrouwen zonder hoofddoek filmen mag niet, en verder maak ik gewoon wat ik leuk vind en zie ik wel of ze het goed vinden.’ Kiarostami gebruikt nooit geweld; zijn perfecte film is er eentje die moet ontspannen en waarbij je in slaap kunt vallen. Als je Nema-ye Nazdik (Close-Up) zonder enige voorkennis kijkt, onderga je mogelijk dat lot. Dus is het handig om te weten hoe dramatisch uniek deze combinatie van documentaire en fictie is.

Hossain wil iemand zijn. Hij is groot fan van Mohsen Makhmalbaf, geeft zich uit voor deze beroemde Iraanse regisseur en belooft een welgestelde familie een rol in zijn zogenaamde nieuwe film.

Het briljante van Kiarostami’s (soms wat droge) registratie is dat iedereen zichzelf (na)speelt: de misleider, de familieleden en de regisseurs. Zelfs de rechtszaak komt voorbij – die lijkt authentiek, maar zeker weten doen we het niet.

5. – Darbareye Elly (Asghar Farhadi, 2009)

Wat is er gebeurd met Elly? Dat is de hamvraag in Darbareye Elly (Zilveren Beer in Berlijn), het eerste meesterwerk van Asghar Farhadi die twee jaar later met het sensationele scheidingsdrama Jodaeiye Nader az Simin (A Seperation) een Oscar won. Een groep vrienden uit Teheran gaat voor een weekend naar de Kaspische Zee. Eén van de vrouwen heeft stiekem de schooljuf van haar dochter uitgenodigd om haar te koppelen aan een gescheiden vriend die in Duitsland woont. Maar dan dreigt een van de kinderen te verdrinken en blijkt de dromerige Elly, die toezicht zou houden, plotseling van de aardbodem verdwenen.

Dit sfeervolle, beklemmende drama met thrillertrekjes gaat vooral over menselijke verhoudingen: vriendschap, vertrouwen, vooroordelen, leugens en spijt. Geweldig geacteerd en mooi gefilmd. De kijker mag uiteindelijk zelf proberen de hamvraag te beantwoorden.

9 juni 2015

 

Alle leuke filmlijstjes

5 leuke titelpersonages met de naam Charlie

Vijf leuke titelpersonages met de naam Charlie

Charlie-

Met de release van het Aboriginal-drama Charlie’s Country duiken we in de filmgeschiedenis op zoek naar leuke titelpersonages met de naam Charlie. Welkom in de wondere werelden van de heren Chan, Brown, Bartlett, Banks en Countryman.

door Cor Oliemeulen

1. – Charlie Chan

Sherlock Holmes mag dan wel als de allereerste speelfilmdetective worden beschouwd, zijn verschijning in 1921 met in de titelrol John Barrymore was niet bijster succesvol. Charlie Chan, het gelijknamige karakter uit de boekenreeks van Earl Derr Biggers, zette het detectivegenre pas echt op het witte doek. In 1931 introduceerde Fox Films deze superspeurder in de bioscoop: Charlie Chan Carries On. De besnorde, bescheiden Charlie Chan – gezegend met dertien kinderen van wie de oudste zoon pa altijd mag helpen – strooit kwistig met Oosterse wijsheden terwijl hij moordmysteries oplost zodra de politie dreigt te verzaken. Het was voor het eerst dat een Chinees in een Amerikaanse film niet als slechterik werd afgeschilderd.

Een Zweedse immigrant speelde nota bene de eerste Charlie Chan: Warner Oland, die in zestien films de titelrol vervulde. Hij was de eerste acteur in de filmgeschiedenis die schatrijk werd, maar in 1937 moest hij stoppen wegens psychische problemen en alcoholmisbruik. De filmserie ging door tot 1948 met mindere titelheldvertolkers. Bij de fans staat Charlie Chan at the Opera (1936) met stip bovenaan, niet in de laatste plaats omdat Boris Karloff de schurk speelt. Karloff was wereldberoemd geworden als het Monster van Frankenstein. Meeliftend op het immense succes van de wijze Chinese detective werd Karloff vervolgens gevraagd voor een nieuwe filmreeks als Mr. Wong. Een andere bekende acteur uit die jaren, Peter Lorre, mocht komen opdraven voor een aantal Mr. Moto-films.

