Jeanne Dielman, 23, Quai du Commerce, 1080 Bruxelles

*****
IFFR Unleashed – 1976: Jeanne Dielman, 23, Quai du Commerce, 1080 Bruxelles
De routine regeert

door Sjoerd van Wijk

In Jeanne Dielman, 23, Quai du Commerce, 1080 Bruxelles (1975) regeert de routine bij het hoofdpersonage. Haar lot levert een waarschuwingsschot over de psychische inwerking van een rigide gepland leven.

De stoïcijnse Delphine Seyrig (ook al te zien in India Song in de reeks IFFR Unleashed) als de weduwe Jeanne Dielman functioneert als een tandwiel binnen sociale machinaties. Ogenschijnlijk adresseert de film patriarchale structuren met een scherpe blik à la de video-essays van Jean-Luc Godard (Deux ou trois choses que je sais d’elle, 1967).

Jeanne Dielman, 23, Quai du Commerce, 1080 Bruxelles

Ze besteedt immers haar dagen aan taken om het huis schoon te houden en haar zoon op te voeden, werkzaamheden die regisseuse Chantal Akerman in realtime registreert. Daarnaast heeft ze tegen betaling seks met mannelijke cliënten om de kost te kunnen verdienen. Tijdens drie dagen volgt de bijna vier uur durende film hoe Jeanne steeds meer kleine foutjes in haar anders zo geperfectioneerde routine maakt. Dat begint onschuldig met overkokende aardappels en een gevallen lepel.

Schokkend breekpunt
Die focus op alle eeuwig wederkerende handelingen blijkt gaandeweg meer centrifugaal dan cyclisch. Akerman observeert verstild de langzame ineenstorting tot het schokkende breekpunt in het sober aangeklede Brusselse huis. Je kunt de klok welhaast gelijk zetten op basis van deze procedures tot aan het serveren van het tafelbier aan toe. Hoe Jeanne stapsgewijs de aardappels schilt, het vlees paneert of het ‘s middags gebruikte bed weer opmaakt, ontstijgt haar specifieke situatie.

De broeiende spanning in deze monotonie voelt als de algemene frustraties van een individu dat gevangen zit in de ijzeren kooi van de routine. Gesprekken met haar zoon blijven summier om maar niet te spreken van de cliënten, waar de film consequent wegknipt als het lichaam tot gebruikswaarde verwordt.

Jeanne Dielman, 23, Quai du Commerce, 1080 Bruxelles

Waarschuwing
Jeanne schijnt door als een archetype, systematisch gereduceerd tot louter energie om een sociale machine draaiende te houden. Toch ontvouwt zich een rijke psychologische studie van het personage voorbij zulke puur analytische constructies. Alle minutieus gechoreografeerde shots krijgen dankzij de wederkerigheid een hypnotiserende werking, die meetrekt naar Jeanne’s gevoelswereld. Haar dagen lijken hetzelfde ondanks dat inwendig een dood door duizend sneden intreedt, waardoor het naarstig zoeken wordt naar oplossingen om de neerwaartse spiraal te breken voordat deze klapt. Voorbij theoretische bespiegelingen blijft zo het enigma van een persoonlijkheid in stand.

Met de globale pandemie krijgt dit meesterwerk hernieuwde relevantie, nu de routine regeert met frivoliteiten verboden ten faveure van scholen als opvangcentra. In werkkamp Nederland leven nog louter Jeannes terwijl de ziekte gecontroleerd uitraast en de crematoria overuren draaien voor degenen die ongeschikt zijn voor de arbeid. ‘Maximaal controleren’ blijkt een ijzeren kooi, net zo benauwend als het Brusselse huis. Straks klapt ook hier meer dan alleen de ziekenhuiscapaciteit.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 7 april 2021.

2 maart 2021

 
ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

India Song

***
IFFR Unleashed – 1975: India Song
Poëtisch psychodrama

door Cor Oliemeulen

India Song behandelt veel thema’s, zoals liefde, verlangen en sociale ongelijkheid als gevolg van koloniale overheersing. Bijna een halve eeuw na de vertoning op het IFFR mag je dit poëtische psychodrama van Marguerite Duras nog gerust zeer experimenteel noemen.

