Cry Freedom

Denzel Washington anti-apartheidsactivist in Cry Freedom (1987)
Biko’s geest leeft voort 

door Cor Oliemeulen

September ’77
Port Elizabeth weather fine
It was business as usual
In police room 619
Yihla Moja, Yihla Moja
The man is dead, the man is dead

Zanger en muzikant Peter Gabriel bracht in 1980 zijn song Biko uit ter nagedachtenis aan de Zuid-Afrikaanse anti-apartheidsactivist Steve Biko, die op 12 september 1977 overleed aan zijn verwondingen nadat politieagenten hem na zijn arrestatie een maand eerder hadden mishandeld. De Britse regisseur Richard Attenborough maakte er de film Cry Freedom (1987) over.

Cry Freedom

Zwart bewustzijn
Even wat achtergrond. Na het bloedbad van Sharpeville in 1960, waar duizenden zwarte burgers hadden gedemonstreerd tegen de pasjeswet in Zuid-Afrika, werden het African National Congress (ANC), het Pan Africanist Congress (PAC) en de communistische partij SACP verboden. Veel activisten, zoals Nelson Mandela, belandden in de gevangenis, maar hun organisaties gingen ondergronds verder met hun strijd tegen de Apartheid en voor gelijkheid van de zwarte meerderheid. Eind jaren zestig ontstond uit een christelijke beweging The Black Consciousness Movement (BCM), geleid door de intellectueel Steve Biko.

Denzel Washington kruipt in Cry Freedom in de huid van Steve Biko. Het betekende voor de Amerikaanse acteur de eerste hoofdrol in een speelfilm, terwijl hij ten tijde van de opnamen al enorm populair was als dokter Philip Chandler in NBC’s succesvolle ziekenhuisserie St. Elswhere (1982-1988). Als de charismatische, vriendelijke, grappige, trotse en vastberaden activist Steve Biko werd hij voor een Oscar genomineerd. Tijdens de 35-jarige acteercarrière die volgde, bewees Denzel Washington zijn veelzijdigheid: van vertolkingen van andere legendarische helden in Malcolm X (1992) en The Hurricane (1999), via foute politieman in Training Day (2001) en stijlvolle wraakengel in The Equalizer (2014) tot en met zijn al even geloofwaardige toneelachtige rollen in Fences (2016) en het recente The Tragedy of Macbeth (2021) van Joel Coen.

Richard Attenborough baseerde Cry Freedom (bijna gehaal opgenomen in Zimbabwe) op twee boeken van Donald Woods. Deze witte journalist van een Zuid-Afrikaanse krant was aanvankelijk kritisch op Steve Biko, echter na een bezoek aan een township en enkele ontmoetingen met de anti-apartheidsactivist zag hij met eigen ogen het grove onrecht en raakte hij bevriend met Biko. De regisseur weet het leven van de onderdrukte zwarte meerderheid in enkele confronterende scènes krachtig neer te zetten, maar het is jammer dat niet Biko maar Woods (Kevin Kline) veruit de meeste speeltijd krijgt. Cry Freedom is, net als Attenboroughs Gandhi (1982), eerder een heiligverklaring dan het portret van een held van vlees en bloed.

Steve Biko behoorde tot een van de vele anti-apartheidsactivisten die omkwam in een Zuid-Afrikaanse cel. Het gros liet het leven door politiegeweld, hoewel de officiële verklaringen repten van zelfmoord door ophanging, uitglijden onder de douche, val van trap, et cetera. In het geval van Biko zou het zijn gegaan om een hongerstaking. De film laat er geen misverstand over bestaan dat hij door de veiligheidspolitie was mishandeld, verwaarloosd en uitgehongerd.

Klap
Biko’s arrestatie ging om een vergezochte futiliteit. We zien hem zitten in een ruimte met drie bullenbakken van witte agenten. Tijdens het draaien van deze scène liet Denzel Washington zich inspireren door zijn grote voorbeeld Sidney Poitier in diens beroemde scène uit In the Heat of the Night (1967) waarin die als de zwarte politieagent Tibbs in het racistische zuiden van Amerika een witte plantage-eigenaar terugslaat in zijn gezicht. Het was voor het eerst in de filmgeschiedenis dat een zwart persoon een wit persoon sloeg (terwijl Tibbs/Poitiers reactie niet eens in het script stond). In Cry Freedom wordt de hoofdpersoon in het gezicht gemept door een witte Zuid-Afrikaanse agent, waarna het slachtoffer opstaat en de agent op zijn beurt vol in het gezicht slaat. Aangezien Steve Biko ‘toonbaar’ voor de rechtbank moet verschijnen, blijft verdere mishandeling hem vooralsnog bespaard. De rest is geschiedenis.

Cry Freedom

You can blow out a candle
But you can’t blow out a fire
Once the flames begin to catch
The wind will blow it higher
Oh Biko, Biko, because Biko
Yihla Moja, Yihla Moja
The man is dead

“Yilha Moja” betekent: “Kom, geest!” Steve Biko is dood, maar zijn geest leeft voort.

 

Kijk hier wanneer Cry Freedom draait.

 

22 juli 2022

 

Meer Sidney Poitier & Denzel Washington

Lamentations of Judas

****
recensie Lamentations of Judas 

Verlaten mensen

door Sjoerd van Wijk

Lamentations of Judas schept op respectvolle wijze een indringend beeld van aan hun lot overgelaten Angolese oud-soldaten. Het Zuid-Afrika van de Apartheid rekruteerde hen ooit. Die tegenstrijdigheid tekent de eenzame gezichten tijdens indringende interviews.

Er gaat een complexe geschiedenis aan vooraf dat de oud-soldaten zich ophouden bij een voormalige asbestmijn in Pomfret vlakbij de Kalahari-woestijn. Afkomstig van verschillende Angolese milities die de strijd in 1975 verloren, vluchtten ze naar huidig Namibië. Daar vormde het Zuid-Afrikaanse leger hen om tot het beruchte 32ste bataljon (bijnaam De Verschrikkelijken). Ze ondernamen missies in Angola namens het Apartheid-regime, dat bang was voor de socialistische noorderburen. Gerepatrieerd in Pomfret werden ze nog eenmaal ingezet tijdens de overgang naar democratie en leidde hun manier van orde bewaken in zwarte gemeenschappen wederom tot controverse. Het zijn dus zwarte soldaten die in een roerig tijdperk voor de witte overheerser vochten, door iedereen werden verlaten en zijn achtergebleven met tegenstrijdige gevoelens. In deze documentaire spelen ze het verhaal van Jezus en Judas’ verraad na en gaan de confrontatie met hun herinneringen aan.

