La nuit du 12

***
recensie La nuit du 12
Iedere rechercheur heeft een misdaad die hem achtervolgt

door Ries Jacobs

In een Frans Alpendorp wordt de eenentwintigjarige Clara Royer met benzine overgoten en in brand gestoken. Ze overleeft de aanslag niet. Het is aan het team van rechercheur Vivès om de dader te vinden.

La nuit du 12 lijkt aanvankelijk een klassieke whodunnit, een soort Baantjer in de Franse Alpen. Vele verdachten komen in beeld in wat al snel een crime passionel lijkt te zijn. Clara was een romanticus, op zoek naar liefde kwam ze steeds weer in de armen van foute mannen terecht.

La nuit de 12

De politieagenten die op de moord gezet worden, zijn uiterst serieus, maar  hebben tegelijk geen hoge pet op van vrouwen, of in ieder geval niet van de interactie tussen mannen en vrouwen.

Zijn ook zij diep van binnen geen foute mannen? De liefde hebben ze afgezworen, ze waarschuwen een nieuwe collega die onlangs voor zijn vriendin op zijn knieën is gegaan voor de valkuilen van het huwelijk. Opvallend is het personage Marceau. De getatoeëerde rechercheur en zijn vriendin probeerden jarenlang vergeefs een kind te krijgen. Nu is ze zwanger van haar minnaar. Deze zes mannen, murw gebeukt door verloren liefdes en gruwelijke misdaden, hebben de taak om de moord op te lossen.

Feminisme
Dominik Moll maakte ruim 20 jaar geleden een bliksemstart als regisseur. Voor zijn tweede film Harry, un ami qui vous veut du bien (2000) kreeg hij een César, het Franse equivalent van de Oscar, en ook in de jaren daarna werden zijn films goed ontvangen. Een rode draad in zijn oeuvre zijn personages die op zoek zijn naar liefde en intimiteit. Deze lijn zet hij voort in La nuit du 12. De film toont gelijkenissen met Moll’s voorlaatste werk. Ook in Seules les bêtes (2019) hebben we te maken met ongelukkige liefde, een misdaad en een keur aan verdachten.

Ook voor die film schreef de Frans-Duitse regisseur zelf het scenario. Voor La nuit du 12 baseerde hij het script losjes op het boek 18.3. Une année à la PJ van de Franse schrijfster Pauline Guéna. Het centrale thema in het boek, ‘iedere rechercheur heeft een misdaad die hem achtervolgt’, fascineerde hem zodanig dat hij het verwerkte in een film. Toch is dit niet het enige dat hij wil zeggen. 

La nuit de 12

Er zit een feministisch element in de film dat niet goed uit de verf komt. Foute verdachten en vrouwonvriendelijke politieagenten staan tegenover een gewelddadig uit haar jonge leven gerukte blondine, een meisje eigenlijk nog. Moll lijkt de onschuld van het meisje tegenover het cynisme van de mannen te willen zetten, maar wat hij nu werkelijk wil zeggen, wordt geen moment duidelijk. 

Verval en verveling
Dit had Moll in zijn scenario beter uit moeten diepen. Nu is er een lichaam van een aan de liefde verslaafde vrouw en een allegaartje van mannen die de liefde hebben afgezworen. Deze verhaallijn leidt nergens naartoe. Het acteerwerk is oké, maar geen moment leef je mee met de nabestaanden of met de getroebleerde politiemannen. Het lukt de regisseur niet om dicht op de huid van zijn personages te zitten.

Ook wat betreft de beelden lukt het niet om La nuit du 12 voldoende sfeer te geven. Het camerawerk is eenvoudig en droog, je kunt het zelfs afstandelijk noemen. Dat is jammer, want het Alpendecor leent zich uitstekend voor de desolate sfeer van verval en verveling die in de leeggelopen bergdorpjes hangt. Toch kijkt de film lekker weg en verveelt hij geen moment. Alsof je kijkt naar een lange aflevering van Baantjer, maar dan zonder ontknoping.

 

4 december 2022

 

ALLE RECENSIES

Hurricane, The

The Hurricane (1999) met Denzel Washington
Onschuldig achter tralies

door Ries Jacobs

Op 17 juni 1966 hield een politieagent bokslegende Rubin Carter aan tijdens een routinecontrole. Op zich niet onalledaags, in het racistische Amerika van die tijd waren Afro-Amerikanen veelvuldig het doelwit van discriminerende wetsdienders. Het voorval zou snel vergeten zijn als er die nacht niet in een bar vlakbij drie mensen waren vermoord en de schutters bovendien geïdentificeerd waren als gekleurd.

Door op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats te zijn, brachten Carter – bijnaam The Hurricane – en zijn chauffeur John Artis de twintig jaar die volgden in de gevangenis door. Dit was niet de eerste keer dat de bokser in het gevang belandde. The Hurricane (1999) verhaalt over hoe Carter zijn tienerjaren grotendeels achter tralies doorbrengt. Hij komt er binnen als straatschoffie en gaat eruit als een vechtmachine.

The Hurricane (1999)

Daarnaast concentreert regisseur Norman Jewison zich op de geschiedenis van Lesra Martin. De zwarte tiener uit Toronto is zo geïnspireerd door het verhaal van de bokser die onterecht vastzit dat hij er zijn levenswerk van maakt om hem vrij te krijgen. Beide verhalen lopen door elkaar en worden niet altijd chronologisch verteld, wat de film in het begin soms enigszins verwarrend maakt. Het wekt de nieuwsgierigheid van de kijker, die langzaam de puzzelstukjes in elkaar kan passen.

