Raw

****

recensie Raw

De weg van het vlees

door Suzan Groothuis

Voor de jonge Justine verandert alles als zij start met haar opleiding diergeneeskunde. Na het eten van konijnenniertjes krijgt ze immense trek in vlees. Wel een beetje vreemd als je al jaren overtuigd vegetariër bent. Een film over identiteit, lichamelijke transformaties en jawel… kannibalisme.

Julia Ducournau’s Raw (ze regisseerde de film en schreef het script) opent unheimisch met een ogenschijnlijk jonge vrouw die langs de weg loopt, gefilmd vanuit de verte. Een auto nadert. De vrouw werpt zich ervoor, om vervolgens weer op te staan en met vastberaden tred naar de gecrashte auto te lopen. Het hoe, wat en waarom zien we later. Want na deze mysterieuze opening verschijnt de filmtitel Raw (Grave) in grote letters in beeld en maken we kennis met de jonge Justine, die door haar ouders naar de studentencampus wordt gebracht.

Raw

In de cafetaria, waar ze nog even een maaltijd nuttigen met elkaar, constateert Justine dat er een stuk vlees in haar maaltijd zit. Drama alom. “Je hebt er toch niet van gegeten?”, vraagt haar moeder dwingend, waarop het meisje heftig nee schudt. Justine is namelijk al jaren overtuigd vegetariër. Weet zij veel, dat er op de campus nog grotere uitdagingen te wachten staan.

Ontgroening met konijnenniertjes
Justine, in alle opzichten de belichaming van puurheid en onschuld, is op de faculteit diergeneeskunde namelijk overgeleverd aan de grillen van de ouderejaarsstudenten. Haar staat een ontgroening te wachten, waaronder het eten van konijnenniertjes. Haar zus Alexia, een jaar ouder, dwingt haar het niertje te eten. Vegetariër of niet, het hoort erbij. Vol weerzin kauwt Justine het niertje weg, waarna de ware helletocht begint.

Vanaf dan verandert Raw in een uiterst vleselijke film, met referenties naar films van David Cronenberg en Marina de Vans intense In My Skin (2002). De camera registreert op beheerste, kille wijze hoe Justine geleidelijk aan transformeert in een kannibaal. Tegelijkertijd is er ook aandacht voor haar ontluikende seksualiteit. De zware ontgroening, waarbij de feuten in de nacht van hun bed worden gelicht en als laatste mogen gaan slapen, draagt ook bij aan de uitputting en desoriëntatie.

Frontale kijk op het vleselijke
Raw verlangt een sterke maag van de kijker. De focus op vleselijkheid is realistisch en frontaal in beeld gebracht. Cronenberg vormt hiertoe een duidelijke inspiratie, alsmede het feit dat Ducournau’s ouders beiden arts zijn met een afstandelijke, klinische kijk op het leven en de dood. Zonder de camera af te wenden zien we hoe Justine’s onbedwingbare behoefte aan vlees haar lichaam overneemt: immense jeuk laat branderige, opengekrabde plekken achter en een afgeknipte vinger wordt tot het botje afgekloven.

Raw

Raw is een grensverleggende film, waarin thema’s als kannibalisme en de grenzen tussen menselijk en dierlijk gedrag worden geëtaleerd. Zo is er een discussie tussen Justine en medestudenten over apen die verkracht worden. Een aap die verkracht is lijdt net zoveel als een vrouw die verkracht is, luidt Justine’s stelling. Een uitspraak die verbazing en afschuw oproept.

Band van het gezamenlijk bloed
Ducournau durft de grenzen op te zoeken, maar doet dat middels een kalme, ijzige registratie. Seksualiteit, identiteit en beestachtigheid vloeien in elkaar over, met de grauwe, onheilspellende studentencampus als middelpunt. De beestachtigheid van de ontgroening gaat hand in hand met de dierlijke impulsen van Justine en haar zus.

Uiteindelijk staat ook de band van gezamenlijk bloed centraal, net als in het beklemmende We Are What We Are (2013). In die film dwingt een vader zijn twee dochters mee te doen aan een traditie van familierituelen. Ook in Raw moeten de twee zussen, met overtuigende rollen van Garance Marillier als Justine (vernoemd naar de deugdzame Justine in Marquis de Sade) en Ella Rumpf als Alexia, hun weg zien te vinden in die onoverkomelijke, volwassen wereld.
 

23 april 2017

 
MEER RECENSIES

Réparer les vivants

***

recensie Réparer les vivants

De cyclus van het leven

door Cor Oliemeulen

Films over orgaandonaties zijn dun bezaaid, maar wel nodig om het belang van het verlengen van de levens van zieke mensen te onderstrepen. Het Franse drama Réparez les vivants is een directe ode aan het leven, maar verkiest technische verhandelingen boven secundaire emoties.

Volgens cijfers van de Nederlandse Transplantatie Stichting stonden vorig jaar bijna duizend landgenoten op de wachtlijst. Meer dan de helft van de patiënten wacht op een donornier, maar vooral ook longen, levers en harten blijven dringend gewenst. In Réparez les vivants (De levenden herstellen) krijgen alle direct betrokkenen van orgaandonatie een gezicht: donor, ouders, artsen en ontvanger.

