Imagine 2020: Rampspoed

Imagine Film Festival 2020: 
Nature Strikes Back!

door Tim Bouwhuis

In deze crisistijd willen veel mensen liever geen zware films zien”, opperde een collega toen er richting de zomer nauwelijks publiek was voor een Russisch oorlogsdrama. Toch zijn de ogen van filmliefhebbers op het moment van schrijven unaniem gericht op Tenet, met trailerreferenties naar iets “ergers dan de Derde Wereldoorlog”. Ondertussen start in Amsterdam een hybride editie van het in april uitgestelde Imagine Film Festival.

De themareeks ‘Nature Strikes Back!’ besteedt met sprekende titels als Waterworld en Sea Fever aandacht aan projecties van ecologische doem en rampspoed. Waarom laten we ons eigenlijk nog overspoelen door filmische stromen van ellende terwijl de wereld zelf al lang in brand staat?

Eén van de mogelijke antwoorden op deze vraag ligt onmiskenbaar verscholen in een belangrijke paradox van het film kijken. Gaat iets goed, dan is het voor de meeste mensen niet langer interessant. We worden geprikkeld en vermaakt door gebeurtenissen en situaties die we zelf onder geen beding willen doorstaan. Ook mierzoete happy endings hebben hun status te danken aan de gedramatiseerde conflicten die er standaard aan vooraf gaan.

Waterworld (1995)

Waterworld (1995)

Fictie of realiteit?
Apocalyptische en post-apocalyptische producties zijn doorgaans gebaseerd op scenario’s die de levenservaring van veel (jonge) westerse kijkers ontstijgen. Bij een Apocalyps (‘onthulling’) van epische Hollywoodproporties denken we aan het oeuvre van Roland Emmerich (
Independence Day, 2012) of aan opgeklopte semi-Bijbelse pastiches van het niveau Left Behind (2014). Grinniken geblazen natuurlijk: dit hebben we niet meegemaakt, dit gaan we niet meemaken, en als de wereld al ten onder gaat, dan niet op déze manier. We isoleren de ficties en plaatsen ze in een ander hokje dan de wereld om ons heen. Totdat de films die we kijken die hokjes met geweld omver trappen.

Steven Soderberghs Contagion (2011), een filmische blauwdruk van een virusuitbraak op massaschaal, heeft zichzelf ergens dit voorjaar omgedoopt tot documentaire. De film nu herzien is niet intrigerend, maar eng. Pre-crime, een idee uit Steven Spielbergs Minority Report (2002), is al even geen sciencefiction meer. Ook Kubricks magnum opus 2001: A Space Odyssey (1968), een film over transhumanisme en het tijdperk van kunstmatige intelligentie, is welbeschouwd een apocalyptische film. Is er zonder einde wel een ‘dawn of man’, de cyclus die 2001 verbeeldt? Of willen we echt blijven geloven dat de mens tot in de eeuwigheid soeverein zal blijven over z’n eigen creaties?

Contagion (2011)

Contagion (2011)

Eco-calyps
Ook de eco-apocalyps is een onverminderd actueel onderwerp. Deel van de themareeks op Imagine is een online panel (dat al plaatsvindt op 28 augustus, red.) over de vraag hoe verbeelding kan worden ingezet om de klimaatcrisis te benaderen. Deze vraag naar verbeelding is de voorbije jaren steeds meer een schreeuw om nut en effect geworden. Films over eco-rampspoed moeten ons niet alleen informeren, maar ook activeren. Het verklaart direct waarom een essayistisch ingestoken documentaire als Planet of the Humans (Jeff Gibbs, 2019) zoveel ophef veroorzaakte. Verwarring en conflict staan actie in de weg, een verondersteld juiste manier van handelen. Films als Aquarela (Viktor Kosakovskiy, 2018) en Anthropocene: The Human Epoch (2018) werden op het Movies That Matter Festival zij aan zij gepresenteerd met talkshows en debatten in de geest van An Inconvenient Truth (2006, 2017).

Wat kan de mens concreet doen om zijn verantwoordelijkheid te nemen, en hoe verhoudt de verantwoordelijkheid van individuen zich tot het werk van ‘groene’ instituties en denktanks? Op de afgelopen editie van IDFA (International Documentary Festival Amsterdam) leidde de kritiek van een spreker op de functie van het World Economic Forum (naar aanleiding van Das Forum van Marcus Vetter) tot felle protesten uit de zaal.

In een dergelijk kruitvat zou je bijna vergeten dat waarschuwingen voor de gevaren van ‘global warming’ en klimaatverandering zeker al decennia teruggaan. Zo waarschuwde de VN zeker al in 1989 voor toekomstige rampspoed. Niet de koppen, maar de globale aandacht van publiek, politiek en media zijn aangescherpt.

In dat licht is cultklassieker Waterworld (Kevin Reynolds, 1995) minder profetisch dan sommige eigentijdse herwaarderingen willen voorstaan. De film mag dan inzetten op een reële projectie van schaarste en verval, ze is in de eerste plaats nog altijd een avontuurlijke odyssee die voorzichtig voor sorteert op de latere Pirates-franchise (2003-heden). De vondst van een omgekeerde wereld (de zee boven, het land onder) is het decor voor een schmierende Dennis Hopper (inclusief ooglapje) en een protagonist met kieuwen (Kevin Costner).

Ook in de uitgerekte director’s cut van bijna drie uur kun je Waterworld zijn amusementswaarde niet ontzeggen, maar de vraag is of de film écht (nog) iets kan bijdragen aan het bewustzijn rond de stijging van de zeespiegel en de uitputbaarheid van grondstoffen. Eén van de scherpste plotelementen, de uitgespeelde schaarste van zand, weegt op tegen een ongenuanceerde toespeling op de noodzaak tot geboortebeperking, nota bene uit de mond van een kind (Enola, gespeeld door Tina Majorino).

Sea Fever (2019)

Sea Fever (2019)

De zee als organisme
Fascinerender kijkvoer in het hier en nu is Sea Fever (2019), een Ierse debuutfilm over de overlevingsstrijd tussen de mens en de natuur die hem omringt en voedt. Regisseur Neasa Hardiman gebruikt het mysterie van een besmettelijk zeewezen als metafoor voor de natuur die in bedreigde omstandigheden terugvecht en zijn eigen overlevingsdrang versterkt. Net als in The Thing (John Carpenter, 1982) begint het gevaar in een gesloten omgeving (hier een vissersboot met een selecte bemanning), maar strekt het zijn tentakels in de loop van de vertelling uit naar het grotere geheel, de mensheid zelf.

Het gevolg is dat deze prettig opgebouwde thriller richting de slotakte ineens een morele lading meekrijgt, waarbij kijkers helaas wel weer weinig subtiel de voorkeurskant van de protagonist opgeduwd worden. Omdat de dreiging alles te maken heeft met besmettingsgevaar, is het lastig om tijdens het kijken niet óók aan de huidige staat van de wereld te denken. In Sea Fever representeert Siobhán (Hermione Corfield) het wetenschappelijke respect voor het voortbestaan van bio-organismen, terwijl een deel van de overige bemanningsleden duidelijk vanuit eigenbelang redeneert.

De toekomst van toekomstprojecties
Hoewel de film met name slaagt als thriller en overlevingsdrama, en Corfield vooral ook een knappe hoofdrol neerzet, heeft Sea Fever wel de potentie om discussies over de relatie tussen mens en natuur van verdere munitie te voorzien. De vraag is hoe uitgerust we in crisistijd nog zijn om op een afgewogen, scherpe manier te spreken over de problemen die ons boven het hoofd hangen. Ook zonder fictie hebben we onze handen al vol, en zouden we ons veel scherper mogen afvragen wat projecties van doem en rampspoed nu eigenlijk nog bijdragen aan ons begrip van de werkelijkheid. Hebben we films als Waterworld en Sea Fever nodig om dreigingen aan te kijken in spiegels van verbeelding? Of zijn we al te verward geraakt door de balans tussen fictie en realiteit om nog met een heldere blik naar geprojecteerde rampspoed te kijken?

Sea Fever is de slotfilm van Imagine 2020. Vanaf 5 september kun je de film 24 uur digitaal bekijken. Op 6 september wordt een vertoning op locatie (inclusief awardsceremonie) gevolgd door een afsluitende projectie van Waterworld. Klik hier voor meer informatie.

 

29 augustus 2020

 
ALLE ESSAYS

Imagine 2017 – deel 4

Imagine Filmfestival 2017 deel 4 (slot)
Publieksfavoriet en actie uit Oeganda

door Suzan Groothuis

In dit laatste deel van Imagine aandacht voor publieksfavoriet Get Out, het bloedspannende debuut van komiek Jordan Peele. Van het ongemak van Get Out gaan we vervolgens naar Bad Black, Oegandese actie, waarin de makers zichzelf niet al te serieus nemen.  

