Nederlands Film Festival 2019 – Preview 2

Preview NFF 2019 – Deel 2
Feest van de Nederlandse film

door Michel Rensen

Het feest van de Nederlands film barst weer los op 27 september in Utrecht. De balans van het afgelopen filmjaar wordt opgemaakt met de uitreiking van de Gouden Kalveren. Tevens is het Nederlands Film Festival (NFF) de start van het nieuw filmjaar met veel premières. Een vooruitblik in twee delen.

Het programma van het NFF bestaat zoals gewoonlijk voor een groot deel uit vertoningen van de Nederlandse films die het afgelopen jaar in de bioscoop gedraaid hebben en kans maken op de Gouden Kalveren. Heb je Take Me Somewhere Nice of Beast of the Jungle gemist, dan is dit de kans om ze nog in te halen. Daarnaast gaat een groot aantal speelfilms, documentaires en korte films in première. Hieronder vind je een doorsnede van de films die deze editie in première gaan.

Bumperkleef

Bumperkleef (Lodewijk Crijns)
Je ergeren aan anderen in het verkeer komt iedereen wel eens voor. Wanneer een jong gezin op de snelweg terecht komt achter een langzaam rijdend busje, probeert de vader te signaleren dat hij haast heeft. De bestuurder van het busje is echter niet gediend van het bumperkleven en spreekt hen bij het volgende tankstation aan op hun gedrag. Hij eist een excuus, maar de vader weigert dit omdat volgens hem de bestuurder van het busje zich niet volgens de regels gedroeg. De verkeersruzie loopt zoals verwacht compleet uit de hand, wanneer het busje de familie achtervolgt. De karikaturale tegenstellingen tussen stad en platteland en de normen van verschillende generaties zijn niet erg origineel, maar wel zeer effectief om deze komische snelwegthriller in hoge snelheid naar zijn bestemming te brengen.

Turn! (Esther Pardijs)
Wat doe je als je kind een sporttalent blijkt te zijn? Esther Pardijs geeft als ‘topsportmoeder’ een unieke blik in de werking van de jeugdtopsportwereld. Ooit al van een ‘turnhalverbod’ gehoord? Ze stelt continu de vraag hoe ver je als ouder kunt en wilt gaan om het beste uit je kind te halen. Pardijs keert een kritische blik inwaarts. De beelden hinken soms tegen kindermishandeling aan, bijvoorbeeld wanneer één van de kinderen in huilen uitbarst als hij tijdens een rekoefening letterlijk tot het uiterste geduwd wordt. De vraag rijst of de kinderen wel baat hebben bij topsport. Doe je dit als ouder om het beste uit je kind te halen of is het vooral een ijdele poging om een goede ouder te zijn? Als je kind geslaagd is, ben jij immers ook geslaagd. Pardijs toont zich zeer zelfbewust van haar eigen ‘medeplichtigheid’ en laat het dan ook aan de kijker over om antwoord te geven op de gestelde vragen en problemen. De film wil vooral de discussie aanwakkeren.

Flow

Kort: Pariba + Flow
De korte film is een verzamelbak waar onder andere jong talent zijn eerste stappen in de filmwereld kan zetten. Eén van de hoogtepunten van dit jaar is Pariba (Aramis Garcia Gonzalez) waarin twee Arubaanse vriendinnen voor de laatste keer hun jaarlijkse carnaval vieren nu één van de twee naar Nederland verhuist. Prachtig, sfeervolle verbeelding van de laatste dagen van een vriendschap. De breuk blijft vrijwel de gehele film onbenoemd, maar in elk shot is voelbaar dat er een onoverkomelijk moment van verandering komt voor het tweetal.

Korte film biedt gewoonlijk ook veel ruimte voor experiment. Het abstracte Flow (Adriaan Lokman) verbeeldt beweging met enkel lijnen die samen vaag beelden creëren, alsof de oprukkende wind rond een vertrekkende trein zichtbaar gemaakt wordt. Een man en zijn hond raken in deze wirwar van beweging verstrikt. Het sterke gebruik van geluid trekt je als kijker in situaties waar de turbulentie van het leven schetsmatig zichtbaar gemaakt wordt. De film dwingt je zelf de abstracte vormen te interpreteren; waar deze associaties je uiteindelijk naar toe leiden zal net als de film onvoorspelbaar zijn.

 

26 september 2019

Preview NFF 2019 Deel 1

 

MEER FILMFESTIVAL

Nederlands Film Festival 2019 – Preview 1

Preview NFF 2019 – Deel 1
Feest van de Nederlandse film

door Michel Rensen

Het feest van de Nederlands film barst weer los op 27 september in Utrecht. De balans van het afgelopen filmjaar wordt opgemaakt met de uitreiking van de Gouden Kalveren. Tevens is het Nederlands Film Festival (NFF) de start van het nieuw filmjaar met veel premières. Een vooruitblik in twee delen.

Het programma van het NFF bestaat zoals gewoonlijk voor een groot deel uit vertoningen van de Nederlandse films die het afgelopen jaar in de bioscoop gedraaid hebben en kans maken op de Gouden Kalveren. Heb je Take Me Somewhere Nice of Beast of the Jungle gemist, dan is dit de kans om ze nog in te halen. Daarnaast gaat een groot aantal speelfilms, documentaires en korte films in première. Hieronder vind je een doorsnede van de films die deze editie in première gaan.

Kapsalon Romy

Kapsalon Romy
In deze door Mischa Kamp geregisseerde dramafilm werkt Romy’s oma Stine als kapster en past tegelijkertijd elke dag op haar kleindochter. Door toenemende vergeetachtigheid kan Stine haar werk steeds minder goed doen, maar door Romy als hulpkracht in te schakelen lukt het hen de kapsalon draaiende te houden. Het acteerwerk van Beppie Melissen overtuigt in de kleine momenten waar Stine de langzame aftakeling probeert te verhullen. De opbouw van de film voelt erg programmatisch, alsof een folder over Alzheimer gebruikt is om het plot vorm te geven, maar in de afzonderlijke scènes ontstaat een mooie band tussen oma en kleindochter.

Mevrouw Faber
Vrachtwagenchauffeur Harriëtte leeft toe naar haar geslachtsveranderende operatie. De gevoelens waren al jaren aanwezig, maar pas op middelbare leeftijd voelde Harriëtte het vertrouwen om als vrouw door het leven te gaan. Door een nauwe band met Harriëtte en haar vrouw Siepie op te bouwen, slagen documentairemakers Hjalmar Tim Ilmer en Job Tichelman erin een open dialoog te voeren over de complexe en weinig besproken emoties die vrijkomen bij het ingewikkelde proces dat Harriëtte in ging. Angsten over het uiteenvallen van hun huwelijk en veroordeling in hun kleine Friese dorpje bleken vele malen groter dan de realiteit waarin Harriëtte met weinig problemen onderdeel van de gemeenschap is gebleven. Veel belangrijker is de vraag of ze in een bikini of een badpak zal gaan zwemmen. Mevrouw Faber is een warm, intiem portret van een nuchter koppel dat met een open blik de toekomst tegemoet gaan. Het leven is immers niet te voorspellen.

Huidhonger

Teledoc Campus: Vader + Huidhonger
In het kader van Teledoc Campus zijn dit jaar twee korte documentaires van jonge regisseurs te zien die de relatie tussen vaders en hun kinderen bestuderen en visueel de thematiek versterken. In Vader (Isabel Lamberti) staat de relatie tussen een vader en zoon centraal die door problemen bij jeugdzorg terecht zijn gekomen en elkaar jaren niet gezien hebben. Na jaren proberen zij hun relatie weer nieuw leven in te blazen. De statische, afstandelijke shots versterken het gevoel dat er een onoverbrugbare afstand tussen de twee ontstaan is. De jongen is immers zonder zijn vader opgegroeid. Hun verleden en traditionele genderrollen staan op dit moment in de weg van een emotionele connectie.