Racistische jury
Jewison kiest ervoor om er geen rechtbankdrama van te maken (in 1979 regisseerde hij de rechtbankfilm And Justice for All), maar zich te concentreren op het institutioneel racisme dat (zeker in de tijd) diep in de Amerikaanse samenleving geworteld is. De van oorsprong Canadese filmmaker reisde in de late jaren veertig door het zuiden van de Verenigde Staten en was geschokt door de openlijke segregatie. Het thema komt vaker terug in zijn films, onder andere in In the Heat of the Night (1967) en A Soldier’s Story (1984).

De regisseur bundelt honderden jaren van onrecht en leed in het karakter Rubin Carter, een rol die Denzel Washington natuurlijk op het lijf geschreven is. Hij moest de Oscar in 2000 aan Kevin Spacey laten, maar won wel de Golden Globe. De Carter die we zien in de film is emotioneel, doorleefd en compleet geloofwaardig.

Over de geloofwaardigheid van de film als geheel is al jaren discussie. Niet vreemd als je over een dermate controversieel onderwerp verhaalt, bijna een kwarteeuw eerder kreeg Bob Dylan ook kritiek nadat hij het nummer The Hurricane uitbracht. Het lied komt meerdere malen terug in de film. Bovendien laten Jewison en zijn scripschrijvers vooral de emotie spreken en houden ze zich minder bezig met de vraag of hun verhaal de realiteit wel weerspiegelt. Zo zou Carter in 1964 door toedoen van een racistische jury een wedstrijd om de wereldtitel tegen Joey Giardello op punten hebben verloren. In werkelijkheid was Giardello die dag de betere bokser.

Levenslange vete
Vooral wat betreft het handelen van rechercheur Vincent DeSimone nemen de filmmakers een loopje met de werkelijkheid. The Hurricane suggereert dat de politieagent een levenslange vete had met Carter en hem het gevang in wilde luizen. Dit idee is eenvoudigweg niet correct. Voor die beruchte nacht in juni 1966 hadden de twee elkaar nog nooit ontmoet. Wellicht is het daarom dat de naam DeSimone in de film gewijzigd is in Della Pesca.

The Hurricane (1999)

Wel correct (genoeg) weergegeven is de geschiedenis van Lesra Martin. De begeesterde tiener speelde samen met drie vrijwilligers een belangrijke rol in de vrijlating van Carter en Artis, al krijgt het personage een wel erg prominente rol in The Hurricane. Maar ach, het is Hollywood en het verhaal van vier sympathieke progressieve Canadezen doet het goed bij het publiek. Het draagt, gecombineerd met gedreven acteerwerk en een oerdegelijk (zij het niet helemaal realistisch) script, bij aan het voortreffelijk staaltje vakmanschap dat The Hurricane is.

Kijk hier wanneer The Hurricane draait.

 

10 juli 2022

 

Meer Sidney Poitier & Denzel Washington

Saint of the Impossible, The

****
recensie The Saint of the Impossible
Fragiele lijn tussen hoop en teleurstelling

door Ries Jacobs

Voor de Boekenweek van 1998 schreef Arnon Grunberg het jaarlijkse geschenk aan de lezer. De heilige Antonio werd door Nederlandse lezers, als altijd zeer kritisch over het Boekenweekgeschenk, redelijk enthousiast ontvangen. Bijna een kwarteeuw later er verschijnt een verfilmde versie in de bioscoop.

De Peruaanse tienerbroers Paul en Tito wonen met hun moeder illegaal in New York. Dagelijks volgen ze twee uur lang Engelse les en brengen daarna eten rond voor een Chinees restaurant. Hun moeder Raffaela werkt zich als serveerster uit de naad in een diner. Ze flirt met klanten in ruil voor extra fooi en vertelt haar zoons dat je ‘de mensen altijd hongerig moet houden’. Maar dan wordt ze zelf ingepakt door de Europese schrijver Ewald Stanislav Krieg.

The Saint of the Impossible

De broers vallen als een blok voor Kristin, een Kroatische blondine die ze ontmoeten in hun klasje. Hoewel ze nauwelijks ouder is dan Paul en Tito, weet ze de bleue broers met haar levenservaring te imponeren. Gaandeweg de film komen de jongens steeds meer te weten over het geheim dat ze met zich meedraagt. Ondertussen overtuigt Krieg Raffaela ervan om samen met hem een Mexicaans afhaalrestaurant te openen.

Grootstedelijke grauwheid
Er gebeurt dus genoeg in de ruim anderhalf uur die regisseur Marc Raymond Wilkins voor de film uittrekt. Door de scènes relatief kort te maken, houdt hij de vaart in de film zodat de kijker zich geen moment verveelt. Het absurdisme uit De heilige Antonio vervangt Wilkins door een venijnig randje grootstedelijke armoe en grauwheid, waarbij hij geenszins uit de bocht vliegt. Nooit wordt The Saint of the Impossible pathetisch. Wilkins wil geen grote boodschap overbrengen, het filmdrama geeft vooral het dagelijks leven van vijf migranten in New York weer.