 

Get Out

Get Out: Unheimisch familiebezoek met sluimerend racisme
Jordan Peeles Get Out staat met stipt op nummer 1 in de Imagine publiekspoll. Daarmee laat het The Girl with All the Gifts en de ode aan Hitchcocks Psycho in 78/52 ver achter zich. Een terechte publiekswinnaar, want Get Out grijpt je van begin af aan bij de strot, om niet meer los te laten.

Rose wil haar ouders kennis laten kennismaken met haar nieuwe vriend Chris. Ze hebben er speciaal een weekend voor uitgetrokken. Chris maakt zich alleen een beetje zorgen. Want weten haar welgestelde, blanke ouders wel dat ze een zwarte vriend heeft? Rose stelt hem gerust: geen zorgen, want haar vader heeft Obama gestemd.

De heenreis zou je een voorbode kunnen noemen van op je hoede zijn en plots gevaar: uit het niets ramt Rose’s auto een overspringend hert. De politie komt erbij en wil Chris zijn rijbewijs zien, terwijl Rose gereden heeft. Sluimerend racisme steekt de kop op, een thema waarmee regisseur Jordan Peele de gehele film mee speelt.

Eenmaal aangekomen in het huis voel je als kijker direct het ongemak. Rose haar ouders zijn net iets te amicaal. Moeder Missy (Catherine Keener) is psychiater en vriendelijk, maar bekijkt Chris met lange, onderzoekende blikken. Vader neemt hem gelijk mee voor een rondleiding door het huis. Trofeeën uit diverse landen die hij bezocht heeft, sieren de kasten en muren. En dan is er nog het zwarte personeel, dat zich uiterst vreemd tegenover Chris gedraagt. Wanneer hij en Rose te horen krijgen dat er een feest is en er allemaal gasten komen, stapelen bizarre, onvoorziene gebeurtenissen zich in rap tempo op.

Get Out is een film die zich niet makkelijk laat vangen. Peele, komiek van beroep, zet een unheimische, ongemakkelijke sfeer neer waarbij je constant op je hoede bent. Spanning, ongemak en scherpe humor gaan samen in deze mysterieuze horror. Er zijn overlappingen met het bizarre Society (1989), waarin een welgesteld gezin een ogenschijnlijk perfect leventje leidt. Maar onder de oppervlakte broeit er van alles. Ook is er een link met Seconds (1966), waarin het draait om identiteit en een hoge prijs betalen voor het leven dat je wil leiden.

Met Daniel Kaluuya als Chris heeft Peele een troef in handen. De acteur, eerder te zien in de serie Black Mirror en Sicario, weet een perfecte mengeling van beleefdheid en ongemak neer te zetten. En vriendinnetje Rose (Allison Williams, beter bekend als Marnie uit hitserie Girls) overtuigt ook als de schijnbaar ideale vriendin. Middels een knap scenario, met een aantal onvoorziene twists, toont Peele wat er onder de oppervlakte broeit. En die waarheid is niet fraai.

 

Bad Black

Bad Black: Oegandese actie in de sloppen
Van het ongemakkelijke Get Out gaan we naar Bad Black, dat van een heel andere orde is. Filmtijdschrift Schokkend Nieuws presenteert de film middels een uitgebreide Q&A met een van de acteurs, Alan Hofmanis. Hofmanis vertelt enthousiast over wat hem en regisseur Nabwana IGG inspireerde tot het maken van films. Want film is hot in Oeganda: het zogeheten Wakaliwood, een team van acteurs en filmmakers, produceert films en haalt zijn inspiratie uit actiefilms uit Hollywood. Denk dan aan de eighties met grote namen als Stallone en Schwarzenegger. Hofmanis produceerde, naast zijn rol als vechtende dokter in Bad Black, Wakaliwood: The Documentary, dat een inkijkje geeft in de carrière van Nabwana IGG en Ramon Film Productions, de studio die achter actiesensatie Who Killed Captain Alex zit. En als je een goed idee hebt, gewoon even bellen met Ramon Film Productions, het telefoonnummer staat vermeld bij de trailer.

Over naar Bad Black, ofwel over the top en low-budget Oegandese actie, voorzien van een commentaarstem. Iedere scène is voorzien van audiocommentaar, zoals je op dvd’tjes bij de making-of ook wel acteurs of de regisseur over een filmfragment hoort praten. Maar dit is anders, want het commentaar bij Bad Black is allesbehalve serieus. Terwijl bendeleden zich schietend een weg banen door sloppen en open riolen, maakt de commentaarstem middels lollige one-liners het plaatje compleet.

Bad Black moet je niet zien als het je gaat om de nieuwste special effects, flitsend camerawerk en topacteurs. Het verhaal? Bijzaak. Acteurs? Vrienden, familie en kennissen van de regisseur. Special effects? Zelfgemaakte props, zoals het handgemaakte geweer dat het publiek rond gaat en waarover Alan Hofmanis grappend zegt dat het verbazingwekkend genoeg langs de douane is gekomen. Wat dan wel? Energie, humor en het actiegenre lekker op de hak nemen. Zoals een scène waarin de beruchte Bad Black haar trauma uit de doeken wil doen. De beelden spoelen op vooruit, de commentaarstem roept iets in de trant van “Boring!”. Bad Black is een filmervaring op zich en het publiek smulde ervan, want de film eindigde op een eervolle vierde plek in de Silver Scream Award publieksprijs.

 

25 april 2017

DEEL 1
DEEL 2
DEEL 3

MEER FILMFESTIVAL

Imagine 2017 – Deel 3

Imagine Filmfestival 2017 deel 3
Jaloerse vrouwen, Chinees sloopwerk en Duits mysterie

door Bob van der Sterre

Het meest fantasierijke filmfestival van het land loopt op zijn eind en de prijzen zijn verdeeld. In dit derde verslag aandacht voor jaloerse vrouwen, Chinees sloopwerk en een Duits mysterie.

 

Always Shine

Always Shine: Jaloerse vrouwen in close-ups
Anna en Beth, twee vriendinnen, gaan samen op reis naar Big Sur. Ze zijn vriendinnen maar er is wel een scherp kantje; jaloezie is vanaf het begin aanwezig geweest. Want Beth heeft in aardig wat films gespeeld, weliswaar voornamelijk horror en naakt, maar dat is nog altijd meer dan Anna, die al blij is met een aanbieding voor een ‘experimental short’.

Jaloezie tussen de twee loopt tijdens de vakantie snel op. Zeker als Beth eventjes was vergeten te vermelden dat een beginnend regisseur interesse had in Anna als actrice. (Die komen ze trouwens supertoevallig tegen in dit bos; hij was ‘op zoek naar locaties’). Na een uur loopt de jaloezie ineens snel uit de hand.

Als je dol bent naar het kijken naar vrouwen: in Always Shine staat de camera vrijwel permanent gericht op deze twee vrouwen. Zelfs als andere karakters praten, blijven we staren naar de vrouwen, hoewel er aan expressie niet veel bijzonders gebeurt.

Is er wat aan? Is het echt spannend? Nee. Het is behoorlijk doorsnee. Een matige versie van Single White Female. Veel domme dingen. Een overgang die uit de lucht komt vallen; clichés over vrouwenvriendschappen; een twist die we al vaker hebben gezien; een pover einde.

Interessanter zijn de levens van de makers. Regisseuse Sophia Takal is actrice, regisseuse, producer. Haar partner Lawrence Levine is scriptschrijver maar ook acteur, producer. Hij schreef hier ook het script voor en speelt de rol van Jesse. Hoe was de jaloezie in dat huishouden?

 

Operation Mekong

Operation Mekong: Alles slopen wat je maar ziet
In de Mekongrivier wordt een Chinees vrachtschip overvallen. De Thaise gangster Naw Kahr blijkt daar gewone mensen te hebben gefusilleerd, ‘om Chinezen een lesje te leren’. Een lastige zone tussen Thailand, Myanmar, Laos en China. Maar China stuurt er zijn best getrainde politieploeg op af.

Winkelcentra worden verwoest in de zoektocht naar Naw Kahr. Het valt voor ons niet mee om te volgen, zoveel karakters, zoveel actie, maar al snel blijkt waar het heengaat: het net rond de bende van Naw Kahr begint te sluiten.