Huidhonger (Lieza Röben) slaat het tegenovergestelde pad in en onderzoekt het verlangen naar fysieke vormen van liefde. Eén van de subjecten is een jonge vader die zelf zonder vader opgroeide. Met zijn pasgeboren kind moet hij leren hoe het is fysiek de liefde voor zijn kroost te uiten en zich open te stellen voor vormen van liefde die hij zelf nooit gekend heeft. Met sensitieve beelden, dicht op de huid geschoten, ben je als kijker zelf betrokken bij die fysieke intimiteit. De subjecten zijn bijna voelbaar aanwezig.

 

25 september 2019

Preview NFF 2019 Deel 2

MEER FILMFESTIVAL

Film by the Sea 2019 – Deel 3

Film by the Sea 2019 – Deel 3 (slot)
Sociaal-realisme en een ontsnapte hand

door Suzan Groothuis

Wie wilde kon zich de hele week opsluiten in het gigantische CineCity-complex waar de meeste films draaiden. En als je behoefte had aan wat frisse lucht boden de boulevard en het strand een uitkomst. In dit laatste deel aandacht voor de nieuwe Ken Loach, ontroerende en vervreemdende Franse animatie, psychiatrie in Litouwen en een boerin die zich losmaakt van een grote, allesbepalende coöperatie. 

 

Sorry We Missed You

Sorry We Missed You – Werken tot je er bij neer valt
Sorry We Missed You is een typische Ken Loach (I, Daniel Blake, The Wind that Shakes the Barley). Wie het oeuvre van de man niet kent: Loach richt zich op de Britse working class. Hij toont het harde, werkende leven en dat gaat niet van een leien dakje. Meestal vormt een gezin het uitgangspunt, met hardwerkende ouders die moeten opboksen tegen werkgevers die alleen maar naar productie en winst kijken. Onrecht en sociale ongelijkheid zijn terugkerende thema’s, gefilmd in een naturalistische stijl.

In Sorry We Missed You draait het om Ricky en zijn gezin. Na de kredietcrisis van 2008 besluit hij om te investeren in een bestelbusje en als pakketchauffeur aan de slag te gaan. Om die bus te bekostigen, moet hij wel de auto van zijn vrouw verkopen. Aangezien zij werkt als ambulant verzorgster is het voor haar ondoenlijk iom alles met het openbaar vervoer te doen, maar Ricky ziet een gouden toekomst en ze zwicht. Als kijker voel je aankomen dat het goud er niet gaat komen.

Die vermoedens worden algauw bevestigd met de start van Ricky’s werk bij de pakkettendistributeur. Een blaffende boom van een kerel geeft orders. Een hoge productie levert geld. En de scanner om de pakketten te traceren, moet je bewaken met je leven. Wat dan volgt is een ware race tegen de klok om de pakketjes op tijd te leveren. Ricky en zijn gezin komen steeds meer onder druk te staan, spanningen nemen toe en dan is er ook nog zijn puberende zoon die Ricky en zijn vrouw tot het uiterste drijft. 

Sorry We Missed You is een film met een hoog gevoel van sentiment, maar dan gestoken in een sociaal-realistisch jasje en voorzien van de nodige pittige dialogen. Een van de beste is die waarin Ricky’s werkgever hem vertelt wat hem drijft. De man – zo’n typische testosteronbuldog van een manager – was in dat opzicht een interessanter uitgangspunt geweest voor Loach’ film. Want natuurlijk ligt de sympathie bij Ricky en zijn gezin, die je – Loach eigen – steeds meer de afgrond in ziet zakken. Er zijn sprankjes hoop, maar tegenover zoveel tegenslag dat daar amper tegenop te vechten is. Een ware tearjerker voor de Britse werkende klasse. 

 

Mjölk

Mjölk – IJslandse Ken Loach
Van Britse ellende gaan we naar IJsland, waar filmmaker Grímur Hákonarson (Rams) zijn inspiratie wellicht bij Ken Loach zocht. Want Mjölk gaat ook over de werkende klasse en het onrecht van grote corporaties, eveneens gefilmd in een droge sociaal-realistische stijl.

Inga is de protagonist in het verhaal. Samen met haar man runt ze een klein melkveebedrijf, maar de twee zijn volkomen afhankelijk van de corrupte zuivelcoöperatie die alles bepaalt. Een voorbeeld: als je je producten elders goedkoper inkoopt, zorgt de coöperatie ervoor dat je je als kleine boer maar moeilijk staande kan houden. Met een coöperatie die in je nek hijgt en hardwerkende boeren afhankelijk maakt, is het vechten tegen de bierkaai.

Vechten is een thema dat centraal staat in Hákonarsons film. Net als in Sorry We Missed You lijkt er alleen maar sprake van tegenslag. Wanneer Inga’s man plotseling in een auto-ongeluk overlijdt, komt ze oog in oog met de coöperatie te staan. Inga besluit het heft in eigen handen te nemen en voor zichzelf te starten. En zo woedt er een strijd tussen de stugge boerin en de hoge meneren van de coöperatie die allesbehalve zuiver zijn. Die strijd is met momenten droogkomisch gevangen, zoals Inga die haar rauwe koeienmelk zo tegen het coöperatiegebouw laat spuiten.

De film werkt echter plichtsgetrouw toe naar een voorspelbare afloop: de voorvechter wint en krijgt weer een stukje sympathie en respect terug van een gemeenschap die de vechtlust verloren was. Die ontwikkeling voltrekt zich in rap tempo, waarbij iedere spanningsboog ontbreekt. Wellicht, met meer droogkomische momenten, was Mjölk meer in het oog springend geweest.

 

J’ai Perdu Mon Corps

J’ai Perdu Mon Corps – Betoverende animatie
In het oog springend gaat wel op voor de Franse animatiefilm J’ai Perdu Mon Corps. Regisseur Jérémy Clapin doet iets heel knaps: met zijn magische, wat donkere vertelling weet hij de kijker te beroeren. Overkoepelend thema zijn de zintuigen. We volgen de jonge Naoufel, een gevoelige, kwetsbare jongen die zijn ouders op jonge leeftijd verliest. Hij heeft van hen liefde voor de schone dingen in het leven meegekregen, zoals muziek en kunst. Zijn moeder was pianiste en zijn vader kon iets wat bijna niemand kan: een vlieg vangen.

Het verfijnde van zijn ouders zit ook in Naoufel, in hoe hij de wereld om zich heen ziet en ervaart. Zijn zintuiglijke waarneming speelt een grote rol. Zoals het opnemen van  omgevingsgeluiden met een taperecorder. Of zijn handen die in contact zijn met al het moois en tastbare dat de aarde voortbrengt – water, sneeuw, planten, insecten.

Tegelijkertijd volgen we – jawel – een ontsnapte hand uit een laboratorium. Geleidelijk aan smelten de twee verhalen – Naoufels zoektocht naar stabiliteit en schoonheid in zijn leven en de hand die ook zoekende is – samen. Het moet gezegd: J’ai Perdu Mon Corps doet dat prachtig. De film speelt in de jaren negentig, getuige de cassettebandjes die toen populair waren en de patch van de alternatieve band The Pixies, dat het meisje op wie Naoufel zijn oog heeft laten vallen, op haar tas heeft genaaid.

Getekend in een donkere stijl, verhaalt J’ai Perdu Mon Corps over liefde, verlangen en durf. De sociaal-realistische achtergrond van de arme Naoufel is magisch gevangen. Een donker sprookje, waarbij je, als je je er helemaal voor openstelt, geraakt wordt door de puurheid ervan.

