Imagine 2025 – Preview: Nederlands meest fantasierijke filmfestival

Imagine 2025 – Preview:
Nederlands meest fantasierijke filmfestival

door Bob van der Sterre

Imagine is een heerlijk festival voor de liefhebber van fantasie en escapisme. En toch zie je ook veel innovatieve filmtechnieken, grappige scripts en opmerkelijk acteerwerk. Veel visuele ideeën beginnen bij genrefilms. Ook dit jaar belooft Imagine weer veel weirdness!

Wat kun je verwachten tijdens het festival?
Imagine duurt van 30 oktober tot 9 november. De kaartverkoop is al van start gegaan. De twee hoofdfilmlocaties van het festival zijn de FilmHallen en LAB111 in Amsterdam. In Hal West vindt het VR-programma plaats!

Preview Imagine 2025 - The Ice Tower

Deze vier thema’s komen aan bod:

Waar staat het programma?
Bekijk het hele programma op de website van Imagine.

Wat doen we bij InDeBioscoop aan Imagine?
InDeBioscoop bekijkt het programma in meerdere delen: horror, mysterie/spanning, sciencefiction en komedie. We nemen zowel het featureprogramma als de korte films door. Met name de korte films wisten ons de afgelopen jaren te bekoren.

Volg InDeBioscoop om op te hoogte te blijven van het festival!

Meer weten?

 

22 oktober 2025

 

MEER FILMFESTIVAL

LIFF 2025 – Deel 4: De krochten van Amerika

LIFF 2025 – Deel 4:
De krochten van Amerika

door Tim Bouwhuis

De culturele en politieke uitwassen van de verdeelde Verenigde Staten zijn de voorbije jaren een bovengemiddeld dankbaar onderwerp voor filmmakers. Mainstream releases als Civil War en One Battle After Another zetten een duidelijke toon en ook op LIFF 2025 laat het tijdperk-Trump sporen na. Het is logisch te denken dat we voor een diepere duik aangewezen zijn op de vooraanstaande American Indie Competitie, al jaren een blikvanger op het festival. Toch halen we onze inspiratie voor dit vierde verslag juist uit de selectie Bonkers!.

In de American Indie Competitie van dit jaar draaien met het eerder besproken Omaha, het terloopse vaderschapsdrama Mad Bills to Pay (or Destiny, dile que no soy malo) en het scherpzinnige Lurker (een eigentijdse update van Almost Famous) meerdere films die iets te zeggen hebben over de sociaal-culturele staat van Amerika. Tegelijk wordt vooral het medialandschap zodanig door waanzin geregeerd dat we een luchtig ingestoken sectie als Bonkers! (‘what’s in a name’) eigenlijk bloedserieus mogen nemen.

Waar de energieke ‘beeldschermenfilm’ LifeHack (een potpourri van Discordchats en zoekopdrachten) de krochten van het internet verkent, bewegen losgeslagen types zich in The Python Hunt door de krochten van een uitgestrekt moeras. Beide Bonkers!-titels vertellen een verhaal dat op het eerste oog te bizar is om waar te zijn. Toch komen juist deze films dichtbij een diagnose van het hedendaagse Amerika.

 

LifeHack

LifeHack – Slapend rijk(?)
In een wereld die steeds sterker gedomineerd wordt door virtuele communicatievormen zijn films die van scherm naar scherm hoppen (Profile, Searching, Missing) al even geen nieuwigheid meer. De vier vrienden die centraal staan in de eigentijdse heistthriller LifeHack zitten haast van begin tot eind achter een toetsenbord in hun slaapkamer, en als ze zich wel verplaatsen (of hebben verplaatst) dan zijn daar beeldopnames van – die de vrienden vervolgens weer op hun eigen monitors afspelen.

Bij het voorstellen van LifeHack in Leiden geeft debuterend regisseur Ronan Corrigan grif toe waar de inspiratie voor zijn beeldschermenfilm vandaan komt. Toen hij de leeftijd van de hoofdpersonen (hoofdrolspeler Georgie Farmer is momenteel drieëntwintig) had, was hij zelf een betrekkelijke schermjunkie, die meer tijd dan nodig spendeerde aan het verkennen van donkere internethoekjes. Aan het begin van de film maken niet-ingewijde kijkers kennis met de term ‘scriptkiddie’. Dit is een hacker in spe die bestaande technieken en hulpmiddelen gebruikt om tot de computersystemen van andere mensen of bedrijven door te dringen.

Dollend op Discord sparren de cybervrienden in LifeHack over jolige hackerstrucks en manieren om slapend rijk te worden. In het echt hebben de vier elkaar nog nooit ontmoet, maar in de beschermende marge van hun slaapkamer brengen ze meer tijd samen door dan een gemiddeld gezin. Een onschuldig gedachte-experiment transformeert rap in een serieuze scam als de vrienden in het dossier van een welgestelde tech-entrepreneur duiken. Hoe moeilijk zou het eigenlijk zijn om de cryptoportemonnee van deze steenrijke figuur te hacken? De Instagrampagina van dochterlief biedt uitkomst: die dropt wel héél veel privacygevoelige informatie op haar socials.

Het is even vermakelijk als angstaanjagend om te zien in wat voor tempo de Discordvrienden toegang weten te krijgen tot de apparaten en privéaccounts van hun nietsvermoedende slachtoffer. Niet voor niets licht Corrigan achteraf toe dat het rondkrijgen van juridische afspraken een van de grootste uitdagingen was bij het maken van LifeHack; zo heet Gmail in de film Qmail en mag je als kijker zelf gissen aan welke miljonair het bedachte slachtoffer zich wellicht zou kunnen meten (beter dat dan een bestaand bedrijf hacken).

Als thriller overtuigt LifeHack lang niet op elk moment. Corrigan bouwt te veel (voorspelbare) wendingen in en rekt de geloofwaardigheid van de heist daarmee tot het uiterste. Anderzijds gaat de regisseur slim om met de duistere kanten van het hedendaagse rijkeluismilieu. De Discordvrienden dringen niet alleen door tot de portemonnee van hun slachtoffer, maar ook tot zijn donkerste geheimen.

Wie goed oplet tijdens de hack van Don Heards mailbox ziet de naam ‘Epstein’ voorbij flitsen. En een onschuldig ogend Instagramfilmpje van Don Heards dochter blijkt later ontnuchterend bewijs van een plaats delict. Zonder de nieuwskoppen over Epsteins eiland was LifeHack wellicht een vergezochte satire geweest. Nu rommelt Corrigan met zijn Gen Z-thriller in de vetlaagjes van de Amerikaanse onderbuik; een opslagplaats van mapjes waar weinigen het bestaan van kennen.

Kijk hier waar deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

The Python Hunt

The Python Hunt – Moordlustige slangensafari
In 1992 richtte de cycloon Andrew een ravage aan in de staat Florida. De impact van de natuurramp wordt in The Python Hunt aangehaald als waarschijnlijkste verklaring voor de alomtegenwoordigheid van pythons in de Everglades, een moerassig natuurgebied in het uiterste zuiden. Je zal maar net te maken hebben met een importeur die door toedoen van de ramp meer dan negenhonderd kronkelige wezens uit zijn veilige opslag ziet verdwijnen.

Anno nu zorgen de volgevreten pythons voor verregaande eco-overlast. De dieren eten veel en vaak en hebben daarmee de biodiversiteit in de Everglades aangetast. Reden genoeg voor de overheid om een rigoureus bestrijdingsplan te handhaven en burgers zelfs aan te moedigen op de slangen te jagen. Deze bizarre documentaire begint in aanloop naar een heuse ‘python hunting’-competitie, die eenmaal per jaar door de staat wordt georganiseerd en mensen van heinde en verre trekt. Ondergetekende ziet het met de wolf nog niet gebeuren.

Op de slangenjacht in de Everglades komen types af die in een geflipte Hollywoodkomedie niet zouden misstaan. De tweeëntachtigjarige Anne komt oorspronkelijk uit Tucson, Arizona maar is in Florida om haar droom in vervulling te brengen: het doorboren van een slangenkop met een ijspriem. Zelf jagen wordt op haar leeftijd lastig, en dus omarmt ze de hulp van andere fanatici. Tussendoor werkt ze in haar motel de ene na de andere gin tonic weg. Een andere pythonjager manoeuvreert zich op zijn slippers door het moeraswater. De zoektocht motiveert hem omdat het zo’n gevaarlijke bezigheid is. De adrenalinekick helpt hem om van de drugs af te blijven.

The Python Hunt toont een verontrustende Amerikaanse mentaliteit. Wat niet in een bepaald gebied thuishoort, moet opgespoord en vernietigd worden. Schokkend is niet zozeer de impuls om op de pythons te jagen – het hoofdargument daarvoor heeft zelfs ethische draagkracht – maar de manier waarop dat gebeurt. De documentaire biedt geen aanleiding om te geloven dat het sadisme van de stokoude Anne in scène is gezet. Een tafereel waarbij enthousiaste buurtbewoners touwtrekken (ja, letterlijk) met de ingewanden van een gevilde python doet de wenkbrauwen al helemaal fronsen.