Réparer les vivants

Hersendood
De tiener Simon houdt ervan zich lichamelijk in te spannen. Hij racet met zijn fiets om indruk te maken op een meisje en wint snel haar hart met zijn uitstraling en spontaniteit. Op een dag gaat hij met twee vrienden surfen op zee. De capriolen op, tussen en onder de golven zijn in mooie beelden gevangen. In hun busje op de weg terug naar huis zijn ze zo uitgeput dat Simon en de ene vriend een dutje doen. De andere vriend achter het stuur is ook niet meer okselfris en veroorzaakt een zware botsing. Simon heeft als enige zijn autogordel niet om en loopt zwaar hersenletsel op, terwijl de andere twee er met botbreuken vanaf komen.

Simon’s moeder Marianne (Emmanuelle Seigner: Frantic, Venus in Fur) arriveert als eerste in het ziekenhuis en samen met haar ex-man ontvangen ze de schokkende boodschap dat hun zoon niet meer gered kan worden en kunstmatig in leven wordt gehouden. De door verdriet overmande ouders moeten binnen enkele dagen beslissen of de organen van hun zoon voor transplantatie mogen worden verwijderd. Een zwaar dilemma, want van de buitenkant is er, op het verband rond zijn hoofd na, weinig te zien, en zijn getatoeëerde lichaam ademt regelmatig, doordat een machine zijn hart functionerend houdt. Simon lijkt zo op te kunnen staan, maar hij is hersendood.

Transplantatie of niet?
Het hoofd donatie, Thomas (Tahir Ramin, Un Prophète, Le Passé), heeft als taak om organen voor transplantaties veilig te stellen. Zoals Simons ouders moeten wikken en wegen (“de ogen zeker niet”) staat Thomas voor de zware opdracht te laveren tussen de hevige emoties van de ouders en het belang van een patiënt die met een orgaan van een jong mens kan worden gered. Zowel het gevoelige dilemma van de ouders als de functie van de arts worden realistisch en respectvol neergezet. Thomas probeert zijn gedachten af te leiden met het beeld en geluid van een zeldzame vogel en heeft ondertussen niet in de gaten dat een verpleegster hem wel leuk vindt.

En dan is er nog het verhaal van Claire (Anne Dorval, J’ai tué ma mère, Mommy), een hartpatiënt, die zojuist met haar twee zoons is ingetrokken in een woning tegenover een Parijs’ ziekenhuis waarmee ze gezien haar broze gesteldheid continu in verbinding moet staan. Ze probeert nog zoveel mogelijk van het leven te genieten, maar een paraplu vasthouden is al te inspannend en bij een bezoek aan het theater is zij genoodzaakt een portier te vragen om haar de trappen op te dragen. De kijker begrijpt snel dat Claire in aanmerking komt voor het hart van Simon. Net als de ouders en de arts moet Claire een afweging maken: wel of niet vertellen aan haar zoon, die pal voor zijn schoolexamens staat?

Réparer les vivants

Van a tot z
Réparer les vivants is een verfilming van de gelijknamige bestseller van de Franse schrijfster Maylis de Kerangal. De roman wordt geroemd vanwege de indringende weergave van de emoties van alle betrokkenen rondom orgaantransplantatie en de gedetailleerde en poëtische vertelling vanaf het vrijmaken, intuberen en loskoppelen van alle organen tot en met de incisie in Claire’s lichaam. Tegenwoordig blijkt het perfect uitvoeren van een transplantatie minder gecompliceerd dan de emotionele en psychische perspectieven van de direct betrokkenen.

Quillévéré gaat in haar filmdrama minder expliciet te werk, maar brengt de kijker beeldend genoeg op de hoogte van het hele proces. Alles begeleid door de rustieke, repeterende pianodeuntjes van filmcomponist Alexandre Desplat. Jammer genoeg worden de overwegingen van de ouders – het wel of niet beschikbaar stellen van het lichaam van hun zoon van de wetenschap – ondergesneeuwd door procedure en techniek, net als het persoonlijke leven van Claire, dat beter had mogen worden uitgediept. Neemt niet weg dat Réparer les vivants een belangwekkende film is met een eindshot van ongekend geluk.
 

12 februari 2017

 
MEER RECENSIES

Race

**

recensie Race

Marathon zonder kleur

door Cor Oliemeulen

Jesse Owens is een van de meest aansprekende atleten uit de geschiedenis. Met zijn vier gouden medailles op de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn zette hij Adolf Hitler met zijn idee over het superieure Arische ras finaal te kakken. Hoog tijd voor een biografisch drama.

Race neemt ruim de tijd om zowel het unieke sporttalent in het zonnetje te zetten als het gekonkel over een eventuele Amerikaanse boycot uit solidariteit met de door de nazi’s onderdrukte joden op te tekenen. Maar zelfs 134 minuten blijken te weinig om enige nuance in deze zwart-wit registratie aan te brengen, waarmee de hapklare brok zich veilig op het grote publiek richt. Met soms wat digitale beeldeffecten zodat we ons terug in de tijd wanen, midden in de sportarena.

