Papicha

****
recensie Papicha

Afglijden naar autoritair extremisme

door Sjoerd van Wijk

Papicha toont met temperament de wereld van rebelse modestudentes in een naar autoritair extremisme afglijdend Algerije. De bruuske invallen van Sunni-fundamentalisten vallen rauw op het dak, de demonstratieve agenda van de film ten spijt.

Tijdens de Algerijnse burgeroorlog in de jaren 1990 lopen de spanningen in het dagelijks leven op. Terroristische aanslagen zijn aan de orde van de dag. De fundamentalisten lijken aan terrein te winnen, een grote dreiging voor vrouwen. De geestdriftige Nedjma (Lyna Khoudri van Les bienheureux, dat zich ook afspeelde in deze tijd) is een vrijgevochten modestudente die niet van plan is zich te laten koeioneren door die intimidatie. Ze gaat nog steeds uit met vriendinnen, rommelt wat aan met een vriendje en scheurt propagandaposters van de muur. Als de terroristen haar zus Linda neerschieten, komt het dichterbij. Een innerlijk vuur wakkert aan om een modeshow met traditionele gewaden te houden, want Nedjma houdt zielsveel van haar land.

Papicha

Vluchtig studentenleven
Papicha herbergt een tomeloze energie, vol opgewekte momenten van Nedjma en haar vriendinnen die lol trappen na het uitgaan of een duik in de zee nemen. Die montere houding ontdooit ook de ingetogen Samira, die van een familie strenger in de leer komt en wel een hoofddoek moet dragen. Zo raast het vluchtige studentenleven door. Een beeldvullend gezicht hier, gelach daar, rap van ogenblik naar ogenblik. Een voortstuwende drift die steeds meer beklemt naarmate het Sunni-extremisme de tolerantie dan wel acceptatie van gematigden weet te winnen.

Regisseuse Moundia Meddour gunt in haar debuut geen tijd voor reflectie. Het tempo is meedogenloos als een steroïde Amerikaanse handcamerafilm à la mumblecore (Hannah Takes the Stairs) op anderhalve snelheid gespeeld.

Dreiging van terreur
Als Papicha al stilstaat voor een ogenblik van rust, is dat des te meer verontrustend. De dreiging van terreur is vanaf het begin aanwezig, maar komt toch uit het niets. Dat terwijl Nedjma wel degelijk de tekenen om haar heen ziet. Van een pragmatische stoffenhandelaar die langzaamaan meedoet met de extremisten tot posters in de universiteit zelf. Toch is de vrijgevochten enclave van de stad ook niet je van het, want de toxische masculiniteit regeert. Ook zonder terreur zou het leven niet over rozen gaan, met vervelende versierpogingen overtuigend afgepoeierd door Nedjma dankzij Khoudri’s vitaliteit.

Zo blijkt het vrouwen bedreigende extremisme niet een externe vijand, maar zit het diep in de samenleving vervlochten. Het extremisme komt in alle aan nervositeit grenzende drift indringender binnen dan bij het meditatieve Nasir (ook binnenkort in Nederland), die eenzelfde dreiging van gewelddadige ideologie op de dagelijkse rituelen plakt.

Papicha

Agenda van angst
Het verstikkende zit ook in een mysterieuze groep hidjab dragende vrouwen die opeens in Nedjmas kamer staan, een vrij ostentatief teken dat haar levensstijl niet wordt gewaardeerd. Het laat zien hoe Papicha hamert op de autoritaire dreiging. Het enige stille ogenblik is Nedjma vol huilend in beeld, het geluid weggevallen na het schot op Linda. Een vette streep onder de narigheid. Ze is een hoofdpersonage dat weinig blaam treft, wat de subtiliteit van haar richting fundamentalisme afglijdende omgeving soms teniet doet. Dat de preutse Samira degene is die zeker seks voor het huwelijk heeft gehad, voelt als een kunstgreep aan. Die strakke agenda van Papicha voert wel de angst op.

Papicha is tevens krachtig omdat het met levenslust de desoriënterende ervaring meegeeft van een samenleving die richting autoritaire ideeën beweegt. Nederland is gewaarschuwd. Denk bijvoorbeeld aan de intimidatie van Farmers Defence Force en het fascisme van Thierry Baudet.

 

9 februari 2020

 

ALLE RECENSIES

Peanut Butter Falcon, The

****
recensie The Peanut Butter Falcon

Aaibare bromance met gouden hart

door Sjoerd van Wijk

De opeenstapeling van clichés mag voor deze ene keer in The Peanut Butter Falcon dankzij het hart van goud. De bromance is te hartverwarmend en het optimisme te aanstekelijk om te sikkeneuren. 

Deze roadmovie kleurt netjes binnen de lijntjes. Het scenario van het debuterende regieduo Tyler Nilson en Michael Schwartz is een grote invuloefening binnen een standaardverhaalstructuur over de vluchtende brandstichter Tyler die zich noodgedwongen ontfermt over de uit het verzorgingshuis ontsnapte Zak met het syndroom van Down. Zaks droom is worstelaar worden. De vluchtende Tyler heeft uiteraard geen zin Zak mee op reis te nemen, maar doet dat toch met de belofte hem onderweg af te leveren bij de worstelschool van The Salt Water Redneck. Het moge duidelijk zijn dat zij gaandeweg een band krijgen. Ondertussen zit een stel boeven achter Tyler aan en zoekt de nette verzorgster Eleanor naar Zak. 