 

Summer Survivors

Summer Survivors – Ongewone trip door Litouwen
Op een filmfestival mag een roadmovie natuurlijk ook niet ontbreken. Summer Survivors is wel een vrij ongewone. Het zijn namelijk geen vrienden of een stel die samen een trip maken. Psychologe Indre, net afgestudeerd, moet twee jonge mensen die opgenomen zijn in een psychiatrische kliniek begeleiden naar de andere kant van het land. De psychiater vindt dat ze beter af zijn bij een andere kliniek. Een wat ongewone keuze om Indre mee te laten gaan, want ze heeft iets sociaal onhandigs en is helemaal niet geïnteresseerd in contact met cliënten.

Toch gaat ze, onder druk van de volhardende psychiater. Bijgestaan door een zuster die de pillen verstrekt starten ze hun reis, die vol ongemak begint. De bipolaire Paulius begint namelijk ineens te praten – iets wat hij dagen niet gedaan heeft. En dan is er de suïcidale Juste, haar polsen nog in het verband, die vindt dat ze niet ziek is maar wel geteisterd wordt door donkere gedachten.

Geleidelijk aan, zoals dat vaker gaat met een roadtrip, komen de drie (de pillenzuster wordt letterlijk vergeten en bij een tankstation achtergelaten) nader tot elkaar. Regisseur Marija Kavtaradze blijft met haar personages dicht bij de realiteit, mede dankzij hun naturelle spel. Haar film heeft een tragikomisch karakter en toont de gebeurtenissen van de drie met een lach en een traan. Daarbij: de psychiatrische stoornis waarmee Paulius en Juste te kampen hebben, wordt nergens uitvergroot. De boodschap van de film is dat we allemaal mensen zijn en ondanks een psychiatrische diagnose meer met elkaar delen dan we denken. Kavtaradze is realistisch genoeg om in te laten zien hoe bepalend lijden kan zijn. Geluk is niet voor ieder mens weggelegd, getuige de bitterzoete afloop van de film.

 

24 september 2019

 

Film by the Sea 2019 – Deel 1

Film by the Sea 2019 – Deel 2

 


MEER FILMFESTIVAL

Film by the Sea 2019 – Deel 2

Film by the Sea 2019 – Deel 2
Verwoestende, ontzaglijke en wonderschone natuur

door Suzan Groothuis

De favoriete film van directeur “Mr. Horror” Jan Doense, Jaws, kreeg een passende vertoning op het strand. Terwijl de haai in vol ornaat in beeld was, hoorde je de golven op de achtergrond. Ook het oorlogsgeweld van Apocalypse Now – Redux was op het grootste filmdoek van het tot Film by the Sea gebombardeerde Cinecity te bewonderen. In dit tweede deel aandacht voor films waarin natuur een rol speelt. Verwoestend, ontzaglijk en wonderschoon. 

 

Maiden

Maiden – Heldhaftige dames op zee
Het is 1989 en de droom van de jonge Britse Tracy Edwards komt uit. Ze doet mee aan de Whitbread Round The World Race, een prestigieuze zeiltocht rond de wereld. Edwards trommelde louter dames – ervaren en kundige zeilsters – op en doopte hun boot Maiden. De film Maiden, van documentairemaker Alex Holmes, toont waar Tracy haar inspiratie vandaan haalde en hoe de tocht van de grond kwam. Tracy, getormenteerd door moeilijke puberjaren, voelde zich aangetrokken tot de vrijheid van de zee. Maar meedoen aan een race was een stap te ver – althans, volgens mannelijke zeilers en geldschieters. Het vraagt lef en doorzettingsvermogen om haar droom te realiseren en Maiden laat met uniek beeldmateriaal zien hoe Tracy’s zeilboot de strijd aangaat met de mannelijke concurrentie.

De tocht gaat gepaard met vooroordelen. Terwijl journalisten van mannelijke zeilers willen weten wat de technische aspecten van hun boot zijn, worden de dames amper serieus genomen. Er is meer interesse of ze elkaar niet in de haren vliegen. Tracy en co anno nu blikken terug op hun ervaringen en vertellen, dan weer gevat, dan weer emotioneel, wat er allemaal bij de race kwam kijken.

En zo word je als kijker meegetrokken in een uniek, bevlogen verhaal, waarbij je op het puntje van je stoel zit. Het is niet zozeer een film over vrouwen die zeilen. Het is een film over mensen die ergens in geloven en zo gepassioneerd zijn dat ze er vol voor gaan. De vrouwen blijken de reis rondom de wereld niet anders te ervaren dan de mannen – de belevenis van een verwoestende, maar ook wonderschone zee bestieren is hetzelfde. En zo leef je mee met een tocht waarvan iedereen dacht dat die niet gemaakt kon worden. De beelden van agressieve golven die tegen en over de boot slaan en de onuitputtelijke crew die ze controleert, staan op het netvlies gebrand. Een film die qua impact lijkt op het prachtige Deep Water, waarin solozeiler Donald Crowhurst in zijn tocht rond de wereld gevolgd wordt en waar de afloop helaas wat minder fraai was.

 

Monos

Monos – Jong strijdgeweld
Van een reis rond de wereld gaan we naar de chaotische oerwouden van Columbia. In Monos, dat inmiddels in de bioscoop draait, volgen we jonge guerrillastrijders. Het zijn nog maar kinderen, die als taak hebben een gijzelaar te bewaken en voor een koe te zorgen. Af en toe worden ze bezocht door hun trainer van de Organization, die de jonge groep bevelen geeft en drilt. Maar overwegend moeten ze het zelf zien te rooien, bijgestaan door hun wapens en gierende hormonen. Je raadt het al: dat loopt uit de hand. 

Monos is een bijzonder krachtige film. De beelden van een woest, chaotisch landschap en een idem gezelschap, zijn door de Nederlandse cameraman Jasper Wolf op indrukwekkende wijze vastgelegd. Realistisch maar ook niet, met oog voor het schone en het verwoestende. Deze oorlogssituatie voelt onwerkelijk aan, als een ongrijpbare, nare droom, waarin kinderen gedwongen worden stelling te nemen tegen de heersende maatschappij. Je vraagt je af of ze zich bewust zijn waarvoor ze strijden. Maar filmmaker Alejandro Landes diept dat niet uit: zijn monos (wat zoveel betekent als aapjes) zijn kinderen die in een strijdbare, ongewone situatie zitten, en we volgen hen daarin.

Monos heeft weinig dialoog en is vooral een fysieke film. De driloefeningen, waarbij de jonge lichamen tegen elkaar aandrukken en opbotsen, worden ondersteund door de hypnotiserende soundtrack van Mica Levi. Zij was eerder verantwoordelijk voor de prachtige composities van Jackie en Under the Skin. In Monos smelt haar dreigende en bezwerende soundtrack samen met de beelden, wat leidt tot een overrompelende filmervaring.

Misschien is dat de strekking van Monos: een film die je moet ervaren. Jagen en opgejaagd worden, temidden van een nietsontziende, woeste natuur. De film voelt als een oerkracht waartussen je goed en kwaad bespeurt: er is zachtheid en tederheid, maar ook een meedogenloze hardheid en beestachtigheid. Een van de hoogtepunten van het festival. 

 

Apocalypse Now Redux

Apocalypse Now Redux – In afwachting van The Final Cut
Monos heeft met zijn onwerkelijke sfeer wel wat weg van Francis Ford Coppola’s Apocalypse Now, een film die de Vietnamoorlog niet toont, maar is. Vlissingen leek een primeur te hebben met een vertoning van zijn Final Cut – een tweede, en wellicht laatste bewerking van Coppola’s meesterwerk uit 1979. Helaas kregen de programmeurs die versie toch niet in handen en besloot men tot een vertoning van Apocalypse Now Redux. Alsnog een kans om zo’n klassieker op het grootste doek dat het CineCity-complex rijk is te vertonen. Waar de opkomst mager was (oorlogsgeweld weegt niet op tegen een zonovergoten dag) blijkt de film anno nu nog even indrukwekkend.

