5 onmisbare muziekdocu’s

Vijf onmisbare muziekdocumentaires

The-Burger-and-the-king

IDFA 2014 is bijna voorbij. Daarom nog een keer een lijstje bijzondere documentaires die je gezien moet hebben. Dit keer als thema muziek.

door George Vermij

1. – Dig! (2004, Ondi Timoner)

Als een inkijkje in de competitieve wereld van de alternatieve Amerikaanse rockmuziek is Dig! een essentieel document. Regisseuse Ondi Timoner volgde de bands The Brian Jonestown Massacre en The Dandy Warhols toen ze op het moment stonden om door te breken. Aan het begin zijn de bands nog bevriend en halen hun inspiratie en de nodige drugs van elkaar. Maar als The Dandy Warhols groter worden en voor een groot platenlabel tekenen wordt de rivaliteit tussen de bands grimmig. Het wordt een strijd tussen de charismatische, maar egocentrische Anton Newcombe van The Brian Jonestown Massacre en de koele Courtney Taylor-Taylor van The Dandy Warhols. Newcombe komt daarbij over als een creatieve duizendpoot die leeft voor zijn muziek ook al gaat dat ten koste van zijn relaties met zijn overige bandleden. Hij gedraagt zich als een bazig heerschap en heeft altijd het laatste woord. Het succes blijft echter beperkt tot een kleine kring bewonderaars. De Dandy’s zijn gewiekster en weten zich beter aan te passen aan de wetten die een groot succes voorschrijven, zoals concessies doen aan hun sound en de wensen van hun label. Dig! toont die harde werkelijkheid van moderne rock & roll waar de ego’s botsen ondanks de passie voor het muziek maken.

2. – Nico Icon (1995, Susanne Ofteringer)

Zangeres, model en actrice Nico was een echt underground icoon. De Duitse flitste voorbij in wat scènes van Federico Fellini’s La Dolce Vita en had een affaire met Alain Delon. Toen ze in New York terecht kwam begon ze met hulp van Andy Warhol een muziekcarrière. Tegen de zin van Lou Reed en John Cale werd ze toegevoegd aan The Velvet Underground en zou zij bekend worden door haar unieke vertolkingen van de liedjes ‘All tomorrow’s parties’ en ‘I’ll be your mirror’. Susanne Ofteringer maakt in Nico Icon een mooi en eerlijk portret van een moeilijke en duistere vrouw die ondanks haar onwerkelijke schoonheid zich van binnen lelijk voelde. Ze raakte al snel verslaafd aan zware drugs en als je de interviews in de docu moet geloven hielp zij ook haar zoon aan de heroïne. Die zoon, het onwettige kind van Delon, is ook aan het woord over zijn excentrieke en destructieve moeder. De film bewijst daarnaast op overtuigende wijze dat Nico niet alleen een stem was, maar een zangeres die een uniek geluid nastreefde, zoals op haar prachtige en ijzige soloplaat The Marble Index.

3. – The Nomi Song (2004, Andrew Horn)

Een andere Duitser, net zo excentriek als Nico en gezegend met een ongelofelijke zangstem, was Klaus Nomi. Andrew Horns mooie portret van de aan aids overleden zanger begint met scènes van sci-fictionfilms over buitenaardse wezens uit de jaren vijftig. Het is een mooie vergelijking met de onwerkelijke impact die Klaus Nomi op mensen had in New York met zijn vreemde uitstraling, beleefde voorkomen en een bovenmenselijk hoog stembereik waarmee hij Maria Callas probeerde te imiteren. Al gauw kwam Nomi terecht in de punk scene  waar hij experimenteerde met zijn geluid en look, wat resulteerde in een bijzondere mix van cabaret, opera, pop en sci-fi symboliek. David Bowie was al snel onder de indruk en liet hem meezingen tijdens een liveoptreden. Nomi probeerde daarna zelf door te breken, wat helaas te snel werd onderbroken door zijn ongeneeslijke ziekte. The Nomi Song geeft een mooi portret van een geliefd man die zijn gave wilde delen en voor een kort moment een onuitwisbare indruk achterliet.

4. – Vinyl (2000, Alan Zweig)

Met de nieuwe interesse in vinyl die weer een boost geeft aan de platenindustrie is het interessant om Alan Zweigs zeer persoonlijke filmportret Vinyl  uit 2000 te zien. In de documentaire probeert hij door interviews met andere verzamelaars zijn eigen obsessieve verzamelwoede te vatten. Hij ontmoet zo wereldvreemde types die nog excentrieker zijn dan hij. De vraag die blijft opkomen is waarom je zoveel tijd steekt in dingen in plaats van mensen. Een inzicht dat Zweig ook zelf ontdekt en kenbaar maakt in confronterende monologen die hij tegen de camera houdt. Pijnlijk herkenbaar voor verzamelaars en op momenten tragikomisch als je ziet hoe verwijderd van de werkelijkheid mensen kunnen zijn. Vinyl  is ook het eerste deel in een serie films waarin Zweig zichzelf analyseert zoals in het grappige I, Curmudgeon over hoe het is om een oude zuurpruim te zijn.

5. – The Burger and the King: The Life & Cuisine of Elvis Presley (1996, James Marsh)

Deze bizarre voor de BBC gemaakte docu richt zich op droge en komische wijze op de overdadige eetgewoonten van The King of Rock & Roll. Daaruit blijkt dat eten voor Presley de ultieme luxe was. Van de magere maaltijden die hij at als arme jongen in het zuiden van de VS, zoals gefrituurde eekhoorn, tot aan de vette overdaad van zijn latere jaren. Voor Elvis was de hamburger als snel het symbool van rijkdom en succes en hij kon er geen genoeg van krijgen. In de docu komt onder meer de kok van The King aan het woord en zij geeft wat geheimen prijs zoals het recept van zijn geliefde peanut butter & banana sandwiches die met veel boter in de pan worden gebakken als een vettig wentelteefje. Regisseur James Marsh heeft een goed oog voor surrealistische Americana, net als zijn mooie en duistere docu van het dorpje Black River Falls in Wisconsin Death Trip. Hij is vooral bekend geworden van het spannende Man on Wire.

29 november 2014

 

Alle leuke filmlijstjes

IDFA 2014 – Deel 4

Deel 4: De race om innovatie, getallen achter de crisis, obsessie voor Kennedy en passie voor Frankrijk

door George Vermij

Het IDFA biedt een breed venster op de wereld. Zo ook in ons nieuwe verslag met verschillende startende bedrijfjes die vechten voor een plek op de markt van 3D-printers. Wij luisteren naar een handelaar die de crisis heeft voorspeld en naar een man die geobsedeerd is door de moord op Kennedy. Wij sluiten mooi af in Normandië met een portret van meesterdocumentairemaker Ricky Leacock.

Print the Legend

Print the Legend – Luiz Lopez & Clay Tweel (USA, 2014)
De nieuwste internetrevolutie zal The Internet of Things worden voorspellen experts. 3D-printen vormt daarbij een essentieel onderdeel. Er bestaan al apparaten die dat kunnen doen, maar zoals de docu Print the Legend laat zien, is er een revolutie gaande om goedkope printers te maken voor een grotere markt. We volgen de beginnende bedrijven MakerBot en Formlabs die met elkaar concurreren. Daarnaast volgen we een groter en een ouder printbedrijf die een gevestigde plek hebben op de markt, maar door de nieuwe revolutie van hackers hun business-model moeten aanpassen.

De docu geeft een goed beeld van de passie die innovatie draaiende houdt. Zo is MakerBot ontstaan vanuit idealisme van hackers en ingenieurs die mensen in staat willen stellen om van alles te kunnen printen. Het meest extreme voorbeeld daarvan is de Texaanse cryptoanarchist Cody Wilson die ontwerpen maakt van wapenonderdelen en ook de bedenker is van een printbaar pistool. Hij geeft in de docu gevat commentaar op de kritiek die hij over zich heen heeft gekregen.