Is het moreel verantwoord om te lachen om deze kolderiek aandoende toestanden? Comfortabel voelt dat zeker niet, maar de toestanden die regisseur Xander Robin vastlegt zijn zodanig absurd dat je je ongeloof als kijker érgens kwijtmoet. De kracht van The Python Hunt zit hem niet per se in de opzet, inhoudelijke kadering en montage van de documentaire: die is net te fragmentarisch, en had gedijt bij een scherpere bestudering van de bredere context en van een aantal sleutelfiguren. De kracht zit hem in de ontregelende weergave van de primitieve pythonjacht en het besef dat daarbij hoort. Ook dít is Amerika.

 

17 oktober 2024

 


MEER FILMFESTIVAL

Film Fest Gent 2025: Competitiefilms (2)

Film Fest Gent 2025:
Competitiefilms (2)

door Bert Potvliege

De jury van de 52e editie van Film Fest Gent, onder voorzitterschap van de Amerikaanse actrice Theresa Russell, staat voor een uitdagende opdracht. Het programma is sterk, met nieuw werk van enkele grote namen. Op zaterdag 18 oktober reikt de jury twee onderscheidingen uit: de Grand Prix voor Beste Film en de Georges Delerue Award voor Beste Soundtrack of Sound Design. In dit verslag bespreken we enkele competitiefilms. 

 

The Mastermind

The Mastermind ***
Er bestaat een filmgenre dat te weinig erkenning krijgt: de zondagmiddagfilm. Niet spannend, niet revolutionair, maar wél behaaglijk. Met koffie en cake op tafel en de voeten omhoog glijdt zo’n film langs je heen als een warme deken, wat netjes aansluit bij de welverdiende zondagsrust. Cineaste Kelly Reichardt bewijst met The Mastermind dat ook zij dat genre beheerst. 

In het politiek verscheurde Amerika van de jaren zeventig – hippies tegen patriotten, Vietnam op de achtergrond – volgen we James (een uitstekende Josh O’Connor), een wat verloren huisvader die zich om onduidelijke redenen inlaat met een niet al te professioneel uitgevoerde kunstroof. Niemand begrijpt echt waarom hij zo onbezonnen te werk gaat, en vermoedelijk hijzelf ook niet. Uiteraard loopt het mis, en wat volgt is een even tragikomisch als weemoedig portret van een man die steeds verder vastloopt in zijn eigen halfslachtige daden. 

Reichardt, bekend van trage en contemplatieve films als First Cow en Meek’s Cutoff, brengt steevast verhalen op manieren die allesbehalve evident zijn voor de kijker om mee aan de slag te gaan – telkens een uitdaging maar altijd boeiend. Hier kiest de cineaste voor een opvallend toegankelijke toon. The Mastermind is stukken lichter van sfeer, met een energieke, jazzy score die doet denken aan Birdman. De eerste akte vliegt voorbij – vermakelijk en gemakkelijk om te ondergaan.

Uiteraard zou Reichardt Reichardt niet zijn zonder een aantal voor haar typerende kenmerken in de film te smokkelen. Sommige kijkers zullen afhaken wanneer de cineaste minuten uitrekt om James op een ladder te zien kruipen om de gestolen werken te verbergen op zolder – een keuze die wringt. Tegen het einde raakt de film zelfs wat stuurloos en lijkt de cineaste het geheel niet goed te kunnen afronden. Maar de charme verdwijnt nooit volledig.

The Mastermind is een geslaagde en verzorgde film, maar ook een vluchtige ervaring. Aangenaam om te zien, maar niet gemaakt om potten te breken. Perfect voor de zondagmiddag dus.

Kijk hier waar deze film is te zien (mits niet uitverkocht). 

 

Resurrection

Resurrection ***
Cinema als een doolhof boeit, waarbij het succes van een film afhangt van de bereidheid van de kijker zich eraan over te geven. Bij Resurrection, de vierde langspeler van de veelbelovende Chinese filmmaker Bi Gan, wordt die overgave zwaar op de proef gesteld.

Hoewel het een sciencefictionfilm genoemd kan worden, raakt dat slechts het oppervlak. In de toekomst is er nog maar één wezen dat kan dromen: de Fantasmen. Mevrouw Shu bevindt zich in een halfbewuste toestand, stuit op het levenloze lichaam van zo’n wezen en besluit het de geschiedenis van China te vertellen. Nacht na nacht keren langzaam de zintuigen van het Fantasme terug. De film is verdeeld in hoofdstukken: vijf gewijd aan de zintuigen, en een zesde aan de geest. Mocht er nog twijfel bestaan: Resurrection is géén zondagmiddagfilm.

Met zijn 160 ongrijpbare minuten heeft Bi Gan een indrukwekkend monster gecreëerd dat barst van de verbeelding. Maar een aanzienlijk deel van het publiek zal weinig bakken van de empathische inleving. Resurrection is een uitdaging om mee aan de slag te gaan. Of dat problematisch is, hangt af van die bereidheid om de teugels los te laten. Wanneer twee uur ver in de film een personage een glas laat vollopen met het stromende bloed langs een kogelwonde in de hand, mag je gerust in de haren krabben. Verdwalen in doolhoven is fijn, maar de opluchting is groot wanneer je na lange tijd het exit-bordje ziet hangen – terug naar een werkelijkheid die nog enigszins te begrijpen valt.

De verbeelding in Resurrection is indrukwekkend; Terry Gilliam (Brazil) zou jaloers zijn op de atmosferische worldbuilding en het eerste stuk van de film is een ode aan pionier-dromer Georges Méliès. De bevreemdende vertelling doet denken aan het werk van Leos Carax (Holy Motors), maar het grootste verwantschap ligt bij Miguel Gomes (Grand Tour): beide filmmakers creëren ongrijpbare werelden op het scherm, zonder duidelijke narratieve houvast.

Resurrection is een film om te bewonderen, niet om van te houden. Daarvoor bevindt de prent zich té ver weg van het centrum, gekatapulteerd in de duistere krochten van cinema. Boeiend en indrukwekkend, maar tegelijk frustrerend en hermetisch.

Kijk hier waar deze film is te zien (mits niet uitverkocht).  

 

Nuestra Tierra

Nuestra Tierra ****
Argentijnse regisseuse Lucrecia Martel wordt in filmkringen gezien als een van de meest prominente Zuid-Amerikaanse filmmakers. Haar eerdere werk werd genomineerd voor de Gouden Beer in Berlijn en de Gouden Palm in Cannes, en met het in 2017 verschenen Zama leverde ze een indrukwekkend meesterwerk af. Met haar nieuwe project kiest ze een andere koers: dit is haar eerste volledige langspeeldocumentaire.

Nuestra Tierra onderzoekt de moord op Javier Chocobar, een gewaardeerd lid van de Argentijnse inheemse gemeenschap, in de context van een langdurig conflict over land. Chocobar en zijn gemeenschap verdedigden hun territoriale rechten tegen een landeigenaar, wat leidde tot een confrontatie met fatale gevolgen. Het duurde geruime tijd voordat gerechtelijke stappen werden ondernomen.

Martel richt zich aanvankelijk op de rechtszaak zelf: de autoritaire landeigenaar en de betrokken agenten leggen hun kant van het verhaal uit, terwijl de kijker geconfronteerd wordt met trefzekere en weemoedige close-ups van de inheemse bevolking in de zaal. Daarna breidt Martel de thematische reikwijdte van de film uit en verlaat ze de rechtbank. De film ontvouwt zich als een vrijelijk maar weldoordacht gestructureerd portret van de Argentijnse bevolking en toont hoe een geschiedschrijving vol leugens hen hun rechtmatige plek in het land heeft ontnomen.

Je zou dit kunnen bestempelen als activistische cinema, maar dankzij Martels formidabele regie overstijgt Nuestra Tierra de grenzen van dat genre. Met een speelduur van twee uur kan de film wat zwaar aanvoelen, maar haar poëtische en intellectuele benadering is bewonderenswaardig: het omgekeerde beeld van de paarden, de drone die wordt aangevallen door een vogel. Je voelt hoe ze met volle overtuiging en controle dit relaas presenteert.

De keuze om na Zama een documentaire met enige politieke lading te maken, is misschien niet de meest sensationele manier om een meesterwerk op te volgen. Sommige fans zullen moeite hebben met deze richting, omdat het tegen de verwachtingen in gaat. Tegelijkertijd is het interessant om de twee films naast elkaar te zien: Zama en Nuestra Tierra zijn als dag en nacht, maar beiden laten zien hoe Martel betoverd wordt door de natuurlijke wereld van Argentinië. 

Kijk hier waar deze film is te zien (mits niet uitverkocht). 