De film start met chaos: we zien Captain Benjamin L. Willard (Martin Sheen) in zijn slaapvertrek, terwijl hij doordraait. Helikoptergeluiden zijn prominent aanwezig, drank en bloed vloeien rijkelijk. In Hearts of Darkness: A Filmmaker’s Apocalypse, een documentaire over de totstandkoming van de film, zien we dat dit niet gespeeld was. Sheen bevond zich op het randje en bezweek bijna aan een hartaanval.

Willard krijgt de onmogelijke opdracht Colonel Walter E. Kurtz (Marlon Brando) op te sporen en te elimineren. Kurtz – briljant, met vele onderscheidingen – is gek geworden en voert zijn eigen oorlog in de dichte jungle van Vietnam. Wat volgt is een surreële tocht over de Nung-rivier, waarbij Coppola je meevoert van de ene onwerkelijke situatie naar de andere. Apocalypse Now

slaagt vooral in het neerzetten van een onwerkelijke, nachtmerrie-achtige sfeer in een chaotische, zinloze strijd. Neem Robert Duvall als gevreesde Lieutenant Colonel Bill Kilgore, die geniet van oorlog: “I love the smell of napalm in het morning”. Of Playboy Bunny’s die de soldaten trakteren op een sexy optreden, dat natuurlijk uit de hand loopt. En niet te vergeten het bizarre koninkrijk waar Kurtz heer en meester is.

De Redux-versie is 49 minuten langer dan het origineel en bevat een paar scènes die Coppola er zo weer uit mag snijden. De conversatie met Playboy Bunny’s in de helikopter is totaal overbodig, evenals het bezoek aan Franse kolonisten waar Willard op zoete wijze verleid wordt. Het zijn misplaatste scènes in een film die het zo van vervreemdende wanorde (zowel in de mens als in de natuur) moet hebben. Je vraagt je af wat de meerwaarde is van een bewerking van het eigenlijk al sterke origineel.

 

20 september 2019

 

Film by the Sea 2019 – Deel 1

Film by the Sea 2019 – Deel 3

 


MEER FILMFESTIVAL

Film by the Sea 2019 – Deel 1

Film by the Sea 2019 – Deel 1:
Focus op Europese film

door Cor Oliemeulen

Uit het veelzijdige programma van de 21e editie van Film by the Sea kiezen we in dit eerste verslag vier films die op het Zeeuwse festival hun landelijke première beleven. Pistolen zwaaiende Italiaanse boefjes, Finse jongeren zonder verstand van geboortebeperking, de zowel geliefde als verguisde Amerikaanse regisseur Brian De Palma én zijn B-film met Nederlands tintje.

 

Piranhas

Piranhas – Napolitaans scootertuig
Een van de favorieten in de Film en Literatuur Competitie is Piranhas van de Italiaanse regisseur Claudio Giovannesi (met wie binnenkort op deze site een interview verschijnt). Hij baseerde zijn misdaaddrama op de bestseller La paranza dei bambini van de Napolitaanse schrijver Roberto Saviano die ook het filmscenario schreef. De letterlijke vertaling is De kinderen in de sleepnetten, een prachtige metafoor voor jongeren die in het kielzog van volwassen maffiosi streven naar dezelfde weelde en macht. Net als piranha’s mogen ze dan misschien wel scherpe tandjes hebben en zijn ze in groepsverband dodelijk, eeuwige roem behalen die vraatzuchtige kinderen pas nadat ze voor de grote vissen voldoende hebben gevangen. Maar zelfs dan is hun lot onzeker. De charismatische vijftienjarige Nicola (hij heeft zijn naam mee: Francesco Di Napoli) toont weinig geduld en wil de wijk met grof geweld overnemen.

Piranhas (vanaf 26 september in de bioscoop) dobbert mee op de golf van talrijke verhalen waarin jongeren geen ander toekomstperspectief zien dan criminaliteit. Dure kleding en schoenen, uitbundig uitgaan en het verwerven van aanzien, zijn in dit geval het gevolg van afpersing, intimidatie, drugshandel en zelfs moord. In groepsverband vervagen de normen en stijgt de overmoed. Leren omgaan met wapentuig leer je van een filmpje op het internet en van onderling verraad kijk je op den duur ook niet meer op. En zo zien we de tienerjongens op hun scooters door de wijk scheuren, stoer zwaaiend met pistolen en vragen we ons soms af of zeker de jongste maffiosi niet af en toe in hun broek schijten van angst. De enige kwetsbaarheid zien we slechts als Nicola zich koestert aan zijn vriendinnetje. In Piranhas overheerst het meeslepende avontuur, maar ontbreekt de psychologische diepgang.

 

Stupid Young Heart

Stupid Young Heart – Help, een baby!
Onzekere jeugdige emoties krijgen in het Finse coming-of-agedrama Stupid Young Heart (vanaf 12 december in de bioscoop) wel ruimschoots baan van regisseur Selma Vilhunen die zich in haar oeuvre voornamelijk bezighoudt met niet alledaagse opgroeiperikelen van tienermeisjes. Ditmaal staat de zestienjarige Kiira centraal. In haar wellustige onbezonnenheid is ze zwanger geraakt van de pas vijftienjarige Lenni (de werkelijke hoofdpersoon), maar het paar besluit om de zwangerschap niet af te breken. Kiira zou bij wijze van spreken een moord plegen om de huiselijke omgeving van een nonchalante moeder en ergerniswekkende schreeuwende koters te kunnen ontvluchten, Lenni zou zelf wel vader willen worden, omdat hij zijn eigen vader niet kent. Enfin, genoeg stof voor honderd minuten dramatische verwikkelingen in eenvoudige maar duidelijke schetsen.

Stupid Young Heart gaat vooral over verantwoordelijkheidsgevoel bij jongeren. Je kamer moeten opruimen is een ding, een baby opvoeden is andere moederkoek. De huidige tijd met sores als werkeloosheid en vluchtelingen maakt het er voor de jonge hartendiefjes zeker niet overzichtelijker op. Terwijl Kiira een goedkope flat probeert te vinden en in haar eentje een babyledikantje naar huis moet zeulen, laat Lenni steeds vaker verstek gaan. Klein en tenger als hij is, sluit hij zich aan bij volgroeide mannen in een sportschool en dreigt hij te radicaliseren omdat hij simpelweg niet weet wat hij met zichzelf, zijn vriendinnetje en zijn toekomstige kind aan moet. Het Finse drama is geloofwaardig, houdt zich zo ver mogelijk van vals sentiment en zal het vast goed doen bij jongvolwassenen. Het is fijn voor zowel Lenni als de kijker dat de hulp en een levensles uit onverwachte hoek komt.

 

De Palma

De Palma – Heilige makreel
Terwijl de Franse regisseur Claude Lelouch in Vlissingen een Career Achievement Award in ontvangst mocht nemen – zijn jongste drama Les plus belles années d’une vie draait op het festival – toont Film by the Sea de documentaire De Palma (2015) van de gelijknamige Amerikaanse veteraan-regisseur als inleiding op diens jongste thriller Domino. Brian De Palma loopt inmiddels tegen de tachtig en is zo iemand die vast in het harnas zal sterven. We zagen hem tot dusver niet vaak in interviews, des te verrassend is het om hem openhartig te horen terugblikken op zijn filmcarrière in deze documentaire van Noah Baumbach en Jake Paltrow. Kritisch over zijn eigen werk en Hollywood, maar beduidend diplomatieker dan in zijn films. In plaats van een partijtje vloeken over zijn onbegrip dat sommige van zijn films door critici met de grond werden gelijkgemaakt en door het publiek werden genegeerd, klinkt regelmatig het beschaafde ‘Holy mackerel’ uit De Palma’s mond.