Het hart van de docu vormt echter de opkomst en ondergang van MakerBot-oprichter Bre Pettis die van een innemende en charismatische woordvoerder voor 3D-printen door het succes verandert in een harde zakenman. Een interview van een ex-medewerker is daarbij veelzeggend: na het lezen van de bio van Steve Jobs hebben veel mensen het idee dat ze het kunnen maken om een klootzak te zijn en dat geldt ook voor Bre. De underdog is de verlegen nerd Max Lobovsky die geen verkoper is en door zijn ouders liefkozend een mad scientist wordt genoemd. Hij heeft echter wel het betere product, maar dat is niet genoeg om op te vallen of de markt te veroveren. Print the Legend is een spannende en onthullende docu over hoe innovatie ontstaat, maar ook over de onvermijdelijke problemen die opduiken als er geld verdiend moet worden.

The Forecaster

The Forecaster – Marcus Vetter (Duitsland, 2014)
Martin Armstrong heeft met zijn model de pieken en dalen van de wereldeconomie weten te voorspellen. Niet dat iedereen blij is met zijn accurate predicties. In The Forecaster maakt Marcus Vetter een portret van Armstrong die na een succesvolle carrière op een gegeven moment de bak in moest voor fraude. De docu toont echter dat er vieze spelletjes werden gespeeld en dat de CIA het ook gemunt heeft op Armstrongs formule die hij nog steeds geheim houdt. Het levert een spannende docu op waarin je een inkijkje krijgt in de harde wereld van het geld. Daarnaast doet de bescheiden en innemende Armstrong ook nog wat schokkende voorspellingen zoals het instorten van de euro. De reden ligt volgens hem voor de hand. Regeringen lenen maar al te makkelijk zonder het idee dat ze het ooit terug moeten betalen. Voor Armstrong een gevaarlijke behoefte die alleen tot verdere economische malaise kan leiden. Je hoeft het natuurlijk niet eens te zijn met Armstrong, maar The Forecaster houdt je wel geboeid en levert genoeg stof op om over na te denken in een tijd waarin de crisis nog steeds aanwezig is.

Plaza Man

Plaza Man – Kasper Verkaik (Nederland, 2014)
Dealey Plaza, Dallas is de plek waar John F. Kennedy vermoord werd door Lee Harvey Oswald. Maar niet volgens Robert Groden die op die bewuste dag jarig was en 18 werd. Voor hem een reden om de moord nooit meer te vergeten en om te onderzoeken wat er echt gebeurd is. Nederlander Kasper Verkaik geeft een mooi portret van de prijs van een obsessie. Groden is sympathiek, maar op momenten ook verbitterd. Ook is zijn levenslange onderzoek ten koste gegaan van een stabiele gezinssituatie en de band met zijn kinderen die in de film worden geïnterviewd over de afwezigheid van hun vader. Verkaik is vooral geïnteresseerd in de persoon Groden en behandelt de moord op Kennedy summier. Wat wel duidelijk wordt, is de manier waarop de stad Dallas met moord omgaat zoals in het museum dat aan de aanslag is gewijd. Volgens Groden een samenzwering om de leugens over de moord in stand te houden. Iets dat voor hem extra pijnlijk is omdat een voormalige vriend verbonden is aan het museum. Op momenten bereikt Verkaik ook een tragikomische noot zoals een scène waarin Groden in slaap valt bij een vertoning van Oliver Stone’s JFK, waar hij als historisch adviseur aan heeft meegewerkt.

How to Smell a Rose: A Visit with Ricky Leacock in Normandy

How to Smell a Rose: A Visit with Ricky Leacock in Normandy – Gina Leibrecht & Les Blank (USA, 2014)
Regisseur Les Blank is een belangrijke documentairemaker die de prachtige ode aan de knoflook, Garlic Is As Good As Ten Mothers, heeft gemaakt. In How to Smell a Rose zoekt hij de oude meesterfilmer Ricky Leacock op in Normandië. Ondanks zijn leeftijd is Leacock nog steeds vol levensenergie en kookt en filmt hij met passie. Blank spreekt hem verder over zijn revolutionaire documentaires die de basis zouden vormen voor direct cinema, een Amerikaanse versie van cinema verité. De docu bevat ook veel beelden van films van Leacock zelf en films die hij met zijn jongere Franse vrouw maakt met kleine digitale camera’s. Als hoogbejaarde man laat Leacock zich echter niet beperken door de nieuwe techniek en we zien hem moderne digitale camera’s prijzen. Leacock was op het vorige IDFA al kort te zien in The Art of Observing Life en is voor Blanks camera weer even charmant en interessant als in die docu. De film is daarom een gepast eerbetoon aan twee invloedrijke en geliefde filmmakers die helaas zijn heengegaan.

 

28 november 2014

 

TIPS VOOR IDFA 2014

DEEL 1

DEEL 2

DEEL 3

DEEL 5

DEEL 6

DEEL 7

IDFA 2014 – Deel 1

Deel 1: Oudere docu’s weer even in de schijnwerpers

door George Vermij

Op het IDFA is er ook ruimte voor oudere docu’s die tijdens het festival weer even in de schijnwerpers mogen staan. In dit verslag een oude docu van een nieuwe Spaanse meester. Het spektakel achter vliegtuigkapingen. Fictie vermomd als documentaire in een Amerikaans strafkamp. En unieke beelden van de val van Ceaușescu.

En construcción

En construcción – José Luis Guerín (Spanje, 2001)
José Luis Guerín is een Spaanse cineast die meer aandacht verdient. Zijn fictiefilm En la ciudad de Sylvia eindigde in 2007 terecht op veel eindejaarslijstjes van critici. En construcción laat zien dat zijn achtergrond deels ligt in het maken van documentaires. Net als zijn gelauwerde speelfilm is de stad in En construcción een speelveld van tegenstrijdige ontwikkelingen en een labyrint van verhalen. De documentaire gaat over de arbeidersbuurt El Xino in de wijk El Raval in Barcelona die grondig wordt gerenoveerd. Guerín filmt de vervallen straatjes en appartementen van de wijk en haar bewoners: een stel junks, weemoedige bejaarden en arbeidersgezinnen. Deze worden gaandeweg vervangen door beelden van de slopers en bouwers. De verandering van het urbane landschap vormt de kern van film. Oude gebouwen maken plaats voor nieuwe dure appartementen en rijkere bewoners, waardoor de sfeer en de geschiedenis van de wijk worden aangetast.

Guerín weet met zijn camera intieme portretten te maken. Oudjes praten over de verleidelijke vrouwen die vroeger door de buurt liepen. Een verslaafd stel probeert picaresk rond te komen en een Marokkaan die werkt als metselaar praat met zijn Spaanse collega over politiek en poëzie. Anders dan het prachtige camerawerk van Gueríns  fictiefilms En la ciudad de Sylvia en Tren de sombras is deze documentaire wel vrij droog gefilmd, zonder de visuele sensualiteit die de Spaanse regisseur zo typeert. De documentaire is ook vrij lang en boeit wat minder naar het einde toe als de yuppen en rijke gezinnen zich gaan vestigen in de wijk. Zij spreken minder tot de verbeelding dan de oorspronkelijke bewoners. Als een verslag van de veranderende textuur van een stad is En construcción wel een fascinerend sociologisch en stedenbouwkundig document dat gedetailleerd en nauwgezet in twee jaar is vastgelegd.

Dial-H-I-S-T-O-R-Y

Dial H-I-S-T-O-R-Y – Johan Grimonprez (België, 1997)
De Belg Johan Grimonprez maakt bijzondere films die bestaan uit montages van bestaande archiefbeelden. In Dial H-I-S-T-O-R-Y vormen vliegtuigkapingen het uitgangspunt en gebruikt hij bijzondere beelden uit de jaren zestig en zeventig om de rol en de wisselwerking tussen media en terreur te onderzoeken. Hij vult het aan met monologen afgeleid uit het werk van de Amerikaanse schrijver Don DeLillo die gefascineerd is door het spektakel van geweld. Het eindresultaat is een op momenten bizarre film. Zo zien we kapingen die worden uitgevoerd door de RAF en het Japanse Rode leger en interviews met gijzelaars. Grimonprez gebruikt ook beelden uit de Koude Oorlog om meer verbanden te leggen. Het eindresultaat is een intrigerende essayfilm die vooral veel vragen oproept. Iets dat nog eens wordt versterkt door de schaduw van 11 september die over de documentaire  hangt.