Lamentations of Judas

Open boek
De ensceneringen van Jezus’ verhaal en de sfeerbeelden van Pomfret krijgen structuur door individuele interviews met de voormalige leden van het bataljon. Regisseur wijlen Boris Gerrets etaleert zo een christelijke vergevingsgezindheid die boeken opent. Dankzij de recht voor hun raap natuur drijft het vragenvuur de herinneringen aan het beruchte verleden naar boven. Het begint militair als iedereen monotoon zijn naam en registratienummer opdreunt vanachter een tafel waarvan Nic Hofmeyrs camera op gepaste afstand blijft.

Al snel komen de parallellen met Jezus’ verhaal en de Romeinse soldaten die hem arresteerden op tafel – de aanleiding voor overpeinzingen over vrije wil en de schuldvraag. Het komt sterk over als velen vinden dat de Romeinse soldaten de gevangenis verdienen maar niet hun orders mochten weigeren. Afkeuring en plichtsbesef met elkaar in strijd. Het bekende idee van slechts orders volgen is echter een opstapje voor diverse perspectieven. De een vertelt vol overtuiging hoe zij juist een bijdrage aan dekolonisatie leverden, de ander deelt gebroken zijn berouw. De film komt letterlijk met indringende montage en figuurlijk dichterbij op zulke intense momenten.

Lamentations of Judas

Bijbelspel
De antwoorden in de interviews geven het bijbelspel extra cachet met de treffend gekozen focus op de klassieke verrader Judas Iskariot. Maar de gepaste afstand van de camera breekt hier dikwijls de film op. Ondanks de vernuftige parallellen komt het spel soms losjes over binnen de strakke structuur. In de verte banjeren de apostelen voort in de woestijn en mist de link met de beleving van het spelen van de rollen door de oud-soldaten.

De beleving dringt daarom zelden in, behalve bij het intiemere Laatste Avondmaal of Jezus die in een onderonsje Judas vergeeft en hem aanspoort diens lot te ondergaan. De episode waarin Jezus als strijdvaardige activist de bankiers uit de tempel verdrijft, mengt fictie met herinnering en levert een huiveringwekkende glimp op van de bataljonmethodiek.

Eenzaamheid
De figuren afgetekend tegen de droge Kalahari-vlakte met hier en daar een vervallen huis geeft daarentegen wel de eenzaamheid van deze groep weer. De Zuid-Afrikaanse staat behandelde hen als oud vuil door ze hier weg te moffelen. Een trap na gezien hun controversiële status binnen de gemeenschap vanwege hun rol in de Apartheid. Het desolate landschap, waar de enige metgezellen op een zeldzaam kind na de oud-strijdgenoten en het geweten zijn, zorgt voor een decor van tragische boetedoening. Dat gaat gepaard met een soms hoogdravende sturing door spirituele Afrikaanse muziek en filosofisch getinte voice-overs. Ondanks dat soort wereldwijsheid blijft Lamentations of Judas een krachtig portret van door iedereen verlaten mensen die de vraag over schuld en vrije wil in systemische misstanden scherpstelt en hen in hun waarde laat.

 

4 augustus 2020

 

ALLE RECENSIES

Noura’s Dream

***
recensie Noura’s Dream

Noura’s nachtmerrie

door Cor Oliemeulen

In een Tunesische stadswijk zit Noura klem tussen haar criminele echtgenoot en haar heimelijke geliefde, want op overspel staat in het Noord-Afrikaanse land een gevangenisstraf van vijf jaar.

Trouwen. Waarom zou je eraan beginnen? In Nederland monden vier van de tien huwelijken uit in een (meestal onprettige) echtscheiding, en dan hebben we het nog niet eens over traumatische ervaringen van de kinderen.

Noura's Dream

Drie voorbeelden
De weg naar een scheiding is vaak een lijdensweg en onderhevig aan culturele omstandigheden. Een extreem voorbeeld is The Stoning of Soraya M. (2009) waarin het hoofdpersonage door het eigen gezin wordt dood gestenigd nadat zij ten onrechte is veroordeeld voor overspel. Van meer beschaafdheid getuigt het veelvuldig bekroonde Iraanse huwelijksdrama A Separation (2011) waarin een moeder met haar elfjarige dochter voor haar kansen naar het westen wil emigreren, terwijl haar echtgenoot beslist wil blijven om voor zijn demente vader te zorgen. De onvermijdelijke, universele thema’s van persoonlijke belangen, trots en leugens komen, ditmaal gevoed door een geslepen echtscheidingsadvocaat, ook terug in Marriage Story (2019) van Noah Baumbach. Noura’s Dream is minder gelaagd en intens dan de drie genoemde voorbeelden, maar blijft overeind door de sterke, emotierijke rol van het titelpersonage, vertolkt door Hind Sabri.

In het speelfilmdebuut van de Tunesische Hinde Boujemaa, die eerder van zich liet horen met een documentaire over de Jasmijnrevolutie (2010) in haar land, beweegt wasserettemedewerkster Noura zich tussen hoop en vrees. Hoop, omdat zij misschien ooit een nieuw bestaan met haar geliefde Lassaad kan opbouwen, en vrees, omdat haar criminele echtgenoot Jamel zojuist gratie heeft gekregen en weer thuis de lakens komt uitdelen. De dreiging van een gevangenisstraf wegens overspel brengt Noura in een lastig parket. Zodra Jamel de gevangenis heeft verlaten, wist ze alle sporen van haar contact met Lassaad. Maar zelfs dan ontkomt ze niet aan de agressie en voorstelbare paranoia van haar man. Ondertussen oefent Lassaad druk uit op Noura en zet hij haar voor het blok.

Noura's Dream

Escalatie
Terwijl Noura zich zowel geestelijk als lichamelijk zoveel mogelijk op afstand van Jamel beweegt, doet hij zijn best haar te paaien met een romantisch dinertje en cadeautjes die hij kan kopen door zijn onverminderde criminele activiteiten. Ook ditmaal probeert hij Noura wijs te maken dat hij zijn leven heeft gebeterd, maar zij wil nu echt af van Jamel en gaat tegen hem tekeer. Hoe vaak heeft zij zijn leugens al moeten aanhoren? Zoals verwacht is Jamel daar niet van gediend en confronteert Noura haar even later graag met haar ontrouw. Dit leidt tot enkele onaangename gebeurtenissen voor alle betrokkenen.