Brian De Palma steekt zijn bewondering voor Alfred Hitchcock niet onder stoelen of banken. Nog veel meer dan The Master of Suspense bouwt De Palma de spanning tot een climax meestal tergend langzaam op. Bovendien ondersteunt hij zijn thrillermomenten met typische cameraperspectieven, uiteraard met veelvuldig gebruik van split screen (links wordt driftig het bloed van het tapijt geschrobd, rechts lopen politiemannen de trap op), strooit hij kwistig met liters nepbloed en deed ook De Palma graag een beroep op Bernard Herrmann. Over deze filmcomponist (Psycho, Taxi Driver) dist de boeiend vertellende regisseur nog een hilarische anekdote op. De Palma is dan ook een vlotte biografische documentaire waarin alle tops en flops van de bevlogen filmmaker de revue passeren, maar is het meest nostalgisch wanneer De Palma’s bemoeienissen met de eerste acteerschreden van Robert De Niro aan bod komen, alsook die goede oude tijd met collega’s als Steven Spielberg, George Lucas, Francis Ford Coppola en Martin Scorsese die destijds ook nog allemaal hun talenten moesten waarmaken.

 

Domino

Domino – De beste slechtste film van het jaar
Brian De Palma verklaarde na zijn geflopte miljoenenproject Mission to Mars (2000) nooit meer een film in de Verenigde Staten te zullen maken: teveel bemoeienis en macht van producers, filmstudio’s en andere onnozele betweters. Domino (vanaf 26 september in de bioscoop) werd geschoten in Europa met ook veel Belgen en Nederlanders op de loonlijst. Het verhaal begint in Kopenhagen waar politieagent Christian (Nikolaj Coster-Waldau) na geweldige seks met zijn mooie vriendin nog zo van slag is dat hij tijdens een melding zijn dienstpistool vergeet mee te nemen. Aangekomen op het plaats delict moet hij het wapen van zijn collega lenen terwijl die een geboeide crimineel vasthoudt. Misschien dat die collega geen geweldige seks had of het moet doen met een lelijke vrouw, hij heeft in ieder geval niet in de gaten dat de verdachte zich uit de handboeien weet te bevrijden om vervolgens zijn keel door te snijden. Christian belt om bijstand en volgt de crimineel in halsbrekende toeren over het dak. Het hangen aan de dakgoot is een ode aan Hitchcocks Vertigo en de muziekscore van De Palma’s huiscomponist Pino Donaggio is hypernerveus en heerlijk irritant.

Domino heeft alle eigenschappen van een B-film, hoewel nog meer bekende namen het wat onbeholpen script invulling geven: Carice Van Houten die een geheime liefde blijkt te hebben en Guy Pearce als CIA-er hebben we weleens beter zien acteren (samen wellicht geen goede seks gehad). Maar door het warrige verhaal van knullige politiefunctionarissen, niet minder knullige zelfmoordterroristen (met zowaar een bloedige aanslag tijdens het Nederlands Film Festival – in Amsterdam) en veel te lange aanlopen naar gewelddadige climaxen (de droneaanval in een Spaanse stierenvechtersarena oogt uitermate harkerig) sijpelt zo nu dan die herkenbare De Palma-charme van vleugjes Hitchcock, split diopters (close-up en achtergrond scherp), afgesneden strottenhoofden en snedige oneliners, zoals: “We’re Americans, we read your e-mails”.

 

17 september 2019


Film by the Sea 2019 – Deel 2

Film by the Sea 2019 – Deel 3

 

MEER FILMFESTIVAL

Film by the Sea 2019 – Preview

Preview Film by the Sea 2019
Toegankelijke arthouse, documentaires en toppers

door Suzan Groothuis

Komende vrijdag begint Film by the Sea. Het filmfestival in Vlissingen, dat inmiddels z’n 21ste editie viert, vertoont allerlei soorten toegankelijke arthouse-films en documentaires. InDeBioscoop vist alvast in het programma.

De grote vangst van deze editie is Parasite, de nieuwe film van Bong Joon-ho. Deze Zuid-Koreaanse regisseur heeft al een reeks meesterwerken en opvallende films op zijn naam staan zoals Memories of Murder, Mother, Snowpiercer en Okja. Met Parasite, een pakkende venijnige satire over klassenverschillen in het eigentijdse Zuid-Korea, is hij nog steeds in vorm. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor acteur Song Kang-ho, die gezien kan worden als een van de meest veelzijdige acteurs uit het land. Parasite won in Cannes de Gouden Palm voor beste film, wat het een aanlokkelijke film voor het festivalpubliek maakt.

Parasite (Joon-ho Bong, 2019)

Parasite (Joon-ho Bong, 2019)

Engelse maatschappijkritiek
Een andere film die het in Cannes goed gedaan heeft, is Sorry We Missed You. Niet vreemd als je weet dat de Britse regisseur Ken Loach al jaren een festival-lieveling is. Loach’ films kenmerken zich door een maatschappijkritische blik op Engeland. Sorry We Missed You, die gaat over de uitbuiting van freelancers die door allerlei sluwe regels bedonderd worden door hun opdrachtgevers, belooft een ware working-class tearjerker te zijn. Gaat dat zien in Vlissingen!

En nu we toch bezig zijn met prominente filmmakers kunnen we de nieuwe Pedro Almodóvar ook niet vergeten. Zijn Dolor y Gloria ziet hij als een van zijn meest persoonlijke films en belooft weer een mooie combinatie van melodrama en fijnzinnigheid.

Wie het programma van Vlissingen doorneemt, ziet ook een aantal titels die eerder te zien waren op het IFFR en Imagine. Neem Wilkolak, Monos, Tigers Are Not Afraid, Manta Ray, The Best of Dorien B. en Beats. Daarnaast ontkomt het festival niet aan het meesnoepen van films die tijdens Film by the Sea hun Nederlandse release hebben, zoals de documentaire Miles Davis: Birth of the Cool en de gelijknamige filmbewerking van de populaire Britse-serie Downton Abbey. 

Un homme et une femme (Claude Lelouche, 1966)

Un homme et une femme (Claude Lelouche, 1966)

Franse cinema
Een van de constanten van het festival is de Franse cinema. Dit jaar is er een verrassende regisseur te gast, namelijk Claude Lelouch. Een man die de grote gebaren niet schuwt, want zijn films met thema’s als familie, de holocaust en de waarde van kunst doen bombastisch aan. Zijn bekendste film is waarschijnlijk Les uns et les autres over het wel en wee van vier muzikale families in de twintigste eeuw. Ook is er een screening van zijn eerste hit Un homme et une femme samen met het vervolg uit 1986.

Tot slot zijn er nog wat opmerkelijke vertoningen van klassiekers die de fanatieke cinefielen moeten aanspreken. Neem de final cut van Apocalypse Now. Het is de vraag hoe de ultieme visie van Francis Ford Coppola heeft geleid tot aanpassingen na de langere redux-versie. In die lijn is ook de final cut van Blade Runner te zien, die hoogstwaarschijnlijk is geprogrammeerd als eerbetoon aan de recentelijk overleden Rutger Hauer. De zwijgende film wordt geëerd door een speciaal filmconcert bij Nosferatu, Eine Symphonie des Grauens. Een geliefde expressionistische horrorklassieker van F.W. Murnau.

