Creed

**

recensie  Creed

Jonge god en ouwe knar

door Cor Oliemeulen

Het plot van deze zevende Rocky-film is niet minder afgezaagd dan dat van zijn meeste voorgangers en de meeste boksscènes zijn even onrealistisch. Gelukkig is daar nog steeds Sylvester Stallone als de onverwoestbare bokslegende.

Een kinderhand is gauw gevuld. De tegenstander van Rocky in de allereerste gelijknamige boksfilm uit 1976, Apollo Creed, blijkt een buitenechtelijke zoon te hebben. Hij heet Adonis Johnson, vernoemd naar zijn surrogaatmoeder (de moeder in The Cosby Show). Adonis wil niet teren op de naam van zijn vader, een ex-wereldkampioen zwaargewicht. Deze jonge god verlaat Los Angeles en gaat in het Rocky-walhalla Philadelphia op zoek naar de legendarische bokser. De vuistvechter, die in Rocky 4 wint van de Russische bokser die Adonis’ vader in de ring doodsloeg, is de ideale kandidaat om hem de fijne kneepjes van het vak bij te brengen. Zoals dat gaat in dit soort sprookjes wil Rocky eerst niet, maar vindt hij exact genoeg redenen om het fysieke en mentale avontuur aan te gaan. En natuurlijk is er een meisje (dat lijkt op de dochter in The Cosby Show) voor de emotionele balans.

Recensie Creed

Eeuwig Rocky
Het meest bijzondere van Creed is de prima ‘eeuwige’ rol van Sylvester Stallone, voor diens doen opvallend aandoenlijk vertolkt, de rest van de film is verwaarloosbaar. De liefhebber die verder kijkt dan deze conventionele opsomming van genreclichés, kan met gemak tientallen betere boksfilms ontdekken.

Er is wat opschudding ontstaan over het feit dat er geen enkele Afro-Amerikaan is genomineerd voor een Oscar in 2016. Zo ontbreekt de hoofdrolspeler van Creed, Michael B. Jordan, op de lijst, terwijl bijrolacteur Sylvester Stallone juist wel is genomineerd.

Hoewel het stemgedrag van het zesduizend koppige gezelschap van de Academy of Motion Picture Arts and Sciences (volgens een studie uit 2012 was 94% blank en 77% man) op zijn minst een tikkeltje conservatief en soms onvoorspelbaar is te noemen, is de Oscarnominatie van Stallone begrijpelijk, hoewel verzilvering zou grenzen aan waanzin. Het lukt hem op zijn oude dag zowaar twee ‘Oscar winnende speeches’ van een minuut (waarvan eentje met traan) op te lepelen. Sentiment was Hollywood nooit vreemd. Waarom de hoofdrolspeler niet is genomineerd? Aan zijn afgetrainde lijf zal het niet liggen, maar Michael B. Jordan krijgt door het kleffe script niet de kans boven zichzelf uit te stijgen.

Recensies Creed

Aftakelende held
Personages die ziek, zwak en misselijk zijn, hebben bij de Oscars bovendien traditioneel een streepje voor. De eerste vraag is of het trouwe Rocky-publiek wel zit te wachten op een aftakelende held, ondanks het nobele streven van zowel bokser als trainer om een vuist te maken voor het leveren van een bijna onmogelijke strijd binnen en buiten de ring. De slotvraag is of een van de bekendste filmhelden uit de moderne filmgeschiedenis in Creed een definitieve knock-out is toegebracht, of dat hij misschien later zélf nog een buitenechtelijk kind met boksambities blijkt te hebben.

Elke gefabriceerde comeback lijkt mogelijk in deze afgekloven toverformule die Rocky heet, zolang er maar in een behoefte wordt voorzien en de kassa’s blijven rinkelen. Hopelijk laat Michael B. Jordan zich niet verleiden voor een Creed 2, daarvoor is zijn talent als filmacteur te groot. In het biografische drama Fruitvale Station (2013) kan hij een veel grotere emotionele en psychologische reikwijdte etaleren. Overigens dánkzij regisseur Ryan Coogler, die met Creed én Jordan zijn pas tweede speelfilm maakte en veel beter lijkt te passen bij serieuzer drama.

 

17 januari 2016

 

MEER RECENSIES

 

Southpaw

**

recensie  Southpaw

Comeback Kid uit de goot

door Ashar Medina

In de nieuwste van regisseur Antoine Fuqua (Training Day) krijgt Jake Gyllenhaal als getroebleerde bokser tegenslag na tegenslag te verwerken. Helaas is een van die obstakels het soms wel erg voorspelbare script. 

Billy Hope (Gyllenhaal) heeft zichzelf omhoog gevochten van de armlastige pleeggezinnen uit zijn probleemjeugd naar de top van de bokswereld. Hij is de onbetwiste licht zwaargewicht-kampioen, maar heeft één groot probleem: zijn zelfbeheersing. Gelukkig is daar altijd zijn vrouw Maureen (Rachel McAdams) die onvoorwaardelijk van hem houdt en hem in toom weet te houden. Tot het noodlot toeslaat en Billy door zijn onbeheersbare woede alles verliest waarvoor hij zo hard heeft gewerkt. Hij moet helemaal opnieuw beginnen en bewijzen dat hij zich niet alleen kan aanpassen aan zijn nieuwe tegenstanders, maar ook dat hij een goede vader kan zijn voor zijn dochtertje. Wat volgt is de loodzware route naar een broodnodige comeback, een die we wel vaker hebben gezien.