 

17 oktober 2025

 


MEER FILMFESTIVAL

LIFF 2025 – Deel 3: Het verliezen van je kind

LIFF 2025 – Deel 3:
Het verliezen van je kind

door Tim Bouwhuis

Wie elk jaar trouw het filmfestivalcircuit doorkruist, kan zich aanwennen om trends af te zetten tegen meer universele thema’s. Films over familiebanden zijn van alle tijden en hebben een niet aflatende aantrekkingskracht. Tegelijk kan het zwaar op het gemoed vallen om er al te veel te kijken. Ook op LIFF 2025 gaat het verlangen naar een harmonieus samenzijn telkens weer gepaard met situaties van angst en verlies.

De angst om je kind(eren) te verliezen, kan voor een liefhebbende ouder groter zijn dan de angst voor de ondergang van de wereld. De apocalyps (ook twee jaar terug al een thema op LIFF) is dreigend, maar niet altijd even tastbaar. De vrees voor het verlies van je meest dierbare komt dan een stuk dichterbij, zeker als je als filmmaker of kijker ook kinderen hebt. Omaha, L’Intérêt d’Adam en Hallow Road zijn ondergebracht in verschillende secties van deze festivaleditie, maar hebben hetzelfde kernthema gemeen.

 

Omaha

Omaha – Reizen tussen hoop en verdriet
Het aangrijpende Omaha werd in Leiden voorgesteld door een debuterend regisseur die in de eerste plaats al zo’n twintig jaar vader is. De sympathieke Cole Webley deelde dit stukje persoonlijke achtergrond pas tijdens de Q & A, maar als aandachtige kijker kun je als het goed is ook zonder: Webleys tactvolle regie van de twee kinderen in de film (negen en zes jaar oud) verraadt veel.

In nog geen negentig minuten verbeeldt Omaha het verhaal van een vader die na het verlies van zijn vrouw een roadtrip met zijn kinderen plant. Snel wordt duidelijk dat het idee niet uit weelde is geboren. Bij het verlaten van hun huis in Utah (de staat waar Webley vandaan komt) komt een begripvolle, maar gezagsgetrouwe agente de navolging van een uitzettingsbevel controleren. Dochter Ella (een verbluffende rol van kindactrice Molly Belle Wright) helpt haar vader de auto op gang te krijgen, want die start niet meer uit zichzelf.

De ogen van John Magaro (bekend van Past Lives) staan droevig. Hij is praktisch en financieel niet meer in staat om voor zijn kinderen te zorgen, maar het verscheurt zijn hart om hen daarover te moeten inlichten. Liever gunt hij Ella en Charlie een reis vol plezier en goede herinneringen, ook als dat betekent dat hij zijn laatste zakcenten moet uitgeven aan een vlieger. Een vriendelijke vrouw vertelt Ella bij een benzinestation over een dierentuin in Omaha, de stad waar de drie naartoe trekken. Even daarvoor heeft vader de hond van het gezin bij een dierenarts moeten achterlaten.

Verdriet – niet alleen over het verlies van moeder en hond, maar ook over een naderend noodlot – gaat hand in hand met een laatste beetje hoop. Dat er iets vervelends staat te gebeuren, voelt de pientere Ella al beter aan dan haar ontwapenend naïeve broertje. Toch beleven de drie bloedverwanten in die krakkemikkige auto de tijd van hun leven. De prachtige beelden van het uitgestrekte Amerikaanse landschap worden bedekt door een deken van zonlicht.

Kijk hier waar deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

L'Intérêt d'Adam

L’Intérêt d’Adam – Begrip voor de moederrol
In de tweede langspeler van de Brusselse Laura Wandel (Playground) is het niet een vader, maar een moeder die voor het grootst denkbare verlies vreest. L’Intérêt d’Adam speelt zich bijna volledig af in de beklemmende gangen en ruimtes van een ziekenhuis, waar verpleegkundige Lucy (Léa Drucker) zorgt draagt voor een ondervoed jongetje. Lucy probeert de slechts vierjarige Adam van zijn sondevoeding af te helpen, maar moeder Rebecca (de productieve Frans-Roemeense actrice Anamaria Vartolomei) ziet dat die overgang haar kind moeilijk afgaat. Haar aanwezigheid op de afdeling zorgt voor spanning, mede omdat Rebecca van een rechter niet op elk moment aanwezig mag zijn.

Lucy ziet dat Rebecca’s grote bekommernis om de gezondheid van haar zoontje zijn herstel niet per se bespoedigt; zo besluit Adams moeder zonder overleg om haar kind te wassen (met hygiënische risico’s van dien) en gooit ze zijn vaste voedsel weg omdat dat leidde tot buikkrampen. Tegelijk kan de verpleegkundige het niet over haar hart verkrijgen Rebecca bij Adam weg te houden. Als Rebecca haar vraagt of ze zelf weet hoe het is om voor een kind te zorgen, antwoordt ze bevestigend.

Hoewel de dramatiek in L’Intérêt d’Adam uiterst tastbaar is, onderscheidt de film zich vooral door zijn stilistische benadering. Wandel had zich kunnen blindstaren op de compassie van Rebecca, maar kiest er in plaats daarvan voor om juist Lucy door de gangen van het ziekenhuis te volgen. De benauwende tracking shots, waarbij de camera haast in de nek van het personage rust, krijgen extra kracht door de op zichzelf al krappe locatie en de nerveuze pacing. In Playground, waarin we een kind volgen dat gepest wordt op school, ging Wandel precies zo te werk.

Kijk hier waar deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

Hallow Road

Hallow Road – Telefoontje met een twist
Waar het plotse einde van L’Intérêt d’Adam sommige kijkers tot wanhoop zal drijven, eindigt het curieuze Hallow Road juist een minuut te laat. In deze grotendeels uit telefoongesprekken opgebouwde thriller – denk The Guilty – wordt het leven van twee ouders op stelten gezet door een nachtelijke noodoproep van hun dochter. Met terugwerkende kracht is dat behapbare uitgangspunt waarschijnlijk het meest conventionele aspect van deze film, dat ontaardt in een trauma met sadistische logica.

In een staat van paniek en verwarring staat de jongvolwassen Alice (ingesproken door Megan McDonnell) in een dicht bos, ergens in het midden van niets. Mulholland Drive liep tenminste nog in de schaduw van de grootstad, Hallow Road is alleen een eenzame stip op de tomtom. Toch is het de plek waar Maddie en Frank (Matthew Rhys en Gone Girl-ster Rosamund Pike) in het holst van de nacht hun dochter op gaan pikken. Als ze horen van de toedracht breekt het angstzweet de twee uit: Alice bekent dat ze een botsing heeft veroorzaakt en dat het slachtoffer buiten bewustzijn is.

Terwijl vader en moederlief ruziën over de correcte afhandeling van de situatie (moeten ze de autoriteiten bellen of het ongeval verdoezelen?) neemt het verhaal een sinistere wending, waarbij Hallow Road door de bewuste timing van de nachtelijke trip (de nacht van Halloween) in een saus van folk-horror wordt gedoopt. De wending maakt de film zonder meer ontregelend en extra ongemakkelijk, maar komt de overtuigingskracht niet per se ten goede. Als drama wankelde Hallow Road al een beetje door het grotesk uitgespeelde geruzie tussen de twee ouders (Pike is wel uitstekend). Door vervolgens ook nog eens een horrorafslag in te slaan, nemen regisseur Babak Anvari (bekend van de psychologische thriller Under the Shadow) en zijn scenarist extra hooi op hun vork.

In zijn dramatische kern (twee ouders die alles overhebben voor hun dochter) raakt Hallow Road aan de materie waarmee Omaha en L’Intérêt d’Adam ontroeren. Helaas stapelt de thriller de ontwrichtende ontwikkelingen zo snel op dat je als kijker drukker bent met puzzelen dan met het blootleggen van die diepere laag. Een sterk mysterie had dat kunnen rechtvaardigen, maar Hallow Road eindigt met een lullige slotscène die de gespannen aanloop behoorlijk doodslaat. Een overweldigend trauma in het midden van niets, op een schimmige kruising in een dichtbegroeid bos. Ongetwijfeld had wijlen David Lynch beter raad geweten.

Kijk hier waar deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

15 oktober 2024

 


MEER FILMFESTIVAL

LIFF 2025 – Deel 2: Angst voor een naderend einde

LIFF 2025 – Deel 2:
Angst voor een naderend einde

door Cor Oliemeulen

Twee films op het LIFF 2025 onderzoeken hoe mensen omgaan met de dreigende ondergang van de wereld. Peak Everything combineert de angst voor de gevolgen van de ecologische crisis met melancholische romantiek, terwijl de psychologische horror-roadmovie It Ends de existentiële twijfel pas echt voelbaar maakt.

 

Peak Everything

Peak Everything – Liefde in de tijd van ecologische crisis
Bij het kijken van Peak Everything dringt al snel de vergelijking op met Her (2013). Beide romantische drama’s draaien om eenzame mannen die via technologie onverwachte liefde vinden. Waar Spike Jonze’s Her de blik richt op de relatie tussen mens en kunstmatige intelligentie in een hypertechnologische toekomst, richt Peak Everything van de Canadese filmmaakster Anne Émond zich op menselijke nabijheid in een wereld die zucht onder ecologische en existentiële druk.