De ontstane escalaties maken van Noura’s Dream een nachtmerrie. Gevangen in haar relatie met Jamel en snakkend naar een nieuwe liefde is ze veroordeeld tot liegen als ze door de politie wordt verhoord. En als ze dan helemaal op het eind van het liedje iets krijgt wat op een verlossend telefoontje lijkt, weten we niet eens zeker wie haar belde. Noura glimlacht. Misschien is het Lassaad, misschien iemand anders. Het belangrijkste is dat Noura zich heeft weten te ontworstelen aan de omklemming van haar huwelijk, maar meer nog van het systeem, en dat ze nu eindelijk haar droom kan verwezenlijken. Of niet?

Noura’s Dream is vanaf 30 april te zien op Picl en Cineville.

 

26 april 2020

 

ALLE RECENSIES

Papicha

****
recensie Papicha

Afglijden naar autoritair extremisme

door Sjoerd van Wijk

Papicha toont met temperament de wereld van rebelse modestudentes in een naar autoritair extremisme afglijdend Algerije. De bruuske invallen van Sunni-fundamentalisten vallen rauw op het dak, de demonstratieve agenda van de film ten spijt.

Tijdens de Algerijnse burgeroorlog in de jaren 1990 lopen de spanningen in het dagelijks leven op. Terroristische aanslagen zijn aan de orde van de dag. De fundamentalisten lijken aan terrein te winnen, een grote dreiging voor vrouwen. De geestdriftige Nedjma (Lyna Khoudri van Les bienheureux, dat zich ook afspeelde in deze tijd) is een vrijgevochten modestudente die niet van plan is zich te laten koeioneren door die intimidatie. Ze gaat nog steeds uit met vriendinnen, rommelt wat aan met een vriendje en scheurt propagandaposters van de muur. Als de terroristen haar zus Linda neerschieten, komt het dichterbij. Een innerlijk vuur wakkert aan om een modeshow met traditionele gewaden te houden, want Nedjma houdt zielsveel van haar land.

Papicha

Vluchtig studentenleven
Papicha herbergt een tomeloze energie, vol opgewekte momenten van Nedjma en haar vriendinnen die lol trappen na het uitgaan of een duik in de zee nemen. Die montere houding ontdooit ook de ingetogen Samira, die van een familie strenger in de leer komt en wel een hoofddoek moet dragen. Zo raast het vluchtige studentenleven door. Een beeldvullend gezicht hier, gelach daar, rap van ogenblik naar ogenblik. Een voortstuwende drift die steeds meer beklemt naarmate het Sunni-extremisme de tolerantie dan wel acceptatie van gematigden weet te winnen.

Regisseuse Moundia Meddour gunt in haar debuut geen tijd voor reflectie. Het tempo is meedogenloos als een steroïde Amerikaanse handcamerafilm à la mumblecore (Hannah Takes the Stairs) op anderhalve snelheid gespeeld.

Dreiging van terreur
Als Papicha al stilstaat voor een ogenblik van rust, is dat des te meer verontrustend. De dreiging van terreur is vanaf het begin aanwezig, maar komt toch uit het niets. Dat terwijl Nedjma wel degelijk de tekenen om haar heen ziet. Van een pragmatische stoffenhandelaar die langzaamaan meedoet met de extremisten tot posters in de universiteit zelf. Toch is de vrijgevochten enclave van de stad ook niet je van het, want de toxische masculiniteit regeert. Ook zonder terreur zou het leven niet over rozen gaan, met vervelende versierpogingen overtuigend afgepoeierd door Nedjma dankzij Khoudri’s vitaliteit.

Zo blijkt het vrouwen bedreigende extremisme niet een externe vijand, maar zit het diep in de samenleving vervlochten. Het extremisme komt in alle aan nervositeit grenzende drift indringender binnen dan bij het meditatieve Nasir (ook binnenkort in Nederland), die eenzelfde dreiging van gewelddadige ideologie op de dagelijkse rituelen plakt.

Papicha

Agenda van angst
Het verstikkende zit ook in een mysterieuze groep hidjab dragende vrouwen die opeens in Nedjmas kamer staan, een vrij ostentatief teken dat haar levensstijl niet wordt gewaardeerd. Het laat zien hoe Papicha hamert op de autoritaire dreiging. Het enige stille ogenblik is Nedjma vol huilend in beeld, het geluid weggevallen na het schot op Linda. Een vette streep onder de narigheid. Ze is een hoofdpersonage dat weinig blaam treft, wat de subtiliteit van haar richting fundamentalisme afglijdende omgeving soms teniet doet. Dat de preutse Samira degene is die zeker seks voor het huwelijk heeft gehad, voelt als een kunstgreep aan. Die strakke agenda van Papicha voert wel de angst op.

Papicha is tevens krachtig omdat het met levenslust de desoriënterende ervaring meegeeft van een samenleving die richting autoritaire ideeën beweegt. Nederland is gewaarschuwd. Denk bijvoorbeeld aan de intimidatie van Farmers Defence Force en het fascisme van Thierry Baudet.

 

9 februari 2020

 

ALLE RECENSIES

Regisseur Koen Mortier over Engel

Regisseur Koen Mortier over Engel:
“Het leven is niet van A naar B naar C”

door Alfred Bos

De in Vlaanderen immens populaire wielrenner Frank Vandenbroucke overleed in 2009 onder vreemde omstandigheden. Dimitri Verhulst schreef er een roman over. Koen Mortier verfilmde de roman. Engel is de titel van zijn film. “Een groot deel van je leven bestaat uit gedachten. Die zijn in film niets.”

Engel, de derde speelfilm van Koen Mortier (1965), is een film over een fietser. Of eigenlijk, een wielrenner, een coureur. Is de regisseur zelf een fietser?

“Ik heb gisteren gefietst”, vertelt hij wanneer we bellen met Brussel, waar zijn productiebedrijf CZAR – dat onder meer de wielerfilm Coureur van Kenneth Mercken en de meest recente films van Alex van Warmerdam (co)produceerde – is gehuisvest. “Maar dat was voor het eerst in drie maanden”, voegt Mortier eraan toe. Hij had een tijdje last van zijn rug.

Koen Mortier (foto: Stephan Vanfleteren)

Koen Mortier (foto: Stephan Vanfleteren)

“Zoals elke Vlaming ben ik opgevoed met wielrennen. Mijn vader was een grote fan van Eddy Merckx. Ik ook, tot hij in Parijs-Roubaix van 1974 in de sprint verslagen werd door Roger De Vlaeminck. Toen was het over, ik was verdrietig. Mijn vader nam me altijd mee naar wielrennen, dat was een onderdeel van onze relatie. We zijn altijd naar de Zesdaagse van Gent geweest. We hebben, denk ik, duizend kilometer samen gefietst.”