Recensie Southpaw

Hopeloos
De titel Southpaw verwijst naar de onorthodoxe vechthouding van linkshandige boksers die Billy zichzelf moet aanleren om zijn aartsvijand te kunnen verslaan. Zo vertegenwoordigt Billy als underdog een bekend fenomeen in de bokswereld: The Great White Hope. De witte bokser die eindelijk weer eens de titel claimt, na een eindeloze reeks zwarte en Latino-kampioenen. De filmmakers gaan niet erg subtiel om met dit gegeven en het feit dat ze Billy ook nog de achternaam Hope meegeven ligt er nogal dik bovenop. Het resulteert in een eindeloze reeks woordgrappen van de bokscommentatoren die de spectaculair in beeld gebrachte gevechten van extra jus voorzien.

Zo maakt Southpaw dankbaar gebruik van de clichés die lijken te horen bij het genre: de op geld beluste manager die onze held in de steek laat zodra het minder gaat, de norse trainer met een mysterieus verleden en de verplichte montagesequenties waarin de boksers ’tot het gaatje gaan’. Regisseur Fuqua gaat de clichés niet uit de weg en gebruikt deze momenten juist om visueel uit te pakken. Dat is alleen niet altijd een garantie voor succes.

Winnen op punten
De cast van Southpaw doet meer dan zijn best. Gyllenhaal heeft een De Niro-achtige transformatie ondergaan en is volledig geloofwaardig als ongecontroleerde klerenkast. McAdams is het hart van de film en Forest Whitaker is indrukwekkend als kreupele coach met vervlogen dromen, inclusief glazen oog en alcoholverslaving. Een speciale vermelding verdient de 13-jarige Oona Laurence, die als vroeg-volwassen dochter uitstekend tegenspel biedt wanneer Billy zijn dieptepunt bereikt. De acteurs krijgen alleen te weinig om mee te werken. Fuqua verliest zich richting het einde in melodramatische scènes waarin personages óf elkaar de huid vol schelden óf bedrukt voor zich uit staren.

Southpaw

Daarnaast ziet de film er té gelikt uit. De materie is zo rauw dat de manier waarop de gevechten in beeld zijn gebracht soms afleidt. Gyllenhaal schreeuwt net iets te vaak in schitterende slow motion naar zijn tegenstanders en spuugt net iets te vaak grote klodders bloed richting de camera. Waar David O. Russel in The Fighter slim gebruik maakte van gesimuleerde tv-beelden om een gevoel van authenticiteit te creëren zit Southpaw er eigenlijk juist te dicht op. Deze techniek werkte geweldig in Raging Bull, maar daar zaten we soms letterlijk in het hoofd van bokser Jake LaMotta en bovendien werd die film geregisseerd door maestro Martin Scorsese. Onvergelijkbaar.

Southpaw is alles behalve saai, er gebeurt een hoop. Jammer genoeg gebeurt alles bijna zonder uitzondering volgens het boekje, waardoor de film niet echt iets toevoegt aan het rijke genre van de boksfilm.

In memoriam
De bombastische, doch geslaagde score van Southpaw vormt helaas de zwanenzang van de zeer productieve filmcomponist James Horner, die een maand voor de première verongelukte in zijn privévliegtuig. Horner werkte aan meer dan honderd films, was onder andere verantwoordelijk voor de legendarische soundtrack van Titanic en drukte zo zijn onuitwisbare stempel op het moderne geluid van Hollywood. Hij zal worden gemist.

 

7 september 2015

 

MEER RECENSIES

Ventoux

****

recensie  Ventoux

Bittere ernst en slap geouwehoer op roemruchte berg

door Cor Oliemeulen

Vriendschap en weemoed, bittere ernst en slap geouwehoer, in een film over mannen: toen ze nog jong waren, en nu dertig jaar later, tegen de achtergrond van een roemruchte berg.

Ventoux begint met een gevaarlijke afdaling op de flanken van de Reus van de Provence, zoals hij bij wielerliefhebbers te boek staat. Het is juli 1982 en we zien hoe een jongen als een razende naar beneden fietst onder de klanken van ‘A Forest’ van The Cure. Hier, op bijna twee kilometer hoogte, is echter geen boom te zien. Deze Kale Berg, met karakteristiek op de top het weerstation, heeft reeds in die tijd mythische proporties aangenomen.

Recensie Ventoux

Legendarisch
Zo legde Jan Jansen er in 1967 de basis voor het winnen van de Tour de France in een etappe waarin de Brit Tom Simpson anderhalve kilometer onder de top dood van zijn fiets viel. Sindsdien is de berg legendarisch. Later finishten andere wielergrootheden als Merckx, Pantani en Froome als eerste op de Ventoux, waar iedere zomer tal van toeristen tegenop fietsen, of een poging hiertoe doen (gemiddeld stijgingspercentage is 7,5 procent). Soms staat er een stormachtige wind en het kan er bovendien snikheet óf ijskoud zijn.

Hoe prachtig en bewonderenswaardig is het dat de veelzijdige regisseur Nicole van Kilsdonk (kampeerde als kind al graag in deze streek) zich een jaar of vijf geleden voornam om de Mont Ventoux als decor van een tragikomedie te nemen. Het idee ontstond op de set van haar tv-film Zadelpijn (2007), naar het gelijknamige, onder vrouwen populaire, boek van Liza van Sambeek. Van Kilsdonk zag een mooie kapstok voor 50-jarige acteurs: een verhaal over vriendschap, vervlogen dromen, schuldgevoelens, afzien op de fiets en over de manier waarop mannen met elkaar communiceren.

Tragedie
Columnist en wielerkenner Bert Wagendorp ging aan de slag met het script en vulde in zijn enthousiasme materiaal voor een heel boek, dat in 2013 uitkwam (het duurde even om de verfilming gefinancierd te krijgen) en direct een bestseller werd. Inmiddels zijn er meer dan 120 duizend exemplaren van verkocht, het bewijs dat het onderwerp populair is. Welnu, de film Ventoux verdient het ook om een dikke hit te gaan worden. Vriendschap en nostalgie van vier bijna-vijftigers die dertig jaar na hun fietsvakantie in de Provence elkaar weer ontmoeten en terugkeren naar de plek waar kameraadschap, liefde en het verkennen van hun fysieke grenzen cumuleerden in een tragedie.

De casting van Ventoux is ideaal. De huidige generatie vrienden bestaat uit de bescheiden gangmaker Bart (Kasper van Kooten), omstreden professor Joost (Leopold Witte), onzekere goedzak David (Wim Opbrouck) en no-nonsense wielerfanaat André (Wilfried de Jong). Met deze acteurs in het hoofd zijn de rollen geschreven, waarna de jonge spelers werden geselecteerd, vooral op basis van fysieke kenmerken van de oudere cast. Maar ook de jonge generatie heeft een goede onderlinge chemie.

Recensie Ventoux

Allure
En hoe leuk is het om actrice Maruschka Detmers als Laura – in haar jeugd verleidelijk gespeeld door Abbey Hoes (Gouden Kalf voor Nena) – eindelijk eens in een Nederlandse film te mogen aanschouwen? Detmers werd in 1983 befaamd in Prénom Carmen van Jean-Luc Godard. In Ventoux komt ze weliswaar een stuk minder prominent en een stuk meer gekleed in beeld, maar nog altijd mysterieus genoeg om dertig jaar na dato de mannen zich nog te laten herinneren hoe Laura hen destijds het hoofd op hol bracht en de loyaliteit tussen de vrienden danig op de proef stelde.

Art direction, kleding en zelfs de Raleigh-fietsen uit begin jaren tachtig kloppen. De soundtrack met talrijke oude hits brengt je direct in de stemming en versterkt het tijdsbeeld. De dialogen, gebeurtenissen en karakters zijn geloofwaardig, zo uit het leven gegrepen en nergens overdreven, karikaturaal of stereotiep. En het schakelen tussen vroeger en nu verloopt soepel.

Is er dan geen minpuntje? Jawel. Tot lang in het verhaal denk je te weten wat de aanleiding is van de toenmalige tragedie op de Ventoux. Echter omdat de makers er per se een feelgoodfilm van wilden maken, komt Laura met een wat gekunstelde bekentenis, die de smartelijke teneur, die zo treffend over het verhaal hing, onderuit haalt. Dat had anders gekund, maar neemt niet weg dat Ventoux een drama met internationale allure is.

 

10 mei 2015

 

MEER RECENSIES

5 goede schaakfilms

Vijf schaakfilms die staan als een toren

Joueuse

Heel veel goede speelfilms over schaken zijn er niet gemaakt. The Dark Horse en Pawn Sacrifice die in 2015 de Nederlandse filmtheaters bereikten, zullen zeker niet alleen liefhebbers van het strategische bordspel bekoren. Dat geldt ook voor de vijf volgende schaakfilms.

door Cor Oliemeulen

1. – Life of a King (2013)

‘Always Think B4 U Move’ prijkt op de gevel van de Big Chair Chess Club in een arme wijk van Washington. Schaken als metafoor voor het leven. Net als in The Dark Horse probeert een man met een niet alledaags verleden kansloos geachte jongeren te enthousiasmeren voor het schaakspel. Gebaseerd op een ware geschiedenis speelt Cuba Gooding Jr. de ex-crimineel Eugene Brown, die na zeventien jaar gevangenis een klas moeilijke kinderen voor zijn neus krijgt. School is voor de meesten verplichte kost en weer op straat houden sommigen zich bezig met drugshandel en overvallen. Natuurlijk lukt het Eugene uiteindelijk enkele jongeren perspectief en structuur met schaken te bieden, en is het meegenomen dat er een natuurtalent in de klas zit. Op privéterrein worstelt Eugene om contact met zijn dochter te krijgen. Life of a King is een typisch Amerikaanse inspiratiefilm met het hart op de goede plaats, maar kleurt soms te veel binnen de lijntjes.

2. – Searching for Bobby Fischer (1993)

De bekendste schaakfilm is niet per se de beste, maar nog steeds onmisbaar. Bobby Fisher was de eerste (en laatste) Amerikaan die de wereldtitel won. De film begint met authentieke beelden van de ongrijpbare legende, die schaken tot kunst wist te verheffen, tijdens de tweekamp met de Rus Boris Spasski in 1972. Tijdens de Koude Oorlog had Fisher de Amerikaanse hegemonie onderstreept en werd het enfant terrible een beroemdheid. Totdat hij zijn meest onverwachte zet deed: hij verdween! Searching for Bobby Fisher is het waargebeurde verhaal over de pas zevenjarige Josh Waitzkin die door sommigen wordt geacht in de voetsporen van diens grote voorbeeld te treden. De strenge schaakleraar Bruce Pandolfini (Ben Kingsley) ontfermt zich over Josh, maar dan blijkt dat het jongetje ook graag andere dingen doet, zoals honkballen en spelen met lego. Ook snelschaken met marginale figuren in het park is plotseling taboe. Gelukkig komt alles op zijn pootjes terecht en schaakt Josh zich succesvol een weg door tal van jeugdkampioenschappen.

3. – La diagonale du fou (1984)

Van alle romantiek ontdaan is deze Franse schaakfilm waarin Michel Piccoli op zeer realistische wijze de fictieve wereldkampioen schaken Akiva Liebeskind neerzet. In dit drama wordt de ideologische strijd tussen de verstokte Joodse Russische communist Liebeskind en zijn uitdager, de jonge dissident Pavis Fromm, op het scherpst van de snede gevoerd. De vermeende afluisterpraktijken op een hotelkamer en een hypnotiseur op de eerste rij van het publiek doen regelrecht denken aan de beruchte schaaktweekamp tussen de stoïcijnse Rus Karpov tegen de naar Zwitserland gevluchte grootmeester Viktor Kortsjnoj. Psychologische oorlogsvoering en paranoia vieren ook hoogtij in La diagnole de fou waarin Liebeskind bovendien kampt met een hartkwaal en Fromm in scheiding ligt met zijn vrouw Marina (Liv Ullmann). Mooi beeld van een tijd waarin schaakcomputers nog geen intrede hadden gedaan en de schaakgrootmeesters tijdens een tweekamp werden bijgestaan door een team van secondanten die tot in de nachtelijke uren openingen voorbereidden en afgebroken partijen analyseerden.

4. – Lang leve de koningin (1995)

Liefhebbers die in hun jeugd leerden schaken, zijn opgegroeid met het boekje ‘Oom Jan leert zijn neefje schaken’, in 1968 geschreven en samengesteld door Albert Loon en schaakgrootmeester Max Euwe, de enige Nederlander die wereldkampioen werd. Hiermee leer je op een verhalende en speelse manier de beginselen van het schaakspel. In feite is Lang leve de koningin van Esmé Lammers een afgeleide van dit speelse leerboekje. De kleine Sara kan zich moeilijk concentreren op school en haalt allemaal onvoldoendes. Op een dag ziet ze een schaakspel in de winkel van de vader van een klasgenootje. Sara is direct verkocht en fantaseert dat ze deel uit maakt van het gemêleerde gezelschap op het bord. De witte koningin (Monique van de Ven) neemt Sara onder haar hoede en verzint spelenderwijs de regels van het spel. De moeder van Sara wil niets van schaken weten, omdat zij vroeger heeft gebroken met schaakgrootmeester Bob Hooke (Derek de Lint) die nu de stad aandoet voor een schaaksimultaan, waarvoor Sara gaat oefenen. Mooie avontuurlijke familiefilm met veel amusante bijrollen.

5. – Joueuse (2009)

Schaken als remedie tegen een saai huwelijk. Dat is het doel van Hélène (Sandrine Bonnaire) die als kamermeisje werkt in een hotel op Corsica waar zij op een dag een koppel op het balkon een intiem potje schaak ziet spelen. Ze gaat ’s nachts oefenen en leert de kneepjes van het spel van dokter Kröger (Kevin Kline) bij wie ze wekelijks het huis poetst. Hélène ontdekt dat de dame sterker is dan de koning en probeert met haar nieuwe obsessie iets voor zichzelf te creëren, terwijl manlief Ange bang is zijn vrouw te verliezen. Hélène blijkt een natuurtalent, die zich op aanraden van Kröger aanmeldt voor een schaaktoernooi. Ze wordt door de organisator weggehoond, want wat voor intelligente vaardigheden kun je verwachten van een schoonmaakster? Prachtig spel van Bonnaire, die met een witte dame in haar hand (net als Sara in Lang leve de koningin) de mannelijke schakers van het eiland graag een poepje wil laten ruiken. Schaakverenigingen zouden Joueuse als promotiemateriaal moeten inzetten om meer dames te werven.

4 mei 2015

 

Alle leuke filmlijstjes

5 vergeten sportklassiekers

Vijf vergeten sportklassiekers

Vijf vergeten sportklassiekers

Channing Tatum speelt in Foxcatcher een worstelaar die de beste van de wereld wil worden. Je bereikt de top door winnen en verliezen, door vallen en weer opstaan. De filmgeschiedenis kent tal van juweeltjes met dit thema, maar sommige zijn in de vergetelheid geraakt.

door Cor Oliemeulen

1. – Fear Strikes Out (1957): HONKBAL

Al op 18-jarige leeftijd een contract tekenen bij de vermaarde Boston Red Soxs, is heel bijzonder. Dat overkwam James Piersall, in de jaren vijftig een grote naam in het Amerikaanse honkbal. Maar hij werd pas echt beroemd door een zenuwinzinking. Piersall moest zeven weken in een psychiatrische kliniek verblijven. Fear Strikes Out is het aangrijpende verhaal van een honkballer die vanaf zijn kindertijd de droom van zijn vader leeft: beroemd honkballer worden. Anthony Perkins is een sensatie in zijn eerste hoofdrol en Karl Malden (The Streets of San Francisco) is zijn allesbepalende vader. Zelfs door een snel huwelijk komt de jonge James Piersall niet uit onder het juk van zijn vader, die uiteindelijk de pijnlijke confrontatie met zijn zoon moet aangaan. Sterk regiedebuut van Robert Mulligan, die in 1962 zou doorbreken met de prachtige boekverfilming To Kill a Mockingbird.

2. – Requiem for a Heavyweight (1962): BOKSEN

“Weet je waarom ik zo raar praat?”, vraagt bokser Louis ‘Mountain’ Rivera aan een sociaal werkster die een nieuwe baan voor hem zoekt en op wie hij dolverliefd wordt. “Omdat ik een miljoen klappen heb gehad.” De legendarische Anthony Quinn (La Strada, Zorba the Greek) speelt een bokser op leeftijd die vanwege gezondheidsredenen moet stoppen, maar niet weet wat hij anders zou moeten doen. Requiem for a Heavyweight kent een donkere ondertoon en verbindt nog meer dan Fear Strikes Out het lot van de sporter aan de omstandigheden. Randverschijnselen zijn er in het boksen immers genoeg: geweld, uitbuiting en verkochte wedstrijden. Er zijn leuke cameo’s van boksgrootheden Jack Dempsey en Muhammed Ali (toen nog Cassius Clay). Het zou niet verbazen als Darren Aranofsky goed naar deze boksfilm heeft gekeken voordat hij The Wrestler (2008) maakte.

3. – This Sporting Life (1963): RUGBY

Rugby ontstond in 1823 tijdens een potje voetbal in de gelijknamige Engelse stad: iemand pakte plotseling de bal in zijn handen en rende ermee over de achterlijn van de tegenstander. Niet verwonderlijk dat een van de beste rugbyfilms ooit gemaakt van Engelse bodem komt. De Ier Richard Harris bewijst dat dit balspel niet voor mietjes is. Als het moet, slaat hij een zelfzuchtige teamgenoot ‘per ongeluk’ tegen de vlakte, en hij zeurt niet als een tegenstander zes tanden uit zijn mond beukt. Harris speelt fantastisch als ‘angry young man’ Frank Machin, een mijnwerker, die voor duizend pond wordt gekocht door een plaatselijke zakenman. Ondertussen ontwikkelt Frank gevoelens voor zijn hospita (Rachel Roberts), die niets van hem moet hebben, want zij rouwt om haar overleden man. Sfeervol, tikkeltje zwaarmoedig, intelligent sportdrama met mooi gefilmde wedstrijdfragmenten.

4. – Breaking Away (1979): WIELRENNEN

Veel luchtiger van toon is het met een Oscar beloonde draaiboek van Breaking Away. Onder de regie van Peter Yates speelt Dennis Christopher de zoon van een steensnijder in Bloomington, Indiana die helemaal gek van wielrennen is. Tot afschuw van zijn vader scheert hij niet alleen zijn benen, erger nog, hij gedraagt zich als een Italofiel. Want voor Dave is Italië synoniem aan wielrennen. Hij praat de halve tijd Italiaans, draait loeihard Italiaanse aria’s op zijn kamer en noemt de kat van zijn vader Fellini. Als een professioneel Italiaans wielerteam naar hun stad komt, raakt Dave in extase. Ondertussen wordt hij verliefd op een meisje dat gelooft dat hij daadwerkelijk een Italiaanse jongen is en krijgt zijn vriendenclub ‘Cutters’ ruzie met rijkeluiskinderen. Onderhoudend opgroeidrama met jonge acteurs als Dennis Quaid (astronaut in The Right Stuff), Daniel Stern (boef in Home Alone) en Jackie Earle Haley (pedo in Little Children).

5. – Fever Pitch (1997): VOETBAL

Lang voordat hij zich naar een Oscar stotterde als King George VI en hij alleen voor de tv-kijker bekend was als Mr. Darcy in de BBC-serie Pride and Prejudice, speelde Colin Firth zeer geloofwaardig een fanatieke Arsenal-fan. Gebaseerd op de autobiografische bestseller van Nick Hornby krijgt leraar Paul een relatie met zijn nieuwe collega Sarah. Echter zij kan maar niet wennen aan zijn bezetenheid, met als gevolg dat zij altijd op de tweede plaats komt. Als Sarah zwanger is, zegt Paul spontaan dat hij liever het kampioenschap van Arsenal dan een baby heeft. Sarah’s vriendin weet het zeker: ‘Ze stoppen je eerst vol met die voetbalonzin en dan taaien ze af.’ Realistisch voetbaldrama met romantiek als rode draad is nostalgisch, want het tijdsbeeld klopt en er is nauwelijks een hooligan te zien. De film eindigt met het voetbalwonder dat geschiedde op 26 mei 1989 in Liverpool.

19 februari 2015

 

Alle leuke filmlijstjes

Foxcatcher

****

recensie  Foxcatcher

De kracht van eenzaamheid

door Nanda Aris

Gebaseerd op waargebeurde feiten vertelt deze film op prachtige wijze het verhaal van Olympisch kampioenen worstelen Mark en Dave Schultz, en hun relatie met de excentrieke multimiljonair John du Pont. 

Negentien jaar geleden speelde het daadwerkelijke verhaal zich af, en na Capote (2005) en Moneyball (2011) besloot Bennett Miller het naar het witte doek te vertalen. Niet zonder succes: de film ontving vijf Oscarnominaties. Zowel Steve Carell, onherkenbaar door een grote aangebrachte neus, als John du Pont en Mark Ruffalo als Dave Schultz zijn genomineerd voor een Oscar voor respectievelijk beste mannelijke hoofdrol en beste mannelijke bijrol. 

Recensie Foxcatcher

Mark Schultz (Channing Tatum) en Dave Schultz (Mark Ruffalo) zijn broers met een goede band.  Dave is de vrolijker en luchtiger in het leven staande oudere broer en heeft meer ervaring in het worstelen, maar de gefocuste en stoïcijnse Mark traint hard en mikt op Olympisch goud. 

Patriot
Hij wordt uitgenodigd door John du Pont, om op zijn landgoed te komen trainen. Het landgoed van de echte John du Pont mocht niet gebruikt worden voor de film, maar een andere rijke familie en fan van het werk van Miller, bood haar landgoed aan. De beelden van het grootse landgoed en de begeleidende muziek zijn imponerend. 

Du Pont wil graag beide broers op zijn landgoed laten trainen, maar Dave staat er wat sceptischer tegenover, omdat hij een gezin heeft en vrouw en kinderen stabiliteit wil geven. En dus vertrekt Mark alleen, met de hoop het armzalige bestaan achter zich te laten, en de worstelsport in de schijnwerpers te kunnen zetten. Hij wil als trots Amerikaan de beste worstelaar ter wereld worden, en vindt in John du Pont een metgezel en coach die hem daarin maar al te graag steunt. Onder leiding van Du Pont traint Mark samen met zijn zelf samengestelde Foxcatchers Team  voor de Olympische Spelen in Seoul van 1988. 

Leegte
John du Pont heeft weinig verstand van worstelen, dus als coach blijft hij vooral in algemeenheden praten. Zijn eigen training bestaat uit een rondje dribbelen in de zaal, en tijdens wedstrijden krijgt zijn tegenstander betaald voor het laten winnen van John du Pont. Geboren in rijkdom is hij gewend aan het ‘kopen’ van aandacht, alhoewel hij hard probeert dit gegeven te vergeten, en zich inbeeldt dat hij echt belangrijk is. 