The Peanut Butter Falcon

Vertedering
Hun hechte band is van een integere schoonheid die vertedert. Net als in het hautaine American Honey speelt Shia LaBeouf een vrijgevochten vagebond en doet dat deze keer op ingetogen wijze. Zijn tegenspeler Zack Gottsagen, een acteur met syndroom van Down, heeft een ontwapenende oprechtheid. De ontluikende bromance is daarmee hartverwarmend in hoe naturel deze overkomt.

Zodra de initiële weifeling van Tyler verdwijnt, is hun reis een aaneenschakeling van joviale momenten. Een geheime vriendengroet vergroot de aaibaarheidsfactor van dit olijke duo. Dat er vanaf dan op een hachelijke oversteek van een rivier na geen spanning is, kan niet deren, want LaBeouf en Gottsagen brengen de innige band met verve.

Romantiserend avontuur
Deze bromance was eigenlijk al voldoende voor The Peanut Butter Falcon, maar een overbodige romance voor Tyler verstoort de idylle. Dakota Johnson (van de Fifty Shades-reeks) als de deftige Eleanor valt niet alleen voor het leven als vagebond maar tevens voor Tyler als zij de twee eindelijk op het spoor komt. Zaks queeste komt er zo enigszins bekaaid van af, wat tevens zonde is van Thomas Haden Church’s komische bijrol als de theatrale Salt Water Redneck. 

Buiten de expliciete romance om is The Peanut Butter Falcon sowieso een romantiserende film. Het kat-en-muisspel kabbelt te allen tijde lieflijk op de achtergrond. Zwerven door de wildernis lijkt vooral erg leuk, inclusief vlotten bouwen bij een vrome excentriekeling. Nilson en Schwartz weten de hoogtepunten van de tocht snedig in elkaar over te laten vloeien, waardoor deze aanvoelt als een jongensboekavontuur.

The Peanut Butter Falcon

Amerikaans optimisme
Het zuiden van de Verenigde Staten vormt een prettige arena voor een typisch Amerikaanse invalshoek. Waar in Willy 1er de hoofdpersoon met verstandelijke beperking vooral een slachtoffer is gefilmd met exploitatieve insteek, vertelt The Peanut Butter Falcon een verhaal van emancipatie. Zak put kracht uit zijn vriendschap met Tyler en vindt daardoor autonomie. Ook Eleanor leert dat zelfstandigheid beter is dan alles maar te willen regelen en controleren. The Peanut Butter Falcon lijkt zo filosoof Ralph Waldo Emersons klassieke essay Self-Reliance ter harte te hebben genomen. Hierin schetst Emerson een blauwdruk van het Amerikaanse libertaire individualisme en neemt hij stelling tegen conformisme. 

Dit gedachtegoed zit in de film met een onbevangen idealisme wat dit Amerikaanse optimisme zo aantrekkelijk maakt. Zak brengt het tegen het einde in de praktijk door een zogenaamd volgens The Salt Water Redneck onmogelijke worstelbeweging te maken, een stuk voorspelbare bombast inclusief slow motion, wat snel vergeven is. Want tegen de bromance van The Peanut Butter Falcon is maar weinig opgewassen.

 

14 december 2019

 

ALLE RECENSIES

Parasite

****
recensie Parasite

Breuk met armoede

door Suzan Groothuis

Met Parasite laat regisseur Bong Joon Ho opnieuw vakmanschap zien. Niet alleen laveert hij behendig tussen filmgenres, ook fileert hij de sociale lagen van de Zuid-Koreaanse maatschappij. Een film die verrast en, uiteindelijk, ook ontroert.

In Parasite draait het om het arme gezin Kim. Ouders, zoon en dochter leven in een soort kelder, waar ze profiteren van de internetverbinding van omringende restaurants. In de openingsscène valt het wifi-signaal weg. Paniek. Moeder verwacht een bericht van haar werk op de app en haar kinderen doen hun uiterste best om signaal te vinden. Een voorbode dat deze mensen, waar het eventjes kan, profiteren van anderen. Dat ze bovendien goede onderhandelaars zijn, blijkt wanneer er klachten zijn van het pizzabedrijf waar moeder werkt. Een bruikbare eigenschap voor wat later komen gaat.

Parasite

Als zoon Ki-woo via een vriend het aanbod krijgt om tijdelijk zijn plek in te nemen als bijlesleraar Engels, is er in eerste instantie twijfel. Hij is geen student en wat als het rijke gezin, waar hij komt te werken, daarachter komt? Volgens de vriend is een goede aanbeveling voldoende. En Ki-woo’s zus blijkt verdomd handig in het vervalsen van documenten, dus de benodigde certificaten zijn ook geregeld. 

Geleidelijke infiltratie
Wanneer Ki-woo onder de naam Kevin zijn intrede doet is hij overweldigd door de luxe die op hem afkomt. De gestileerde woning van de rijke Park en zijn aardige, naïeve vrouw Yeon-kyo vormt een groot contrast met zijn eigen woning waar kakkerlakken domineren. Hij weet Yeon-kyo voor zich te winnen en krijgt een aanstelling voor bijles aan haar tienerdochter. En van het een komt het ander: Ki-woo onderzoekt op slinkse wijze hoe hij zijn familie kan laten infiltreren als werknemers voor het rijke gezin. Dat gegeven voltrekt zich op humoristische en sardonische wijze. Vaste werknemers worden vakkundig uit de weg geruimd om plaats te maken voor Ki-woo’s gezinsleden. Het gezin Kim heeft bovendien oog voor stijl en klasse: ze bieden niet zomaar diensten aan, maar richten zich op een exclusief aanbod geschikt voor een goed gevulde portemonnee.