“Toen ik tien was, kreeg ik mijn eerste koersfiets en gingen we samen fietsen. Hij ging volle bak en ik moest aanklampen, al wenende van uitputting, maar ik was niet van plan om op te geven. Op mijn vijftiende heb ik wraak kunnen nemen door hem los te rijden. Ik mocht van hem geen wedstrijden rijden. Hij had veel vrienden in het wielrennen en het grote probleem was doping. Hij zei dat wielrennen altijd aan doping gelinkt zal worden en heeft ook een aantal vrienden slecht zien gaan vanwege doping.”

Rand van de waanzin
Engel is Mortiers verfilming van Monoloog van iemand die het gewoon werd tegen zichzelf te praten, de roman van Dimitri Verhulst uit 2011, over een coureur die op 12 oktober 2009 in een Senegalees hôtel de passe dood wordt aangetroffen, na de nacht met een prostituee te hebben doorgebracht. Het is in België geen geheim dat voor de coureur Frank Vandenbroucke model stond. De populaire wielrenner raakte in opspraak door doping en vervolgens aan lager wal.

“De enige die geen stem in het
verhaal had, was de prostituee”

“Dat is in België een bekend verhaal”, aldus Koen Mortier. “Iedereen kent het. Maar niet zoals het in het boek voorkomt, namelijk de enige die geen stem had in het verhaal was de prostituee. De media hebben alle aandacht geschonken aan het fantastische leven van die fantastische wielrenner die het nooit gemaakt heeft, Frank Vandenbroucke. De volledige familie heeft kunnen meeklagen aan de zijlijn van zijn dood, maar de prostituee was niet zo belangrijk. Die werd bekeken als afval, vrees ik.”

“Toen ik het boek van Dimitri las, was ik enorm aangesproken door het gevoel van die vrouw. En ook door de puurheid van die vrouw. Iemand die moet strijden om te overleven, die het zeker niet zo gemakkelijk heeft als een topwielrenner. Die wordt verliefd en dan verliest ze hem onmiddellijk. Dat vond ik interessant. Ik vond het ook interessant om haar het vertrekpersonage van de film te laten zijn. Voor mij was het ook háár verhaal. Hij is voor haar een klant, maar ze gaat mee in zijn zogenaamde verliefdheid. Hij staat eigenlijk totaal niet open voor liefde, hij staat aan de rand van de waanzin. En toch ziet ze het beste erin en denkt, this is my ticket, ergens.”

Engel

Engel

Pompen of verzuipen
Engel is gedraaid in Senegal en toont de laatste nacht van Thierry, de coureur (vertolkt door de Franse acteur Vincent Rottiers), in het gezelschap van Fae, de prostituee (een rol van de in Senegal geboren Franse actrice Fatou N’Diaye). De film opent met een titel die duidelijk maakt dat Engel zowel feit als fictie is, dus geen biopic. Het is in feite een liefdesdrama.

“Dat was de bedoeling, ja”, reageert Mortier. “Het boek, en ook de film, is een klein verhaal dat een bombastisch liefdesdrama blijkt. De filmmuziek onderstreept dat. Ik wilde dat de muziek die overdrijving meedroeg. Dat die ontmoeting van twaalf uur veel langer wordt door het drama, de beelden en de muziek. Zodat het allemaal versmelt en het is alsof ze elkaar al jaren kennen.”

Die indruk roept u ook op door het verhaal niet-lineair te vertellen. Dat helpt om de tijd op te rekken.

“Dat was de bedoeling”, reageert de regisseur opnieuw. “Ik heb de film wel lineair gemonteerd, maar dan maak je het verhaal niet rond, omdat je als kijker maar één van de twee personages kent. Je ziet van hem droombeelden, of eigenlijk waanbeelden die alleen maar kunnen leiden tot de dood. Ik had voor haar ook waanbeelden geschreven, maar dan beelden over de schrik van wat zou kunnen komen. Die heb ik er tijdens het schrijven al uitgehaald, omdat ik van de Waalse subsidiecommissie te horen kreeg dat dat seksistisch was. Achteraf heb ik er spijt van dat ik dat eruit heb gehaald. Daardoor is de vrouw wat uitgehold.”

“Als je weet waar de personages aan toe
zijn, waarom zou je dan de film zien?”

U heeft eerder gewerkt met niet-lineair vertellen. Wat spreekt u daarin aan?

Mortier: “In veel niet-lineaire films zie ik het lineaire van het verhaal omdat het mijn manier van denken, zelfs mijn manier van zijn, is. Ik heb moeite met het lineaire verhaal omdat je daarmee veel uitschakelt van het mens-zijn. Lineaire verhalen zijn nogal vals, nogal onecht tegenover het leven. Het leven is niet lineair. Het leven is niet van A naar B naar C. Het leven duwt je terug, laat je vooruitgaan. Het is heel kneedbaar, dat leven. Film is dat voor mij ook. Pompen of verzuipen, je weet niet waar je aan toe bent. Als je weet waar de personages aan toe zijn, waarom zou je dan de film zien? Als je naar een film in het commerciële circuit kijkt, weet je al na vijf minuten hoe het zal aflopen en wie er zal overleven. Bij een niet-lineaire film blijf je toch raden naar die dingen. Een groot deel van je leven bestaat uit gedachten. Die zijn in film niets.”

Want film is beeld. U heeft die gedachten proberen te visualiseren via de droomscènes.

“Klopt, het ongeval is een angstbeeld, een manier om de dood op te roepen, om te leiden naar de dood. Er zijn als wielrenner heel veel manieren om te sterven en toch loopt het op zo’n domme manier af. Ik vind het interessant dat je als kijker weet dat de hoofdpersoon doodgaat. Want die weet het niet en ziet het niet aankomen.”

De kijker weet meer dan het personage: dat is Hitchcock.

“Dat is een interessant gegeven in film. Daar kun je mee spelen: de kijker denkt het te weten, maar hij weet het niet omdat hij denkt dat hij het weet. Ik wou ook een heel verdrietige film maken. Een verdrietige, pijnlijke film die het gebruik van drugs of doping ergens ook wel ondermijnt. Dat wilde ik ook laten zien: de daad van doping is minder erg dan het resultaat. Coureur gaat diep in op de daad.”

Ex Drummer

Ex Drummer

Alex van Warmerdam
Net als zijn debuutfilm Ex Drummer (2007), naar de roman van Herman Brusselmans uit 1994, is Engel – of Un Ange, zoals de internationale titel luidt – gebaseerd op een boek dat Mortier bewerkte tot scenario. Idee en scenario voor zijn tweede speelfilm komen uit eigen koker. 22 mei (uit 2011) gaat over terrorisme en kreeg niet de aandacht die hij verdient. Kwam die film misschien te vroeg?