Race

Het grote manco van Race is karakterontwikkeling. Een filmdrama dat men biografie durft te noemen, zou op zijn minst een paar keer diep op de persoonlijke beleving en omstandigheden van de hoofdrolspeler moeten ingaan. Het feit dat de stevige roker Jesse Owens in de film nooit met een sigaret is te zien en dat het sporticoon op zijn zesenzestigste zou overlijden aan een agressieve vorm van longkanker, hoeft weliswaar weinig betoog, want dat is minder van belang dan de verhouding met zijn vader, zijn vrouw, de blanke atleet en zijn trainer (Jason Sudeikis in een serieuze rol). Voor elke relatie heeft het scenario een paar gemeenplaatsen en volzinnen paraat en de kijker hoeft zich geen moeite te getroosten deze verhoudingen verder in te kleuren.

Sprint
Ook wanneer de stugge Avery Brundage (Jeremy Irons) namens het Amerikaanse Olympische Comité wordt afgevaardigd om met nazipropagandaminister Joseph Goebbels te onderhandelen over deelname is het beeld stereotiep. Terwijl de Amerikaan naar de plaats van afspraak wordt gereden, ziet hij in één minuut het actuele Jodenleed aan zijn oog voorbijtrekken: leuzen, marcherende soldaten en natuurlijk wordt er precies op dat moment een joodse familie vanuit het huis in een legertruck gemanoeuvreerd en afgevoerd.

Carice van Houten had ook een beter lot verdiend. Zij kwijt zich prima van haar taak om de eigenzinnige en feministische kant van documentairemaakster Leni Riefenstahl uit te beelden, maar wordt regelmatig dwars gezeten door de haastige spoed van regisseur Stephen Hopkins die deze neiging mogelijk heeft overgehouden aan zijn jarenlange productie van tv-series (24, House of Lies, 24: Legacy). Riefenstahl heeft de opdracht een propagandafilm over de Olympische Spelen van 1936 te maken en conflicteert enkele malen met Goebbels. De regisseuse wil 45 camera’s in het Olympisch stadion en geen enkele restrictie. Goebbels: “Het zijn míjn Spelen!” Riefenstahl: “Het is míjn film! Zonder mijn film zullen uw Spelen volgend jaar vergeten zijn.” (Ze zou gelijk krijgen: haar tweedelige documentaire Olympia uit 1938 geldt ook nog in 2016 als artistiek sterk en historisch waardevol.)

Race

Kapstok
Verder dan terechte bewondering voor de atleet Jesse Owens komt Race nauwelijks. Zijn optreden op een atletiekwedstrijd op 25 mei 1935 in Michigan leverde een ongeëvenaarde sportprestatie op: drie wereldrecords in drie kwartier tijd (200 yards, 200 yards hordelopen en verspringen). Maar zijn prestaties op de baan overvleugelen spijtig genoeg zijn karakterontwikkeling. Dus kan het zomaar gebeuren dat het belangrijkste personage, zeker niet onsympathiek vertolkt door de Canadese acteur Stephan James in zijn eerste hoofdrol, in feite wordt gemarginaliseerd als bijrol – een kapstok om de politieke en maatschappelijke discussie over wel of geen boycot van de Olympische Spelen aan op te hangen. Gelukkig verschijnt er op de valreep nog wel een dik uitroepteken achter de Amerikaanse hypocrisie: wel begaan met de overzeese Jood, maar ondertussen ongegeneerd doorgaan met stelselmatige discriminatie van de eigen zwarte burger – zelfs van Olympisch kampioen Jesse Owens.

Het verschrikkelijk afgezaagde liedje onder de aftiteling onderstreept de oppervlakkigheid van Race, dat met de erg voor de hand liggende titel (‘race’ betekent zowel ‘wedstrijd’ als ‘ras’) sowieso niet in aanmerking komt voor de originaliteitsprijs. Met het jankerige deuntje en strofes als ‘Let the games begin, let the best one win’ zou zelfs een finaleplaats op het Songfestival nog hoog gegrepen zijn. Op de redactie van Indebioscoop zouden we Race bestempelen als ‘pizza-film’: een cinematografisch tussendoortje zonder kraak of smaak. Hap, slik, weg.

 

16 juni 2016

 
MEER RECENSIES

Remember

***

recensie  Remember

Nooit te oud om te leren

door Cor Oliemeulen

Sommige acteurs lijken nog beter te acteren naarmate ze ouder worden. Christopher Plummer kruipt in de huid van een dementerende man die na de dood van zijn vrouw wil afrekenen met een kampbeul van Auschwitz.

Wraakfilms trekken meestal een trouwe horde liefhebbers, want het is gemakkelijk je te identificeren met iemand die de verantwoordelijke(n) wil straffen nadat hem of haar groot onrecht of verdriet is aangedaan. Een dergelijke actie-reactie krijgt een extra dimensie als het een ouder personage betreft, zoals Michael Caine die in Harry Brown (2009) de dood van zijn beste vriend vergeldt met onvermijdelijk grof geweld en (gelukkig) niet in de kraag wordt gevat. Als dan ook nog de Holocaust een rol gaat spelen en de wreker een aandoenlijke, beverige en vergeetachtige hoogbejaarde is, lijkt bij voorbaat elke represaille gerechtvaardigd.