 

 11 september 2019


MEER FILMFESTIVAL

Amsterdam Spanish Film Festival 2019 – Preview

Preview Amsterdam Spanish Film Festival 2019
Vrouwen in de schijnwerpers

door Cor Oliemeulen

Het drama Quién te cantará, dat gaat over een zangeres met geheugenverlies die een comeback wil maken, is dinsdag 28 mei de openingsfilm van het Amsterdam Spanish Film Festival (ASFF). In een aantal films staan vrouwen centraal. Wij lichten daaruit twee pakkende regiedebuten.

 

Carmen y Lola

Carmen y Lola – Liefde is sterker dan cultuur
Net als in de nieuwe film van Isabel Coixet – het wonderlijke biografische drama Elisa & Marcela over het eerste (onwettige) homohuwelijk in 1901 – draait het plot in Carmen y Lola van debuterend speelfilmregisseur Arantxa Echevarria om een lesbische relatie. Plaats van handeling is een diepreligieuze Romagemeenschap in een buitenwijk van Madrid, niet bepaald een omgeving om af te wijken van de daar geldende waarden en normen. De 17-jarige Carmen (Rosy Rodríguez) is voorbestemd om te trouwen met Rafa, zelf heeft ze daar niets over te zeggen. Haar ouders zijn marktkooplieden die antiek en kitsch verkopen. Op een dag raakt Carmen in gesprek met de 16-jarige Lola (Zaira Romero), wiens ouders op dezelfde markt fruit aan de man brengen. Lola heeft andere ideeën over hoe haar toekomst in te richten: ze is artistiek, spuit graffiti op muren en wil naar de universiteit. Bovendien valt ze op meisjes. Bij de eerste toenadering wijst Carmen Lola resoluut af, maar gaandeweg ontstaan er wederzijdse gevoelens en de drang naar vrijheid.

De twee hoofdrolspeelsters van Carmen y Lola verschijnen weliswaar voor het eerst op het witte doek, maar spelen overtuigend genoeg om de nodige sympathie voor hun belabberde perspectief op te wekken. Ook Carmen probeert zich te onttrekken aan het idee om spoedig te trouwen, veel kinderen te baren en verder alleen maar te koken en te poetsen. Als ze spontaan een kapperszaak binnenloopt omdat ze heeft gelezen dat er een nieuwe medewerker wordt gezocht, is de eerste vraag of ze zigeuner is. Na de zoveelste frustratie breekt ze met Rafa en zoekt ze troost en warmte bij Lola.

Vooral door de onderhuidse gevoelens en de subtiele manier waarop de meisjes in beeld worden gebracht, kun je zien dat dit Spaanse opgroeidrama is gemaakt en geschreven door een vrouwelijke regisseur. Verwacht geen onbedwingbare uitspattingen als in La Vie d’Adèle, maar oprechte seksloze romantiek. Tussen de mooie plaatjes en de gepassioneerde dans en muziek is het wachten op de reactie van de directe omgeving als de verboden liefde aan het licht komt. Die mondt uit in een zeer hartverscheurende scène tussen Lola’s vader en moeder, waarna de dochter zelf als een mak schaap naar de godsdienstige slachtbank wordt geleid.

Carmen y Lola beleefde afgelopen week zijn wereldpremière in Cannes en is voor het eerst in Nederland te zien tijdens het ASFF waarna hij landelijk in de bioscoop gaat draaien.

 

Viaje al cuarto de una madre

Viaje al cuarto de una madre – Ingetogen drama over loslaten
Verstoken van melodramatische momenten is het ingetogen drama Viaje al cuarto de una madre van Celia Rico Clavellino, die eveneens voor het eerst een speelfilm schreef en regisseerde. Tijdens de economische crisis beproeven veel Spaanse jongeren hun geluk over de landsgrenzen. Zo ook Leonor (Anna Castillo) die samen met haar moeder Estrella (de Spaanse topactrice Lola Dueñas) woont in een kleine stad in Andalusië. Leonor is van school gegaan om geld te verdienen als strijkster in het atelier waar haar moeder heeft gewerkt. Thuis hangt een sfeer van rouw. Er wordt nooit over Leonors overleden vader gesproken, slechts zijn accordeon herinnert aan gelukkigere tijden. Hoewel moeder en dochter momenteel sterk op elkaar zijn aangewezen, besluit Leonor, aanvankelijk met tegenzin van Estrella, te gaan werken als au pair in Londen.

Waar de eerste helft van de film wordt beschouwd door de ogen van de dochter verschuift na haar vertrek het perspectief naar de moeder, een geslaagde keuze van de filmmaakster. Estrella appt en belt af en toe met Leonor en moet erg wennen aan het feit dat ze moederziel alleen is. Het summiere verhaal speelt zich bijna geheel af in de met gordijnen verduisterde woning. Als Estrella niet ongeïnteresseerd voor de tv hangt of op bed ligt, vindt ze afleiding in het naaien van kleren voor Leonor en een lokaal theatergezelschap. Andere doelen lijkt ze niet hebben; pijn, verdriet en gemis sijpelen door elke blik en handeling. Het fijnzinnige acteerwerk van Dueñas voelt erg authentiek en realistisch, de film wordt nergens te sentimenteel. Op die manier ontwikkelt Viaje al cuarto de una madre zich in een rustig tempo tot een kleine thematische film over loslaten: van het verleden, en van elkaar. Kleine meisjes worden groot en ouders moeten daaraan wennen, maar elkaar missen kunnen ze uiteindelijk nooit.

Deze moeder-dochterfilm won de jeugdprijs op het San Sebastian Festival en is, net als Carmen y Lola, geschikt en interessant voor iedereen, in het bijzonder opgroeiende dochters en worstelende opvoeders.

Het Amsterdam Spanish Film Festival (ASFF) 2019 heeft plaats van 28 mei tot en met 2 juni in Pathé Tuschinski, Pathé De Munt, Eye en Cinecenter. De reprise is van 4 tot en met 9 juni in LantarenVenster te Rotterdam.

 

20 mei 2019


MEER FILMFESTIVAL

IN-EDIT: vier dagen vol muziekdocumentaires

IN-EDIT: vier dagen vol muziekdocumentaires

door Alfred Bos

Op het filmfestival IN-EDIT staan muziekdocumentaires centraal. In 2003 voor het eerst georganiseerd in Barcelona, zijn er sindsdien edities in meerdere steden wereldwijd. Vorig jaar debuteerde IN-EDIT in Nederland op het terrein van de voormalige Westergasfabriek in Amsterdam. In Het Ketelhuis vindt van donderdag 4 tot en met zondag 7 april de tweede aflevering plaats.

Gewoon is saai, dus freaky is the new normal en IN-EDIT doet mee met die trend. Shine on, you crazy diamonds! – vrij naar Pink Floyd –  is het thema dit jaar. “In de tweede editie laat IN-EDIT het licht schijnen op mensen en artiesten die een strijd leveren met hun gekte of waanzin”, aldus het persbericht. The Devil and Daniel Johnston (vrijdag 5, 19:00) is een biografische documentaire uit 2005 van regisseur Jeff Feuerzeig over de Amerikaanse singer-songwriter met een bipolaire stoornis.

The Eyes Stop Growing

The Eyes Stop Growing

The Eyes Stop Growing (Ell Ulls s’aturen de Crèixe, 2018) van regisseur Javier García Lerín vertelt het verhaal van de post-rockmuzikant Miquel Serra, afkomstig van Mallorca. Die stelt dat hij nooit muziek zou zijn gaan maken zonder de zelfmoord van zijn schizofrene broer Joan. De film toont Serra tijdens de opnamen van zijn album Mystical Roses en behandelt thema’s als scheppen, de dood en Serra’s relatie met zijn broer. The Eyes Stop Growing won vorig jaar tijdens IN-EDIT Barcelona de Nationale Prijs voor beste muzikale documentaire en draait op zondag 7 april, aanvang 18:15 uur.