“Ik weet nog goed”, reageert Mortier, “toen ik aan 22 mei begon zei een producer uit Israël tegen me: ‘Jij hebt het recht niet om die film te maken’. Zo’n reactie kreeg ik vaker: ‘Dat gebeurt niet in België, wat een onzin’. Van een filmfestival in Irak heb ik de prijs van het beste scenario gekregen. Hun reactie was: dat is wat wij dagelijks meemaken en voelen en denken. Voor Europa was het waarschijnlijk een jaar of vijf te vroeg. Onderwerping van Michel Houellebecq was wel juist van timing.”

U bent naast scenarist en regisseur ook producent. U heeft een aantal malen gewerkt met Alex van Warmerdam. Hoe bent u met hem in contact gekomen?

“Door toeval. Mijn vrouw is een producer. We waren in Rotterdam, voor het filmfestival, met Ex Drummer en daar hebben we Marc van Warmerdam ontmoet. We zijn iets gaan drinken en hadden het over art direction en production design. Mijn productiedesigner, Geert Paredis, is heel goed met materie, met verf en kleuren. Daar was Alex naar op zoek. Ik heb die twee elkaar laten ontmoeten en daar is de samenwerking uit voortgekomen. Het klikt ook heel goed. Dat is wel prettig als je met elkaar samenwerkt.”

“ Voor mij is Alex van Warmerdam
de enige cineast van Nederland”

“Ik heb veel respect voor Alex en Marc. Voor mij is Alex de enige cineast van Nederland, als ik het zo mag stellen. Hij is echt een auteur. Hij heeft zichzelf gemaakt en zijn films hebben een manier van uitdrukken die je nergens anders vindt dan bij Alex van Warmendam. En toch beantwoordt het volledig aan de Nederlandse cultuur.”

Dimitri Verhulst is de auteur van het boek waarop Engel is gebaseerd. Heeft hij commentaar of input gehad?

“Ik heb Dimitri tijdens de productie van Engel niet gezien. Ik heb hem mijn vorige films laten zien. Hij is een fan van Ex Drummer. Hij was oké met het idee dat ik zijn boek ging verfilmen. Ik heb mijn ding gedaan en ik heb hem Engel laten zien vlak voor we naar het filmfestival van Toronto gingen. Daar zijn we een week samen geweest, hebben veel gebabbeld en het resultaat is dat ik zijn eerste film ga produceren. Hij gaat een scenario van zichzelf verfilmen. Er zit een film in Dimitri, dat voel ik. Maar let op, er is nog een lange weg te gaan. We zijn pas vertrokken.”

Engel komt ook uit in het buitenland, waar men minder bekend is met Frank Vandenbroucke. Zou dat een handicap kunnen zijn?

“Wel een beetje. In België en Nederland is wielrennen een populaire sport, we kennen de romantiek van die cultuur. In Frankrijk is dat heel anders. Sportjournalisten waren wél enthousiast, omdat die het DNA van de film begrijpen. Voor Franse filmjournalisten ligt dat anders. Die hebben niks met wielrennen.”

De film gaat niet alleen over wielrennen, maar over de liefde en de druk van de roem.

“Films als Engel en Coureur zijn films voor de Benelux, België en Nederland, en vooral Vlaanderen. Dat zijn films over ons. Ik heb het gevoel dat de cultuurwereld en de sportwereld buiten België en Nederland ver uit elkaar liggen.”

Bent u al bezig met uw vierde film?

“Absoluut, die heb ik net ingediend. De titel is Skunk, gebaseerd op een boek van een kinderpsychiater die werkt met kinderen in instellingen. Kinderen die zijn mishandeld of misbruikt en daardoor misdadige feiten gepleegd hebben.”

Lachend: “Een heel luchtig verhaal.”

 

Engel draait vanaf donderdag 8 augustus in de Nederlandse bioscoop.

 

5 augustus 2019

 

MEER INTERVIEWS

Weldi

***
recensie Weldi

Kleine tragiek leidt tot groter geheel

door Sjoerd van Wijk

Weldi bouwt geconcentreerd de vertwijfeling en rouw van de teleurgestelde vader uit. Buiten de schematische cinéma vérité om weet het drama met eenvoud op eigen wijze het verdriet onderhuids te maken. 

Het lijkt beter te gaan met de jonge Sami nadat hij wordt behandeld voor migraineaanvallen. Maar de zoon van de bijna gepensioneerde havenwerker Riadh en vrouw Nazli blijkt een geval van stille wateren hebben diepe gronden. Als een donderslag bij heldere hemel verlaat hij Tunesië om zich aan te sluiten bij strijders in Syrië. Waar de gebroeders Dardenne, die hun naam leenden aan Weldi, recent een geradicaliseerde jongen volgen in Le Jeune Ahmed, kiest deze film voor het perspectief van de gedesillusioneerde vader. Riadh geeft alles om de toekomst van zijn zoon, dus start een wanhopige zoektocht die leidt naar Turkije. Ondertussen rijst de vraag of Riadh zijn leven niet teveel om zijn zoon draait.

Weldi

Geslepen dwaalspoor
Het giswerk is wat er in zoon Sami omgaat, dankzij Zakaria Ben Ayeds ondoorgrondelijk stoïcisme. De stress van zijn naderende eindexamen lijkt in eerste instantie een oorzaak van depressie, wat door zijn afgematte spel plausibel overkomt. Maar het gewiekste scenario van schrijver-regisseur Mohamed Ben Attia brengt op een dwaalspoor. Daarmee is Riadhs shock na Sami’s vertrek direct invoelbaar. Mohamed Dhrif weet als de wanhopige vader de escalerende zoektocht aangrijpend te maken door zijn onzekere ingetogenheid. De spaarzame uitbarstingen zoals in een confronterende ruzie met zijn vrouw tonen daarbij hoe de emotionele spanning aldoor opkropte. 

Door deze kleinschalige aanpak treedt de problematiek rondom radicaliserende jongemannen die vallen voor religieus fundamentalisme of fascisme op de achtergrond. Weliswaar komen spanningen in de Tunesische samenleving subtiel voor, maar het personage Sami dient vooral de geslepen uitgevoerde twist. Riadhs reis naar Turkije brengt echter op kiene wijze op de voorgrond hoe individuele motivaties niet kunnen opboksen tegen een systemisch fenomeen, na een laatste conversatie voor de Syrische grens die uitblinkt in tragisch cynisme.