Migratie is een thema dat als een rode draad door het compacte oeuvre van Wilkins loopt. Eerder maakte hij de films Bon Voyage (2016) over twee zeilers die op de Middellandse Zee stuiten op een zinkende boot met migranten en Hotel Pennsylvania (2013) over een taalklasje voor migranten in Manhattan. Ondanks dat Wilkins zijn regiedebuut meer dan twintig jaar geleden maakte, is The Saint of the Impossible zijn eerste lange film.

The Saint of the Impossible

Tikkeltje arrogant
Het is jammer dat de regisseur zo lang heeft moeten wachten op de kans om een lange film te maken, want met The Saint of the Impossible bewijst Wilkins dat hij het in zich heeft. Hij weet een vrijwel onbekende cast, die nauwelijks ervaring heeft met Engelstalige films, te transformeren tot vijf elkaar gek makende migranten. Het is nauwelijks voor te stellen dat dit voor de broers Adriano en Marcelo Durand Castro (respectievelijk Paul en Tito) vrijwel hun eerste ervaring voor de camera is, zo goed kruipen ze in de huid van de immigrantenbroers, die zich stoer voor willen doen, maar vooral vertederend zijn.

Maar de Kraotische Tara Thaller steelt de show. Kristin is zelfbewust en een tikkeltje arrogant, maar ook kwetsbaar en onzeker. Dit alles stopt Thaller met haar expressieve gezichtsuitdrukking in haar karakter. Kristin is de belichaming van de immigrant die hoopt op een beter leven en wil daar hard voor te werken, maar tegelijkertijd kampt met sociale achterstand, uitsluiting en teleurstelling. Samen met de broers bidt ze tot Sint Rita, de heilige van het onmogelijke. Ze hopen allen dat het onmogelijke mogelijk wordt en zijn bereid daar offers voor te brengen. Maar wie hoopt, moet bereid zijn teleurgesteld te kunnen worden.

 

20 mei 2022

 

ALLE RECENSIES

CinemAsia 2022 – Deel 2: Yuni

CinemAsia 2022 – Deel 2:
Yuni is verteerd door keuzestress

door Ries Jacobs

Niet-westerse cinema geeft soms een prachtig inkijkje in een andere cultuur en dat is precies wat Yuni doet. Regisseur Kamila Andini verhaalt over uithuwelijking, iets dat wereldwijd nog altijd veel voorkomt.

Dit coming of agedrama draait om de zestienjarige Yuni. Ze weet dat de nu te maken keuzes bepalend zijn voor de rest van haar leven, alleen zijn de keuzes die ze moet maken anders dan die van ons. In het westen kent dit soort drama’s veelal thematiek als prestatiedruk, eenzaamheid of groepsdruk. Niets hiervan zien we terug in het leven van dit Indonesische meisje.

Yuni

Ze is een van de beste leerlingen van haar school, heeft veel vriendinnen en de mannen liggen aan haar voeten. Desondanks drukt er een enorme last op haar schouders. Haar oma wil dat ze, zoals de traditie het wil, trouwt met een van de aanbidders die haar familie een bruidsschat komt aanbieden. De leraressen op haar islamitische school zien voor Yuni een academische toekomst, maar dan mag ze niet trouwen.

Influencer
Andini schreef het script nadat haar huishoudster vertelde over haar dochter. Het meisje was als kind getrouwd en verwachtte op haar achttiende haar eerste kind. In de woorden van Andini was het ‘a high-risk pregnancy’. In een interview met Womenandhollywood.com zegt ze: “Ik wil dat het publiek ziet dat de keuzes moeilijk zijn voor meisjes .”

Het is daarom jammer dat hoofdrolspeelster Arawinda Kirana wat vlak blijft in haar vertolking van Yuni. Je dringt als kijker niet tot haar door, waardoor je nooit echt met haar meeleeft. Anderzijds houdt ze haar karakter voldoende staande, terwijl de rol van Yuni pas haar tweede voor de camera is. Eerder speelde ze in een aflevering van Quarantine Tales (2020) een influencer die moet kiezen (wederom keuzestress) tussen haar familie en haar carrière.

Yuni

Kevin Ardilova maakt het bonter. Hij kruipt in de huid van de poëtische Yoga, een klasgenoot die Yuni helpt met haar schoolvakken en alles heeft wat je van een dichter verwacht. Hij is zachtaardig, dodelijk verlegen en kijkt meer naar zijn voeten dan in de camera. Bovendien maakt hij geen enkele ontwikkeling door, gedurende de ruim anderhalf uur durende film blijft hij hetzelfde flat character.

Beperkt leven
Ondanks het niet altijd overtuigende acteerwerk is Yuni wel degelijk het kijken waard. Het verhaal loopt als een trein en de thematiek is te belangrijk om niet verfilmd te worden. Het feministische drama toont hoe een meisje keuzes moet maken die zelfs voor een volwassene moeilijk zijn. Bovendien laat Andini zien hoe beperkt de rol van de vrouw ook in het hedendaagse Indonesië is. Kies je voor een huwelijk, dan kies je voor een beperkt leven dat voornamelijk bestaat uit je echtgenoot gehoorzamen en zoveel mogelijk kinderen krijgen. Kies je daar niet voor, dan ben je veroordeeld tot een leven vol (financiële) onzekerheid.

Kijk hier waar en wanneer Yuni draait tijdens CinemAsia 2022.

