IDFA 2020: close-up van het programma (2)

IDFA 2020: close-up van het programma (2)

door Bob van der Sterre

Het tweede deel van de close-up van het programma van IDFA 2020. Wederom een top 4 binnen de meest voorkomende documentairegenres. Bekijk hier deel 1.

Jungle

 

Maatschappijkritiek
1. Arica. Je zal maar dit Zweedse bedrijf zijn dat giftig spul in Chili wilde laten verwerken. Het werd gedumpt en de mensen in Arica kregen massaal kanker. Een rechtszaak zoekt naar gerechtigheid. Film van Lars Edman en William Johansson Kalén is waarschijnlijk eentje waardoor je uit boosheid de armen van je bank vastgrijpt.

2. Downstream to Kinshasa. Een gewapende strijd in 2000 in Kisangani leverde veel burgerslachtoffers op. Deze documentaire van Dieudo Hamadi gaat ook over juridische gerechtigheid, als de burgers van die stad naar de hoofdstad reizen.

3. Everything Will Not Be Fine. Een intieme film over mensen die kampen met de gevolgen van de kernramp in Tsjernobyl. Deels egodocument (regisseurs Adrian Pirvu en Helena Maksyom zijn immers de hoofdrolspelers) maar ze ontmoeten ook anderen die hiervan dagelijks de gevolgen merken.

4. Landfall. Film van Cecilia Aldorando over de gevolgen van orkaan Maria. Gaat indirect ook over de politieke en maatschappelijke situatie in Puerto Rico.

 

Mensen
1. Bloody Nose, Empty Pockets. Vermoedelijk prima film, dit laatste etmaal van een buurtkroeg van Las Vegas, waar je de echte Amerikaan nog tegenkomt. Ik verwacht een parade van ‘oorspronkelijke’ karakters die je niet kunt verzinnen als scriptschrijver. Een soort blootgelegd bar-ecosysteem door Bill Ross IV en Turner Ross.

2. Bitter Love. Portret van Jerzy Sladkowski van een riviercruise over de Wolga. Vast een prachtige film. Russen zijn per definitie boeiende karakters in documentaires, ze kunnen zelfs niet niet-boeiend zijn, ook al zouden ze dat willen. De cruise is ontdekt in documentaireland, denk ook aan King of the Cruise vorig jaar.

3. Hey! Teachers! Twee jonge leerkrachten in Rusland in deze film van Yulia Vishnevets. Ook hier zal de Russische cultuur vermoedelijk geen seconde vervelen. Wel boeiend om te zien hoe leerlingen en leraren daar met elkaar samenwerken.

4. A Shape of Things to Come. Sundog is een zonderling die alleen leeft in de woestijn bij de Mexicaanse grens. Leeft in harmonie met de natuur. Maar wat is die harmonie? En willen we daar niet juist uit ontsnappen als modern stadsmens? Film van Best of Fests-programma van Lisa Marie Malloy en J.P. Sniadecki.
+ Meer in dit genre: The Grocer’s Son (The Mayor, The Village and the World), Mayor, Once Upon a Time in Venezuela, Acas My Home, 100Up, Bruce.

 

Misdaad
1. Crazy not Insane. Dorothy Lewis is superkenner op het gebied van seriemoordenaars. Deze film vertelt wat in haar hoofd zit. Kan een interessante film zijn: misdaad ontleed. Film van Alex Gibney, die nu wel een grote meneer is in de documentairewereld (Citizen K, Zero Days, Finding Fela, Mr. Dynamite). Produceert ook veel. Reken op een vlotte documentaire vol interessante feiten.

2. Me and the Cult Leader. Intussen ook al weer 25 jaar geleden: de aanslag met zenuwgas in de Tokiose metro. Slachtoffer Atsushi Sakahara herstelde (maar heeft nog steeds elke dag last) en wil met deze documentaire de daders, de sekte Aum Shinrikyo, blootleggen door te praten met ex-leden.

3. Time. ‘The Black Bonnie & Clyde’ deden jaren geleden samen een bankoverval. Ze werden gepakt. Vrouw is al vrij en is nu ondernemer, de man zit nog steeds vast. Film van Garrett Bradley uit Best of Fests-programma.

4. A Thousand Cuts. Film van Ramona Diaz over nieuwsplatform dat kritisch schrijft over de antimisdaadcampagnes van Filipijnse president Rodrigo Duterte. Ook voorstanders komen aan het woord.

 

Muziek
1. The Life of Curaçao’s Musical Genius Rudy Plaate. Vast een grappige film (van Selwyn de Wind) die over meer gaat dan muziek alleen. Niet alleen een portret van de zanger Rudy Plaate, ook een portret van Curaçaose cultuur.

2. David Byrne’s American Utopia. Filmische weergave van de Broadwayshows van de immer vernieuwende muziekheld David Byrne. Film van Spike Lee en wiens zijn oeuvre enigszins kent, weet dat hij zich al jaren met documentaires bezig houdt.

3. Narcissus off Duty. Beroemde Braziliaanse zanger, Caetano Veloso, zat jarenlang in de gevangenis. Dit is zijn verhaal, opgetekend door Renato Terra en Ricardo Calil.

4. Notes from the Underworld. Half muziek (volksmuziek), half misdaad, dit verhaal van de ‘Frank Sinatra van Oostenrijk’, Kurt Girk en diens vriend Alois Schmutzer. Deze film uit het Best of Fests-programma van Tizza Covi en Rainer Frimmel zal vermoedelijk behoorlijk absurd worden.
+ Meer in dit genre: Here We Move Here We Groove, Rumba Rules New Genealogies, We are the Thousand, Zappa.

 

Nederland
1. Dealing with Death. Het is niet zo eenvoudig om in de Bijlmer bij een uitvaartorganisatie te werken. Zoveel culturen, zoveel manieren om afscheid te nemen. Film van Paul Sin Nam Rigter laat ongetwijfeld zien hoe de multiculturele samenleving al volop aanwezig is.

2. Bruce. Bruce is een type grote bek klein hartje. Hij is 27 en heeft een leven achter de rug in internaten en gevangenissen. Vast een mooi portret van Daniel Krikke, maar je moet wel zin hebben in een ongetwijfeld ook geregeld erg frustrerende film.

3. Class. Sarah Sylbing en Ester Gould maakten deze vermoedelijk best interessante film over een klas in Amsterdam-Noord. Gaat om het contrast tussen de verschillende achtergronden van de ouders, zowel arm als oud.

4. Silence of the Tides. Vast een van de mooiste verfilmingen van de Wadden ooit maar ongeduldige mensen kunnen het moeilijk gaan krijgen… ‘Pieter-Rim de Kroon zet zijn camera vaak voor een lange tijd op één vaste plek’. Verwacht veel mooie, statische shots van ongerepte Hollandse natuur.

 

Oorlog
1. The Earth is Blue as an Orange. Afgelopen jaren stroomden de docu’s over de burgeroorlog in de Oekraïne binnen. Nu is alleen deze film een afgevaardigde van die oorlog. Hierin kijken we naar het maken van een korte film over een gezin in deze oorlogstijd. Film van Iryna Tsilyk (die dus filmde hoe dochter Myroslava de film filmde in deze film) won in Sundance de prijs voor beste regie.

2. There Will Be No More Night. Je moet vermoedelijk stevig gegeten hebben als je deze film van Éléonore Weber gaat kijken. Ik denk dat deze shots van piloten die met thermische camera’s ‘s nachts mensen opblazen vrij zwaar is om te verteren. Een schokkende film, zonder twijfel. Je ziet (wel unieke) beelden van missies in Irak, Syrië en Afghanistan.

3. The Fifth Story. Irak maakte maar liefst vier oorlogen mee sinds de jaren tachtig. Regisseur Ahmed Abd maakte die van 2003 als kind mee. In deze film spreekt hij met andere Irakezen over hun ervaringen tijdens deze oorlogen.

4. This Rain Will Never Stop. Film beschrijft hoe een Oekraïense familie betrokken is bij de oorlog in Syrië. Een ander familielid zit in Irak. Oorlog is overal maar bij sommige mensen nog net iets meer. Reken op veel drama en ellende in deze film van Alina Gorlova.

 

Seksualiteit
1. The Night Flowers. ‘Las Flores de la Noche’ heten de Mexicaanse transgenders die in deze film van Omar Robles en Eduardo Esquivel worden gevolgd. Achter deze jongeren ‘schuilt een authentiek verlangen naar vrijheid’.

2. Silent Voice. Khavaj zit in België ondergedoken. Zijn Tsjetsjeense familie weet dat hij homo is en hij vreest geweld. Hij moet zichzelf ‘opnieuw uitvinden’. Film van Reka Valerik.

3. Welcome to Chechnya. Hoe smokkel je een lhbtq’er Tsjetsjenië uit? Vermoedelijk huiveringwekkend en spannend, deze documentaire van David France, die met het idee breekt dat je afstand moet houden tot je onderwerp. Met deepfake zijn de gezichten van de gevluchte lhbtq’ers veranderd.

 

Spiritualiteit en religie
1. Divinations. Siciliaanse waarzegger komt uit de gevangenis. Need to say more? Vermoedelijk amusante film over cultuur, bijgeloof en oplichterij van Leandro Picarella.

2. Songs of Repression. Voer voor veel films geweest: rare Duitse sektes in Zuid-Amerika. Deze bestond echt. Ex-naxi Paul Schäfer had hier in de jaren zestig een sekte in Chili. Deze docu zoomt met veel interviews in op die periode. Film van Estephan Wagner en Marianne Hougen-Moraga in het Best of Fests-programma.

3. Between Fire and Water. Een film waar sommige mensen behoorlijk wild van worden: echte spirituele indianen in Colombia. Maar deze gaat over het buitenbeentje aldaar: een donkere indiaan die geadopteerd was. Weer een film over identiteit dus, daar moet de kijker wel zin in hebben. Film van Viviana Gómez Echeverry.

4. ‘Til Kingdom Come. Film over de warme banden tussen evangelisten in rural VS en Israëliërs. Deze connectie begint volgens de film in een mijndorpje in Kentucky. Verwacht een behoorlijk journalistieke en onthullende docu van Maya Zinshtein over deze opmerkelijke connectie.

 

Tranen
1. Dear Elnaz. Man verliest zijn vrouw toen een vliegtuig werd neergehaald in Iran. Zeer triest verhaal, over hoe hij haar mist en met zijn verdriet omgaat. Film van Mania Akbari zal vermoedelijk weer bewijs zijn dat docu’s vaak meer ontroeren dan speelfilms.

2. The Magnitude of All Things. Voor wie een kleine portie verdriet nog niet genoeg is: deze film van Jennifer Abbott (bekend van The Corporation) gaat over verdriet wereldwijd. Een filmreis vol tranen. Gaat niet per se om afscheid nemen, maar ook verdriet vanwege de impact van het veranderende klimaat.

3. Soldier’s Woman. Ieder jaar is er wel een film die laat zien hoe moeilijk het mensen echt hebben. En dan bedoel ik niet de frustratie omdat de wifi er even uit ligt. In deze film van Patricia Wiesse Risso krijgen we een portret van plattelandsvrouwen die in de jaren tachtig massaal verkracht werden tijdens de burgeroorlog in Peru. Daar zit een heleboel verborgen verdriet en trauma.

4. Zero. Niet alle tranen hoeven van verdriet te komen, ze kunnen ook komen door ontroering. Deze film is vermoedelijk heel erg lief. Portret van Kazuhiro Soda van tachtigjarige Japanse psychiater die met pensioen gaat en die nog een keer zijn patiënten ziet. Hij heeft zelf ook een dementerende vrouw. De film is denk ik wel aan de trage kant.