Du Pont’s moeder keurt John’s keuze voor het worstelen af, het is een ‘lage’ tak van sport, en niet vergelijkbaar met haar elitaire paardensport. De band tussen Du Pont en Mark lijkt steviger te worden,  er wordt zelfs geïnsinueerd dat Du Pont wellicht homofiel is (misschien dat hij er daarom voor koos om de fysieke worstelsport te steunen?). Maar langzaam gaat de fysieke en vooral mentale gesteldheid van Mark achteruit, en verschijnen er scheuren in de innige band. Dave besluit toch naar het landgoed te verhuizen, wanneer hij begrijpt dat Mark hem nodig heeft. De ware coach keert terug voor Mark, en samen bouwen ze aan zijn herstel. 

Recensie Foxcatcher

Eenzaamheid
Het is werkelijk fascinerend hoe de onderliggende, niet uitgesproken emoties en motiveringen langzaam duidelijk worden. Steve Carell en Mark Ruffalo hebben beide terecht een Oscarnominatie ontvangen voor hun prestatie, maar ook Channing Tatum verrast. Carells vertolking van Du Pont als excentrieke, verknipte en verpestte miljonair is subliem, en doet denken aan Robert de Niro in Taxi Driver. Beide hebben de drang om belangrijk gevonden te worden, zijn eenzaam, onberekenbaar en geestesziek, maar eigenlijk ook om medelijden mee te hebben. Ze doen beseffen dat deze complexe mensen echt bestaan; een beangstigend idee. 

De film laat ruimte voor eigen interpretatie, bouwt niet op naar het einde zoals je misschien zou verwachten, maar maakt daarmee juist zoveel indruk. Een beter voorbeeld van ‘geld maakt niet gelukkig’ is er niet.

 

15 februari 2015

 

Vijf vergeten sportklassiekers

 

MEER RECENSIES

 

Zombie; The Resurrection of Tim Zom

***

recensie  Zombie; The Resurrection of Tim Zom

Pleurisjong wordt sportheld

door Cor Oliemeulen

Persoonlijk, evenwichtig portret van een irritant Rotterdams straatschoffie dat uitgroeit tot een gerespecteerde skateboarder.  

Lange blonde haren, petje, bleek gezicht met baardje, littekens op de handen en ellebogen. Onder op zijn skateboard prijkt de niets verhullende tekst: ‘Show me your tits’. We zien oude opnames van de jonge getalenteerde Tim op zijn skateboard. Overal waar het maar kan balanceert hij op een plankje met wieltjes. Metrotrappen, railings, leuningen, muurtjes, brievenbussen, niks is hem te gek. Hij steekt graag zijn middelvinger(s) op en laat zich niet snel wegsturen door een buurtbewoner of winkelier, want Tim moet nu eenmaal die sprong maken. Hoe heftiger hoe beter, steeds weer een nieuwe uitdaging. Hij valt regelmatig, vloekt, smijt zijn plank op de grond en maakt de volgende jump.

Recensie Zombie; The Resurrection of Tim Zom

Machteloos
Regisseur Billy Pols kwam twaalf jaar geleden in contact met Tim Zom en raakte geïntrigeerd door diens volwassen instelling van steeds vallen en weer opstaan. Hij maakte een documentaire van de in Zuid geboren en getogen Rotterdammer, die op het punt staat internationaal door te breken als professioneel skateboarder. Aan het woord komen sponsors, vrienden en familie. Er ontstaat een beeld van een jongen met een grote mond en een klein hartje. Gesloten, gefrustreerd en soms opgefokt. In de film zit een fragment van een vechtpartij waarvan de slachtoffers op last van de rechter onherkenbaar moesten worden gemaakt.

Zijn stiefvader noemt Tim een eikel en een moeilijk mannetje. Zijn moeder vertelt dat ze vroeger regelmatig werd aangesproken door andere ouders. “Ben jij de moeder van dat pleurisjong?” Ze voelde zich machteloos. “Tim vocht vier keer per dag op het schoolplein en was een lopende tijdbom.” Volgens oma is het feit dat haar kleinzoon wel eens gestolen heeft de schuld van de regering, want die moet maar voor werk zorgen. “Hij is eigenwijs, maar een hartstikke lieve jongen, je moet hem gewoon kennen.” En Tims vriendin vond hem een “mongool” toen ze hem voor het eerst ontmoette. “Ik vond zijn doen en laten leuk. Hij had al tien jaar geen verjaardagscadeau gehad en was erg blij met zijn T-shirt met een naakte vrouw erop.”

Recensie Zombie; The Resurrection of Tim Zom

Stunts
De interviews worden afgewisseld door sfeervolle opnames van straten, bruggen en industrieel Rotterdam bij avond. Het geluid van een skateboard, een flits en op de achtergrond de lichtjes van de flats. Er zijn prachtig gefilmde actiescènes waarbij skaters met camera’s de skills en stunts feilloos vastleggen. Tom kickt op de actie. “Ik voel de adrenaline. Je hart bonkt in je keel, je lichaam zegt: fuck it! Als je twijfelt ben je de lul, gaan je benen rare dingen doen.”

Het aardige van de documentaire is dat Zombie, zoals zijn fans hem noemen, zich langzaam ontwikkelt van vervelend mannetje tot een gepassioneerde sportheld. Als Tim praat over zijn overleden vader is hij voor de afwisseling niet stoer, maar aandoenlijk en aardig. De toon van het portret gaat van rauw en grimmig naar vrolijk en hoopgevend. In het eindshot geeft Tim zijn vriendin grimassend een hele lange zoen onder de zoetgevooisde klanken van Sugar Baby Love. De wederopstanding van Zombie lijkt een feit.