Adam (Patrick Hivon) is de zachtaardige en kwetsbare eigenaar van een hondenkennel, maar zijn omgang met mensen verloopt moeizaam door zijn depressie. Adam heeft angst voor de klimaatcrisis en het einde van de wereld, zoals wij die nu kennen. Hij probeert fit te blijven, doet aan meditatie en heeft een pyramidelamp voor lichttherapie. Als het ding sneuvelt, neemt hij contact op met de telefooncentrale van het bewuste bedrijf en krijgt hij Tina (Piper Perabo) aan de lijn. Haar stem, haar betrokkenheid en haar begrip hebben dezelfde invloed op Adam als de (computer)stem van Samantha op Theodore in Her. Eindelijk een vrouw die hem begrijpt en hem lijkt te mogen voor wie hij is. Als Adam op een dag geen contact meer met Tina kan krijgen, stapt hij in de auto en gaat op zoek naar haar. Dan blijkt dat het ‘echte leven’ er anders uitziet dan intieme gesprekjes via de telefoon.

Peak Everything (Franse titel: Amour Apocalypse) is een ambitieuze film. Het koppelen van serieuze thema’s als de klimaatcrisis, mentale gezondheid en eenzaamheid aan een lichtvoetige romkom zie je zelden. Wat meteen te binnen schiet, is Silver Lining Playbooks (2012), maar ook daar is het afwisselen van zwaarmoedige momenten met humor en romantiek soms een uitdaging. Toch slaagt ook Peak Everything erin deze balans te behouden, wat duidelijk wordt als Adam weer contact krijgt met Tina en hun gesprekken hem hoop en menselijke nabijheid bieden.

Echter Tina blijkt getrouwd en heeft twee dochtertjes, van wie er een in haar arm snijdt omdat ook zij bang is voor het eind van de wereld, zo vertrouwt het meisje Adam toe. Tina probeert een knoop door te hakken en zegt tegen Adam: “Je bent te verdrietig voor ons.” Adam vertrekt met pijn in zijn hart en wacht op wat komen gaat. We kunnen alleen maar hopen dat hij niet in paniek raakt op het moment dat een naderende storm zijn kennel treft, en dat hij leert omgaan met de storm in zijn hoofd.

Kijk hier waar deze film draait (mits niet uitverkocht). 

 

It Ends

It Ends – Existentiële horror op de eindeloze weg
Waar Peak Everything laat zien dat zowel de planeet als de menselijke emotie hun grenzen bereiken, confronteert It Ends zijn personages met een eindeloze weg vol existentiële onzekerheid.

Vier zojuist afgestudeerde jongeren in een auto willen een hapje gaan eten, maar raken zo met elkaar aan de praat dat ze de afslag hebben gemist. Maar was er wel een afslag? Ze rijden door, want misschien volgt er nog een afslag. Maar nee, de weg waarop ze rijden, is eindeloos. Ze zetten de auto aan de kant en kijken rond. Plots wat tumult en geschreeuw. Een groepje opgefokte mensen rent richting de jongeren, die angstig in hun auto springen en wegrijden. Waren het zombies? Ze leken vastberaden, maar ook angstig, en een van de jongens heeft flinke krassen op zijn arm.

De vier zijn in een nachtmerrie beland. Ze blijven rijden – nacht wordt dag, dag weer nacht – maar het einde van de weg komt niet in zicht. De geluidsband jaagt zo nu en dan de kijker de stuipen op het lijf, zeker nadat de jongeren weer eens uitstappen en steeds na zo’n anderhalve minuut door aanstormende mensen uit de bossen worden belaagd. En zo gaat de autorit maar door: duizenden en duizenden kilometers. De benzinetank raakt niet leeg, en de inzittenden hebben nooit honger en dorst.

De jongeren vragen zich af wat er aan de hand is. Zitten ze in een wormgat? Is dit de hel, een straf van God, omdat een van hen iets slechts heeft gedaan? En zo krijgt de horror langzaam een existentieel karakter. De dreiging komt niet van een monster of van een moordenaar, maar door angst, onzekerheid en keuzes. In It Ends zijn het de worstelingen van de huidige Generatie Z, waarmee ook de doelgroep van de film wordt aangesproken.

Generatie Z is de jongste volwassen generatie, opgegroeid met internet, smartphones en sociale media, maar ook bewust van hedendaagse uitdagingen, zoals klimaatverandering en mentale gezondheid. De Amerikaanse regisseur Alexander Ullom is maar iets ouder dan zijn acteurs en legt met een al even jonge generatie filmmakers de thema’s van de hedendaagse jonge volwassenen realistisch bloot. De eindeloze weg wordt een indringende metafoor voor de onzekerheid over het bestaan. De vraag is uiteindelijk wie zich neerlegt bij het onvermijdelijke, en wie blijft vechten tot het einde.

Kijk hier waar deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

14 oktober 2025

 


MEER FILMFESTIVAL

Film Fest Gent 2025: Competitiefilms (1)

Film Fest Gent 2025:
Competitiefilms (1)

door Bert Potvliege

De jury van de 52e editie van Film Fest Gent, onder voorzitterschap van de Amerikaanse actrice Theresa Russell, staat voor een uitdagende opdracht. Het programma is sterk, met nieuw werk van enkele grote namen. Op zaterdag 18 oktober reikt de jury twee onderscheidingen uit: de Grand Prix voor Beste Film en de Georges Delerue Award voor Beste Soundtrack of Sound Design. In dit verslag bespreken we enkele competitiefilms.

 

The Love That Remains

The Love That Remains ****
De naam van de IJslandse filmmaker Hlynur Pálmason circuleert al enkele jaren terecht in cinefiele kringen. Hij maakte indruk met A White, White Day (2019) en overdonderde het publiek met Godland (2022). Het is altijd intrigerend om te zien hoe een cineast een bejubeld werk opvolgt: welke richting kies je na zo’n overweldigend succes? Met zijn nieuwe film The Love That Remains zoekt Pálmason een lichtere, speelsere toon op. 

Door niet opnieuw naar de sterren te reiken, haalt hij de druk van de ketel om er wederom een meesterwerk te moeten uitpersen – alsof het een plicht zou zijn gezien de torenhoge verwachtingen. Voor sommigen zal deze kleinschalige, lichtere Pálmason een teleurstelling zijn. Ook bij ondergetekende was het enthousiasme aanvankelijk wat matiger, gezien de bescheiden inhoud van de film. Maar al snel blijkt dat de cineast opnieuw weet te verrassen, met een visuele daadkracht en een thematische verderzetting van zijn onderzoek naar ons omgaan met de natuurlijke wereld. 

The Love That Remains vertoont ondanks de andere toon een duidelijke verwantschap met zijn eerdere werk. We volgen een gescheiden gezin – een kunstenares, haar ex-man die op een vissersboot werkt, en hun drie kinderen die vol verwondering naar de wereld kijken. Tegen de majestueuze IJslandse achtergrond verweeft Pálmason opnieuw zorg voor elkaar met zorg voor de aarde. 

De filmmaker versterkt de poëtische kracht van zijn film op ogenschijnlijk eenvoudige wijze, door te spelen met visuele sensaties en prikkels die aanvoelen als een warm bad – denk aan de glijdende visvangst door het schip, het ritmische tikken van een pop die pijlen incasseert, en de overvloed aan indrukwekkende natuurfotografie. De toon ademt verwondering over het leven en de wereld. Eenvoudig en lieflijk, maar tegelijk doeltreffend en ontzettend filmisch. 

Misschien wordt zijn volgende film opnieuw een splinterbom, maar met dit intiemere en luchtigere werk hoeft Pálmason zijn status als een van de belangrijkste Europese cineasten van vandaag geenszins te herzien.

Kijk hier waar deze film is te zien (mits niet uitverkocht). 

 

The Voice of Hind Rajab

The Voice of Hind Rajab ***
Zal de controverse die The Voice of Hind Rajab veroorzaakte op het filmfestival van Venetië zich herhalen in Gent? Daar dreigde de jury uit elkaar te vallen over de vraag of de film de Gouden Leeuw verdiende. In haar nieuwste werk vertelt cineaste Kaouther Ben Hania het waargebeurde verhaal van het Palestijnse meisje Hind Rajab, vermoord door het Israëlische leger. De film bleek een precair geval: een bekroning zou haast onvermijdelijk gelezen worden als een politiek statement tegen het onrecht in de regio. Uiteindelijk ging Jim Jarmusch met zijn iets te bleke Father Mother Sister Brother met de hoofdprijs lopen, terwijl The Voice of Hind Rajab genoegen moest nemen met de tweede prijs.

Interessanter is echter de vraag of je iemand kan wijsmaken dat de film de hoofdprijs zou gewonnen hebben, zónder dat die overwinning een politiek statement was? Dan moet gekeken worden naar de kwaliteiten van de film an sich, wat uiteraard het enige is dat echt telt. 

