Little Man, Time and the Troubadour

***
recensie Little Man, Time and the Troubadour
Poppenspel als parabel voor de oorlog

door Jochum de Graaf

Little Man, Time and the Troubadour is een roadmovie langs plaatsen en mensen waar de Tijd stil lijkt te staan en zeker nog lang niet alle wonden geheeld heeft en de Troubadour een surrealistisch ogend verhaal opvoert. De associatie met Oekraïne dringt zich onweerstaanbaar op.

De documentaire werd vorig jaar juli al door NPO 2Doc vertoond en is nu ook in de bioscoop te zien. De release valt samen met de actualiteit, omdat het verhaal zich afspeelt in Abchazië, de voormalige Sovjet-deelrepubliek die na een burgeroorlog met Georgië in de jaren negentig – vervolgens na een nieuwe inval van Georgië in 2008 door ingrijpen van het Rusland van Poetin – een armzalig onafhankelijk republiekje werd met een vergelijkbare status als Loegansk, Donetsk en Transnistrië.

Little Man, Time and the Troubadour

Surrealistische marionetten
De Troubadour uit de titel en reisgids in de voor ons tamelijk onbekende landstreek op de West-Kaukasus is kunstenaar Sipa Labakhua die deels op de fiets met zijn marionettentheater rondreist. De voorstelling die hij in een aantal kustplaatsen in het dunbevolkte land speelt, is gebaseerd op de lotgevallen van zijn vader, de Kleine Man uit de titel, een politicus vol idealen die gedwongen werd uit te wijken naar Moskou. Zoon Sipa is na de oorlog teruggekeerd naar zijn geboortegrond en brengt met zijn surrealistisch marionettenspel ontmoetingen met allerlei inwoners van de streek tot stand.

We rijden als het ware achterop over de mooie pleinen, de weidse lanen, de boulevard met palmen van hoofdstad Soechoemi, een mooie badplaats aan de Zwarte Zee, waar Konstantin Paustovski in de eerste helft van de vorige eeuw zo prachtig over schreef. Maar we zien vooral ook de karkassen van gebouwen, de vele kogelgaten in huizen, nog niet herstelde bomkraters, de overwoekerde treinrails, die eraan herinneren dat meer dan de helft van de bevolking, meest Georgiërs, na de korte oorlog in 2008 met Rusland gevlucht is.

Speelbal in geopolitieke strijd
De film gaat niet over de oorlog, niet wie begon en wie won, neemt ook geen stelling over wie schuldig was, of het een van de eerste uitingen van Poetins Russificatie was. Filmer Ineke Smits (De Vliegenierster van Kazbek, Stand by Your President), die meeschreef aan Labakhua’s voorstelling, registreert niet de mensen die oorlog voerden, daders of slachtoffers, maar vooral gewone burgers, de oorlog die hen overkwam. Ze betoont zich opnieuw een kenner van de regio, met onder meer de prachtige zang van twee zussen in een eerste aanleg arcadisch landschap, waarna de camera langs een pokdalig raamloos gebouw omhoog zwenkt waarboven gierzwaluwen rondcirkelen.

Little Man, Time and the Troubadour

We ontmoeten oude vrouwen die zich vooral herinneren dat het voor de oorlog feitelijk niks uitmaakte of je Abchaziër, Mingreliër, Georgiër, of Armeniër was. Een Russin in het publiek na de voorstelling die nog maar kort in Abchazië woont, ziet vooral stagnatie en onverwerkt leed. Een hippie-achtig stel uit Moskou voelt zich al behoorlijk geaard en zegt zich al thuis te voelen, hun kinderen weten niet beter dan dat dit hun thuisland is. En een Syrische schrijver, jaren geleden gevlucht vanaf de Golanhoogten, vult zijn bespiegelingen over oorlog en vluchten door een fraaie kinderfantasie  op de muur te tekenen.

Het fraai vormgegeven poppenspel is bedoeld als een parabel voor de oorlog, maar komt af en toe toch te gekunsteld over. En het uitstapje van Labakhua naar de Georgische hoofdstad Tbilisi is misschien een onbestemde zijsprong, maar voegt niet zoveel toe aan het verhaal. Maar de antwoorden op filosofische vragen als ‘waar voel je je thuis’ en ‘waar kom je vandaan’, leveren een mooi melancholisch portret van een klein land in een uithoek van het voormalige Sovjetrijk dat een speelbal werd in de geopolitieke strijd.

 

22 maart 2022

 

ALLE RECENSIES

Nr.10

****
recensie Nr.10

Mysterie ontrafeld met unieke Van Warmerdam-aanpak

door Jochum de Graaf

Nr.10 is de tiende film van Alex van Warmerdam. De vraag is of deze tiende aflevering tevens het hoogtepunt van zijn rijke oeuvre is en misschien wel het laatste afrondende hoofdstuk.

Voor Alex van Warmerdam zou het publiek het liefst zo onbevangen mogelijk zijn nieuwe film Nr.10 moeten gaan zien. Daarom het vriendelijke doch dringende verzoek (hij overwoog zelfs een schriftelijke verklaring ter ondertekening af te dwingen) aan de recensenten om geen spoilers te geven. En in interviews geeft hij aan niet over de betekenis van zijn werk te kunnen praten, hij slaat dan dicht. Je kunt dit af doen als humbug: een afleidingsmanoeuvre om de publiciteit rond de film op te voeren.

Nr.10

Warrig maar samenhangend
Wanneer je Nr.10 zou willen beschrijven – met de vele afwisselende scènes, de sterk wisselende locaties, de nodige plotwendingen – zou je een nogal warrig verhaal krijgen. Maar de film hangt onmiskenbaar samen. Hij begint als een film over theater, een klein theatergezelschap repeteert voor een nieuwe voorstelling. Acteur Marius (Pierre Bokma) kan zijn teksten niet onthouden, omdat naar eigen zeggen zijn vrouw ernstig ziek is, maar bij thuiskomst blijkt daar maar weinig van. Hij heeft vooral een moeizame relatie met tegenspeler Günther (Tom Dewispelaere): er ontspint zich een machtsspelletje wie de belangrijkste rol mag hebben. En op typisch Van Warmerdamse wijze worden de rollen en de handelingen omgedraaid, de scènes telkens opnieuw uitgevoerd. Volgens de moderne toneelopvatting van regisseur Karl (Hans Kesting) moeten ze het spelen van rollen loslaten en eenvoudigweg teksten uitspreken, het gaat niet langer om een toneelstuk, maar om het maken van een ‘collage zonder logica’.

Bij de uitvoering moet er een souffleur aan te pas komen, die door Günther met geweld uit het hokje wordt verdreven waarop hij vervolgens Marius met forse hamerslagen aan het podium vastnagelt. De reminiscentie met het christendom en met name de rooms-katholieke variant daarvan wordt verderop in de film nog verder uitgediept.

Bij het toneelgezelschap speelt ook nog een rol dat actrice Isabel (Anniek Pheifer) een relatie heeft met regisseur Karl, maar er ook een affaire met collega Günther op nahoudt. Na het spelen met toneelspel komt nu overspel aan de orde. Op zeker moment achtervolgt Karl Isabel op weg naar Günther, die op zijn beurt heimelijk gefilmd wordt door zijn dochter Lizzy (Frieda Barnhard), een tafereel dat wordt gadegeslagen door een raadselachtige overbuurman (Gene Bervoets) die we ook weer later in de film zullen tegenkomen. Enfin, van die dingen, volgt u het nog?

