*****
recensie Festen
Klinken op een moordenaar
door Bert Potvliege
In 2025 is het dertig jaar geleden dat enkele Deense regisseurs het Dogma 95-manifest ondertekenden, een verzameling regels die hun filmmaken moest terugsturen naar de wortels van storytelling. Die beginselverklaring mag misschien een spelletje zijn geweest, de exploten van die beweging leverden wel enkele parels op. Zo brak in 1998 de ondertussen wereldwijd gevierde cineast Thomas Vinterberg door met het bijzondere Festen. We schrijven vele jaren later en die film staat nog steeds als een huis.
De sensationalisering van mainstreamcinema zette Vinterberg en consoorten aan tot het formuleren van die enkele geboden, die tegen het ‘aankleden’ van een film waren: geen make-up, geen muziek, geen extra belichting, geen geconstrueerde sets, geen rekwisieten – het ging allemaal overboord. Bij Festen liep de cameraman rond met een klein digitaal toestel in de handen en kon hij vrijelijk bewegen in het drama dat zich afspeelde op locatie.
Gouden dogma
Dat het manifest vooral een stoeierige oefening was en geen ideologische koerscorrectie die cinema ingrijpend veranderde, is duidelijk aan het traject dat deze regisseurs sinds die befaamde intentieverklaring hebben afgelegd. Vinterberg en die andere bekende Dogma-95-cineast Lars von Trier (Dancer in the Dark, The Idiots) zijn weg geëvolueerd van die strikte regels en hebben elk op hun eigen manier dure en pompeuze cinema gemaakt, met films zoals Kursk en Melancholia. Hun ideologie bleek niet onwrikbaar voor de tand des tijds. Dat hoefde ook niet.
Vinterberg meende aanvankelijk dat hij gefaald had met Festen, met dat merkwaardig evenwicht tussen onuitsprekelijk drama in de taboesfeer en fenomenale humor van de gortdroge soort. Dat zijn film tegen de verwachtingen in genomineerd werd voor een Gouden Palm in Cannes deed de regisseur plots inzien dat hij goud in handen had. De film werd een groot succes en maakt ondertussen deel uit van de canon van de Europese cinema.
Het grote ongemak
Door de Dogma 95-films te ontdoen van alle versiersels wou men een grotere nadruk leggen op de narratieve laag: het waren het verhaal en de personages die het publiek moesten engageren. Je kan dat gerust omschrijven als een streven om film te herleiden tot zijn verhalende essentie, als je ervan overtuigd bent dat verhaal en personages de kern zouden zijn van cinema. Wij menen van niet. Het medium film overlapt evenzeer met de narratieve kwaliteiten van literatuur als met de ritmische dimensie van muziek – betekenis en ervaring zijn van een even groot belang.
De intentie van de Denen mist ook doel, want door dat franjeloos voorkomen zijn de vormelijke aspecten van hun werk juist aandachttrekkend. De Dogma-films zijn bekend net omdat het Dogma-films zijn. De waarde en impact van hun stellingen bleek uiteindelijk eerder beperkt en velen zouden uit het oog verliezen waarom Festen zo’n succes was. Het was een triomf die geen gevolg was van de bevlogen vormelijke restricties, maar wel vanwege het uitstekende verhaal dat gepresenteerd wordt op een hilarisch nonsensicale maar tegelijkertijd uitgekiende verteltoon.
Patriarch Helge (Henning Moritzen) viert zijn zestigste verjaardag in het familiehotel. Zijn vrouw, zijn zoons Christian (Ulrich Thomson) en Michael (Thomas Bo Larsen), dochter Helene (Paprika Steen) en tal van genodigden verzamelen zich in het statige landhuis voor het grote familiefeest. Het hete hangijzer is dat dochter Linda recent zelfmoord pleegde. Tijdens het diner zal Christian tot ontsteltenis van iedereen een speech brengen waarin hij zijn vader beschuldigt van incestueuze verkrachting vele jaren terug, wat een aanleiding geweest zou zijn voor de zelfdoding van zijn zus. Het plan om zijn vader op deze manier ten val te brengen blijkt aanvankelijk onsuccesvol, maar Christian geeft niet snel op. Het feest verzandt stelselmatig in een chaos, terwijl de genodigden steeds moeilijker het duister verleden van Helge kunnen negeren.
Vechten voor een lach
Je mag Festen gerust klasseren als een hoogtepunt in de rijke geschiedenis van de tragikomedie (van Charlie Chaplin tot Wes Anderson), waarbij weemoedige en donkere thema’s gekoppeld worden aan een humoristische insteek. Vinterbergs film is een formidabel genrevoorbeeld, een ontzettend delicaat onderwerp gebracht met niet aflatende en groteske humor. Gezien het onderwerp lijkt die komische benadering ongepast, maar de onfatsoenlijke aard van de humor maakt de film net doeltreffender. Vinterberg vond die komedie de grootste uitdaging, maar ook vitaal voor de film die hij voor ogen had. Hij heeft moeten vechten voor de grappen, niet in het minst tegen de acteurs die wegens het precaire onderwerp vaak dwarslagen. Blij dat hij het pleit gewonnen heeft, want wij hebben een film lang politiek incorrect liggen bulderlachen.
De absurditeit van deze situatie, waarbij donkere familiegeheimen blootgelegd worden in een sociaal onwennige setting, geeft een immense hoeveelheid zuurstof aan de vertelling. Dat de film met de nodige gewaagdheid thema’s als incest en racisme naar voren schuift, creëert een ongemak dat ontzettend prikkelend is. De kijker wordt naar het scherm gezogen want we willen zien hoe Christian dit aanpakt, we willen weten hoe Helge gaat reageren en we wachten met plezier de ongetwijfeld bruuske uitbarsting van broer Michael af.
Disfunctionele families
Een kijker beseft snel dat er een meer dan een kink in de kabel zit bij deze familie, maar dan trek je plots grote ogen wanneer je onder ogen komt dat de dynamiek tussen de kinderen en ouders bij vlagen iets te herkenbaar lijkt. Dat zus Helene nog geen tien minuten na de beschuldigende speech haar broer Michael voor vuile nazi staat uit te maken op de parking, omdat hij haar zwarte vriend wandelen stuurt, is als een overtreffende trap in deze familiale vechtscheiding. Het racistische lied dat de hele familie zingt, is de schaamte voorbij. De voortdurend borreltjes drinkende kok is ook een giller.
Maar Michael spant de kroon. Gezegend met een korte lont en een ongezonde zelfrechtvaardiging, is broerlief een hilarische mislukkeling. Wanneer hij zijn schoenen niet vindt in de koffers, scheldt hij zijn zongebruinde vrouw de huid vol omdat ze die vergat mee te doen (“Zal ik jou eens wat vertellen?!”). Het is een koppel dat teert op bitsige ruzies, want het dispuut zet hen vrijwel direct aan tot goedmaakseks. Na de ongetwijfeld liefdevolle beurt glijdt Michael uit in de douche, waarna hij ogenblikkelijk zijn vrouw terug begint uit te kafferen – het is als een automatisme waarin hij verglijdt – omdat ze de zeep op de grond zou laten liggen hebben.
Disfunctionele families zijn allesbehalve grappig in de werkelijkheid, maar in de bioscoop kan je er al eens mee op de loop gaan. Vinterberg slaat een prachtig evenwicht tussen het donkere en het entertainende. Festen was zodanig impactvol dat hij er een loopbaan lang op kon teren.
3 juni 2025