 

10 mei 2022

 

Interview Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia
CinemAsia 2022 – Deel 1
CinemAsia 2022 – Deel 3
CinemAsia 2022 – Deel 4
CinemAsia 2022 – Deel 5

 


MEER FILMFESTIVAL

Sun Children

****
recensie Sun Children
Het optimisme van de straat

door Ries Jacobs

‘Deze film is opgedragen aan de 152 miljoen uitgebuite kinderen’ staat te lezen voordat Sun Children echt van start gaat. Wordt dit een snotterfilm waarin kinderen met een gouden hart worden uitgebuit door de grote boze wereld, maar uiteindelijk overwinnen? Gelukkig vermijdt regisseur Majid Majidi deze clichés.

Omdat de straatjongen Ali bij een crimineel in het krijt staat, draagt deze hem op een schat te vinden die onder de lokale begraafplaats zou liggen. Daarvoor moet hij zich aanmelden op de naastgelegen school, om van daaruit een tunnel te graven. Ali en zijn drie vrienden melden zich aan op de school, een met donaties opgebouwd particulier initiatief dat als doel heeft om straatkinderen een toekomst te geven. Dit doen ze met tegenzin, want ze hangen liever rond op straat en sprokkelen hun kostje bij elkaar in een autowerkplaats of in de criminaliteit.

De komst van de straatschoffies in de klas levert avontuur en pijnlijke situaties op, zoals het moment dat de verslaafde vader van Ali’s vriend Mamad heisa maakt en onwel wordt, waarna de leraren zich over hem ontfermen. Ook pijnlijk om te zien is hoe de idealistische leraar Rafie de vier jongens van Ali’s gang verder wil helpen, niet wetende wat de werkelijke motieven van de jongens zijn.

Sun Children

Geen klaagzang
Rouhollah Zamini won met zijn vertolking van Ali de Marcello Mastroianni Award die op het festival van Venetië jaarlijks wordt uitgereikt aan een opkomend talent. De sterke cast maakt van Sun Children een realistisch geheel, dat het als Iraanse inzending voor de Oscar tot de tussentijdse shortlist van vijftien films schopte.

Zoals in veel van zijn films toont Majidi zijn verhaal ook nu door de ogen van kinderen. Ali en zijn vrienden denken echt dat er een schat te vinden is en nemen je mee in hun wereld. In de hem kenmerkende eenvoudige stijl vertelt Majidi de geschiedenis van de vier jongens zonder gebruik van flashbacks, symboliek of filosofische overpeinzingen. De camera registreert slechts de gebeurtenissen rondom de uitgebuite straatjochies, die zich desondanks vlot en optimistisch door de wereld bewegen.

Majidi heeft een zwak voor de verschoppelingen van de Iraanse samenleving. In Children of Heaven (1997) waren het stedelijke armen, in Baran (2001) Afghaanse vluchtelingen en in Colour of Paradise (1999) en The Song of Sparrows (2008) lichamelijk beperkten die de hoofdrol speelden.

Sun Children

Wegwerpkinderen
Ook in Sun Children legt hij de vinger op de zere plekken van de Iraanse samenleving die voor ons nagenoeg onbekend zijn. De vier jongens hebben allen een vader die overleden, verdwenen of aan de drugs is. Voor ons is Iran het land van de Ayatollahs, dat het land een gigantisch drugsprobleem heeft, is velen niet bekend. Naar schatting 6,5 miljoen Iraniërs zijn verslaafd, op een bevolking van 85 miljoen. De laatste jaren heeft het gebruik van XTC en chrystal meth een vlucht genomen en daarnaast is buurland Afghanistan de grootste papaverproducent ter wereld.

De ruim 900 kilometer grens die Iran deelt met dat land zorgt voor nog een probleem. Iran herbergt, legaal en illegaal, ongeveer vier miljoen Afghaanse vluchtelingen. Majidi laat ons door de ogen van Ali’s Afghaanse vrienden Abolfazl en Zahra zien hoe de vluchtelingen in Iran behandeld worden als tweederangs inwoners en voortdurend in angst leven.

Sun Children breekt een lans voor de vluchtelingen en de straatkinderen. Iedereen maakt misbruik van Ali en zijn vrienden. Criminelen gebruiken ze om hun vuile klusjes op te knappen, voor de autowerkplaats zijn het goedkope arbeidskrachten en in de metro verkopen ze prularia aan forensen waaraan ze nauwelijks iets verdienen. In zekere zin gebruikt zelfs de bevlogen leraar Rafie de straatkinderen om zijn eigen idealen vorm te geven. Majidi maakt ons duidelijk dat in een land waar drugsmisbruik bijna besmettelijker is dan corona, weinig mensen echt iets geven om deze wegwerpkinderen.

 

26 januari 2022

 

ALLE RECENSIES

Brief die nooit verzonden werd, De

****
recensie De brief die nooit verzonden werd
Ploeterend door de taiga

door Ries Jacobs

Het avontuurlijke drama De brief die nooit verzonden werd (1960) is in de filmgeschiedenis enigszins ondergesneeuwd door Als de kraanvogels overvliegen (1957) en Soy Cuba (1964), de twee andere films die regisseur Michail Kalatozov samen met cameraman Sergej Oeroesevski maakte. Is dit terecht of lijdt de film aan het ‘middelste kind-syndroom’?