Op het filmdoek zien we tergend traag bewegende personages in weliswaar soms adembenemende interieurs, echter de werkelijke actie – in de vorm van vertellingen en herinneringen – speelt zich geheel buiten beeld af, en niet eens synchroon!

Het fragmentarische verhaal wordt verteld door vier stemmen: twee vrouwen en twee mannen, die zich de gebeurtenissen herinneren van een nachtelijk feest op de Franse ambassade in Calcutta in 1937 en de volgende dag in de Franse residentie op een eiland in de Indische Oceaan. Anne-Marie (Delphine Seyrig) is voor iedereen een bron van fascinatie. Hoewel ze is getrouwd met ambassadeur Stretter, heeft ze Michael Richardson (Claude Mann) als minnaar. Ze dansen in een kamer met een grote spiegel, terwijl twee andere mannen ook verliefd op haar zijn.

Onvoorwaardelijke beleving
De jonge Franse attaché (Matthieu Carrière) mag zo nu en dan aftikken, echter de komst van de Franse viceconsul van Lahore (Michael Lonsdale) zet de liefdesverhoudingen op scherp. Iedereen mijdt hem, want in de voice-overs blijkt dat hij vroeger een misdaad heeft begaan. De oplettende luisteraar leert verder dat Anne-Marie zelfmoord heeft gepleegd door de oceaan in te lopen om zichzelf te verdrinken. Haar eerdere lotgevallen spelen zich af binnen de weelderige grenzen van het Europese koloniale leven, waar de bevoorrechte blanken zich veilig afschermen voor de armoede, ziekte en honger van het Indiase volk. De kijker ziet niets daarvan, maar hoort bijvoorbeeld wel soms de snijdende klaagzang van een bedelaarster buiten de poort. Hoewel de film zich afspeelt in India is hij bijna geheel opgenomen in Château Rothschild nabij Parijs.

India Song is gebaseerd op een toneelstuk van Marguerite Duras uit 1972 dat eerst in boekvorm en als film verscheen en pas in 1993 voor het eerst op de planken werd opgevoerd. Het zou zomaar kunnen dat de tragische liefdesgeschiedenis van de ambassadeursvrouw vaak te gecompliceerd werd geacht, echter ook de film verlangt een tomeloos inlevings- en uithoudingsvermogen, en wordt misschien pas echt begrijpelijk als je hem nog een keer kijkt, en nog een keer. Tegelijkertijd is de door Duras gekozen vorm origineel: poëtisch, uitdagend, experimenteel. Begrip is misschien niet zozeer nodig, onvoorwaardelijke beleving staat voorop.

Duras lijkt in dat opzicht op de maestro van de moderne cinema Michelangelo Antonioni die in feite geen woorden nodig had om de vervreemding van zijn personages en de vrouwelijke zoektocht naar liefde en betekenis uit te drukken. Het beeld vormt immers de spiegel van emoties. Maar tegelijkertijd is het juist die dichterlijke brij van woorden in India Song die bijvoorbeeld Gustave Flauberts archetypische personage Madame Bovary doet verbleken in haar drang te ontsnappen aan de banaliteit en de leegheid van het bestaan.

Mysterieus relatiespel
Duras geldt als exponent van de Nouveau Roman, een literaire beweging die in de jaren 40 en 50 tot bloei kwam en afrekende met de conventionele romanvorm. De eigen verbeelding en de persoonlijke reflectie van het personage, dat de neiging heeft het verleden te reconstrueren, staat centraal. Beroemd zijn de poëtische teksten die zij schreef voor de gekwelde actrice in Hiroshima mon amour (1959), de debuutspeelfilm van Alain Resnais. Deze regisseur integreerde Duras’ dialogen subliem in een psychologisch relatiespel, wat hij in zijn volgende monumentale film, L’année dernière à Marienbad, verder, en mysterieuzer, zou uitwerken. De setting en het psychologische relatiespel van India Song doen niet voor niets denken aan Resnais’ Marienbad.

