Mein liebster Feind – Klaus Kinski (1999)

Mein liebster Feind – Klaus Kinski (1999):
Onmogelijke vriendschap

door Ralph Evers

Het enigma Klaus Kinski: spiegels en echo’s in het werk van Werner Herzog. 

‘Du dumme Sau’, jij stomme koe, schreeuwt Kinski een wat bangige man toe, die hem in zijn oratie onderbrak. Zijn toehoorders kijken vol verwondering en verbazing toe wanneer hij op het podium zijn Jezus-zijn verkondigt. Kinski gaat op in volkomen eigen waanzinnigheid. Een gekte grenzend aan genialiteit, zoals we hem leren kennen in films als Aguirre, der Zorn Gottes of Fitzcarraldo, tevens films die op de set voldoende gekte hebben gekend, zo blijkt uit Mein liebster Feind – Klaus Kinski. Het is die constante spanning in de persoon van Kinski die hem tot grote hoogten en met hem de films waarin hij speelde, kon brengen en die tegelijkertijd een afstand en zekere afschuw oproepen die afbreuk doen aan het eindresultaat. De oh zo stoere, onverschrokken Kinski, die niet met de jungle en de muggen om kon gaan, die last had van water en de inheemse bewoners en die om de haverklap om het minste geringste uit de bocht vloog tegen Jan en alleman. Smakelijk in beeld gebracht en verteld in anekdoten doorheen deze documentaire.

Mein liebster Feind - Klaus Kinski (1999)

Onvoorspelbare terreur
Als voorproefje van de relatie tussen Herzog en Kinski leren we over de tijd dat Herzog met zijn broer en moeder een paar maanden Kinski in huis nam en ze overgeleverd werden aan een onvoorspelbare terreur, waarin hij urenlang kon schreeuwen en huisraad kon slopen, zoals de badkamer, en er geen redelijkheid bij hem in te krijgen was. Dat de familie Herzog dat doorstaan heeft, zou een belangrijke band hebben geschapen tussen Herzog en Kinski, wat aannemelijk is, maar wat niet noodzakelijkerwijs blijkt uit het gedocumenteerde. Er lijkt net zoveel geluk geweest te zijn.

Beide mannen hebben iets onverschrokkens in hun karakter. Bij Herzog kun je aan de hand van het boek Herzog on Herzog ontwaren dat het iets eigens is. Hij heeft dat avontuurlijke, onverschrokkene en visionaire al van jongs af aan in zich. Hij deinst niet gauw ergens voor terug en hij weet te inspireren door zijn vindingrijkheid en durf. Bij Kinski is dit minder duidelijk en roept het eerder gelijkenissen met trekken van een antisociale persoonlijkheidsdynamiek op. Een dynamiek waar je doorgaans niet veel van op aan kan en die er vooral op gericht is om de eigen persoon te verrijken, met persoonsverheerlijking, status, rijkdom of een combinatie van die drie. Het is tekenend hoe angstig Kinski kon zijn en hoe graag de lokale bevolking in Peru en Bolivia tijdens het filmen van zowel Aguirre als Fitzcarraldo hem om zeep wilde helpen.

Persoonlijkheidscultus
Toch, zoals we uit de openingsscène van Mein liebster Feind – Klaus Kinski leren, kijken we graag naar mensen die de gekte in zich hebben, die een persoonlijkheidscultus weten op te roepen (dat verklaart ook enkele presidenten). Hieruit rijst de vraag op wie wie meer nodig had? Herzog Kinski of Kinski Herzog? Mijn geld gaat naar de eerste. Kinski lijkt uiteindelijk vooral voor zichzelf te kiezen. En het is de meester in Herzog geweest die nog iets uit tovenaarsleerling Kinski heeft weten te halen zoals een onvergetelijke Nosferatu. Of de overtuigde Fitzcarraldo, een rol die ooit aan Mick Jagger gegeven was, ‘oh lot, dank voor uw ingrijpen!’. Ironisch en tekenend voor de onverschrokkenheid van de meester hierbij zijn de woede-uitbarstingen van Kinski naar Herzog om die vervloekte boot over die heuvel te slepen. Het lukte Herzog, het zou Kinski zeer waarschijnlijk niet gelukt zijn. 

Mein liebster Feind - Klaus Kinski (1999)

Waarmee deze documentaire toch ook over Herzog zelf gaat, waarbij hij enkele keren zijn eigen rol in de relatie met Kinski bagatelliseert, zodat Kinski er gestoorder uit lijkt te komen. Het zou me niet verbazen dat Herzog zelf ook dicht tegen gekte aan zit, al is het maar om de thema’s die hij in zijn documentaires kiest. Grizzly Man, waar zijn protagonist uiteindelijk opgepeuzeld wordt of Lessons of Darkness, een vuurimperium dat zowel de zwarte kant van de menselijke ziel tracht te tonen als letterlijk onze voedende moeder aarde doet verschroeien. Het spreekt natuurlijk tot de verbeelding dat Herzog dit gegeven als kunst gebruikt. Om nog maar te zwijgen van zijn documentaire over Gesualdo, de geniale Italiaanse componist die de meerstemmige koormuziek min of meer uitvindt en enkele mensen omlegt of Little Dieter Needs to Fly, ware heroïek, een spiegel voor de filmmaker zelf. Had ik het enigma Kaspar Hauser al genoemd? Enfin, ik dwaal af. 

De relatie Kinski-Herzog dus, die in Kinski’s autobiografie Ich Brauche Liebe wordt gekenschetst met lange tirades jegens Herzog en tussenzinnetjes hoe belangrijk diezelfde man voor hem geweest is. De vaak onhandelbare Kinski had nu eenmaal baat bij iemand die hem kon beteugelen en misschien was Herzog wel de enige die daar werkelijk toe in staat is geweest. Herzog en mogelijk enkele vrouwen, zoals we leren van Eva Mattes, die op de set van Woyzeck samen met Kinski speelde. De indruk die echter achterblijft is er een van een eenzame man, die door zichzelf niet te begrijpen, niet begrepen is en als een storm op zoek is geweest naar begrip, erkenning en contact.

Kijk hier waar Mein liebster Feind – Klaus Kinski draait.

 

6 juli 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

Into the Abyss (2011)

Into the Abyss (2011)
Vragen is makkelijker dan antwoorden

door Tim Bouwhuis

Op eigenzinnige, herkenbare wijze stelt Werner Herzog al decennialang vragen over menselijk gedrag, waarheidsvinding en het ongenadige karakter van de natuur. Into the Abyss (2011), een laatste blik op een veroordeelde in een dodencel, is thematisch een van de meest aangrijpende en kernachtige documentaires die Herzog maakte. Tegelijkertijd laat de film zien dat de ‘Herzog-methode’ – empathisch maar confronterend in het vragen, spaarzaam maar filosofisch in het antwoorden – niet altíjd bevredigend hoeft te werken.