Twist
Dan krijgt de film een twist, waarover we verder dus niet meer veel over zeggen en volgen we Günther op zijn queeste naar het vinden van zijn afkomst. Lijkt Nr.10 in het eerste deel een thriller, met achtervolgingen, het elkaar schaduwen, nu krijgt de film sf-achtige trekjes, zonder uiteraard in de clichés van het genre te vervallen. Er ontvouwt zich een raadselachtig mysterie dat vervolgens met de unieke Van Warmerdam-aanpak volstrekt logisch wordt ontrafeld. En dat alles ingetogen in licht donkere kleuren gefilmd in het decor van de haven van IJmuiden, de oostelijke eilanden van Amsterdam, een zwaar katholiek klooster, een klein houten kerkje op een open plek in een diep donker Duits bos.

Nr.10

Adoptie, misbruik in de katholieke kerk, zendingsdrang, het willen verspreiden van het ware geloof, het eeuwige gedoe tussen mannen en vrouwen, de vraag waar we vandaan komen en waar we naartoe gaan, in Nr.10 krijgen we het mysterie van het leven weer op bijzondere wijze voorgeschoteld. Van Warmerdam laat het acteur Marius op voor hem kenmerkende wijze zeggen: ‘We zijn in de war om alles wat we zien en wat we krijgen toegefluisterd’ en parafraseert Vondel en Shakespeare op al even typische eigen wijze: ‘De wereld is geen schouwtoneel, ik zal u tonen wat u zien wilt, de stille, stille wereld waarin wij allen zijn geboren.’ En misschien vat de prelude van de film symbolisch zijn kijk op de wereld nog wel het beste samen: beelden van een woeste zee in slow motion afgedraaid.

Tijdreis door eigen filmgeschiedenis
35 jaar geleden stormde Alex van Warmerdam met Abel op verpletterende wijze de Nederlandse filmwereld binnen. Met De Noordelingen, De Jurk, Kleine Teun, Grimm, Ober, De Laatste Dagen van Emma Blank, zonder uitzondering als zeer geslaagde zwarte filmkomedies bestempeld, leek hij zich op den duur te herhalen. Met Borgman en vervolgens Schneider vs. Bax, films waarin hij nu eens niet een (hoofd)rol speelde, sloeg hij een nieuwe richting in. Nr.10, waarin hij een soort tijdreis door zijn eigen filmgeschiedenis maakt, is een nieuw hoogtepunt en na Abel zijn beste film. Mocht Nr.10 inderdaad de laatste afrondende aflevering zijn, Van Warmerdam loopt tenslotte tegen de 70, dan is het ook wel mooi, heel bijzonder mooi geweest.

 

29 september 2021

 

ALLE RECENSIES

Veroordeling, De

****
recensie De Veroordeling

Aanklacht tegen mediacircus

door Jochum de Graaf

In de aftiteling staat het duidelijk: niets of niemand heeft een aanklacht ingediend of een proces aangespannen tegen de film. Maar aan publicitair rumoer zal het niet ontbreken rond De Veroordeling, de verfilming van het gelijknamige boek van Nieuwsuur-journalist Bas Haan over de geruchtmakende Deventer moordzaak die al meer dan twintig jaar de gemoederen bezighoudt.

De eveneens op het boek gebaseerde podcast De Deventer Mediazaak – een meer adequate benaming- dit voorjaar, leverde maar liefst 1,3 miljoen luisteraars op. De ondertitel van het boek, ‘het complot ontrafeld’ wordt in een ijzersterke verfilming meer dan waar gemaakt.

De Veroordeling

Gerechtelijke dwalingen
Hoe zat het ook alweer? September 1999 wordt de weduwe Wittenberg dood gevonden in haar woning in Deventer, omgebracht door verwurging en vijf messteken. Een jaar later wordt de fiscalist van de weduwe, Ernest Louwes, als dader aangemerkt en tot 12 jaar cel veroordeeld. Omdat er twijfels zijn over het bewijsmateriaal beslist de Hoge Raad dat er een revisie van het vonnis plaats moet vinden. Tot veler verrassing, niet in het minst van Louwes zelf, wordt de veroordeling op grond van nieuw DNA-onderzoek echter bekrachtigd en moet Louwes na nog een keer hoger beroep vanaf februari 2005 zijn straf uitzitten.

Het is vooral de ironische scène in de rechtbank: Louwes die de rechter toeroept dat zij maar doorgaat met die beschuldigingen, weigert mee te gaan en uiteindelijk door potige parketwachters wordt afgevoerd. Voor velen, in eerste aanleg ook onderzoeksjournalist Bas Haan, het bewijs van zijn onschuld. Het zijn de jaren van de gerechtelijke dwalingen, de Puttense Moordzaak, de zaak Lucia de B, de Schiedammer Parkmoord, waar veelal door de niet aflatende inzet van de diep betreurde Peter R. de Vries Wilco de V en Herman du B, Cees B en ook Lucia de B weer onder hun eigen achternaam kunnen functioneren.

Maurice de Hond
In de Deventer moordzaak gaat opiniepeiler Maurice de Hond zich echter met de zaak bemoeien. Louter op grond van zijn vermeende BN’erschap weet hij via de hoogste baas van het OM te bewegen tot nieuw onderzoek naar het bewijsmateriaal. Zo wordt onder het oog van vele camera’s het graf van de weduwe heropend, het moordwapen waarmee ze vermoord zou zijn en dat Louwes vrij zou pleiten, wordt evenwel niet gevonden. Maar De Hond onderneemt niet alleen fanatiek alles wat binnen zijn bereik ligt om de onschuld van Louwes aan te tonen, maar gaat nog een paar graden verder en wijst op eigen gezag de ‘klusjesman’ Michael de Jong als de echte dader aan. Nauwelijks gehinderd door kritische ondervraging mag hij die mening keer op keer in talkshows als Pauw & Witteman en DWDD ventileren, daarbij gebruikmakend van alle mogelijkheden die internet en sociale media met een horde aan toetsenbordridders hem bieden.

De Veroordeling

Het leven van de klusjesman en zijn vriendin verandert in een hel, ze worden uitgekotst door hun omgeving, hun honden worden vergiftigd, moeten verhuizen, raken hun baan kwijt. Ze zijn geen partij voor De Hond en zijn trawanten, maar nemen uiteindelijk toch de moedige stap hem aan te klagen. Na een civiele procedure wordt De Hond veroordeeld voor smaad en moet hij een voor Nederland recordbedrag aan smartengeld betalen.

Spannend
Het sterke aan De Veroordeling is dat ondanks de afloop bekend is de film tot het eind toe spannend blijft, stuk voor stuk worden de valse beschuldigingen van De Hond ontzenuwd. Fedja van Huet, hij speelde ook een rol in Lucia de B., zet inclusief vettig Brabants accent zeer geloofwaardig de omslag van Bas Haan van Louwes-gelovige tot onderzoeksjournalist à décharge van de klusjesman neer.

Ook in de andere rollen, met een sterk op Louwes gelijkende Mark Kraan, en gebruikmaking van het uitgebreide archief aan mediaoptredens van Maurice de Hond komt het werkelijkheidsgehalte van de film sterk naar voren. De Veroordeling is een soort combinatie van true crime en docudrama, het stelt niet alleen de werking van de media en het functioneren van de rechtsstaat aan de orde, maar is bovenal een aanklacht tegen het volkomen uit de rails gelopen mediacircus van dompteur Maurice de Hond. Ongetwijfeld zal hij van zich laten horen, een sterke zaak heeft hij niet.