Na decennia van Stalinistische onderdrukking en propaganda liet partijleider Chroesjtsjov de touwtjes in de jaren vijftig enigszins vieren. Regisseur Michail Kalatozov was een van de eerste regisseurs die opbloeide door de vrijheid die Russische cineasten kregen en maakte in enkele jaren tijd zijn drie meest gewaardeerde films. Overschaduwd door zijn meer geprezen broertjes heeft De brief die nooit verzonden werd nooit echt een plaats gekregen in de eregalerij van de filmgeschiedenis.

De brief die nooit verzonden werd

De film verhaalt over expeditieleider Sabinin die, op zoek naar diamantrijke aardlagen, met twee jonge geologen en gids Stepanovich de Russische taiga doorkruist. De gids (type ruwe bolster, blanke pit) heeft zijn oog laten vallen op wetenschapper Tania, maar zij vindt de nerdy geoloog Andrei leuker. Als het team een diamantrijke aardlaag ontdekt, is de vreugde van korte duur. Een die nacht om zich heen slaande bosbrand vernietigt de boten van het team en daarmee ook een snelle weg terug naar de bewoonde wereld. Het is aan Sabinin om het nieuws van zijn ontdekking, ter meerdere eer en glorie van Moedertje Rusland, naar Moskou te brengen.

Bosbrand
In zekere zin kun je De brief die nooit verzonden werd beschouwen als de moeder (of grootmoeder?) van de sinds de jaren negentig immens populaire rampenfilm. Wat De brief die nooit verzonden werd onderscheidt van de recentere varianten van dit genre is het tempo. Waar het publiek van de gemiddelde rampenfilm meestal binnen een kwartier midden in de door vulkanen, tsunami’s of buitenaardse indringers veroorzaakte ellende zit, neemt Kalatozov de tijd om eerst eens rustig zijn personages voor te stellen. Pas als de film bijna halverwege is moeten de geologen en hun gids rennen voor hun leven.

Kalatozov laat de bosbrand in dienst staan van de karakters in plaats van andersom. Sabinin en zijn team zijn meer dan pionnen in een almaar voortrazend verhaal. In plaats daarvan is de bosbrand het decor voor de acteurs. Je kunt de film achteraf in het ietwat goedkope genre van de rampenfilm plaatsen, maar hij is er wel een met aanzienlijk meer diepgang dan zijn opvolgers.

De brief die nooit verzonden werd

Stadsmeisje
Toch komen de karakters, hoewel ze zeker niet eendimensionaal zijn, niet volledig uit de verf. Zo blijft de stoere gids Stepanovich toch vooral een spierbal. Waarom valt deze taigabewoner als een blok voor het gesofisticeerde stadsmeisje Tania? De film zou interessanter zijn als Kalatozov dit had uitgediept.

De brief die nooit verzonden werd is oppervlakkiger dan zijn voorganger, een liefdesverhaal dat gaat over trouw en verantwoordelijkheid in tijden van oorlog. Ook Soy Cuba gaat dieper, hoewel dit politieke werk dat focust op armoede en ongelijkheid in de nadagen van Batista ook gezien kan worden als socialistische propaganda. Ondanks dat critici de film aanvankelijk neersabelden, werd de film uiteindelijk omarmd door filmliefhebbers.

Anderzijds kun je evengoed betogen dat Kalatozov, nadat hij met Als de kraanvogels overvliegen een Gouden Palm won, in De brief die nooit verzonden werd meer focus legt op de weidse schoonheid van de beelden. Hij laat zien dat hij naast een verhaal vertellen het technische aspect van het regisseren tot in de puntjes beheerst, waarbij we ook de hand van cameraman Oeroesevski niet mogen uitvlakken. Groots en vaak vanuit een moeilijk camerastandpunt brengt hij de taiga in beeld, spelend met licht en schaduw. Stel dat je in 1960 in Moskou in de bioscoop zat en je Sabinin door de taiga zag ploeteren, het moet werkelijk adembenemend geweest zijn.

De brief die nooit verzonden werd zou in de gerestaureerde versie vanaf 2 december in een aantal bioscopen draaien, maar wegens de huidige coronamaatregelen is dat uitgesteld. De film is momenteel te zien op YouTube.

 

30 november 2021

 

ALLE RECENSIES

Annette

***
recensie Annette
Wals met foute man

door Ries Jacobs

Een musical met in de hoofdrollen actrice, zangeres en componiste Marion Cotillard en de inmiddels gevestigde acteur Adam Driver zou weleens vuurwerk kunnen opleveren. Beiden hebben bewezen zowel in blockbusters als in serieuzere films uitstekend overeind te blijven. Bovendien liet Cotillard in La vie en rose (2007) horen een uitstekende zangeres te zijn. Toch weet Annette niet geheel te overtuigen.

Het verhaal in een zin: stand-up comedian en beroepsprovocateur Henry McHenry (Adam Driver) en klassiek zangeres Ann Defrasnoux (Marion Cotillard) krijgen een relatie waaruit een kind met een bijzondere gave wordt geboren, waarna hun relatie uitloopt in een ramp.

Annette

Dit verhaal schreven Ron en Russell Mael, de twee broers die al decennialang het experimentele muziekgezelschap Sparks vormen. De twee verzorgden natuurlijk ook de begeleidende muziek. Annette wijkt op essentiële punten af van wat we horen en zien in de traditionele musical: er wordt nauwelijks in gedanst en er zitten stukken opera in (Cotillard speelt immers een klassieke sopraan). Bovendien maakt regisseur Leos Carax (Les amants du Pont-Neuf, Holy Motors) er een surrealistisch werk van. Zo blijkt Annette, naar wie de film vernoemd is, een mysterieus wezen.