De overzichtsdocumentaire die op 8 juni alvast de huidige Herzog-tentoonstelling (EYE, >18 juni) inleidde, noemt het Duitse filmicoon een ‘Radical Dreamer’. De hoofdletters passen, want Herzogs zoekende, vragende stijl leidt op gezette momenten toch tot ferme uitspraken over de grillen van de mens, die de regisseur qua toon compenseert met een dromerig, zachtmoedig idealisme. Áls er al een waarachtige Herzog-methode bestaat, loopt die over van de raadselachtige tegenstellingen.

Into the Abyss (2011)

Tiran of goedheiligman
De tiran die Klaus Kinski naar verluidt het leven zuur maakte, kwam later met documentaires waarin hij spreekt en denkt als de goedheiligman. Typerende sketches (Werner Herzog Eats His Shoe) en meelevende vraaggesprekken gaan in Herzogs oeuvre hand in hand met autoritaire ingrepen. Als de maker in Grizzly Man naar Timothy Treadwells ‘doodstape’ luistert en besluit de opname niét te laten horen, maakt een van zijn (doorgaans zoekende) films ineens toch deel uit van een moreel universum, waarin alleen Herzog de grens van goed en fout bepaalt.

Herzogs ontvankelijke, empathische houding weerhoudt hem er dus niet van om stelling te nemen. Die balans is intrigerend, maar biedt ook aanleiding om zijn stijl als maker en interviewer kritisch onder de loep te nemen. Into the Abyss is hier minstens zo geschikt voor als het veelbesproken Grizzly Man. Herzog bezoekt in deze gewichtige documentaire een gedetineerde die over acht dagen een doodsinjectie zal krijgen. De uniek aandoende gespreksfragmenten vormen zonder twijfel de kern van het verhaal, maar Herzog laat ook andere betrokkenen aan het woord: de kapelaan voor de dodencel en de leider van het politieonderzoek krijgen pakweg evenveel aandacht als de selecte nabestaanden van de daders (een medeplichtige werd veroordeeld tot levenslang) en de slachtoffers.

Een ‘moord’ voor een moord
Into the Abyss bestaat voor 75 à 80 procent uit interviews, waarbij de resterende scènes wegkijken als fragmenten uit een volleerde ‘true crime’-reportage. De reconstructie van een drievoudige moord, die in 2010 leidde tot de veroordeling en executie van hoofdpersoon Michael Perry, maakt het lastig om alle betrokken partijen vrijblijvend en met een ‘open blik’ aan te horen. Het verhaal is huiveringwekkend, en de emoties van een nabestaande (in dit geval de zus van een van de slachtoffers) zijn ook voor buitenstaanders vaak confronterend en moeilijk te weerstaan.

Het kille gegeven van zinloos geweld – de moorden werden ingeluid door een poging tot autodiefstal ­– zal dus weinig kijkers onbewogen laten, maar er is één cruciaal verschil: in Texas kunnen de grootste wandaden nog altijd leiden tot de ergst denkbare straf. In het eerste interview van de film vraagt Herzog direct aan een kapelaan waarom God ervoor zou kiezen de doodstraf toe te staan. Het is de eerste van een kleine handvol momenten waarop duidelijk doorschijnt met welk motief de regisseur deze documentaire maakt: als het aan hem ligt, zou de strengste strafmaat voor een moordenaar nog steeds niet tot de dood mogen leiden. Dit standpunt doet niets af aan de ernst van de gruweldaad. In een later interview vraagt Herzog zich hardop af of ‘een levenslang vonnis de plaats van de doodstraf in zou kunnen nemen’.

Stelling nemen
Het is begrijpelijk dat Herzog zich bij zo’n gewichtig thema moeilijk afzijdig kan houden. Hij is bereid om alle betrokkenen te spreken, en doet dat met zijn kenmerkende, empathische vragen, maar als het erop aankomt neemt hij alsnog geen blad voor de mond. Onder andere omstandigheden kan zo’n houding de zeggingskracht van een film ten goede komen, maar in Into the Abyss zorgt Herzogs moreelfilosofische stellingname eerder voor verwarring.

Dat laatste heeft alles te maken met een groter probleem dat de documentaire parten speelt: de gebeurtenissen die tot Perry’s veroordeling leidden, voelen in het licht van Perry’s eigen getuigenis namelijk verre van opgelost. Bij een moordzaak als deze is dat cruciaal, want als er twijfel is over de ware toedracht, kun je als filmmaker die ‘alle partijen aan het woord wil laten’ (maar er zelf ook een mening op nahoudt) makkelijk je integriteit verliezen.

Twijfel over de toedracht
Puur op basis van de reconstructie is het duidelijk waarom Michael Perry voor de drievoudige moord verantwoordelijk is gesteld. In de intieme interacties met Herzog ontkent de veroordeelde echter dat hij de moorden heeft gepleegd. Het gaat er in dit geval even niet om wat zijn argumenten waren, en of hij gelijk had (dat zou een tweede essay vereisen), maar de surreëel kalme, af en toe breed lachende Perry die we in de dodencel zien, valt in ieder geval moeilijk te verenigen met het beeld dat de reconstructie schetst. Dat de veroordeelde voor zijn executie zelfs aangaf zijn aanklagers te willen vergeven, maakt de zaak niet minder complex.

Onder andere, minder twijfelachtige omstandigheden zou het waarschijnlijk prima overkomen dat de bredere discussie over de legitimatie van een straf (hier geïnitieerd door Herzog) losstaat van de meer specifieke discussie over de schuld of onschuld van een veroordeelde. De verwarrende houding van Perry, die in ieder geval ten dele werd geweten aan mentale problemen (alhoewel dit in de documentaire ook niet duidelijk wordt gemaakt – ik moest er het internet voor op), zorgt er in dit geval alleen voor dat het veel moeilijker is om de twee discussies van elkaar los te koppelen. Als de schuld van de veroordeelde niet ter discussie staat, schakel je eerder en eenvoudiger over naar het ‘grotere plaatje’. Nu eisen de opmerkingen van Perry nog alle aandacht op.

Into the Abyss (2011)

Stelling nemen (II)
Hoewel Herzog op geen enkel moment expliciet stelt dat Perry schuldig of onschuldig is, voelt Into the Abyss door de onweersproken twijfel over het vonnis en het doodstraf-standpunt toch als een impliciet pleidooi in zijn voordeel. Door de tegenstelling tussen de waarheid van de reconstructie en Perry’s waarheid niet overtuigend te duiden, maar zich wél tegen de doodstraf uit te spreken, houdt de regisseur ruimte voor speculatie over de schuldvraag en kan hij ook moeilijker tegenspreken dat hij bevooroordeeld is. Die laatste indruk wordt nog eens versterkt als de nabestaande van een slachtoffer fel (en daarmee onsympathiek) zegt dat sommige mensen het “verdienen om te sterven”, waarna Herzog in de montage direct schakelt naar een beeld van een weerloze Perry.

Het valt Herzog dus te verwijten dat hij de argumentatieve kaders van zijn documentaire niet scherper heeft gearticuleerd, maar ergens is dat gebrek ook een logische bijwerking van zijn kenmerkende werkwijze: als empathische vragen in Herzogs documentaires inderdaad dichterbij zijn dan omvattende antwoorden, kun je ook geen vastomlijnde filmessays verwachten. Dezelfde regisseur die over de ‘wraak van God’ begint, kan een seconde later vragen naar een aandoenlijke ontmoeting met een eekhoorn. Zelfs als het een discussie over de doodstraf betreft, toont Herzog zich nog een radicale dromer.

 

Kijk hier waar en wanneer Into the Abyss draait.

 

22 juni 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

Grizzly Man (2005)

Grizzly Man (2005)
Wat je van beren leren kan

door Yordan Coban

Grizzly Man is het verhaal van Timothy Treadwell, een man die een brug wenste te zijn tussen mens en dier, door tien jaar lang rond te dolen tussen de grizzlyberen in Katmai National Park Alaska. Hij filmde zijn verblijf in de groene vlaktes terwijl hij de beren observeerde en in zekere zin adoreerde. Timothy dacht een fundamentele vrijheid te herkennen in dit berenleven.

Twee jaar na zijn dood kreeg Werner Herzog de zelf geschoten beelden van Timothy in handen. De Duitse regisseur voegt er vervolgens zijn eigen beschouwingen aan toe, wat leidde tot deze machtige maar ontroerende documentaire.

Grizzly Man (2005)

Superieure dwaas
Stond Timothy dichter tot de natuur, doorleefde hij een superieur organisch bewustzijn? Of was hij slechts een doorgeslagen goeroevlogger, een dwaas die niet alleen zijn eigen leven maar ook die van zijn vriendin Amie Huguenard op het spel zette? Deze stelling fungeert als vertrekpunt van deze documentaire. Herzog laat de kijker uiteindelijk zelf een oordeel vormen terwijl hij Treadwell eerzaam ontleedt, van zijn jeugd tot aan zijn letterlijke autopsie. Want ja, het mag geen spoiler zijn, om aan het begin van deze recensie diens tragische dood te vermelden, omdat dit ook helemaal aan het begin van de documentaire benoemd wordt.

Op 5 oktober 2003 komen Timothy en Amie op gruwelijke wijze om het leven door het toedoen van een oude hongerige grizzlybeer. Hetgeen de kijker gelukkig niet krijgt te zien of te horen, maar slechts meekrijgt in de vorm van Werner Herzog die luistert naar de audio terwijl hij ons laat weten dat niemand gebaat is bij het bestaan van deze tape. De sensationele kijker kan zich daar misschien maar moeilijk bij neerleggen maar weet waarschijnlijk ook dondersgoed dat de regisseur de juiste beslissing maakt. Al is het ergens ook markant dat hij dit moment in de film betrekt omdat het toch, in zekere zin, de deur naar sensatie op een kier laat.

Een beer in de spiegel
Enkele kijkers zullen wat dat betreft hier en daar de behoefte voelen om de eigenaardige acteerwijze en framing van Herzog te benoemen en misschien zelfs af te kraken. Hij laat verschillende personen uit Treadwells leven gedurende de documentaire aan het woord en doet dat op een wijze die hier en daar uit de toon lijkt te vallen. Hij laat nabestaanden dramatisch in de camera kijken waardoor je als kijker het gevoel krijgt dat het allemaal één grote Amerikaanse show is. Desondanks zou het te oppervlakkig zijn om dit als misplaatste toonaanduiding te bestempelen, eerder toch lijkt Herzog zich, in het geveinsde, te willen spiegelen aan Treadwell. Uiteindelijk is dat namelijk ook wat Timothy deed met zijn film door de mens aan de beer te spiegelen als machtig symbool van de natuur.

Op het moment dat je als documentairemaker zo ingrijpend met de beelden van een andere auteur aan de slag gaat, is het wel cruciaal dat je een wezenlijke bijdrage levert om in ieder geval het risico te vermijden dat je mee gaat liften op de creatie van de ander. Want in de context van Timothy Treadwells tragische leven zou dat een ernstige ethische schoffering zijn. Maar wat Werner Herzog vrijwel ongemerkt in Grizzly Man heeft gedaan, is niet alleen de diepgang in het verhaal van Timothy belichten voorzien van de juiste pathos, maar ook heeft hij hem willen eren als filmmaker door zijn speelse zelfbewuste manier van filmen te imiteren en zijn levenswerk tot een betekenisvol einde te brengen.

Gebroken moderniteit
Als we dieper duiken in het verleden van Treadwell zien we in eerste instantie een jongen uit een exemplarisch Amerikaans suburbaan gezin. In zijn volwassenen leven ontwikkelt zich een ongenoegen, dat leidt tot een toevlucht in alcohol en drugs. Wat nu precies de grondslag van zijn ongenoegen vormt, laat Herzog in het midden, maar tegen de achtergrond van zijn beelden kan het niet anders dan verbonden zijn aan een afkeer tegen de mensenwereld. Iets aan zijn leven onder de mensen heeft Timothy gebroken of in ieder geval doen besluiten om zijn rug te keren naar de moderniteit. En misschien heeft hij wel gelijk. Misschien hebben we onze samenlevingen wel onnodig complex, steriel en onaangenaam ingericht. Een observatie die tevens te vinden is in films als Walkabout (1971) of Koyaanisqatsi (1982).

Grizzly Man (2005)

Ecstasy of truth
Desalniettemin is Grizzly Man bovenal een reflectie van Werner Herzog zelf. De filosofische regisseur staat bekend om zijn stellige avonturen naar de hoogste bergtoppen, de donkerste grotten en zijn gevaarlijke reizen diep in het Amazonewoud. Wie de verhalen leest over hoe films als Aguirre (1972) en Fitzcarraldo (1982) zijn gemaakt, weet dat deze koppige regisseur alles over heeft voor de poëzie die te vinden is in zijn sublieme beelden.

In een interview in 2009 met de American Film Institute beschrijft Werner Herzog het verschil tussen feiten en de waarheid. Feiten geven slechts een oppervlakkige weergave van de waarheid, een accountantswaarheid. In goede poëzie en films vindt men, zo beschrijft hij, een ‘ecstasy of truth’. Dit is een niet te beschrijven overstroming van gevoel die je meteen herkent, voelt in elke vezel van je lichaam en veel verder strekt dan elk berekenbaar gegeven.

Ook documentaires zijn geframed en vooropgezet, het is naïef om te denken dat die een werkelijke weergave van de realiteit zijn. Maar dat hoeft ook niet, in Grizzly Man laten Werner en Timothy zien dat een goede documentaire in dienst van deze ‘ecstasy of truth’ staat. Werners poging om deze door Timothy betoogde en belichaamde waarheid aan het grote publiek kenbaar te maken, betoont zich als zoveel meer dan slechts een natuurdocumentaire, toch eerder van ode tot meesterwerk.

Kijk hier en hier waar Grizzly Man draait.

 

13 juni 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

Dmitriev Affair, The

***
recensie The Dmitriev Affair
Russische rechtsgang pijnlijk nauwkeurig blootgelegd

door Jochum de Graaf

Met de strafprocessen tegen Aleksej Navalny, Vladimir Kara-Moerza en recent Ervan Gershkovitsj is de ontmanteling van de rechtsstaat in Rusland stevig in gang gezet. Met The Dmitriev Affair legt Jessica Gorter pijnlijk nauwkeurig het achterliggende procedé bloot.

In Kamp no. 18 zit ie, Joeri Dmitriev, in maart 2021 veroordeeld tot vijftien jaar onder streng regime in Mordovië, een strafkolonie ver in de Goelag die als zodanig ook al dienstdeed in de Stalintijd.

Burgerbeweging Memorial
Dmitriev was de onverschrokken leider van Memorial, de burgerbeweging die met de val van de Sovjet-Unie de misdaden van het Stalinregime onderzocht. We maken kennis met hem als hij door de uitgestrekte bossen van Karelië, vergezeld van zijn jongste dochter Julia en speurhond Gerstja, zoekt naar sporen van massagraven. Een Solzjenitsyn-achtige figuur in camouflagepak die met moed en volharding zijn credo ‘ieder mens heeft het recht begraven te mogen worden volgens de tradities en het geloof van zijn voorvaderen’, waarmaakt. Hier in deze landstreek in het uiterste noordwesten van Rusland, honderden kilometers grenzend aan Finland, heeft hij enige duizenden graven weten bloot te leggen, slachtoffers van de door Stalin ontketende Grote Terreur van 1936-1938 die 350.000 meest onschuldige mannen het leven kostte.

The Dmitriev Affair

In de geheime archieven van de NKVD, voorganger van de KGB, waar de misdaden nauwgezet zijn bijgehouden, stond de instructie dat er tussen de gevangenis waar de veroordeelden waren opgesloten en de executieplaats niet meer dan tien kilometer mocht liggen, vermoedelijk om voor het vervoer benzine te sparen. De executies moesten bij voorkeur diep in de bossen plaatsvinden zodat  het geluid van schoten niet ver zou reiken en bovendien in de buurt van zandgrond, dat is wat makkelijker bij het graf delven.

Dmitriev haalde macabere details naar boven, leest het relaas van een beul, een zekere Shondysh die in de nacht van 22 op 23 januari 1938 446 mensen doodschoot. Dmitriev ontdekte ze in een massagraf voorover liggend, handen op de rug gebonden. ‘Die Shondysh deed dat niet met een machinegeweer of een automatisch wapen, nee gewoon met een revolver, in één nacht (diepe zucht). Ze kwamen er allemaal mee weg.’ 

Toenemende repressie onder Poetin
Voor zijn werk ontving Dmitriev de Sacharovprijs en het (Poolse) Kruis van Verdienste. We zien emotionele taferelen, huilende baboesjka’s die na jaren van geheimzinnigheid en mystificaties over hun lot eindelijk te weten kwamen wat er met hun verdwenen geliefden gebeurd was en ze alsnog een soort van laatste eer kunnen bewijzen.

Maar onder het steeds autoritairder wordende regime van Poetin verandert het politieke klimaat grondig en neemt de repressie toe. De vrijheid van meningsuiting wordt meer en meer ingeperkt en er wordt een wet aangenomen die betalingen aan ngo’s vanuit het buitenland verbiedt. Het zal op termijn het einde van Memorial betekenen. In 2016 wordt Dmitriev op grond van een vage aanklacht, het beledigen van de erfenis van de Grote Vaderlandse Oorlog (WO II bij ons), aangeklaagd en moet voor de rechter in Petrozavodsk, de Karelische hoofdstad, verschijnen.

Tegelijkertijd komt er een grootscheepse desinformatiecampagne in de staatsmedia op gang. Nee, in de gevonden massagraven lagen geen slachtoffers van de Stalinterreur, het zijn Finse burgers en soldaten die in de bloedige Russisch-Finse oorlog van 1938 zijn omgekomen. En die Dmitriev is een valse agent die uit het buitenland betaald wordt. Tot veler verrassing wordt hij na een maandenlang proces in eerste instantie vrijgesproken.

The Dmitriev Affair

Procesgang Dmitriev
Jessica Gorter, die met De rode ziel (2017) ook al de Russische psyche blootlegde, laat zien hoe het kan dat ondanks de wetenschap van miljoenen slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog onder het Poetinregime de persoonsverheerlijking van Stalin weer op gang gekomen is. In het narratief van de Russische staatspropagandamachine is hij toch maar de man onder wiens leiding nazi-Duitsland verslagen werd. Zoals Joeri Dmitriev het uitdrukt: ‘het is de tactiek van de Russische overheid om van ons land weer een door vijanden omgeven kamp te maken. Een geïntimideerd volk zoekt altijd de bescherming van een sterke leider.’

Gorter filmt tamelijk ingetogen en lineair de procesgang van Dmitriev, in coronatijd interviewt ze zijn advocaat via Zoom, ze is er bij wanneer hij voor het hoger beroep bij de rechtbank arriveert en agressief insinuerend door een van de Russische staatszenders geïnterviewd wordt. Confronterend is de scène waarin ze de verslagen familie in de huiskamer op de bank filmt terwijl Joeri beneden op straat een koffer met leeftocht voor de eerste weken in de kofferbak van zijn auto laadt.

Het hoger beroep wordt door de officier van justitie benut om een nieuwe uitgebreidere aanklacht tegen Dmitriev te fabriceren. Hij zou zich schuldig gemaakt hebben aan pedofilie, op een van zijn camera’s zijn naaktfoto’s van zijn pleegdochter aangetroffen, waarvan Dmitriev aan kan tonen dat hij op doktersverzoek haar ziekteontwikkeling in de buik vastlegde. In een proces dat onwillekeurig de herinnering aan de Stalintijd naar boven roept, komt het tot een draconische veroordeling.

Ach, je weet het misschien allemaal wel: veel van wat je ziet zal je bekend voorkomen wanneer je de rechtszaken tegen Aleksej Navalny, Vladimir Kara-Moerza en recent tegen de Amerikaanse journalist Ervan Gershkovitsj gevolgd hebt. Ook in die rechtszaken werden in eerste instantie niet zulke zware straffen opgelegd, maar ging het openbaar ministerie in hoger beroep wat de gelegenheid bood om een extra uitgebreide aanklacht te fabriceren die vervolgens tot fiks hogere straffen leidt. De pijnlijk nauwkeurige manier waarop dit procedé in beeld wordt gebracht, maakt van The Dmitriev Affair een schokkende ervaring.

 

8 juni 2023

 

ALLE RECENSIES

Little Richard: I Am Everything

****
recensie Little Richard: I Am Everything
Worsteling met rock en religie

door Jochum de Graaf

Zijn hele leven streed hij voor erkenning. Met Little Richard: I Am Everything maakte Lisa Cortes een innemend en gevoelvol portret van ‘the originator’ van de rock-‘n-roll.

‘A-bop-bop-a-loom-op a-lop-bop-boom!’ Tutti Frutti, het nummer dat eind jaren vijftig voor een aardverschuiving in de muziekwereld zorgde, leek altijd een onschuldig liedje over Italiaans fruit en een aantal meisjes ‘who drive me crazy’. Rond zijn dood, mei 2020, kwam tot uiting dat Little Richard kort voor de definitieve opname de refreintekst had aangepast, een herhaald Tutti Frutti, aw rutti . Maar in de allereerste nooit officieel uitgebrachte versie was het: ‘Tutti Frutti, good booty / If it don’t fit, don’t force it / You can grease it, make it easy’, een onversneden ode aan de anale mannenseks. In het puriteinse Amerika van die jaren vijftig was het natuurlijk onbestaanbaar dat een dergelijke tekst ook nog gezongen door een zwarte artiest uitgebracht kon worden.

Little Richard: I Am Everything

Roemrucht imago
Richard Wayne Penniman (1932) wordt in een zwarte achterstandswijk in Macon, Georgia geboren in een gezin van 16 kinderen. Vader Charles was naast nachtclubeigenaar diaken in de kerk, een gespleten bestaan dat ook kenmerkend werd voor Little Richard. Hij groeit op in het sterk gesegregeerde zuiden van de VS van de jaren veertig en vijftig. En dan was hij ‘misvormd geboren’ zijn ene been was een paar centimeter korter dan het andere en bovendien blijkt hij queer, wat hem naast zijn huidskleur nog eens extra op achterstand zet. Niet dat hij zich daar iets van aantrekt, hij ontwikkelt zich tot begenadigd pianist, zet altijd en overal de boel op stelten, meet zich met die kenmerkende black pencil moustache vanaf het begin een roemrucht imago aan, shockeert de burgerlijke Amerikaanse middenklasse met nichterig gedrag, travestie, extravaganza.

Good Golly, Miss Molly; Lucille; Long Tall Sally; midden jaren vijftig rijgt Little Richard met zijn elektriserende zang en stevige rockritmes de hits aaneen. In 1957 besluit hij abrupt te stoppen omdat het tot het komt dat de rock-‘n-roll met zijn obscene teksten en sterk seksuele lading tegen de wil van God is. Vijf jaar later maakt hij zijn rentree met een uiterst enerverende en succesvolle tournee door Engeland, de nog piepjonge Rolling Stones treden op als voorprogramma. Hij introduceert de toen eveneens net opkomende Beatles bij de Star Club in Hamburg, en de rest is geschiedenis zou je kunnen zeggen.

Muziek van de duivel
Little Richard levert een permanente worsteling tussen rock en religie. Hij neemt fantastische gospelalbums op, publiceert een goed verkochte autobiografie, bezondigt zich zo’n beetje aan alle drugs die God verboden heeft, kickt af, start een kruistocht tegen homoseksualiteit, trouwt met zijn jeugdliefde Ernestine, krijgt kinderen en daarop weer een reeks affaires met jongens en mannen om vervolgens voor de zoveelste keer een comeback te maken met de ‘muziek van de duivel’.

Erg rijk wordt hij er al die tijd niet van; andere wat bravere artiesten als Elvis Presley, Pat Boone en Fats Domino maakten goede sier met zijn muziek. De gekuiste versie van Tutti Frutti werd vooral een doorslaand succes in de uitvoering van ‘all American boy’ Pat Boone die voor het blanke middenklassepubliek veel aanvaardbaarder was.

Natuurlijk hij wordt opgelicht, maar haalt ook zelf een domme zet uit door uit principiële overwegingen zijn platencontract eenzijdig op te zeggen en dan geheel onjuist te blijven steken in de veronderstelling dat hij daarmee al zijn rechten verspeelt.

Little Richard: I Am Everything

Strijd om erkenning
Centraal in Little Richard: I Am Everything  staat de levenslange strijd van Little Richard om erkenning. Onderweg naar de ceremonie in 1986 waarbij hij in een illuster gezelschap van artiesten als The Everly Brothers, Chuck Berry, Fats Domino en James Brown zal worden opgenomen in de Rock & Roll Hall of Fame, overkomt hem een zwaar auto-ongeluk.

Twee jaar later mag hij de uitreiking van de Grammy’s  verzorgen, ‘and the best new artist is….. ME’. Je zou dat als een mild grapje, een vorm van zelfspot kunnen zien, maar aan zijn verbeten gezicht is te zien dat hij het eigenlijk heel erg meent. Hij zit dan al zo’n jaar of veertig in het vak en hoewel hij door vakgenoten alom wordt gezien als de grondlegger, misschien wel de uitvinder van de rock-‘n-roll overheerst bij hem toch een enorm gevoel van miskenning.

Het belang van Little Richard mag niet onderschat worden, zijn invloed en betekenis benadrukt wordt door Charles Glenn, zijn bassist. Nile Rodgers, Tom Jones en zeker niet te vergeten Mick Jagger zijn allemaal schatplichtig aan hem.

De film is misschien wat te veel een ouderwets Amerikaanse lineair vertelde documentaire, waar met gemak een aantal talking heads vanwege irrelevantie achterwege hadden kunnen blijven. Anderzijds raak je met die korrelige archiefbeelden uit de turbulente ontwikkeling van zijn carrière en de vaart in de montage meer en meer gefascineerd door het fenomeen Little Richard. En je begrijpt heel goed waarom hij breekt en de handen voor de ogen slaat wanneer hij als ‘the originator of rock and roll’ in 1997 bij de American Music Awards de Merit Award voor zijn complete oeuvre krijgt uitgereikt. Regisseur Lisa Cortes laat zeer inlevend en zien wat de wereld van de rock-‘n-roll aan Little Richard te danken heeft.

 

11 mei 2023

 

ALLE RECENSIES

Docu ‘Dit is het begin’ op tv

Docu over bezetting Vrije Universiteit op NPO 2 Extra
‘Dit is het begin’

Dit is het begin, de documentaire over de bezetting van het hoofdgebouw van de Vrije Universiteit in Amsterdam in 1972, is komende week te zien op NPO 2 Extra: 3 mei om 19:50, 5 mei om 15:38, 7 mei om 9:30 en 8 mei om 7:05. 

Deze door oud-bezetter en InDeBioscoop-redacteur Jochum de Graaf, samen met documentairemaker Willem Wisselink, gemaakte film vertelt het verhaal van de nu vrijwel vergeten grootste studentenbezetting van de roemruchte jaren zeventig van het toen in oppervlakte grootste gebouw van Nederland.

Docu ‘Dit is het begin’ op tv

Inzet was de strijd om democratisering en de kritiek op de verplichte ondertekening van de christelijke grondslag van de Vrije Universiteit (VU). De film laat het voorspel en het verloop van de bezetting zien en zoomt in op de betekenis van dit kantelpunt in de geschiedenis van de VU, de eerste grote barst in het tot dan toe gesloten conservatief protestantse bolwerk.

Linksradicalen van gereformeerde komaf
Maar Dit is het begin is ook het verhaal van de aanvoerders van de bezetting – de kleine groep linksradicale studenten, meest van gereformeerde komaf – die de overgang naar het marxisme maakten, door een samenloop van omstandigheden een momentum kregen en daar nu met bijzondere gevoelens op terugkijken.

En dan was er nog de bijzondere rol voor Pim Fortuyn, de oud-VU-student die in zijn postuum heruitgegeven memoires Autobiografie van een babyboomer aangaf dat hij de grote leider van de bezetting was en die zo ongeveer in zijn eentje tot een goed einde wist te brengen; een verhaal dat in de film tot zijn ware proporties wordt teruggebracht.

De documentaire is in beeld gebracht met behulp van re-enactment, nagespeelde scènes uit de film Bezet, een charmant beroerd gemaakt verslag uit 1972. Er is gebruikgemaakt van beelden uit een legendarische Brandpunt-uitzending over de VU-hoogtijdag in 1969 en van het NOS Journaal uit 1972. De enerverende gebeurtenissen worden naverteld en becommentarieerd door de hoofdrolspelers van toen, revolutionaire studenten aan de antirevolutionaire universiteit.

 

2 mei 2023

Aurora’s Sunrise

**
recensie Aurora’s Sunrise
Het gewicht van de Armeense genocide

door Tim Bouwhuis

De geanimeerde documentaire Aurora’s Sunrise tekent een onvoorstelbaar dunne lijn tussen de persoonlijke beleving van een historisch trauma en de representatie daarvan. Luttele jaren na het ontvluchten van de Armeense genocide (1915) werd een getroffen tienermeisje in New York gecast als vertolker van haar eigen leed. Deze gemankeerde film over haar leven zorgt voor gemengde gevoelens: de makers onderstrepen terecht hoe belangrijk het is deze volkenmoord te erkennen en te memoreren, maar stappen daarbij te makkelijk over de schrijnende rol van de door Hollywood misbruikte Aurora heen.

“Ik was geen actrice”, zegt Aurora Mardiganian aan het begin van deze aangrijpende vertelling over haar leven. Als minderjarig weesmeisje belandde ze door de hulp van Amerikaanse missionarissen in New York, waar haar pogingen om haar eerder geëmigreerde broer te vinden de aandacht trokken van journalisten. In 1918 kreeg ze de kans haar memoires te publiceren: eerst in de krant, later in boekvorm. Het duurde niet lang voor Hollywood op de stoep stond.

Aurora's Sunrise

Archief, animatie en representatie
Aurora’s verhaal is onwaarschijnlijk, maar waar. In 1919 zat ze op de voorste rij van het filmtheater bij de première van Auction of Souls, een stille film over haar eigen trauma. Op verzoek van het meisje maakte de kostuumafdeling zelfs de kleding na die ze tijdens haar vlucht had gedragen. Aurora’s Sunrise verweeft een geanimeerde verbeelding van de veelbewogen reis met beelden van Auction of Souls (in 1994 werden er achttien minuten teruggevonden en later gerestaureerd) en fragmenten uit een archiefinterview met de (dan bejaarde) hoofdpersoon.

Animatie kan een waardevolle techniek zijn om herinneringen op een gevoelige, detailrijke manier te doen herleven, maar in Aurora’s Sunrise voelt de verbeelding van de vlucht meer als een creatieve oplossing (er zijn geen historische opnames, en de beelden van Auction of Souls zijn beperkt en vertekend) dan als een volwaardige artistieke keuze. Dat heeft er deels mee te maken dat de montage (archief, representatie en animatie) gefragmenteerd is, waardoor de animaties niet voldoende op zichzelf staan: de beelden vertellen telkens alleen een opgebroken stukje van het verhaal, en komen op die manier (en door de aanvullende voice-over) maar beperkt tot leven.

Als de animaties kwalitatief hadden overtuigd, had de bewust gefragmenteerde opzet van de film minder zwaar gewogen. Helaas is de dynamiek tussen de verbeelding van mensen en het omringende landschap niet in evenwicht: de schilderachtige decors zien er prachtig uit, maar de mensen bewegen en spreken onnatuurlijk en houterig. Op specifieke momenten stoort ook de muziek: die is tijdens Aurora’s reis soms ongepast opzwepend, alsof we naar een actiefilm in wording kijken.

Het kwaad in beeld
Het is moeilijk om met animatie tot de kern van het kwaad door te dringen. De kunstvorm is vaak een dankbaar poëtisch middel, maar als de film het wangedrag van een stel soldaten richting vrouwen en kinderen verbeeldt doet hij even denken aan Ari Folmans Waar Is Anne Frank? (2021), waarin de nazi’s schetsmatig en door kinderogen worden bekeken en neergezet. Animatie kan uitermate genuanceerd zijn, tot je iets moet animeren dat moeilijk te nuanceren is. Het ware leed wordt in Aurora’s Sunrise dan ook pas tastbaar als de geanimeerde scènes overlopen in Auction of Souls en we een slachtoffer aan een symbolisch kruis zien hangen. In werkelijkheid, vertelt Aurora, wachtte een nog veel vreselijker lot.

Regisseuse Inna Sahakyan stelt alles in het werk om het gewicht van de Armeense genocide over te brengen en invoelbaar te maken, maar vergeet om scherper te reflecteren op de rol van het meisje dat centraal staat. Hollywood kwam Aurora’s verhaal op het spoor en zag een verdienmodel: dat het meisje letterlijk gebukt ging onder het gewicht van haar eigen herinneringen, die ze alleen kon ‘spelen’ door ze opnieuw te beleven, wordt in Aurora’s Sunrise wel duidelijk gemaakt maar niet ontleed.

Aurora's Sunrise

Dubbelgangers
Toen de inmiddels (naar schatting) achttienjarige Aurora (die ook niet zo heette, maar zo wel ’toegankelijker’ was voor het publiek) al lang in een tehuis was opgevangen, en geen premières meer bijwoonde, gebruikten de makers nog steeds dubbelgangers (andere meisjes) om Auction of Souls zo optimaal mogelijk in de markt te zetten. Als de stille film op de aftiteling van Aurora’s Sunrise wordt geroemd om zijn onmisbare bijdrage aan de Amerikaanse liefdadigheidscampagne, voelt dat kortzichtig en ongepast: Auction of Souls had nooit gemaakt moeten worden met Aurora zelf in de hoofdrol.

Sahakyan gaat bovendien te eenvoudig uit van een belangeloze Amerikaanse overheid en een goedhartig cordon van weldoeners (Aurora bevindt zich op een gegeven moment in het welgestelde gezelschap van magnaat John D. Rockefeller en andere rijkelui). Er werden overzees inderdaad talloze wezen opgevangen en de bevolking doneerde massaal, maar de staatsreactie op de genocide was ook een politiek spel, waarbij de regering van Woodrow Wilson in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog een nieuwe landindeling voorstelde en intensief betrokken was bij het voortwoekerende conflict met Turkije (in de complexe overgangsfase van het Ottomaanse rijk naar onafhankelijkheid).

De tol van trauma
Noem het cynisme, maar liefdadigheid heeft in politieke en welgestelde kringen vaak meer dan één doel of betekenis, en Hollywood gaf in 1919 meer om een potentieel kassucces dan om de mentale gezondheid en het reële trauma van Aurora. Deze observaties schijnen zijdelings óók door in Aurora’s Sunrise, maar worden niet onderstreept of hard gemaakt, waardoor de film ondanks zijn goede bedoelingen (internationale erkenning voor – en herinnering van – de Armeense genocide) niet tactvol overkomt. Hoeveel mag een trauma kosten, en wat mag het opleveren? Deze geanimeerde documentaire leert in ieder geval om nog eens kritisch naar de mogelijke tol van representatie te kijken.