 

31 augustus 2021

 

ALLE RECENSIES

Ondertussen: genderneutraal Kalf

Ondertussen, op de redactie:

Genderneutraal Kalf

TIM:

Beste collega’s,

Het kan en zal jullie niet ontgaan zijn: de organisatie van het NFF (Nederlands Film Festival) kwam naar buiten met het nieuws dat er bij het uitreiken van de acteerprijzen (hoofdrol en bijrol) niet langer onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen.

Even was de (film)wereld te klein: acteur Yorick van Wageningen zegde zijn kalverenlidmaatschap op en veel andere prominenten reageerden kritisch. Natuurlijk kent dit besluit ook genoeg voorstanders, en dus is de genderdiscussie weer even heet hangijzer no. #1. Er is en wordt op het moment van schrijven genoeg geschreven door filmjournalisten en andere opiniemakers, maar ik ben ook benieuwd naar jullie mening.

Het besluit is ideaal voor de bühne, omdat het aansluit bij bekende sociaal-culturele en politieke ontwikkelingen en in één keer duidelijk maakt dat de organisatie van het NFF zich hard maakt voor genderinclusiviteit en, bij monde van directeur Silvia van der Heiden, “meebeweegt met de tijdgeest”.

Gouden Kalf

Daar kan ik van alles van vinden, maar het verbaast me niets dat de organisatie hiertoe overgaat. Van de toepassing begrijp ik echter niets. Voor iedere rol worden voortaan vijf acteurs genomineerd. Dat is een ongelijk getal. Vervolgens kan er maar één de beste zijn: een man, een vrouw of iemand die zich in geen van beide categorieën plaatst. Als er voortaan ieder jaar een man zou winnen, zijn de rapen gaar. Als er ieder jaar een vrouw zou winnen ook. Een jury die de twee tegen elkaar afweegt (lees: ervoor zorgt dat niet ieder jaar hetzelfde geslacht wint) is vooringenomen en denkt niet inclusief (denkt in ‘balans’ en dus in hokjes).

Dan is er nog de primaire reden waarom de prijs op de schop is gegaan: non-binaire acteurs kunnen zich niet inbegrepen voelen in de categorie. Wat ik mij afvraag: is er met non-binaire acteurs over dit besluit gesproken? Hoeveel non-binaire acteurs kennen we in Nederland? En hoeveel van hen komen potentieel in aanmerking voor zo’n prijs?

Ik stel mijn vragen met een reden. Straks is er nog iemand boos omdat de acteerprijzen worden opgehaald door een man of een vrouw, en niet door een non-binair persoon. Is dat dan ook niet-inclusief? En áls er dan een non-binair persoon zou winnen, krijgt die waarschijnlijk direct van sceptici te horen dat daar maar één reden voor is. Lang verhaal kort, ik zie niet in welk nobel belang dit besluit kan dienen. Jullie wel?

 

MICHEL:

Waarom werd dit onderscheid in eerste plaats überhaupt gemaakt? Speelt iemands man-zijn of vrouw-zijn daadwerkelijk een rol bij hun acteerprestaties? Er zijn ook geen aparte categorieën voor “Beste Mannelijke Camerawerk” en “Beste Vrouwelijke Camerawerk” die met dezelfde argumenten dan net zo goed gemaakt kunnen worden. Cameramannen winnen die genderneutrale prijs wel erg vaak… De acteerprijzen die opgesplitst zijn voor mannen en vrouwen zijn toch altijd een vreemde eend in de bijt wat dat betreft.

Ik vraag me ook af of je de primaire reden van het besluit wellicht iets te simplistisch opvat. Genderinclusiviteit gaat er niet alleen om mensen die buiten de binary vallen op te nemen in de groep, maar net zo goed om het buiten beschouwing laten van iets banaals als genderverschillen als dit totaal niet van belang is.

Dan kom ik weer terug bij bovenstaande vraag terecht: in welke mate zou iemands man- of vrouw-zijn van belang zijn bij het beoordelen van acteerprestaties? Wellicht leidt het onderscheid tussen mannen- en vrouwenrollen er juist toe dat die vooringenomenheid over genderstereotiepen zwaarder gaat wegen, omdat er inherent dan ook een onderscheid wordt gemaakt tussen ‘mannelijk’ acteerwerk en ‘vrouwelijk’ acteerwerk, wat dat ook mag betekenen.

Er zullen ongetwijfeld de eerste paar jaar mensen gaan klagen, en turven of het allemaal wel eerlijk is, maar dat is een zwak excuus om alles te laten zoals het is. Elke verandering zal de eerste onder een vergrootglas komen te liggen, zeker als het samenvalt met een bredere maatschappelijke discussie als deze. De ongelijkheid die je vervolgens aanstipt, is bij alle andere categorieën net zo goed te vinden, en duiden op grotere structurele problemen die echt niet opgelost zijn met het wel/niet hebben van gegenderde prijzen.

 

TIM:

Laat ik aan mijn aanzet in ieder geval de nuance toevoegen, en daarmee ook ten dele op jou reageren, dat ik het geslacht bij kunde ook niet van belang acht, en de vergelijking die je maakt met cinematografie is een logische en terechte. Ik vraag me alleen af, zoals ik heb willen betogen, of de beleidsingreep wel in een zinvolle verhouding kan staan tot het ideaal dat men ermee wil uitdragen.

Ik heb het dan over de verschillende geschetste dilemma’s, juist rond gelijkheid en eerlijkheid, die kunnen (en ik denk zullen) ontstaan als gevolg van deze beslissing. Uiteindelijk gaat het dan over alles behalve over goede acteerprestaties zonder enig belang van gender, zoals je toelicht. Er is nu maar één prijs en er zijn veel gegadigden – iedereen zal zich graag vertegenwoordigd willen zien en zo zullen de hokjes die de organisatie wil mijden zeker niet verdwijnen.

Misschien was dat anders geweest als we niet beter wisten, en het altijd al zo was geweest dat men maar één acteerprijs uitreikte. Nu draait alles echter om de sociaal-culturele en politieke discussie rond vertegenwoordiging en inclusie, waardoor het argument dat gender sowieso al nooit uit had moeten maken de lading niet echt meer dekt. Kennelijk maakt het namelijk dus álles uit :)

Shahine El-Hamus en Beppie Melissen

Shahine El-Hamus en Beppie Melissen

COR:

Films met een Gouden Kalf voor beste acteur, beste actrice en beste bijrollen krijgen allen extra aandacht. Dat is goed voor de Nederlandse film.

Vorig jaar kregen twee verdienstelijke protagonisten een Gouden Kalf: Shahine El-Hamus (beste acteur De Belofte van Pisa) en Beppie Melissen (beste actrice Kapsalon Romy). Eindelijk een half-Egyptische jongen én een vrouw op leeftijd die met hun films in de spotlights mochten staan…

Openstaan voor de verscheidenheid en gelijkheid van mensen valt of staat niet met nieuwe regels of wetten, maar zit tussen iemands oren.

 

RALPH:

Ik zag onlangs Jungle Cruise met een CGI-jaguar, wat er goed uitzag. Laat AI CGI-acteurs creëren en het vermoedelijk nog lang voortdreinende gesprek hierover verstommen. Vervolgens richten we een aap af om de prijs voor de betreffende CGI-‘acteur’ op te halen en branden we diens biologisch gegeven geslachtsdeel weg.