Weldi

Eigen stempel op documentaire weergave
De invloed van de gebroeders Dardenne is bij tijd en wijle overduidelijk. Hun stijl van camerawerk uit de losse pols die op intieme wijze de personages volgt, lijkt heden ten dage een standaardschema. Alsof ook de Belgische cameraman Frédéric Noirhomme bij deze gebroeders in de schoolbanken heeft gezeten. Deze stijl veinst neutraliteit met oppervlakkige signalen van observatie. Maar onbevangen de werkelijkheid weergeven, is een illusie. Film geeft een realiteit weer, niet dé realiteit. Weldi verwart dus zakelijkheid met objectiviteit. 

Toch weet de film een eigen stempel te drukken in plaats van gemakzuchtige clichés van cinéma vérité al het werk te laten doen. Ben Attia hanteert regelmatig een beheerste afstandelijkheid, die meer interesse toont in de reacties van een personage dan het zich afspelende plotelement. Vanuit de auto Sami zien toekijken hoe Riadh buiten beeld een agent afkoopt, laat onderhuids de normale gang van zaken in het land voelen. En daarmee later de onbeholpenheid van Riadh als Sami het hazenpad kiest.

Weldi raakt daarmee op momenten de gevoelige snaar van de tragiek van deze oudere man die zijn laatste zekerheid in een ongrijpbaar systeem verliest. Zijn chatberichten aan Sami op het computerscherm lijken voor de hand te liggen, maar zijn in de eenvoud een waarachtige uiting van vertwijfeling. Dit mede dankzij een hartverscheurende droomscène waar Riadh voor het laatst Sami kan omhelzen. In Weldi leidt kleine tragiek daarmee onmerkbaar tot een groter geheel.

 

22 juli 2019

 

ALLE RECENSIES

Beauty and the Dogs

****

recensie Beauty and the Dogs

Lente aan de horizon

door Yordan Coban

Nu de lente weer is aangebroken, is het tijd voor drankjes op het terras. Maar in landen als Tunesië kan een avondje uit met vrienden fataal aflopen, zo laat Beauty and the Dogs zien. De komst van de lente is in de Arabische wereld een compleet ander vooruitzicht. 

Het waargebeurde verhaal van Beauty and the Dogs deed mij als rechtsstudent direct denken aan de beroemde zaak Opuz vs. Turkey. Een belangrijke uitspraak waar een verdachte Nederlander zijn recht op een advocaat tijdens politieverhoor aan ontleent. Voor veel mensen in traditioneel islamitische landen zijn echter, in handen van de autoriteiten, hun rechten ver te zoeken. Het leven in dit soort landen vandaag de dag is vaak nog steeds een Kafkaëske nachtmerrie. 

In de zaak Opuz vs. Turkey van het Europese Hof van de Rechten van de Mens ging het om een Turkse vrouw die mishandeld en bedreigd werd door haar man tegen wie ze meerdere malen aangifte deed bij de politie. De Turkse autoriteiten namen haar aangifte niet serieus en lieten de man na kort verhoor weer vrij. De man vermoordde vervolgens de moeder van de vrouw en stak haar meerdere keren met een mes.

Beauty and the Dogs

Bureaucratie en corruptie
Beauty and the Dogs speelt zich niet in Turkije maar in Tunesië af. Een land waarvan men vaak onterecht aanneemt dat het een progressief islamitisch land is. De film opent met een scène waarin we twee oosterse vrouwen, waaronder de hoofdpersoon Mariam (Mariam Al Ferjani), zich klaar zien maken voor een feestje. Ze zijn modern sexy gekleed en alles behalve islamitisch verantwoord.

De film maakt vervolgens vrij snel een sprong in de tijd en Mariam loopt, met uitgelopen make-up, huilend op straat. Het vermoeden van de kijker wordt kort daarna bevestigd. Mariam blijkt verkracht te zijn, en wel door twee politieagenten. Wat volgt is een bureaucratische nachtmerrie waar Mariam en getuige Youssef (Ghanem Zrelli) van het kastje naar de muur gestuurd worden.

Tunesië is dan misschien geen land verscheurd door politieke onrust of burgeroorlog zoals dat wel het geval is in de andere landen van de Arabische Lente, maar dat neemt niet weg dat het land nog steeds lijdt aan een hoog corruptiegehalte. In 2017 heeft de huidige Tunesische regering, ondanks het grote protest van haar bevolking, een wet aangenomen die de corrupte ambtenaren van oud-president Ben Ali beschermt tegen vervolging. Er heerst armoede en onvrede onder de bevolking. Zo lijkt na de Arabische Lente weinig wezenlijk veranderd te zijn.

Conservatief islamitisch
Mariam en de vele andere progressieve mensen van Tunesië worden gevangen gehouden achter de conservatieve islamitische tralies van het land. Een film waar deze pijnlijke gewaarwording zich ook voordoet is A Seperation (2011) van Asghar Farhadi waar Nader (Payman Maadi) weigert zijn land te verlaten en vervolgens met het conservatieve karakter van Iran geconfronteerd wordt.

Beauty and the Dogs

Het leven van een vrouw in dergelijke landen gaat niet over rozen. Het meest schrijnend is de afschuw van andere vrouwen. Mariam krijgt te maken met vrouwen die vijandig reageren op haar vrouwelijke vertoning, wat doet denken aan de weerzinwekkendheid die vrouwen elkaar aandoen in Moolaadé (2004). Uiteraard zit hier altijd een mannelijke onderdrukking achter. De vrouwen in deze landen hebben niet meer de vrije wil om zelf te bepalen wat zij goed- of afkeuren.

De wanhoop nabij
Regisseur Kaouther Ben Hania gebruikt in Beauty and the Dogs lange shots en cut de film slechts negen keer. Dit geeft de kijker het gevoel dat hij werkelijk meegesleurd wordt in de ellende van de film. Dit vraagt om hoogstaand acteerwerk. Er zijn een aantal ijzersterke bijrollen maar vooral Mariam Al Ferjani springt er uit. De wanhoop die ze uitstraalt is bijzonder overtuigend.

De uitkomst van Opuz vs. Turkey voor het Nederlandse strafrecht was dat bij elk politieverhoor een advocaat voor een verdachte beschikbaar moet zijn. Dit is het fundamentele recht dat in corrupte landen als Tunesië niet tot de mogelijkheden behoort. De media, waaronder film, blijkt het meest effectief in de strijd voor vrijheid. De landen van de Arabische Lente zijn nog lang niet bevrijd van dictatuur, corruptie en de vrouwonvriendelijke onderdrukking door de islam. Landen als Tunesië lijken een tikkende tijdbom, wachtend op een nieuwe lente.
 