Remember

Geheugen opfrissen
Atom Egoyan (The Sweet Hereafter, 1997) werd aangewezen als regisseur van Remember, het navrante wraakverhaal van de negentigjarige Auschwitz-overlevende Zev (Christopher Plummer). Er is één aanzienlijk probleem: Zev lijdt aan dementie en heeft een abominabel geheugen. Telkens als hij wakker wordt, roept hij zijn vrouw Ruth en moet iemand hem uitleggen dat zij onlangs is overleden.

Zijn vriend Max (Martin Landau, Oscar beste mannelijke bijrol Ed Wood, 1994) herinnert hem er aan dat Zev op Ruths sterfdag heeft gezworen wraak te nemen op de nazikampbeul die zeventig jaar geleden zijn familie heeft vermoord en nu onder een andere naam in Amerika leeft. Met een gedetailleerde instructiebrief van Max en een som geld verlaat Dev stiekem het verzorgingshuis en neemt hij de trein naar Cleveland. Op de ene arm het getatoeëerde nummer van Auschwitz, op de andere arm een tekst zodat hij niet vergeet om steeds weer het doel van zijn missie te lezen.

Oudjes
Debuterend scenarist Benjamin August schreef zijn originele script met Christopher Plummer in het achterhoofd. Deze gevierde acteur van het toneel en televisiescherm (veel bekroonde Shakespeare-rollen) speelde in meer dan honderd speelfilms (o.a. The Sound of Music, The Man Who Would Be King) en wist uiteindelijk in 2010 zijn eerste Oscar te verzilveren voor zijn bijrol in Beginners als een man die uit de kast komt nadat zijn vrouw is overleden. Ook Atom Egoyan was in zijn nopjes toen hij hoorde dat de producers van Remember Plummer hadden weten te strikken. Ze kenden elkaar nog van Ararat (2002), een drama over de Turkse genocide in Armenië.

Remember

Het zijn de oudjes in Remember die de schrale regie van Egoyan verbloemen. Zev’s confrontaties met twee potentiële kampbeulen (Bruno Ganz: Der Untergang en Jürgen Prochnow: Das Boot) zorgen voor enige verdieping en emotionele betrokkenheid die de regisseur ook in zijn recente Devil’s Knot verzuimde te bewerkstelligen. Het scenario is weliswaar intelligent met een logische en voorspelbare opbouw, fraaie spanningsboog halfweg en een briljante finale. Maar door het gebrek aan karakteriële diepgang en psychologisch drama lijkt de film teveel op een gemiddelde tv-thriller.

Christopher Plummer zet zijn personage van hoogbejaarde wreker zeer geloofwaardig neer: enigszins gammel, maar zeer vastbesloten. Het is opmerkelijk en ontzagwekkend tegelijk dat hij pas in de late herfst van zijn onuitputtelijke filmcarrière met Remember zijn eerste echte hoofdrol wist te bemachtigen.

 

17 mei 2016

 

MEER RECENSIES

 

Room

***

recensie  Room

Moeder en zoon versus De Wereld

door Ashar Medina

Brie Larson en nieuwkomer Jacob Tremblay schitteren als moeder en zoon die jarenlang gevangen worden gehouden door een psychopaat die ze behandelt als zijn huisdieren. Drama, suspense en een heel klein beetje actie kunnen echter niet verhullen dat de makers bleven hinken op twee gedachten.

Room is als film moeilijk te recenseren zonder teveel weg te geven. Het zijn eigenlijk twee verhalen in een. De eerste helft laat zien hoe Joy (Larson) het leven voor haar 5-jarige zoontje Jack zo normaal mogelijk probeert te maken. Ze zitten al jarenlang vast in een kleine schuilkelder, waar ze elke avond bezoek krijgen van hun cipier, Old Nick. Jack is zelfs geboren in de ‘room’, en weet niet beter dan dat dit de wereld is. Dat is ook gelijk het meest aangrijpende aan het verhaal dat wordt verteld via zijn voice-over.

Room

Jacks naïeve, onschuldige kinderstem staat in schril contrast met de onmenselijke omstandigheden waarin hij en zijn moeder verkeren. Zijn enthousiaste verwondering over een eenzaam eikenblad dat neerdwarrelt op het dakraam (hun enige uitzicht op de buitenwereld) is vertederend en hartverscheurend tegelijk. De gedachte dat dit lieve jongetje misschien wel zijn hele leven zal doorbrengen in deze gevangenis is onmenselijk en drijft Joy tot drastische maatregelen.

Het is ook de motor van de film, waar regisseur Lenny Abrahamson (Frank, 2014) dankbaar gebruik van maakt – een gecontroleerde cameravoering en een strakke montage geven ons het gevoel dat we in goede handen zijn. Ongeveer een uur lang is Room daardoor een subtiele dramatische thriller, met twee innemende protagonisten en een oprecht enge vijand die elk weldenkend mens angst zal inboezemen.

Eindelijk thuis?
De tweede helft is echter een ander verhaal. Letterlijk en figuurlijk. Wie verrast wil worden kan deze recensie beter wegleggen, hierna volgt een (semi-)spoiler. Halverwege de film verandert namelijk alles. Joy en Jack weten ternauwernood te ontsnappen aan hun folteraar en keren terug naar de ‘echte wereld’. Althans, voor Joy is het een terugkeer, voor Jack is het een angstige kennismaking met alles wat hem tot nu toe is onthouden. Hij leert zijn familie kennen en ziet voor het eerst auto’s, huizen en echte dieren, in tegenstelling tot de getekende versies uit zijn kleurboeken.