Wanneer Park met zijn vrouw en kinderen gaat kamperen, heeft het gezin Kim het huis voor zich alleen. Ze genieten van de zon in de tuin en doen zich tegoed aan dure whiskey, terwijl ze een discussie voeren over rijkdom. En dan krijgen ze ineens te maken met een situatie die alles op z’n kop zet. Vanaf dat moment is er een spel met filmgenres: het komische aspect, dat vanaf het begin voorop staat, krijgt een donker randje, waarbij Bong Joon Ho zelfs onvervalst bloedvergieten niet schuwt en afsluit met bezinnend drama.

Parasite

Doordacht en gelaagd
Pretentieus? Niet in de handen van Bong Joon Ho. De regisseur heeft inmiddels een indrukwekkend oeuvre opgebouwd: het indringende en verontrustende Memories of Murder, het psychologisch ontrafelende Mother, zijn eerste internationale treinthriller Snowpiercer en duistere kinderfilm Okja. Experimenteren met verschillende genres én daarin slagen mag je een prestatie noemen. En nu is daar Parasite, waarin de kijker verrast en op het verkeerde been gezet wordt. Niet alleen door de mengeling van filmgenres, maar vooral door hoe doordacht en gelaagd de film is opgebouwd.

Bovendien is er een boodschap, want nietsontziend fileert Bong Joon Ho de sociale klassen van Zuid-Korea. Met scherp oog geeft hij een inkijkje in de morele codes van arm en rijk. Dan weer lachwekkend, dan weer ironisch en dan weer met gevoel. De film sluit af als een droom waarin niets en alles mogelijk is. Of, in de woorden van vader Kim (Bong Joon Ho’s vaste acteur Kang-ho Song): “Het leven verloopt nooit volgens plan.”

 

26 november 2019

 

ALLE RECENSIES

Portrait de la jeune fille en feu

***
recensie Portrait de la jeune fille en feu

Feminisme verkleed in romantiek

door Yordan Coban

Céline Sciamma maakt indruk met haar vierde speelfilm: een typische moderne Franse film over een ontvonkende vlam tussen twee jonge vrouwen. Een teder achttiende-eeuws kostuumdrama dat kalm en talmend de liefde benadert, maar geen moment saai is.

Portrait de la jeune fille en feu manifesteert zich als de melancholische anekdote van portretschilder Marianne (Noémie Merlant). Haar nieuwe opdrachtgeefster blijkt een lastige jonge dame die zich niet zomaar laat portretteren. De geheimzinnige Héloïse (Adèle Haenel: o.a. La fille inconnue, Les combattans) blijft ook lang op de achtergrond, terwijl haar personeel Marianne voorbereid op haar verschijning. De entree van Héloïse doet enigszins denken aan de onthulling van Hannibal Lecter (Anthony Hopkins) in Silence of the Lambs (1991) of Ava (Alicia Vikander) in Ex Machina (2014).

Portrait de la jeune fille en feu

Geheimzinnige muze
Héloïse is een vrouw voor wie het huwelijk spoedig nadert. Desondanks, of beter gezegd: mede daardoor, wordt haar vreugde bedrukt door een overweldigend gevoel van zwaarmoedigheid. Adèle Haenel, met wie Sciamma al samenwerkte in Naissance de Pieuvres (2007), speelt Héloïse met een ondoorgrondelijke afwezigheid die incidenteel plaatsmaakt voor een ondeugende directheid. Samen met Marianne, die zich als een neutrale observator aandient, raakt de kijker gefascineerd door de blonde muze.

De romance tussen de twee vrouwen is er één die zich niet vanaf het eerste moment aankondigt. Aanvankelijk lijkt haar nieuwe klant een duister lot voor de portretschilderes in petto te hebben. Gedurende de film groeien de twee echter naar elkaar toe en ontvouwt zich een tedere liefde die doet denken aan Todd Haynes’ Carol (2016).

Sciamma is een talentvolle vrouwelijke regisseur wier films bijna tot geen mannen bevatten. De aanwezigheid van mannen zijn in haar films vaak de grondslag voor ellende voor haar vrouwelijke personages. In Bande de Filles (2014) weerklinkt dit evident door het verhaal, maar in Portrait de la jeune fille en feu speelt dit emancipatiebegrip een sturende rol op de achtergrond. Zelfs zonder zelf aanwezig te zijn, hangt het mannelijk voorkomen boven het hoofd van het vrouwelijk geluk.

Portrait de la jeune fille en feu

Verkleedpartij
Er lijkt een revival van kostuumdrama’s gaande. Normaal gesproken duikt er om de zoveel tijd altijd wel ééntje op. Logisch ook nu dit een populair genre onder het gepensioneerde filmhuispubliek is. Maar sinds het midden van dit decennium is toch er een opmerkelijke toename te constateren. Vorig jaar alleen al verschenen Mademoiselle de Joncquières (2018), The Favourite (2018), Mary Queen of Scots (2018) en Phantom Thread (2018). Deze opleving kent echter een vroegere aanvang in films als Amour fou (2014), Lady Macbeth (2016), The Death of Louis XIV (2016), A Quiet Passion (2016), Love & Friendship (2016) en The Beguiled (2017). Portrait de la jeune fille en feu behoort tot één van de betere en meest gedenkwaardige van deze reeks van titels.

Naar eigen zeggen heeft Céline Sciamma haar inspiratie voor deze film opgedaan tijdens haar speurtocht van vergeten vrouwelijke portretschilders uit de achttiende eeuw. In haar ondervinding van deze roemloze vakvrouwen vond ze het fundament. Haar aangewakkerde passie loopt parallel met de zwoel geschetste liefde.