#MeToo
Ook de kleding van de hoofdrolspelers draagt bij aan het surrealistische karakter van de film. Cotillard zien we vaak in het geel en wit en Driver draagt groene kleding. Symboliseert dit de puurheid en zuiverheid van Ann en de natuurlijke woestheid van Henry? Nee, zegt Carax, hij vindt het gewoon mooie kleuren. Er is dus niets symbolisch aan, het is gewoon toeval.

Evengoed is het toeval dat er een link naar #Me Too in Annette zit wanneer McHenry’s voormalige partners hem beschuldigen van (seksueel) wangedrag. ‘Toen we aanvingen met het project was er nog geen #Me Too,’ aldus de Franse regisseur, ‘bovendien zijn er veel kunstenaars die slechte mensen waren, maar me toch erg geïnspireerd hebben.’

Ook de link naar #Me Too is een onderdeel van het vlakke verhaal waarin de vrouw valt op een foute man en hiervoor uiteindelijk de prijs betaalt, maar waarin het niet duidelijk wordt waarom operazangeres Defrasnoux valt voor een man waarvan afdruipt dat hij fout is. Ze is succesvol en haar pianist, gespeeld door Simon Helberg (Howard Wolowitz in The Big Bang Theorie) aanbidt haar, maar toch valt ze op McHenry. Waarom?

Annette

Surrealistisch
Het verhaal is in musicals minder bepalend voor de sfeer dan de muziek. In Annette is het niet anders en dat is waar de schoen wringt. Hoewel de surrealistische sfeer goed is neergezet en het acteerwerk is wat je mag verwachten van de hoofdrolspelers (vooral Driver is ijzersterk in zijn rol van Henry McHenry op het podium), kent de muziek teveel zwakke momenten.

De soundtrack laveert tussen het typische musicalgeluid en kunstige jaren zeventig pop en kent zeker goede nummers. Zo is het openingsnummer (naast de hoofdrolspelerszijn de broers Mael te horen) ijzersterk. Maar het geheel kent teveel liedjes die niet echt boeien. Het is als een plaat die enkele hits bevat en verder is opgevuld met wat nog op de plank lag. Bovendien is Driver als zanger weliswaar boven de maat, maar ontbeert zijn stem variatie en diepgang.

Alle ingrediënten bij elkaar kunnen de film niet gedurende de hele looptijd overeind houden. Neem daarbij in ogenschouw het flinterdunne verhaal en dat het karakter van Ann Defrasnoux niet goed uit de verf komt en je vraagt je af of Carax de 141 minuten die hij voor de film uittrekt niet beter had kunnen invullen.

 

21 november 2021

 

ALLE RECENSIES

Kid, The

The Kid (1921)
Nog even actueel als een eeuw geleden

door Ries Jacobs

Charlie Chaplin is wellicht als enige ster uit het tijdperk van de stomme film nog in ons collectieve geheugen gebeiteld. Het mannetje met de bolhoed, het snorretje en de te wijde broek halen we ons zo voor de geest, maar vraag een willekeurige persoon een film van hem te noemen en je krijgt vaak geen antwoord.

De filmliefhebber noemt meestal Modern Times (1936) of The Great Dictator (1940), klassiekers die nog altijd geroemd worden vanwege hun combinatie van humor en maatschappijkritiek. In The Kid (1921) komt Chaplins kritiek op het Amerikaanse winner-takes-all kapitalisme al voorzichtig tot uiting. Zijn bekende zwerverstypetje The Tramp speelt de hoofdrol. Op platvoeten stommelt hij door de achterbuurten en beschrijft hij het leven aan de zelfkant van de Amerikaanse samenleving.

The Kid

In The Kid vindt The Tramp een door een alleenstaande moeder achtergelaten baby. Hij neemt het jongetje (gespeeld door Jackie Coogan, die decennia later in de The Addams Family de rol van de kale engerd Uncle Fester op zich zou nemen) mee naar zijn huis en voedt hem op als zijn eigen zoon. Natuurlijk vinden de autoriteiten dat het onnozele mannetje geen kind kan opvoeden. Samen belanden ze in enkele komische situaties waarin ze met het gezag (agent, huisarts en directeur kindertehuis) de strijd aangaan.

Miserabele jeugd
In retrospectief is The Kid een kantelpunt in het oeuvre van Chaplin. Het was de eerste lange film die hij zelf regisseerde. Daarvoor maakte hij hooguit twintig minuten durende een- of tweeakters. Om zijn eerste grote project te financieren, nam de komiek een enorm risico. Hij leende het in die tijd astronomische bedrag van een half miljoen dollar bij een Italiaanse bank.

Als gevolg van Chaplins perfectionisme liepen de opnames uit tot ruim vijf maanden, voor die tijd ongekend lang. Van het opgenomen materiaal belandde na de montage minder dan twee procent in de film. Maar het resultaat mag er zijn. De klik tussen Chaplin en Coogan spat van het scherm af (het gerucht gaat dat de speciale band die Chaplin met het kind had een poging van hem was om zijn miserabele jeugd te compenseren), wat de slapstickscènes uitermate geestig maakt.

Door de slapstick komt de maatschappijkritiek nu, honderd jaar later, wel wat lief en flauw over, maar we moeten dit in zijn tijd plaatsen. Dat Chaplin bijvoorbeeld het wereldlijk gezag op de korrel neemt, maar het kerkelijk gezag niet aanraakt, zegt genoeg.

Communistenjager
De maatschappijkritiek die Chaplin in The Kid uit, vindt haar oorsprong in zijn jeugd. De latere komiek werd in 1889 in Londen geboren als zoon van rondreizende toneelspelers. Zijn ouders gingen snel na zijn geboorte uit elkaar, waarna zijn vader aan de drank raakte en zijn moeder opgenomen werd in een psychiatrische kliniek. Armoede was de rode draad door Chaplins jeugd. Een groot deel van zijn kinderjaren bracht hij door in een armenhuis. Dit autobiografische gegeven komt terug in de film wanneer de autoriteiten besluiten om het kind naar een weeshuis te sturen.

Gedurende zijn periode in het armenhuis begon Chaplin met acteren, pantomime en tapdansen. Hij kreeg steeds meer succes en besloot in 1910 zijn geluk in Hollywood te beproeven. Toen hij tien jaar later The Kid regisseerde, was hij reeds een gerenommeerde ster. Omdat zijn stomme films niet vertaald of ondertiteld hoefden te worden en zijn humor universeel was, kreeg hij al snel wereldwijde bekendheid. Desondanks bleef Chaplin politiek altijd kritisch en links georiënteerd, waardoor hij uiteindelijk onder het vergrootglas van de beruchte communistenjager Joseph McCarthy terecht kwam. In 1952 verruilde Chaplin de Verenigde Staten voor Zwitserland, waar hij samen met zijn vierde vrouw Oona O’Neill tot zijn dood in 1977 een rustig leven leidde.

Duizendpoot
The Kid is de eerste film van Chaplin waarin de talenten van de duizendpoot goed tot hun recht komen. Timing en mimiek, in het tijdperk van de stomme film nog essentiëler dan nu, beheerste hij als geen ander en zijn regiedebuut sloeg in als een bom. Bedenk daarbij dat hij veel muziek voor zijn films zelf componeerde en je ziet het belang dat de Engelsman had voor de ontwikkeling van de vroege cinema.

Wat betreft thematiek is The Kid nog even actueel als tijdens zijn release. De wereld had zojuist tientallen miljoenen mensenlevens aan de Spaanse Griep verloren en de omstandigheden in fabrieken en achterbuurten waren abominabel. Een eeuw later hebben we corona, groeiende inkomensongelijkheid en een (zeker in Amerika) doorgeschoten neoliberalisme. Bovendien zijn de beelden zo snel gemonteerd dat zelfs de TikTok-generatie ermee overweg kan.

 

3 oktober 2021

 

THEMAMAAND CHARLIE CHAPLIN

Onoda – 10.000 Nights in the Jungle

****
recensie Onoda – 10.000 Nights in the Jungle

Dwalen in een andere werkelijkheid

door Ries Jacobs

Op 26 december 1944 werd Hiroo Onoda naar het Filipijnse eiland Lubang gestuurd om het te verdedigen tegen het oprukkende Amerikaanse leger. De Tweede Luitenant in het Japanse Keizerlijke Leger gaf zich uiteindelijk op 10 maart 1974 over aan een officier van de Filipijnse luchtmacht. Onoda – 10 000 Nights in the Jungle vertelt het verhaal over de soldaat die, gedreven door plichtsbesef en wantrouwen, weigerde te geloven dat de oorlog voorbij was.

Het cliché dat de waarheid soms vreemder is dan fictie gaat in dit geval zeker op. Als de geschiedenis van Onoda niet werkelijk had plaatsgevonden, dan zou het filmscript van de Franse regisseur Arthur Harari en zijn schrijversmaatje Vincent Poymiro direct met het stempel ongeloofwaardig in de prullenbak verdwijnen.

Onoda - 10.000 Nights in the Jungle

Andersom is het vreemd dat dit bizarre en tegelijkertijd avontuurlijke verhaal nu pas verfilmd is. Harari was gefascineerd toen hij hoorde over een Japanse soldaat die bijna dertig jaar overleefde in de jungle. Vrijwel meteen zag hij de mogelijkheden voor een film. Het uiteindelijke resultaat is een ingetogen film met een minimum aan heroïsche gevechten. Ook laat hij zich niet verleiden tot een overdaad aan poëtische vergezichten, hoewel het tropische heuvellandschap daartoe wel degelijk uitnodigt.

Geef je nooit over
In plaats daarvan legt Harari de nadruk op de ontwikkeling en de kameraadschap van de soldaten. Want hoewel Onoda in 1974 alleen werd gevonden, voerde hij zijn voortgezette oorlog aanvankelijk met drie Japanse medestrijders. Een voor een ontvallen zijn kameraden hem. Twee van hen komen om in de strijd met de eilandbevolking (door de keizerlijke Japanse strijders nog steeds beschouwd als hun vijand), één geeft zich over.

Als de overgelopen soldaat Akatsu zich met een Japanse delegatie op het eiland mededeelt dat de oorlog al jaren voorbij is, beschouwen Onoda en zijn overgebleven strijdmakker dit als Amerikaanse propaganda. Hoe meer informatie ze krijgen, hoe dieper ze zich ingraven in hun idee dat de oorlog nog steeds gaande is. Het laatste bevel dat ze in 1945 kregen, luidde immers om het eiland te verdedigen en zich nooit over te geven.

Onoda - 10.000 Nights in the Jungle

Politiek, spiritualiteit en levenszin
‘De film moest gaan over het ervaren van de werkelijkheid’, zegt Harari hierover. Hij doet er te lang over (165 minuten) om zijn verhaal te vertellen, maar slaagt er wel in om de kijker te laten meekijken in de hoofden van de Japanse soldaten die allen de realiteit op hun eigen manier ervaren. Ze hebben dezelfde twijfels als orders uitblijven en de jaren verstrijken, maar ieder van hen gaat er anders mee om.

In die zin is de bizarre geschiedenis van Onoda en zijn drie medestrijders op het Filipijnse eiland een uitvergroting van de werkelijkheid van alledag. Politiek, spiritualiteit, levenszin, over al deze zaken en nog veel meer geloven we wat we willen geloven. Ons geloof baseren we op onze interpretatie van de werkelijkheid, niet op de werkelijkheid zelf. Naast een geslaagde film is Onoda – 10 000 Nights in the Jungle daarom een spiegel die Harari de kijker voorhoudt. Hoe objectief is ons beeld van de werkelijkheid eigenlijk?

 

2 september 2021

 

ALLE RECENSIES

Painter and the Thief, The

****
recensie The Painter and the Thief

Hoe de kunstrover zelf een kunstwerk werd

door Ries Jacobs

In 2015 stalen inbrekers twee schilderijen van de Tsjechische kunstenares Barbora Kysilkova. De dieven pikten er de duurste doeken uit waardoor het in eerste instantie leek te gaan om een professionele kunstroof. Maar niets bleek minder waar.

De diefstal leek een vooraf zorgvuldig geplande actie te zijn. In plaats van het canvas snel en slordig uit de lijst te snijden, maakten de inbrekers het nietje voor nietje los van het houten frame. Maar de kunstdieven bleken twee junks die nauwelijks wisten waar ze mee bezig waren. Op basis van camerabeelden werden ze snel gevonden.

The Painter and the Thief

Met Karl Bertil-Nordland, een van de dieven, neemt de al jaren in Noorwegen woonachtige Kysilkova contact op in de hoop erachter te komen waar de gestolen schilderijen zijn. De met tatoeages bedekte inbreker heeft zichtbaar spijt van zijn daad. Hij wil alle medewerking verlenen, maar kan zich, met zijn hoofd vol drugs, niets van de diefstal herinneren. Kysilkova vraagt hem te poseren voor een kunstwerk. Dit is het begin van een reeks schilderijen en een vriendschap tussen de kunstenares en de dief.

Een prachtig sprookje?
Regisseur Benjamin Ree vertelt zijn verhaal niet altijd chronologisch, iets wat niet vaak gebeurt in documentaires en deze relatief lange film spannend houdt. Hij licht een belangrijke gebeurtenis uit en vertelt daarna uitvoerig welke ontwikkelingen tot deze gebeurtenis leidden. Het verhaal leent zich hier prima voor want de levens van de kunstenares en de drugsverslaafde nemen nog wel eens een onverwachte wending.

Maar hoe kwam Ree juist bij deze twee personen uit? De regisseur zegt ‘altijd gefascineerd te zijn geweest door kunstroof’. Het zijn de contrasten tussen de elitaire kunstwereld en de veelal van de straat afkomstige criminelen die hem intrigeren. ‘Wie zijn deze dieven? Hoe kiezen ze hun schilderijen?’ De regisseur begon zoals iedereen tegenwoordig start met zijn research, hij zocht op Google. Daarna had hij gesprekken met meerdere kunstdieven, maar geen van hen vond hij interessant genoeg voor een documentaire.

Dit veranderde toen hij las over een kunstroof bij de in Oslo gevestigde galerie Nobel, waar twee schilderijen van een relatief onbekende, in realistische schilderijen gespecialiseerde kunstenares gestolen waren. Hij begon te filmen en zag de band tussen de kunstenares en de drugsverslaafde uitgroeien tot een prachtig sprookje over oprechte spijt en vergeving. Of toch niet?

The Painter and the Thief

Spelend kind
Gelukkig is The Painter and the Thief niet zo eendimensionaal. Ja, spijt en vergeving zijn wel degelijk aspecten die centraal staan in de documentaire, maar er is meer. Zo zien we hoe de kunstenares zich als een moeder ontfermt over de stuurloze drugsgebruiker, maar haar leven zelf ook niet zo goed op de rails heeft. Ze heeft een huurschuld van drie maanden en haar aanvragen voor tentoonstellingen worden afgewezen. Toch vertikt ze het om een parttime baan te zoeken. Ze wil alleen maar schilderen, zoals een kind alleen maar wil spelen.

Beide hoofdrolspelers hebben hun eigen sores, beiden vinden het moeilijk om hun leven zin en richting te geven. In dat opzicht lijken ze op elkaar, deze twee mensen die in compleet verschillende werelden leven en elkaar onder normale omstandigheden nooit hadden leren kennen. Dit is het mooiste aspect van The Painter and the Thief. De film toont te kijker hoe de schilders en de dief, net als alle mensen – arm of rijk, hoog- of laagopgeleid, snobistisch of van de straat – beiden met vallen en opstaan proberen hun leven vorm te geven.

 

26 juli 2021

 

ALLE RECENSIES