Punk en reggae
Een minder pathologische uitleg van IN-EDIT’s thema is non-conformisme en creativiteit. Het programma van zaterdag 6 april is grotendeels gevuld met documentaires over de muzikale revolutie van midden jaren zeventig: punk. (Dan luidt het thema, vrij naar Punk Floyd, shit on, you crazy fuckers!)

Punk in Paradiso (21:00 uur) toont beelden die Monica Kugel draaide tijdens het Eerste Nederlandse Punkfestival van 17 februari (met Flyin’ Spiderz, Ivy Green en Whizzguy) en 18 februari 1978 (Speedtwins, God’s Heart Attack, Blizz). In de geest van punk toont de film ongepolijste beelden van optredens en publiek, aangevuld met korte kleedkamerinterviews. Na afloop praten Joris Pelgrom (The Helmettes), Tony Leeuwenburgh (Nitwitz) en Beppy Viergever (indertijd in de Mokumse scene bekend als Broodje) in het Punk Panel over hun ervaringen van toen.

Punk en reggae gingen midden jaren zeventig in Londen een onwaarschijnlijke alliantie aan en Don Letts was erbij. Two Sevens Clash (Dread Meets Punk Rockers), samengesteld uit de beelden die Letts als deelnemer en ooggetuige destijds schoot met zijn super 8-camera, is zonder twijfel het klapstuk van IN-EDIT 2019. Veel dichter op cultuurgeschiedenis kun je niet komen. Letts zelf spreekt de voice-over van Two Sevens Clash (*****, 18:15 uur) en is in Amsterdam aanwezig om zijn film toe te lichten. Op zaterdagavond staat hij achter de draaitafels met een selectie rebel music.

Joan Jett

Joan Jett

Rudeboy: The Story of Trojan Records (**, 21:00 uur) vertelt het verhaal van een onafhankelijk label in Londen dat de muziek van Jamaica eind jaren zestig introduceerde bij de Engelse jeugd. Skinheads, laagopgeleide jongeren uit arbeiderskringen, omarmden ska en rocksteady als hun muziek en sloegen de eerste brug tussen de blank Britse bevolking en de immigranten uit de Caraïben. Opkomst, bloei en ondergang van Trojan wordt verteld met nagespeelde scènes, recente interviews met sleutelfiguren en (te) weinig authentiek filmmateriaal. Het resultaat is weinig diepgaand, de muziek geweldig. De driedelige BBC-documentaire Reggae: The Story of Jamaican Music (te vinden op YouTube) is breder van opzet en graaft tevens dieper.

Slechte reputatie
Het programma van zaterdag telt voorts een aantal films die tegen punk aanschuren. Into The Maelstrom (***, 14:15 uur) behandelt feitelijk, maar droog het verhaal van een aantal buitenbeetjes in Sydney. De protopunkband Radio Birdman haalde de inspiratie – anders dan de glamrockers van Skyhooks of de hardrockers van AC/DC – uit de nihilistische rock van The Stooges, Alice Cooper en The New York Dolls. Hun loopbaan is één lang gevecht tegen de muziekindustrie én zichzelf. Het is en passant ook het verhaal van punk in Oz.

Patti Smith geldt als de grootmoeder van de punk. Joan Jett (geboren Larkin) is haar Californische tegenhangster. Bad Reputation (****, 16:30 uur) laat met veel historisch filmmateriaal, aangevuld met recente interviews, zien hoe een introverte en van rock bezeten tiener langzaam uitgroeide tot symbool van kritisch denken en zelfstandig opereren. Via de baanbrekende meidenrockband The Runaways en een grillige solocarrière – I Love Rock ’n Roll stond in 1982 zeven weken nummer 1 in Amerika en haalde de top van de hitlijsten in Nederland, Zweden, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland – is Joan Jett inmiddels de grande dame van de alternatieve rock.

Gimme Shelter (****, 14:45 uur) is de klassieke concertfilm annex documentaire die Charlotte Zwerin en de broers Albert en David Maysles in het najaar van 1969 draaiden tijdens de Amerikaanse tournee van de Rolling Stones, hun eerste in drie jaar. De concertreeks leverde het live-album Get Yer Ya Ya’s Out en deze film op. Gimme Shelter concentreert zich op de pogingen van Mick Jagger om aan het slot van de tournee een free concert te organiseren, als bedankje voor de overweldigende ontvangst door het publiek. Het werd een nachtmerrie, Altamont staat te boek als het einde van de jaren zestig en hun hippie-idealisme. Hells Angels fungeerden als ordedienst en voor het oog van de groep – en de camera – werd de 18-jarige Meredith Hunter doodgestoken.

Studio 54

Studio 54

Het geheim van de mondharmonica
Naast de film over Daniel Johnston zijn er op vrijdag 5 april documentaires die inzoomen op randverschijnselen rond muziek. De botsing tussen de marketinggekte van de muziekindustrie en de onschuld van drie dertienjarige scholieren in Atlanta en hun deathmetalband Unlocking The Truth staat centraal in Breaking A Monster (17:00 uur). Studio 54 (21:00 uur) brengt het verhaal van de beroemde danscclub in New York, waar in de jaren zeventig muziekpioniers, cultuuriconen en jetset het hedonisme uitvonden. Vier vrouwen, van tiener tot bejaard, vertellen over hun fascinatie met boybands; I Used To Be Normal (19:15 uur) toont het fenomeen vanuit vrouwelijk perspectief.

De slotdag, zondag 7 april, staat in het teken van non-conformisme uit (voor rock) exotische contreien, met onder meer films over M.I.A uit Sri Lanka (Matangi/Maya/M.I.A., 15:00 uur), de Rotterdammer van Deens/Curaçaose afkomst Mr. Probz (Against the Stream, 20:45 uur), de straatopera The Disciples (16:30 uur) van regisseur/scenarist Ramón Gieling en componist Boudewijn Tareskeen over een groep daklozen en de Nederlandse première van Ruben Blades is not My Name (17:15 uur), over activist en salsazanger Ruben Blades uit Panama.

IN-EDIT opent op donderdag 4 april met The Strange Sounds of Happiness (19:00 uur), Diego Pascal Panarello’s zoektocht, van Sicilië tot Siberië, naar het geheim van de mondharmonica. De film mengt documentaire met animatie en de regisseur is aanwezig voor nadere toelichting en een eigen voordracht op de mondharp.

IN-EDIT: van donderdag 4 tot en met zondag 7 april in Het Ketelhuis te Amsterdam.  Voorverkoop via de website. Toegang € 12,- per film, 3 films voor € 29,-. Naast een filmprogramma zijn er optredens en industry meetings.

 

2 april 2019


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia: Fatale obsessies en dodelijke ambities

CinemAsia crime:
Fatale obsessies en dodelijke ambities

door Alfred Bos

Het programma van Cinemasia 2019 telt veel films over voedsel en identiteitspolitiek. Dat zijn trendy topics, maar misdaad is van alle tijden. 

De crimethrillers op het menu van CinemAsia dit jaar passen evenzeer in een trend, die van ‘gebaseerd op een waargebeurd verhaal’. Dat ze draaien rond verongelijkte mannen die het hebben voorzien op vrouwen is in MeToo-tijden mooi meegenomen. Wat ook is meegenomen: ze variëren op de bekende genreconventies en zoeken, met wisselend succes, naar een nieuwe invulling.