Punishment Park

Punishment Park – Peter Watkins (USA, 1971)
De Brit Peter Watkins zorgde al met zijn TV-film The War Game uit 1965 voor veel ophef. Bedoeld als een informatiefilm over de gevolgen van een mogelijke atoomoorlog, bleek de film te gruwelijk en realistisch voor het publiek en werd daarom niet uitgezonden. De film zou het begin zijn van een geëngageerde carrière als filmmaker waarin hij vooral geïnteresseerd was in machtsrelaties en politiek geweld. Watkins hanteerde daarbij een unieke combinatie van documentaire en fictie.

Zo is het intense en meesterlijke Punishment Park opgebouwd als een documentaire over Amerikaanse strafkampen in de VS in de jaren zeventig. De gevangenen zijn vooral politieke dissidenten en activisten die tegen de Vietnam-oorlog zijn. Zij krijgen de keuze om de gevangenis in te gaan of drie dagen te overleven in Punishment Park. Opgezet als een trainingsgebied voor militairen die worden ingezet bij rellen, maken de gevangenen geen kans. Watkins filmt het allemaal nauwgezet en beklemmend. Van een spoedtribunaal waarin discussies ontstaan tussen mondige activisten en de conservatieve jury tot aan gevangen die moeten overleven onder extreme omstandigheden. Als tijdsbeeld van de paranoia die de regering van Nixon zou typeren is het ondanks zijn fictieve elementen ijzersterk.De film toont de interne strijd die in de VS woedde naar aanleiding van de Vietnamoorlog en de burgerrechtenbeweging.

De film is daarnaast nog steeds actueel als je denkt aan de illegale en gewelddadige praktijken die worden gehanteerd om vrijheid en democratie schijnbaar te beschermen. Daarmee is Punishment Park een belangrijke en onvergetelijke film van een filmmaker die terecht als moderne meester wordt gezien.

Videogramm einer Revolution

Videogramme einer Revolution – Harun Farocki & Andrei Ujica (Duitsland, 1992)
De Duitse kunstenaar Harun Farocki maakte eerder interessante essayfilms die handelen over macht, repressie en technologie zoals het boeiende Images of the World and the Inscription of War. Samen met de Roemeen Andrei Ujica stelde hij van een ongelofelijk archief van tv-beelden een film samen die van minuut tot minuut toont hoe Ceausescu’s regime in Roemenië in elkaar stort. Je ziet de verwarring en de chaos die het resultaat is van de machtswisseling en hoe geschiedenis van momenten tot moment gemaakt wordt. Spannend en verslavend hoe je als kijker in de positie wordt gesteld om een gebeurtenis vanuit verschillende perspectieven te bekijken. Ujica zou zich later nog richten op het leven van Ceausescu in zijn monumentale essayfilm The Autobiography of Nicolae Ceausescu die is samengesteld uit propagandistische archiefbeelden en een idee geeft hoe een dictatuur omgaat met de kracht van beelden.

 

23 november 2014

 

TIPS VOOR IDFA 2014

DEEL 2

DEEL 3

DEEL 4

DEEL 5

DEEL 6

DEEL 7

5 real life documentaires met bijzondere personages

Vijf real life documentaires met bijzondere personages

Dreams-of-a-Life

Tijdens het IDFA richt Indebioscoop zich op onderbelichte en bijzondere documentaires die je gezien moet hebben. Deze tweede lijst richt zich op real life documentaires, waarin passies, keuzes en de levens van bijzondere personages centraal staan.

Samenstelling: Suzan Groothuis en George Vermij

1. – Dreams of a Life (2011, Carol Morley)

In Dreams of a Life poogt filmmaker Carol Morley naar aanleiding van een onthutsend nieuwsbericht meer te weten te komen over het leven van Joyce Vincent. Deze jonge vrouw werd drie jaar na haar overlijden in haar flat gevonden, terwijl haar televisie nog aanstond. Wie was zij en waarom werd zij door niemand gemist?

Naar aanleiding van Morleys oproep wordt het leven van Joyce geleidelijk aan ingekleurd. Vrienden, die al een tijd uit contact waren, vertellen over haar kleurrijke, maar ook eenzame bestaan. Volgens insiders was Joyce een innemende, exotische en prachtige vrouw. Maar er ging ook een mysterie van haar uit, iets wat zij niet wilde delen met anderen. Gereconstrueerde beelden van Joyce gaan samen met interviews en zelfs een gevonden geluidsopname. Met haar film geeft Morley een vrouw die drie jaar lang niet gemist werd weer identiteit, maar wel een waar tragiek achter schuilt. Dreams of a Life toont fragmenten uit een bewogen leven dat eindigt in pure eenzaamheid. Of zoals een oude vriend het zo mooi zegt: “You’d be thinking, this got to be fiction. But this is real life.” (SG)

2. – Deep Water (2006, Louise Osmond, Jerry Rothwell)

In de zomer van 1968 varen negen mannen uit op de eerste non-stop solo zeilrace rond de wereld, uitgeroepen door de Sunday Times. Een van hen is de onervaren Brit Donald Crowhurst. De man weet alles van boten bouwen, maar varen en dan zeker een non-stop zeilrace rond de wereld is vragen om problemen. Toch is er, misschien wel door zijn enthousiasme en geloof in zichzelf, vertrouwen in hem. Maar er is ook druk, want als Donald afziet van de race moet hij het geld dat in hem geïnvesteerd is terug betalen.

Donald vertrekt op de laatst mogelijke dag, 31 oktober, zijn vrouw en kinderen achterlatend. Deep Water toont vervolgens het verloop van de wedstrijd, waarin niet alleen Crowhurst maar ook de andere zeilers (onder wie bekende namen als Robin Knox-Johnston en de Fransman Bernard Moitessier) gevolgd worden. De race krijgt echter een andere wending als Crowhurst, die met tegenslag te maken krijgt, valse positiebepalingen doorgeeft. Deep Water laat in een spanningsvol tempo, laverend tussen drama en thriller en geleid door de kalme voice-over van Tilda Swinton, zien hoe het rotsvaste vertrouwen van een man omslaat in waanzin en onmacht. Waarin de zee, maar misschien nog wel meer de menselijke geest de grootste vijand is. Meeslepend en tragisch, dit project van een “dare and do, homegrown British hero”. (SG)

3. – Marwencol (2010, Jeff Malmberg)

Nadat Mark Hogancamp in een bar heftig in elkaar wordt geslagen verandert alles drastisch. Zijn geheugen is gewist en hij heeft moeite om zijn leven weer zin te geven. Gelukkig vindt hij door zijn creativiteit een uitweg en bouwt hij Marwencol. Het fictieve dorp wordt bewoond door speelgoedsoldaten en is gesitueerd in een soort fantasiewereld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Mark geeft elke pop een karakter en een complexe achtergrond mee. Hij heeft ook veel oog voor detail en maakt indrukwekkende foto’s van de poppen om zo een verhaal te vertellen. Al snel blijkt er een link te zitten tussen Marks trauma’s en het oorlogsgeweld dat hij uitbeeldt. Zijn foto’s worden ondertussen opgepikt door een galerie in New York die een tentoonstelling voorbereidt. Regisseur Jeff Malmberg geeft met zijn film een innemend portret van Mark en zijn fantasiewereld die geleidelijk wordt opgepikt door de nieuwsgierige buitenwereld. (GV)

4. – Rain in my Heart (2006, Paul Watson)

Rain in my Heart is een eerlijke en pijnlijke documentaire over alcoholisten in Engeland. Aan de hand van portretten van heftige gebruikers die onder toezicht staan van artsen probeert regisseur Paul Watson een idee te krijgen wat mensen drijft om te blijven drinken. Wat volgt is een keiharde en confronterende film over verslaafden aan de rand van de afgrond. Watson schroomt niet om je als kijker de getuige te laten zijn van de lichamelijke aftakeling die het gevolg is van zwaar alcoholmisbruik. Met zijn oprechte en betrokken aanpak bouwt hij ook een intieme band op met de mensen waardoor de docu meer is dan een koel en objectief verslag. (GV)

5. – Crumb (1994, Terry Zwigoff)

Robert Crumb is een uniek figuur. Bekend geworden met zijn gewaagde strips in de jaren zestig werd hij al gauw een boegbeeld van de nieuwe tegencultuur. De man zelf, ouderwets gekleed en een verzamelaar van oude Blues-platen, is echter moeilijker te plaatsen wat wel blijkt uit Terry Zwigoffs prachtige portret van de tekenaar. Het toont zijn moeilijke jeugd gedomineerd door een autoritaire vader en zijn vreemde broers. Om een leven als onpopulaire nerd te ontvluchten stort Crumb zich al snel op het tekenen. Een uitweg om het hersenloze conformisme van het Amerika van de jaren vijftig te ontvluchten. Anders dan zijn broers die ook tekenden en zorgden voor sibling rivalry in huize Crumb, heeft Robert het wel gemaakt. Zijn broers zijn minder goed terecht gekomen, wat blijkt uit interviews waar Robert met hen praat over vroeger. Daarnaast biedt de docu een mooi beeld van Crumbs carrière en de controverses die zijn tekeningen hebben veroorzaakt. Vooral zijn uitbeelding van vrouwen en seks komen aan bod en worden genuanceerd en kritisch besproken door verschillende collega-striptekenaars, maar ook de invloedrijke kunstcriticus Robert Hughes. (GV)

21 november 2014

 

Alle leuke filmlijstjes

6 bijzondere documentaires voor cinefielen

Zes bijzondere documentaires voor cinefielen

Zes bijzondere documentaires voor cinefielen

Met het IDFA in aantocht richt Indebioscoop zich op onderbelichte en bijzondere documentaires die je gezien moet hebben. De eerste toplijst richt zich heel toepasselijk op het onderwerp waarop iedere IDB-lezer verzot is: Cinema! 

Samenstelling: George Vermij

1. – Overnight (2003, Tony Montana & Mark Brian Smith)

Ja, hij heet echt Tony Montana die regisseur, maar dat is nog het minst bizarre feitje over de docu Overnight. Montana en Mark Brian Smith werden door hun vriend Troy Duffy gevraagd om zijn plotselinge succes als filmmaker vast te leggen. Duffy, die werkte als barman, had in de jaren negentig hoge ogen weten te gooien met zijn script voor The Boondock Saints (1999) en strikte uiteindelijk studio Miramax voor een verfilming. De zelfverzekerde en arrogante Duffy werd al door de media klaargestoomd als de volgende Tarantino, maar dan explodeert de boel als hij in conflict raakt met de keiharde Harvey Weinstein. Overnight biedt een onopgesmukte blik op de harde wereld van Hollywood, maar ook de rivaliteit die er ontstaat tussen botsende ego’s. Duffy is daarbij niet zozeer een tragische held, maar een egoïstische megalomaan die gaandeweg al zijn vrienden en medestanders verliest door zijn opgeblazen en brutale gedrag. Het levert genoeg scènes op van plaatsvervangende schaamte als we zien hoe een scheldende Duffy bezig is om de film te maken en daarnaast ook nog met zijn middelmatige rockband probeert door te breken, liftend op de hype die hij in Hollywood heeft opgebouwd.

2. – American Movie (1999, Chris Smith)

Net zo gedreven als Duffy, maar met een budget van nop en zonder de zegen van Hollywood, besluit Mark Borchardt zijn horrormeesterwerk Coven te maken met de steun van familie en vrienden. Regisseur Chris Smith volgt het proces waarbij de onwerkelijke filmdroom van een individu realiteit wordt. Dat gaat natuurlijk niet zo makkelijk, maar anders dan de schofterige Duffy is Borchardt een underdog waar je ondanks zijn tekortkomingen wel sympathie voor opbouwt. Samen met een jeugdvriend die nog steeds gevangen lijkt te zitten in een acidtrip probeert Borchardt geld in te zamelen, scènes te schieten en zijn film te verkopen. Mooie momenten zijn er met zijn weifelende, nuchtere en bejaarde oom Bill die in alles de tegenpool is van Borchardt, maar hem toch steunt. Borchardts enthousiasme blijft aandoenlijk ook al is zijn film een matige verzameling van horrorclichés. Je weet echter dat er ondanks zijn artistieke en technische manco’s een oprechte passie is voor de magie van cinema.

3. – Harlan: In the shadow of Jud Süß (2008, Felix Moeller)

Veit Harlan kan wel gezien worden als de grootste en meest ambitieuze filmmaker in het Derde rijk. Zijn bekendheid heeft hij echter vooral te danken aan de film Jud Süß uit 1940 waar melodrama werd gebruikt om antisemitisme te verkopen. In de docu van Felix Moeller wordt een beeld geschetst van zijn carrière en de moeizame productie van zijn films tijdens de oorlog zoals het epos Kolberg (1944). Kritische noot daarin vormen de woorden van Harlans familieleden die een beeld schetsen van een moeilijk man en een verscheurd gezin. Interessant contrast is de naoorlogse carrière van Harlans zoon Thomas Harlan die met zijn experimentele films zoals Wundkanal (1984) het gesmette verleden van zijn vader en zijn land probeerde te vatten. Moeller behandelt het allemaal en laat ook Harlans nicht Christiane Harlan aan het woord die uiteindelijk de echtgenote zou zijn van Stanley Kubrick.

4. – Z Channel: A magnificent obsession (2004, Xan Cassavettes)

Jerry Harvey was een cinefiel pur sang die het geluk had om de filmprogrammering te regelen van het TV-station Z Channel in Los Angeles. Dat resulteerde in een glorietijd die in de gelijknamige docu wordt teruggeroepen door de herinneringen van bekende Amerikaanse regisseurs zoals Quentin Tarantino en Jim Jarmusch. Z Channel zond veel gewaagde Europese films uit die normaal niet of moeilijk te zien waren in de States. Daaruit blijkt dat Harvey een onmisbare schakel was in de filmische opvoeding van veel mensen en beginnende of onderbelichte filmmakers een enthousiast publiek bood. Naast deze mooie cinefiele herinneringen wordt een beeld geschetst van de excentrieke en moeilijke Harvey en zijn tragische lot.

5. – Cinemania (2002, Angela Christlieb & Stephen Kijak)

Cinemania is een docu over ons soort mensen, maar dan de echte freaks. Filmmakers Angela Christlieb en Stephen Kijak volgen in New York verschillende hardcore cinefielen die verslaafd zijn aan film en per dag zo veel mogelijk films proberen te pakken in de bioscoop. Dat dat niet altijd even makkelijk gaat wordt wel duidelijk. Sommige verslaafden hebben complexe schema’s en roosters waar ook rekening wordt gehouden met reistijd. Ook zijn het alleseters die zowat elke film die uitkomt proberen te zien. Het is een excentriek en wereldvreemd gezelschap van vooral mannen die hun troost en ontsnapping zoeken op het witte doek. Op momenten erg herkenbaar, maar ook confronterend als je ziet dat een passie ten koste gaat van de realiteit en menselijk contact.

6. – Best Worst Movie (2009, Michael Stephenson)

Wat heeft de oer-Amerikaanse innemende tandarts George Hardy in het zuiden van de VS in godsnaam te maken met het misbaksel Troll 2 (1990) die ooit de eer had om de laagste user rating op IMDb te krijgen? De docu Best Worst Movie geeft het antwoord en zoekt de oude castleden op. Die werden toen door de Italiaanse B-filmer Claudio Fragasso omgepraat om mee te doen aan het project. Hardy is daarbij de spil. Hij speelde de hoofdrol en is nu verbaasd over de cultstatus die de film heeft opgebouwd. Zo zijn er speciale Troll 2-filmavonden en draait de film op festivals nog steeds voor volle zalen waar fans zich kleden als de monsters uit de film. Best Worst Movie toont hoe Hardy opgaat in het hele circus en geniet van de aandacht. De docu volgt ook andere aan lager wal geraakte castleden en dat levert tragikomische momenten op waar mensen geconfronteerd worden met wat zij bereikt hebben in hun leven. Een interview met Fragasso is hilarisch wegens zijn slechte Engels en de diepere boodschappen die hij Troll 2 nog wil meegeven. En dat maakt de tenenkrommende scènes uit de film die voorbijkomen alleen maar grappiger.

14 november 2014

 

Alle leuke filmlijstjes

LIFF 2014 – Deel 2

Verslag LIFF 2014: Deel 2

door George Vermij

De creatieve lijdensweg van een narcistische schrijver in Listen Up Philip. Een ontmoeting tussen een cynische suïcidale jonge vrouw en behulpzame Christen in Sequoia. Een ongeplande zwangerschap en onzekere tieners in The Young Kieslowski.

Listen Up Philip

Listen Up Philip (2014, Alex Ross Perry)
Schrijverspijnen

In Listen Up Philip speelt Jason Schwartzman de egocentrische schrijver Philip Lewis Friedman die na het bescheiden succes van zijn eerste romans kampt met een creatieve droogte. De film gebruikt een alwetende verteller die in mooie en ironische woorden de situaties omtrent de personages schetst. Als Philip de kans krijgt om bij de bekende en oude schrijver Ike Zimmerman te verblijven grijpt hij die gelijk aan, zodat hij zijn gestrande relatie met Ashley (Elisabeth Moss, ook te zien op het LIFF in The One I Love) kan ontvluchten.

De band tussen Phillip en Ike doet verdacht veel denken aan Saul Bellows roman Humboldt’s Gift waar een gevestigde schrijver ook een jong talent op sleeptouw neemt. Wat de film vooral goed maakt is de wisselende kijk op het vak. Niet te romantisch of rooskleurig, maar ook niet te realistisch of deprimerend. Ook wisselt de film van perspectief door zich te richten op andere personages en hun problemen. Daaruit blijkt dat mensen gebruik van elkaar maken. Creativiteit is vluchtig en soms heb je mensen als inspiratie nodig, maar soms ook niet.

Regisseur Alex Ross Perry gebruikt daarnaast leuke verwijzingen naar literatuur en andere films. Zijn frisse intieme filmstijl doet denken aan de nouvelle vague zoals die door Eric Rohmer werd geïnterpreteerd, maar Perry is ook schatplichtig aan het werk van John Cassavetes. Ook zijn er links met het werk van de Zuid-Koreaanse Hong Sang-Soo die in zijn films worstelende schrijvers behandelt met hun onhandige relaties en naar bevestiging zoekende ego’s.

LIFF 2014 Sequoia

Sequoia (2014, Andy Landen)
Tragikomische zelfmoordtrip 

De jonge Riley lijdt aan een ernstige vorm van kanker en besluit om een einde aan haar leven te maken. Wegens haar moeilijke band met haar moeder besluit zij een video te maken voor het vastleggen van haar laatste dagen die zij doorbrengt in het Sequoia nationale park. Onderweg ontmoet ze Ogden die van plan is om missionarissenwerk te doen. Ondanks de verschillen ontstaat er een klik tussen de cynische Riley en de goedzak Ogden. Parallel aan dat verhaal zien we Riley’s gescheiden ouders die erachter komen dat zij zelfmoord gaat plegen en vervolgens afreizen naar het park.

Sequoia doet denken aan de cinema van Alexander Payne en Jason Reitman waar vaak de serieuze thema’s en familieproblemen worden verbloemd door humor. Dat levert gemengde resultaten. Actrice Aly Michalka is okay als Riley en lijkt op een kruising tussen Zooey Deschanel en Emily Blunt. Haar bijdehante en komische cynisme heb je echter al vaker gezien en is daardoor niet verrassend, net als de tegenstelling met de christelijke Ogden. Je voelt natuurlijk al aan dat iets van romantiek zijn intrede zal doen bij dit onwaarschijnlijke paar. De overige cast met gastrollen van Lou Diamond Phillips en Joey Lauren Adams is in orde en zo ook het camerawerk die de majestueuze sequoiabomen toont. Maar het voelt allemaal aan als een dertien in een dozijn indie. Sympathiek en met het hart op de juiste plaats, maar onopmerkelijk.

The Young Kieslowski

The Young Kieslowski (2014, Kerem Sanga)
Tieners en zwangerschap 

Amerikaanse films over tieners zijn geobsedeerd door het moment van ontmaagding en zo ook The Young Kieslowski, waar de nerderige Brian wacht op dat schijnbaar magische moment. Hij is echter nog wel onzeker en speelt liever een potje Kolonisten van Catan met zijn medestudenten dan dat hij mingelt met de meisjes. Toch komt hij onverwachts de dronken Leslie tegen; in haar roes krijgt zij hem zo ver om met hem het bed te delen. Missie volbracht, maar wat nu? The Young Kieslowski gaat uiteindelijk over de ongewenste zwangerschap van Leslie die een moeilijke relatie heeft met haar pa en ook nog eens kampt met de twijfels van Brian. Want welke jonge gast zit nu te wachten op een tweeling? Regisseur Kerem Sanga levert een aardige, maar voorspelbare film die het bekende terrein afgaat van vergelijkbare tienerkomedies als Juno en Youth in Revolt. Actrice Haley Lu Richardson weet vooral op te vallen, net als in The Well dat ook in Leiden te zien was. Ze weet de juiste balans te vinden tussen meisjesachtige kwetsbaarheid en vrouwelijke kracht als zij gaandeweg niet meer kan rekenen op de mannen in haar leven. Maar al snel is het eind goed al goed in een film die maar al te graag wil bekoren.

 

9 november 2014

 

PREVIEW LIFF 2014

LIFF 2014 DEEL 1

LIFF 2014 DEEL 3

LIFF 2014 – Deel 1

Verslag LIFF 2014: Deel 1

door George Vermij en door Suzan Groothuis

In ons eerste deel aandacht voor een complexe band tussen bewaker en gevangene in Camp X-Ray. Een postapocalyptische tocht in The Well. Kat-en-muisspelletjes tussen een Israëlische geheim agent en een Palestijnse informant in Bethlehem. En surrealistische relatietherapie in The One I Love

LIFF 2014 The Well

The Well (2014, Thomas S. Hammock)
Water en hoop

The Well is het zelfverzekerde debuut van production designer Thomas S. Hammock dat ondanks wat schoonheidsfoutjes laat zien dat deze regisseur wel wat in zijn mars heeft. De film speelt zich af in een grimmige toekomst waar het niet meer regent. In een dor woestijnlandschap probeert de jonge Kendal te overleven door water te zoeken. Zij zorgt ook voor een zieke bedlegerige vriend. Al snel moet zij het opnemen tegen andere dorstige overlevers en tegen een sinistere groep die zich al het water toe-eigent.

Hammock hanteert herkenbare elementen die je kent van postapocalyptische films zoals The Road (2009) of de serie The Walking Dead. Ook in The Well is niemand te vertrouwen en is de mens voor zijn medemens een genadeloze wolf. Ondanks het lage budget weet Hammock een nare sfeer neer te zetten door een goed gebruik van het Amerikaanse woestijnlandschap en mooie weidse shots. Het acteerwerk is niet altijd even sterk en de dialogen soms houterig, maar actrice Haley Lu Richardson is overtuigend als een overlever met een moraal en een kwetsbare vechtersbaas. Haar rol doet denken aan de vindingrijke Jennifer Lawrence in Winter’s Bone (2010) die ondanks onoverkomelijke tegenslagen doorvecht. Na het zien van The Well  vraag jij je als kijker al snel af wat Hammock zou maken met een groter budget. (GV)

LIFF 2014: Camp X-Ray

Camp X-Ray (2014, Peter Sattler)
Afstand en nabijheid op Guantanamo

De jonge soldaat Cole (Kristen Stewart, Twilight, 2008), Clouds of Sils Maria, 2014) komt als nieuwe bewaker aan op Guantanamo Bay. Al snel wordt ze opgenomen in het harde regime. Ze moet zo min mogelijk contact met de gedetineerden aangaan en ervoor waken persoonlijk te worden. Want dat kunnen ze alleen maar tegen je gebruiken.