Voor welk probleem zoekt het NFF een oplossing?

 

29 augustus 2021

 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’

Paula van der Oest over Love in a Bottle

Paula van der Oest over coronafilm Love in a Bottle:
“Er is een online identiteit en de echte”

door Alfred Bos

Paula van der Oest denkt en werkt buiten de polder. In haar meest recente speelfilm, Love in a Bottle, gaan twee jonge mensen, gespeeld door de Nederlandse actrice Hannah Hoekstra en de Britse acteur James Krishna Floyd, via het beeldscherm een relatie aan. “Dat gebeurt. Ik vind het fascinerend.”

Love in a Bottle verhaalt over Miles uit Londen en de Amsterdamse Lucky die elkaar vluchtig treffen op een vliegveld in Milaan. Eenmaal thuis breekt de coronacrisis uit en zitten ze opgesloten. Via FaceTime beginnen ze een digitale relatie.

Love in a Bottle is een coronafilm. Hij speelt tijdens corona en is gedraaid tijdens corona. Voor Lucky en Miles is de wereld vernauwd tot een beeldscherm. Voor de kijker van Love in a Bottle ook, want die ziet – nu de bioscopen weer open zijn – wat de personages zien.

Paula van der Oest | Foto: Janey van Ierland

Love in a Bottle werd gedraaid in tien dagen. Regisseur Paula van der Oest (Laag Soeren, 1965) rekruteerde filmstudenten en stond met twee jonge ploegen op twee plaatsen simultaan te filmen. “Ik wisselde elke dag van locatie, wat betekende dat ik de andere acteur via beeldscherm moest regisseren.”

Moderne schizofrenie
InDeBioscoop belt – zonder beeld – met de regisseur en speelt advocaat van de duivel.

Ik heb bewondering voor de vorm, maar ik erger me kapot aan de personages.

Van der Oest: “Dan is de film niet voor jou. Als je deze mensen niet leuk vindt, dan houdt het op. Dan moet je naar een andere film.”

Zij is competitief en hij is nerdy en een beetje sullig.

“Competitief zou ik niet willen zeggen. Wat eigenzinnig en gesteld op haar vrijheid. En een beetje onconventioneel.”

Miles, de man, schaakt. Hij zegt: ‘Schaken is een sport zonder physicality’. Dat is een metafoor voor wat er gebeurt in de film.

“Hij vindt de orde van het schaakspel fijn.”

Schaken doe je in je hoofd. Dat is sport zonder lichaam.

“Dat is leuk gevonden, dat klopt. Ik had het voornamelijk bedoeld als karaktertrek van Miles.”

Er is ook de tegenstelling tussen Britse reserve en Hollandse directheid. Dat zal niet helemaal toevallig zijn.

“Nee. Ik schreef de film terwijl de acteurs meelazen en online voorlazen, hardop. Ik heb twee keer in Engeland gewerkt – een serie en een film – en Engelsen zijn inderdaad heel indirect.”

Dat noemen ze understatement.

“Dat vinden Nederlanders dan weer schijnheilig.”

Laten we even filosofisch worden. Beeldschermen, daar zit de wereld vol mee. Veel van de hedendaagse verwarring kun je verklaren uit het gegeven dat de werkelijkheid en de mediarepresentatie van de werkelijkheid van plaats zijn verwisseld. De wereld is een scherm geworden en het scherm is de wereld geworden.

“Dat is een goeie samenvatting van hoe het is.”

De film gaat daar niet op in, maar raakt er wel aan. Wat je op het scherm ziet is fictie. Speelde dat mee bij het schrijven van het scenario?

“Zeker, want als je verliefd wordt op iemand weet je nooit wie die is. Daar kom je doorgaans langzaam achter. En met zo’n FaceTime-liefde is dat misschien wel helemaal zo. Normaal ontmoet je vrienden of ouders van iemand. Dit is een verdichte situatie. Alleen maar met elkaar zijn en heel versneld allerlei dingen meemaken die mensen doorgaans over langere tijd meemaken. Er blijft altijd de vraag: wie zit er eigenlijk tegenover me? Dat vond ik een mooi gegeven.”

Door de situatie is er geen context.

“Precies.”

En dan wordt het erg lastig om te peilen wat er tegenover je zit.

“Ja.”

Love in a Bottle

Is die verwarring tussen scherm en werkelijkheid iets wat in het dagelijkse leven ook steeds meer gaat spelen?

“Het is zeker zo dat we intussen niet alleen meer in de werkelijkheid bestaan. Sociale media zijn zeker voor de jonge generatie een verlengstuk van zichzelf. Identiteit is tweeledig geworden, een online identiteit en de echte.”

Dat is de moderne schizofrenie?

“Precies.”

Zie je dat als een probleem of is het gewoon zo?

“Alle ontwikkelingen werden door de geschiedenis heen met argwaan bekeken. Toen de trein kwam, zei men dat het ongezond was om je zo snel te verplaatsen. Maar ik vind het problematisch – en dat is een privéding – dat het bestaan zo onrustig is geworden door die smartphone. Ik ben de hele dag aan het schaken op zes borden, bij wijze van spreken. Ik vraag me af, en dat doen wetenschappers ook, wat dat doet met je hersenen. Met je focus. Daar hebben mijn kinderen helemaal geen last van. Voor hen is het een tweede natuur.”

Zorgen over de langetermijngevolgen, bijvoorbeeld voor de cognitie.

“Het is allemaal heel geraffineerd ontworpen, maar dat hebben we helemaal niet door. Dat is niet wat ik met deze film wil zeggen. Waar de film wel over gaat, is dat mensen op deze manier een relatie beginnen. Het kan op deze manier, het gebeurt. Ik vind het fascinerend, ik heb er geen oordeel over.”

Kun je je voorstellen dat ik me tijdens het zien van de film een voyeur voelde?

“Het was mijn bedoeling om zo dicht te komen bij mensen die elkaar verkennen, dat je er net tussen zit. Dit zie je eigenlijk nooit. Dat was een van de dingen die ik aan het verkennen was, die de bedoeling is. Jij vond het kennelijk onprettig dichtbij.”

Ik wil dat helemaal niet weten, dat is iets tussen die twee mensen. Daar wil ik helemaal niet bij zijn.

“Grappig. Ik heb de film aan een groep jongere mensen laten zien. Mag ik vragen hoe oud je bent?”

Ik ben 65, bijna 66.

“Dit is geen flauwe sneer, maar het zou kunnen dat het een soort leeftijdskwestie is.”

Die horen we vaker.

“Ik ben zelf 55, dus helemaal niet jong. Dan vind je waarschijnlijk al die realityprogramma’s op tv ook afgrijselijk?”

Te erg voor woorden.

“Weet je hoeveel mensen daar naar kijken? Ik ken veel mensen van tussen de 25 en de 35 die daarvan smullen. Niet dat ik een realityprogramma heb willen maken. Voor sommigen gaat de film te ver en anderen vinden het juist geweldig. Prima toch?”

Reality-tv is een contradictio in terminis. Het is tv, dus gemanipuleerd. Kennelijk zie ik als dinosaurus dat onderscheid wel en jonge mensen die zijn verkleefd met hun scherm, zien dat niet. Ze worden gemanipuleerd en ze zien het niet. Dat vind ik persoonlijk heel zorgwekkend.