Marguerite Duras is veel meer dan alleen de regisseur en schrijver van India Song. In een interview rond de première in Cannes liet ze weten dat ze ook in de film zit. Niet alleen de vrouw, maar ook alle andere personages zijn reflecties van haarzelf en haar demonen. Je vraagt je af of Duras wel voldoende tevreden was met het resultaat van de niet afgesloten herinneringen en overpeinzingen van een overleden vrouw, want al een jaar later maakte ze Son nom de Venise dans Calcutta désert met opnieuw Anne-Marie Stretter, opnieuw vertolkt door Delphine Seyrig, volgens Duras de beste Franse actrice in die tijd. Het feit dat Duras de complete geluidsband van India Song opnieuw (!) gebruikte voor de emotionele innerlijke zelfwaarneming van de hoofdpersoon onderstreept nog meer haar cinematografische vernieuwingsdrang dan haar eigenzinnigheid.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 7 april 2021.

1 maart 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Angst essen Seele auf

****
IFFR Unleashed – 1974: Angst essen Seele auf
Liefde, eenzaamheid en exotisme

door Yordan Coban

Angst essen Seele auf (1973) van Rainer Werner Fassbinder is een film over liefde en tolerantie die zich onderscheidt door af te wijken van de te verwachte boodschap, die je vaak vindt in films over xenofobie en de multiculturele samenleving.

Het romantische drama gaat over twee eenlingen, de oudere Duitse weduwe Emmi (Brigitte Mira) en de Marokkaanse arbeidsmigrant Ali (El Hedi ben Salem). Ondanks dat ze zich bevinden in een sociale omgeving met collega’s en vrienden missen ze een intiemer gezelschap in hun leven. De twee beginnen een relatie maar ondervinden voornamelijk negatieve bejegeningen. In het naoorlogse Duitsland kon men geen begrip opbrengen voor interraciale relaties, om nog maar te zwijgen van het leeftijdsverschil.

Angst essen Seele auf

Verboden begeerte
Een goed voorbeeld van een film over xenofobie die wél de te verwachten verhaallijn volgt, is The Shape of Water (2017) van Guillermo del Toro. We zien daar twee totaal verschillende personen die ondanks de buitenwereld voor de liefde kiezen, met de dood tot gevolg. Het is in wezen een variatie op het klassieke Romeo en Julia-verhaal: het noodlot van een verboden begeerte. Angst essen Seele auf vermijdt dit noodlot en gaat verder waar een film als The Graduate (1967) eindigde.

Na hard tegen iedereen gevochten te hebben in naam van de liefde blijven in deze klassieker van Mike Nichols de personages van Dustin Hoffman en Katharine Ross achter met de vraag of het punt aan de horizon werkelijk een bevredigende liefde is. Was het niet juist de controverse die ze zo verliefd maakte? Diezelfde vraag speelt een belangrijke rol in Angst essen Seele auf. Op het moment dat de omgeving de relatie geaccepteerd heeft, lijkt de verliefdheid over. Het is dan aan de personages en het publiek om bij zichzelf te rade te gaan wat de aanvankelijke aantrekkingskracht was en wat daar nu nog van over is.

Machtspositie tussen partners
De films van Fassbinder worden gekenmerkt door hun sociaal-maatschappelijk relevante onderwerpen. De Duitse regisseur maakte films over liefde en relaties maar leek daarbij vooral geïnteresseerd in de machtspositie tussen partners. Fassbinder ging zijn tijd flink vooruit. Zijn films prediken thema’s op zwierige meanderende wijze, zoals vakbroeders Jean-Luc Godard en Werner Herzog dat ook deden.

Net als laatstgenoemde was Fassbinder frontman van de Neue Deutsche Welle, een stroming die qua invloeden weer voortvloeide uit de Nouvelle Vague, waarvan Godard een van de boegbeelden was. Beide stromingen kenmerken zich als een alternatieve niet-commerciële lowbudgettegenreactie op de tot dan toe gevestigde filmindustrie. Fassbinder werkte graag met simpele filmsets en onbekendere acteurs. Zo wist hij in zijn korte leven (hij werd slechts 37) een indrukwekkend aantal films te produceren.

Fassbinders personages zijn over het algemeen filosofisch onderlegd en geven dikwijls een psychoanalytische ontleding van zichzelf voordat de kijker dat hoeft te doen. In Angst essen Seele auf gebeurt dit niet echt. Personages worstelen met hun gevoelens maar weten zich niet altijd te uiten, hun frustraties worden eerder uitgedrukt in stiltes dan in woorden. De film bevat een aantal karakteristieke lange stilstaande shots waarin de personages leeg voor zich uit staren.