 

13 oktober 2019

 

ALLE RECENSIES

Piranhas

****
recensie Piranhas

“Als je sterft op je twintigste, ben je een legende”

door Ries Jacobs

“Just when I thought I was out, they pull me back in.” Deze uitspraak van Michael Corleone is veelvuldig nagespeeld in The Sopranos. Ook in Piranhas zien we maffiosi die vastzitten in het criminele web, een thema dat al vaak te zien was op het witte doek. Voegt de laatste film van regisseur Claudio Giovannesi dan nog iets toe?

Nicola en zijn vrienden zijn net als de meeste tieners dol op merkkleding en andere luxe. Opgegroeid in de slechtere wijken van Napels zijn ze, in tegenstelling tot de meeste tieners, bereid om hiervoor vuile handen te handen maken. Nadat blijkt dat ze in de door de Camorra gecontroleerde stad niet wegkomen met kruimeldiefstal, besluiten ze het groter aan te pakken.

Piranhas

Opportunistisch als ze zijn, sluiten de tienerjongens deals met verschillende maffiafamilies. Geleidelijk worden ze binnen de Napolitaanse onderwereld een factor om rekening mee te houden. Het geld stroomt binnen en Nicola geniet van de luxe en de status die hem dit geeft. Als de gangsterwereld niet alleen uit glamour blijkt te bestaan, lijkt het te laat om eruit te ontsnappen.

Prijs op het hoofd
Piranhas is een bewerking van het boek La paranza dei bambini (in Nederland verkrijgbaar als De kinderen in de sleepnetten) van Roberto Saviano. De schrijver is bekend geworden door het journalistieke werk Gomarra, waarin hij de structuur en het mechanisme van de Camorra blootlegt. Dertien jaar na het verschijnen van dit debuut moet Saviano nog altijd onderduiken omdat er een prijs op zijn hoofd staat.

Giovannesi regisseerde in 2016 twee afleveringen van de mede door Saviano geschreven televisieserie Gomorra. Daarnaast maakt hij documentaires en speelfilms, waarin de hoofdpersoon vaak een crimineel, een verstotene of een andersoortige outsider is. Piranhas past prima in dit oeuvre.

Piranhas

Semiautomatisch geweer
Films over straatschoffies die uitgroeien tot gangsters hebben we al vaker gezien, maar nooit eerder waren ze te jong om auto te mogen rijden. Giovannesi brengt goed in beeld hoe naïef Nicola en zijn vrienden zijn. Ze stoeien, dagen elkaar uit en leggen alles vast op hun telefoon. Van een semiautomatisch geweer raakt hun hoofd net zo op hol als van de nieuwste Nikes. Het gangsterleven is voor hen als soldaatje spelen. Deze kinderlijke naïviteit middenin de vieze en grauwe straten van Napels geeft de film een realisme dat we vaker zien in de Italiaanse cinema.

Niet alleen doet Piranhas echt aan, het is volgens Saviano de weergave van een nieuwe realiteit. Gangsters worden steeds jonger, zowel het ‘voetvolk’ als de bazen. Deze tieners kiezen voor een kort leven vol luxe. “Als je sterft op negentigste, ben je oud nieuws. Als je sterft op je twintigste, ben je een legende.” Volgens Saviano zien we deze ontwikkeling ook in New York, Rio de Janeiro en andere steden. Zijn de schrijver en de regisseur een maatschappelijke trend op het spoor?

Waarschijnlijk wel, maar evengoed is de film een coming of ageverhaal. Nicola verruilt, aangetrokken door geld en glamour, zijn normale tienerleven voor een crimineel bestaan. Als hij eenmaal door de andere maffiosi als een volwassene wordt behandeld, blijkt terugkeer naar het tienerleven moeilijk. Dit maakt Piranhas tot een maatschappelijk realistische en originele film.

 

25 september 2019

 

Lees hier ons interview met Claudio Giovannesi over Piranhas.

 
 
ALLE RECENSIES

Promesse de l’aube, La

****
recensie La promesse de l’aube

Alles voor moeder en Frankrijk

door Cor Oliemeulen

De liefde van een moeder kan verstikken of leiden tot grote inspiratie. De Frans-joodse schrijver Romain Gary laveerde tussen deze twee uitersten. Hij presteerde vooral om de dromen van zijn moeder te verwezenlijken.

Niet alleen als bejubelde schrijver van ruim dertig boeken, maar ook als oorlogsheld en diplomaat ging Romain Gary de geschiedenisboeken in. De Franse regisseur Eric Barbier verfilmde zijn autobiografie La promesse de l’aube (De belofte van de dageraad) en richt zich voornamelijk op de relatie tussen de veeleisende moeder en de behagende zoon.

La promesse de l’aube

Excentrieke toewijding
De film begint in Mexico-Stad tijdens de Dag van de Doden als Gary in gedeprimeerde toestand met een zwachtel om zijn hoofd wordt aangetroffen, omdat hij denkt dat hij een tumor heeft en spoedig zal sterven. Van hieruit blikken we aan de hand van zijn autobiografie terug op zijn bewogen leven, in drie verschillende periodes (vertolkt door drie verschillende acteurs): zijn kindertijd in Oost-Europa, het volwassen worden in Frankrijk en de harde leerschool van de Tweede Wereldoorlog.

Met name het eerste deel is wat fragmentarisch. Eric Barbier moest kiezen uit de duizelingwekkend talrijke scènes in het boek, maar hij slaagt door middel van een chronologische verteltrant de tijdspanne van twintig jaar overzichtelijk en representatief te maken. Het leven van moeder en zoon blijkt te bestaan uit een aaneenschakeling van (on)mogelijkheden, (on)geluk, maar voor alles vechtlust en een excentrieke toewijding aan elkaar. Zoals zijn moeder bij haar zoon geen zwakte tolereert, zo verzwijgt zij haar suikerziekte.