2. – Charlie Brown

Een voor het grote publiek bekendere Charlie ontsproot aan het brein van Charles Schulz, die in 1950 zijn eerste comic strip publiceerde over Charlie Brown. Na 17.879 (!) cartoons borg hij zijn tekenpotloden definitief op. De strip kreeg de titel ‘Peanuts’, waar Schultz ‘Good Old Charlie Brown’ meer recht vond doen aan zijn humor. Een reeks korte tv-animatiefilms en The Charlie Brown and Snoopy Show maakten van Charlie Brown het meest populaire en commercieel succesvolle fenomeen uit de Amerikaanse popcultuur. Een bioscoopfilm kon niet uitblijven: A Boy Named Charlie Brown (1969). Drie jaar later verscheen Snoopy Come Home en in 1977 werd Race for Your Life, Charlie Brown uitgebracht. Eind 2015 verschijnt een feature film in 3D voor een nieuwe generatie fans van het eigenwijze jochie dat zijn hele leven niet ouder is geworden dan acht jaar.

Op het eerste gezicht lijkt Charlie Brown een loser. Zo is het hem al die jaren nooit gelukt om een rugbybal weg te schoppen, want meestal ritste de sadistische Lucy de bal net voor zijn voet weg. In zijn bipolaire neigingen toont Charlie Brown zich echter ook ambitieus en een leider (bijvoorbeeld van een honkbalteam). Typerend zijn Charlie’s gevoelige gedachten: ‘I think I’ve discovered the secret of life – you just hang around until you get used to it.’

3. – Charlie Bartlett

De 17-jarige Charlie Bartlett droomde altijd al om op een podium te staan. Zijn vader is verdwenen en zijn rijke moeder is een tikkeltje gestoord. Enigst kind Charlie (Anton Yelchin) is zo verwend dat hij het op geen enkele privéschool uithoudt. Dus moet hij naar een openbare school, waar hij tussen allemaal alto’s direct opvalt en flink wordt aangepakt door de schoolbully. De sympathieke Susan van de toneelclub vindt hem wel grappig en zorgt ervoor dat Charlie zich anders gaat kleden en gedragen. Het lukt Charlie vrij gemakkelijk om medicijnen van de familiepsychiater af te troggelen, zodat hij zich in no-time ontpopt als schoolpsycholoog, die zijn onzekere medescholieren op het toilet van zowel wijze raad als pillen voorziet.

Charlie wordt populair, de chaos op school groter en de langzaam doordraaiende directeur (Robert Downey Jr.) denkt dat hij de orde slechts kan handhaven met het plaatsen van observatiecamera’s op de campus. Aan alle pret komt abrupt een eind als een leerling overlijdt na een overdosis. Charlie Bartlett (2007) is een onderhoudende coming of age. Een soms komisch, romantisch drama dat toont hoe scholieren worstelen met hun identiteit en zich een plaats in de groep proberen te verwerven. Maar hoe lastig is het, zeker als tiener, om aan alle verwachtingen te moeten blijven voldoen?

4. – Charlie Banks

In hetzelfde jaar verscheen een realistischer en beter schooldrama. The Education of Charlie Banks betekende het regiedebuut van Fred Durst, leadzanger van de Amerikaanse metal/rapcore band Limp Bizkit. Bekend van de hitsingle ‘Break Stuff’ laat Durst ook in zijn film iemand het nodige slopen. We schrijven New York, jaren tachtig. Nick (Jason Ritter), de schrik van de buurt, slaat op een feestje twee scholieren met een bierflesje tegen de vlakte. Charlie (Jesse Eisenberg) doet in het geheim aangifte en Nick verdwijnt achter de tralies vanwege poging tot doodslag. Charlie is blij als hij jaren later naar de universiteit kan om het verleden achter zich te laten. Maar dan verschijnt Nick op de campus. Er ontstaat een kat-en-muisspel en Nick versiert het meisje op wie Charlie verliefd is.