The Voice of Hind Rajab is zonder twijfel een geslaagde film: een snedige, goed gemaakte thriller met een belangrijke boodschap. Toch mikt Ben Hania niet al te hoog, en haalt de film niet het niveau van sommige andere competitietitels. De prent past netjes binnen het huis clos-subgenre – verhalen die zich afspelen op één locatie, met beperkte personages en nadruk op dialoog en psychologische spanning (Locke, The Guilty, Phone Booth). We volgen enkele medewerkers van de Palestijnse Rode Halve Maan, een noodhulplijn voor slachtoffers van het geweld in Gaza, terwijl ze de paniekerige oproepen van het meisje Hind proberen te beantwoorden.

De tijd dringt om haar te redden, en het meest aangrijpende detail is dat die oproepen geen fictie zijn, maar echte opnames van de dag waarop het kind stierf. Als Film Fest Gent inzet op de politieke kracht van cinema, dan is dit het perfecte voorbeeld daarvan.

Dat de film wat beperkt blijft, ligt vooral aan de vorm. The Voice of Hind Rajab borduurt voort op de reeds twintig jaar oude nerveuze, schokkerige camerastijl die Paul Greengrass perfectioneerde in de Bourne-films: een rusteloze schoudercamera die constant beweegt, vaak zonder duidelijke motivatie, en van zoemende computerschermen naar paniekerige gezichten springt. Die visuele tactiek werkt nog steeds, maar voelt inmiddels wat versleten – Ben Hania volgt het genrehandboek iets te netjes en zonder frisse ideeën.

Toch laat de film niemand onberoerd. Het rauwe realisme, gekoppeld aan het uitzichtloze leed, treft onvermijdelijk. En via de gebroken, wanhopige blik van de jonge operator (uitstekend vertolkt door Motaz Malhees) laat Ben Hania de kijker achter met een brok in de keel.

Kijk hier waar deze film is te zien (mits niet uitverkocht).

 

Sound of Falling

Sound of Falling *****
Niets kon ons voorbereiden op de ervaring van Sound of Falling: een film die zo krachtig is dat het hele filmjaar in een ander licht komt te staan. Mascha Schilinski veroorzaakte met haar meesterlijke film al de nodige beroering op het festival van Cannes, waar ze de juryprijs won (gedeeld met Oliver Laxe voor Sirât). We schrijven halfweg Film Fest Gent, maar een nóg betere film tegenkomen lijkt schier onmogelijk. 

De film verweeft vier verhaallijnen, verspreid over een eeuw op een Duitse boerderij, telkens verteld vanuit een vrouwelijk perspectief in een mannelijke wereld. Het is geen film die zich laat vatten na één kijkbeurt, maar dat hoeft ook niet: de film te zien krijgen was een zeldzaam moment van beseffen dat ontcijferen niet noodzakelijk de essentie is. Sound of Falling nodigt uit om te ervaren in plaats van te verklaren: een sensorische, bijna tranceachtige beleving die uitblinkt in poëtische kracht en filmisch meesterschap.

Schilinski roept het verleden tot leven als een bewegend fotoalbum. Zelden werd nostalgie met zulke technische finesse en emotionele intensiteit verbeeld, waarbij de kracht van het beeld de hoofdrol speelt. De film is ernstig en donker van toon, maar tegelijk zinderend van gevoel. Plot en intentie verdwijnen naar de achtergrond: wat telt is de sfeer, de textuur, de beweging van tijd. Ondoorgrondelijk en gelaagd als een verfijnd gedicht, ontvouwt Sound of Falling zich als een doolhof én een viering van pure filmkunst. 

Wie probeert houvast te vinden in de vier verhalen raakt onvermijdelijk de weg kwijt in dit labyrint van herinneringen. De kijker staat voor een keuze: loslaten en vallen door de konijnenpijp óf weerstand bieden en buitengesloten blijven. Als je loslaat, verdwijn je in Schilinski’s poëtische duisternis, om na de schitterende slotscène met tegenzin terug te keren naar het daglicht.

Kijk hier waar deze film is te zien (mits niet uitverkocht).

 

13 oktober 2025

 


MEER FILMFESTIVAL

Film Fest Gent 2025 – Openingsavond met Julian

Film Fest Gent 2025:
Openingsavond met Julian

door Bert Potvliege

Met de komst van herfstbladeren en gure wind ziet de Gentse binnenstad zichzelf jaarlijks omgetoverd tot een filmpaleis dat elke cinefiel in een warme deken wikkelt. Voor haar 52e editie pakt Film Fest Gent uit met een indrukwekkende competitieselectie, met nieuw werk van Hlynur Pálmason, Lucrecia Martel en Kelly Reichardt. Wie het internationale festivalcircuit volgt, herkent bij de Gentse line-up veel van wat de afgelopen maanden elders de toon zette. 

De programmeurs mogen jaarlijks met opgeheven hoofd over de rode loper flaneren, want kwaliteit is hier het handelsmerk. Niet het spektakel of het zich vergapen aan sterren staan centraal, maar de curatie van betekenisvolle cinema. De aandacht ligt op het bieden van een uitgekiende staalkaart van film anno 2025. Wat zouden we graag tien dagen lang onafgebroken aan de filmtoog hangen en alles meepikken, maar zoals elk festival herinnert ook Film Fest Gent ons eraan: kiezen is verliezen – een filmfestival zalft en straft tegelijk. 

Film Fest Gent 2025 – Openingsavond met Julian

Het risico op activisme
Film Fest Gent zet graag in op de activistische cinema, waarmee men (terecht) de politieke kracht van film wil belichten – al blijft de uitkomst wisselvallig. Tijdens de vorige editie werden we ontiegelijk vaak geconfronteerd met activisme op het grote scherm (Animale, hold on to her, Les femmes au balcon). Die films waren doorgaans onbezonnen, gebrekkig in zelfkritische reflectie en bij vlagen vreselijk gemeen. 

Misschien lag het aan het feit dat cineasten van dergelijke prenten vaak vanuit een jeugdigheid alles inzetten op urgentie, woede en verontwaardiging – een slechte basis om constructief in dialoog te gaan. Waren we te oud om ingepakt te kunnen worden door de ziedende vorm waarin deze films gebracht werden? Activistische cinema blijft een fascinerende tak in het filmlandschap, maar evenzeer precair: we zijn steevast benieuwd hoe een filmmaker ermee omgaat, zij het altijd met enige voorzichtigheid.

Die spanning maakte dat we uitkeken naar de openingsfilm van Film Fest Gent – Julian, het langspeeldebuut van de nog maar 26-jarige Cato Kusters. 

 Julian ***
Julian vertelt het waargebeurde verhaal (gebaseerd op het boek van Fleur Pierets) van Fleur en Julian, een smoorverliefd lesbisch koppel dat van plan is in alle landen te trouwen waar het homohuwelijk wettelijk erkend is – een statement van jewelste over de gebrekkige rechten van holebi’s (LGBT). De uitvoering hiervan is nog maar net begonnen wanneer Julian kanker blijkt te hebben en de dames hun plannen moeten opbergen.

Deze historie lijkt voorbestemd om als verhaal te presenteren: de komst van de ziekte is een thematische verderzetting en verbreding van de droefenis over het onrecht dat deze twee vrouwen aankaarten  – een narratief godsgeschenk voor de empathie van de kijker. Maar het vergt geen vooruitziend mens om in te zien waar de mogelijke valkuilen liggen, want deze plot is als koren op de molen voor moraliserende cinema die het publiek de les wil spellen over onrechtvaardigheid. Zoals altijd wensen we dat kunst vragen opwerpt en niet antwoorden brult. 

Tedere liefde
Het mooiste compliment voor de film is dat Kusters niet in die val trapt. De kijker wordt niet over het hoofd geslagen met kommer en kwel en een Grote Boodschap. De cineaste heeft er geen ellendige bedoening van gemaakt, wat we alleen maar kunnen toejuichen. Julian oogt op het eerste gezicht niet als een activistische prent – de tedere aard van de relatie primeert – maar het is er wel eentje, zoals Kusters ook toegaf op de rode loper. De aandacht ligt op het zacht portretteren van twee geliefden, die het leven en haar noodlot noodgedwongen ondergaan. De kijker deelt in de onmacht, want tonaal verplaatst de cineaste ons in de verliefde hoofden van Julian en Fleur – enkel de liefde lijkt ons recht te houden in tijden van waanzinnig onrecht.

De film overtuigt met de casting van de twee hoofdrolspeelsters – Nina Meurisse en Laurence Roothooft brengen Fleur en Julian tot leven met een ontwapenende echtheid. Beide belichamen hun personage met stevige overgave. Je voelt hoe de actrices close geworden zijn tijdens het maken van de film. Kusters slaat in haar acteursregie een innemende toon. Dit weerspiegelt in de zorgzame houding van Fleurs ouders en in het warme acteerspel van de vrienden van het koppel. 

Het eindresultaat toont een betrokkenheid, waarbij de voltallige cast en crew zich achter hetzelfde doel leek te scharen. We denken graag dat elk naar de set kwam met de overtuiging bezig te zijn met iets belangrijks. Misschien blijkt het een self-fulfilling prophecy. 