Discriminatie en vernedering
Geboren als Roman Kacew in het toen nog Russische Vilnius verhuisde hij naar het Poolse Warschau waar haar joodse moeder Nina door hard werken haar best doet om de eindjes aan elkaar te knopen. Gebukt onder discriminatie en vernedering droomt zij van haar ideale land Frankrijk: de keuken, de stijl, de elegantie en de verleiding. “Mijn zoon wordt ambassadeur van Frankrijk en koopt later zijn pakken in Londen”, sneert zij naar de buurtbewoners, die haar uitlachen. “Dat moment bepaalde de rest van mijn leven”, zegt de kleine Romain die zichzelf belooft om zijn moeder te rehabiliteren en gelukkig te maken.

Nina wil dat hij een belangrijk iemand wordt, bijvoorbeeld een virtuoos violist, maar Romain tekent liever. Nee, kunstschilder onder geen beding, want dat zijn arme sloebers, kijk maar naar Vincent van Gogh die zelfmoord pleegde op zijn vijfendertigste. Dan maar literatuur. Romain moet geheel tegen zijn wil een bontjas dragen en als hij wordt gepest moet hij flink van zich afbijten. Volgens Nina zijn er drie redenen om te vechten: voor een vrouw, voor de eer van je moeder en voor Frankrijk – desnoods met gebroken botten of je dood als gevolg.

La promesse de l’aube

Beloofde land
Op zijn elfde emigreert het duo naar het beloofde land. Direct na aankomst in Nice blijkt Nina’s zakelijke instinct dat leidt tot het openen van een pension. Concurrentie qua aandacht duldt ze niet: als ze Romain in bed aantreft met een dienstmeisje, wordt die hardhandig uit huis gezet. Romains poging om zijn moeder te koppelen aan een huurder, een kunstschilder, mislukt. Het is vervolgens niet meer dan logisch dat Romain in Parijs rechten gaat studeren en zich ondertussen gaat bekwamen in het schrijversvak. Hij liegt over zijn vermeende succes, omdat hij zijn moeder nimmer wil teleurstellen. Op een dag zegt Nina dat hij naar Berlijn moet om Hitler te vermoorden, en na de capitulatie van Frankrijk moet Romain dan maar het land bevrijden, zodat zij vol aanzien over de boulevard van Nice kan paraderen.

La promesse de l’aube – in 1970 verfilmd door Jules Dassin met Melina Mercouri als de moeder – verveelt geen seconde omdat er veel noemenswaardige gebeurtenissen in verschillende landen moeten worden verteld. Dit kundig gemaakte opgroeidrama wordt gedragen door twee sterke hoofdrolspelers: Pierre Niney (Yves Saint Laurent, Frantz) als de gekwelde ziel en Charlotte Gainsbourg (Melancholia, 3 Coeurs) die eindelijk eens een keer overtuigt, zowel met haar ziekelijke obsessie voor haar zoon als haar Poolse accent. De rest van de cast figureert geheel in het teken van deze veel meer dan bijzondere relatie tussen moeder en zoon.

 

28 juli 2019

 

ALLE RECENSIES

Professor and the Madman, The

*
recensie The Professor and the Madman

Scherts van gekkenwerk

door Sjoerd van Wijk

In plaats van ambities waarmaken is The Professor and the Madman een onbedoelde schertsvertoning. Het onvoorstelbare in de film is eerder hoezeer Sean Penn door het ijs zakt dan de geschiedenis rond het eerste Oxford Engels woordenboek.

Het cliché dat een beeld meer zegt dan duizend woorden gaat voor de hoofdpersonages van The Professor and the Madman niet op. Zij zien het poëtische terug in elk woord, waarin altijd een rijke voorgeschiedenis zit gesloten. De voortdurende voortvloeiende evolutie van betekenis als een snapshot vastleggen is de opdracht waaraan een van hen, professor James Murray (Mel Gibson), sinds 1857 zijn leven wijdt. Rechtlijnige figuren hijgen hem namens de Universiteit van Oxford in de nek om het door hen zo gewenste eerste Oxford-woordenboek der Engelse taal af te raffelen.

The Professor and the Madman

Het is een strijd tussen de perfectionist die alle woorden wil vangen versus een intellectuele elite voor wie alledaagse woorden niet hoeven als deze lelijk zijn. Gelukkig voor Murray is er hulp in de vorm van dr. W.C. Minor (Sean Penn), die de oproep om vrijwilligerswerk met beide handen aangrijpt en duizenden contributies maakt. Het enige probleem is dat Minor zich na een onfortuinlijke moord bevindt in het gesticht, waar hij tussen zijn waanbeelden door probeert het goed te maken met de gedupeerde weduwe (Natalie Dormer).

Ontbrekende offers
De complete Engelse taal documenteren lijkt een futiliteit, zoals een van de personages tersluiks opmerkt. Het leven slaat altijd nieuwe wegen in terwijl de wetenschapper slechts tijdelijke opnamen kan maken. Gibsons gemoedelijke Murray doet het dan ook uit liefde voor de taal en vindt in Minor een onverwachte boezemvriend. Dat zo’n megalomaan project meer obsessie dan liefde is, weet regisseur Farhad Safinia met zijn co-scenarist Todd Komarnicki echter niet uit te drukken.