In eerste instantie volgt Cole netjes haar orders op, totdat ze gedetineerde Ali (Peyman Moaadi: A Separation, 2011) ontmoet. Niet dat hun eerste contact vlekkeloos verloopt: integendeel. Maar wanneer Ali na een niet zo’n fijn incident bestraft wordt, ziet Cole de inhumane kanten van haar werk. Geleidelijk aan ontstaat er een band. Ali, een man die alles verloren heeft en zich afvraagt wat de zin van zijn leven is. En Cole, een soldaat die iets zinnigs wil doen in haar leven en, naar haar collega’s zeggen, moet babysitten op een stel schapenherders.

Dankbaar is het werk niet. Het draait om vaste, kille routines. Naarmate Cole emotioneel meer betrokken raakt bij Ali, stelt zij zichzelf en haar collega’s kritische vragen ten aanzien van humaniteit en onschuld. Maar daarmee brengt zij ook haar eigen positie in gevaar.

Kristen Stewart, die met deze film definitief haar Twilight-imago van zich afschudt, en Peyman Moaadi overtuigen in hun kwetsbare band. Hij gedwongen tot gevangenschap, zij tot het opvolgen van orders. Op integere wijze toont debuterend regisseur Peter Sattler hoe twee mensen ondanks hun tegenstellingen nader tot elkaar komen. Zonder de emotie er te dik bovenop te leggen: daarvoor zijn het spel van de verbeten Cole en de provocerende, maar uiteindelijk naar aandacht zoekende Ali te subtiel. Want de kijker voelt de menselijkheid waar beiden zo hard naar op zoek zijn. (SG)

LIFF 2014: Bethlehem

Bethlehem (2013, Yuval Adler)
Heulen met de vijand

Bethlehem laat op overtuigende wijze de complexiteiten van het conflict tussen de staat Israël en de Palestijnen zien. De film richt zich op de jonge Palestijnse informant Sanfur. Hij is een grillige persoon die opkijkt naar zijn broer die aanslagen leidt tegen de joden. Sanfur heeft echter ook een bijna vaderlijke band opgebouwd met de Israëlische inlichtingenofficier Razi. Na een zelfmoordaanslag heeft Razi het gemunt op Sanfurs broer en probeert hij te achterhalen waar die zich schuilhoudt.

Bethlehem wisselt dit af met een verhaallijn waarin getoond wordt hoe verschillende Palestijnse facties concurreren met elkaar en verschillende belangen nastreven. Sanfur valt geleidelijk aan tussen het wal en het schip van het bloedige conflict. Bethlehem is op zijn sterkst op de momenten waarin getoond wordt hoe elke partij gebruik maakt van vieze methoden en het uiteindelijke niet al te nauw met de moraal neemt. Ondanks dat vallen er aan alle kanten slachtoffers, zonder dat er sprake is van enige vorm van vooruitgang. Daarmee lijken de partijen ondanks hun religieuze verschillen verdacht veel op elkaar. (GV)

LIFF 2014: The One I Love

The One I Love (2014, Charlie McDowell)
De ideale partner

Het echtpaar Ethan en Sophie verkeert in crisis. Hun therapeut ziet maar één uitweg en dat is een idyllisch uitstapje naar een vakantiehuis dat hij van harte aanbeveelt. Want, niet onbelangrijk, dat heeft eerdere stelletjes gered van hun relatiecrisis.

Wanneer Ethan en Sophie er aankomen, lijkt het verblijf te mooi om waar te zijn. Check die prachtige tuin en hip ingerichte woning met platenspeler! Tot hun verbazing is er ook nog een gastenverblijf, waar hun uitgedoofde romances weer gaan gloeien. Maar dan doen Ethan en Sophie een schokkende ontdekking, die hun romantisch bedoelde uitje op zijn kop zet.

The One I Love houdt midden tussen komedie en jawel, sciencefiction! Origineel en verfrissend (denk aan Charlie Kaufmans scripts voor films als Eternal Sunshine of the Spotless Mind, 2004), maar naar het einde toe wel verwarrend. Acteurs Mark Duplass (die samen met zijn broer de film produceerde en eerder te zien was in LIFF-vertoning Safety Not Guaranteed, 2012) en Elisabeth Moss (Peggy uit de serie Mad Men) zijn goed op elkaar ingespeeld en weten vooral in het begin voor komische noten te zorgen. Vanaf de tweede helft wordt de toon serieuzer en het script vager. The One I Love mondt uit in een soort comedy meets drama meets thriller meets sciencefiction. Een beetje teveel van het goede dus, maar vooralsnog een film die met zijn creatieve thema wel blijft hangen. (SG)

 

6 november 2014

 

PREVIEW LIFF 2014

VERSLAG LIFF 2014 DEEL 2

VERSLAG LIFF 2014 DEEL 3

 

Perfecte Franse eenzaamheid

Een perfecte Franse eenzaamheid

door George Vermij

Het is weer herfst en de dagen worden korter. Daarom tijd voor drie mooie boekverfilmingen die gaan over eenzaamheid en depressie in Parijs. Want naast het epicentrum van de romantiek is de stad in de filmgeschiedenis ook een existentialistisch labyrint waar antihelden worstelen met hun bestaan.

Frankrijk heeft een waardig pantheon van tobbende antihelden die twijfelen aan de zin van het bestaan of geconfronteerd worden met de absurde grillen van de werkelijkheid. Albert Camus had zijn Meursault die in het boek L’Étranger symbool stond voor la condition humaine  in een tijd zonder zingeving. Eerder beschreef Louis-Ferdinand Céline de uitzichtloze weg die de moderne mens moet afleggen in zijn Voyage au bout de la nuit. Binnen dit gezelschap vormt Pierre Drieu La Rochelle een geval apart. Binnen de Franse letteren is zijn positie omstreden. Net als Céline had hij fascistische en antisemitische sympathieën. Anders dan Céline pleegde Drieu La Rochelle aan het einde van de Tweede Wereldoorlog zelfmoord. Het is ook zelfmoord wat het hoofdthema vormt in zijn roman Le feu follet waarvan Louis Malle in 1963 een filmbewerking maakte.

Emotioneel uitgeblust
Malle verplaatste de setting van het Parijs van het interbellum naar een bruisende stad in de jaren zestig. Daar volgen wij de emotioneel uitgebluste Alain Leroy. Een alcoholist die aan het bijkomen is in een rehabilitatiekliniek in de buitenwijken van Parijs. Hij kampt met liefdesverdriet, maar ook met de kennis dat zijn wilde jaren nu echt voorbij zijn. Zijn dandy levensstijl blijkt uiteindelijk oppervlakkig en zinloos te zijn geweest.

Marice Ronet speelt Alain met een verleidelijke en eerlijke kwetsbaarheid. Hij besluit om zelfmoord te plegen, maar voordat hij zich overgeeft aan die onomkeerbare daad, gunt hij zichzelf nog een dagje Parijs. Misschien dat er iets is dat hem tot inkeer kan brengen. Malle volgt Leroy tijdens zijn tocht en levert een prachtig portret van een melancholiek Parijs.

Leroy komt oude bekenden en geliefden tegen. In een mooie scène praat hij met een oude vriend die zijn passie heeft gevonden in de archeologie. Hij probeert Leroy nog op andere gedachten te brengen als hij ziet hoe hij twijfelt aan de zin van zijn leven. Een oprechte dialoog ontvouwt zich als Leroy de diepten van zijn depressie probeert uit te leggen. Malle contrasteert dit echter met een levendig Parijs. Ze wandelen langs L’Odéon en Le Jardin du Luxembourg en zien de schoonheid van de stad. Verleidelijke vrouwen lopen vluchtig voorbij en alles is gefilmd met de vernieuwende frisheid van de nouvelle vague.

Het is die tegenstelling die Le feu follet zo sterk maakt. Het is geen film die zwelgt in misère, maar de depressie van de hoofdpersoon juist invoelbaar maakt door scènes die mooi en poëtisch zijn. Ondanks de troost van die momenten blijft er iets knagen aan de ziel van Leroy. De film is daarmee eerlijk in de getrokken conclusies over leven en dood en is een krachtig en onverouderd portret van een man aan de rand van de afgrond.

Lethargisch labyrint
Parijs vormt ook een labyrint zonder hart in het opmerkelijke Un homme qui dort uit 1974 van Bernard Queysanne. De film is gebaseerd op het gelijknamige boek van Georges Perec en wordt geheel verteld door middel van een vrouwelijke voice-over. Zij spreekt in de tweede persoon over een student die zich langzaamaan terugtrekt uit het leven. Queysanne toont beelden van de student die zich door Parijs begeeft of zit te piekeren in zijn kleine en claustrofobische appartement. Geleidelijk aan krijg je als kijker het gevoel dat je vastzit in zijn hoofd. De voice-over vertelt treffende details en zijn overpeinzingen terwijl zijn onverschilligheid toeneemt en hij streeft naar een pure lethargische staat.

Net als Malle weet Queysanne een deprimerende en uitzichtloze situatie te contrasteren met beelden en scènes die een rauwe en onwerkelijke schoonheid hebben. Het leven gaat zoals in Le feu follet gewoon door. Un homme qui dort is verder bijzonder omdat het een film is waar de laatste stuiptrekkingen van de nouvelle vague nog merkbaar zijn. Het is een experimentele, serieuze maar speelse trip van een schimmige regisseur die nog onbekend is binnen de filmgeschiedenis. Ten onrechte als je getuige bent van deze krachtige film die je mee zuigt in de vervreemding en eenzaamheid van de hoofdpersoon.

Eigentijdse isolatie
Veel eigentijdser is de depressie van de naamloze antiheld in Extension du domaine de la lutte uit 1999. Maar net als de hoofdpersoon in Un homme qui dort wordt hij in zijn gedachten ook bijgestaan door een alwetende verteller. We zitten in het Parijs van de jaren negentig en volgen een eenzame ambtenaar die peinst over zijn mislukte leven. Gebaseerd op het gelijknamige boek van Michel Houellebecq heeft de film ook de nodige quasifilosofische tirades die gericht zijn tegen de moderne maatschappij.

Regisseur Philippe Harel, die ook de hoofdrol speelt, balanceert de zwartgalligheid echter met humor. In bepaalde gevallen wordt het karikaturaal, maar het versterkt ook de momenten waarop de hoofdpersoon alleen is met zijn gedachten. De film verandert van tempo in de tweede helft als hij gedwongen wordt om met een andere ambtenaar door de provincie te trekken voor een zinloos project. Er ontstaat een herkenbaarheid en een spanning tussen de mannen die beiden iets pathetisch hebben.

Er zijn ook komische incidenten die je een plaatsvervangende schaamte doen voelen zoals in de Britse serie The Office. Maar er zijn ook scènes die surreëel zijn zoals een segment waarin de hoofdpersoon dwaalt door een verlaten stad in de nacht en nadenkt aan de erfenis van het revolutiejaar 1968. Het was het moment dat alles stilstond en alles mogelijk leek, herinnert de hoofdpersoon zich. Maar al snel ging alles onverbiddelijk door. Het zijn die overpeinzingen over de grotere krachten tegenover de nietigheid van het bestaan die je aan het denken zetten.

Ondanks de uitzichtloosheid weet Harel wel in een poëtisch einde ruimte open te laten voor schoonheid en troost zonder te vervallen in een simpele catharsis. Dat geldt voor al deze films die eerlijk zijn in hun uitbeelding van depressie en eenzaamheid, maar tegelijk een mate van troost bieden wegens de empathie die zij teweegbrengen tussen personage en publiek.

28 oktober 2014

 
 
MEER ESSAYS

LIFF 2014 – Preview

Wat je moet gaan zien in de Sleutelstad

Leiden heeft al een aantal jaren een van de gezelligste en knuste filmfestivals van Nederland. Het festival begon ooit als de liefdesarbeid van film minnende studenten, maar is inmiddels gegroeid en niet meer weg te denken uit de Sleutelstad. InDeBioscoop doet uitgebreid verslag van het Leiden International Film Festival (LIFF), dat van 1 tot en met 9 november zal worden gehouden.

door George Vermij

LIFF 2014: Interstellar

Sinds een aantal jaar ligt de focus in Leiden op Amerikaanse independent cinema. Op eerdere edities waren er al pareltjes te zien zoals Short Term 12 en Safety not Guaranteed. Dit jaar hebben de programmamakers weer een spannende selectie gemaakt. Listen up Philip belooft een komisch inkijkje te geven in de frustraties en neuroses van een jonge narcistische Amerikaanse schrijver gespeeld door Jason Schwartzman.  Hij is net klaar met zijn tweede boek, maar kan de druk van het schrijversbestaan niet meer aan. Als hij de kans krijgt om bij zijn schrijversidool te verblijven, pakt hij die gelijk aan. Maar soms is het beter als je je idolen niet leert kennen.

Perspectieven
The Disappearance of Eleanor Rigby: Him & Her is een interessant relatiedrama verteld vanuit verschillende perspectieven. Let wel op welke film je kiest want er zijn twee versies. In Her zien wij het verhaal van Jessica Chastain en hoe ze valt op Conor (James McAvoy). Zijn kant van het verhaal wordt weer getoond in Him. De films tonen hoe elke relatie weer anders wordt ervaren ook al is er een gemeenschappelijke band.

Naast de kleinere Amerikaanse films is Interstellar, de nieuwe film van Christopher Nolan, van een heel ander kaliber. Matthew McConaughey speelt een astronaut die met zijn bemanning erop uit wordt gestuurd om de wereld te redden van een kolossale milieuramp. Nolan is natuurlijk niet de minste regisseur in het genre van de kaskrakers, waarmee de verwachtingen omtrent Interstellar op zijn zachtst gezegd hooggespannen zijn.

Reputatie
Naast Amerikaanse cinema heeft het LIFF een sterke reputatie wat betreft de grotere arthousefilms. Al eerder draaiden Amour en La grande bellezza als voorpremières op het festival. Het programma biedt nu de nieuwste film van het cinefiele wonderkind Xavier Dolan, Mommy. Verder is er de biopic Mr. Turner over de Britse schilder Turner te zien die is geregisseerd door Mike Leigh (Naked, Secrets & Lies ). De film won op Cannes de Gouden Palm voor de hoofdrol van Timothy Spall die al jaren met Leigh werkt.

LIFF 2014: Mr. Turner

Tot slot is er nog het Israëlische Bethlehem dat het beklemmende verhaal vertelt van een officier in de geheime dienst die contacten onderhoudt met een Palestijnse informant. De film toont de spanningen die er ontstaan als de personages gedwongen worden om keuzes te maken die indruisen tegen hun moraal of groepsloyaliteit.

Naast deze selectie draaien er natuurlijk nog meer nieuwe en oude films. Zo heeft het programma ook veel klassiekers. Kijk hier voor een volledig overzicht van de films.

 

27 oktober 2014

 

LIFF 2014 DEEL 1

LIFF 2014 DEEL 2

LIFF 2014 DEEL 3 

5 films met een andere kijk op de Tweede Wereldoorlog

Vijf films met een andere kijk op de Tweede Wereldoorlog

Grave of the Fireflies

Fury is de zoveelste toevoeging aan het scala van Amerikaanse films over de Tweede Wereldoorlog. In die films wordt het conflict nog altijd geportretteerd als de goede en noodzakelijke oorlog waar simpele soldaten een vuurdoop ondergaan. In werkelijkheid waren er ook andere fronten en minder heroïsche verhalen. Een selectie van films die een andere kijk bieden op het strijdgeweld van de Tweede Wereldoorlog.

Samenstelling: George Vermij

1. – Die Brücke (1959, Bernhard Wicki)

Gemaakt in 1959 met herinneringen aan de vernietiging en verliezen van Duitsland nog vers in het geheugen, richt Die Brücke zich op een groep jongens die tegen het einde van de oorlog worden gerekruteerd in het leger. De pubers, onder wie een piepjonge Fritz Wepper (de latere sidekick van Derrick), vinden het op het eerste gezicht spannend en zien het als een kans om zich te bewijzen. De illusies worden echter geleidelijk aan verbrijzeld. Regisseur Bernhard Wicki weidt lang uit over de achtergronden van de jongens die allen hun motieven en botsende karakters hebben. Je leeft met ze mee als ze een brug moeten verdedigen. De ontknoping doet verdacht veel denken aan het laatste deel van Saving Private Ryan (1998) waar een bruggenhoofd dapper verdedigd wordt. Anders dan in Spielbergs film is er in Die Brücke weinig sprake van simpele heroïek of een einde waar de verliezen nog kunnen worden goedgepraat. We zitten immers bij de verliezende kant, waardoor de bittere zinloosheid van de oorlog alleen maar tastbaarder wordt.

2. – Grave of the fireflies (1988, Isao Takahata)

Wie anime alleen kan associëren met magische wezens of robotgeweld doet er goed aan om Grave of the Fireflies (Hotaru no haka)  te zien. Destijds geproduceerd door de invloedrijke studio Ghibli en geregisseerd door Isao Takahata die recentelijk het gelauwerde The Tale of the Princess Kaguya (2014) afleverde. Sommige critici zien zijn Grave of the Fireflies als een van de krachtigste antioorlogsfilms die ooit is gemaakt. De animatiefilm begint sober met de laatste herinneringen van een jongen die langzaam crepeert aan ondervoeding terwijl Japan net heeft gecapituleerd. Hij denkt terug aan zijn tijd met zijn zusje in de stad Kobe. Aan hun idylle komt een eind als Amerikaanse bombardementen de stad tot as verbranden. Net als de strategische luchtbombardementen op Duitsland waren de verliezen in Japan enorm. Een bombardement op Tokyo in 1945 eiste zelfs meer slachtoffers dan een vergelijkbaar bombardement in Dresden of de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. De film toont de gevolgen voor jonge kinderen als hun ouderlijk huis in vlammen opgaat en hun moeder bezwijkt aan brandwonden. Ze zijn op zichzelf aangewezen wat in oorlogstijd natuurlijk niet gemakkelijk is. De gruwelijkheid wordt in de film mooi gebalanceerd met de jeugdige beleving van het paar, maar het wordt nergens sentimenteel. Grave of the Fireflies is daarmee terecht ontroerend en hartverscheurend te noemen. In onderstaand fragment toonaangevend filmcriticus Roger Ebert over Grave of the Fireflies.

3. – Un héros très discret (1996, Jacques Audiard)

Dat die scheidslijn tussen goed en fout soms moeilijk te trekken is blijkt uit Jacques Audiards meesterlijke Un héros très discret. Audiard werd bij het grote publiek vooral bekend met Un prophète (2009). Zijn vroege werk is toch echt beter en dat bewijst hij met deze opmerkelijke en ambitieuze oorlogsfilm. In Un héros très discret wordt de sullige Albert Dehousse (een sterke Mathieu Kassovitz) gevolgd terwijl hij zich tijdens de oorlog verveelt. Als hij naar het net bevrijde Parijs trekt om zijn geluk te beproeven, doet hij zich voor als verzetsheld. Een leugen die maar al te makkelijk geaccepteerd wordt in het Frankrijk dat bijkomt van de Vichy-collaboratie. Net als in het Nederland van na de oorlog had iedereen in het verzet gezeten. Audiard hanteert interessante stilistische foefjes die nog eens vragen oproepen over wat echt en wat verzonnen is. Hij interviewt mensen als in een documentaire en speelt met de schijn en echtheid van het medium film door het tonen van muzikanten die Alexandre Desplats soundtrack spelen. De film toont de behoefte van de winnende zijde om een positief en heroïsch verhaal te verkopen ten koste van de waarheid. Un héros très discret doet in zijn verhaal denken aan de wereld van list en bedrog in Hermans ‘De donkere kamer van Damokles’. In zijn behandeling van de ambigue positie van Frankrijk in de oorlog zijn er ook verbanden met de monumentale documentaire Le chagrin et la pitié (1969) en Louis Malles Lacombe Lucien (1974).

4. – Kom en zie (1985, Elem Klimov)

Anders dan de oorlog aan het westelijke front was het oostfront het meest bloedige slagveld van de Tweede Wereldoorlog. Daar werd een titanenstrijd uitgevochten tussen twee botsende ideologieën die nog eens werd versterkt door de rassentheorieën van de Nazi’s. Het gevolg was een totale vernietigingsoorlog die soldaten en burgers mee zoog in het krijgsgeweld. Kom en zie (Idi i smotri) van Elem Klimov behandelt de oorlog in Wit-Rusland door de ogen van een kind dat langzaamaan volwassen wordt. Florya is een naïeve boerenjongen die terugkeert naar zijn dorp dat door de nazi’s is uitgemoord. Hij sluit zich aan bij de partizanen, maar als het kamp wordt aangevallen raakt hij met een meisje verdwaald in de bossen. Een helse reis door het oostfront ontvouwt zich als de wreedheid van de nazi’s ziet. Een vergelijking met Andrei Tarkovsky’s Ivans Jeugd (1962) lijkt voor de hand, maar in Kom en zie  is er weinig ruimte voor meditatieve poëzie. De beelden zijn vooral onwerkelijk in hun wreedheid en je ervaart de walging door de ogen van Florya die een eindeloze hel moet doorstaan. Het is interessant om te weten dat Klimovs vrouw, Larisa Shepitko, ook een ijzingwekkende film over de oorlog in het oosten heeft gemaakt, namelijk The Ascent (1977).

5. – My way (2011, Je-kyu Kang)

Het waargebeurde verhaal achter het Zuid-Koreaanse My way (Mai wei)  is zo absurd dat je het haast niet serieus kan nemen. Regisseur Je-kyu Kang (bekend van The brotherhood of war over de Korea-oorlog) liet zich inspireren door een foto van een op D-day gevangen genomen Koreaanse soldaat in Duits uniform. Hoe was hij daar terechtgekomen? De film vertelt het verhaal van twee vrienden die door de grillen van de oorlog belanden op de vreemdste plekken. Het begint met de inval van de Japanners in het toenmalige Mantsjoerije. De Koreaanse helden moeten voor de Japanners te vechten. Zij trekken vervolgens ten strijde tegen de Russen, maar als het paar gevangen wordt genomen zijn ze gedwongen om van kant te wisselen om niet te sterven als krijgsgevangen. Nu ze soldaten van het Rode leger zijn, nemen de Duitsers het duo gevangen, waarna de vrienden opnieuw moeten kiezen tussen de dood of het meevechten in een ander uniform. De film is groots opgezet, bevat wat onwaarschijnlijke gevechtsscènes en valt soms in sentimentele valkuilen. Wat My way echter interessant maakt is de aparte kijk op de Tweede Wereldoorlog, waar individuen gevangen zijn in de maalstroom van grotere machten. Om te overleven maken zij de vreemdste keuzes die ver verwijderd zijn van enige moraal of een simpele tegenstelling tussen een goede en een slechte kant.

24 oktober 2014

 

Alle leuke filmlijstjes