Julian

Het pikken van het melodrama
Dit waargebeurde relaas verstikt in de narratieve wending als Julian ziek blijkt. Je krijgt een verhaal over hoe onrechtvaardig iemand behandeld wordt, om vervolgens die persoon ook nog eens dodelijk ziek te zien worden. Dit is een verhaaltechnische bocht met een thematische evidentie die zo voor de hand ligt, dat het doet afhaken. 

Het scenario is de grootste boosdoener. Het siert Kusters en coscenarist Angelo Tijssens (Girl, Close) dat ze de zin hadden af te stappen van een klassieke, rechtlijnige vertelling, maar de slinger slaat ver door. De tijdsprongen gebeuren té vaak (om niet te zeggen: voortdurend), waardoor opbouw en structuur – met hoogtes en laagtes, opwinding en rust – uitblinken in afwezigheid. De film kwam binnen als een langgerekte vlakke curve die zich afkeert van klassieke verhalende structuur. Dat kan, maar er wordt niets wezenlijks nieuws voor in de plaats geboden. Het geheel voelt schetsmatig; therapeutisch en te weinig verhalend. Julian komt onvoldoende van de grond. 

Queer contradictie
Na de voorstelling volgde een Q&A met de makers. Scenarist Tijssens (zelf homoseksueel) kreeg de vraag of het belangrijk was dat het koppel in Julian queer was. Zijn antwoord was tweedelig en veelzeggend:
a) “Nee, het is gewoon een verhaal over liefde – niet over hetero- of holebi-liefde. Liefde is liefde.” (Een zucht van vertedering ging door de zaal.)
b) “Ja, het is belangrijk dat het een holebi-koppel is, want deze verhalen zijn nodig, en ik wilde dat ik ze had toen ik tien jaar oud was.”

Het eerste deel van dat antwoord is uiteraard een beleefde, politiek correcte leugen. De geaardheid van de personages is relevant, want anders had men deze film niet gemaakt. Er zou letterlijk geen te vertellen verhaal zijn indien het niet zo was. Declameren ‘liefde is liefde’, is een maker die een gemakzuchtige neutraliteit uitstraalt maar zodoende zijn of haar verantwoordelijkheid als verhalenverteller miskent. Iedere creatieveling draagt bij aan beeldvorming, al is het maar door zichtbaarheid te geven aan een personage. En als de film activistisch van aard is, dan is er met dit antwoord sprake van het zich verschuilen achter diplomatie. 

De conclusie is dat Kusters en haar team de maturiteit bezaten om met het materiaal aan de slag te gaan, zonder de platgetreden paden van dit soort cinema te bewandelen. Het zichzelf overschattende scenario verzandt in een te zacht, therapeutisch portret van een lieflijke bubbel, terwijl we juist snakten naar narratieve kracht en scherpte. Als openingsfilm van een festival dat betekenisvolle cinema wil tonen, is Julian een tedere maar half geslaagde keuze.

 

11 oktober 2025

 


MEER FILMFESTIVAL

LIFF 2025 – Deel 1: Vaders en zonen

LIFF 2025 – Deel 1:
Vaders en zonen

door Cor Oliemeulen

De banden tussen vaders en zonen zijn soms gespannen, maar vaak betekenisvol. In dit eerste deel van ons verslag van het Leiden International Film Festival (LIFF) 2025 zien we hoe die relatie zich op drie manieren ontvouwt. Van een tiener die voor zijn zieke Mexicaanse vader moet zorgen, via twee Nigeriaanse jongens die hun vader nauwelijks kennen, tot een eenzame tennisleraar die op een Spaans eiland onverwacht een jongen onder zijn hoede krijgt. 

 

Olmo

Olmo – Dude, Where’s My Stereo?
Kleine scènes, grote emoties. Zo laten de films van Fernando Eimbcke zich kort samenvatten. In twee decennia maakte de Mexicaanse regisseur slechts vier speelfilms, die allemaal gaan over opgroeien en gezinsdynamiek. “We kunnen veertig of vijftig jaar oud zijn, maar we keren steeds terug naar dat moment in de kindertijd, naar die adolescentie waarin we ons vormden, fouten maakten en veel twijfels hadden, maar ook ontdekkingen en successen”, vertelde hij na het verschijnen van zijn vorige film, Club Sandwich (2013). Hierin verliest een moeder het contact met haar 14-jarige zoon die alleen aandacht heeft voor zijn vakantieliefde.

In Olmo volgen we de gelijknamige puberjongen (Aivan Uttapa) van een Mexicaans-Amerikaans gezin. Op een dag moet hij geheel tegen zijn zin in zijn eentje zorgen voor zijn bedlegerige vader, die lijdt aan multiple sclerose. Liever gaat Olmo met zijn beste vriend Miguel naar een feest van zijn aantrekkelijke buurmeisje, maar dan moet hij wel het stereoapparaat (van zijn ouders) meebrengen. De worsteling tussen de verlangens van een tiener en de verantwoordelijkheid voor zijn familie is geloofwaardig.

De nostalgie voor de late jaren 70 – zonder mobiele telefoons of moderne technologie – schept een sfeer waarin alledaagse dingen, zoals de stereo, maar ook kleding en auto’s, meer betekenis krijgen. De film kent een traag tempo en een minimalistische stijl, met een statische camera die dicht bij de personages blijft. Zo ligt de focus voortdurend op kleine, menselijke details: een blik, een aanraking, een handeling, een glimlach.

Fernando Eimbcke vindt met Olmo een goede balans tussen ernst en humor. De film blijft licht, want de onderliggende thema’s als ziekte, familieverplichtingen en immigratie zijn al zwaar genoeg.

Kijk hier waar deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

My Father’s Shadow

My Father’s Shadow – Cultuur snuiven in onrustig Lagos
Waar een puberjongen als Olmo zijn zieke vader kan missen als kiespijn, hebben de twee zoontjes van acht en elf in My Father’s Shadow verdriet dat ze hun vader bijna nooit zien. Deze Folarin (Sopé Dìrísù) is in tegenstelling tot hun moeder ongeschoold en moet naar de grote stad Lagos voor werk. Maar er is een politieke en economische crisis in Nigeria en Folarin heeft nog een half jaar salaris tegoed. Er zit niks anders op dan met zijn zoontjes naar Lagos te gaan om het geld te innen.

My Father’s Shadow, het speelfilmdebuut van Akinola Davis, is de eerste Nigeriaanse (deels Engelse) productie die werd geselecteerd voor de officiële competitie van het Filmfestival van Cannes. Op weg naar Lagos zijn er momenten van visuele poëzie – shots van de natuur, insecten, wind – gecombineerd met korte scènes waarin realiteit en herinnering in elkaar overvloeien. Langzaam ontstaat er voor de twee zoontjes ruimte voor gesprekjes met hun vader, een fatsoenlijke, emotionele man, die zich kwetsbaar toont over zijn leven en over de maatschappij, maar tegelijk een schijn ophoudt. Daarnaast geeft de film een sfeerbeeld van het leven in de grote Afrikaanse metropool door de ogen van de jongens. Close-ups van gezichten, grote drukte, brandstofschaarste en vooral veel militairen op straat. De spanning rond de Nigeriaanse presidentsverkiezing wordt langzaam voelbaar.

De film, die vooral opvalt vanwege de bijzondere beeldvoering en de suggestieve montage, speelt zich af op één dag (12 juni 1993). Terwijl mannen in een vol café wachten op de verkiezingsuitslag, volgen de zoontjes de politieke discussies over hoop en vrees voor de terugkeer van het militaire gezag. Uiteindelijk neemt de dreiging steeds meer toe. Plots beïnvloedt een beslissing van de overheid het lot van eenvoudige families, ook die van Folarin, die samen met zijn kroost het geweld probeert te ontvluchten.

“Ik zie je in mijn dromen”, klinkt een jongensstem als een leidmotief door de film heen. Het roept de vraag op of vaders en zonen ooit echt aan elkaar kunnen ontsnappen – of dat de personages van My Father’s Shadow, net als hun land, voor altijd met elkaars schaduw verstrengeld blijven.

Kijk hier waar deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

Islands

Islands – Eenling wordt vaderfiguur
Islands van de Duitse regisseur Jan-Ole Gerster wordt aangekondigd als een psychologische thriller, maar veel meer is zijn jongste film een drama over een eenling die de zin en de uitdaging van het leven heeft verloren. Hij is een ex-tennisprof die nu lesgeeft aan vakantiegangers in een all-inclusive resort op het Spaanse eiland Fuerteventura.

De openingsscène toont al direct hoe deze Tom (Sam Riley, die nog teert op zijn glansrol in Anton Corbijns Control uit 2007) de neiging heeft om zich te isoleren. Met een kater wordt hij wakker in het zand van een grote, open vlakte. Hij sjokt naar zijn jeep, want hij moet weer tennisles geven. Grote kans dat hij vanavond weer in de kroeg en in het bed van een wildvreemde vrouw belandt. Toch lijkt Tom een heel schappelijke vent, die zijn leven leeft als een oneindige vakantie.