Het is interessant om te zien hoe de kleuter daarmee omgaat. Hij is in wezen een soort Mowgli, het wolvenkind uit The Jungle Book dat opgroeide in de wildernis en niet kon aarden in de maatschappij. In hun gevangenis was Jack heer en meester; hij kende elk hoekje van de ruimte als zijn binnenzak en kreeg alles gedaan van zijn moeder, die hem natuurlijk vertroetelde om zijn leven makkelijker te maken. De ‘room’ was veilig, en hij heeft er dan ook geen slechte herinneringen aan.

Joy is aanvankelijk dolblij verlost te zijn van de hel die ze zo lang haar thuis moest noemen. Ze stort zich op haar oude leven, maar merkt al gauw dat dat niet meer bestaat. Haar vriendinnen zijn inmiddels getrouwd of hebben succesvolle carrières en dachten dat zij dood was. Hetzelfde geldt voor een deel van haar familie, die ook niet meer hetzelfde is. De wereld is zonder haar doorgegaan en dat doet pijn.

Room

Beklemmende vrijheid
Room verandert dus in een soort coming of age-drama, toegespitst op de ‘revalidatieperiode’ van moeder en zoon. Joy’s posttraumatische stress drijft een wig tussen haar en Jack, die zichzelf totaal geen houding weet te geven. Zijn enige steunpilaar valt zo weg en het is fascinerend om te zien hoe de twee eerst elkaars enige steun en toeverlaat waren, maar nu de meest levendige herinneringen vormen van hun lijdensweg. Zo zien en voelen we dat vrijheid soms gek genoeg heel beklemmend kan zijn.

Room is een bewerking van een bestseller en het is te merken dat de makers moeite hadden met kiezen. Waar leg je de nadruk? Bij het leven in de schuilkelder en de spannende ontsnappingspogingen, of bij de terugkeer naar de echte wereld en de problemen die dat teweegbrengt. Uiteindelijk is er dus geen keuze gemaakt, mede omdat beide delen gewoon heel goed drama bieden en boeiend zijn om naar te kijken. Daardoor voelt de film wel wat onevenwichtig. Na de ontsnapping valt een groot deel van de spanning weg en wordt deze vervangen door een psychologisch portret van twee zwaar gehavende mensen die moeten leren leven met elkaar, wanneer ze niet meer het enige zijn wat ze hebben. Prachtig verteld, maar misschien iets teveel van het goede.

 

1 maart 2016

 

MEER RECENSIES

Revenant, The

****

recensie  The Revenant

Wraak in de Rockies

door Alfred Bos

De regisseur van Birdman staat opnieuw op de rol voor een Oscar. Is zijn monumentale western The Revenant een fraai opgetuigd wraakepos of een natuurdocumentaire waar Leonardo DiCaprio toevallig in verdwaald is geraakt? Of beide?

De western is terug, maar anders dan vroeger. De prairies en woestijnen hebben plaatsgemaakt voor bergen en bossen. Het zand van toen is tegenwoordig sneeuw. En de indianen, de anderen, zijn als immer onbetrouwbare natuurmensen, maar dat zijn de blanken nu ook. Maar voor de rest is het ‘Westen’ nog steeds wild: een omgeving zonder gezag, waar het leven bruut is en buiten familie en vrienden niemand te vertrouwen. Je zou er bijna de neoliberale samenleving in zien.

The Revenant

Voorbeeld van zo’n neoliberale western, naast Tarantino’s The Hateful Eight, is The Revenant, Oscar-winnaar Alejandro Iñárritu’s wraakepos over een woudgids die voor dood wordt achtergelaten en zwaar gewond, zonder enig hulpmiddel anders dan zijn kennis van het woud en zijn obsessieve doorzettingskracht, verhaal gaat halen bij zijn boosdoener. De pelsjagers, de Arikari-indianen en de rondzwervende Franse soldaten vertegenwoordigen de anarchie, de natuurstaat. Het gezag, in de vorm van een legerexpeditie, is zwak. Elementair geweld regeert: wie goed doet gaat dood en de boeven winnen.

Monumentale natuur
The Revenant is gesitueerd in Montana, aan de voet van de Rocky Mountains, ergens in de jaren twintig van de negentiende eeuw, een weinig benutte periode voor films over ‘the frontier’ (er is een tv-serie over de befaamde expeditie van Lewis & Clark in voorbereiding). Door de lens van cinematograaf Emmanuel Lubezki (Knight of Cups, Birdman, Gravity) oogt de natuur spectaculair, om niet te zeggen monumentaal. In die overweldigende omgeving ogen mensen als mieren.