Murrays gezin zou er onder lijden, maar zijn voor de Bechdel Test zakkende vrouw spreekt dit met haar handelingen tegen. Voor Minor is de obsessie meer afleiding van zijn innerlijke demonen. Zo ontbreekt het offer voor beide heren, wat doet afvragen wat er nu werkelijk op het spel staat in het jarenlange werken aan het eerste Engelse woordenboek.

Karikatuur van manie
Gibson laat Murray immer galant zijn, hoezeer de andere professoren met hun karikaturale hang naar Engelse prestige hem ook tegenwerken. Eerder dit jaar imponeerde Gibson als stoïcijnse agent in Dragged Across Concrete, hier schuurt hij tegen het beschamende aan met een ongemakkelijk Schots accent. Penn gaat over deze grens heen. Minor is een karikatuur van manie die op de intense momenten doet denken aan een stuntelende Nicholas Cage.

The Professor and the Madman

Waar Penn in de door John Cassavetes geschreven She’s So Lovely met onberekenbaarheid complexiteit wist aan te brengen aan een psychiatrische patiënt, ontbreekt hier de nuance. In de afwisseling tussen excentrieke gedragingen, klungelige droombeelden en overdreven uitbarstingen, ontbreekt het aan inzicht over Minors uit de lucht gevallen taalknobbel. En daarmee is de vriendschap tussen Murray en Minor eerder ongemakkelijk dan innemend.

Incongruent en flets
De onbeholpenheid in acteren en scenario versterkt Mel Gibsons protegé Safinia (die meeschreef aan diens Apocalypto) met stuntelige regie. Incongruentie is het toverwoord van deze in elkaar geknutselde vertaalslag van het boek The Surgeon of Crowthorne (Simon Winchester) naar het grote scherm. Het houterige tempo waarmee beelden van plompverloren neergezette personages elkaar afwisselen, doet de al weinig aanwezige belangen verder teniet. En de potsierlijkheid zit niet alleen in Penns zakken door de ondergrens.

Safinia brengt de kalmte van Engelse beleefdheid dikwijls in beeld met een afleidende nervositeit. Gepaard met de alomtegenwoordige melodramatische strijkmuziek lijkt het qua vervreemdende tegenstellingen op scènes uit The Room, maar dan zonder Tommy Wiseau’s oprechtheid. Het zorgt ervoor dat gewichtige zaken als obsessie en psychiatrie flets overkomen, alsof er niks op het spel staat. The Professor and the Madman maakt daarmee onbedoeld scherts van gekkenwerk.

 

9 juli 2019

 

ALLE RECENSIES

Pianiste, La

*****
recensie  La Pianiste

Bach, Freud en masochisme

door Yordan Coban

Erika Kohut is een strenge pianolerares die zich begeeft onder de Parijse elite. Het kan niet anders dan dat haar verbitterdheid, die in elke vezel van haar lichaam terug te vinden is, een grondslag kent in de teleurstelling over haar eigen talent.

Ze is nors tegen haar studenten en lijkt op iedereen neer te kijken. Maar haar verbolgenheid blijkt, bij het aandringen van de nacht, andere wortels te hebben. La Pianiste geeft een inzicht in de wereld van seksuele obsessie. Het toont het slachtoffer van perversie op een wijze die doet denken aan de controversiële roman Lolita van Vladimir Nabokov.

La Pianiste

Freudiaanse weerwolf
Erika is overdreven elitair bij dag en dierlijk seksueel bij nacht. In die zin is zij te vergelijken met Dr. Jekell (en Mr. Hyde) uit de gelijknamige film Dr. Jekell en Mr. Hyde (1931). Een Freudiaanse weerwolf wiens ego de macht over het stuur verloren is. Net zoals Gustav von Aschenbach (elitairder kan haast niet) in Death in Venice (1971) volgt Erika haar duistere pad der lusten, met als onontkoombare consequentie, haar eigen ondergang.

Ze bewandelt dit pad met een van haar pupillen die haar uitgesproken en niet terughoudend bewondert: Walter Klemmer (Benoît Magimel). Hij heeft een charmante jeugdigheid en is vastberaden Erika te doorgronden. Haar hele verschijning intrigeert Walter vanaf minuut één en door de wijze hoe hij haar het hof maakt galmt een wanhopige verliefdheid.

Toiletvloer
De scène waarin Walter en Erika op de wc-vloer storten, zich overgevend aan hun verlangens, schuurt met elke norm van romantiek die we gewend zijn van film. Het is alsof Haneke ons concessieloze lust wil tonen daar op de koude tegels van het toilet. Dit doet denken aan de scène in Blue Velvet (1986) waarin Dorothy (Isabella Rossellini) zich naakt openbaart aan Jeffrey en Sandy, pijnlijk schreeuwend om liefde.

Het toilet is ook nooit toevallig de locatie voor dergelijke scènes. De toiletscènes in Eyes Wide Shut (1999) en Tourist (2014) laten bijvoorbeeld zien dat de seks op tragisch kwetsbare wijze uit een relatie gewrongen is. Ook de scène uit The Conversation (1974) springt dan direct in de gedachte. In het denken over de ander laat men vaak bepaalde ongewilde aspecten weg. In The Conversation komt bij het spoelen van de wc alle narigheid omhoog. Een overspoeling van bloed en vlees komt terug de realiteit in om ons te confronteren. Op deze wc-vloer laat Haneke zijn personages zich op ongemakkelijke rauwe wijze aan elkaar overgeven.