Het lukt Fred Durst sociale verschillen (arbeiders versus rijken) subtiel aan te stippen en een onderhuidse spanning te creëren waarbij geweldsuitbarstingen voortdurend op de loer liggen. Jesse Eisenberg speelt – drie jaar voor zijn doorbraak als Facebook-oprichter Mark Zuckerberg in The Social Network – een rol die op zijn lijf is geschreven: een sjofele, verlegen, ironische nerd. Bovenal is Charlie een goedzak, die vanuit zijn sociale bewogenheid zijn best doet om snelkookpan Nick te enthousiasmeren voor literatuur en op het rechte pad te brengen. Tevergeefs.

5. – Charlie Countryman

Het feit dat The Necessary Death of Charlie Countryman uit 2013 niet in de Nederlandse bioscopen verscheen, komt waarschijnlijk omdat deze eigenzinnige mix van komedie, drama, romantiek en misdaad door de meeste Amerikaanse filmcritici werd afgekraakt. Toch is de film interessant en onderhoudend door het krankzinnige verhaal, de mooie cinematografie, leuke soundtrack en sterke rolbezetting, in de eerste plaats door de perfecte casting van Shia LaBeouf. Deze grillige Amerikaanse acteur wist vrij recent vooral buiten het filmdoek de aandacht op zich te vestigen. LaBeouf werd aan de schandpaal genageld omdat hij een filmtekst van een striptekenaar had gejat, waarna hij tijdens de Berlinale op de rode loper verscheen met over zijn hoofd een papieren zak met de tekst: ‘I’m not famous anymore’.

De sympathieke, grappige, maar wat onzekere Charlie Countryman ziet hoe de ziel van zijn moeder (Melissa Leo) haar mond verlaat nadat zij van de beademing wordt gehaald. Overmand door verdriet ontmoet hij haar geest op de gang van het ziekenhuis. Zij draagt Charlie op om naar Boekarest te gaan. In het vliegtuig overlijdt de Roemeense passagier naast Charlie, die na de landing vastbesloten verliefd wordt op diens dochter, de celliste Gabi (Evan Rachel Wood) en zich in de lokale party scene stort (let op Rupert Grint als uitgelaten XTC-gebruiker). Maar van een leien dakje loopt het allerminst: Charlie krijgt al snel te maken met Gabi’s jaloerse creepy ex-man Nigel (Mads Mikkelsen).

 

28 mei 2014

 

Alle leuke filmlijstjes

5 andere films van Yasujirō Ozu

Vijf andere films van Yasujirō Ozu

Yasujiro-Ozu-

Van de Japanse regisseur Yasujirō Ozu (1903-1963) is diens bekendste film, Tokyo Story (1953), in een gerestaureerde versie opnieuw in omloop. Tokyo Story geldt als een van de beste films ooit gemaakt, maar het is niet het enige meesterwerk van ‘de meest Japanse aller Japanse regisseurs’. Als robotten ooit een inburgeringscursus moeten doen, zullen de films van Ozu op het lesprogramma staan. Het zijn monumenten van menselijkheid die universele thema’s op toegankelijke wijze behandelen. Films zonder helden of schurken, actie of geweld, meestal zonder noemenswaardige plot. Er gebeurt twee uur lang vrijwel niets; mensen praten over triviale zaken of over het leven. Maar de kijker raakt gehypnotiseerd en merkt na afloop dat er in zijn ziel iets is verschoven.

door Alfred Bos

1. – Late Spring (Bashun, 1949)