Als je een Chinese actiefilm kijkt, weet je precies wat je kunt verwachten. Iedereen is geweldig in martial arts. Er zit meer actie in dan in vijftien Hollywood actiefilms bij elkaar. De helden zijn altijd extreem goed (en dragen het leed van een dramatisch voorval met zich mee) en de bad guys zijn extreem slecht (en lelijk). Plotselinge momenten van buitensporige heldenmoed. Knipperen met je ogen betekent dat je een paar scènes hebt gemist. Door al die actie komen karakters nauwelijks uit de verf.

Vergeet je de clichés, dan heeft de film zo zijn momenten. De actiescène in het winkelcentrum, inclusief achtervolging met een showauto, is echt verbluffend. Die scène in het politiebureau vergeet je ook niet snel. De motorbootachtervolging. En een herdershond genaamd Bingo. Diens lot doet je meer dan al die karakters bij elkaar.

 

Aloys

Aloys: een voorzichtige stap in een fantasierijke wereld
Aloys’ vader sterft. Hij filmt zijn overlijden, zoals hij bijna alles van zijn leven filmt. Op een dag zit hij vast in een stadsbus na in slaap te zijn gevallen. Hij wordt wakker en dan blijkt dat zijn camera weg is.

Een mysterieuze buurvrouw (Vera) blijkt het apparaat te hebben meegenomen – hoewel hij dat nog niet weet. Zij neemt telefonisch contact met hem op en verzoekt hem om naar een boom in een bos te reizen zonder zijn eigen kamer te verlaten. Hij doet dat door voor een muur te zitten en zich te concentreren. Maar hij is nog onwennig en soms hangt ineens een telefoondraad in de weg.

Op een dag loopt de ambulance ineens met haar op de draagbaar naar buiten. Zelfmoordpoging. Het kwartje valt bij Aloys dat zij de bellende dame was, en hij probeert weer contact met haar te maken. Hij belt haar in het ziekenhuis en na een beetje concentratie staat ze in ineens zijn huiskamer.

Een vermakelijk mysterieus uitgangspunt in Aloys. Je weet natuurlijk niet of Aloys en Vera een beetje getikt zijn – of dat ze echt dat bovennatuurlijke talent hebben. Het idee biedt veel visuele mogelijkheden. Vooral die van de werkelijkheid en de fantasie ineen gemonteerd werken sterk op de kijker, het sterkste deel van de film. Het verhaal ontwikkelt zich wel een beetje richting waar je verwacht: de fantasiewerkelijkheid gaat Aloys’ werkelijke werkelijkheid overnemen.

Een vriendelijke film die prettig speelt met fantasie – en daardoor goed past bij Imagine – maar het laatst deel is niet zo heel sterk. Dan blijft het verhaal twijfelen welke kant op te gaan. Juist wanneer je wat méér fantasie verwacht, blijft het verhaal hangen in dramaclichés. Wat je mist is wat meer durf op gebied van horror, humor dan wel romantiek. Dat had de film een duwtje buiten de gemiddeldheid kunnen geven.

 

24 april 2017

DEEL 1
DEEL 2
DEEL 4

MEER FILMFESTIVAL

Imagine 2017 – Deel 2

Imagine Filmfestival 2017 deel 2
Ranzige moordenaar en klassieke douchescène

door Suzan Groothuis

In dit tweede deel van Imagine aandacht voor alle vormen van vet (frituur, olie, boter) in het absurdistische en wanstaltige The Greasy Strangler, een date die uitmondt in gevangenschap in Berlijn in Berlin Syndrome, misvorming en liefde in het Spaanse Skins en de ontleding van de douchescène in Hitchcocks Psycho in de documentaire 78/52.

 

The Greasy Strangler

The Greasy Strangler: moordenaar met sporen van vet
Wat moet je je nou voorstellen bij een greasy strangler? Een meedogenloze moordenaar gehuld in vet? In deze absurdistische, ranzige film van regisseur Jim Hosking laat het antwoord nog even op zich wachten, want eerst maken we kennis met vader Ronnie en zoon Brayden. De twee wonen samen en organiseren disco-stadswandelingen. Gehuld in een roze outfit etaleert Ronnie zijn disco-kennis: “Well who likes the Bee Gees? Well this is where they came up with that fabulous spunky song, Night Fever.”

Tijdens een van hun wandelingen ontmoeten ze de welgevormde Janet, die valt voor de stille Brayden. Dit tot groot ongenoegen van Ronnie, die besluit de strijd aan te gaan en het hart van Janet te winnen.

Tot zover het verhaal. Want dan is er nog die greasy strangler, een mysterieuze vreemdeling die in de nacht mensen wurgt en sporen van vet achterlaat. Brayden verdenkt al snel zijn vader, die een obsessie heeft voor vet eten. Alles wat hij naar binnen werkt wordt eerst voorzien van een flinke laag frituurvet of olie. Bon appétit! Terwijl de greasy strangler steeds meer dodelijke sporen achterlaat, is Brayden vastberaden zijn vader, de vermoedelijke dader, te ontmantelen.

The Greasy Strangler is een mix van horror, komedie en absurdisme. En vooral: veel ranzigheid. De kijker kan zich vergapen aan oogballen gedoopt in frituurvet, een seksscène waar de olijfolie rijkelijk vloeit en de grote leuter van Big Ronnie. En natuurlijk mogen foute oneliners als “Bullshit artist!” en “Hootie Tootie Disco Cutie!” niet ontbreken. The Greasy Strangler is zo’n film die je omarmt of verguist, maar in ieder geval niet snel vergeet. Na het zien ervan ben je op z’n minst verwonderd over wat je net gezien hebt. Voor wie van bizar, flauw en ranzig houdt, een must see.

 

Berlin Syndrome

Berlin Syndrome: obsessieve relatie in Berlijn
Van vet, ranzigheid en absurdisme naar een obsessieve relatie in Berlijn. De Australische fotojournaliste Claire komt tijdens haar Europa-trip de charmante Andi tegen. Na een nacht met hem te hebben doorgebracht in zijn hippe, afgelegen appartement is er echter een probleem: ze mag er niet meer uit!

Vanaf dan ontwikkelt zich een kat- en muisspel tussen de twee: zij, opgesloten, wil ontsnappen, hij, geobsedeerd door haar, doet er alles aan om haar vast te houden.

De film is grotendeels gefilmd in Andi’s appartement, dat hermetisch afgesloten lijkt te zijn van de buitenwereld. De ramen kunnen niet open en ook niet kapot, wanneer Claire een poging doet ze met een stoel te breken. De deur is met een stalen balk gebarricadeerd. Claire ziet zich dus genoodzaakt een beroep te doen op haar creativiteit en innerlijke kracht.

Berlin Syndrome van de Australische regisseur Cate Shortland (Somersault, Lore) lijkt qua thematiek op films als Room en Single White Female. Room vanwege de opsluiting en wat dat doet met een mens; Single White Female vanwege de obsessieve relatie die zich snel en met grote gevolgen ontwikkelt.

Shortlands film is inhoudelijk dan ook niet verrassend, met een redelijk voorspelbare verhaallijn. Waarin de film wel overtuigt, is het spel van Teresa Palmer (eerder te zien in horror Lights Out, en check eens de gelijkenis met Kristen Stewart!) en Max Riemelt. De sensualiteit van de eerste ontmoeting vormt een groot contrast met de onderhuidse spanning en dreiging die later op de voorgrond staan. Dit alles tegen de achtergrond van een afgelegen plek in hip Berlijn, waar het appartement steeds meer verwordt tot een eenzame, dodelijke leegte.

 

Skins

Skins: spel van aantrekken en afstoten
Het Spaanse Skins zou je kunnen zien als een moderne versie van Tod Brownings Freaks. In deze mozaïekfilm komen verschillende verhaallijnen, waarin mismaakte mensen centraal staan, samen. Zoals Samantha, die gezegend is met een omgekeerd digestief systeem, wat inhoudt dat haar anus op de plek van haar mond zit en andersom. Of de jonge Laura, die diamanten als ogen heeft. En Cristian, wiens benen hem in de weg zitten. Hij is pas gelukkig met een meerminnenstaart. Allen hebben een afwijking, maar willen graag een plek en liefde in de wereld.

Regisseur Eduardo Casanova legt de verschillende verhaallijnen met gevoel en oog voor detail vast. Pasteltinten zijn alom aanwezig, zoals de eenhoorntrui van Samantha, de roze, fonkelende diamanten van Laura en de paarse meerminnenstaart van Cristian. Veel oog voor het visuele dus, waarin de regisseur speelt met het spel van aantrekken en afstoten. Zijn boodschap is uiteindelijk dat we allemaal mensen zijn en dat schoonheid van binnen zit. En het zal je niet verbazen dat de normale mensen eigenlijk vreemder of eerder een outsider zijn dan de getoonde “freaks”. Want wat dacht je van Samantha die met haar uiterlijk walging, maar ook aantrekkingskracht oproept? Of de mooie, maar intens eenzame link naar de meerminnenfascinatie van Cristian? Opmerkelijk debuut.