Media en realiteit
Haneke’s films gaan bijna allemaal over de verhouding tussen realiteit en media. In La Pianiste zien we dan ook dat Erika van tijd tot tijd naar de pornografische videotheek gaat. Meestal toont Haneke de breuk tussen fictie en realiteit met een openbaring van geweld. In La Pianiste lijkt het geweld zich vooral te openbaren door seks. In zijn laatste film Happy End (2018) speelde Haneke daar ook al mee. De seks en het geweld in zijn films zijn vaak droog en verdovend.

Dan is daar nog de moederpersonage (Annie Girardot), de beklemmende moeder. Erica woont met haar moeder, ze slapen zelfs bij elkaar. Er is een bijzondere relatie tussen de twee die doet denken aan het welbekende Norman Bates-syndroom.

La Pianiste

Bach
Zelden gebruikt Haneke muziek, maar uiteraard in La Pianiste wel. Erika is gespecialiseerd in Bach. De ernstige maar charmante melodieën van Bach zijn treffend in het scheppen van de toon van de film. Het leven van Erika zit vol teleurstellingen en frustraties. Ze symboliseert de duistere kant van de bourgeoisie en de leegte in het leven van de elite. Thematiek die in Haneke’s oeuvre vaak terugkomt. Een referentie naar het akelige dat vaak ten grondslag ligt aan financieel fortuin.

Nergens is Isabelle Huppert zo goed als in La Pianiste. In Paul Verhoeven’s Elle (2016) speelt ze een identieke rol maar in La Pianiste is de discrepantie tussen haar gereserveerde persona overdag en haar driften enorm krachtig. Ze geeft haar personage een element van mysterie en ondoorgrondelijkheid. Isabelle Huppert is een van de beste vrouwelijke actrices ooit. Ze speelt altijd interessante beladen rollen en neemt daarbij geen blad voor de mond. Haar vakmanschap oppert de onvermijdelijke gedachte dat Huppert in haar persoonlijke leven wel enigszins op een strenge pianolerares moet lijken.

Kijk hier het landelijke draaischema van La Pianiste.

 

7 juli 2019

 
MEER ISABELLE HUPPERT
 
 

ALLE RECENSIES

Private War, A

**
recensie A Private War

Vrouw verslaafd aan oorlogsleed

door Cor Oliemeulen

Wat beweegt iemand haar leven te riskeren door in oorlogsgebieden menselijk leed te verslaan? In A Private War kunnen we het antwoord niet goed ontdekken, maar zien we wel een authentieke held.

Een liefdesbrief aan de journalistiek en een hommage aan een van de meest gevierde oorlogscorrespondenten van deze tijd, Marie Colvin (Rosamund Pike), die keer op keer haar leven op het spel zette om de harde waarheid te publiceren. Dat was de insteek van de Amerikaanse documentairemaker Matthew Heineman toen hij met A Private War zijn eerste speelfilm ging maken. Focus op betrouwbare nieuwsgaring is volgens hem noodzakelijk in deze tijd waarin feiten en nepnieuws als bijna vanzelfsprekend inwisselbaar zijn ter ere van politieke propaganda en persoonlijk gewin.

A Private War

Onverwoestbaar
Het biografische oorlogsdrama, dat in episodische gebeurtenissen toewerkt naar die fatale dag in 2012 in de totaal verwoeste en ontredderde stad Homs, zou je enigszins bevooroordeeld kunnen noemen. De Syrische president Bashar al-Sadat bombardeert niet alleen tegenstanders van zijn regime maar ook onschuldige vrouwen en kinderen, terwijl dubieuze handelingen van de geallieerden geheel buiten schot blijven. Heinemans keuze heeft echter weinig te maken met politieke propaganda, hij vertelt slechts het verhaal van de moedige, onverwoestbare, oorlogsverslaafde Colvin, die op haar beurt lijdende burgers een stem en een gezicht gaf. Die keuze is zowel het sterke als het zwakke aspect van A Private War.

Zuipend, kettingrokend en vloekend, ging de in Amerika geboren Britse oorlogscorrespondente van The Sunday Times soms ten onder aan haar eigen demonen. Altijd emotioneel betrokken, maar zonder vrees; althans minder bang dan de oorlogsslachtoffers, zoals ze zelf zei. Of het nu was tijdens schermutselingen tussen het Sri Lankaanse leger en de Tamil Tijgers waarbij ze door een granaatinslag het zicht van haar linkeroog verloor, bij de opgraving van een massagraf bij de Iraakse grens, een bomexplosie in Afghanistan of haar interview met een van de eerste politieke slachtoffers van de Arabische Lente, de Libische premier Moammar Gaddafi die door Marie Colvin uiterst confronterend in een interview wordt aangepakt en niet lang daarna naakt en bebloed op de grond ligt terwijl opstandelingen lachend selfies naast de doodgemartelde dictator maken.

Trauma’s
We zien ook Colvin worstelen met trauma’s, maar steeds moet ze van zichzelf (en soms van de krant) weer naar de frontlinie om schrijnende verhalen van onzichtbaar gebleven slachtoffers te vertellen. Niets van embedded journalism voor haar; als een peloton reporters in 2003 door het Amerikaanse leger wordt geïnstrueerd om tijdens de invasie van Irak in het kielzog van de militaire troepen te opereren, regelt de eigenzinnige Colvin op de achtergrond een freelance fotograaf die jarenlang zal fungeren als haar ‘tweede’ oog op het oorlogsleed en als tolk in de meest precaire omstandigheden.