De debuterende regisseur Kim Tae-gyoon – hij schreef tevens het scenario – werkte naar verluidt vijf jaar aan de voorbereiding van Dark Figure of Crime (Zuid-Korea, 2018), een psychologische thriller rond een rechercheur die door een veroordeelde moordenaar op een vossenjacht wordt gestuurd. De boef (Ju Ji-Hoon) bekent in het gevang tegen de speurder (Kim Joon-Seok) dat hij meer op zijn kerfstok heeft dan de autoriteiten weten.

Dark Figure of Crime

Verborgen moorden
De film is gebaseerd op een aflevering van een populair en langlopend tv-programma over misdaad, de Zuid-Koreaanse Opsporing Verzocht, en de oorspronkelijke filmtitel laat zich vertalen als ‘verborgen moorden’. Naast de ongemakkelijke waarheid dat er meer onopgeloste moordzaken zijn dan gevallen waarin de dader achter de tralies verdwijnt, zijn er de moorden die nimmer als zodanig zijn herkend. Het is een origineel uitgangspunt.

Dark Figure of Crime draait om de confrontatie van de rechercheur en de moordenaar. Het is een psychologisch steekspel tussen een man met moreel besef die obsessief naar de waarheid graaft (dat laatste soms letterlijk), ook al kost het hem zijn reputatie en zijn baan, en een nihilistische manipulator die de waarden van zijn opponent gebruikt om zijn eigen situatie te verbeteren. Hij strooit met nepnieuws, een actueel thema.

Het onderzoek naar de restanten en identiteit van de al dan niet fictieve slachtoffers vormt het vlees van deze politieprocedurefilm rond het skelet van de clash tussen twee attitudes. Het mysterie is intrigerend, maar de film slaagt er slechts gedeeltelijk in om de kijker te engageren. Dark Figure of Crime (***) presenteert zich als karakterstudie, maar de personages blijven, ondanks uitstekende vertolkingen, vreemdelingen voor de toeschouwer. Wie ze zijn en wat hen drijft, blijft ongewis.

Het jaar van de ommekeer
The Looming Storm, het regiedebuut van de cinematograaf Dong Yue, op basis van een eigen script, gebruikt de kapstok van de misdaadfilm om sociaal drama aan op te hangen. The Looming Storm (China, 2017) plaatst scherp getekende karakters in een historische context die binnen China zelf is weggemoffeld en in de westerse media onderbelicht is gebleven: de omslag van communisme naar staatskapitalisme en de teloorgang van de zware industrie. En de sociale ellende die daaruit voortkwam.

De film is gesitueerd in de zuidelijke provincie Hunan, niet ver gelegen van Hong Kong. Het jaar is 1997: Hong Kong wordt door Engeland overgedragen aan China en de nieuwe leider Jiang Zemin, opvolger van Deng Xiaoping, sluit onrendabele staatsbedrijven. Daartoe behoort Smelt Factory Nr. Four in een naamloos provinciestadje waar het altijd regent en het leven even grauw is als de vervuilde woonomgeving.

The Looming Storm opent in 2008, wanneer Hunan een extreme winter doormaakt. De hoofdpersoon, Yo Guowei (Duan Yi-Hong), is uit de gevangenis ontslagen en vraagt een identiteitskaart aan. In zijn naam zit de thematiek van de film verscholen: ‘yu’ betekent ‘overbodige restanten’, ‘guo’ is ‘natie’ en ‘wei’ staat voor ‘roemrijk’. Waarom hij heeft vastgezeten, leert een lange flashback, de film.

The Looming Storm

Sfeervolle film noir
Guowei ontmaskert als veiligheidsmedewerker van de staalfabriek stelende arbeiders. Daarvoor wordt hij in een schitterende – en zwaar ironische – scène door de directie beloond als Werknemer van het Jaar. Tijdens zijn dankwoord voor de zaal met het braaf applaudisserende personeel begint het opeens te sneeuwen: de verouderde koelinstallatie heeft het begeven. ‘Don’t rain om my parade’ zingt een bekende Broadway-klassieker, hier is het ‘Don’t snow on my parade’.

Maar eigenlijk wil Guowei bij de politie werken. Hij dringt zich op aan de vermoeide en ongeïnteresseerde chef Zhang (Du Yuan), die een reeks moorden op jonge vrouwen onderzoekt, maar hem afwijst. Hij gaat met zijn assistent Xiao Liu (Wei Zheng) zelf op onderzoek en begint een relatie met een prostituee, Yanzi (Jiang Yiyun), die fantaseert over een kapsalon in Hong Kong. Maar de realiteit is een maatje te groot voor de dromen van de aspirant-speurder en zijn werkelijkheid desintegreert in crescendo. Hij raakt alles kwijt, inclusief zijn baan en zijn vrijheid. Zijn toekomst dus.

Lang weet de debuterende regisseur te imponeren. De psychologie is ijzersterk: ambitie maakt blind, Guowei’s obsessie kost levens. De humor is fijntjes en gitzwart. Context en plot vullen elkaar naadloos aan. Sociaal en psychologisch drama gaan hand in hand. De cinematografie is fraai en er zijn meer dan een paar ijzersterke scènes, met als hoogtepunt een achtervolging – in de stromende regen – op een verlaten rangeerterrein. Maar op driekwart glipt de film hem uit handen, de romance is te zwaar aangezet en het contrast tussen fantasie en realiteit wordt schimmig.

The Looming Storm (****) lijkt bij oppervlakkige beschouwing op de geniale Zuid-Koreaanse misdaadfilm Memories of Murder uit 2003 – de film die de tv-serie True Detective en de perfecte Spaanse genrefilm La Isla Minima inspireerde – maar doet iets heel eigens met het gegeven van een seriemoordenaar die het in de verre provincie op jonge vrouwen heeft gemunt. Het is een intense en sfeervolle film noir die, ondanks zijn gebreken, de komst van een oorspronkelijk talent verkondigt.

Dark Figure of Crime: zaterdag 9 maart, Kriterion (21:50)

The Looming Storm: zondag 10 maart, Rialto (16:30)

 

9 maart 2019


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2019 toont diversiteit

CinemAsia 2019 toont diversiteit
De twaalfde editie van CinemAsia, dat wordt gehouden in de Amsterdamse bioscopen Kriterion en Rialto, trapt dinsdag 5 maart af met de roadmovie Aruna & Her Palate waarin een uitbraak van vogelgriep in Indonesië wordt onderzocht.

Epidemioloog Aruna wordt uitgezonden om een uitbraak van de vogelgriep in Indonesië te onderzoeken. Haar koksvriend Bono gaat mee op reis vanwege zijn culinaire zoektocht naar een nasi goreng-recept. De situatie wordt ongemakkelijk wanneer Aruna’s oude geliefde Farish zich bij hen voegt om Aruna’s werk te evalueren en ze ontdekken dat de overheid geen zuiver spel speelt.

Aruna & Her Palate

Kans
“Ik wil dat mensen andere ideeën krijgen over film uit Azië”, zei artistiek directeur Maggie Lee bij haar aantreden twee jaar geleden in een interview met InDeBioscoop. “Veel Europeanen kennen de Aziatische cinema alleen van films die draaien op festivals als Berlijn, Cannes, Venetië en IFFR. Daarbuiten zijn er veel films en regisseurs die ook een kans verdienen om gezien te worden.”

Volgens Lee zijn grote Aziatische succesfilms zelden in de Europese bioscoop te zien. “Bovendien vallen artistieke kwaliteit en arthouse lang niet altijd samen. Daarom staan er ook blockbusters uit Azië op het programma van CinemAsia.”

CinemAsia 2019 vindt plaats van dinsdag 5 maart tot en met zondag 10 maart in Kriterion en Rialto te Amsterdam.

 

3 maart 2019


MEER FILMFESTIVAL