Angst essen Seele auf

Aanklacht en taboe
Fassbinder was een zelfbewuste filmmaker die ook vaak expliciet in zijn eigen films verscheen. In Angst essen Seele auf speelt hij de rol van de racistische en misogyne schoonzoon van Emmi. Toch wijzen vele interpretaties op het idee dat Fassbinder zijn sentimenten juist op Emmi geprojecteerd heeft. Deze aanname is voornamelijk te rijmen met het feit dat Fassbinder in die tijd een relatie had met El Hedi ben Salem. De filmmaker werkte graag, soms obsessief, samen met zijn muzen, regelmatig homoseksuele, lesbische of transseksuele hoofdpersonages. Zijn aanklacht tegen xenofobie strekte dus niet slechts tot raciale verschillen maar betrof ook mensen met een afwijkende genderidentiteit.

Wie in de Randstad leeft, ziet bijna niet anders dan koppels met verschillende achtergronden. Gelukkig maar, de multiculturele samenleving heeft met de jaren op dit vlak een taboe doorbroken. Het heeft wat dat betreft in vergelijking met de tijdsgeest zoals geportretteerd in Angst essen Seele auf een aangenaam niveau van tolerantie bereikt. Dit geeft ons geen vrijbrief tot berusting, de Toeslagenaffaire en het politiek activisme als gevolg van raciale spanningen van het afgelopen jaar dwingen ons nog steeds tot een indringende zelfreflectie op dit gebied.

Het thema van racisme in Angst essen Seele auf blijkt dus anno 2021 nog steeds relevant ondanks dat het al vele malen verfilmd is. Toch doen we deze film van Fassbinder te kort als we hem slechts beschouwen als een film over racisme. Meer nog dan racisme is het thema de complexe pathologische werking van liefde, eenzaamheid en exotisme.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 7 april 2021.

28 februari 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Adult Fun

***
IFFR Unleashed – 1973: Adult Fun
Dubbelzinnige pret

door Alfred Bos

Adult Fun is een obscure speelfilm van de Engelse schilder en regisseur James Scott. De onafhankelijk geproduceerde film ging in november 1972 in première op het London Film Festival en is nadien zelden te zien geweest. Het is een rariteit die qua vorm, aankleding en psychologie de geest van de vroege jaren zeventig in een momentopname vangt.

Als zoon van twee kunstenaars – vader William Scott is een van de bekendste Britse schilders van de vorige eeuw, ook moeder Mary was artistiek angehaucht – had James Scott (1941) op de kunstacademie niet alleen belangstelling voor beeldende kunst, maar ook voor fotografie en film. Toen hij in 1970 toetrad tot het radicale Londense Berwick Street-filmcollectief had hij reeds een aantal korte films en documentaires over kunstenaars gemaakt.

Adult Fun

Scott maakte slechts een handvol speelfilms. Adult Fun was zijn eerste, de Hollywood-komedie Strike It Rich (met Molly Ringwald en de Engelse acteur Robert Lindsay) zijn laatste. Kort daarop, in 1990, verhuisde hij naar Los Angeles en verruilde film voor beeldende kunst. Al sinds de jaren zeventig zijn Scotts kortfilms en documentaires te zien geweest op retrospectieven en festivals, waaronder het IFFR.

Britse nouvelle vague
Scotts maakte zijn eerste film, het 24 minuten lange The Rocking Horse, tijdens zijn studie. Onderwerp is een ontmoeting, of eigenlijk confrontatie, van twee lagen van de Britse samenleving: de toevallige romance van een nozem (arbeidersklasse) en een schilderes (bourgeois). De acteurs waren studiegenoten, in hun eerste en enige filmrol. Drewe Henley, de antagonist, zou na een bijdrage aan de tv-serie De Wrekers (seizoen 5, aflevering 13, van april 1967) een respectabele loopbaan als acteur in film en tv-series opbouwen.