 

78/52

78/52: Hitchcocks douchescène ontleed
Ofwel: de ontleding van de wereldberoemde douchescène van Alfred Hitchcocks Psycho! In deze documentaire van Alexandre O. Philippe, wiens The People vs. George Lucas eerder te zien was op Imagine, leer je alles over dit iconische filmfragment. De 78 staat voor de camera-instellingen, de 52 voor de cuts.

De film opent met de bekende zwart-wit beelden van een auto op de weg, het zicht steeds meer vertroebeld door een heftige regenbui. De bestuurster ziet zich genoodzaakt te stoppen. Het Bates Motel, met flinkerende letters, nodigt uit tot een tussenstop. Het begin van het einde voor de mooie Marion Crane, een onvergetelijke rol van Janet Leigh.

Via interviews met onder meer Janet Leighs body double Marli Renfro, Guillermo del Toro en Danny Elfman (soundtrackcomponist), leren we hoe Hitchcock tot die iconische douchescène kwam. De aankondiging van Psycho was alleen al een hele belevenis: een voorbode van iets unieks dat de kijker ging aanschouwen. Want niet alleen kreeg je Janet Leigh (ofwel Marli Renfro) naakt te zien, met de hoofdpersoon wordt ook nog eens in korte tijd bruut afgerekend. Hitchcock bleek bovendien een meester in subliminale boodschappen. Zoals een scène waarin Norman Bates Marion haar kamer laat zien, maar hij het woord “bathroom” niet kan uitspreken.

Beeld voor beeld wordt de douchescène geanalyseerd, waarbij de kijker alles te weten komt over de totstandkoming van de shots, de keuze voor de soundtrack én het schilderij dat Norman Bates weghaalt om Marion via een gat in de muur te bespieden.

78/52 is een leerzame, grappige en rijk gedocumenteerde hommage aan Hitchcocks laatste echte meesterwerk. Niet te missen en voer voor zowel de mensen die de film wel als niet gezien hebben.

 

20 april 2017

DEEL 1
DEEL 3
DEEL 4

MEER FILMFESTIVAL

Imagine 2017 – Deel 1

Imagine Filmfestival 2017 deel 1
Bloederig zwart-wit en depressieve dates

door Bob van der Sterre

Dronken van VR-brillen of mensen die al plafondstarend langs je heen lopen. Bij Imagine weet je zeker dat er uit het fantasierijke vaatje wordt getapt. De films vereisen verbeelding en dat is maar goed ook want er is al genoeg drama. Maar: niet alle verbeelding is even sterk.

 

The Eyes of My Mother

The Eyes of My Mother: Bloederig zwart-wit
In The Eyes of My Mother kijken we door de ogen van Francisca. Ze groeit op in een ietwat merkwaardig gezin. Moeder was ooit chirurg. Ze legt dochter uit hoe je ogen kunt verwijderen. Doet ze aan de hand van een koeienkop op de keukentafel.

De ellende begint pas echt als een vreemdeling voor de deur staat. Hij wil even bellen, zegt hij. Slaat vervolgens het hoofd van de moeder in. Vader komt thuis. Slaat de vreemdeling zijn hoofd in. Die leeft nog en wordt in de schuur opgesloten. Hij schreeuwt moord en brand. Vader tegen dochter: ‘Daar moet je iets aan doen.’ Dochter gaat met schaar en bandages naar schuur. Keert terug. ‘Daar zal je geen last meer van hebben.’

Paar jaar later. Volwassen Francisca. Pa is dood. Vreemdeling nog steeds geketend.

Ze moet nu alleen met het leven dealen. Valt niet mee want ze steekt zo ongeveer iedereen neer die voor haar voeten komt.

Een moeilijke film, deze debuutfilm van Nicolas Pesce. De film ziet er namelijk schitterend uit – deze zwart-wit-cinematografie heeft een visie. Het acteren is helemaal prima. Cinematografische verwijzingen (Vincent Price in House on the Haunted Hill).

Maar dat wordt allemaal besteed aan een ongelooflijk dom verhaal. Iemand die zinloze moorden pleegt is en blijft dubieus entertainment. Je kunt het verpakken als een portret van razernij, of wanhoop, of eenzaamheid, of verdriet, of depressie, of de hardheid van het Amerikaanse platteland, maar dat verandert wat mij betreft niets aan de inhoud.

 

Kaleidoscope

Kaleidoscope: Depressieve date
In Kaleidoscope is ook iemand compleet in verwarring. Carl heeft Abby op bezoek in zijn arbeidersflat. Ze blijkt een dievegge en wil bij Carl haar slag wil slaan.

Een bericht op zijn antwoordapparaat laat zijn goede stemming als sneeuw voor de zon verdwijnen. Als hij later wakker wordt, vindt Carl het lijk van Abby in zijn badkamer. Wat is er in godsnaam gebeurd? Later staat ineens zijn moeder voor de deur terwijl hij Abby’s spullen in een zak aan het stoppen was.

Steengoed begin. Mooie shots van een charmeloze arbeidersflatwoning. Toby Jones als getroebleerde Carl. Sinead Matthews die met veel plezier ordinaire tante Abby speelt. Vermakelijke dialogen.

Dan gaat de film de duistere kant op. Ook prima. Maar wat volgt is een doolhof van verhaallijnen, reële en irreële werkelijkheden. Dat wreekt zich bij het plot. De film knipt zich uiteindelijk met een heggenschaar een uitweg uit het doolhof.

Deze film van Rupert Jones (broer van Toby) doet denken aan een andere film met Toby Jones: Berberian Sound Studio. Ook daar gaat de wereld van waanzin open, ook daar riep men al snel de naam David Lynch (die naam valt sowieso snel bij Imagine). Ook daar liep de film in het tweede gedeelte min of meer vast in zijn eigen onlogica. Deze film suggereert ook van alles over depressies en verwerken van je verleden maar is eigenlijk gewoon een thriller.

 

Las Tinieblas

Las Tinieblas: Eenzaam in je hutje
In Las Tinieblas is het drama al gebeurd: dit is een post-apocalyptische maatschappij. Hoe? Dat wordt niet toegelicht. We zitten in een huisje in een bos en daar probeert een kerel te overleven. Hij neemt een paar mensen onder zijn hoede en… Wacht eens, waar kennen we dat van? Juist, van de vorige Imagine: The Survivalist.

Het in dit huisje wonende gezin bestaat uit vader, zonen Marcos en Argel en dochter Luciana. Er is een beest dat af en toe op de ramen en deuren loopt te rammen. Marcos keert na een jacht niet terug. ‘Het beest had hem te pakken’, zegt vader achteloos. Maar Argel vertrouwt zijn eigen vader niet meer.

De film van Daniel Castro Zimbrón mikt op de beklemmende sfeer van het moeten vertoeven in zo’n huisje. Dat komt wel over. Acteerwerk is ook prima – onder andere Brontis Jodorowsky (zoon van).

Omdat daar veel tijd aan besteed wordt, komt de film pas heel laat op gang. Het was vermoedelijk een prima film van een half uur geweest. Nu moet de film het hebben van zijn plot en dat is onbevredigend. Maar dat is mijn persoonlijke mening. Er zijn vast critici te vinden die het ‘poëtisch en surrealistisch’ noemen, of ‘subtiel en sprookjesachtig’. Er is altijd wel een fraai adjectief te vinden!

 

Girl Asleep

Girl Asleep: Kloon van het zuiverste water
Greta is een veertienjarig meisje – helemaal klaar voor de puberteit. Maar ze is niet dol op de dingen van de puberteit: zich verzetten, meedoen met anderen, stoer zijn, feestjes bezoeken. Ze wordt geterroriseerd. Geen wonder, ze heeft een totaal gebrek aan identiteit.

Greta ontmoet Elliott. Vriendschap is geboren. Haar moeder organiseert een verjaardagsfeestje. Tijdens het feest komt ze terecht in een fantasiewereld waarin ze probeert af te rekenen met haar demonen.

Vermakelijke film. Over coming of age zijn al duizelingwekkend veel films gemaakt, maar vaak ontstellend saai. Dit is een vrolijke film vol subtiele visuele grapjes (denk aan Michel Gondry’s inventiviteit). Zoals vader die ‘even’ met moeder gaat overleggen, waarna een poster op de deur hangt met de tekst: 2 hours, 27 minutes, and 37 seconds later, en je ze nog steeds hoort schreeuwen. Zeer stijlvolle productie. Goede dialogen bovendien (was een toneelstuk).