Zijn dagelijkse routine verandert met de komst van Anne (Stacy Martin) en Dave (Jack Farthing) die hun 7-jarig zoontje Anton aanmelden voor privé-tennisles. Tom raakt gecharmeerd van Anne, en voordat hij het weet, trekt hij op met het gezinnetje en raakt hij betrokken bij het persoonlijke drama van het koppel. Nadat Tom en Dave ’s avonds een kroeg induiken, komt laatstgenoemde niet thuis. Later wordt een zwerver die Dave’s schoenen draagt, aangehouden. En terwijl Anne zich vreemd gaat gedragen, ontfermt Tom zich over Anton.

Islands draait vooral om de interactie tussen de volwassen hoofdpersonages. Gesteund door de mooie cinematografie die het gevoel van isolatie versterkt, maakt Jan-Ole Gerster invoelbaar dat ze alle drie op hun eigen eiland leven, vervreemd van hun dromen en van elkaar. Drank, vluchtige relaties of vakantie werken slechts als een kortdurend escapisme. Ondanks dat de verdwijning van Dave een gevoel van spanning en mysterie oplevert, roept de regisseur uiteindelijk meer vragen op dan hij beantwoordt.

Kijk hier waar deze film draait (mits niet uitverkocht).

 

10 oktober 2025

 


MEER FILMFESTIVAL

10 Tips voor Film Fest Gent 2025

Van 8 tot en met 19 oktober in het Belgische Gent:
10 Tips voor Film Fest Gent 2025, en één dwarsdoener

door Tim Bouwhuis

Het is even wennen om Film Fest Gent voor het eerst in zes jaar niet te bezoeken, maar wel op het festival voor te beschouwen. De voorbije maanden zag deze recensent in het festivalcircuit meerdere hoogvliegers die tussen 8 en 19 oktober ook op de 52e editie van het Film Fest te bewonderen zijn.

In deze preview aandacht voor tien tips, met daarbij ook nog een dwarsdoener: een film die ik juist niet te pruimen vond, maar tóch graag voor wil leggen. Welke dat is, wordt ongetwijfeld vanzelf duidelijk: de aanbevelingen zijn op alfabetische volgorde gesorteerd.

Ariel - 10 Tips voor Film Fest Gent 2025

Ariel

Ariel (Lois Patiño, 2024)
Wie zich vorig jaar in een filmtheater heeft vergaapt aan Samsara, weet al dat de Spanjaard Lois Patiño garant kan staan voor zintuiglijke en grensverleggende cinema. Wie het buitengewone intermezzo halverwege deze droomtrip (spoileren zou zonde zijn) niét kon waarderen, hoeft niet te vrezen dat Ariel eenzelfde kant op beweegt. Wat de films wel gemeen hebben, is een poëtische, kleurrijke cinematografie die in een huiskamer maar half tot zijn recht zou komen. Waar Samsara zich tot boeddhistische denkbeelden verhoudt, maakt Ariel zich op speelse wijze schatplichtig aan de Shakespeareaanse traditie.

Barrio Triste (Stillz, 2025)
Als de beroemde found footage-film The Blair Witch Project (1999) zich in de verloederde grootstad had afgespeeld, dan had ze vermoedelijk Barrio Triste geheten. Deze hoogst ongemakkelijke trip door het wetteloze Medellín (Colombia) zet de toon met een duivelse soundtrack en taferelen die het einde van de beschaving oproepen. Denk aan een radio-interview met een seriemoordenaar, onverbloemd geweld en een mysterieuze, bovennatuurlijke apotheose. De ‘protagonisten’ die we volgen zijn nog kinderen. Toch zien we de doodsangst in de ogen staan bij de voorbijgangers die op hun gevoelige plaat worden vastgelegd.

Below the Clouds (Sotto Le Nuvole) (Gianfranco Rosi, 2025)
Zou je als burger slechter slapen als er een vulkaan in je achtertuin staat? In de gelaagde documentaire Below the Clouds schetst de geëngageerde routinier Gianfranco Rosi (Sacro GRA, Fuocammare) een knap terloops beeld van Napels, een prachtig oord in de schaduw van de dood. Rosi is er een meester in om aan de hand van ogenschijnlijk simpele taferelen en locaties (een privé-onderwijzer die lesgeeft, een archeologische opgraving net buiten de stad, een callcenter voor aardschokken) op grote thema’s als (schijn)veiligheid te reflecteren. En passant is de film ook nog eens onverwacht grappig.

Christy (Brendan Canty, 2025)
Ierse coming-of-agefilm over een rebelse tiener die bij gebrek aan een liefdevol pleeggezin tussen wal en schip dreigt te belanden. De noodoplossing is dat hij bij zijn halfbroer intrekt, maar die zit daar eigenlijk niet op te wachten. Het is knap dat Brendan Canty in zijn langspeeldebuut meteen een passende balans weet te vinden tussen een eigengereide rauwheid (denk aan het typerende taalgebruik – de ondertiteling is welkom) en een deels muzikale luchtigheid. Met een shout-out naar het kind dat vanuit zijn rolstoel als sterrapper optreedt.

My Father’s Shadow (Akinola Davies, 2025)
Aangrijpend drama over een vader die in een politiek gespannen Lagos (1993) alles in het werk stelt om zijn twee zoontjes te beschermen. In het laatste halfuur doet de Brits-Nigeriaanse regisseur Akinola Davies er qua intensiteit nog een schepje bovenop, maar gelukkig wordt dit kernachtige familieverhaal daarmee nog geen ordinaire tranentrekker. Een zwemscène met de drie hoofdpersonen doet sterk aan Barry Jenkins’ Moonlight denken.

Nouvelle Vague (Richard Linklater, 2025)
Er draaien dit jaar maar liefst twee films van Boyhood-regisseur Richard Linklater in Gent. De betere van de twee is kammerspiel Blue Moon, de interessantere dan toch Nouvelle Vague. Ondergetekende belandde na het kijken van de ‘making-of’ van pioniersfilm À bout de souffle in een verhitte discussie over de vraag of Linklater Jean-Luc Godard met zijn film (bedoeld of onbedoeld) niet eerder ridiculiseert dan bewierookt. Aan welke kant staat u?

Resurrection (Bi Gan, 2025)
Na de cinematische droomervaring die Long Day’s Journey Into Night heet (Previously Unreleased 2019), lag de lat haast onnoemelijk hoog voor de nu nog altijd maar zesendertigjarige Bi Gan. Resurrection komt moeilijk op gang en mist het vloeiende van zijn betoverende voorganger, maar in het laatste uur legt de camera toch weer een ongekend meeslepende reis af. Vertellend gaat het daarbij alle kanten op (van karaoke tot vampirisme), maar als zelfs de gebroeders Lumière voorbij komen, is het duidelijk waar de film echt over gaat: over het eeuwige(?) leven van cinema.

Romería (Carla Simón, 2025)
Na drie voltreffers op rij wordt het nú al interessant om het hoogstpersoonlijke oeuvre van de Spaanse regisseuse Carla Simón op waarde te schatten. In Romería onderzoekt een achttienjarig meisje (een overtuigende debuutrol van Llúcia Garcia, die later misschien wel in Simóns voetsporen kan treden) de geschiedenis van haar ouders, die uit haar leven verdwenen toen zij nog erg jong was. Net als in Estiu 1993 en Alcarràs (Gouden Beer Berlijn, 2022) blinkt Simón uit in het regisseren van interacties tussen familieleden.

Romería - 10 Tips voor Film Fest Gent 2025

Romería

Short Summer (Nastia Korkia, 2025)
Tegen de achtergrond van sluimerend geweld brengt een achtjarig meisje een zomer door op het Russische platteland. De afwisselend in Duitsland en Frankrijk woonachtige Nastia Korkia onderscheidde zich op het voorbije Filmfestival van Venetië niet alleen met dit beheerste coming-of-agedrama, maar ook door de wijze waarop ze na de première haar visie articuleerde. Enkele dagen later nam Korkia in de grootste premièrezaal de prijs voor beste debuutfilm in ontvangst, wat best bijzonder was voor een titel uit zijcompetitie Giornate Degli Autori.

Un Poeta (Simón Mesa Soto, 2025)
Even hilarische als tragische emotietrip over een man die moeite heeft om verder te komen in het leven. Hoofdpersoon Oscar stopt zijn ziel en zaligheid in het schrijven en poëzie die een minimaal publiek bekoort. Ander werk heeft hij niet en hij woont nog bij zijn moeder. Als hij de kans krijgt om iets te betekenen voor een talentvol meisje uit een arm gezin gaan dingen buiten zijn wil om van kwaad tot erger. Knap hoe de regisseur Oscar in penibele situaties brengt maar hem tegelijk een hart onder de riem steekt.