Dezelfde dynamiek zien we in Adult Fun. Een kleurloze kantoorslaaf verliest zijn baan en zijn leven begint te ontrafelen. Hij raakt betrokken bij een schimmig spionagespel en georganiseerde misdaad. Uiteindelijk verliest hij alles: zijn gezin, zijn minnares, zijn identiteit, zijn leven. Het laatste gesproken woord op de geluidsband is niet toevallig nothing. De toon van de film is antiburgerlijk, de samenleving heeft psychopathische trekjes. Ook de manier van filmisch vertellen heeft overeenkomsten met de nouvelle vague van Agnès Varda en Jean-Luc Godard.

Aldus is Adult Fun een kruising van Performance (onderwereld ontmoet artistieke bohemien) en Wonderwall (krankzinnig en niet altijd geslaagd filmexperiment), twee films die – net als Adult Fun – karakteristiek zijn voor de culturele omslag van eind jaren zestig, waarin de verbeelding en idealen van een nieuwe generatie botsten op de onvergankelijkheid van de menselijke natuur.

Beroepsnon-conformisten
Adult Fun doet denken aan de films die Pim de la Parra in de jaren zeventig en tachtig in Nederland maakte. Hij oogt rommelig, al improviserend tot stand gekomen en wellicht met onderbrekingen gedraaid. Veel scènes zijn quasidocumentair vastgelegd met één camera; de binnenscènes beroerd uitgelicht en buitenscènes onderbelicht; de dialogen soms nauwelijks verstaanbaar; de montage vaak onnavolgbaar en dat laatste letterlijk. Kortom, de onconventionele warboel die begin jaren zeventig ‘progressief’ en ‘artistiek’ werd geacht.

Tegenover de atonale pianoklanken op de geluidsband staan het plezier en de energie waarmee een groep geestverwante beroepsnon-conformisten zich inzet voor het project van de regisseur en diens script. Alle belangrijke rollen, ook de bijrollen, worden vertolkt door acteurs met ervaring in de wereld van film en/of televisie en menigeen blijkt een halve eeuw later een klinkend cv achter te hebben gelaten; veel van hen zijn inmiddels overleden.

Het geïmproviseerde karakter van de film toont zich onder meer in het gebruik van authentieke non-acteurs, zoals zwervers, dronkaards en prostituees, gefilmd in hun natuurlijke omgeving van Camden Town en Lavender Hill, wijken in Londen die bekend staan om hun markten en straatleven. Ze zijn decoratie, maar geïntegreerd in het verhaal van de film en de psychologische desintegratie van de hoofdpersoon, Chris Thompson; die wordt gespeeld door Peter Marinker, op hoge leeftijd nog steeds actief als stemacteur. Deborah Norton, die in Adult Fun debuteert als Thompsons buitenechtelijke scharrel, het fotomodel Jenny, zou zich ontwikkelen tot veelgevraagd actrice.

Adult Fun

Vervreemding
Hoezeer Adult Fun het product is van de tijdsgeest en een gedeelde mentaliteit blijkt vooral uit een scène niet lang na het begin van de film. Thompson en zijn vrouw (Judy Liebert) gaan, heel burgerlijk, eten bij een bevriende kunstenaar. Die wordt gespeeld door Bruce Lacey, in werkelijkheid een kunstenaar van het excentrieke soort, een representant van de tegencultuur van de jaren zestig. Lacey is avant-garde performance-artiest, maker van allerhande robotachtige installaties – er staat er een in het Tate – en het onderwerp van zowel een documentaire van Ken Russell (The Preservation Man, 1962) als de song Mr. Lacey, te vinden op het tweede album van Fairport Convention, What We Did On Our Holidays uit 1969.

Naast Lacey zitten op de bank zijn vijftien jaar jongere echtgenote Jill Bruce (geboren Smith), kostuummaakster en performance-artiest, en Beryl Bainbridge, actrice en een van Engelands meest gewaardeerde schrijvers van na de oorlog, al moest die faam op dat moment nog komen. Dat het drietal zich vervolgens – hij gekleed, Bainbridge gedeeltelijk ontbloot en Jill Bruce topless – amoureus verstrengelt is héél erg begin jaren zeventig.