Maar… dit is een Wes Anderson-kloon van het zuiverste water. Je herkent het al bij de eerste scène. Symmetrie. Droge, ‘awkward’ gesprekken. Actie op de achtergrond. Aparte karakters. Felle kleuren. Uitgestreken gezichtsexpressies. Tijdloos (hoewel toch altijd jaren zestig, zeventig). Indiemuziek. Fraaie decors. Ontluikende seksualiteit. Zachte overdrijving. Wie me niet gelooft: dit is de trailer.

Ironisch want destijds vond ik Wes Andersons The Royal Tenenbaums een matige Amélie-kloon. Godzijdank heeft hij zijn eigen stijl gevonden en inspireert nu dus zelfs anderen. Misschien gebeurt dat met Rosemary Meyers ooit ook nog.

 

18 april 2017

 

DEEL 2
DEEL 3
DEEL 4


MEER FILMFESTIVAL

Skins: Freaks

Bizarre Spaanse film Skins kan cultstatus tegemoet zien
Freaks zijn ook mensen met gevoelens en verlangens

door Cor Oliemeulen

De Spaanse film Skins is één van de opvallendste verschijningen tijdens het toch al zo fantasierijke Imagine Filmfestival in Amsterdam. Het is een tragikomische beproeving waarin bizarre, afstotelijke en smakeloze personages het hart van de toeschouwer proberen te winnen. Een mozaïek dat laveert tussen melodrama en kolder. Gedurfd en origineel voor de één, vulgair en weerzinwekkend voor de ander.

Het begrip freak is onderhevig aan de tijd. Volgens woordenboeken is een freak: een apart persoon, een enthousiast liefhebber of een rare knakker. Soms wordt de persoon in kwestie geassocieerd met ongewenst sociaal of seksueel gedrag, drugsgebruik en homofilie. Frank Zappa hanteerde bij het uitbrengen van zijn dubbelalbum ‘Freaking Out’ in 1966 misschien wel de mooiste definitie: ‘Iemand die afwijkt van de voorgeschreven standaard van denken, kleding en sociaal gedrag om zich creatief te kunnen uiten.’

Freaks als circusattractie
Er was een tijd dat misvormde en mismaakte mensen freaks werden genoemd en een circusattractie waren. Het bekendste voorbeeld is de film Freaks uit 1932 van Tod Browning, die een jaar eerder Dracula had gedraaid. Freaks op het witte doek bleken een andere uitwerking te hebben op het publiek dan freaks in een rondreizend circus. Het was volstrekt nieuw dat lichamelijk gehandicapten zélf de rollen speelden. Nadat filmmaatschappij MGM voor de première het testpubliek had gechoqueerd, werd de film drastisch ingekort en werd het bedrijf zelfs voor de rechter gesleept door een vrouw die beweerde dat ze door het kijken naar Freaks een miskraam had gekregen.

Naast degenslikkers en vuurspuwers bestaat de cast van Freaks uit dwergen, pinheads, interseksuelen, een Siamese tweeling, mensen met handicaps of zonder ledematen, alsook figuranten met afwijkingen en ziektes die we tegenwoordig nog nauwelijks zien, of willen zien. Freaks is een combinatie van drama, documentaire, arthouse en horror. Het verhaal gaat over een ‘normale’ trapezeartieste die het heeft gemunt op het fortuin van een dwerg. Ze wil met hem trouwen, hem vermoorden en dan het geld delen met Hercules, de sterke man van het circus op wie ze echt verliefd is.

Freaks is door het aanzienlijke gedrochtengehalte jarenlang in veel landen verboden geweest, maar na de hernieuwde première op het filmfestival van Cannes in 1962 uitgegroeid tot een echte cultfilm. Misschien omdat de freaks in latere tijd minder als onvolwaardige mensen werden beschouwd en meer identificatie opleverden, omdat zij meedogenloos wraak nemen op de trapezeartieste, die daardoor in de film overigens zelf eindigt als….freak. Onvoorwaardelijke compassie voor een freak krijg je zeker in The Elephant Man (1980) van David Lynch met John Hurt als de misvormde Joseph Merrick.

Mededogen met mismaakte personen
Skins
(originele titel is Pieles) is verre van biografisch en uit heel ander hout gesneden, maar wil eveneens mededogen met mismaakte personages opwekken. De Spaanse cultregisseur Álex de la Iglesia, die de film produceerde, strikte Eduardo Casanova als regisseur. De producer zegt het volgende over de grilligheid van zijn pas 26-jarige landgenoot, in eigen land vooral bekend als tv-acteur: “Eduardo is een mix van een heleboel mensen in één persoon. Hij is een mengeling van haat, wraak, woede en zoetheid. Een porseleinen pop in een horrorfilm. Hij is Chucky en The Bride of Chucky tegelijkertijd. Hij is zélf een filmkarakter.”

Desalniettemin speelt Casanova zelf niet in zijn speelfilmdebuut. Wel het uiterst buitenissige personage Samantha, die eerder was te zien in zijn ruim drie minuten durende Eat My Shit (2015). Zij is geboren met een omgekeerd digestief systeem: op de plaats waar normaal je mond zit, zit bij haar de anus. En waar je anus behoort te zitten, zit bij Samantha haar mond. Het is een idee dat je misschien eerder bij de heerlijke nonsens van South Park zou aantreffen, maar in Casanova’s wereld staat Samantha voor de ultieme lichamelijke misvorming. Zo goor als Eat My Shit eindigt, wordt het gelukkig niet in Skins, maar zij is wel het personage dat de meeste walging oproept.

Tegelijkertijd fascineert Samantha enkele personen die flink opgewonden raken van haar verschijning. Maar dat ze door de maatschappij als afstotelijk wordt beschouwd, blijkt als ze een selfie op Instagram plaatst. Binnen no-time krijgt ze een berichtje met de mededeling dat haar post is verwijderd, omdat die ’tegen de richtlijnen’ is. Eduardo Casanova relativeert raak met de nodige humor. Zo leren we bijvoorbeeld hoe Samantha kippensoep moet eten. En hoe het bij haar werkt als ze op haar verjaardag kaarsjes mag uitblazen. Menig kijker zal na een tijdje ook compassie voor Samantha voelen. Want zij is immers, hoe afstotelijk dan ook, een mens. Een mens met een innerlijk, met gedachten en gevoelens, net als alle andere personages in Skins.

Hoer zonder ogen
Zo passeert Laura het rariteitenkabinet. Laura is mooi, kan mooi zingen, maar ze heeft geen ogen. Ze werkt als prostituee voor klanten die blij zijn dat zij hen niet kan zien. Het zijn de freaks die bij Laura seksueel aan hun trekken proberen te komen.

De zwangere dwerg Vanessa is pas populair vanaf het moment dat zij in een pak wordt gehesen en furore maakt als het roze beertje Pinkoo in een tv-show voor kinderen.

Christian snijdt met een mes in zijn benen, want die benen zijn niet van hem. Hij wil het liefst een zeemeermin worden, want ‘zeemeerminnen hebben geen benen, maar zijn toch gelukkig’.

En wat de denken van Ana, die een grote tumor op de helft van haar gezicht heeft. “Je valt alleen op mijn uiterlijk”, verwijt zij Ernesto, die slechts opgewonden kan raken van misvormde vrouwen. Het is een prachtig voorbeeld van de ironie in Skins.

Alle personages maken van Skins een ongemakkelijke film. Bizar, maar tegelijkertijd ontroerend en vertederend. Soms met onverwachte wendingen. Zo kan een melodramatische scène – vaak ondersteund door melige popdeuntjes uit de jaren 70 – zomaar uitmonden in tragikomische kolder. Het doet meer dan eens denken aan het werk van The Pope of Trash, John Waters, die opviel door een combinatie van kitsch, goorheid en excentrieke taferelen met meer dan eens corpulente, halfblote vrouwen.

Inspiratiebronnen
De kleuren en gestileerde kaders van Skins zouden zomaar kunnen zijn afgekeken van Wes Anderson’s The Grand Budapest Hotel. De vormgeving lijkt ook direct geïnspireerd op het Franse duo Pierre et Gilles, bekend van barokke fotografische creaties met levendige kleuren. Uiterst gestileerde combinaties van foto’s en schilderijen die zich bewegen tussen fantasie en werkelijkheid, kunst en kitsch, en omstreden vanwege de naakte, provocatieve poses.

Niet alleen het typisch Spaanse melodrama van Pedro Almodóvar zien we terug in Skins, maar vooral de veelal kitschachtige kleuren in diens vroegere werk. Eduardo Casanova gebruikt vooral pastelkleuren. We zien voornamelijk roze en paars, wat fungeert als een functioneel, zoet contrast met de schokkende verschijningen van de personages.