De gids, Hugh Glass (Leonardo DiCaprio), is de bemiddelaar tussen natuur en cultuur, of wat daarvoor moet doorgaan, een groep ruige pelsjagers onder bescherming van een groepje Amerikaanse soldaten. Glass staat letterlijk tussen twee culturen, want hij – zo leren we uit als dromerige herinneringen gepresenteerde flashbacks – woonde in een Pawnee-nederzetting en had een Indiaanse vrouw. Hij spreekt ‘native’ met zijn zoon, een halfbloed. Anders dan in Dancing with Wolves worden indianen niet als nobele wilden afgeschilderd, zo blijkt uit de bloedstollende openingsscène. Denk Saving Private Ryan, maar dan in de Rockies.

Historische feiten verdicht
The Revenant vertoont enige overeenkomst met Iñárritu’s voorlaatste film Biutiful, qua verhaal en vorm. Zieke protagonist moet overleven in vijandige jungle en heeft hallucinante visioenen die zijn innerlijke leven verbeelden. Glass’ antagonist is de pelsjager John Fitzgerald (Tom Hardy), het soort psychopaat dat steeds frequenter op het filmdoek is te zien: alles wat hij aanraakt gaat kapot. Tussen die twee staat legerofficier Andrew Henry (Domhnall Gleeson), die moraal en orde vertegenwoordigt maar wiens slagkracht beperkt is. Daar omheen cirkelen een groepje losgeslagen Franse ex-soldaten en een posse van Arikari op zoek naar de gekaapte dochter van hun leider.

The Revenant

Het is een brisante mix en de film heeft de historische feiten in de gelijknamige roman van Michael Punke uit 2002 verdicht met eigen bijdragen. Zonder veel te verklappen: Glass’ vrouw en zoon zijn verzonnen om het verhaal meer drama te geven. En dat is ironisch genoeg de achilleshiel van de film. Waar de droomscènes Biutiful naar een hogere dimensie tillen, zijn ze hier overbodig en werken verwarrend. Ze zijn zelfs clichématig: spiritualiteit als koolzuurgas. Je gaat er van boeren.

The Revenant telt een aantal overtuigende actiescènes en is schitterend gefotografeerd. Het verhaal is episch (mens tegen mens én natuur) en de interactie tussen de diverse elkaar bejagende en beconcurrerende fracties zorgt voor de nodige spanning en toch weet de film niet de verpletterende indruk te maken die Iñárritu’s voorgaande films – en Biutiful en Birdman in het bijzonder – wel achterlieten. Daarvoor is de psychologie te eendimensionaal, zodat de kijker nimmer emotioneel contact maakt met de hoofdpersoon en zijn verhaal. Maar zelfs een niet helemaal geslaagde Iñárritu is nog altijd een bovengemiddelde film.

 

26 januari 2016

 

MEER RECENSIES

Rams

***

recensie  Rams

Haat slaat om in affectie

door Damian Uphoff

Een film met een lach en een traan over twee broers in een afgelegen dorpje in IJsland. De gemiddelde dag bestaat voor deze knarren uit het achter overgieten van bier en, bovenal, het verzorgen van hun competitierammen. Op papier klinkt het weinig sensationeel, en dat is het ook niet. Toch heeft Rams voldoende kwaliteit om te boeien. 

Grímur Hákonarson: een regisseur die waarschijnlijk niet veel belletjes doet rinkelen. Zijn komische debuutfilm Summerland  genoot zo weinig faam dat hij zichzelf met Rams pas écht op de kaart zet. Des te meer omdat hij er de Un Certain Regard-prijs (prijs voor nieuwe, potentievolle talenten) tijdens het filmfestival in Cannes mee in de wacht sleepte. Een prijs waarvoor weleens avontuurlijkere winnaars zijn gekozen: Dogtooth, White God, Después de Lucía waren stuk voor stuk gewaagder.

Rams

De pleuris breekt uit
Ogenschijnlijk is de lucht boven de afgelegen vallei in IJsland zwanger van gezapigheid. De rammencompetitie is in volle gang, en dat gaat met veel luidruchtige gezelligheid gepaard. Ruw manvolk met ferme baard viert uitbundig feest. Kiddi, de oudere broer van Gummi, komt als winnaar uit de bus, wat tot jaloezie leidt bij zijn op de tweede plaats geëindigde broer. De broers hebben al veertig jaar geen contact meer, totdat Gummi zijn broer bij de autoriteiten aangeeft vanwege symptomen van scrapie (schapenziekte) bij diens prijswinnende rammen.

Vanzelfsprekend is Kiddi razend op de klikspaan, en ook het dorpje is volledig in rep en roer. Scrapie is immers een besmettelijke ziekte. Autoriteiten besluiten dat alle rammen in het dorpje en masse een kopje kleiner gemaakt dienen te worden. Door een samenloop van omstandigheden bundelen de broers noodgedwongen hun krachten om een groepje overgebleven rammen voor hun ondergang te behoeden.

Diepgewortelde haat
Gummi en Kiddi zijn twee broers die een passionele haat tegen elkaar koesteren. De twee vertikken het om contact te leggen, ondanks dat ze nota bene naast elkaar wonen. Waarom ze zó de pest aan elkaar hebben wordt nooit duidelijk, maar gezien de lange afwezigheid van contact zal het geen klein akkefietje geweest zijn.