 

8 mei 2014

 

MEER RECENSIES

Grudge Match

**

recensie  Grudge Match

Opa zint op revanche

door Cor Oliemeulen

Als je je halve leven met Razzie-verzamelaar Adam Sandler hebt gewerkt, loop je het risico dat je betere acteurs niet meer goed kunt regisseren. Peter Segal ondergaat dit lot met een komische boksfilm die beter verdient.  

Sylvester Stallone kan het boksen niet laten. Doorgebroken als Rocky in de gelijknamige film uit 1976, maakte hij na een aantal vervolgfilms dertig jaar later in Rocky Balboa zijn comeback. In Grudge Match mag hij opnieuw aan de bak. Tegen Robert De Niro, die in 1980 de legendarische Jake LaMotta neerzette in Raging Bull, de beste boksfilm ooit.

Recensie Grudge Match

Touwtje springen
Beide acteurs – de een belichaamt de domme kracht die het best tot zijn recht komt met weinig tekst, de ander is een begenadigd method actor – zijn ondertussen opa’s. Stallone was nog redelijk in conditie vanwege zijn optreden in zijn eeuwige actiefilms, De Niro moest op dieet en werkte zich maandenlang in het zweet. Verbluffend om te zien hoe de 70-jarige acteur touwtje springt en grappig hoe de 67-jarige Stallone in een slachthuis nog even op een vleeshomp wil beuken.

Stallone speelt Henry ‘Razor’ Sharp, De Niro is Billy ‘The Kid’ McDonnen. Twee rivaliserende bokskampioenen uit Pittsburgh die begin jaren tachtig elkaar ieder een keer versloegen. Van een beslissende partij kwam het niet, want Razor ging plotseling met pensioen. Als ze elkaar dertig jaar later onverhoopt treffen tijdens de productie van een videogame, krijgen ze een hilarische slaande ruzie en wordt de opname hiervan een populaire viral op het internet. Het opgewonden standje The Kid daagt de bedeesde Razor andermaal uit voor een beslissende bokspartij. Komiek Kevin Hart, in de rol van bokspromotor, heeft dollartekens in de ogen en wil de match graag regelen.

Niet grumpy genoeg
Vanaf dit moment voel je dat Grudge Match, niet gehinderd door een afgezaagd scenario, platgetreden paden gaat volgen. Hart portretteert de stereotiepe Afro-Amerikaan met een aanstekelijke babbel en een voorliefde voor geld, mooie babes en snelle auto’s. The Kid blijkt een zoon te hebben van de ex-vriendin (Kim Basinger) van Razor. En zo ontvouwt zich een verhaal dat doet denken aan Grumpy Old Men, maar dan ontdaan van de heerlijke bijtende kantjes waar het duo Jack Lemmon-Walter Matthau patent op had. Echte chemie tussen Stallone en De Niro komt pas uit de verf als ze elkaar uiteindelijk treffen in de ring. Het boksen ziet er verrassend goed uit.

Recensie Grudge Match

De Niro doet met het materiaal wat hij kan, Stallone is – bewust of onbewust, je weet het nooit met deze spierbundel – een houten klaas, Kim Basinger is nog steeds aangename beeldvulling en Alan Arkin (Razors oude bokstrainer) kan zich te weinig profileren. Grudge Match is leuk voor boksliefhebbers (blijf zitten tot de aftiteling!) en was misschien een aardige kerstfilm geweest, maar als aansprekende mix van comedy en drama is hij onder de maat.

14 maart 2014

 

MEER RECENSIES

Koning van de Mont Ventoux, De

***

recensie  De Koning van de Mont Ventoux

De Kannibaal of De Piraat of …?

door Cor Oliemeulen

Vijf winnaars van een vermaarde Touretappe gaan in een virtuele wedstrijd met elkaar in de clinch om te bepalen wie de Koning van de Mont Ventoux wordt. De documentaire draait in de bioscoop. Uitzenden op tv tijdens de Tour de France zou natuurlijk veel succesvoller zijn. 

Bij de naam Mont Ventoux spitst de wielerliefhebber direct de oren. Tijdens de honderdste editie van de Tour de France dit jaar staat voor de negende keer de beklimming van de 1915 meter hoge Reus van de Provence op het programma. Op de legendarische berg staat soms felle wind, het kan er ijskoud óf verschrikkelijk heet zijn. Het laatste stuk onder de top oogt als een onherbergzaam maanlandschap waar weinig zuurstof in de lucht zit. De Brit Tom Simpson moest in 1967 door een combinatie van hitte, uitputting en (vermeend) amfetaminegebruik zijn inspanningen op de flanken van de Mont Ventoux met de dood bekopen.

Knappe illusie
Van de vorige acht beklimmingen werden er vijf uitgezonden op televisie. De winnaars waren Eddy Merckx (1970), Jean-François Bernard (1987), Marco Pantani (2000), Richard Virenque (2002) en Juan Manuel Gárate (2009). De Belg Fons Feyaerts kwam op het idee om de beeldbanden van die vijf jaren samen te voegen tot één wedstrijd om te bepalen wie de Mont Ventoux het snelst heeft beklommen. In de documentaire wordt op knappe wijze de illusie gewekt dat de vijf winnaars tegen elkaar racen. Een interessant gegeven, omdat je wilt weten in hoeverre de geschiedenis een rol speelt.