“Dat is helemaal waar. Op school zou er mediafilosofie moeten worden gegeven. Je komt al heel snel bij nepnieuws en dergelijke. Dat ben ik helemaal met je eens, dat zou echt een schoolvak moeten zijn. Dat je door media gemanipuleerd wordt, dat er geen objectiviteit is, al die dingen. Heel belangrijk.”

Wat ik heel leuk vond: Lucky neemt met haar telefoon alles op. Ik moest direct denken aan Andy Warhol, die ook zijn hele leven heeft opgenomen en gedocumenteerd.

“Ja, dat klopt. Daar heb ik niet bewust aan gedacht. Hij was een maniakale kunstenaar.”

En ook heel modern in de zin dat hij in de jaren zestig al deed wat nu kennelijk meer mensen doen: alles vastleggen.

“Jezelf en je leven daarin centraal stellen. Zonder waardeoordeel: mensen zijn nu wel egocentrischer dan toen. Tegelijkertijd is er bij de jonge generatie ook veel bewustzijn over waar ze leven en hoe ze leven. Er is ook een ‘woke’ jeugd. Ik denk dat er altijd golfbewegingen zullen zijn. En altijd tegenbewegingen. Dus misschien hoeven we daar ook weer niet te somber over te zijn.”

Love in a Bottle

Zit er een moraal in de film?

“Het is een liefdesfilm. Als je een liefdesrelatie of een verbintenis met iemand aangaat, moet je een stukje van jezelf opofferen. Dat kan niet anders. Lucky is zo onafhankelijk dat ze voelt dat ze eigenlijk wel meer zou willen met deze jongen en dan komt ze in verzet. Ze leert dat het niet erg is om een beetje van jezelf op te offeren.”

Waardering en geld
Paula van der Oest heeft tv-series (zoals Noord Zuid en The Split, voor de BBC) en speelfilms (Zus & zo, Oscarnominatie; Tonio) geregisseerd, de laatste vaak op basis van een eigen scenario. In 2018 begon ze met Alain de Levita en Mark van Eeuwen het tv- en filmproductiebedrijf Levitate, dat onder meer De Slag om de Schelde en Love in a Bottle produceerde. Later dit jaar verschijnt haar verfilming van de thriller The Bay of Silence (met Olga Kurylenko en Claes Bang) in de Nederlandse bioscoop.

Je hebt ooit – tegen Psychologie Magazine in 2009 – opgemerkt dat filmmaken in Nederland vooral hobby is, we hebben het gezellig met elkaar. Denk je daar nu nog steeds zo over?

“Als je aan een Nederlandse filmmaker vraagt wie zijn voorbeelden zijn, dan noemen ze nooit een Nederlandse filmmaker. Behalve Alex van Warmerdam, die heeft door de jaren heen ijzerenheinig zijn eigen oeuvre gemaakt. Kijk naar wat er aan de hand is in de politiek, minister De Jonge zegt: ‘Je kunt rustig een dvd’tje opzetten’. Er is dedain voor kunst en cultuur. Filmmaken heeft daar soms een beetje last van.”

“In Amerika is filmmaken kunst. Het vak wordt daar serieus genomen en serieus nemen betekent dat je er geld in moet steken. We zitten al heel lang met een kabinet dat de ene na de andere bezuinigingsronde heeft uitgevoerd. Geld drukt waardering uit.”

“Ik vind nog steeds dat we strenger moeten zijn op scenario’s. Schrijven is een moeilijk vak.”

En het is ook heel eenzaam.

“Ontzettend!” En lachend: “Het is eigenlijk helemaal geen leuk vak.”

Love in a Bottle draait vanaf 24 juni in de bioscoop

 

24 juni 2021

 

 

MEER INTERVIEWS

Slag om de Schelde, De

****
recensie De Slag om de Schelde

Beste Nederlandse oorlogsfilm ooit

door Jochum de Graaf

Het had de grote blockbuster van kerst 2020 moeten worden: half december een grootse première in Vlissingen en vervolgens uitbreng in 166 bioscopen. Maar 17 december begon de tweede lockdown en werd keer op keer de bioscooprelease uitgesteld, tot nu, zaterdag 5 juni 2021.

De Slag om de Schelde was bedacht als afsluiting van het herdenkingsjaar 2020, 75 jaar na de Bevrijding, die vooral de jongeren zou moeten aanspreken. Maar de film heeft momentum gemist, vertoning in de herdenkingsmaand mei zat er niet in en nu kan het grote publiek – nou ja, maximaal 50 personen per bioscoopzaal op anderhalve meter afstand op 162 locaties – op een tamelijk willekeurig door het coronavirus bepaald moment genieten van de beste Nederlandse oorlogsfilm ooit.

De Slag om de Schelde

Miserabele vergeten veldslag
Het kan natuurlijk nog verkeren, maar in vergelijking met de uitbreng van De Oost, waar geen dag voorbijgaat voor er weer iets nieuws gemeld wordt, gebeurt er rond De Slag om de Schelde vooralsnog weinig. Net als De Oost is De Slag om de Schelde medegefinancierd door een van de grote streamingdiensten: bij De Oost is dat Amazon, later dit jaar zal Netflix De Slag om de Schelde (als The Forgotten Battle) uitbrengen. Maar bij De Oost waren ze zo slim om het om te draaien, eerst uitbreng via Amazon en daarmee op een doodstil moment in het anders zo drukke mediageweld van de filmwereld enorm veel publiciteit te genereren, met een kort geding van Indië-veteranen, items in talkshows, aankondiging in het NOS Journaal. En dan heeft De Oost natuurlijk een ‘actueel’ thema te pakken, na ruim zeventig jaar aandacht voor de vermeende oorlogsmisdaden van ‘onze jongens’ in Indonesië, waar met het NIOD-onderzoek naar de politionele acties op komst, nog lang niet het laatste woord over gezegd is.

Intussen denken we over de Tweede Wereldoorlog in Europa zo onderhand alles wel te weten. Maar dan doe je De Slag om de Schelde ernstig tekort: het verhaal over de halfvergeten gruwelijke veldslag in Zeeland herfst 1944 om de toegang tot de haven van Antwerpen was cruciaal voor de eindstrijd tegen nazi-Duitsland. Het beeld van die eindstrijd is tot nu toe vooral bepaald door een film als A Bridge Too Far (1977), de spectaculaire maar mislukte strijd om een bruggenhoofd over de Rijn, met luchtaanvallen, parachutisten, man-tegen-mangevechten rond de Rijn. Uitgevoerd met een Hollywood-sterrencast is dat aanmerkelijk sexyer dan de miserabele vergeten veldslag in het modderige Zeeuwse achterland om de Sloedam. Daar kan dus nu verandering in komen.

De Slag om de Schelde

Natuurlijker dan Zwartboek
Het Britse 1917, door velen beschouwd als de beste film van 2019, zette een nieuwe internationale norm voor het genre oorlogsfilms neer. In ons land is Zwartboek (2006), in 2008 uitgeroepen tot de beste Nederlandse film aller tijden, de standaard. Het zijn niet de minste voorbeelden waarmee De Slag om de Schelde – met een budget van veertien miljoen euro de op een na duurste Nederlandse oorlogsfilm – vergeleken zal worden.