Recensie Rams

Júlíusson en Sigurjónsson – wie kent ze niet – zetten de rollen van de twee broers met overtuigingskracht neer. Verwacht echter geen minutieuze karakteruitdiepingen, want erg veel achtergrondinformatie krijg je niet als kijker. Het is veeleer hun relatie onderling, en de later schuivende verhoudingen daartussen, waar de regisseur zijn pijlen op richt. De bijrollen zijn helaas niet even sterk; naast het hoofdduo zijn de schapen zowaar de beste acteurs.

Desolaatheid
Besneeuwde, mistige contreien, lange uitgestrekte vlaktes en mottig weer: eigenlijk precies conform de verwachtingen als je aan IJsland denkt. Cinematograaf Sturla Brandth Grøvlen weet de desolaatheid van deze setting vaak op feilloze wijze te accentueren, met lange wijde shots en statisch camerawerk. De muziek is weinig gevarieerd, maar sluit wel naadloos aan bij het gezette sfeertje. Tijdens het slotakkoord wordt de cinematografische kalmte doorbroken zodra er een stevige sneeuwstorm de kop opsteekt, zo’n beetje het filmisch hoogtepunt van de film.

De simplistische aard van Rams – zowel op cinematografisch als op narratief vlak – veroorzaakt verder geen echte uitschieters. Het is een mooie, integere vertelling over de hereniging van twee broers, maar al bij al geen film om extatisch van te worden.

 

6 december 2015

 

MEER RECENSIES

Regression

**

recensie  Regression

De duivel zit in de details

door Ashar Medina

Voorspelbare thriller over seksueel misbruik in occulte sferen is prikkelend noch uitdagend.

Een klein stadje wordt opgeschrikt wanneer een jong meisje (Emma Watson) beweert het slachtoffer te zijn geworden van ernstig seksueel misbruik. De detective die op de zaak wordt gezet (Ethan Hawke) weet al snel een bekentenis uit haar vader te trekken, ook al kan die zich er vreemd genoeg maar weinig van herinneren. De detective gelooft hem eigenlijk ook helemaal niet en gaat verder op onderzoek uit. Hij opent een beerput en stuit op een mogelijk complot van Satanisten, mensenoffers en nog veel meer narigheid. Of heeft het meisje het hele verhaal uit haar duim gezogen..?

Regression

Angst als raadgever
Regression volgt de blauwdruk van tientallen voorgangers; occulte thrillers die spelen met de universele angst voor duivelaanbidders. De film opent zelfs met een tekst die refereert aan de massahysterie die in de jaren tachtig losbrak in de VS – na een aantal spraakmakende zaken kwamen er wekelijks verhalen bovendrijven over satanische cults die baby’s offerden, kleuters misbruikten en moordden dat het een lieve lust was.

Angst is meestal een slechte raadgever, en dat is hier niet anders. Kijk maar naar de wijze waarop Alejandro Amenabar zijn verhaal aan ons presenteert. De openingstekst is bedoeld om een duidelijk kader te schetsen, maar wat de regisseur eigenlijk doet is zijn grootste troef op tafel leggen. Door de kijker in de richting van de ongefundeerde massahysterie te sturen zegt hij al te veel over de manier waarop het verhaal van het meisje zal worden behandeld en hoe het verhaal zich zal ontvouwen. Dit komt de suspense alles behalve ten goede en zorgt ervoor dat de rest van het verhaal onherroepelijk afstevent op een onbevredigend einde.

Conventies versus clichés
Alejandro Amenabar maakte naam met intrigerende films als Abre Los Ojos (later ge-remaked als Vanilla Sky) en The Others, waarin hij mysterieuze premissen en inventieve scenario’s voorzag van een kenmerkende, beklemmende atmosfeer en zo duidelijk een authentieke handtekening presenteerde aan de filmwereld. Doodzonde dat hij voor Regression een wilde greep deed in de bak met clichés die films binnen dit genre zo vaak de das omdoen.

Regression

De acteurs kunnen daar ook niet blij mee zijn geweest. Zo krijgt Ethan Hawke als de pas gescheiden, cynische detective veel te weinig om mee te spelen. Het enige dat voor zijn personage pleit is zijn doorzettingsvermogen, maar dat is natuurlijk nooit genoeg. Het feit dat hij bijna uitsluitend cup-a-soup maaltijden eet in zijn uppie en een gebroken hart heeft doet daar niets aan af. Naast de vlakke personages zien we omgekeerde kruizen, klapperende deuren, creepy geestelijken – alles begeleid door een soundtrack die ons onomwonden duidelijk maakt dat we het eng moeten vinden. Originaliteit is ver te zoeken.

De grootste zonde wordt echter richting het einde van de film begaan. In een poging het publiek te verrassen worden zaken onthuld die niemand ooit had kunnen zien aankomen (want niet gepland of zelfs maar gesuggereerd), waardoor het een beetje aanvoelt alsof Amenabar zijn publiek in de maling neemt. Een beetje jammer allemaal.

 

9 november 2015

 

MEER RECENSIES

Ruth & Alex

**

recensie  Ruth & Alex

Hoop drukte om niks

door Cor Oliemeulen

Diane Keaton en Morgan Freeman zijn fantastisch als ouder stel dat op het punt staat te verhuizen naar een luxer appartement.