Qua drama is A Private War geen slechte Hollywoodfilm, met weliswaar een voorspelbaar verloop en verstoken van noemenswaardige verrassingen. Rosemund Pike speelt een van haar meest geloofwaardige rollen, hoewel we haar eigen intense pijn nog meer hadden mogen voelen. Dan rest een weinig gecompliceerde geschiedenis van een vrouw die was verslaafd aan oorlogsleed en zich kennelijk verantwoordelijk voelde om de mensheid daarmee te confronteren. Een ware held(in) met het nobele doel de wereld beter te maken. Iemand die kon vermoeden dat ze in het harnas zou sterven.

Daarmee houdt de film op en mag de held terecht worden geëerd. Behalve als je meer over Colvins werkelijke drijfveren en persoonlijke achtergrond had willen weten. Samen met de eenzijdige blik op een cruciaal stukje wereldgeschiedenis blijft Heinemans speelfilmdebuut aan de fragmentarische en vlakke kant dat onvermijdelijk inspeelt op sentiment en onbehagen. Als iemand na afloop van de film geïnspireerd is om zich aan te melden als oorlogscorrespondent is dat natuurlijk mooi meegenomen.

 

22 maart 2019

 

ALLE RECENSIES

Posoki

***
recensie Posoki

Optimistische klaagzang in Bulgarije

door Sjoerd van Wijk

Posoki had gemakkelijk een klaagzang kunnen blijven, maar weet het optimisme te vinden. Dankzij de intense interacties betekent een achtergesteld Bulgarije niet altijd louter kommer en kwel. 

In de nacht rijden zes verschillende taxichauffeurs rond met uiteenlopende passagiers. Een man blijft giechelen met zijn maîtresse in het bijzijn van een rouwende chauffeur en heeft moeite de stilte te bewaren als de echtgenote belt. Ergens anders ontspoort een verhitte discussie over de hoge rekening. Toch zit er een rode draad in de gebeurtenissen. Terwijl de chauffeurs af en aan rijden, brabbelt de radio door over het incident waarmee Posoki opent. Een man knoopt de eindjes aan elkaar met de taxi als extra inkomsten. Als zijn aanvraag voor een nieuwe lening door de mand valt door corruptie, gaat hij door het lint. Waar is het fatsoen gebleven? Of is deze uitbarsting over onrecht begrijpelijk? Zowel de vignetten indirect als het radiodebat direct soebatten over deze vraagstukken in een Bulgarije dat de wanhoop nabij lijkt te zijn. 

Posoki

Claustrofobisch vastgepind
Het doet denken aan Taxi Teheran, maar dan zonder de Iraanse speelsheid. Hier is de taxi het vehikel bij uitstek om de precaire situaties van de ingezetenen te omlijsten. Bulgaars lidmaatschap van de Europese Unie woekert hier vooral in de vorm van terugkerende expats die het elders beter hebben. Het technocratische project lijkt niet de economische malaise af te stoppen.

Posoki is met haar vlakke beelden net zo opgesloten als de ingezetenen, die vaak lijken op leden van het precariaat. Regisseur Stephan Komandarev ketent deze personages vast in het metalen omhulsel van de taxi tot aan het claustrofobische toe. 

Sluimerende nacht
Binnen de auto’s sluimert de lange nacht monotoon voort. Zoals de filmtitel (‘richtingen’ in het Nederlands) al aangeeft, zit in het opgesloten karakter van Posoki stilletjes de hoop een nieuwe weg in te slaan. Maar ook de uitzichten uit de taxi maken de stedelijke omgeving vooral tot eentonige nocturne. De herhaling is Komandarev en co-scenarist Simeon Ventsislavov niet vreemd.

In tegenstelling tot het meditatieve van Like Someone in Love komen de autobeelden hier eerder ondubbelzinnig over. De heren hameren daarbij continue op dezelfde punten door, met de vele debatten op de radio en gemaakt toeval die een en ander in elkaar laat overlopen. Het is overduidelijk wat alle bedoelingen zijn als zelfs een priester de taxi als noodzakelijke schnabbel heeft en het lot wilt dat hij net nu een hartpatiënt vervoert. 

Intense doortastendheid
De opgesloten aard van deze lange nacht rekt Komandarev nog verder op met lange takes. Het voorkomt dat de handcamera van cameraman Vesselin Hristov al te zeer vervalt in een clichématige replica van fixatie op personages à la John Cassavetes of de gebroeders Dardenne. Komandarev gebruikt de lange take wel met wisselend succes.

Posoki

Aan de ene kant leidt het tot intense hoogtepunten, die het menselijke van de personages doortastend vatten. Met name de chauffeur die een verstoorde leraar van de brug af praat boeit in de mengeling van hardheid en begrip dankzij de voortdurende focus op hun expressie. Aan de andere kant schijnt af en toe het kunstmatige karakter van deze realiteit door. Komandarev’s inconsequente toepassing van deze techniek breekt de lange nacht op 

Geloof in goedheid
In de vignetten zit immer een opgekropt geloof in de goede afloop. Zoals een personage in de film opmerkt, zijn de realisten en pessimisten geëmigreerd en blijven de optimisten achter. Ondanks dat niet elke situatie vrolijk eindigt, schijnt deze observatie altijd door. Hoe slecht men het ook heeft, als het er op aan komt, zegeviert de vriendelijkheid. Daar doen de bruuske dialogen niet aan af.

In Posoki zijn wandaden eerder een expressie van systemische wantoestanden dan een defect in karakter. Het maakt het voorlaatste beeld van de hartpatiënt die het ziekenhuis betreedt zo innemend en gepast, dankzij de diepte die vlakke monotonie vervangt. Helaas hameren de scenaristen tot het einde toe door, wat hun beschouwing over het hedendaagse Bulgarije wranger maakt dan het had kunnen zijn.

 

4 maart 2019

 

ALLE RECENSIES