In 1917 voel je je onderdeel van de oorlogshandelingen, je loopt als het ware zelf door de Britse loopgraven, achter korporaal Schofield door het niemandsland en de Duitse linies. Met een beperkter budget en minder technische mogelijkheden is die reallife ervaring nauwelijks te evenaren. Maar de raid op de Sloehaven, wanneer gliderpiloot William Sinclair (Jamie Flatters) in zijn Spitfire temidden van een enorm luchtgevecht in de Zeeuwse klei en wateren neerstort, nadert het werkelijk zelf meemaken zeer behoorlijk.

Zwartboek is een zwaar overschatte film. Paul Verhoeven heeft nogal de neiging om de karakters in zijn films clichématig uit te vergroten en een scenario te hanteren waarbij de hoofdrolspelers op opvallend toevallige ontmoetingen en soms onwaarschijnlijke verwikkelingen een tamelijk ingewikkelde plot afwikkelen. De verhaallijnen die Paula van der Oest voor De Slag om de Schelde bedacht, zijn veel natuurlijker, staan op zichzelf, raken elkaar zijdelings, maar horen toch heel goed en gevoelsmatig bij elkaar en geven zonder pathetisch of larmoyant te worden een heel goed en breed beeld van de nadagen van de oorlog.

De Slag om de Schelde

Menselijke karaktertrekken in tijd van oorlog
We volgen de Britse avonturier, piloot William Sinclair, de ontgoochelde Nederlandse SS’er Marinus van Staveren (Gijs Blom), teruggestuurd van het Oostfront, en het Zeeuwse meisje, secretaresse van de burgemeester van Vlissingen, Teuntje Visser (Susan Radder) die in eerste instantie denkt dat neutraliteit een optie is. De losse verhaallijnen – William die zich door de Zeeuwse modder en klei een weg naar zijn eenheid moet vinden, Marinus die ernstig met zijn loyaliteit gaat worstelen en Teuntje die door een onbezonnen daad van haar jongere broer meer en meer bij het verzet betrokken raakt – staan op zichzelf maar vullen elkaar gevoelsmatig toch steeds aan. Bij iedere decorwisseling voel je opnieuw de spanning.

De kracht is dat die drie perspectieven (geallieerden, Duitsers, verzet) niet zwart-wit worden uitgewerkt, maar er alle ruimte is voor bijzondere tinten grijs, zoals in de rol van de vader van Teuntje die met de Duitse Ortskommandantur gaat heulen in een vergeefse poging zijn zoon vrij te krijgen. Nee, De Slag om de Schelde is geen geijkt heldenepos over de WOII, geen verslag van een veldslag waarvan je de afloop van verre ziet aankomen. Het laat onopgesmukt de gruwelijkheden, maar ook de onverschrokkenheid en drang naar vrijheid, de sterke en zwakke menselijke karaktertrekken die in tijden van oorlog naar boven komen in al zijn aspecten en accenten zien. Niet veel vaker het gevoel gehad dat de werkelijkheid zo dicht benaderd werd.

 

3 juni 2021

 

ALLE RECENSIES

De Oost

****
recensie De Oost

Grauwe historische spiegel

door Jochum de Graaf

Tijdens het draaien van De Oost zuchtten cast en crew onder de hitte, overstromingen en tropische ziekten op Java. Zonnesteken, knokkelkoorts, malaria, buiktyfus, schorpioenen, moeizame onderhandelingen met de Indonesische autoriteiten, het leger dat met regelmaat langskwam op de set, de coronapandemie die de opnamen stillegde, er zijn maar weinig ontberingen die de film bespaard zijn gebleven.

Geldnood, ook zoiets. Regisseur Jim Taihuttu moest naar verluidt inkomsten uit zijn dj-bijbaan investeren en alleen door een deal met Amazon – waardoor de film nu eerst via een streamingdienst te zien is voordat hij in de bioscoop komt – konden de laatste draaidagen opgenomen worden.

En dan was er nog een kort geding, waarbij een organisatie van Indië-veteranen een extra disclaimer aan het begin van de film eiste, omdat de uniformen van de soldaten, de insignes, de snor van kapitein Westerling, een van de hoofdrolspelers, de belettering van de titel teveel reminiscentie aan de nazitijd zou verbeelden.

De Oost

Schijnrumoer
Eerlijk gezegd denk ik dat dit schijnrumoer de makers uit publiciteitsoverwegingen niet zo slecht uitkwam. Indië-veteranen zijn nogal makkelijk uit de tent te lokken. Denk aan de affaire-Hueting eind jaren zestig (aantonen oorlogsmisdaden), het tumult rond het bezoek van Poncke Princen midden jaren tachtig (vermeende overloper) en het aanbieden van excuses door onze koning ruim een jaar geleden voor het door Nederland gepleegde geweld, nota bene ruim 70 jaar na dato.

Terecht dat de rechter de eis voor een extra disclaimer aan het begin van de film afwees. De Oost is geen documentaire over de koloniale oorlog, eufemistisch aangeduid als ‘politionele acties’, die Nederland tussen 1945 en 1949 tegen de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië uitvocht; geen nauwgezet verslag van de vermeende wandaden van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger met pakweg 100.000 slachtoffers aan Indonesische en 5.000 aan Nederlandse kant; geen zwart-witfilm over goed en kwaad waarbij de Nederlandse soldaten als nazi’s worden weggezet.

Moreel moeras
De Oost is een dramatische schets hoe naïeve jongens van diverse pluimage uit alle windstreken, hoeken en gaten van het land langzaam maar zeker een oorlog voor een kansloos doel, de herovering van kolonie Indonesië, werden ingezogen. Maar bovenal vertelt de film het individuele verhaal van Johan de Vries (een veel Hollandser naam kun je niet verzinnen) die door een krampachtig streven naar revanche in een moreel moeras belandt.

De Oost

Martijn Lakemeier speelt overtuigend de soldaat die in 1946 samen met ruim honderdduizend anderen wordt uitgezonden om in Nederlands-Indië orde op zaken te stellen. In het eerste deel van de film raakt hij langzaamaan gefrustreerd van het landerige soldatenleven met patrouilles door doodsbange kampongs waar niemand iets over opstandelingen durft te zeggen, het gemopper en gevloek op ‘zwartjes’ en ‘apen’, het vermaak met stoere praatjes en bordeelbezoek. Johan doet de nodige moeite om zich in de Indonesische cultuur te verdiepen, hij deelt koekjes uit aan kinderen, leert zichzelf de taal en heeft een affaire met prostituee Gina. Hij lijkt een ‘eerlijke’ soldaat met een groot rechtvaardigheidsgevoel.

Zuiveringen
Dat gewone soldatenleven verandert op slag met de verschijning van kapitein Raymond Westerling (sterke rol van Marwan Kenzami) op het strijdtoneel. Johan raakt meer en meer in de ban van deze even charismatische als onberekenbare ‘Turk’ die eind 1946 met een speciale eenheid, het door hem zelf samengestelde Depot Speciale Troepen (DST), carte blanche kreeg om Zuid-Celebes, het tegenwoordige Zuid-Sulawesi, van alle opstandige elementen te zuiveren. De nog steeds ernstig omstreden Westerling gaf daar een eigen invulling aan en werd beschuldigd van excessief geweld, misdaden tegen de menselijkheid en het veroorzaken van vele burgerslachtoffers.