De producers mochten hun handen stuk klappen toen ze een heus droomkoppel strikten voor hun film over een ouder echtpaar in New York dat na veertig jaar zijn appartement wil verkopen. Het real life weekend van Ruth en Alex is enerverend en weet door het goede spel van Diane Keaton en Morgan Freeman te onderhouden, maar vergeet ondertussen te vlammen.

Recensie Ruth & Alex

Gemengd huwelijk
Het komische drama Ruth & Alex (in de VS verschenen onder de titel 5 Flights Up) is gebaseerd op het succesvolle boek Heroic Measures van Jill Ciment. De schrijfster plaatste een Joods koppel in de Lower East Side, echter de filmmakers kozen voor een interraciaal koppel in Brooklyn. Toen Ruth en Alex daar veertig jaar geleden trouwden, was een gemengd huwelijk nog in dertig staten verboden. Het is bijzonder dat we in een speelfilm getuige zijn van een gemengd koppel dat zo’n lange tijd bij elkaar is. Voor het verhaal vormt de combinatie blanke vrouw / zwarte man overigens geen issue. Of het moet zijn dat Ruth en Alex door onbegrip en vooroordelen waarschijnlijk een nog sterkere band hebben gekregen.

Ruth is gepensioneerd lerares en Alex kunstschilder, die weinig werk wist te verkopen omdat hij altijd weigerde op de commerciële toer te gaan. Ze wonen sinds hun huwelijk oprecht gelukkig in een tweekamerappartement in een buurt die verjongt, terwijl zowel Ruth en Alex als hun woning een dagje ouder worden en een lift geen overbodige luxe is. Ruths ietwat hysterische nichtje Lily (Cynthia Nixon) heeft haar tante enthousiast gemaakt om hun appartement mogelijk voor een miljoen dollar te verkopen, zodat ze naar een geschikter onderkomen kunnen verhuizen. Alex is wat behoudender en begrijpt beter dat Lily makelaar is en er dus financieel wijzer van wil worden.

Recensie Ruth & Alex

Commotie
Echter de huizenprijzen dreigen acuut te gaan dalen, omdat de tv-stations terroristisch gevaar aankondigen. Bovendien wordt Dorothy, het hondje van Ruth en Alex, plotseling ziek. De drie door elkaar lopende plotlijnen leiden tot verwikkelingen en dialogen die soms doen denken aan Woody Allen’s jaren zeventig klassiekers Annie Hall en Manhattan, niet zonder toeval ook komische drama’s waarin Diane Keaton het best tot haar recht komt. Door alle commotie probeert Alex zijn gejaagde vrouw tevergeefs wat te kalmeren. Ruth: “I like to worry, it keeps me calm!”

De chemie tussen de twee hoofdrolspelers is perfect. Diane Keaton doet waar ze goed in is en Morgan Freeman geeft de meest fletse film nog kleur. Alle crisissituaties, opwinding en New Yorkse typetjes ten spijt, is het duo verstoken van een sprankelend scenario – ook de flashbacks met de jonge versies van Ruth en Alex voegen weinig wezenlijks toe – en de vereiste creativiteit van regisseur Richard Loncraine om Ruth & Alex aan de grijze middelmaat te kunnen onttrekken.

 

26 juni 2015

 

MEER RECENSIES

Réalité beste film van 2015

‘Réalité beste film van 2015’

Réalité

Indebioscoop kiest Réalité als beste film van 2015. Bij de negen beoordelende recensenten stond deze absurde Franse komedie van Quentin Dupieux op de eerste plaats en in totaal behaalde Réalité 18 punten.

Deze volstrekt maffe, maar originele film draait om een cameraman die zijn eerste horrorfilm wil maken. Een rijke producer wil het project wel financieren, maar dan moet de regisseur in spe wel eerst de beste schreeuw uit de filmgeschiedenis laten horen. Birdman (16 punten) van Alejandro González Iñárritu eindigde op de tweede plaats, Son of Saul van László Nemes werd derde met 9 punten.

Réalité verwordt tot een surreëel, absurd geheel waarin dromen, realiteit, verlangens en tijd door elkaar heen lopen. Hij slaagt er in om het onlogische logisch te maken en levert bovendien een van de grappigste films van de laatste jaren af”, zegt recensent Suzan Groothuis.

Bob van der Sterre: “Gewaagd, gedurfd, interessant; het soort filmervaring waar je van op je achterhoofd gaat krabben. Menigeen zal de film frustrerend vinden en niet snappen, maar over het snappen van films gaat de film nou eenmaal.”

Recensent Ralph Evers maakte op een uitermate aangename manier kennis met regisseur Quentin Dupieux: “Een film met een bizarre verteltrant vol meta en meta-meta perspectieven, volstrekt geflipte humor en de beste plottwist die ik ooit gezien heb. Alles klopt in het absurde universum dat Dupieux hier met Réalité construeert. De casting, de naadloze overgang tussen realiteit, droomwereld en meta-realiteit, de hypnotische muziek en vreemde personages.”

Onze recensenten blikken terug op 2015 (klik op de namen):
Suzan Groothuis
Alfred Bos
Ashar Medina
Bob van der Sterre
George Vermij
Wouter Spillebeen
Nanda Aris
Ralph Evers
Cor Oliemeulen

 

1 januari 2016

 

Alle nieuws