 

Vluchtelingen, racisme, maatschappelijk ongelijkheid
1. The Blue House. Senegalese kunstenaar leefde in de jungle van Calais, of te wel het intussen opgeruimde vluchtelingenkamp vlakbij die stad. Portret van Hamedine Kane is niet het eerste over dit vluchtelingenkamp maar kan wel een eyeopener zijn voor iedereen die een abstract beeld heeft van ‘de vluchteling’.

2. In My Skin. Regisseur Toni Venturi (blank) interviewt mede-Brazilianen (met kleur) over hun ervaringen met racisme. Brazilië, voor wie dat niet weet, schafte als laatste land ter wereld slavernij af (in 1888).

3. Purple Sea. Nog een film voor wie zanikt dat een langzaam ladend YouTube-filmpje het grootste drama van de wereld is: Syrisch kunstenaar Amel Alzakout zat in een bootje dat vlak voor Lesbos begon te zinken. Deze film, die 67 minuten duurt, laat haar zien dobberen, in afwachting van redding.

4. White Noise. Daniel Lambroso ontmoet alt-right activisten, de een influencer, de ander organiseert rally’s. Interviews, nieuwsbeelden, een hoop boosheid… verwacht een vlot gemonteerde docu met een onthullend portret van binnenuit.

 

Vrouwen en mannen
Vrouwenfilms:
1. The Art of Living in Danger. Film over vrouwenactivitisten in Iran. Film van Mina Keshavarz in Best of Fests-programma.

2. The Case You. Auditie voor een film over incest bleek bron te zijn van MeToo-drama. De betrokken actrices doen hun verhaal in de rechtbank en voor de camera. Film van Alison Kuhn.

3. Jungle. In deze film van Louise Mootz volgen we vier jonge, ‘luidruchtige’ Parijse vrouwen in hun begin-twintigersbestaan. Uit het Best of Fests-programma.

4. Dormant. Kleindochter Natalia Labaké richt camera op de vrouwen in de familie. De film laat volgens IDFA zien hoe de ‘veronachtzaming van vrouwen in de politieke vergezichten van toen hun positie in de Argentijnse samenleving tot in het heden beïnvloedt’.
+ In dit genre: The First Woman, Heaven Beneath my Feet, Mothers, She Had a Dream, Showgirls of Pakistan, Ultimina, The Story of a Movement.

Mannenfilms:
1. Boyi Boyo. Shilo is hardloper in Centraal-Afrika en probeert zo het broodnodige geld te verdienen. Film van Anne Bertille en Vopiande Ndeysseit.

2. A Boy. Zo vader zo zoon in Rusland. Regisseur Vitaly Akimov is de zoon van protagonist en dan is er nog het stiefkind van zijn broer.
+ In dit genre: Bruce, Il Mio Corpo.

 

Wetenschap en techniek
1. Feels Good Man. De meme Pepe the Frog was een underground cartoon, tot een van de plaatjes een meme werd. Daarna ging het van kwaad tot erger: het werd een symbool van neonazi’s. Film van Arthur Jones focust op wat dat doet met de tekenaar, Matt Furie. Uit Best of Fests-programma.

2. Please Hold the Line. Met al die techniek in ons leven hebben we ook steeds meer reparaties nodig. Monteurs zijn er dagelijks mee bezig. Film van Pavel Cuzuioc belooft een droogkomisch portret te zijn van een aantal monteurs in Oost-Europa.

3. New Gods. Interessant klinkende korte Franse film van Loïc Hobi. We kijken naar de online optredens van ene LonerWolf58. Lid van de incel-beweging (‘involuntarily celibate’), net als de moordenaar Elliot Rodger, over wie deze film eigenlijk gaat. Vooral het perspectief van de verteller klinkt boeiend: de algoritmen van het internet.

4. Motto. Meer kunstwerk dan docu (want er is geen vertoning), toch noemenswaardig, al begrijpt hier niemand echt iets van denk ik: ‘Documentaire wordt onderdeel van fictie in deze interactieve novelle, gemaakt voor mobiele apparaten.’ Canadees experiment van Vincent Morisset, die ook een Motto live heeft gepland.

.

 

 17 november 2020

 

IDFA 2020: dit jaar is alles anders
IDFA 2020: close-up van het programma (1)

 

MEER FILMFESTIVAL

IDFA 2019 – Preview 3

IDFA 2019 – Preview 3:
Van media tot muziek

door Bob van der Sterre

In onze derde voorbeschouwing over het programma van het documentairefestival IDFA 2019 zoomen we in op natuur & spiritualiteit, oorlogsellende, recht & politiek, reizen, sport, vluchtelingen & discriminatie, wetenschap en experimenteel & auteursfilms. Het IDFA begint 20 november; InDeBioscoop doet met drie collega’s verslag.

Programma IDFA 2019 - Hi AI

 

Natuur, spiritualiteit en religie

Ayahuasca – A Kosmik Journey (45 min.)
Is het een film? Is het een trip? Jan Kounen die een trip visualiseert, what else is new? Hij heeft nu een ayahuascatrip gevisualiseerd en het ziet er… maf uit? Te zien bij het ‘waterfront’ van Eye – we moeten afwachten wat dat inhoudt. 

Buddha in Africa (93 min.)
Film over een wonderlijke combinatie: boeddhisten en weeskinderen in Malawi. De kinderen krijgen Chinese les en komen in aanraking met een totaal vreemde cultuur. Die ook kansen biedt. Klinkt als bemoedigende, interessante productie. Meer films over jonge boeddhisten? Sing me a Song gaat over jonge boeddhisten in Bhutan. Film vertelt hoe de moderne tijd ook hun levens verandert.

Faith and Fury (103 min.)
Hoe in Brazilië religie en conservatisme steeds meer één worden, maar ook hoe bendes religie gebruiken ‘voor hun werk’. Het gaat hier om de neocharismatische beweging. Dominees en gangsters vertellen over deze religie. Belooft veel onthullende beelden.

Faith (94 min.)
Religieuze kungfuvechters. Of Bijbelse shaolinknokkers? Sektarische relivechtsporters? In elk geval een portret van een groep mensen die al deze dingen combineren. Moet wel ongewoon zijn – alsof je tussen hen in zit. De trailer oogt niet anders als een doodgewone discotheek maar er zal vast meer te zien zijn. 

Ridge (71 min.)
Vermoedelijk (afgaand op de trailer) artistieke film over een Zweeds plattelandsdorp. Een blik op boeren en landbouw. Geen film die iets wil zeggen maar die op een mooie manier registreert – en dat is wat je vaak mist in documentaires. Ook (enigszins) in dit genre is het portret van boeren in Martinique: You Think the Earth Is a Dead Thing.

 

Oorlogsellende

The Cave (95 min.)
Voor de liefhebber van écht hartverwarmende menselijkheid in een oorlogssituatie. In Oost-Ghouta in Syrië is er een ondergronds ziekenhuis. Deze documentaire legt die wereld bloot. Interessant, schokkend, sentimenteel, naargeestig; dat is vermoedelijk wat je kunt verwachten van deze Deense documentaire.

For Sama (95 min.)
Waad al-Kataeb filmde de opstand in Aleppo. Tegelijk is ze een jonge moeder van zesentwintig jaar en heet haar dochter Sama, voor wie deze film dus is. Vermoedelijk bij de strot grijpend materiaal met de rare nuchterheid van oorlogen. Zou wel eens hoog kunnen scoren bij het publiek.

 

Recht en politiek

Advocate
Altijd een raadsel: wie wil terroristen verdedigen in een rechtszaak? Lea Tsemel verdedigt Palestijnen in Israël omdat ze als mensenrechtenadvocaat gelooft in gelijke rechten. Ze staat bekend als devil’s advocate en lijkt de geuzennaam best aardig te vinden. Verwacht een portret van een sterke vrouw die tegen de maatschappelijke stroom inroeit. 

After Your Revolt, Your Vote!
Na de revolutie van 2014 gaat Burkina Faso stemmen. Belooft een fascinerende antropologisch onderzoek te zijn naar hoe verkiezingen in Afrika verlopen. Ik verwacht chaotische scènes met door elkaar roepende mensen en gepassioneerdheid bij geïnterviewden. Zie het kopje ‘maatschappelijk engagement’ voor nog twee documentaires over Burkina Faso. 

The Brink (91 min.)
Portret van Steve Bannon en zijn poging om nationale populisten internationaal te laten samenwerken. Film van Alyson Klayman, die houdt van provocerende onderwerpen (onder andere Ai Wei Wei en de pillenindustrie), belooft een onthullend portret te zijn in het denken van deze invloedrijke persoon. 

Citizen K (126 min.)
Alex Gibney met weer een spraakmakend portret. Na James Brown, Steve Jobs, Elizabeth Holmes en Fela Kuti, maakt hij nu een film over Chodorkovski, wiens levensverhaal menigeen wel bekend is (de oligarch die tien jaar in een Siberisch strafkamp zat). Gibney is een type onthullende documentairemaker – hij maakte ook Zero Days over Stuxnet. Benieuwd hoe de combinatie met hem en Rusland en Chodorkovski uitpakt. Wel een lange zit met ruim twee uur. 

Shadow Flowers (109 min.)
Noord-Koreaanse kwam per toeval (?) in Zuid-Korea terecht en wil terug naar Noord-Korea (waar haar familie zit). Aparte situatie die tot vreemde momenten leidt – aangezien de Zuid-Koreanen dat evenmin toelaten als andersom. Doet klein beetje denken aan Spielbergs speelfilm The Terminal.

 

Reizen

African Mirror (84 min.)
Deze film belooft een fraaie tijdcapsule te worden. René Gardi, een Zwitserse documentairemaker, ging in de jaren vijftig naar Afrika. Hij vergelijkt Kameroeners met Zwitsers. Zijn utopische schets van Afrika zorgde voor een enorme toerismeboost, met alle gevolgen van dien. 

LA Tea Time (82 min.)
Documentaires met humor, ja graag! Deze lichtvoetige documentaire gaat over de Quebecoise filmmaker Sophie Bedard Marcotte, die op zoek gaat naar Miranda July, regisseur van de aangename komedie Me and You and Everyone We Know. Met Chantal Akerman als gids. De premisse is daarmee al geslaagd – hopelijk levert dat ook de geestige roadmovie op waar je dan op hoopt.

Suspension (75 min.)
Strikt gezien geen reis maar wel het einde van een route: een onvoltooide betonnen brug in Colombia. Over de strijd van natuur versus mens. Ziet eruit als een interessant onderwerp, deze debuutfilm. De liefhebber van dit onderwerp wordt in de watten gelegd met nog twee films over bouwconstructies en bouwprojecten: Tension Structures (Parijs) en A Tunnel (Georgië).

 

Sport

Khartoum Offside (76 min.)
Voetballende vrouwen in een achtergesteld land? Hebben we dat niet al eerder gezien? Ja, over het Afghaanse vrouwenvoetbalelftal (Afghan Girls Can Kick) en het Libische vrouwenvoetbalelftal (Freedom Fields). Deze film doet het nog eens schaamteloos over, maar dan in Soedan. Welke landen kunnen we daarna nog doen?

Marshawn Lynch: A History (84 min.)
Als deze naam je niets zegt, ben je vermoedelijk ook geen fan van American Football. Ondergetekende is dat ook niet maar ik heb wel eens van Lynch gehoord als eigenzinnig persoon binnen dat wereldje. Deze film legt dat bloot met veel video-anekdotiek en ook een portret van waar hij vandaan komt (Oakland). Kan boeiend zijn.

 

Vluchtelingen en discriminatie

Again – Live
Iraaks vluchteling Al-Aziz wordt na een incident in een supermarkt aan een boom vastgebonden. Wat ging eraan vooraf, door welke hetze liep het zo uit hand? Hier zien we een heropvoering van de gebeurtenis. Racisme ligt op de loer in Oost-Duitsland is de les. 

Born in Evin (98 min.)
Duitse actrice wil meer weten over de Iraanse achtergrond van haar familie. Ze filmt alles en iedereen en vraagt zich suf over deze traumatische nationale geschiedenis – die ze blijkt te delen met anderen. Een tweedegeneratiefilm. 

Europa, Based on a True Story (92 min.)
Tijdens het maken van een speelfilm in Londen, filmt de Rwandese regisseur Kivu Ruhorahoza ook wel eens buiten de deur. Zijn ‘documentaire binnen een speelfilm’ gaat over xenofobie en een streng immigratiebeleid.

Moving so Slowly (76 min.)
Vluchteling zijn heeft nog een andere kant: de bureaucratische. Dit portret van de Costa Ricaanse immigratiedienst belooft wat gegrinnik van tijd tot tijd, om de onnozelheid die nu eenmaal gepaard gaat met bureaucratie. Voor de liefhebber van films over bureaucratie (zijn die er?) is er ook Smog Town. 

Tiny Souls (86 min.)
Portret van Syrische vluchtelingen, vooral twee kinderen, die in Jordanië in vluchtelingenkampen wonen. Ze kregen een camera van de regisseur (Dina Naser) en filmen hun leven van binnenuit. Dat moet wel een emotioneel pittig verhaal zijn om te kijken, eentje die vast de juiste snaar zal raken bij het IDFA-publiek. Ik zie de tweets nu al op het scherm passeren: ‘Net Tiny Souls gezien. Mooi en indrukwekkend.’

 

Wetenschap

Hi AI (88 min.)
Wat is de toekomst van mensen en AI? Dat is het onderzoeksdoel van deze docu. Ik verwacht een luchtige documentaire, met veel lachsalvo’s en ook wat aandoenlijke momenten over eenzaamheid. En natuurlijk met een griezelig tintje. In dit genre ook: iHuman.

Hunting for Hedonia (87 min.)
Door hersenprikkelingen kunnen we mensen genezen van ellendige ziekten. Hoe werkt dit en waar komt dit vandaan? Wat zijn de risico’s? Vermoedelijk interessante Deense film over een onderwerp waar je zelden wat over hoort als je niet in dat wereldje zit.

 

Experimenteel + auteursfilms

Bile (64 min.)
De moeder van de regisseuse overlijdt aan kanker. Dat het startschot van een essay over het menselijk lichaam, maar ook geschiedenis en politiek. Pittige, filosofische film waarvoor je in de stemming moet zijn. 

Earth (115 min.)
Een film over het verbouwen van natuur voor de ontwikkeling van de mens. Typisch een onderwerp voor Nikolaus Geyrhalter, die aantrekkelijke rustige films maakt over interessante onderwerpen. Hij weet mensen op ontspannende wijze vast te leggen. Zijn vorige film, The Border Fence, draaide ook op IDFA. Ook in deze stijl maakte hij Abendland, Pripyat, Homo Sapiens.

Letter to the Editor (88 min.)
Duizenden foto’s uit The New York Times aan elkaar gemonteerd? In elk geval een foto-essay over fotografie en journalistiek, project van documentairemaker Alain Berliner. Kan interessant zijn maar misschien ook een beetje traag. 

Selfie (78 min.)
Twee Napolitaanse tieners met een selfiecamera. Op zich een geniaal simpel idee om zo een wereld te ontsluiten, met misdaad en de eeuwig gepassioneerde Napolitanen (denk aan de geweldige docu van vorig jaar: Dark Corner). Lichtvoetig en experimenteel maar vermoedelijk een tikje langdradig en ideeënloos naar het einde toe. 

Speak So I Can See You (73 min.)
Radio. We zien hier alle kanten van de radiozender Radio Belgrado. Archieven, kabels, telefoons. Ziet er fraai uit, deze documentaire, die van vooral geluid vooral beeld maakt. Dit zal een van die onderschatte films op IDFA zijn, vermoed ik.

 

17 november 2019

 

Preview IDFA 2019 – Deel 1
Preview IDFA 2019 – Deel 2

 


MEER FILMFESTIVAL

IDFA 2019 – Preview 2

IDFA 2019 – Preview 2:
Van media tot muziek

door Bob van der Sterre

In onze tweede voorbeschouwing over het programma van het documentairefestival IDFA 2019 richten wij ons op journalistiek & media, klassiekers, kunsten & kunstenaars, lange zit, maatschappelijk engagement, misdaad en muziek.

Programma IDFA 2019 - Behind the Blood

 

Journalistiek & media

Collective (109 min.)
Deze film laat zien wat er gebeurde na de brand in de nachtclub Colectiv in Boekarest. Dat leidde tot de val van de Roemeense regering. Ik vermoed een schandalige film, veel onthullingen, veel corruptie, veel frustrerende gevoelens.

How To Steal a Country (87 min.)
Over de te innige banden tussen de steenrijke familie Gupta en de Zuid-Afrikaanse regering van Zuma. Dit belooft veel sappige schandalen van een niveau dat wij ons hier moeilijk kunnen voorstellen. Onderzoeksjournalistiek van de bovenste plank.

Radio Silence (77 min.)
Carmen Aristegui is radiopresentator in Mexico en niet op haar mondje gevallen. Ze spreekt zich uit tegen de drugshandel. Met haar enorme populariteit lukt het haar om mensen te laten geloven in een betere toekomst. Doet me enigszins denken aan Reportero uit 2012, ook al van die Mexicaanse helden. 

This Is Not a Movie (106 min.)
Portret van buitenlandcorrespondent Robert Fisk, die vertelt over zijn vak. Hij was journalist in het Midden-Oosten. Voor wannabe-correspondenten – of mensen die willen weten hoe dat nou is –  vermoedelijk een zeer interessante film. Of dat ook zo is voor de rest van het publiek, moet nog blijken.

 

Klassiekers

The Battle of Chile: The Insurrection of the Bourgeosie (96 min.) / The Battle of Chile: Coup d’État (88 min.) / The Battle of Chile: Popular Power (79 min.)
Trilogie over de staatsgreep in Chili in 1973. Films uit 1975 (conflicten), 1976 (staatsgreep) en 1979 (laatste jaar Allende). Maker is regisseur Patricio Guzmán, ook de gast van deze IDFA. Als documentairemaker zag hij alles voor zijn neus gebeuren. Voor de liefhebber is er ook nog zijn Chileense film uit 1997, Chile, Obstinate Memory, over de trauma’s die deze tijd heeft losgemaakt, en The Cordillera of Dreams, zijn nieuwste film, over getuigen van de recente Chileense geschiedenis.

Don’t Look Back (96 min.)
Wie wil terug naar 1967? D.A. Pennebaker legde in 1965 de tour van Bob Dylan vast. Voor de liefhebber. Hoort bij de special A Tribute to Pennebaker and Hegedus.

The Fog of War (95 min.)
Errol Morris (zie zijn profiel) is gespecialiseerd in een bepaald soort interview. Dit interview hield hij met Robert McNamara, Amerikaans minister van Defensie in de jaren zestig. Errol Morris’ interviews zijn altijd sterk. De vraag is alleen of het niet te ver van ons Nederlandse bed is.

General Idi Amin: A Self Portrait (92 min.)
Idi Amin in een portret van regisseur Barbet Schroeder. Het verhaal is bizar en het resultaat een klassieker in de documentairewereld. Dit is de versie die na het overlijden van Idi Amin in 2003 werd gemaakt – de versie ervoor… Nou ja, met een dictator is het lastig zakendoen, laten we maar zeggen. 

La Jetée (28 min.)
Amper een half uur maar zeer beroemde ‘documentaire’ van Chris Marker. Postapocalyptisch (gaat over de wereld na de Derde Wereldoorlog) en artistiek.

 

Kunsten & kunstenaars

Andrey Tarkovsky. A Cinema Prayer (93 min.)

Het leven van Tarkovski, door hemzelf verteld, door zijn zoon samengesteld. Klinkt als voer voor de fans. Toevallig (niet echt denk ik) is er ook een Tarkovski-special in Eye. Lees ook ons interview met de zoon van Tarkovski op InDeBioscoop!
In dit genre nog twee filmregisseursfilms: Forman vs. Forman (over Milos Forman van Amadeus, The Fireman’s Ball en One Flew over the Cuckoo’s Nest) en Varda by Agnès (over Agnes Varda, die een film over zichzelf maakte, in het jaar dat ze ook overleed).

Lil’Buck: Real Swan (85 min.)
Lil’Buck is een danser ‘van de straat’. Nee, echt, letterlijk van de getto’s naar optredens met Yo Yo Ma. Ik had nog nooit gehoord van jookin’ maar over die straatdans in Memphis gaat deze film. Voor fans van dansfilms is er ook Cunningham.

Margaret Atwood: a Word After a Word After a Word is Power (92 min.)
Geldt voor alle schrijversbiografieën: je moet wel fan zijn, anders wordt het saai. Ik heb zelf niet veel met Atwood maar voor de fans zal dit vermoedelijk geweldig materiaal zijn. Ook in dit genre, maar met een heel ander verhaal uiteraard: Toni Morrison: The Pieces I Am. 

Max Richter’s Sleep (99 min.)
Componist Max Richter wilde juist wel dat mensen in slaap zouden vallen bij zijn optreden. Dat was de bedoeling van Sleep, dat met bedden en al in Los Angeles werd opgevoerd. In deze documentaire meer context bij dit evenement/deze performance. 

True Copy (80 min.)
Het is wel grappig dat vervalsers meer onderwerp van documentaires zijn dan echte kunstenaars. Denk aan een film als Arts and Craft. Nu is Geert Jan Jansen onderwerp van de film. Of is de film wel echt? Of net zo in scène gezet als de stunt van toneelgroep Berlin rondom een in de Kunsthal gestolen Picasso?

 

Lange zit

Heimat is a Space in Time (218 min.)
Documenten, brieven, cv’s, dagboeken. Via veel voorleeswerk krijgen we een beeld van de geschiedenis van Duitsland. Dat gaat samen met voorbij glijdende beelden van de genoemde locaties in het heden. Ruim drie uur experimentele film van Thomas Heise.

Warheads (182 min.)
Beroemde docu uit 1992 over huursoldaten van Romuald Karmakar. Docu fascineert omdat je mensen aan het woord ziet die je verder zelden hoort of ziet. Er is wel zitvlees voor vereist met zijn bijna drie uur lengte.

 

Maatschappelijk engagement

Balolé, the Golden Wolf (65 min.)
Een steengroeve in de buurt van Ouagadougou, de hoofdstad van Burkina Faso. Hoe is het leven van de mensen die dat werk doen? Een pittig bestaan, maar een betere vraag is: hoe blijf je positief in die situatie? Er is trouwens (toeval?) nog een docu over Burkina Faso en zwaar fysiek werk (goudmijnen): No Gold for Kalsaka.

Blow it to Bits (109 min.)
Regisseur Lech Kowalski bezoekt arbeiders die een fabriek ‘gijzelen’. Hij filmt de arbeiders. Vermoedelijk een sympathiek portret van hardwerkende arbeiders die ingehaald worden door de moderne tijd en hun frustratie daarover uiten.

Máxima (88 min.)
Nee, niet die, maar een boerin uit Peru, die ten strijde trekt tegen het grootkapitaal, dat het op haar en andere boerderijen heeft voorzien (ze wonen dichtbij een goudmijn). Ongetwijfeld veel boze gevoelens om de arrogantie van de macht in deze film maar ook bewondering voor de helden die dan ook altijd opstaan. 

Punks (90 min.)
Tieners die niet meer te handhaven zijn, wat moet je ermee? Naar Frankrijk, naar een boerderij om zichzelf ‘op het rechte pad’ te krijgen. Vermoedelijk veel pijnlijke, wrange scènes over moeilijke kinderen, type ‘lach en een traan’. Nederlandse documentaire van Maasja Ooms zal er bij het publiek ingaan als koek. Enigszins verwant aan Carroussel, over criminelen die in Rotterdam een tweede kans krijgen. 

Push (92 min.)
Gentrificatie (beter bekend als gentrification) is een probleem. Daar ben ik van overtuigd, en veel anderen met mij. Interessant onderwerp dus waar veel over gepraat wordt maar tot nu toe niet over nagedacht wat de gevolgen zijn, hoe woonsteden in feite veranderen in hotelsteden. Zweedse documentaire reist de wereld rond om meer te weten te komen van dit fenomeen.

 

Misdaad

Always in Season (89 min.)
De dood van Lennon Lacy werd aanvankelijk zelfmoord genoemd, maar het bleek anders gegaan te zijn. De FBI ging zich ermee bemoeien. Jacqueline Olive ging diep op de zaak in. Geen docu om vrolijk van te worden, wel spannend. 

Behind the Blood (86 min.)
De in Honduras geboren Loretta van der Horst gaat terug naar Honduras. Ze filmt een priester die zich midden in het bendegeweld begeeft, een journalist die reportages maakt en een huurmoordenaar. Vermoedelijk een beklemmende, dappere film. 

Prison for Profit (83 min.)
Geprivatiseerde gevangenissen beter dan niet-geprivatiseerde? Dat zou je zeker niet denken als je deze docu kijkt die misstanden laat zien in een geprivatiseerde Zuid-Afrikaanse gevangenis (de Mangaung-gevangenis). Geen film om blij van te worden. Meer gevangenisfilms op IDFA: Arcana (portret van een gevangenis in Valparaiso in Chili uit 2006), The Cause (gevangenis in Venezuela die gedurende vijf jaar werd gefilmd), Sunless Shadows (jonge vrouwen in Iran in de gevangenis), en die verwant is aan de stopmotion-animatie (met echte geluidsbanden) The Unseen, over vrouwelijke daklozen in Iran die ook vaak in de gevangenis eindigen.

Chasing Yehoshua (82 min.)
Yehoshua Elitzer is veroordeeld voor een moord op een Palestijnse taxichauffeur. Hij ontsnapte.  Documentairemaker Shay Fogelman was vijf jaar bezig met hem te vinden, daar gaat deze documentaire over. Hollende camera’s, mensen die geen vragen willen beantwoorden en een fascinerend plot? 

Mafia is Not What it Used to Be (105 min.)
Falcone en Borsalino, de twee vermoorde maffiarechters, worden in Palermo herdacht via een parade. Deze parade is het begin van een portret van mensen die hiermee te maken hebben, als kritisch persoon (fotografe Letizia Bataglia) of als artiest bij de parade. Dit kan wel interessant zijn, omdat de film maffia alleen als beginpunt neemt, maar niet als onderwerp van een journalistieke documentaire. Er is trouwens op IDFA ook een film over Letizia Bataglia zelf, waar ik erg nieuwsgierig naar ben, want ze behoort toch wel tot een van mijn fotografische helden.

 

Muziek

All I Can Say (102 min.)
Je bent popster, het is 1995 en je bent 28 jaar. Dan sterf je aan een overdosis. Dat overkwam Shannon Hoon, zanger van Blind Melon, die met Hi8-camera veel films van zijn leven maakte. Belooft een pijnlijke film, die tegelijk een interessante tijdreis naar die heerlijke 90’s biedt. 

Inna de Yard: The Soul of Jamaica (99 min.)
Reggae-artiesten nemen hun reggaehits nogmaals op, maar dan akoestisch. Dat is het gegeven van deze docu, die veel interessante figuren, mooie muziek en levenswijsheid belooft.

Marianne & Leonard: Words of Love (102 min.)
Nick Broomfield, die diverse pittige docu’s maakte (over Biggie & Tupac; Kurt & Courtney; seriemoordenaar in LA), gaat nu aan de gang met een softer onderwerp: de lastige relatie tussen Leonard Cohen en Marianne Ihlen. Zij was onderwerp van het beroemde liedje So Long, Marianne en, pikant genoeg, later ook partner van Broomfield op het artistieke vakantie-eiland Hydros. 

Once Aurora (71 min.)
Als kindster werd de Noorse Aurora Aksnes een groot succes maar zit nu, begin twintig, in haar eerste midlifecrisis. De film volgt haar bij die momenten. Ik betwijfel of dit echt interessant is als documentaire, ‘de tol van de roem’, maar er zijn vast fans die reikhalzend uitkijken naar deze docu. Het is misschien interessant om deze documentaire af te zetten tegenover een ander zangtalent, in India, dat moet optreden voor rijke mensen (Pearl of the desert). 

Once Were Brothers: Robbie Robertson and the Band (100 min.)
The Last Waltz van Scorsese, anyone? Deze legendarische band was het onderwerp van die film. De leadzanger (uiteraard Robbie Robertson) kijkt samen met anderen terug op hun succes en zijn eigen leven.

 

14 november 2019

 

Preview IDFA 2019 – Deel 1
Preview IDFA 2019 – Deel 3

 


MEER FILMFESTIVAL

Preview IDFA 2018 – Deel 3

Preview IDFA 2018 deel 3:
Natuur, oorlog, sport, tranentrekkers, vluchtelingen en auteursfilms 

door Bob van der Sterre

Vandaag het laatste deel van de voorbeschouwing van IDFA 2018. Thema’s: Natuur en Spiritualiteit, Oorlogsellende, Sport, Tranentrekkers, Vluchtelingen, Experimenteel & Auteursfilms.

The Border Fence

 

Natuur en spiritualiteit

Becoming Animals (78 min.)
Een zo op het oog wazige, filosofische documentaire over onze band met ‘het dier’. Je kunt denk ik maar twee kanten op met deze documentaire: of het is raar, of het is briljant. In elk geval mag je mooie beelden van wilde beesten verwachten. Gefilmd in het Grand Teton National Park.

Beloved (63 min.)
Ook wat vaag oogt de film Beloved. Deze documentaire beschrijft het harde leven van een vrouw in het Iraanse hooggebergte. Reken op mooie landschappen, sjokkende herders en gerimpelde gelaten.

Stones have Laws (100 min.)
Surinaamse Marrons in hun jungle. Gaat over bosgeesten en geschiedenis. Nederlands-Surinaamse productie kan ons wat meer leren over de band tussen de twee landen. Of blijft hangen in spirituele platitudes.

Genesis 2.0 (113 min.)
Ogenschijnlijk interessante documentaire over Siberische jagers die ieder jaar zoeken naar mammoetslagtanden. Een zware klus die ze niet altijd overleven. Tegelijkertijd is het misschien mogelijk geworden om een mammoet te klonen. Deze nieuwe documentaire van Christian Frei (Space Tourists, War Photographer) kijkt naar beide werelden.

 

Oorlogsellende

Chris the Swiss (90 min.)
Is er ooit een dommere titel voor een documentaire geweest? Dat neemt niet weg dat deze film vermoedelijk een stuk interessanter is dan de titel doet vermoeden. Chris was dus een Zwitser, een journalist, die terechtkwam in de Joegoslavische burgeroorlog. Hij stierf daar als huursoldaat. Zijn nicht, filmmaker Anja Kofmel, wil er meer van weten en zoekt ooggetuigen. Ze kan ook goed tekenen, dus een deel van deze film is animatie.

Graves Without a Name (116 min.)
Het derde deel over de terreur van de Rode Khmer in Cambodja. Dit is de derde film van Rithy Panh over dit thema.

The Greatest Sacrifice (96 min.)
Bij de vele films over Syrië kan een nieuwe film worden toegevoegd. Een portret van hoe een in principe vreedzame opstand leidt tot een gewapende strijd aan de frontlinie. Het zal weer geen film zijn waar je vrolijk uit weggaat maar wie juist een portie realisme wenst, heeft vermoedelijk een goede aan deze film. Ik ben bijvoorbeeld Return to Homs nog steeds niet vergeten.

 

Sport

Butterfly (80 min.)
Irma Testa is een bokstalent en pas achttien jaar oud. We zien haar voorbereiden op de Olympische Spelen in Rio. Een rauw portret van een jonge sportvrouw uit Napels. Een film in dit genre, maar meer bedoeld als sociaal-maatschappelijk portret is het eveneens Italiaanse Dark Corner, over bokser Mirco Ricci.

Compulsory Figures (71 min.)
Wie I, Tonya heeft gezien, weet nu hoe hard de weg naar de top van het kunstschaatsen kan zijn. In Compulsory Figures gaat het om Julia, een tienjarig Oekraïens meisje dat door haar moeder gepusht wordt om later een succes te worden. Hier zien we de werkelijkheid van I, Tonya (minus het amusement van die film natuurlijk).

Free solo (101 min.)
Het is bewonderenswaardig maar toch ook wel bijzonder uitsloverig: de poging van klimmer Alex Honnold om zonder zekeringen de bekende berg El Capitan te beklimmen. Hoe film je zoiets? Dan blijkt dat ook de filmcrew onderdeel van de film wordt. Willen we dat echt zien? De beelden zullen fantastisch zijn maar de aanstellerij net zo gigantisch.

John McEnroe: In the Realm of Perfection (95 min.)
McEnroe in slow-motion. Zijn tennisspel was misschien wat meer rock-‘n-roll dan dat van de anderen, zijn stijl van spelen was virtuoos en vol finesse. Dankzij films die een coach in die tijd maakte, kan regisseur Julie Faraut nu laten zien wat hem zo boeiend maakte. De echte tennisfan mag deze film niet missen.

Infinite Football (71 min.)
Laurentiu is een Roemeen met speciale ideeën over voetbal. Hij predikt revolutionaire zaken om het voetbal anders te laten verlopen. De corners bestaan dan niet meer, om maar iets te noemen. Regisseur Corneliu Porumboiu (van 12:08 East of Bucharest) bezoekt hem en laat hem zijn ideeën vertellen.

 

Tranentrekkers

America (76 min.)
Drie Mexicaanse broers staan ineens voor de taak om hun bejaarde oma, América, te onderhouden. Dat past niet bepaald in hun werkschema’s. De film biedt ongetwijfeld wat de trailer belooft: veel sympathieke mensen, oprechte emoties (tranen en af en toe een wrange lach) en heel veel familiegevoelens.

Buddy (86 min.)
Hoe zes honden het leven van chronische zieke mensen makkelijker maken. Blinden kunnen ineens hardlopen. De hond als je beste buddy. Heddy Honigmann is misschien wel Neerlands bekendste documentairemaakster. Persoonlijk word ik niet zo wild van haar werk maar ze scoort keer op keer met haar documentaires. Het is geen gewaagde voorspelling dat deze documentaire ook wel bij de top drie van publieksfavorieten gaat eindigen.

Home Games (86 min.)
Het leven is shit voor sommige mensen. Zo ook deze familie in Kiev. Middelpunt is een voetbalster, die tegelijk voor haar kleine broertje en zusje moet zorgen. (Voetbalsters doen het trouwens goed op deze IDFA met drie films.) Een tranentrekkende documentaire die ongetwijfeld ‘veerkracht’ moet uitstralen.

Kabul, City in the Wind (88 min.)
Abas, een buschauffeur, heeft geen gemakkelijk leven. Zijn bus is krakkemikkig en hij heeft rekeningen te betalen. In hetzelfde dorp leven twee broertjes die het ineens zonder vader moeten doen. Hou rekening met vochtige ogen in deze film vol ellende.

Los Reyes (78 min.)
Nog een tranentrekkende film over honden. Ditmaal de twee zwerfhonden, Chola en Football, die in Chili in een skatepark leven. Deze film is óók een portret van de tieners in die wijk, maar ik ga ervan uit dat Chola en Football de show stelen en enorm gaan ontroeren.

 

Vluchtelingen

The Border Fence (112 min.)
Deze docu gaat over de mensen die rond de Brennerpas wonen, dat fascinerende stukje Alpen tussen Italië en Oostenrijk. Vluchtelingen willen deze grens met Oostenrijk passeren. Dan zijn er toch ineens grenzen in de EU. We zien hier hoe lokale Oostenrijkers zich bezorgd voelen. Regisseur Nikolaus Geyrhalter (bekend van Our Daily Bread) heeft intussen een heel respectabel oeuvre aan documentaires gemaakt. Verwacht dus een vakkundige film met veel discussiërende boeren, Alpen en een droogkomisch moment hier en daar.

But Now Is Perfect (55 min.)
Riace, Riace… Waar doet dat ook weer aan denken? Ah, ‘de bronzen Riace’s’, de superberoemde Griekse beelden die door duikers waren gevonden. Maar ook van een koppige burgemeester met een aparte kijk op het vluchtelingenprobleem. Er is geen probleem, meent hij. De actualiteit haalde de film in. Burgemeester Domenico Lucano is een maand geleden gearresteerd omdat hij zich niet aan de regels wilde houden. Deze film van Carin Goeijers geeft ongetwijfeld de nodige context bij deze zaak. Een andere film in deze categorie is To the Four Winds.

Central Airport THF (97 min.)
Tempelhof is een van die fascinerende plaatsen in Berlijn. Het oude vliegveld heeft vele nieuwe gedaantes gekregen, en een van die gedaantes is opvangplaats van vluchtelingen, die binnenstroomden tussen 2015 en 2017, in oude hangars. We volgen enkele van deze vluchtelingen.

Hamada (88 min.)
Portret van de Sahrawi, levend in vluchtelingenkampen op de grens van Marokko en Algerije. We volgen drie twintigers met hun typische twintigersdromen.

Island of the Hungry Ghosts (94 min.)
Een traumatherapeut bezoekt illegale immigranten, die opgesloten zitten op een prachtig eiland in Australië. Mensen komen er om krabben te redden, maar voor de opgesloten immigranten heeft men geen oog. Schrijnende film met mooie beelden, dat kan niet anders.

 

Experimenteel & auteursfilms

Aquarela (90 min.)

Victor Kossakovsky is terug met een nieuwe film. Dat is altijd goed nieuws want met Kossakovsky komt er ook een eigen visie in de filmzalen. Lees deze special uit 2012 over deze regisseur. Aquarela gaat over water – Kossakovsky observeert mensen die er hun eigen gevecht mee voeren. Als je deze film niet kijkt, kijk dan naar zijn masterclass om wat te leren over de wereld van de documentaire. Zijn Wednesday 19.7.1961 draait trouwens ook op deze IDFA.

Beastmode, A Social Experiment (90 min.)
Een sociaal en kunstzinnig experiment in de Filipijnen. De kern is acteur Bruno Geisler, die social media laat ontploffen met zijn eigen ongecontroleerde woede. Dan is daar nog president Duterte, u weet wel, de man die misdadigers het liefst meteen ombrengt. Zo te zien een rare film die zich in geen enkel hokje laat duwen (gaat het over acteren?, geweld?, psychologie?, politiek?), maar wie weet hoe verborgen het meesterwerk soms is. Experimentele film van Manuel III Mesina en Banuk Amante.

Chinese Portrait (79 min.)
Ze zijn er elk festival, de films zonder verhaal, zonder dialogen, puur beeld. En was documentaire niet ooit zo bedoeld? Hier kijken we door de lens van Wang Xiaoshuai (Frozen), die stilstaande mensen filmt – maar beeld is nu eenmaal beeld en dus gebeurt er af en toe iets. Vermoedelijk niet de meest dynamische film van het festival maar misschien wel een goed voorbeeld van slow cinema. Voor de liefhebber.

Diagnosis (78 min.)
Ewa Podgorska maakte deze poëtische, filosofische film over een verlaten stad, waar aan de beschrijving geen touw aan vast te knopen valt. Kortom: een pure gok om deze film te gaan kijken.

 

12 november 2018

Preview IDFA 2018 deel 1
Preview IDFA 2018 deel 2


MEER FILMFESTIVAL

Preview IDFA 2018 – Deel 2

Preview IDFA 2018 deel 2:
Klassiekers, Kunstenaars, Lange Zit, Engagement, Misdaad en Muziek

door Bob van der Sterre

IDFA in Amsterdam, het grootste documentairefestival ter wereld, begint 14 november. InDeBioscoop blikt traditioneel vooruit. In dit tweede deel aandacht voor Klassiekers, Kunsten en Kunstenaars, Lange Zit, Maatschappelijk Engagement, Misdaad en Muziek.

The Hidden City

 

Klassiekers

Anniversary of the Revolution (119 min.)
Een nieuwe film van Dziga Vertov? De man van het briljante The Man with the Movie Camera? Dat prikkelt de geest. Nikolaj Izvolov, filmonderzoeker, vond meer dan alleen maar de twaalf minuten die tot nu toe bekend waren: hij vond de hele film. Lenin, Trotski, revolutie, massa’s. Allemaal echt! Dus je kijkt naar echt naar de Februarirevolutie van precies honderd jaar geleden. Uit handen van Dziga Vertov moet dat wel iets bijzonders opleveren.

Born in the USSR: 21 up (90 min.)
Over de Sovjet-Unie gesproken. Deze film uit 2005 toont het leven van Russische jongeren die zijn geboren in 1983. Het concept van Miroshnichenko is niet nieuw: Michael Apted is al bijna klaar met 63 Up. Toch: waarom ook niet, datzelfde idee gebruiken? Dit is dus het derde deel waarin we deze ex-Sovjets volgen: na 7-up, en 14-up, was het in 2005 tijd voor 21-up. In 2012 was er dus al een 28-up, die, o heerlijke tijden, gewoon vanuit de luie stoel op YouTube te zien valt. En ja, goede rekenaars hebben ook al door dat we volgend jaar op IDFA deel vijf kunnen verwachten.

Extremely Private Eros: Love Song 1974 (98 min.)
Reken op véél seksualiteit in deze film van Kazuo Hara uit 1974. Zijn vrouw wordt feministe en Hara filmt zijn vrouw als zij ‘zich bevrijdt’ via allerlei affaires. Sixties/seventies in Japanse variant. Het bijzondere hier is dus ook dat de film in Japan werd gemaakt, waar zoiets nou niet zo vanzelfsprekend was als in het westen.

Farrebique: The Four Seasons (90 min.)
Het Franse boerenleven anno 1946. Beroemde film van Georges Rouquier, met onder andere een van de vroegste voorbeelden van timelapse. Het is wel geënsceneerd want de regels van de docu waren vroeger iets anders.

Something Different (81 min.)
Een van de vroegste films van Věra Chytilová, vooral bekend van de klassieker Daisies. Documentaire en fictie ineen in wat best eens een interessante experimentele film kan zijn. Film uit 1963.

 

Kunsten en kunstenaars

Bridges of Time (78 min.)
De Baltische staten hadden in de jaren zestig hun eigen, minder bekende kliekje revolutionaire documentairemakers. Mensen als Herz Frank, Uldis Brauns, Ivars Seleckis, Mark Soosaar, Andres Sööt, Robertas Verba, Henrikas Šablevičius en Aivars Freimanis. Die brachten vernieuwing in de sleetse Sovjet-hosanna-documentairestijl. Poëtisch realisme en menselijkheid stonden voorop. In deze film blikken ze terug.

The Eyes of Orson Welles (115 min.)
Een beetje cinefiel kent Mark Cousins van een aantal filmboeken. Zoals The Story of Film. Hij ontdekte in een archief een doos met tekeningen van Orson Welles. Deze tekeningen vormen de basis van een essayistische brief aan de grootmeester van cinema. Ik ben bang dat bijna twee uur wat aan de lange kant is voor deze film, en dat die Cousins wat teveel op de voorgrond zal staan, maar wie weet, is het zo bijzonder als de vele enthousiaste reviews tot nu toe laten denken.

The Hidden City (80 min.)
Interessante film over de onderkant van een stad. Een labyrint aan tunnels en een beschrijving van alle beesten die erin lopen. Veel mogelijkheden tot interessante, mysterieuze shots. Voor liefhebbers van architectuur en urbane cultuur.

The Miracle of the Little Prince (89 min.)
Le Petit Prince is ongelooflijk vaak vertaald. Tot in het Sami en Tamazight aan toe. Deze Nederlandse film bezoekt de vertalers en laat hen praten over het boek. Een aardig gegeven. Weet alleen niet of dat 89 minuten blijft boeien.

Struggle: The Life and Lost Art of Stanislav Szukalski (104 min.)
Deze Poolse kunstenaar werd gefilmd door Glenn Bray. Vermoedelijk een mooi en integer portret van een man die zijn kunst kwijtraakte in de Tweede Wereldoorlog. Hij overleed in 1987 en deze film zal aanvoelen als terechte erkenning van zijn werk.

 

Lange zit

America to Me (623 min.)
623 minuten? Wat is dit, een documentaire op de laagste snelheid? Nee, dit is een serie van de makers van Hoop Dreams. Hoop Dreams? Dat is een blast from the past: die beroemde documentaire over basketballers stamt uit 1994. Deze serie volgt twaalf leerlingen een jaar lang. Daar komen ideeën, constateringen en waarheden uit. Maatschappelijker kan engagement nauwelijks worden. Wie een complete zondag over heeft, kan in het Ketelhuis op 18 november deze hele serie bingen.

Dead Souls (495 min.)
En voor wie 495 minuten zitten kinderspel is, kan Dead Souls een bijzondere ervaring zijn. Het gaat hier om de Chinese heropvoedingskampen van eind jaren vijftig. We zien overlevers spreken. Vermoedelijk zeer indrukwekkend materiaal. Wang Bing deed maar liefst twaalf jaar over het maken van deze film. Ik vraag me af hoeveel dagen dat per minuut film is?

Reason (240 min.)
India is niet meer het lieve land dat het ooit was. Dat is de boodschap van Reason. Hoe religie nationalistische krachten kan hebben, onderzoekt documentairemaker Anand Patwardhan. Hij registreert een tweedeling in de maatschappij. Extreemrechtse nationalistische krachten versus mensen die je als verzet zou kunnen bestempelen. Pittige lengte, maar film heeft het in zich om een eyeopener te worden.

The Trade (262 min.)
Heroïne. Hoe komt dat product nu van A naar B? Deze documentaire is eigenlijk een miniserie en stelt deze in wezen simpele vraag. Je bent er vijf uur van je leven aan kwijt (ook in het Ketelhuis) maar je weet daarna vermoedelijk alles. Het filmen van zoiets illegaals zal niet eenvoudig zijn geweest. Matthew Heineman is een van die filmmakers die het blijkbaar voor elkaar krijgt. Een van de meest opmerkelijke misdaaddocu’s van dit festival.

 

Maatschappelijk engagement

De Chaque Instant (105 min.)
Ruim honderd minuten kijken we naar studenten verpleegkunde. Stages, praktijkervaring, les, het is best pittig allemaal. De film klinkt wat saai maar de kans is groot dat u ook een andere film van Nicolas Philibert heeft gezien: de plattelandsschooldocumentaire Être et Avoir. Reken hier op dezelfde aanpak.

Everything Must Fall (85 min.)
Een grote studentenopstand in Johannesburg werd bijna een complete oorlog. Ook gemist? Dat was in 2015. Deze documentaire schetst het verhaal van die periode. De kern is dat de arme zwarte bevolking in Zuid-Afrika geen kans krijgt om te studeren. Het verzet tegen corruptie in Zuid-Afrika explodeerde door deze opstand.

Freedom is a Big Word (78 min.)
Muhammad is eindelijk vrij uit Guantanamo Bay. Hij mag naar Uruguay. Waar je op kunt wachten is dat dertien jaar in Guantanamo Bay zitten niemand in de koude kleren gaat zitten. Ook bij Muhammad niet. Wat moet je ook ineens in Uruguay, een land dat je hoogstens van horen zeggen kende.

Railway Men (73 min.)
Dat is het aardige van documentaires: je gaat je ineens interesseren voor een onderwerp waar je nooit eerder zelfs maar aan gedacht had. Neem Tunesische spoorwegen. Het is levensgevaarlijk, die spoorwegen. Dat blijkt uit deze film, die alles maar aankaart wat je kunt aankaarten over dit onderwerp. Een mooie kans om mee te leven met een paar helden van het gewone leven.

Hale County (76 min.)
RaMell Ross wilde een niet zo negatief, maar juist menselijk beeld van een gemeenschap in het zuiden van de VS schetsen. Het werd een titanenproject waarbij hij vijf jaar een aantal mensen in Hale County zou volgen. En toch netjes teruggebracht tot 76 minuten. De film biedt gegarandeerd mooie menselijke portretten en een scherp portret van een gemeenschap.

 

Misdaad

Camorra (71 min.)
Francesco Patierno maakte deze interessante, journalistieke film over de Camorra, de maffia van Napels. Nu intussen bekend geworden via film en series, maar waar kwam het vandaan? Wat gebeurde er in de periode van de jaren zestig tot negentig? Veel archiefmateriaal. Belooft een boeiende maar ook pittige docu te worden – alleen al in de trailer zie je iemand doodgeschoten worden.

Cause of Death (79 min.)
In 2002 sterft een politieman in Tel Aviv als een terrorist het vuur opent. Zijn broer Jamal vertrouwt alleen het officiële verhaal niet zo. Er zou wat anders gebeurd zijn. Hij gaat op onderzoek uit, zoals dat zo mooi heet. Documentaire-whodunits zijn doorgaans de spannendste whodunits.

Police Killing (105 min.)
De politie in Rio de Janeiro zal in de handen geknepen hebben met de verkiezing van de nieuwe Braziliaanse president. Want reken er maar op dat dit soort uitwassen, onschuldige mensen in favela’s die sterven door politieacties, vaker kan gaan gebeuren. Wie zin heeft in rauwe Braziliaanse misdaad, gerechtelijk cynisme en veel schokkerige beelden heeft een goede aan deze film.

Sakawa (81 min.)
Wie wil dat nou niet een keer, echte internetoplichters in actie zien? We zien hier hoe Ghanese oplichters op internet te werk gaan. Het is geen grote misdaad, meer luis-in-de-pels-misdaad. En uiteindelijk zijn de internetters met hun geiligheid en goedgelovigheid zelf hun grootste dader. Klinkt interessant.

 

Muziek

Blue Note: Beyond the Notes (85 min.)
Thelonious Monk, Miles Davis, Herbie Hancock, John Coltrane. Wie dan nog ‘wie?’ zegt, kan deze documentaire beter aan zich voorbij laten gaan. Hét jazzlabel, in 1939 opgericht, dat de artiest voorop stelde was Blue Note. Het leverde ontelbare muzikale meesterwerken op. Deze documentaire vertelt het hele verhaal van het label en de betrokkenen en is uiteraard voor de echte jazzliefhebber niet te versmaden.

Scared of the Revolution (72 min.)
Umar, een van de rappers/dichters van The Last Poets, die aan de wieg stonden van de hiphop, wordt hier gefilmd door Daniël Krikke. Depressies en een moeilijk maar ook onconventioneel karakter. Benieuwd naar het resultaat, dat misschien wel zal doen denken aan de film over Betty Davis van dit jaar.

Giacinto Scelsi. The First Motion of the Immovable (81 min.)
Sebastiano d’Ayala Valva hoorde eens muziek van zijn achterneef. Dat was componist Giacinto Scelsi, een kluizenaar die vrijwel geen contact met de buitenwereld had. Die muziek zou hem altijd blijven fascineren. Via  deze documentaire van d’Ayala Valva komt de muziek eindelijk bij het grotere publiek. Kan interessant zijn, kan ook ingewikkeld zijn.

Piazzolla, The Years of the Shark (92 min.)
Een portret van de vernieuwer van de tango: Astor Piazzolla. Deze Argentijn krijgen we te zien via familiefilmpjes en archiefmateriaal. Voor de dansliefhebbers.

Rudeboy: The Story of Trojan Records (86 min.)
Dit zal likkebaarden zijn voor alle reggaefans ter wereld: een portret van het bekende Britse reggaelabel Trojan. Dat is de thuishaven van levende legendes als Jimmy Cliff en Lee Scratch Perry. Reken op veel anekdotes van glimlachende, kleurrijke figuren.

 

11 november 2018

Preview IDFA 2018 deel 1
Preview IDFA 2018 deel 3


MEER FILMFESTIVAL

Sunset Boulevard

*****

recensie Sunset Boulevard

In de ban van het verleden

door Yordan Coban

Ergens is de dood van Joe Gillis zelfmoord te noemen. Moedwillig valt hij ten prooi aan de betovering van Norma Desmond. Haar enorme villa aan Sunset Boulevard is als het web van een zwarte weduwe, geweven met vergane glorie.

Sunset Boulevard (1950) is een film over de filmindustrie, met in de hoofdrol de onsuccesvolle schrijver Joe Gillis (William Holden). Hij zit diep in de schulden en komt per toeval in aanraking met Norma Desmond (Gloria Swanson). Norma is een filmster van vroeger die met zijn hulp haar comeback wilt maken. Zij spreken een samenwerkingsrelatie af die langzaam uitdraait op de inbezitneming van Joe. Hij moet kiezen tussen zijn artistieke wens en de verleiding van het grote geld van Norma.

Sunset Boulevard

Vergane glorie
Norma Desmond, gespeeld door Gloria Swanson, is een gevallen ster uit een andere tijd; een tijd van zwijgende films. Norma Desmond heeft ook veel van Gloria Swanson’s eigen val van glorie. Een populaire aanname was dat, net zoals Lina Lamont uit Singin’ in the Rain (1959), het karakter Norma Desmond gebaseerd is op de oud-actrice Norma Talmadge.

Billy Wilder heeft daar echter over gezegd dat het een combinatie is van verschillende sterren uit het oude Hollywood. Toen Wilder net in Los Angeles woonde begin jaren 40, raakte hij naar eigen zeggen gefascineerd met de grote bijna leegstaande villa’s van oude filmsterren. Sterren voor wie de parade van Hollywood allang gepasseerd was. Dat gold ook voor Swanson, ooit spelend in films als Sadie Thompson (1928), Queen Kelly (1929) en Male and Female (1919), wiens carrière al jaren opgedroogd was. Gloria stond te boek als een verwende actrice met een ijdele aard. Dit maakte haar perfect voor deze rol.

Butler
Gloria Swanson is niet de enige grote naam uit de silent era die voorbij komt in Billy Wilders’ meesterwerk. In een ludieke scene waarin Norma een paar vrienden van vroeger over de vloer heeft om te kaarten, zien we Buster Keaton, Anna Q Nilsson en H.B. Warner voorbij komen. Ook Cecil B. DeMille passeert een aantal keren de revue. Norma verzoekt hem haar script te lezen en ‘net als vroeger’ films met haar te gaan maken. DeMille ziet echter geen brood meer in haar verteerde staat van dienst.

Billy WilderHet meest tragische is de rol van Erich von Stroheim. Hij speelt Max Von Mayerling, de butler van Norma. Zowel in de film als in het echte leven was hij ooit de regisseur van Gloria Swanson. Von Stroheim was een grootse regisseur in de silent era maar met de komst van geluid verviel zijn carrière in het spelen van kleine rolletjes. In Sunset Boulevard speelt hij een dergelijke kleine rol. Hij is de ex-man van Norma die nu slechts gereduceerd is tot haar bediende. Zijn berusting in nederigheid is pijnlijk en tegelijk aandoenlijk.

William Holden speelt zijn rol als Joe precies tussen wijsneuzerig en naïef in. De ernst in de ogen van Max als hij Joe vertelt dat hij ooit met Norma getrouwd was, had een waarschuwing voor Joe moeten zijn.

Liefde of lust
Ondanks dat Norma de jongste niet meer is, is er wel degelijk een element van lust tussen haar en Joe. Het is dezelfde spanning die te voelen is tussen Nurse Ratched (Louise Fletcher) en McMurphy (Jack Nicholson) in One Flew Over the Cuckoo’s Nest (1975). Een lust die meer te maken heeft met macht als Joe zich in bezit laat nemen door Norma, een femme fatale in optima forma.

Liefde links laten liggen en je overgeven aan lust is een thema wat ook terug komt in klassiekers als Vertigo (1957) en Blue Velvet (1986). In Vertigo (1957) volgt Scottie (James Stewart) zijn lust en fantasieën en eindigt het in een nachtmerrie. Ook Sunset Boulevard is een fascinerende kijk op de destructieve dualistische aard van de verlangens van mensen. Ten overstaand van Norma vindt namelijk ook Betty (Nancy Olson) een weg tot het leven van Joe. Zij is alles wat hij denkt te zoeken in een vrouw maar hij is volledig in de ban van Norma en de gewenning aan het leventje in haar grote mansion.

Sunset Boulevard

Huis als personage
Norma’s huis aan Sunset Boulevard is doemend en groots in elke zin. Het huis doet denken aan het karakteristieke paleis Xanadu uit Citizen Kane (1941). Ook het huis van Norma is als een eigen personage te noemen. Het is leeg, vervallen, verlaten en beladen met rijkdom uit een vergane tijd; net als Norma zelf. Het huis houdt haar bewoners vast in een waanwereld. Een wereld waarin zowel Norma als Joe niet geconfronteerd worden met de pijnlijke realiteit van hun  teleurstellingen.

Joe belichaamt Norma’s drang naar jeugdigheid. Joe verlangt naar iemand die zijn zorgen uit handen neemt. Echter had hij niet voor rekening genomen dat dat een dergelijk fatale wending zou nemen. Achteraf terugkijkend ondergedompeld in haar zwembad had hij misschien toch voor de liefde moeten kiezen.
 

12 juli 2018

 

Sunset Boulevard draait o.a. in het Billy Wilder-programma in EYE Amsterdam. Klik hier voor de data.

 

MEER BILLY WILDER

De cynische Billy Wilder

Een journalist gaat over lijken

Ace in the Hole: de cynische Wilder

door Bob van der Sterre

Ace in the Hole is misschien een wat minder bekende film uit het oeuvre van Billy Wilder. Een tamelijk serieuze film, die cynisme en subtiele humor samenbalt in een verhaal over een journalist die over lijken gaat.

Chuck Tatum… Ervaren journalist met grote praatjes. Komt binnen bij een klein krantje in Albuquerque – in New York is hij al persona non grata – en praat zichzelf in dienst. Voor een paar maanden was het de bedoeling. Een jaar later zit hij er nog. Hij verveelt zich te pletter met het lokale nieuws (ratelslangen vangen). Hij ergert zich bovendien kapot aan zijn voorzichtige baas. Die draagt én een riem én bretels.

Ace in the Hole

Als hij op een dag als eerste ontdekt dat een man, ene Leo Minosa, in een heuvel vastzit, verandert zijn stemming. Een scoop pal voor zijn neus! De man probeerde een oud indianengraf te plunderen maar kwam vast te zitten onder een berg planken. Tatum slaat het op een akkoordje met de (corrupte) sheriff en krijgt alleenrecht op het verhaal.