14 april 2018

 
MEER RECENSIES

Winnie

***

recensie Winnie

Portret van een omstreden heldin

door Cor Oliemeulen

Winnie gaat over de gelijknamige zwarte mensenrechtenactiviste die werd bewonderd én verguisd. Net als Bram Fischer een nuttig document om je wat in de turbulente geschiedenis van Zuid-Afrika te verdiepen. De docu toont vooral een, soms eenzijdig, portret van een heldin.

Weinig mensen zo toegewijd als Winnie Nomzalo Madikizela: aan haar man Nelson Mandela en haar strijd tegen de Apartheid. In de documentaire Winnie van Pascale Lamche vertelt één van haar biografen dat Winnie heel vaak is verraden door mensen in haar omgeving die ze vertrouwde en dat ze jarenlang systematisch in de gaten werd gehouden en getreiterd door de geheime dienst van Zuid-Afrika. Terwijl echtgenoot Nelson een ‘levenslange’ gevangenisstraf uitzat, was Winnie één van de weinigen die hem heel af en toe mocht bezoeken op Robben Island.

Winnie

Fanatiek voorvechtster
Tijdens zijn 27-jarige gevangenschap heeft Nelson Mandela de wereld vooral door Winnie’s ogen gezien. De opstanden in de zwarte woonwijken, de repressie en het extreme politiegeweld tot en met de groeiende steun voor gelijke rechten uit het buitenland. Zo werd Winnie ooit opgezocht door Bobby Kennedy, maar sprak de Amerikaanse president Ronald Reagan zich uit tegen haar terroristische activiteiten. Van hem mocht Zuid-Afrika beslist geen communistische staat worden en bovendien mocht het olietransport vanuit het Midden-Oosten geen gevaar lopen.

Winnie Mandela groeide snel uit tot dé voorvechtster van de strijd tegen de blanke onderdrukking. Zij komt zelf aan het woord, toen en nu, net als haar dochter, journalisten en andere volgers en betrokkenen. Het beeld ontstaat dat Winnie altijd scherp in de gaten werd gehouden en vaak werd opgepakt, ondervraagd en in de gevangenis gezet. Zij vormde een regelrechte bedreiging voor de positie van de witte macht. Zij werd verbannen naar het kleine gehucht Branston, waar zij zich vervoerde in een rode Kever en haar strijd geenszins zou temperen.

Beschadigde reputatie
Winnie’s tegenstanders bewerkten de media om haar reputatie te beschadigen en haar politiek te neutraliseren. Meer dan eens werd ze in verband gebracht met liefdesaffaires, fraude, diefstal en het aanmoedigen van geweld tegen infiltranten. Eén van de sterkste punten van Winnie is het interview met Vic McPherson, het toenmalige hoofd van Stratcom Operations die de heksenjacht op Winnie graag bevestigt. Met een hond op zijn schoot vertelt hij in geuren en kleuren over surveillance, infiltraties en de vele campagnes om de activiste zwart te maken. Samen met de terugblik van het toenmalige hoofd van de nationale veiligheidsdienst maakt dat de documentaire minder eenzijdig.

De documentaire is een eerbetoon aan de krachtige persoonlijkheid Winnie Mandela, en laat derhalve enkele zwarte bladzijden buiten beeld. Er is weliswaar aandacht voor haar militante aanpak om het apartheidsregime omver te blazen – variërend van een trainingskamp in Lesotho en aanvallen op economische doelen en politiebureaus tot en met de ontvoering en moord op de jeugdige infiltrant Stompie Moektsei in 1991, waarvoor volgens een rechtbankgetuige Winnie persoonlijk haar bodyguards van de Mandela United Football Club opdracht zou hebben gegeven. Maar onvermeld blijven de zogenaamde halsbandmoorden op (vermeende) collaborateurs – de slachtoffers kregen om hun nek een met benzine overgoten autoband, die vervolgens in brand werd gestoken –  waarover Winnie nooit haar afkeuring uitsprak.

Winnie

Omstreden heldin
Door haar politieke denkbeelden en de agressieve manier waarop volgens haar de Apartheid moest worden bestreden, werd haar positie in het ANC (African National Congress) meer en meer omstreden. Na de vrijlating van Nelson Mandela in 1990 en de legalisatie van het ANC begonnen voorzichtig de onderhandelingen met het regime. Terwijl Winnie voor veel jongeren in de zwarte woonwijken en bewonderaars in het buitenland een heldin bleef, werd zij zowel persoonlijk als politiek langzaam, maar gedecideerd, aan de kant geschoven.

Die troosteloze ontwikkeling geeft de film een wrange en aandoenlijke lading. Door Winnie’s omstreden gedrag, de druk van andere ANC-kopstukken en het beoogde presidentschap voelde Nelson zich genoodzaakt om van haar te scheiden. We zien vervolgens hoe Winnie tijdens de beëdiging ergens achteraf op een stoel wordt gemanoeuvreerd en hoe de vermaarde bisschop Desmond Tutu haar openlijk oproept tot het maken van excuses voor alle fouten die zij volgens hem heeft gemaakt. Het is begrijpelijk en bewonderenswaardig dat Winnie zich niet helemaal naar de slachtbank heeft laten leiden. Tot op de dag van vandaag is zij een nog door velen gerespecteerd lid van het Zuid-Afrikaanse parlement.
 

17 juni 2017

 
MEER RECENSIES

Bram Fischer

****

recensie Bram Fischer

Mooi eerbetoon aan vergeten verzetsheld

door Cor Oliemeulen

Als we denken aan de strijd tegen de Apartheid in Zuid-Afrika komt direct de naam van Nelson Mandela bovendrijven. Hoewel Bram Fischer buiten zijn vaderland nagenoeg onbekend is gebleven, verdient ook zijn naam te worden vereeuwigd. Sterker nog: zonder Bram Fischer zou Nelson Mandela mogelijk nooit zijn heldenstatus hebben bereikt.

Na Wit Licht (over kindsoldaten in Afrika) en Hoe duur was de suiker (over een suikerplantage in Suriname) steekt de in Congo geboren Nederlandse schrijver/regisseur Jean van de Velde opnieuw de grens over voor een bewogen geschiedenis. In zijn biografische drama Bram Fischer portretteert hij een gerenommeerde advocaat die in 1963 en 1964 tien leden van het ANC (Afrikaans Nationaal Congres) verdedigt in het roemruchte Rivoniaproces in Zuid-Afrika en ondertussen een dubbelleven leidt. De film won recentelijk de publieksprijs tijdens het Movies That Matter Festival in Den Haag.