Wat is voor Fellini, is Late Spring voor Ozu: de film waarin hij zijn stem, zijn vorm en zijn thema vindt. De stem is die van van de Zen-meester: met empathie, maar onthecht. De vorm: het beroemde lage camerastandpunt (waardoor de toeschouwer als het ware vanuit de theaterstoel naar het toneel kijkt); de statische camera; de lange en perfect getimede shots; de tot in het detail gestyleerde mise-en-scène, waardoor interieurs als abstracte schilderijen van Mondriaan overkomen. Het thema: het gezin en de relatie tussen de generaties, vooral tussen vaders (vaak weduwnaar) en dochters (vaak ongetrouwd). Dat alles tegen de achtergrond van het na de Tweede Wereldoorlog in hoog tempo veranderende Japan: traditie versus moderniteit.

Late Spring is Ozu’s eerste meesterwerk en het begin van zijn ‘late’ periode, waarin hij eigenlijk alleen maar superieure films heeft gemaakt. Het is tevens de eerste van de ‘Noriko-trilogie’ met actrice Setsuko Hara, die de jonge, ongehuwde dochter Noriko speelt, maar telkens als een ander personage. De filmtitel verwijst naar het seizoen van Noriko’s leven: het wordt tijd dat ze trouwt.

2. – Early Summer (Bakushu, 1951)

De tweede uit de ‘Noriko-trilogie’, wederom met Setsuka Hara als Noriko (zij het een andere Noriko dan in Late Spring of Tokyo Story, het slot van de trilogie). Opnieuw is Noriko een ongetrouwde dochter, van wie een bezoekende oom meent dat ze nodig aan de man moet. Daarop begint iedereen van haar uitgebreide familie mogelijke partners te opperen, tot haar baas aan toe.

Ozu is subtiel: hij schetst niet alleen de emotionele ontwikkeling van Noriko, maar stelt de positie van de jonge, onafhankelijke vrouw in de snel moderniserende Japanse samenleving ter discussie. Er is ook een wijze levensles, een typische Ozu-boodschap. Noriko’s vader, de pater familias, beseft dat het gezin zijn laatste gouden momenten beleeft, vóór zoon en dochter uit huis gaan. “Mensen moeten niet teveel willen.”

3. – Good Morning (Ohayo, 1959)

Ozu wist dat verandering de kern van het leven vormt, maar haastte zich nimmer om de moderniteit te omarmen. Hij bleef lang in zwart-wit filmen en heeft nooit gedraaid in breedbeeld, altijd in de klassieke 1/1:37 (TV) beeldratio. En filmde elke scène met 50 millimeter lenzen. Dat maakt zijn oeuvre extreem vormvast, wat alle ruimte laat voor subtiliteit en nuance. Binnen dertig seconden weet je dat je naar een film van Ozu zit te kijken.

Good Morning is Ozu’s tweede film in kleur en heeft zowaar iets wat op een plot lijkt. In een wijkje met goedkope houten huisjes onder energiemasten ontstaat onrust over de nieuwe wasmachine van het wijkhoofd. Daarnaast rebelleren twee schooljongens tegen hun ouders. Ze weigeren te praten tot hun vader ook zo’n moderne televisie aanschaft. Als running gag zijn er de winden die de schooljongens op commando kunnen laten. Good Morning is met zijn boertige humor en kolderieke verwikkelingen het Ozu-equivalent van Jacques Tati’s Monsieur Hulot-films. Het geeft hem de kans het moderne fenomeen van de televisie te becommentariëren en Good Morning maakt nieuwsgierig naar wat Ozu met sociale media zou hebben gedaan. Onder het Japanse bioscooppubliek bleek de film een hit. Wijze les: “Juist de nutteloze dingen geven het leven glans.”