Videoheaven (Alex Ross Perry, 2025)
Ook al op het IFFR dit voorjaar, en zeker niet te missen: deze monumentale essayfilm over de verbeelding van videotheken in (dat wel) vooral Amerikaanse cinema. Videoheaven is niet alleen voer voor cinefielen die het gros van de fragmenten herkennen (en de rest thuis meteen willen opzoeken), het drie uur durende tijdsdocument doorkruist ook nog eens met scherpe observaties de Amerikaanse media-en cultuurgeschiedenis. Leuk detail: de voice-over is van Maya Hawke, die we ook nog even voorbij zien komen in een scène uit hitserie Stranger Things. Uiteraard opent de film met een fragment waarin vader Ethan te zien is.

Bert Potvliege doet dit jaar verslag van Film Fest Gent. Houd de site en onze nieuwsbrief in de gaten om zijn bijdrages te lezen. Tickets en rittenkaarten voor de 52e editie zijn verkrijgbaar via de website.

 

6 oktober 2025

 

 

Movies that Matter 2025 – Deel 4: Op de drempel van oorlog

Movies that Matter Festival 2025 – Deel 4:
Op de drempel van oorlog

door Tim Bouwhuis

Geen betere stad om na te denken over orde en rechtvaardigheid dan Den Haag, waar het Internationaal Gerechtshof zetelt en het Movies that Matter Festival jaarlijks relevantie ademt. Ook deze editie (21-29 maart) bevat het programma verschillende films die opvattingen over de inrichting van de maatschappij koppelt aan actuele politieke vraagstukken. In dit tweede en verwante verslag aandacht voor (de dreiging van) oorlog. Hoe ver staat het geopolitieke steekspel van de Europese bondgenoten af van gebieden waar het geweld structureel is?

 

Facing War

Facing War Wie is de ware regisseur?
In het najaar van 2024 volgde ‘onze’ Mark Rutte Jens Stoltenberg op als hoofd van de NAVO. Documentairemaker Tommy Gulliksen mocht de afzwaaiende leider filmen op momenten die het journaal normaal gesproken niet halen. Hij vergezelde Stoltenberg in dienstauto’s, treincoupés, privévertrekken, vergaderruimtes en (letterlijk) in de wandelgangen.

De afsluitende periode van het NAVO-hoofd was een rumoerige. In de nasleep van de Russische invasie in Oekraïne moest Stoltenberg continu laveren tussen steunbeloftes en diplomatieke voorzichtigheid. Europese leiders (Rutte incluis) die Oekraïne in en na 2022 een hart onder de riem staken, dreigden nog wel eens te vergeten dat het land geen NAVO-lid was (en is). Stoltenberg moest dan telkens de eerste zijn om de nuance te blijven opzoeken en zo de precaire vrede te blijven bewaren. In de loop van Facing War stuurt de Noor zijn koers wel bij in de richting van Volydymyr Zelensky: “Er is geen risicovrije optie als Poetin je buur is.”

Facing War doet in zijn opzet denken aan Das Forum, een Duitse documentaire die in 2019 draaide op IDFA. De film belooft een blik achter de schermen bij de jaarlijkse top van het World Economic Forum, maar blijft hangen in toegestemde registraties van relatief oppervlakkige taferelen. De leiders zijn zich er bewust van dat ze gefilmd worden en proberen zichzelf met een kwinkslag te presenteren, mede door het juist eens niét over hun werk te hebben. WEF-voorman Klaus Schwab sorteert persoonlijke presentjes voor de leiders die langskomen (“Voor Merkel heb ik een koebel”). Stoltenberg vertelt over The Sopranos, een van de weinige televisieseries waar hij ooit tijd voor heeft gemaakt. “Er komt veel last op zijn schouders te liggen, omdat iedereen op elk moment wat van hem wil”, zegt hij over pater familias Tony. “Dat herken ik wel.” Direct daarna: “Maar het is niet goed om de vergelijking met een maffiabaas te maken. Dat kan slecht zijn voor mij en slecht voor de NAVO.”

De zelfbewuste houding die in dit soort opmerkingen doorschijnt, maakt dat Facing War wegkijkt als een intrigerend, maar ook wat vermoeiend compromis. De film is nog geen vijf minuten onderweg als de NAVO-baas na een ontmoeting met Joe Biden al zijn geheimhoudingsplicht aanhaalt (“Misschien moet dit er later weer uitgeknipt worden”). Hardop weegt hij af wat hij wel en niet kan vrijgeven over zijn één-op-één momenten met de voormalige president. De ware regisseur van de film is niet Tommy Gulliksen, maar Jens Stoltenberg.

Door de blijvende actualiteit van het conflict tussen Oekraïne en Rusland, overvleugeld door een bredere oorlogsdreiging (van de week nog begon Stoltenbergs opvolger plots weer over Polen), is Facing War prikkelende politieke kost. Toch valt het tegen hoe diep de documentaire echt ingaat op de diplomatieke spanningen waar Stoltenberg zich toe verhoudt. “Je moet in gesprek blijven”, klinkt het als de baas een rondvaart over de Bosporus maakt met Tayyop Erdogan. Aan een reeks vergadersessies met omhooggevallen communicatieadviseurs wordt meer aandacht besteed. Atmosferische muziek van het Noorse duo Röyksopp overstemt taferelen die misschien wel meer te vertellen hadden.

 

Kamay

Kamay – Dreiging door een andere bril
Het Afghaanse Kamay plaatst de dreigingsretoriek in Facing War in een relativerend perspectief. De coproductie met België, Frankrijk en Duitsland begint met een introtekst die het eind van de 19e eeuw memoreert. Een van de grootste etnische groeperingen in Afghanistan, de Hazara, verzette zich toen tegen het drukkende regime van de zogenoemde Amir (politiek en militair heerser). De opstand werd gewelddadig de kop ingedrukt, en een tijdsprong naar “zo’n 130 jaar later” impliceert dat er in de tussentijd niet genoeg is veranderd.

Sinds de Taliban in de jaren ’90 de macht grepen in gebieden waar de Hazara leefden, moeten de mensen die zich tot de groepering rekenen weer geregeld voor hun leven vrezen. In 2021 en 2022 vonden er verschillende executies van Hazara plaats, en in 2023 deed Amnesty International een dringende oproep aan de Mensenrechtenraad van de VN. Kamay werd gefilmd over een periode van zes jaar en hint overwegend subtiel naar de continue geweldsdreiging.

De documentaire volgt een Hazara-familie die rouwt om het verlies van dochter Zahra. Zij overleed onder mysterieuze omstandigheden tijdens een onderzoek aan de universiteit. Bij het aanspreken van een advocaat en het vissen naar de medewerking van de institutie blijkt het verkrijgen van duidelijkheid een hopeloze opgave. Onverschilligheid is een van de grootste vijanden van gerechtigheid.

De dreiging van de Taliban hangt als een sluier over de film, maar het onverbloemde geweld zien we in Kamay niet in beeld. Alleen op gezette momenten horen we dorpsgenoten van de familie hun angst en wanhoop uiten. De verdwijning van Zahra voelt zo niet alleen als de bouwsteen van het verhaal, maar ook een metafoor voor de aanhoudende onderdrukking van een minderheidsgroepering. De voice-over die de vertelling draagt, is bedeesd, bijna fluisterend. Een visueel hoogtepunt is een moment waarop we alleen dwarrelende sneeuw in beeld zien, de duisternis is ondoordringbaar.

Leg Kamay naast Facing War en het steekspel tussen Poetin en de NAVO-bondgenoten voelt plots nog net wat surreëler aan. Hoe ver staat hun dreigingsretoriek af van de situatie in Centraal-Afghanistan, waar er elk moment daadwerkelijk troepen kunnen binnenvallen? Is de angst van de Hazara in Kamay te vergelijken met de angst van een westerse modelburger, die online shopt voor een sjiek noodpakket? Bij stedelijke geweldsincidenten met een schijnbaar terroristisch motief zeggen we al snel: “Het komt nu toch wel dichtbij.” Tegelijk hebben we geen idee hoe het voelt als de oorlog echt op de stoep staat. Naar het voorbeeld van de Koude Oorlog zijn we leiders gewend die met vrede jongleren, alsof ze over een hindernisparcours lopen met een hardgekookt ei op een pollepel. Zo lang het ei niet valt, is er eigenlijk niets aan de hand.

In de wereld van Kamay is het figuurlijke hindernisparcours nooit uitgezet. Er zijn geen leiders die het spel spelen, alleen onderdrukkers die de dienst uitmaken. Houden zij zich koest, dan kunnen de onderdrukten nog dromen van morgen. Slaan zij toe, dan gebeurt dat met een vingerknip. Zonder maandenlange onderhandelingen, zonder politieke top en zonder persconferentie. Misschien is het wel zo dat we in Europa pas écht reden tot vrezen hebben als de dreigementen tijdelijk worden gestaakt. Als de kans op een acute oorlog minimaal lijkt, omdat alle leiders de intentie van vrede hebben uitgesproken. Misschien wordt dat wel het moment waarop een slimme vijand besluit om tóch toe te slaan.

 

29 maart 2025

 

Movies that Matter Festival 2025 – Deel 1: Tussen spreken en zwijgen
Movies that Matter Festival 2025 – Deel 2: Israël en Palestina
Movies that Matter Festival 2025 – Deel 3: Rusland

 


MEER FILMFESTIVAL