 

25 april 2023

 

ALLE RECENSIES

Unieke registratie Creedence Clearwater Revival op IN-EDIT 2023

Internationale Muziekdocumentaire Festival IN-EDIT 2023:
Unieke concertregistratie Creedence Clearwater Revival

door Cor Oliemeulen

Van 13 tot en met 23 april wordt in de Melkweg Amsterdam voor de vijfde keer het Internationale Muziekdocumentaire Festival IN-EDIT gehouden. Op het programma staan 24 nieuwe muziekdocumentaires, variërend van films over Thelonious Monk, Little Richard en Metallica. In deze preview bespreken we Travelin’ Band: Creedence Clearwater Revival at the Royal Albert Hall met een unieke registratie van het concert dat CCR gaf op 14 april 1970 in Londen.

Een echte muziekdocumentaire kun je deze film van Bob Smeaton nauwelijks noemen, omdat het reilen en zeilen van Creedence Clearwater Revival slechts in vogelvlucht voorbij komt. Travelin’ Band begint met korte beelden van de bandleden tijdens hun eerste Europese tournee in 1970. John Fogerty (zang en gitaar), Tom Fogerty (gitaar), Stu Cook (bas) en Doug Clifford (drums) ogen als toeristen en kijken hun ogen uit in Kopenhagen, Stockholm, Berlijn, Rotterdam en Parijs. “In Europa is alles minder zwart-wit dan in de States, hier heeft men geen moeite met lang haar en bakkebaarden.”

Travelin' Band: Creedence Clearwater Revival at the Royal Albert Hall

Swamp rock
De band had een zeer vruchtbaar jaar 1969 achter de rug met de lancering van maar liefst drie goed verkochte albums, te weten Bayou Country, Green River en Willy and the Poor Boys. “De beste band na The Beatles”, vertelt de voice-over van Jeff Bridges (waarmee Led Zeppelin en The Rolling Stones voor het gemak even aan de kant worden geschoven). De vier leden speelden samen vanaf begin jaren 60, eerst als The Blue Velvets, daarna als The Golliwogs. Begonnen met voornamelijk rhythm-‘n-bluescovers en geïnspireerd door onder anderen Chuck Berry, Little Richard en Hank Williams ontwikkelde de band, ondanks haar oorsprong in de San Francisco Bay Area, een zuidelijke rockstijl vanaf het moment dat ze in 1967 hadden getekend bij Fantasy Records en hun naam veranderden in Creedence Clearwater Revival. Hun swamp rock-geluid laat zich kenmerken door een mix van rock-‘n-roll, blues en country met vaak teksten over sociaal-politieke thema’s. Zo leveren de songs Who’ll Stop The Rain, Have You Ever Seen The Rain en Fortunate Son kritiek op de Vietnamoorlog.

John Fogerty, die zich had ontpopt als bandleider, tekstschrijver en producer, bepaalde ook met zijn kenmerkende raspende stem en gitaarriffs het geluid van CCR. Het is veelzeggend dat de band, na haar succesvolle optreden op Woodstock, in februari 1970 op de cover van Rolling Stone belandde, maar dat Fogerty als enige aan het woord kwam in het begeleidende interview. Na het vijfde album Cosmos Factory (dat zes weken in Amerika op nummer 1 stond) en het zesde album Pendulum verliet Tom Fogerty de band (hij zou later overlijden aan aids door een bloedtransfusie) en na het zevende album, Mardi Gras, viel CCR door irritatie over artistieke controle en zakelijke spanningen in 1972 uit elkaar. Weinig van dit alles in de documentaire.

Travelin' Band: Creedence Clearwater Revival at the Royal Albert Hall

Strak en zonder poespas
De fan hoeft echter zeker niet te treuren, want iemand was zo slim geweest om een van de twee concerten in de Londense Royal Albert Hall op 14 april 1970 op te nemen. Voor Travelin’ Band zijn de originele multitrack tapes gerestaureerd, gemixt en gemasterd, en het resultaat mag er zijn. Niet alleen is de beeldkwaliteit prima (wel jammer dat je nauwelijks iets van het publiek ziet), het geluid is navenant. De 45 minuten lange registratie van het optreden – het enige concertmateriaal van de originele line-up dat na meer dan een halve eeuw volledig is uitgebracht – is met iconische nummers als Proud Mary, Bad Moon Rising, Green River en Travelin’ Band nostalgische kwaliteit van de bovenste plank. Zonder poespas en met een strakke ritmesectie klinken de songs net zo goed als op de plaat.

 

11 april 2023

 


MEER FILMFESTIVAL

Paved Paradise

****
recensie Paved Paradise
Alle landbouwministers verplicht op vakantie in Costa Rica

door Cor Oliemeulen

We worden om de oren geslagen met doemscenario’s over klimaatverandering en het verdwijnen van natuur. Door de toenemende wereldbevolking neemt de biodiversiteit door voedselproductie in rap tempo af. Maar er is hoop, aldus filmmaker Karsten de Vreugd en bioloog Hidde Boersma in Paved Paradise. “Dit is geen depressieve film om de mensen een kutgevoel te geven.”

De Europese Unie wil dat in 2030 een kwart van de totale landbouwgrond wordt gebruikt voor biologische landbouw. Een begrijpelijke gedachte, want niet-natuurlijke bestrijdingsmiddelen zijn slecht voor je gezondheid. De documentaire Paved Paradise maakt echter duidelijk dat voor biologische landbouw bijna een derde meer grond nodig is voor dezelfde opbrengst als bij de traditionele, intensieve landbouw. Terwijl Europese subsidies de huidige landbouw in stand houden, staan we voor de urgente uitdaging om meer voedsel te produceren op een kleiner oppervlakte, zodat we tegelijkertijd land aan de natuur kunnen teruggeven. En dat is weer goed voor de biodiversiteit en ook voor het klimaat.

Paved Paradise

Alleen maar biologische landbouw is niet het antwoord
Hidde Boersma vertelt dat hij vroeger op The Rainbow Warrior van Greenpeace walvisjagers wilde gaan torpederen. Zijn kijk op een betere wereld veranderde toen hij biologie ging studeren, want bepaalde zaken bleken toch net even anders in elkaar te steken. Zo ook de misvatting dat biologische landbouw de wereld zou moeten redden. De conclusie van Paved Paradise is dat de belangrijkste oorzaak van het uitsterven van dier- en plantensoorten niet de klimaatverandering is, maar ons voedselsysteem. Voor de begrijpelijke en logische onderbouwing komen onder meer een Britse schrijver, twee Cambridge-wetenschappers, een hoogleraar landschapsplanning, een lid van het Europees Parlement en een voormalige minister van Costa Rica aan het woord. Over laatstgenoemde straks meer.