Wreed en straight is hij, de man die de mensheid in twee soorten opdeelt: ‘je bent jager of je bent prooi’. Het gaat van kwaad tot erger. Eerst worden de kampongs platgebrand, later gaat hij over tot standrechtelijke executies. De namen van mogelijke verraders staan bij hem in een boekje en bij het omroepen van de naam moeten ze naar voren komen en worden zonder pardon neergeknald. Op dit punt begint de film toch een beetje te wringen. Niet zozeer omdat het geweld fel realistisch en bruut in beeld wordt gebracht, maar meer omdat het zo breed uitgesponnen wordt en het daarmee nogal wat tijd kost voor Johan om tegen deze oorlogsmisdaden in het geweer te komen en de plot een dramatische wending neemt.

De Oost

Karakterontwikkeling
Daarentegen is wel de opbouw van de karakterontwikkeling van Johan goed gedoseerd. In eerste instantie fungeert hij als een soort rechtvaardige soldaat, later kiest hij toch uit verveling of misschien tegen de achtergrond van het NSB-verleden van zijn vader voor de foute kant aan de zijde van Westerling. We zien in flashforwards hoe hij zijn door PTSS en wrok getekende leven in het naoorlogse wederopbouwend Nederland niet goed meer op de rails krijgt. Er is hier geen enkele aandacht voor wat hij heeft meegemaakt. Dat hij tenslotte toch opstaat tegen zijn mentor in een hernieuwde confrontatie van Johan met Westerling leidt tot een opera-achtige apotheose met een onverwacht slot.

De Oost – uitgebracht in de tijd dat bijvoorbeeld het NIOD grondig onderzoek doet naar de oorlogsmisdaden in Indonesië en met het boek Revolusi van David Van Reybrouck eindelijk serieuze aandacht komt voor deze donkere, veel te lang onderbelichte episode uit de vaderlandse geschiedenis – houdt ons een grauwe historische spiegel voor.

De Oost is sinds 13 mei te zien op Prime Video en verschijnt op het witte doek zodra de bioscopen weer open mogen.

 

14 mei 2021

 

ALLE RECENSIES

Desert Paradise

****
recensie Desert Paradise

Op eigen benen leren staan

door Ries Jacobs

We are our little oasis in the desert.’ Wat een oudere dame uit Oranjemund halverwege de documentaire zegt, is waar. De brede hoofdwegen van het vierduizend inwoners tellende woestijnstadje zijn omgeven door laanbomen en de tuintjes ogen groen. Maar voor hoelang nog?

Zuidelijk-Afrika is de muze van de Nederlandse regisseur Ike Bertels. Haar eerdere documentaires Treatment for Traitors (1983) en Guerilla Grannies (2013) portretteren het leven in Mozambique. Voor haar nieuwste film reisde ze naar Namibië, om precies te zijn naar het tegen de Zuid-Afrikaanse grens liggende stadje Oranjemund.

Desert Paradise

Op een steenworp afstand van de woestijnnederzetting ligt het met hekwerk en prikkeldraad afgezette Sperrgebiet. Een dreigende waarschuwing bij de ingang van het gebied laat aan duidelijkheid niets te wensen over: ‘Oortreders sal vervolg word’. Het stadje dankt zijn bestaan aan de diamantmijn in het verboden Sperrgebiet.

Hoge waterprijzen
De nederzetting die nabij de monding van de Oranjerivier verrees, is meer dan een mijnstad. Niet alleen woonden de werknemers van diamantmaatschappij Namdeb er, Oranjemund was eigendom van Namdeb. Het bedrijf stampte hele wijken uit de grond en verhuurde de huizen goedkoop aan zijn werknemers. De watervoorziening – een belangrijke dienst middenin de Kalahari-woestijn – was bijna gratis. In 2017 droeg Namdeb het bestuur van Oranjemund over aan de lokale autoriteiten en over enkele jaren zal de mijn sluiten.

Bertels brengt in beeld hoe de inwoners van het woestijnstadje op eigen benen leren staan. Ze klagen over hoge waterprijzen, maken plannen voor de toekomst en mijmeren over hoe goed ze het vroeger hadden in hun paradijsje waar zwart en wit al jaren vreedzaam en zonder apartheid wonen. Gehecht als ze zijn aan hun geboortegrond willen ze er niet weg, maar ze zien tegelijkertijd dat er nauwelijks een toekomst voor hen is in hun woonplaats.

Desert Paradise

Van Loppersum tot Landgraaf
Bij dreigend gevaar kent de mens drie reacties: vechten, vluchten of bevriezen. In Oranjemund is het niet anders. Sommige mensen doen niets (tenzij klagen een activiteit is) en anderen proberen een eigen zaak op te zetten, waarbij velen het toerisme zien als de banenmotor van de regio. Een derde groep maakt plannen om te vertrekken naar de hoofdstad Windhoek of een andere grote plaats. Zoals water zijn weg vindt naar het laagste punt, zo vinden ook in Namibië de mensen hun weg richting de verstedelijkte centra.

Dit maakt Desert Paradise tot een universeel verhaal. Van Loppersum tot Landgraaf, van Franse Pyreneeëndorpjes tot de steppen van Kazachstan, wereldwijd loopt het platteland leeg. Wat resteert zijn halflege dorpen waar de bevolking vergrijst en de huizen langzaam verworden tot ruïnes. Elk van deze dorpjes heeft zijn eigen verhaal, maar toch hebben al deze geschiedenissen dezelfde rode draad. Overal op het wegkwijnende platteland zie je dezelfde mix van apathie, vechtlust en vluchtgedrag die je tegenkomt in Oranjemund. Hoe zal het de mijnstad vergaan? Niemand heeft een glazen bol, maar de kans is zeer aannemelijk dat dit nu nog zo paradijselijk ogende oord ooit zal vervallen tot een spookstad.

Deze documentaire is vanaf donderdag 29 april te zien op Picl en Vitamine Cineville. 

 

26 april 2021

 

ALLE RECENSIES

Îles flottantes

***
IFFR Unleashed – 2001: Îles flottantes
Sjofel karakterdrama

door Sjoerd van Wijk

Het schematische karakterdrama in Îles flottantes (2001) drijft op een plezant lichtkomische sfeer van buitenissigheid, maar de bespiegelingen over het moeizame leven van drie vriendinnen ontloopt zelden de banaliteiten van een soap.

De drie dertigers van Îles Flottantes – Kaat, Sacha en Isa – proberen in Rotterdam hun leven op de rails te krijgen volgens het beproefde uitgangspunt van jongvolwassenen in een individualistische maatschappij. Elk lid van deze samen zonnebankende kliek drijft op haar eigen eiland, knipogend onderstreept tijdens een feestje waar ze het titulaire dessert geserveerd krijgen. Kaat (Maria Kraakman) zit vast in een onbevredigende relatie met de rijke Max (Leopold Witte). Ze gaat ‘uit verveling’ vreemd met de botte kunstenaar Christophe (Kuno Bakker), de vriend van eveneens beeldend kunstenares Isa (Halina Reijn) die haar werk niet aan de straatstenen kwijtraakt. Ondertussen kampt Sacha (Manja Topper) met een familietrauma terwijl ze er een ongezonde verhouding met de gewelddadige Peer (Jacob Derwig) op nahoudt.

Îles flottantes

Tikkeltje buitenissig
Een vaag aan Henry Mancini herinnerende jazzy soundtrack schetst een tikkeltje buitenissig Rotterdam als arena voor deze jongvolwassen zoektocht naar houvast. Met zijdelingse pans van de dames in zonnebanken of koddige half afgesneden frontale shots behandelt de mistroostige problematiek op een licht komische wijze. Humor krijgt in Îles Flottantes slechts de overhand wanneer een bakkerij opeens dubbel dienst draait als de klaagmuur voor een potsierlijk snotterende Halina Reijn.