Bram Fisher

Ondergronds verzet
De uit een belangrijke Zuid-Afrikaanse familie geboren Bram Fischer is niet alleen bekend als advocaat, maar ook als burgerrechtenactivist. In de jaren 40 ontpopte hij zich als leider van de communistische partij SACP, dat nauw samenwerkte met het ANC. Na het bloedbad van Sharpeville in 1960, waar duizenden zwarte burgers demonstreerden tegen de pasjeswet, werden beide organisaties verboden en gingen ze ondergronds verder met de strijd tegen de Apartheid en voor gelijkheid van de zwarte meerderheid.

Er kwam steun vanuit de Sovjet-Unie en Cuba, communistische landen die hun invloedssfeer in het naar onafhankelijkheid strevende zuidelijk deel van Afrika wilden laten gelden. De jongelingen van het ANC vormden een gewapende tak onder de naam Umkhonto we Sizwe (Speer van het Volk) en werden geleid door Nelson Mandela en Walter Sisulu, twee van de kopstukken die werden opgepakt in een boerderij in Rivonia en werden aangeklaagd wegens gewelddadige sabotage. Het is de taak van Bram Fischer om de tien aangeklaagden te behoeden voor de doodstraf. Legendarisch is het optreden van Nelson Mandela die zijn slotrede eindigt met de woorden dat hij bereid is om te sterven voor zijn idealen.

Bram Fisher

Met vuur spelen
Bram Fischer is enerzijds een rechtbankdrama en anderzijds een portret van een advocaat die uitgroeit tot een sleutelfiguur in de antiapartheidsbeweging, maar tegelijkertijd met vuur speelt omdat hij nog steeds actief betrokken is bij het ondergronds verzet. Intimidatie en afluisterpraktijken zijn het gezin Fischer inmiddels wel gewend, echter de pater familias moet belangrijke afwegingen maken om zichzelf, zijn vrouw en hun drie kinderen te beschermen. Het leidt tot een aantal spannende momenten en een tragische gebeurtenis, die Fischers idealen alleen maar zal versterken.

Peter Paul Muller (De dominee, Gooische Vrouwen) vertolkt de rol van het titelpersonage verrassend sterk en met een geloofwaardige authenticiteit (zijn Afrikaans is beter dan zijn Afrikaans-Engels). Ook hulde aan Jean van de Velde die zich uitstekend heeft verdiept in de geschiedenis van het Zuid-Afrikaanse verzet, de rol van de blanke activist in het bijzonder, en niet nalaat om historische nuances aan te brengen, zoals de politieke druk vanuit het buitenland om de gedaagden vrij te laten. De finale van de film is weliswaar een verzinsel, maar resulteert in een waardig slotbeeld waarin de laatste resten energie van Bram Fischer zich door het water laten meevoeren om de strijd voor vrijheid en gelijkheid tot in de eeuwigheid te verspreiden.
 

7 april 2017

 
MEER RECENSIES

Clash

*****

recensie Clash

Beklemming op de vierkante millimeter

door Ralph Evers

In 2011 brengt de revolutie in Egypte een einde aan 30 jaar presidentschap van Mubarak. In 2012 wordt een nieuwe president, van de Moslim Broederschap (MB), geïnstalleerd. In 2013 komen miljoenen Egyptenaren in opstand en ontstaan er heftige ‘clashes’ tussen MB- aanhangers en medestanders van de militairen.

Met deze informatie opent Clash (Eshtebak) van de Egyptische filmmaker Mohamed Diab. Twee journalisten, een Amerikaans-Egyptische verslaggever en zijn Egyptische fotograaf raken betrokken bij een demonstratie en worden door de politie in een arrestatiebus gegooid. De sfeer is broeierig en onzeker. We zijn als kijker opgesloten met de twee journalisten in de bus. Buiten gaan de protesten door.

Clash (Eshtebak)

Geen onderscheid
Journalisten worden in deze hectische tijd gezien als spionnen en verraders. Dat ze vervolgens om hulp schreeuwen brengt hen nog verder in put. Gaandeweg raakt het busje steeds voller met nieuwe arrestanten. Er wordt daarbij geen onderscheid gemaakt: kinderen, ouderen en gezinnen worden zonder pardon de bus in gesmeten. Zo komen op de paar vierkante meter die de bus te bieden heeft zowel aanhangers van de militairen als aanhangers en sympathisanten van MB samen. Daarnaast leren we een christen, een jood, een dakloze en later een politieagent kennen.

Een sterke troef van Clash is dat alle personages een gezicht krijgen, alsof we er als kijker daadwerkelijk bij zijn. Evenals dat er geen simpel goed en kwaad is, alsmede dat een eerdere tegenstander later een medestander kan zijn. Temidden van chaos staat overleven boven principes.

Beklemming
Het knappe aan Clash is dat de gehele film vanuit één locatie is gefilmd, namelijk de acht vierkante meter van de arrestatiebus. Dit gegeven is niet uniek, doch niet eerder zo meedogenloos op de kijker overgedragen. Verrassend is het hoe gemakkelijk je in de film, en daarmee in de situatie, gezogen wordt. Zelden is beklemming zo dichtbij geweest als nu. Wanneer de bus bekogeld wordt met stenen en vuurwerk en de angst zichtbaar op de bezwete gezichten leesbaar is. Nog meer wanneer de bus beschoten wordt en de kogels zich door het metalen omhulsel boren.

In de meer verstilde scènes verschuift de aandacht naar de ondraaglijke hitte en benauwdheid, alsmede de stank die zich ophoopt in de beklemmende ruimte. De scène waarin voor enkelen de dorst gelest wordt, geeft een zucht van verlichting.

Clash (Eshtebak)

Doordat de film zeer dicht op de huid van de personages is geschoten, ben je als kijker onderdeel van de ervaring. De minimale informatie die we van de buitenwereld krijgen, komt overeen met de situatie van de gevangenen. We krijgen niets meer te zien dan wat er vanuit het busje te zien is. De genadeloze beklemming die dat oplevert, wordt een enkele keer onderbroken door muziek en zang. Er treedt even verbroedering op, er worden grapjes gemaakt en er wordt gelachen. Een traangasgranaat onderbreekt abrupt dit moment van medemenselijkheid, een moment waar de vooroordelen en de wederzijdse achterdocht even ruimte konden maken voor ontmoeting.

Het slotakkoord brengt de kijker in verwarring. Zoals nergens in de film velt Diab een moreel oordeel. Hieraan doet hij verstandig, het maakt de film volwassen en makkelijker in te leven. Onmiskenbaar evenwel ontkom je niet aan de metafoor, dat wat binnen gebeurt het busje net zo vreselijk is als wat er buiten. Alsof Diab wil zeggen dat wanneer we niet onszelf en ons aandeel in het grotere geheel onder ogen willen komen, we niet tot een vreedzame oplossing zullen komen.
 

22 oktober 2016

 
MEER RECENSIES