Filmmaker Karsten de Vreugd en bioloog Hidde Boersma brengen hun boodschap op een verhelderende en amusante manier. Hun film onderscheidt zich van de standaard-documentaires over heikele kwesties door hun leuke interacties met elkaar en hun gasten, humoristische voice-overs, jolige muziekjes en verrassende montages. Zo springt een teler van een Westlandse kas tussendoor een keer of vijf tevergeefs tussen de planten vandaan voordat hij dan eindelijk zijn zegje mag doen. Zijn opmerking dat hij tien keer zo weinig grond nodig heeft voor dezelfde opbrengst zet je opnieuw aan het denken.

Paved Paradise

De romantisering van het traditionele plattelandsleven
De huidige oeverloze discussies over ons stikstofprobleem zijn onderdeel van de manier waarop er naar de landbouw wordt gekeken. De Britse schrijver George Monbiot zegt dat de meeste milieuactivisten blind zijn voor de olifant in de kamer: het gebruik van land. De culturele kracht om dingen te veranderen is groter dan de economische macht. Als eenling kun je niks, maar grote groepen burgers kunnen wel regeringen pushen. Hij noemt ‘poetry’ de grootste vijand voor verandering. Al zodra mensen beginnen met lezen, worden zij geconfronteerd met de romantisering van het traditionele plattelandsleven.

De Vreugd en Boersma bezoeken Portugal waar ruimte wordt gegeven aan de natuur zodat ecosystemen kunnen herstellen. Maar vooral hun trip naar Costa Rica laat zien dat er nog hoop is als ze zich laten rondleiden door ex-minister Alvaro Umaño. Hij was in de jaren 80 medeverantwoordelijk voor het opgeven van landbouwgrond aan de natuur, die inmiddels meer dan de helft van het Centraal-Amerikaanse land bestrijkt. Natuurlijk is niet ieder land hetzelfde en zijn overal de natuurlijke omstandigheden anders. Maar wat zou er ook in ons eigen land op tegen zijn dat boeren landbouwgrond opofferen aan het cultuurlandschap en hiervoor betaald krijgen?

In Costa Rica ligt de blauwdruk voor een goed plan voor de toekomst van voedselproductie in combinatie met het herstel van natuur en biodiversiteit. Boeren hebben hier niet meer dan vijf hectare land, maar dan wel op de meest vruchtbare plekken met de hoogste opbrengsten. “Alle landbouwministers moeten verplicht op vakantie in Costa Rica”, aldus de filmmakers. Alvaro Umaño is zichtbaar geroerd door hun enthousiasme.

 

5 april 2023

 

ALLE RECENSIES

Eternal Spring

**
recensie Eternal Spring
Repressie en revolutie

door Tim Bouwhuis

Op 5 maart 2002 raakte de Chinese overheid kortstondig de controle kwijt over het centrale staatstelevisiekanaal. De stoorzenders waren een aantal beoefenaars van de spirituele discipline Falun Gong, die in 1999 werd verboden door de Chinese Communistische Partij. Eternal Spring is een knap geanimeerde, maar inhoudelijk nogal schematische poging van een gerenommeerde illustrator én Falun Gong-adept om de televisiekaping opnieuw in herinnering te brengen.

Verzorgde, detailrijke animaties van een politieklopjacht zetten aan het begin van Eternal Spring direct de toon voor een politiek geladen verhaal over repressie en revolutie. “De staatspolitie zou gerust duizend moorden plegen om de daders te pakken te krijgen”, vertelt de voice-overstem die de animaties van uitleg voorziet. Het is een dag na de succesvolle kaping van de Chinese staatstelevisie, en wat de initiatiefnemers al vreesden gebeurt: de communistische staatspartij slaat keihard terug en rust niet tot de werkkampen gevuld zijn.

Eternal Spring

Hybride documentaire
Grofweg twintig jaar na de revolutionaire actie ziet Daxiong, een Chinese striptekenaar die tegenwoordig in Canada woont, gelegenheid om het verleden op een creatieve manier te herdenken. Onder begeleiding van de Canadese documentairemaker Jason Loftus maakt hij storyboards van de kaping en de aanloop daarnaartoe. De storyboards groeien uit tot volwaardige animaties, waarvan we in de film direct het respectabele resultaat zien.

Veel tijd gaat op aan het herinneren van plaats en tijd: we zien op welke plekken de Falun Gong-beoefenaars hun daad voorbereidden, hoe ze door de autoriteiten vervolgd werden en hoe ze vervolgens in de schrikaanjagende werkkampen belandden. De betreffende animaties worden afgewisseld met documentaire beelden van Daxiong, die in het heden een aantal hoofdrolspelers van de kaping opzoekt en hen vraagt naar hun herinneringen. Spaarzame archieffragmenten maken de hybride reconstructie compleet.

Collectieve herinnering
In een van de eerste scènes met Daxiong zelf stelt de illustrator dat hij zijn kunst wil inzetten om een collectieve herinnering te scheppen. ‘Collectief’ is in dat kader een groot woord, omdat Eternal Spring ondanks de ‘grote’ thematiek (de overheid versus de burger, repressie en revolutie) een zeer persoonlijke en toegespitste film is geworden. Dat brengt één groot manco met zich mee: er wordt geen bredere context geschetst die kijkers (en specifiek kijkers buiten China) helpt om de verhouding tussen (en de geschiedenis van) Chinese staatsrepressie en de Falun Gong-beweging beter te begrijpen.

Eternal Spring

De uitleg die Daxiong voorziet, is teleurstellend oppervlakkig en (waarschijnlijk onbedoeld) schetsmatig. De media liegen, Falun Gong is “niet slecht maar goed” en verzet is een baken tegen de onmenselijkheid van de onderdrukkende overheid, krijgen we te zien en te horen, maar hoe kun je dat oordeel klakkeloos overnemen als een scherp inhoudelijk begrip van deze beweging en van het gerichte Chinese vervolgingsbeleid ontbreken? Dat een breder kader ontbreekt, is niet per se de verantwoordelijkheid van de tekenaar, maar wel van de regisseur, die nalaat om de subjectieve, uiterst persoonlijke standplaats van zijn hoofdpersonen wat meer duiding te geven.

Terug naar die ene dag         
Veel kijkers zullen de benodigde context er zelf bij kunnen denken en twijfelen er niet aan dat de Chinese staat een op veel fronten misdadig en onmenselijk beleid hanteert. Het probleem is dat het averechts werkt als een maker daar blind vanuit gaat, of, erger, helemaal geen rekening houdt met kijkers die die context niet voorhanden hebben. Dat is namelijk precies hoe propaganda ook werkt. Het feit dat Eternal Spring juist de propaganda van de Chinese overheid wil ontmaskeren, maakt in die zin niet uit, omdat met name de voice-overs een vergelijkbare retoriek bevatten.

De Falun Gong-beoefenaars die hun verhaal doen zijn onmiskenbaar oprecht, en hadden beter verdiend. Eternal Spring is dan ook op zijn best als de animaties, hoe vaardig ze ook tot stand zijn gebracht, pas op de plaats maken voor de geëmotioneerde, doorleefde gezichten van de mensen die allemaal terugdenken aan die ene dag.

 

23 januari 2023

 

ALLE RECENSIES