Qua narratieve structuur is Skins te vergelijken met de ensemblefilm Happiness (1998): veel personages in meerdere verhaallijnen die uiteindelijk allemaal met elkaar te maken hebben. Ook in deze inktzwarte satire van Todd Solondz zien we voornamelijk verdrietige mensen. Echter hier vind je geen spoor van fysiek gehandicapten, maar van losers, nerds en perverse lieden. Zoals de pedofiele vader die twee vriendjes van zijn zoontje verkracht en het personage van Philip Seymour Hoffman dat zo verlegen én gefrustreerd is, dat hij vrouwen in zijn omgeving belt om ze onder een lading seksuele grofheid te bedekken.

Ook in Skins zijn de mensen diep van binnen eenzaam en hunkeren zij naar aandacht. En tegelijkertijd kun je soms enorm lachen om die ongelooflijke triestheid van het bestaan, het relativeren en de zelfspot. Ondanks de controversiële aanpak vertelt deze krankzinnige film een coherent verhaal over verlangens, idealen en dromen. Boodschap: hoe we er van de buitenkant ook uit mogen zien, onder die huid zijn we misschien wel allemaal freaks. Vooral de mensen die er van de buitenkant ‘normaal’ uitzien.
 

16 april 2017

 

 

Skins

 
MEER NIEUWS EN ACHTERGROND

Imagine 2017 – Preview

Imagine: hét festival van de fantastische film

door Suzan Groothuis

Het is bijna zover: woensdag 12 april begint het Imagine Film Festival in Eye aan het Amsterdamse IJ. Wat te verwachten? Prikkelende, bloedstollende, gewelddadige, bizarre en fantasierijke films natuurlijk, want Imagine is hét festival van de fantastische film. InDeBioscoop is er weer bij en maakt vast een selectie. Welke films moet je zeker gaan zien?

Een grote verandering is het definitief verdwijnen van Night of Terror. Imagine, ooit ontstaan uit deze jaarlijkse horrornacht, vond niet langer een locatie die het evenement, berucht vanwege het schreeuwen van ‘homo’, ‘hoer’ en racistische uitingen, wilde hosten. Nu is er Fright Night, eveneens een nacht met vier horrorfilms, een heuse Scream Queen Contest en een filmquiz. Schreeuwen kan nog steeds, maar zonder scheldkanonnen en racistische uitingen.

Fascinatie voor vlees
Het Franse Raw had al een vertoning op het IFFR en Imagine doet het dunnetjes over. Horrorkannibalisme onder diergeneeskundestudenten. Grimmig en kaal in beeld gebracht, waarbij het eten van rauwe konijnenniertjes nog het minst schokkend is. Raw is zo’n film met een sterke maag als vereiste. Veelbelovend debuut, dat doet denken aan Marina de Van’s In My Skin. Ook zo’n film met een fascinatie voor vlees en Laurent Lucas (bekend van Calvaire en nu dus ook in Raw te zien) in een bijrol.

The Greasy Strangler

The Greasy Strangler is een mix van horror en komedie en belooft lekker vunzig te zijn. Over een vader en zoon, die een Disco-stadswandeling runnen. Wanneer een sexy vrouw mee doet aan de tour, gaan vader en zoon de competitie aan. En dan is er nog een “greasy strangler” die de stad onveilig maakt. En heel smerig, vet eten en melige oneliners. Nieuwsgierig? Van Rook Films, dat ook alle Ben Wheatley-films produceerde.

Publieksopening
Komiek Jordan Peele komt met Get Out. Allesbehalve een komedie, want zijn debuut krijgt een naargeestige wending als Rose haar vriend meeneemt naar het mysterieuze landgoed van haar familie. O ja, hij is zwart en zij blank, maar dat zou voor haar liberale, tolerante familie geen probleem moeten zijn. Of toch wel? Terwijl de spanning opbouwt, draait de film richting eigentijdse horror. Lovend ontvangen in de pers en tevens Imagine’s publieksopening.

Een scène die bij menig horrorfan op het netvlies gebrand zal staan is het slechts drie minuten durende hoogstandje uit Hitchcocks Psycho. Ofwel, de beroemdste moordscène uit de filmgeschiedenis! Na het zien van 78/52 weet je er alles over. De 78 staat voor de camera-instellingen, de 52 voor de cuts. Deze documentaire staat niet alleen stil bij die legendarische douchescène, maar heeft ook aandacht voor de tijd waarin de film ontstond. Plus interviews met betrokkenen, waaronder de body double van Janet Leigh.

Suspiria

Horrorklassieker in 4K
Niet te missen is Suspiria van horror-grootmeester Dario Argento. De horrorklassieker uit 1977 krijgt een vertoning in 4K. Voor Argento betekende deze film, die dit jaar zijn veertigste verjaardag viert, zijn doorbraak. Prachtige decors en psychedelische kleuren tillen de film naar een hoger niveau. Het intens rode bloed vloeit rijkelijk. Een giallo die je gezien moet hebben, nu messcherp in beeld gebracht en met de onovertroffen soundtrack van progrockers Goblin. Argento loopt overigens ook zelf rond op Imagine voor een avondvullend programma over zijn carrière.

Natuurlijk is er nog meer: een double bill met Australische horror, waarbij de outback het toneel is van bruut geweld en moordzucht. En het beklemmende The Girl With All The Gifts, eerder ook op het IFFR te zien. Een zombie-outbreak en overlevingsdrang verenigen zich in een onherkenbaar Londen. En we zien Glenn Close weer eens in een rol, maar het is de jonge Sennia Nanua die de show steelt. Voor wie even film-moe is (de diehard kan zes films op een dag pakken) is er een masterclass slashing zombies. Handig om je voor te bereiden op het nieuwe seizoen van The Walking Dead.

Het Imagine Film Festival zal worden gehouden van 12 tot en met 22 april. Hier vind je het hele programma.
 

10 april 2017

 
MEER FILMFESTIVAL

Imagine 2016 – Deel 3

Imagine Filmfestival 2016: deel 3

door Suzan Groothuis

In dit derde en laatste verslag van Imagine 2016 gaan we op heksenjacht in New-England, eindigt een Poolse bruiloft in bezetenheid, ervaren we een ongemakkelijk etentje met Michiel Huisman en dreigende sciencefiction in Texas.

Van 14 tot 24 april was het weer zover in het hippe Eye in Amsterdam: elf dagen lang was de verbeelding van kracht. De toeschouwer werd getrakteerd op een duizelingwekkend programma (film in, film uit!) vol duistere krachten, cyborgs, aliens en de post-Apocalyps. Het festival voor de genrefilmliefhebber, waarin ook dit jaar bewijst dat Imagine zich steeds meer op het snijvlak van arthouse begeeft. Hardcore gore naast verstilde zombiefilm. Hier volgen vier films die op zijn minst verwonderen.

The Witch: zwarte magie, onschuld en kwaad smelten samen
De verwachtingen rondom The Witch zijn hooggespannen. Maar liefst vijf schedels in Schokkend Nieuws, het filmmagazine over horror, sciencefiction, fantasy, anime en cult. The Witch, voluit The Witch: A New-England Folktale is het debuut van Robert Eggers.

Wat direct opvalt zijn de prachtige vormgeving en de beklemmende sfeer. De film laat zien hoe een gezin een nieuw bestaan tracht op te bouwen in de bossen van New England, zeventiende eeuw. Verstoten van hun thuis vanwege de religieuze opvattingen van de vader. Het onheil blijft niet lang uit: plots verdwijnt hun pasgeboren baby. Waren het wolven of heksen? En heeft de oudste dochter er iets mee te maken?

De film bouwt zorgvuldig op naar een verontrustende climax, waarin zwarte magie, onschuld en het kwaad samensmelten. Met mooie rollen van Ralph Ineson en Kate Dickie, beiden bekend van hitserie Game of Thrones. Maar het is vooral Anya Taylor-Joy in haar rol van oudste dochter Thomasin, die imponeert met haar mengeling van puurheid en mysterie.

Het lukt Eggers de kijker mee te voeren in zijn duistere sprookje vol religieuze verwijzingen, waarbij het enige minpunt van de vertoning is dat er geen ondertiteling is en de dialogen in Oudengels moeilijk te volgen zijn.

Demon: huwelijksfeest gedrenkt in wodka
Meer duistere krachten zijn er in het Poolse Demon. Van een heel ander kaliber dan The Witch, waar de bossen plaatsmaken voor een joods huwelijksfeest gedrenkt in wodka. Wat een feestelijke plechtigheid zou moeten zijn, verwordt tot een feest vol rampspoed, regen en bezetenheid.