Helemaal omdat er een roodfilter voor de lens wordt gezet en het beeld het gezichtspunt van protagonist Thompson verbeeldt. Die zit, gezellig op visite, met hoofdtelefoon op de oren in zijn eigen wereld. De vervreemding en de desintegratie van zijn identiteit zijn ingezet.

Voice-over van een geest?
In diezelfde scène is er nog iets aan de hand. De televisie staat aan en daarop zien we beelden uit de Amerikaanse sciencefiction tv-serie Lost In Space, die van 1965 – dus nog voor Star Trek – tot 1968 op de buis was. Als Adult Fun in 1970 of 1971 is gedraaid, rijst de vraag: waar komen die beelden vandaan? Op dat moment was er nog geen videorecorder. Die beelden moeten eerder zijn geschoten en vervolgens in de scène zijn gemonteerd.

Iets dergelijks gebeurt later op de geluidsband. Daar horen we de voice-over van Thompson, de hoofdpersoon, wat gezien het slot van de film helemaal niet kan. En we horen dialogen en omgevingsgeluid, regelmatig gemengd met detonerende pianoklanken. Soms is dat omgevingsgeluid muziek, zoals Honky Tonk Women van de Rolling Stones dat speelt op een jukebox. Maar niet lang daarna klinkt op de geluidsband opeens, uit het niets, James Taylor en diens Soldiers, van zijn album Mud Slide Slim, uitgekomen in maart 1971. Het is de enige song die de kijker hoort en de personages niet, de enige niet-diëgetische popmuziek in de hele film. Waar komt die vandaan?

Geeft Soldiers misschien commentaar op de handeling? Nee, dat doet het niet. Het nummer is simpelweg gekozen om zijn lengte. Het vult 1 minuut en 15 seconden op de geluidsband. Het is illustratief voor de speelse en geïmproviseerde wijze waarop de film tot stand is gekomen.

Adult Fun

Guerrilla-filmen
Elders in de film zien en horen we een straatmuzikant. Hij zingt – en niet eens zo beroerd – Helplessly Hoping, een nummer van Stephen Stills. Het was voor het eerst te horen op het debuutalbum van Crosby, Stills & Nash, verschenen in mei 1969. Die diëgetische muziek, van dezelfde straatmuzikant met hetzelfde nummer, komt later in de film terug. Niet in een voorval met Thompson, zoals de eerste keer, maar in een scène rond Jenny, zijn vriendin. Het lied is louter decor, het wordt niet thematisch ingezet. Het is het resultaat van guerrilla-filmen.

Adult Fun reflecteert op zichzelf, maar niet op een postmoderne manier. Opa, de vader van Thompsons vrouw, filmt het gezin met zijn Super 8-camera. En er is een scène in de bioscoop, de personages zien een balletfilm. Radio, televisie, media spelen geen onbelangrijke rol in de film. Ze bepalen en reflecteren het mentale landschap van de protagonist die gaandeweg meer en meer vervreemdt van de werkelijkheid.

Tegen Jenny zegt Thompson dat hij op zoek is naar wie hij is. “Whether there is anything inside me at all.” Enige tijd later merkt hij op dat je de wereld van meerdere kanten moet bekijken. Dat “detaches yourself, sets you free”. We zien een schilderij van Saturnus die een van zijn kinderen verslindt. Thompson speelt een spel met rollen, maar het personage eet de persoon op.

Dubbelzinnig
Rond diezelfde tijd wees de Engelse auteur J.G. Ballard er op – in diens collageroman The Atrocity Exhibition, de gelijknamige installatie in het New Arts Lab en de kortfilm Crash, gemaakt voor de BBC – dat de met media doordrenkte maatschappij van de jaren zestig oorzaak was van een psychose waarin realiteit en mediarepresentatie van plek zijn verruild; het simulacrum heeft de werkelijkheid overgenomen. Adult Fun lijkt iets dergelijks te willen zeggen. Is Thompson een onverbeterlijke nihilist? Of een opgeblazen ego dat niet kan leven naar zijn wensendromen?

Adult Fun is een dubbelzinnige titel. Het kan worden uitgelegd als bijtend commentaar op de wereld van volwassenen, met hun egoïsme, eerzucht, agressie, (zelf)bedrog en hebzucht. En het kan slaan op de film zelf, op de lol die een vriendenclub van grote kinderen heeft gehad in het maken ervan. Adult en fun hoeven elkaar niet in de weg te zitten.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 7 april 2021.