Haast met de bevrijding hebben ze niet. Hoe meer leed, hoe meer kopij, en hoe meer kopij, hoe meer geld er binnenstroomt. Zijn oude werkgever in New York wil zelfs weer goed betalen. Hij moet er wel even voor zorgen dat Leo Minosa’s verveelde vrouw de trouwe echtgenote blijft spelen. Er is maar een ding dat hij niet kan controleren: Leo’s gezondheid.

Herkenbaar Wilder-cynisme
Wilder noemde zichzelf een cynisch man. Nergens in zijn werk blijkt dat duidelijker dan in deze film. Vermoedelijk het meest cynische werk uit zijn oeuvre. Films als Fortune Cookie of A Foreign Affair hebben ook een cynisch hart, maar zijn tenminste nog grappig. Bij Ace in the Hole moet je goed zoeken naar iets grappigs (het is er trouwens wel).

Een risicovolle zet in 1952. Slechte reviews en financieel verlies waren dan ook het gevolg van deze film. Dat ging zo ver dat de winst van zijn volgende film (Stalag 17) door de studio verrekend werd met het verlies van deze film.

Wilder zei dat hij prachtige reacties kreeg ‘van meer serieuze mensen’. Maar niet van de gewone filmkijker. ‘Om een of andere reden wilden andere mensen niet zo’n zwartgallige film gaan zien, ook al was ‘the guy in the hole’ Kirk Douglas. Het is een van mijn somberste films. En ze geloofden me niet dat als iemand een journalist is, hij in staat is tot dat gedrag.’

De film is inderdaad opmerkelijk bruut. Een voorbeeld is als hij Lorraine Minosa een paar petsen geeft om haar een les te leren en dan zegt: ‘Niet die tranen drogen, zo hoor je eruit te zien.’ Hij kan nog aardiger zijn: ‘Toen je je haren liet blonderen, moeten ze je ook je hersens geblondeerd hebben.’

Complete mislukking & ahead of its time
Wilder noemde de film later een ‘complete mislukking’. Het veranderde zelfs zijn visie op het publiek. ‘Ik denk dat als je iets goeds doet, dat ze dan wel tot de kern van de film kunnen komen, waar het over gaat, waar het echt over gaat. Toen hebben ze het geen kans gegeven. In een review in Life Magazine schreef iemand: ‘Mr. Wilder zou gedeporteerd moeten worden’.

‘Ik dacht dat ik het niet meer had, dat ik tegen de wil van het publiek schreef, dat zich bestolen voelde van hun toen nog twee dollar. Ze wilden geëntertaind worden maar niet op een te serieuze manier. Toch gingen ze wel voor Double Indemnity. Je kunt de reactie van het publiek nooit voorspellen. Je weet van te voren nooit hoe het ze zal raken.’ Toch was hij er jaren later erg trots op. ‘Ik hoor tegenwoordig best vaak gesproken worden over Ace in the Hole.

Je hoeft inderdaad maar te googelen op de filmtitel en ‘ahead of its time’ en je vindt de ene na de andere recensie. Deze stukken van Roger Ebert en Criterionconfessions spreken boekdelen. Ace in the Hole werd een typisch voorbeeld van een film die veel meer succes had bij latere generaties dan bij de generatie waar ie voor gemaakt werd.

Ace in the Hole

Baanbreker voor rotzakken
Waarom slaat de film in deze tijd dan juist wel aan? Een klootzak als hoofdpersoon was vroeger nog wel iets vreemds. Dat veranderde pas een beetje in de jaren zeventig. Uitgerekend dé comedyspecialist, Billy Wilder, was met deze film (en natuurlijk Double Indemnity) een van de wegbereiders. Want zijn schepping Chuck Tatum is een type nare opportunist dat later nog vaak is nagedaan (denk aan de serie House of Cards).

Wilder is altijd op zoek geweest naar de grenzen van de goede smaak en ook hier hield hij zich niet in. ‘Ik wilde de hoofdpersoon niet sympathiek maken, maar wel, hoop ik, interessant. Dat je in het laboratorium zit van een potentiële killer, die hij blijkt te zijn. Maar hij hoeft niet sympathiek te zijn. Dat was het plan voor de film. Het leek me interessant om hem een opportunist te maken. Omdat hij gezichtsverlies had geleden in New York. Zodoende wilde hij terugkomen met iets groots en hij deed dat ook.’

Voorbeeld vakmanschap
Hoe staat de film dan nu in zijn oeuvre? Dat is best een lastige vraag want Wilder maakte films in werkelijk alle stijlen. Coen-brothers-achtige komedies (Fortune Cookie), spannende films (Witness for the Prosecution), films noirs (Double Indemnity), romantische komedies (Some Like It Hot). Hij was zelfs medeschrijver van de klassieker Menschen am Sonntag.

Ace in the Hole is voor mij een mooi voorbeeld van Billy Wilder als uitstekend vakman, niet van Billy Wilder als eigenzinnig artiest. Hier herken je de handtekening van Wilder wel aan sommige cynische oneliners (‘So one crooked sheriff more… who cares?’) en in de sterke mediasatire (verbeeld aan de hand van een gezin voor, tijdens en na de hype). Toch domineert nog wel het serieuze kader van vakmanschap. De Billy Wilder die zijn plezier echt de vrije loop laat, komt pas in de jaren zestig naar de oppervlakte.

Daarom denk ik dat films als Fortune Cookie, The Apartment en Some Like It Hot méér Wilder zijn dan deze film. Jack Lemmon, Walter Matthau, Marilyn Monroe: dat zijn dé Wilderacteurs, die konden het beste zijn stijl overbrengen naar het grote scherm.

Ace in the Hole

Vermogen tot aanpassing
Dat neemt niet weg dat Wilders vakmanschap ook al iets bijzonders was. Deze film is ook een voorbeeld van Wilders vermogen tot aanpassing – een eigenschap die hij bijvoorbeeld gemeen had met regisseurs als Robert Altman, George Cukor en Howard Hawks. Een acteur als Kirk Douglas zou bijvoorbeeld een groot probleem zijn geweest voor komedieregisseurs als Woody Allen of Wes Anderson. Bij de flexibele Wilder geen enkel probleem. Neem Douglas’ moment als hij met gefixeerde ogen zegt: ‘Mijn verhaal.’ Formidabele scène die een ‘serieus’ regisseur niet beter had gedaan.

Ook zijn altijd even scherpe dialogen passen goed bij deze film. Zoals Tatum die de andere verslaggevers tegenkomt in hun perstent. Als zij zeggen: ‘We’re in the same boat’, zegt hij: ‘I am in the boat. You’re in the water.’ Of de aan de telefoon tierende krantenbaas in New York die onderhandelt met Tatum en dan zuchtend zegt: ‘Don’t you know there’s a war going on… Somewhere?!’ (De schitterende zin: ‘I don’t go to church. Kneeling bags my nylons’ was trouwens een zin die Wilders vrouw ooit echt had gezegd.)

Er zijn overeenkomsten met veel andere films. Je herkent bijvoorbeeld direct de oplichterij van Fortune Cookie als belangrijkste verhaallijn. Het is ook lastig om niet te denken aan Douglas’ rol een jaar later als cynische filmproducer in The Bad and the Beautiful, aan het rauw-realistische van misdaadklassieker Force of Evil (1948), aan Burt Lancasters even klootzakkerige journalist in Sweet Smell of Success (1956).

Cynisme en sarcasme zitten in alle films van Wilder verstopt maar in Ace in the Hole maakte hij het wel het bontst. Het is een afspiegeling van zijn manier van denken, een manier van omgaan met hoe de wereld werkt. Geen wonder misschien voor een man die vluchtte voor de nazi’s. Misschien was Ace in the Hole wel essentieel voor de ontwikkeling van Billy Wilder als mens: een kwaadaardig verhaal dat simpelweg uit zijn systeem móest.
 

10 juli 2018

 

MEER BILLY WILDER
 
 
MEER ESSAYS

Double Indemnity eerste film noir

Double Indemnity is Billy Wilders meest geslaagde film, volgens Billy Wilder

De eerste film noir: radicaal, maar censuurvriendelijk

door Alfred Bos

De filmstijl die bekend is geworden als film noir is schatplichtig aan Fritz Lang en Billy Wilder, Duitstalige regisseurs die het naziregime van Hitler ontvluchtten en hun expressionistische aanpak meenamen naar Hollywood. Double Indemnity zette in 1944 de toon.

Het zal de eenentwintigste-eeuwse kijker niet direct opvallen, maar toen Double Indemnity op 6 juli 1944 uitging in de Amerikaanse bioscoop was het een baanbrekende film. Billy Wilder omzeilde ingenieus de filmcensuur en toonde op het witte doek de immoraliteit van gewone mensen. Het kwaad had een gezicht: niet de gelittekende kop van de beroepscrimineel, maar het schijnbare conformisme van de buurman en buurvrouw. Een nieuwe boodschap die Wilder bracht op een nieuwe manier, met een nieuwe vorm. De hoofdpersoon, ironisch genoeg zowel dader als slachtoffer, vertelt zelf het verhaal. De film noir was geboren.

Double Indemnity

Die hoofdpersoon is Walter Neff (Fred MacMurray), verzekeringsagent te Californië, en hij verhaalt ’s nachts op kantoor via een dictafoon zijn relaas aan zijn vriend Barton Keyes (Edward G. Robinson), een oudere collega die claims onderzoekt op fraude. De claim in kwestie is de dood van Neffs cliënt Dietriechson, verongelukt tijdens een treinreis; daarvoor geldt de dubbele schadevergoeding uit de filmtitel. Neffs verhaal is een bekentenis: hij heult met Dietriechsons weduwe, Phyllis (Barbara Stanwyck), en het ongeval is moord. Double Indemnity werkt via flashbacks toe naar de ontknoping in het hier en nu van de film.

Geruchtmakende moordzaak
Zoals veel van Wilders films is Double Indemnity de bewerking van een toneelstuk of boek. De regisseur, van oorsprong sportjournalist, schreef zelf het scenario; dat deed hij voor al zijn films. Doorgaans in samenwerking met een sparringpartner, in dit geval Raymond Chandler, misdaadauteur en de schepper van de archetypische privédetective, Philip Marlowe.

Double Indemnity is gebaseerd op de gelijknamige novelle van een andere hard boiled-thrillerauteur, James M. Cain, de schrijver die faam had verkregen met zijn debuutroman over een ontrouwe echtgenote die haar minnaar aanzet tot moord op haar man, The Postman Always Rings Twice. (Dat boek werd maar liefst zeven maal verfilmd; de versie uit 1946 is het beroemdst en een van de bekendste films noirs.) Cain had zich gebaseerd op een geruchtmakende moordzaak uit 1927. Zijn verhaal, gepubliceerd in 1936, circuleerde jarenlang in Hollywood en werd onverfilmbaar geacht. Te nihilistisch, te openlijk seksueel, te ranzig; dat zou nooit door de censuur komen.

Billy WilderMaar dan kende Hollywood Billy Wilder nog niet. En dat kon kloppen, want Wilder was in 1944 nog een relatief onbekende regisseur; Hollywood kende hem vooral als scenarist. De man die in 1933 nazi-Duitsland had verruild voor Californië was de auteur van ruim een dozijn filmscripts, veelal komedies met gevatte dialogen, waaronder klassiekers als Ninotchka (Ernst Lubitsch, 1939) en Ball of Fire (Howard Hawks, 1941). Wilder ging zelf regisseren omdat hij schamperde over wat productielijn-regisseurs met zijn scripts deden.

Onverfilmbaar boek: moreel giftig
Zijn debuut konden de studiobazen niet kennen, want Mauvaise Graine (Bad Seed), een film over verdorven rijkeluisjongeren, in 1934 gedraaid in Parijs, was buiten Frankrijk alleen in Spanje en Italië te zien geweest. Wilders Hollywooddebuut, The Major and the Minor (1942) is een luchtige romcom met verkleedpartij (dat idee zou Wilder nader uitwerken in het befaamde Some Like It Hot uit 1959). De spionagefilm in oorlogssetting, Five Graves to Cairo (1943), kent spitse dialogen en een intelligent script; geen kopzorgen voor de Hays Code, de zelfcensuur van Hollywood. Double Indemnity is andere koek, moreel giftig.