Recensie De Koning van de Mont Ventoux

Ook de betrokkenen zijn benieuwd. Bernard, Virenque en Gárate proberen de winnaar te voorspellen en geven in de studio commentaar bij de beelden. Pantani, vier jaar na zijn overwinning op de Mont Ventoux gedesillusioneerd overleden na een overdosis cocaïne, wordt vertegenwoordigd door Davide Boifava, zijn toenmalige manager. Merckx had geen zin om aan de film mee te werken. Een groot gemis, aangezien De Kannibaal wordt aangemerkt als één van de grootste wielercoureurs ooit. Iedereen denkt dat Merckx of Pantani (De Piraat) uiteindelijk als Koning van de Mont Ventoux zal worden gekroond.

Veertig jaar wielrennen
Veertig jaar Tour-geschiedenis geeft een grote evolutie te zien. Materiaal, medische begeleiding, sponsorbelangen, concurrentie en media hebben hun weerslag op de prestaties. Ook de lengte van de etappes blijkt enorm te verschillen: Virenque moest eerst ruim tweehonderd kilometer fietsen voordat hij zijn favoriete berg mocht aanvallen, terwijl Bernard het voordeel van een ultrakorte etappe kende. Vooral die omstandigheid maakt de uitverkiezing van beste klimmer onzinnig. Toch is de virtuele wedstrijd, mede door de opbouw en het commentaar, spannend om naar te kijken. De historische context en de persoonlijke verhalen met voorzichtige emoties geven De Koning van de Mont Ventoux  meerwaarde.

 

5 juli 2013

 

MEER RECENSIES

Fighter, The

****

recensie  The Fighter

Gevechten buiten de ring

door Cor Oliemeulen

Profbokser ‘Irish’ Micky Ward groeit tijdens de jaren tachtig op in een achterstandswijk in Lowell, Massachusetts, een stadje bij Boston. Halfbroer Dicky, vroeger ook talentvol bokser, probeert na vijf jaar gevangenis te fungeren als zijn manager. Volgens Micky’s vriendin Charlene hebben de criminele crackverslaafde Dicky en de rest van het gezin een verkeerde invloed. Micky staat voor de moeilijke keuze hoe zich klaar te stomen voor de strijd om de wereldtitel in het weltergewicht.

Acteur Mark Wahlberg liep al vele jaren met het script van The Fighter onder zijn arm om het te laten verfilmen. Net als de echte Micky Ward groeide hij op met weinig perspectief in een armoedige buurt in Boston te midden van werkloosheid en criminaliteit. Wahlberg zag nog meer parallellen met zijn eigen leven: ook hij was de jongste van negen kinderen, en ook hij had een succesvolle oudere broer.

The Fighter

Canvas
Het werd ook tijd voor positieve aandacht voor Lowell, temeer nadat deze voorstad slechte publiciteit had gekregen na de tv-vertoning van de documentaire High on Crack Street (1995), die als een rode draad door The Fighter loopt. Dicky wordt hierin geportretteerd als drugsverslaafde, hoewel hij zelf denkt dat de cameraploeg hem volgt omdat hij ooit bokslegende Sugar Ray Leonard tegen het canvas heeft geslagen. (Sommigen beweren dat Leonard was uitgegleden.)

Regisseur David O. Russell, die met Three Kings en I Heart Huckabees al samenwerkte met Mark Wahlberg, brengt een zeer onderhoudende film. De casting en de acteerprestaties zijn voortreffelijk. Aanvankelijk zou Matt Damon de rol van Dicky op zich nemen en Darren Aronofsky tekenen voor de regie. Damon haakte af; Brad Pitt kwam vervolgens in beeld, maar die wilde niet meer toen Aronofsky besloot liever een andere sportfilm (The Wrestler) te maken. De uiteindelijke keuze voor Christian Bale is een fantastische. Terwijl Wahlberg ter voorbereiding een boksring in zijn achtertuin liet bouwen, twee trainers inhuurde en vijf jaar lang pasjes en bewegingen oefende, moest Bale voor zijn personage de nodige kilo’s afvallen – een kunstje dat hij eerder tot in het extreme flikte voor The Machinist.

Lichaamstaal
Met zijn hele mimiek en lichaamstaal leerde Bale zeer overtuigend de drugsverslaafde te spelen. Als praatgrage grote broer geeft hij Micky dwangmatig goedbedoelde tips om zijn opponenten te lijf te gaan. Zo levensecht zou een andere acteur de rol van Dicky niet neer weten te zetten. Op die Oscar en Golden Globe voor beste bijrol valt dus weinig af te dingen. Hetzelfde geldt voor Melissa Leo, die dezelfde prijzen won en eerder prachtig acteerde in Frozen River, als alleenstaande moeder die mensen over de grens smokkelt. Zij is de dominante moeder van het gezin Ward en ziet zichzelf als Micky’s zakelijk manager.

The Fighter

De boksfragmenten zijn gefilmd door een team van HBO, de zender die verantwoordelijk is voor het World Championship Boxing, met als doel de scènes in de boksring een authentieke uitstraling te geven. Er vallen wel de nodige klappen, maar toch zit je te weinig op het puntje van je stoel.

Model
Of dit ook te maken heeft met de uitstraling van Mark Wahlberg, moet ieder voor zich beoordelen. Als boybandzanger leerde hij de allereerste kneepjes van het acteervak als onderbroekenmodel van Calvin Klein. Hij ontwikkelde zich als een altijd gedegen, maar ook wat tweedimensionale acteur. Verrassend goed kwam hij voor de dag in The Departed en als fors geschapen pornoacteur in Boogie Nights, waarin hij bewees dat hij definitief de onderbroek was ontgroeid.

Naast een boksfilm is The Fighter vooral een sociaal familiedrama met gevechten buiten de ring – net als Raging Bull, waarin ook de verhouding tussen twee broers op scherp komt te staan. Die klassieker is superieur, maar The Fighter is een indrukwekkende film, die zonder Wahlbergs inspanningen wellicht nooit was geproduceerd.

31 maart 2011

MEER RECENSIES