De groep vormt een samengeraapt zooitje saamhorigheid, ook dankzij het feit dat twee van de drie in dezelfde straat wonen en de laatste al snel bij een van hen intrekt. Daarmee herinnert de film qua stijl en thematiek aan de zonderlinge sfeer in Amerikaanse komedies als Twister (1989), Ghost World (2001) en The Royal Tenenbaums (2001), waarin provisorische groepen eveneens kampen met een ontgoochelende wereld. In Îles Flottantes, het speelfilmdebuut van Nanouk Leopold, verdrinkt de humor echter in de problemen van de personages.

Îles flottantes

Enkelvoud
Dat wringt. Hun probleem definieert elk personage en elk krijgt een enkelvoudige oplossing afgeleverd op maatwerk. Zo rent de film weg voor uitdagingen zonder een innemend melancholische toon van een Wes Anderson. Een confrontatie als in Ghost World, die het cynisme van haar personages aandurft en reële lichtpunten vindt, blijft uit. Sacha’s worsteling met Peer raakt nog het meest met een even verrassend als onthutsende keuze om haar trauma de baas te worden. Maar om aan het eind vol goede moed de camera in te kunnen staren moet elk personage buiten zichzelf treden. Het specifieke bewustzijn van elk karakter blijkt slechts een façade waarachter een ideaalbeeld schuilgaat, een universeel archetypisch generiek optimisme.

Daar komt bij dat de weg naar de inwendige openbaringen geplaveid is met wendingen die weinig onderdoen voor die van een soapserie. De beproevingen blijven vaak in romantische banaliteiten hangen. Zelfs de goedaardige fietsenmaker om de hoek kan niet ontsnappen aan een mislukte poging tot seksuele toenadering, de meest crue manier waarop het scenario Kaats defaitisme tracht te schetsen. De cast weet niet de personages boven de triviale uitkomsten uit te laten stijgen, met voor de hand liggende expressies waar weinig individualiteit uit spreekt. Zo komt Îles Flottantes net zo sjofel over als Max’ half mislukte poging het titelrecept te maken voor Kaats verjaardag.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 26 mei 2021.

10 april 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Vogelwachter, De

**
recensie De Vogelwachter

Half gelukte bijdrage aan Freeks filmcarrière

door Jochum de Graaf

Het verhaal van De Vogelwachter, een komisch drama met Freek de Jonge, is betrekkelijk eenvoudig verteld.

Al 45 jaar slijt de Vogelwachter ver afgezonderd van de bewoonde wereld zijn dagen op Benty Island, ‘en geen dag verzaakt’. Eens per week geeft hij vanuit zijn observatiehut de actuele standen van de kantelmeeuwen, tureluurs, steltlopers en wat dies meer zij door aan zijn vaste contactman Tom van het Bird Research Center. Hoogtepunt is voor hem dan dat hij als tegenprestatie de uitslagen van de Premier League terugontvangt, Everton – Huddersfield Town: 0-2!

De Vogelwachter

Zelfredzaamheid
Hij weet zich goed te vermaken met een voetbal die hij na halsbrekende toeren uit de branding weet te vissen. Toonbeeld van zelfredzaamheid is ook de manier waarop hij met behulp van een bankschroef zijn gebroken arm weet te spalken. Het bestaan op het onbewoonde eiland kabbelt zo door tot op zekere dag de vertrouwde stem van Tom niet meer uit de radio klinkt, hij is met pensioen gestuurd. De Vogelwachter krijgt aangezegd dat zijn dienstverband ten einde komt en daarmee wordt de grond onder zijn bestaan weggerukt. Hij doorloopt alle stadia van bedroefdheid, ontkenning, verzet, berusting.

Hij schrijft een uitgebreide brief aan de directie van het Bird Center, biedt aan pensioen in te leveren en het rantsoen van Brinta en bruine bonen kan voortaan wel toe met een keer per jaar levering, dat bederft toch niet. Maar de reactie is onverbiddelijk, de Vogelwachter moet nu toch echt aanstalten maken om zijn hebben en houden in te pakken, met drie weken zal hij worden opgehaald.

Dan wordt een zware storm aangekondigd en de vogelwachter bouwt van juttersspullen een soort vlot dat verticaal tegen de hut wordt gezet. Midden in de nacht bij het hoogtepunt van de storm wordt door een helikopter een kist met luxe goederen, exquise wijn, bijzondere kazen afgeworpen.

Als het ergste voorbij is – de Vogelwachter ligt nog onder de dekens in afwachting van nog groter onheil – klopt een Zeilmeisje bij de hut aan. Ze is met haar moderne catamaran fiks uit koers geraakt en wil graag de coördinaten weten. Na wat aftastende bewegingen raken ze op elkaar gesteld, repareren de boot en swingen op het strand bij een kampvuur. Ze biedt de Vogelwachter aan met haar mee terug te gaan naar de bewoonde wereld, ze maken een selfie.
Hoe de film afloopt? Wat onbestemd zou ik zeggen.

Wegwerpmaatschappij
Je zou kunnen volhouden dat De Vogelwachter aan grote thema’s raakt, het verschil tussen afzondering en eenzaamheid, tussen ouder worden en veroudering, de conservatie van alles wat van waarde is, de confrontatie met de moderne wereld na jaren van isolatie, de schoonheid van de natuur en de menselijke aantasting daarvan. En met het fraai in beeld gebrachte eilandleven en de jutterspraktijken van Freek zou de film ook gezien kunnen worden als kritiek op de moderne wegwerpmaatschappij.

De Vogelwachter

Het willen aanraken van grote thema’s wordt versterkt door een aantal bijzondere details. In de beginscène, de jonge vogelwachter (Nick Golterman) is zojuist op het eiland belandt, zien we een grafkruis met het opschrift ‘Ishmael’. Wanneer na de storm het strand weer is drooggevallen, vindt het Zeilmeisje het grafkruis opnieuw. Kennelijk heeft de verteller van Herman Melvilles wereldberoemde Moby Dick zijn einde op Benty Island gevonden. Met wat goede wil zou de verschijning van het Zeilmeisje (de zwarte actrice Quiah Shilue) een reminiscentie aan Robinson Crusoe kunnen zijn, met het meisje in de rol van Vrijdag.

Filmcarrière
Maar De Vogelwachter komt niet veel verder dan het aanstippen van dergelijke thematiek. De film wil te veel, ontbeert een duidelijke plot, wordt nergens groots of meeslepend. De natuurscènes zijn prachtig en die doorleefde kop van Freek (75!) doet het ook altijd goed op het doek, maar De Vogelwachter blijft oppervlakkig en daarmee al met al een lange zit.

In een interview met de NRC gaf regisseur Threes Anna (Bird Can’t Fly, Silent City, Platina Blues) aan dat ze nogal serieus van aard is: ‘ik vind grappen zelden leuk’. Bij de opnamen schijnt menige door Freek bedachte komische scène gesneuveld te zijn. En dat is spijtig, want het maken van grappen is natuurlijk niet de minste eigenschap van Freek. Na De Illusionist (1983) en De kKKomediant (1986) is daarmee De Vogelwachter opnieuw slechts een half gelukte bijdrage aan Freeks filmcarrière.

 

2 november 2020

 

ALLE RECENSIES