De documentaires van James Scott over kunstenaars als David Hockney, Richard Hamilton, Claes Oldenburg en R.B. Kitaj, inclusief de film over zijn vader William Scott, Every Picture Tells a Story (1984), zijn verzameld op de 2dvd Every Picture Tells a Story: The Art Films of James Scott, een uitgave van het British Film Institute.

26 februari 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Cow, The

****
IFFR Unleashed – 1972: The Cow
Liefde voor een koe is de grootste liefde

door Bob van der Sterre

Een dorp. Een man. Een koe. Liefde. The Cow (Gaav) begint met een portret van een Iraans dorpje. Mash Hassan heeft een koe en verzorgt die beter dan zijn eigen vrouw. Hij wast de koe, hij boent de koe, zegt lieve woordjes tegen de koe.

Op een dag gaat hij naar de stad. En dan sterft de koe. Zijn het de heidense Bolouris-bendeleden, die al eerder in het dorp waren? Is het een slang? Is het het ‘boze oog?’ Iedereen heeft zijn eigen theorie.

The Cow

Genadeloos blootleggen
Het hele dorp komt bijeen om te beslissen hoe ze kunnen voorkomen dat Hassan het nieuws krijgt. Ze gaan zelfs zo ver om de dorpsidioot vast te binden. Hassan keert terug en mist zijn koe. Hij begin hooi te eten. ‘Ik ben niet Hassan. Ik ben zijn koe.’ Zijn dorpsgenoten zijn supergeduldig en willen hem graag helpen met zijn verdriet maar Hassan teert langzaam weg. Ze moeten wat doen.

De film (cinematografie is van Fereydon Ghovanlou) is prachtig om te zien. De locatie, een klein Iraans dorpje in een woestijn, maakt hier de film. De zwart-witbeelden zijn hier vrij letterlijk, aangezien de mensen vaak in het zwart lopen en hun huizen wit zijn. De muziek is mysterieus, de karakters van het dorp worden mooi in beeld gebracht en de woestijn en de krappe huisjes geven alles een beklemmend gevoel. Dat is met cinematografisch instinct gezien door regisseur Darius Mehrjui en dan helpt de geweldige rol van Ezzatolah Entezami als Hassan ook veel.

Met interpretaties kun je veel kanten op, dat is het aardige van deze film. Er is gelukkig niet een simpele uitleg, zoals je ook met Ionesco’s Rhinoceros, of Kafka’s Die Verwandlung, waar deze film aan beide een beetje doet denken, veel kanten uit kunt. Heeft het met politiek, psychologie, sociologie, religie of met onze omgang met dieren te maken? Dat zou allemaal kunnen.

The Cow

Islamitische Revolutie
In niet-artistiek opzicht is de film ook bijzonder. De sjah-regering vond dat het Iraanse volk te simpel en boers oogde in deze film. De film kwam alleen bij buitenlandse festivals (in 1971 voor het eerst in Venetië in 1972 dus in Rotterdam) dankzij het betere smokkelwerk. Zo ging dat in die tijd.

Frappant genoeg vond ayatollah Khomeini de film vermakelijk. The Cow zou misschien zelfs de reden zijn dat na de Islamitische Revolutie van 1979 (tien jaar na deze film) er nog films gemaakt mochten worden.

Wat me elke keer zo verbaast, is dat dit soort relatief eenvoudige filmhuisfilms al zo lang gemaakt worden (deze is dus uit 1969). Een incident is de aanleiding voor het genadeloos blootleggen van culturele kenmerken van een maatschappij. Zoals de kleien huisjes, de hiërarchie bij mannen, de religie, de rol van vrouwen. De helft van de filmhuisfilms zit nog steeds zo in elkaar. Deze ‘ truc’ van The Cow – die vast daarvoor ook al eens was gedaan – is daarna immer en immer gerecycled in de filmhuiswereld, en minder goed, want zonder de zachte humor en ontroering die je hier treft.

Het begon allemaal met een Iraanse koe!

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 7 april 2021.

24 februari 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR