Regisseur Claudio Giovannesi over Piranhas:
“Ik probeer de werkelijkheid rechtstreeks een gezicht te geven”
door Alfred Bos
De Italiaanse regisseur Claudio Giovannesi schetst in zijn films geen vleiend portret van zijn thuisland. Hij kijkt niet weg en ziet pubers waar anderen misdadigers zien. “Voor mij bestaan er geen goede of slechte mensen.”
“Wat men in het buitenland de maffia noemt, is in Italië een regionaal fenomeen. Elke streek heeft zijn eigen georganiseerde misdaad, met een eigen naam: de Cosa Nostra op Sicilië, de ‘Ndrangheta van Calabrië, de Camorra van Napels en de Sacra Corona Unita van Apulië en Puglia. De geschiedenis van Italië is verweven met misdaad.”
Op dinsdag spreekt InDeBioscoop – via een tolk – met de Italiaanse regisseur Claudio Giovannesi (Rome, 1978), over zijn nieuwe film La paranza dei bambini, die in Nederland draait onder de titel Piranhas. Hij gaat over een jeugdbende in Napels en is gebaseerd op de roman De kinderen in de sleepnetten van Roberto Saviano. Diens meest recente boek, Zero Zero Zero, brengt de internationale cocaïnehandel in kaart. Op woensdag wordt de advocaat van een drugscrimineel in Amsterdam op straat vermoord.
Boek en film zijn fictie, de realiteit waarop ze zijn gebaseerd is dat niet. Na de gebeurtenissen in Nederland verklaart Saviano tegen een Amsterdamse krant: “Van Italië tot Zweden en van Mexico tot Nederland zien we dat de nieuwe generatie maffiosi en drugshandelaars bestaat uit heel jonge jongens, vaak minderjarigen, die in armoedige omstandigheden leven en uit achtergestelde milieus komen.”
Claudio Giovannesi doelt op de jeugdige criminelen en de misdaad die het onderwerp zijn van zijn speelfilm, als hij stelt: “Dit soort situaties spelen zich af op plekken waar de staat er niet is. Veel schooluitval. Armoede. Geen werk. Dat vormt een voedingsbodem voor misdaad.”
Vierduizend kandidaten
Piranhas is niet de enige film uit Italië over misdaad en maffia die er dit jaar uitkomt. In december verschijnt in de Nederlandse bioscoop Il Traditore (De verrader) van de veteraan Marco Bellocchio; de film vertelt het verhaal van de eerste spijtoptant van de maffia, Tommaso Buscetta, en de processen die daarop volgden. No sono un assassino (Ik ben geen moordenaar) van Andrea Zaccariello, over een corrupte politieman, heeft de Nederlandse cinema niet gehaald. Dat lukte La terra dell’abbastanza van de D’Innocenzo-broers wél.
Wat sprak de regisseur aan in het boek van Saviano? Giovannesi: ”Het vertelt over het milieu waarin jongeren in Napels opgroeien: de misdaad, het bevriend raken met bepaalde types, de gunsten die worden verleend. Dat zijn feiten. De film is meer gebaseerd op de gevoelens van pubers. Hij gaat niet zozeer over misdaad, maar over het leven van die jongeren in een wereld van misdaad.”
Is het boek fictie of nonfictie?
“Dat is een interessante vraag, want de film en het boek zijn gebaseerd op een waar gebeurd verhaal van een groep jongeren in een wijk van Napels. Voor een aantal maanden hadden ze de macht in die wijk overgenomen. Het boek van Saviano is fictie, maar gebaseerd op feiten. De film haalt zijn inspiratie uit het boek, uit het waar gebeurde verhaal, maar ook uit het feitelijke leven van jongeren in Napels.”
Hoe heeft u de hoofdrolspeler gevonden, Francesco Di Napoli?
“De hele film wordt gespeeld door niet-professionele acteurs, jongeren van zestien. Om die te vinden, hebben we moeten selecteren uit vierduizend kandidaten. We wilden iets specifieks: jongeren die de feiten kenden van de gebeurtenissen die we in de film zien. Tegelijkertijd wilden we jongeren met een onschuldige blik. De film gaat over het verlies van de onschuld die je op die leeftijd nog hebt.”
“Deze jongeren zijn geen criminelen, natuurlijk. Maar omdat ze in bepaalde wijken van de stad leven, hebben ze de misdaad rechtstreeks gezien. Ze wisten precies hoe dingen gaan. Francesco, de hoofdrolspeler, werkt in een bar in een wijk van Napels waar de misdaad die de film toont, zich daadwerkelijk heeft afgespeeld. Dat is daar dagelijkse kost.”
Film en literatuur
Claudio Giovannesi studeerde literatuur, voor hij in 2009 zijn eerste speelfilm maakte, La casa sulle nuvole, over twee broers met tegengesteld temperament. Zijn belangstelling voor films ontstond eenvoudigweg door films te kijken.
Giovannesi: “Wat ik interessant vind aan films is dat je rechtstreeks contact hebt met een verhaal over de werkelijkheid, over de wereld. Literatuur werkt met woorden en het geschreven woord is eigenlijk een tussenstap tussen de schrijver en de werkelijkheid. Film is directer. Ik probeer de werkelijkheid rechtstreeks een gezicht te geven. Natuurlijk heb je de tussenstap van de acteurs, maar de verhouding tussen wat ik wil laten zien en de werkelijkheid is direct.”
Bij een boek speelt het verhaal zich af in het hoofd van de lezer. Vindt u niet dat een film de fantasie van de kijker insnoert?
“Als je een boek verfilmt, moet je de woorden, dat wat geschreven is, eigenlijk herschrijven naar een ander medium. In het boek van Saviano is er veel geweld, het telt ook veel woorden die geweld beschrijven en duiden. Omdat een film directer is, gebruik je beelden die hetzelfde beschrijven.”
Een boekverfilming is de interpretatie van de regisseur. De lezer kan een andere uitleg hebben.
“Er zijn verschillende mogelijkheden. De film kan het boek toelichten, dat zijn doorgaans slechte films. Maar er zijn ook prachtige films gemaakt naar slechte boeken. Ik verwijs naar Kubrick. Ik moet wel zeggen dat als je een boek verfilmt, je het boek ook een beetje verraadt. En dat kan ook niet anders, je kunt niet alle woorden in beelden weergeven. Ideeën en gevoelens moet je op een andere manier weergeven. Dat is een soort verraad.”
Pier Paolo Pasolini
De tweede speelfilm van Claudio Giovannesi, Alì ha gli occhi azzurri (2012), over twee straatboefjes in Rome, is net als Piranhas gedraaid met niet-professionele acteurs. Jonge mensen, misdaad, onbeproefde non-acteurs—dat doet denken aan Pier Paolo Pasolini. “Dat is een goede opmerking”, reageert de regisseur, “want hij is voor mij één van de belangrijkste schrijvers. Mijn tweede film is geïnspireerd op een gedicht van Pasolini.”
Wat trekt u aan in Pasoloni?
“Pasolini was niet alleen een groot regisseur. Hij was de belangrijkste Italiaanse intellectueel van de twintigste eeuw. Hij wist als geen ander de Italiaanse maatschappij en dynamiek te verwoorden. Een aantal dingen die hij toen heeft geschreven, zijn later uitgekomen. Wat voor mij belangrijk is in Pasolini, is zijn gevoel voor het heilige. Bij hem draait het om de mens.”
Het sacrale?
“Ik zou ‘t het humanistische noemen. Ik wil in mijn films de mensen als mens beschrijven. Voor mij bestaan er geen goede of slechte mensen. In mijn films maak ik geen verschil, zoals bijvoorbeeld wel gebeurt in de films uit Hollywood. Voor mij zijn de mensen belangrijk als mens, daar gaat het om. Ik hoop dat het publiek dat kan zien en voelen.”
Pasolini is door het filmestablishment in Italië een beetje onder het tapijt gestoken. Luca Guadagnino is het daar volstrekt niet mee eens. Wat is uw idee over de plek van Pasoloni binnen de Italiaanse cinema op dit moment?
“Pasolini is eigenlijk een hele moderne schrijver en intellectueel. Hij heeft in de jaren zestig al dingen voorspeld die jaren later inderdaad zijn bewaarheid, zoals de multiculturele samenleving, de omgang van uiteenlopende culturen met elkaar. Hij voorzag ook het einde van de agrarische samenleving en de wereld van de boeren. En de waarden die daar bijhoren. Pasolini is een eigentijdse auteur.”
In een interview uit 1975 met de Italiaanse staatsomroep RAI stelde Pasolini dat het kapitalisme als totalitair systeem zou slagen waar het fascisme had gefaald. Consumentisme was het middel. De wortel in plaats van de stok.
Giovannesi spreidt zijn handen. Ik bedoel maar, wil hij zeggen.
Gevoel van verbondenheid
Het script van Piranhas schreef Giovannesi in samenwerking met Roberto Saviano, auteur van het boek waarop de film is gebaseerd. Na zijn vorige film, Fiore (2016), over de liefdesrelatie tussen twee gedetineerden, regisseerde hij een aantal afleveringen van de internationaal succesvolle tv-serie Gomorra, die is gebaseerd op het gelijknamige boek van Saviano, in 2008 verfilmd door Matteo Garrone, de man van Dogman.
U schrijft uw eigen scripts. Is dat nodig voor uw manier van werken?
“Ik schrijf nooit alleen, ik schrijf liever in samenwerking met anderen. Ik zou ook een film kunnen maken die is gebaseerd op het scenario van iemand anders, maar het is heel lastig om een script te vinden dat van begin tot eind perfect is, dat je zó kunt regisseren en verfilmen. Het is me nog nooit gebeurd dat ik een script vind of krijg aangeboden dat perfect bij mij past. Het is wat dat betreft net als een pak kopen. Je zult bijna nooit een maatpak vinden dat je perfect past. Alleen als het speciaal voor jou is gemaakt.”
Ik wil nog iets vragen over het emotionele leven van de jongeren in de film. Als ik naar ze kijk, denk ik: ze kunnen niet communiceren, ze kunnen niet reflecteren, ze kunnen niet voelen.
“Het probleem van de jongeren van vandaag is naar mijn mening het gebruik van de mobiele telefoon en sociale media. Ik ging gisteren in een bar een biertje drinken en zag dat iedereen naar zijn telefoonscherm zat te staren. Ze zien geen lichaam tegenover zich, ze zien een scherm.”
“Wat we van jongeren kunnen leren, is het gevoel van broederschap. Dat is heel belangrijk voor jongeren, ergens bij horen. Dat gevoel delen alle jonge mensen op de planeet. Het gevoel van verbondenheid wordt heel intensief en hartstochtelijk beleefd. Bijna een kwestie van leven of dood.”
Op mij komen de jongeren in de film over alsof ze geen ziel hebben. Ik geef een voorbeeld: wanneer Letizia het uitmaakt, reageert Nicola, de hoofdpersoon, nauwelijks. Er is geen emotie.
“Er is geen emotie, want op dat moment probeert hij een man te zijn. Hij kiest voor de macht. Ze zijn als Romeo en Julia, afkomstig uit twee families of wijken die ruzie hebben. Later wil hij terug naar zijn geliefde, maar er is geen weg terug.”
Ze hebben wel emotie, maar die wordt doelbewust uitgeschakeld.
“Deze film gaat over het verlies van de onschuld, de onschuld die hoort bij die leeftijd. De hoofdpersoon doet daar afstand van ten faveure van de macht.”
De film gaat over het verlies van de onschuld en de corruptie van het vertrouwen. Is dat een metafoor voor wat er is gebeurd met het Italië van Berlusconi?
“De Italiaanse samenleving zit met de erfenis van Berlusconi. De regering van Berlusconi heeft er alles aan gedaan om het consumentisme te stimuleren. Nu zitten we met de consequenties en betalen de rekening.”
Pasolini heeft gelijk gekregen?
“Absoluut.”
Piranhas draait sinds donderdag 26 september in de Nederlandse bioscoop.
30 september 2019
MEER INTERVIEWS