Dat Wilder het onverfilmbaar geachte boek niettemin wist te bewerken tot een succesfilm komt door enkele slimme creatieve keuzes. Het oorspronkelijke einde, de executie van de moordenaar in de gaskamer, werd door de censuur afgewezen. Wilders oplossing is in zowel dramatisch als psychologisch opzicht veel bevredigender. Daarnaast is de handeling verplaatst naar 1938; veilig, want verleden tijd. Maar veruit de meest geslaagde truc is om de beide hoofdrollen, in feite afstotelijke personages, te laten vertolken door op dat moment gevierde acteurs met een zonnig imago. Ze spelen lege karakters die een fantasierol spelen; alles wat ze doen is dubbel, ook dubbel leeg.

Louche kneus valt voor sloerie
Zowel Fred MacMurray als Barbara Stanwyck, het gedoemde koppel uit Double Indemnity, zijn tegendraads gecast. MacMurray was begin jaren veertig een van Amerika’s populairste acteurs, bekend van vederlichte komedies waarin hij de rol van flierefluitende sul vervulde. In Wilders film speelt hij een brave burgerman met louche trekjes; hij is speelgoed voor de blond bepruikte intrigante. Zijn atypische rol toonde onvermoede kanten van de acteur en gaf zijn carrière een nieuw perspectief. MacMurray was Wilder eeuwig dankbaar en meende dat zijn Walter Neff in Double Indemnity de beste rol van zijn loopbaan was.

Barbara Stanwyck was op dat moment de best betaalde actrice van Hollywood en het stralende middelpunt van menige feelgood-film, waaronder Howard Hawks’ Ball of Fire. Hoewel geen klassieke schoonheid heeft Stanwyck een bovenmodaal charisma, ze knalt van het filmdoek. In Double Indemnity is ze de sloerie, een golddigger die seks inzet als wapen en letterlijk over lijken gaat. De actrice twijfelde over die rol, Wilder praatte haar om. Gelukkig maar, er is nadien geen betere femme fatale te zien geweest.

Double Indemnity

Hun nemesis, Neffs collega Barton Keyes, een vaderfiguur, is een fraaie rol van Edward G. Robinson. Hij was begin jaren veertig een steracteur, in 1931 op slag beroemd geworden door Little Caesar, een van de eerste geluidsfilms die uitgroeide tot klassieke status; daarin speelt hij als de criminele psychopaat Rico de titelrol. In Double Indemnity steelt Robinson iedere scène waarin zijn personage, een door de wol geverfde onderzoeker die alle trucs kent om de verzekering op te lichten, langer dan tien seconden voor de camera verschijnt. Hij staat wél met zijn voeten op de grond en heeft wél een emotionele kern. Zijn monoloog over alle varianten van zelfmoord is fenomenaal.

Archetypische film noir
Double Indemnity is een noodlotsdrama, Walter Neff en Phyllis Dietriechson vangen elkaar in een fatale dynamiek. Wat drijft hen? Is het lust, hebzucht, liefde? Kunnen ze überhaupt liefhebben? Hun misdadige plan ontstaat bijna spelenderwijs, uit opportunisme. Ze zijn loze hulzen, mensen zonder identiteit die hun gedrag spiegelen aan de codes die ze kennen uit de massamedia van die tijd; kranten, radio, pulpfictie, film. (In dat opzicht is Double Indemnity nog steeds actueel: vervang massamedia door sociale media.) Billy Wilder houdt Hollywood een spiegel voor. Zes jaar later zou hij dat nogmaals, en explicieter, doen met Sunset Blvd.

Double Indemnity is de archetypische film noir, hij definieert de stijl. (Film noir is een stijl; geen genre, zoals misdaadfilm, western of sciencefiction. Er is crime noir: The Maltese Falcon, met het archetypische noir personage, de outsider. Er is western noir: Blood on the Moon, met de archetypische noir acteur, Robert Mitchum. En er is sciencefiction noir: Blade Runner, met de archetypische noir setting, Los Angeles. Er is geen noir noir.) Wilders film biedt een checklist van wat film noir typeert: de voice over, de alineaire vertelling via flashbacks, de expressionistische belichting met verhoogd contrast, de sterke vrouw als femme fatale en – het meest typerende van film noir – de zwakke protagonist, de man die valt voor de verleiding.

Dat laatste onderscheidt Double Indemnity van The Maltese Falcon (1941), John Hustons verfilming van de gelijknamige misdaadroman van Dashiell Hammett die vaak wordt genoemd als de eerste film noir. Die status is twijfelachtig, want de hoofdpersoon, de privédetective Sam Spade (gespeeld door Humphrey Bogart), laat zich niet omkopen; hij gaat niet in op de verleiding, hij is en blijft een buitenstaander. Verzekeringsman Neff laat zich wél corrumperen, met fataal gevolg. Film noir verbeeldt de zondeval, niet uit het paradijs maar uit een existentiële poel van verderf. Dubbel zwart dus.

Double Indemnity

Hoog in de lijstjes
Double Indemnity was, de reserves vooraf ten spijt, een regelrecht succes en Hollywood zag zijn kans schoon. Opeens waren films over immorele personages – kleine criminelen of gewone burgers die de zaak belazeren – niet langer taboe. Corruptie, van politie, justitie en politiek, en misdaad, van sloebers en bonzen, vormden in de jaren na de Tweede Wereldoorlog een hoofdbestanddeel van het filmmenu in de bioscoop, waar in de vooroorlogse jaren komedie, romantiek en fantasie de toon hadden gezet.

Double Indemnity was de eerste film noir, tevens de belangrijkste en wellicht ook de beste. Hij wordt vaak genoemd in lijstjes van beste films ooit gemaakt – naast andere Wilder-klassiekers als het eveneens noire Sunset Blvd., het komediemonument Some Like It Hot en het met Oscars overladen The Apartment – en voor het nageslacht geconserveerd door Amerikaanse culturele instituten als Library of Congress en National Film Registry. Billy Wilder zelf was ingenomen met Double Indemnity, hij vond het in vakmatig opzicht zijn beste film. Wie zal de meester dat betwisten?
 

5 juli 2018

 

MEER BILLY WILDER
 
 
MEER ESSAYS

Black Coal

****

recensie  Black Coal

Het mysterieuze meisje van de stomerij

door Cor Oliemeulen

Heuse film noir over gewone mensen in het snel veranderende hedendaagse China combineert het lot van een ex-agent die een moordmysterie probeert te ontrafelen met zijn zoektocht naar een nieuwe liefde.

In een Noord-Chinese stad wordt tussen steenkool een arm gevonden. De politie ontdekt de andere lichaamsdelen op vijftien verschillende locaties, verspreid over zes steden. Het is direct duidelijk dat er iemand goed overweg kan met een zaag, en het ligt voor de hand dat er meerdere zieke geesten verantwoordelijk zijn. Maar wat heeft een schaatser met deze lugubere vondsten te maken?

Recensie Black Coal

Black Coal is een exponent van de moderne Chinese cinema: een realistisch hedendaags verhaal, technisch vaardig uitgevoerd. Oorspronkelijke kunstzinnige arthouse – voorzien van ‘westerse’ absurditeiten en zwarte humor – mikt op het grote publiek in binnen- en buitenland. In zijn derde speelfilm voegt regisseur Yi’nan Diao een interessant, en voor China uniek, element toe: film noir. Met als inspiratiebron The Third Man (1949) doorspekt hij zijn misdaadfilm met een dolende detective, femme fatale, mysterieuze moordzaak en pummelig politiewerk. Alles tegen een decor van ijskoud pokkenweer, neon bij nacht en vuurwerk bij daglicht. Gelardeerd met een soundtrack van klassieke strijkers tot en met Chinese popsongs.

Absurd schouwspel
De eigenzinnige, ongelikte politieman Zhang (Liao Fan) is zojuist gescheiden, maar voelt zich niet te beroerd om zijn ex voor de laatste keer te bespringen op het perron net voordat zij in de trein stapt. Op het bureau krijgt hij te maken met de ontdekking van de geamputeerde lichaamsdelen. Met enkele collega’s betreedt Zhang een kapsalon, waar twee jongens zich verdacht gedragen en met veel moeite staande worden gehouden. Het is een idioot schouwspel: terwijl de agenten zitten uit te blazen en een collega zich beklaagt dat hij door de arrestatie geen lot heeft kunnen kopen, weet een van de hippe knapen een pistool te trekken, waarna iedereen binnen een paar seconden levenloos neervalt en Zhang zelf gewond achterblijft.

Even absurd en zwart komisch is een volgend fragment, dat zich zes jaar later blijkt af te spelen, waarin de tot beveiliger gedegradeerde Zhang stomdronken en halfbevroren naast zijn motor in een tunnel ligt. Een passerende man op een klein brommertje komt poolshoogte nemen en gaat er vervolgens vrolijk met de motor vandoor.

Zhang ontmoet later zijn oud-collega Wang die vertelt dat er nog steeds her en der lichaamsdelen worden gevonden. Nu alcohol alleen niet helpt om zijn frustraties uit het verleden weg te spoelen, besluit Zhang in zijn eentje op zoek te gaan naar de moordenaars. Alle lijnen komen samen bij de jonge dame Wu Zhizhen (Gwei Lun Mei) die in een kleine stomerij werkt. Ze is erg in zichzelf gekeerd en moet niets hebben van (mannelijke) aandacht. Zeker niet van Zhang die haar blijft achtervolgen – op zijn nieuwe brommertje – en haar gaat zien als passieobject in zijn uitzichtloze wereldje.

Recensie Black Coal

Zwart en wit, werkelijkheid en dromen
De internationale titel is Black Coal, Thin Ice. De titel refereert aan de twee centrale motieven: steenkool (zwart) en ijs (wit). Bovendien begeven de hoofdpersonages zich letterlijk en figuurlijk op dun ijs (thin ice). De keuze voor het korte Black Coal impliceert dat filmdistributeurs soms kiezen voor een filmtitel die gemakkelijker te onthouden is, echter in dit geval wel aan zeggingskracht inboet. Opvallender is dat de oorspronkelijke, Chinese filmtitel Bai ri yan huo letterlijk wordt vertaald als Vuurwerk in daglicht. Volgens de regisseur is het verschil tussen de twee filmtitels het verschil tussen werkelijkheid en dromen. Kool en ijs zijn echt; vuurwerk tijdens daglicht is onwerkelijk en een fantasie, en kan worden geduid als een schild dat mensen gebruiken tegen de verharding van hun leefomgeving.

Door de deels matige montage en enkele plotgaten is Black Coal niet altijd even gemakkelijk te volgen, maar biedt het misdaaddrama wel op ongekende wijze een boeiende weerspiegeling van het hedendaagse China dat snel verandert – zowel op industrieel als crimineel gebied. Mensen stoeien met zingeving, liefde en verlossing in een verhaal dat nooit verveelt. De finale oogt afgeraffeld en dient kennelijk als onderbouwing van de metafoor van de Chinese filmtitel. Terwijl een verdachte door de politie wordt afgevoerd, ontsteekt iemand een enorme partij vuurwerk vanaf een gebouw. Wat blijkt? Er zijn meerdere slotversies in omloop, want op filmfestivals kon je zien wie het vuurwerk afsteekt, in de Nederlandse bioscoopversie is er geen aandacht voor de man op het dak. Niet dat het heel veel uitmaakt, maar toch opmerkelijk en onverklaarbaar.

2 januari 2015

 

 

MEER RECENSIES