4. – The End of Summer (Kohayagawa-ke no aki, 1961)

The End of Summer is de laatste van de zes films die Ozu maakte met actrice Setsuko Hara. Ze schitterde een jaar later nog in de 47 Ronin-verfilming van regisseur Hiroshi Inagaki en trok zich vervolgens terug uit het openbare leven. In de zes films met Ozu speelt Hara de ongehuwde dochter, een rol die dicht op de werkelijkheid zat: ze is nooit getrouwd. Een enorme ster in Japan, en een icoon van de gloriejaren van de Japanse cinema, luidde haar bijnaam ‘de eeuwige maagd’. Ozu zelf woonde tot kort voor zijn dood thuis bij zijn moeder.

In The End of Summer vertolkt Hara het personage van Akiko,een van de twee ongetrouwde dochters van een biermagnaat op leeftijd. Diens familie begint aan zijn geestelijke gezondheid te twijfelen wanneer ze erachter komen dat pa er een scharrel op nahoudt, een jeugdliefde bij wie hij een dochter heeft verwekt. De bekende Ozu-thema’s komen samen: de buitenechtelijke dochter is behoorlijk materialistisch en verwesterd; Akiko en haar zus Noriko zijn traditioneel en lopen rond in kimono. Wederom wordt er voor de dochters een man gezocht. Akiko is afwachtend, Noriko verkiest romantische liefde boven een gearrangeerd huwelijk. En de bierbrouwerij wordt opgeslokt door een grotere concurrent. Wijze les: “Het leven is veranderlijk als stromend water.”

5. – An Autumn Afternoon (Sanma no aji, 1962)

Het was niet zo bedoeld, maar An Autumn Afternoon is het passende slotstuk van de ‘late’ Ozu. Op 13 december 1963, op zijn zestigste verjaardag, overleed de regisseur aan kanker, een ziekte die mogelijk het gevolg was van Ozu’s diensttijd in het Japanse keizerlijke leger; hij diende in een regiment met chemische wapens. An Autumn Afternoon is Ozu ten voeten uit, qua thematiek en qua stijl. Na twaalf films in dertien jaar is de Ozu-aanpak zo verfijnd dat hij bijna onzichtbaar is geworden. Zijn veel gebruikte stijlfiguur van de ellips (sleutelscènes niet laten zien, alleen de aanloop en de afloop) wordt meesterlijk toegepast. Met de ‘stillevens’, anonieme tussenshots om scènes te markeren, door Ozu toegepast vanaf Silent Spring, introduceerde hij een manier van monteren die tegenwoordig standaard is, maar in de jaren vijftig nieuw en gedurfd was.

An Autumn Afternoon is het spiegelbeeld van de film waarmee Ozu zijn reeks meesterwerken opende, Silent Spring. Acteur Chishû Ryû – die in bijna alle films van Ozu te zien is, vaak in de hoofdrol – speelt een weduwnaar die wordt verzorgd door zijn inwonende dochter. In Silent Spring wil de dochter niet trouwen omdat ze gelukkig is met haar vader, ditmaal wil de vader dat zijn dochter niet trouwt omdat hij tevreden is met de huidige situatie. Door een vergelijkbaar voorbeeld in zijn omgeving ziet de vader zijn egoïsme in. Laatste scène, en laatste tekst van het Ozu-oeuvre:  “Alleen, hè.” Ozu, die ongetrouwd bleef, ligt begraven met zijn moeder. Op de steen staat het Japanse karakter voor ‘Het Niets’.

Naast Tokyo Story worden in mei en juni vier andere, eveneens gerestaureerde (kleuren)films van Ozu opnieuw vertoond: Equinox Flower (Higanbana, 1958), Good Morning (Ohayô, 1959), Late Autumn (Akibiyori, 1960) en An Autumn Afternoon (Samna no aji, 1962). De gerestaureerde films worden later dit jaar als dvd-box uitgebracht. De dvd van Tokyo Story verschijnt in juni.

14 mei 2015

 

Alle leuke filmlijstjes