De jonge Piotr en Zaneta lijken een gelukkig jong stel, maar de grond rondom hun toekomstig huis herbergt een dode ziel die een uitweg wil. En zo krijgt de legende van de dubbyk, een geest die niet tot rust is gekomen, gestalte. Terwijl de bruiloftsgasten zich te goed doen aan spijzen en alcohol zien we hoe de bruidegom zijn duistere lot tegemoet gaat.

Deze originele vertelling is prachtig gefilmd en zou gezien kunnen worden als de zwanenzang van regisseur Marcin Wrona. De regisseur pleegde vorig jaar namelijk vlak voor een festivalscreening zelfmoord. Het geeft zijn psychologische horror, met verwijzingen naar de gruwelijkheden die in de Tweede Wereldoorlog hebben plaatsgevonden, een extra duister randje.

The Invitation: onverwachte gasten
Van demonen gaan we over naar een etentje in de beklemmende psychologische thriller The Invitation. Hoewel hoofdpersoon Will ook nagejaagd lijkt te worden door demonen uit het verleden: er hangt iets donkers aan het etentje waarvoor hij en zijn vriendin Kira uitgenodigd zijn. Ze bezoeken namelijk Wills ex-vrouw Eden, die samen met haar nieuwe vriend David (een rol van Nederhunk Michiel Huisman) in Wills oude huis woont. De ontvangst is gastvrij, maar er hangt een vreemd luchtje aan. Eden en David zijn nét iets te opzichtig vriendelijk en charmant. En Will en Kira blijken niet de enige gasten: Wills volledige vriendenkring, die hij om onbestemde redenen al een paar jaar niet gezien heeft, is aanwezig.

The Invitation herbergt verschillende genres: thriller, horror en drama vloeien in elkaar over en regisseuse Karyn Kusama, eerder verantwoordelijk voor de verdienstelijke horror Jennifer’s Body, weet de kijker steeds weer op het verkeerde been te zetten. Als kijker gluur je mee vanuit het perspectief van Will, die de intenties van de gastheer en gastvrouw niet vertrouwt en constant op zijn hoede is. Maar is zijn achterdocht wel terecht?

De film houdt de aandacht van de kijker goed vast en is vooral onderhoudend te noemen. Voor liefhebbers van films als The Gift, waarbij de ongemakkelijkheid en spanning stijgen en je niet meer weet aan wiens kant je moet staan.

Midnight Special: Close Encounters voor volwassenen
Het Imagine Filmfestival opende met Midnight Special van Jeff Nichols. Nichols kennen we van een inmiddels indrukwekkende filmografie: Shotgun Stories, Take Shelter en Mud. Zijn films hebben als overeenkomsten de steevast gecaste acteur Michael Shannon en een vader-zoonrelatie. Take Shelter begeeft zich al op het randje van arthouse en genrefilm met zijn onheilspellende apocalyptische thema en Midnight Special is nog meer dan zijn voorganger een mengeling.

De film begint gelijk met actie: Roy (jawel, Michael Shannon) en zijn maat Lucas hebben de achtjarige Alton ontvoerd. In hun motelkamer zien ze op tv dat ze gezocht worden. Ondertussen valt de FBI een samenkomst van The Ranch, een religieuze sekte, binnen. Alton is daar weggeplukt en Roy blijkt zijn vader. Als je denkt dat je het dan doorhebt, heb je het mis. Midnight Special werkt namelijk geleidelijk aan toe naar sciencefiction en is daarmee meer crossover dan de intuïtieve apocalyptische dreiging in Take Shelter.

Maar Nichols doet dat wel op de Nichols manier: zonder te verklaren, met mooie shots van het Texaanse landschap (ook weer een overeenkomst met zijn eerdere films!) en een constante dreiging. De actie is op de juiste momenten ingezet, de dreiging voelbaar en de beelden mooi geschoten. Toch is Midnight Special niet zo fraai als zijn voorgangers. De sciencefiction maakt de film tot een Close Encounters of the Third Kind voor volwassenen, compleet met lichtflitsen en een wereld die de onze niet is. Soms is het beter om niet teveel te laten zien.

 

26 april 2016

 

IMAGINE 2016 DEEL 1

IMAGINE 2016 DEEL 2

Imagine 2016 – Deel 2

Imagine Filmfestival 2016: deel 2

door Bob van der Sterre

In dit tweede verslag herleeft de giallo, kun je tijdreizen met een romantische twist, huilen in een baan om de aarde, zien we een ontspoorde tragikomedie en een yakuzabaas als vampier.

Francesca: De giallo herleeft
Francesca is al vijftien jaar spoorloos. Haar ouders zitten depressief in hun villa verstopt. Ondertussen worden er mensen stuk voor stuk vermoord, en legt de moordenaar munten op hun ogen, naar een tekst van Dantes Goddelijke Komedie. De inspecteurs gaan op onderzoek uit en merken dat het met Francesca’s verdwijning te maken heeft.

Giallo’s (klik hier voor toelichting) zijn aan een revival bezig. Dat is geen wonder: visueel uitbundige bloederigheid, dat ligt helemaal in de lijn van de hedendaagse ‘style over substance’ cinema. Eerdere pogingen waren wisselend (een redelijk geestige parodie The Editor en L’étrange couleur des larmes de ton corps (geen giallo)). Berberian Sound Studio gaat over giallo’s maar is er zelf geen.

Dit is dan de eerste, echte neogiallo. En het is goed gedaan, heel erg goed zelfs, heel wat keren betrapte ik me erop dat ik niet doorhad dat ik een film uit 2016 zat te bekijken. De geweldige muziek, het dubben van de stemmen, de oude stijl camera’s, de nare moorden met dunne mesjes, de interieurs van oude huizen: aan alles is gedacht. Het vernieuwende zit hem in het recreëren van een genre dat allang niet meer bestaat (hield op in 1978), zoals The Artist min of meer de zwijgende film liet herleven. Knappe prestatie!

Synchronicity: Tijdreizen met romantische twist
Jim Beale weet een wormgat te maken. Hij doet een proef en vindt ineens een dalia. Die behoort aan Abby (Brianne Davis, een Jennifer Lawrence-lookalike) op wie hij een oogje krijgt. Hij twijfelt meer en meer aan haar goede bedoelingen want ze hoort bij de genadeloze investeerder Klaus Meisner (Michael Ironside). En zo begint het tijdreisgerommel.

Synchronicity (een SF-noir zogenaamd) begint veelbelovend, met veel oog voor details. Architectuur, muziek, rook, houterig acteerwerk: alles ademt de jaren tachtig. Het had een sf-film uit 1982 kunnen zijn (knipoog hier naar Blade Runner).

Lowbudget of niet, het eerste deel is sterk, maar dan komt de klad erin, oogt de film meer als een tijdreisfilm zoals een groepje enthousiaste filmstudenten die zou maken. Waar Time Crimes nog spannend is, Primer de hersens laat kraken, en Back to the Future gewoon entertaint, is dit vooral een poging-tot. Synchronicity had in absurdisme van alles kunnen proberen maar blijft jammer genoeg aan de veilige kant.

Project-M: Huilen in een baan om de aarde
De toekomst. Dankzij een overschot aan zoet water is Quebec een superstaat die mensen de ruimte instuurt, naar Mars, en, wie weet, naar Jupiters maan Europa. Vier astronauten gaan een jaar rond de aarde cirkelen om te oefenen. Maar de situatie verandert als er hommeles is op aarde.

Een interessant gegeven (een soort Das Experiment in de ruimte). De film had het misschien in zich om een meesterwerk te kunnen  worden. Maar dat is een brug te ver voor deze film van debutant Eric Piccoli. Hij wilde een psychologische SF-film maken. Maar zoals zo vaak in films of boeken waar psychologie de hoofdmoot speelt: die is erg eenzijdig, dramagericht.

Nu verzanden heel wat scriptkansen in tranendalen. Een voorbeeld is hoe de karakters worstelen met hun persoonlijk leed maar zich nauwelijks lijken te verwonderen over de meest schokkende wending van het verhaal, wat heel ironisch is voor een film die juist mikt op een psychologische invalshoek. Dáár lag het drama. Het professionalisme van deze astronauten is bovendien tamelijk twijfelachtig. Er zijn nog een paar potsierlijke scriptwendingen (de vondst op Europa, hoe komen ze erop) maar eerlijk is eerlijk, er staan ook een paar interessante filmmomenten tegenover – met name een is erg fraai – die we hierbij niet zullen verklappen.

The Rotten Link: Schokeffect laat vermakelijke tragikomedie ontsporen
Roberta en Raulo, broer en zus, leven in een plattelandsdorpje onder de hoede van moeder Ercilia. Ercilia is de enige op wie de rest van het dorpje geen vat kan krijgen. Toch is ze belangrijk. Raulo levert hout en Roberta is de dorpshoer.

Alles gaat tegenwoordig door voor zwarte komedie. En het is aan het begin inderdaad op een wrange manier geestig. Hoe Roberta de hoer is voor het hele dorp: een grappig gegeven. Maar dan ontspoort de film totaal via choquerende thema’s (incest, verkrachting) in een slasherfilm met spijkerhard geweld. Doet denken aan hoe From Dusk Till Dawn ontspoorde.

Het is zo zonde omdat de outcast-familie echt een mooi geschetst portret is – en moeder Ercilia een interessant en mysterieus karakter. Valentín Javier Diments lichtvoetige stijl schetst dan nog een fraaie film over een micromaatschappij met dezelfde platheid en ongein als in ‘de echte wereld’. Zijn film valt jammer genoeg plat op zijn kont – tenzij je natuurlijk een als zwarte komedie vermomde slasherfilm erg waardeert.

Yakuza Apocalypse: Vampieren en yakuza gaan lastig samen
Een yakuzabaas is niet voor niets overwinnelijk: hij is een vampier. Hij heeft een rechterhand, Kageyama. Maar dan komen ze de vampierendoder tegen. En de baas geeft de vampierenkrachten door aan Kageyama. Kan hij zijn krachten beheersen?

Bij Takashi Miike weet je het nooit. Zijn oeuvre is hit and miss. En ook Yakuza Apocalypse is een beetje een lastige film. Vampierenyakuza, echt? Een los vampierenhoofd dat iemand anders in de nek bijt? Een menselijke schildpad? Criminelen onder de duim houden via een breiclubje? Een man met kikkerhoofd als supervechter? Dat kan alleen maar bij Miike voorkomen.

Veel bloed, veel doden, veel gewonden, veel bizars, maar na een half uur gaat het vervelen. De Miike- of goreliefhebber zal juist op de wenken bediend worden. Af en toe inderdaad een leuk grapje: ‘Bloed van yakuza is vies en heeft weinig voedingswaarde.’ Maar door de bank genomen kun je stellen dat vampieren en yakuza lastig samengaan.

 

25 april 2016

 

IMAGINE 2016 DEEL 1

IMAGINE 2016 DEEL 3

Imagine 2016 – Deel 1

Imagine Filmfestival 2016: deel 1

door Bob van der Sterre

Met het zicht op het IJ proberen mensen zich te wurmen in de letters van AMSTERDAM. In het op zich al fantastische gebouw achter hen heeft wederom het Eye Imagine Filmfestival plaats (voorheen Amsterdam Fantastic Film Festival). Een vriendelijk en rustig festival met tegenovergestelde films, meestal bloederig en weird.

Veel te doen. Voor de liefhebber zijn er ook evenementen als The Night of Terror, tentoonstellingen en masterclasses (niet de minste: Alex van Warmerdam). We concentreren ons op de films en die zijn even gevarieerd als wisselvallig.

The Survivalist: Postapocalyptische toestanden op microschaal
In The Survivalist probeert de protagonist te overleven in een boshut, gewapend met een dubbelloops geweer en een mes, en plantjes die hij besproeit met eigen urine. Op een dag krijgt hij een vrouw en meisje op bezoek. In ruil voor seks met het meisje biedt hij ze onderdak en bescherming. Maar er zijn meer mensen uit op de boshut en het tuintje. Postapocalyptische toestanden op microschaal zonder enige context (afgezien van een grafiekje aan het begin).

Op ieder filmfestival vind je altijd die ene minimalistische, sobere film die à la Mike Leighs Naked het ware realisme  probeert vast te leggen. Sober acteerwerk, sober verhaal, sobere actie (altijd plotseling), ongegeneerde naaktheid, vrijwel zonder dialogen. Een film waarin de beelden al het werk doen. Een film die behendig langs genres slalomt (thriller, horror, drama) en kiest voor een neutrale middenweg.

The Survivalist heeft dan ook een paar typische plussen en minnen. Acteerwerk (als je van intens houdt) is goed. Je kunt er desgewenst van alles filosofisch uithalen over de overlevingsdrang van de mens (hoewel dat niet zo diep gaat). Het is knap dat de film de aandacht vasthoudt. En de minnen: het is een observerende maar ook bloedserieuze en ietwat gewone film.

Børge / The Wave: Door en door voorspelbare rampenfilm
Kristian is een geoloog die de fjord Geiranger onderzoekt. Het dorpje Geiranger ligt daar niet zo veilig, dus onderzoek is nodig. Het is zijn laatste dag, hij neemt afscheid en gaat verhuizen. Maar de laatste resultaten van het grondwater zijn raadselachtig. Het laat hem niet met rust. Hij staat klaar om de pont op te rijden maar keert op het laatste moment om onderzoek te doen.

The Wave  is een rampenfilm die echt niets  origineels te bieden heeft. We zitten in de Noorse fjorden en we weten dat er een landverschuiving een dorp zal verzwelgen. De tsunami zal een familie laten survivallen in het water, met hier en daar een paar offers van onbelangrijke bijrollen. Dat is allemaal zo voorspelbaar als dat morgenochtend de klok weer naar rechts zal lopen.

De CGI-afdeling heeft zijn best gedaan. Je gaat bijna mee rennen naar een veilige plek in de bergen – zeker als je de film in een bioscoop ziet. Maar voor de scriptschrijver hebben ze de automatische piloot ingeschakeld.

Creative Control: Vermakelijke film over Google Glass voor gevorderden
David, een reclameman, krijgt een nieuw product in handen waar hij reclame voor moet maken: Augmenta. Een bril waar je van alles mee kunt doen, een soort Google Glass voor gevorderden. De uitvinding stuurt zijn vriendin Juliette regelrecht in de armen van haar yogaleraar en David zelf richting waanzin.

Creative Control heeft gezien de vele negatieve recensies te lijden onder vooroordelen. Je moet inderdaad het eerste kwartier even door een onduidelijk begin heen – dat kennelijk sommigen in een te pretentieus keelgat schiet. Maar dan volgt een mooie verzorgde zwart-wit ‘indie-flick’ die op een prettige manier kruist tussen S1m0ne en een Woody Allen-film. Doet denken aan de betere lichtvoetige indiefilms van de jaren negentig, zoals Daytrippers, Living in Oblivion  en In the Soup (van intussen weer vergeten namen als Greg Mottola, Tom DiCillo en Alexandre Rockwell). Geschreven, geregisseerd en met hoofdrol van Benjamin Dickinson (die had dus ook creative controle over zijn  film).

Er zijn veel aardige dingen in de film. Veel verrassende, stijlvolle shots en onvoorspelbare scènes (alsof iedere scène aan het einde net even de wending neemt die je niet verwachtte). De nabije toekomst (over tien jaar?) is heel subtiel verwerkt. En het thema is interessant. Hoe realistisch kan virtual reality wel worden in combinatie met drugs? David heeft er in elk geval last van. Misschien wel een sociaal probleem van de toekomst, misschien zelfs zeer nabije toekomst?

Ghost in the Shell: The New Movie: Animatievakwerk
Een bom midden in de stad zorgt ervoor dat het speciale cyberteam weer aan de slag moet. Een speciaal cyberteam van mensrobots. Aan de leiding: Motoko Kusanagi. Ze moeten jagen op handige hackers die andere mensrobots tegen hen opzetten.

In 1995 verscheen het eerste deel van Ghost in the Shell. Een van de beste en mooiste animes ooit, maar ook vernieuwend in het visualiseren van met technologie aangepaste hersenen. In 2004 verscheen het mooie vervolg (Innocence) en in 2008 een verbeterde re-release van het origineel. Alles onder leiding van het visuele genie Mamoru Oshii.

Dit is zoals de titel al aangeeft een nieuwe film – niet geregisseerd door Oshii. Is The New Movie even sterk als zijn voorgangers? Hoewel het verhaal wel sterk is, barst van de flitsende actie, en heeft het een soort retrogevoel van jaren tachtig, is het visueel minder interessant dan de voorgaande films. Het is meer een ‘goed vakwerk’ resultaat, waar de films van Oshii visueel onnavolgbaar zijn. Dit jaar begint ook de productie van een heuse Ghost in the Shell actiefilm met in de hoofdrol… Scarlett Johansson. Heiligschennis.

 

24 april 2016

 

IMAGINE 2016 DEEL 2

IMAGINE 2016 DEEL 3