Color of Pomegranates, The

***
IFFR Unleashed – 1980: The Color of Pomegranates
Armeense visuele poëzie

door Yordan Coban

The Color of Pomegranates is geen gesneden koek. Dit abstracte visuele portret zal niet bij iedereen in de smaak vallen maar beslist een indruk achterlaten.

De beelden in The Color of Pomegranates (1969) vertellen het verhaal van Sayat-Nova, een bekende Armeense dichter uit de achttiende eeuw. De regisseur, landgenoot Sergei Parajanov, doet dit zonder een conventioneel narratief. In deze biografie probeert hij een abstracte belevenis van zijn jeugd te creëren met enkel visuele indrukken. De enige spraak die je hoort, zijn de sporadisch voorgedragen gedichten van Sayat-Nova.

The Color of Pomegranates

Excentrieke stijl
Parajanovs excentrieke stijl doet denken aan het vroege werk van Luis Buñuel, in de begintijd dat hij nog samenwerkte met Salvador Dalí. Zijn kritische en non-conformistische aanpak druiste in tegen de gangbare opvatting van de Sovjets, het maken van socialistisch-realistische uitingen, waardoor de film verboden werd en ondergronds ging. Parajanov werd zelfs af en toe in de gevangenis gegooid.

Zijn beelden bevatten vaak dieren, religieuze figuren en exotische gewaden. De mensen bewegen sierlijk heen en weer en worden begeleid met plotseling montagewerk. De Armeense filmmaker en kunstenaar gebruikte verschillende technieken om een indruk achter te laten. De ziel van een abstracte film zit hem vaak in twee elementen: de visuele aantrekkingskracht van de beelden en het ritme waarop de beelden voorgedragen worden.

In een film als Fantasia (1941) dansen de beelden voort op de symfonieën van Tsjaikovski en Bach en treedt de muziek op de voorgrond. In The Color of Pomegranates is niet echt muziek aanwezig. Meditatiegeluiden ondersteund door een koor zorgen voor een vervreemding maar slaan geen eigenzinnige toon aan.

Voor het bewijs dat passende sfeermuziek niet cruciaal hoeft te zijn voor een abstracte filmervaring hoef je alleen maar te kijken naar Man with a Movie Camera (1929), het meesterwerk van Dziga Vertov, dat als een visuele symfonie van het stedelijke leven geldt. Visuele abstractie is nu eenmaal een stuk meeslepender zonder geluid.

The Color of Pomegranates

Herinneringen
De beelden in The Color of Pomegranates zijn herinneringen uit de jeugd van de regisseur die als dagdromen aan de kijker opdoemen. Goede filmmakers zijn misschien een beetje egoïstisch omdat ze hun films meer voor zichzelf maken dan voor een publiek. Echter films zijn vaak het beste als ze innig en persoonlijk zijn.

Toch kan de kijker ook een afstand voelen met dergelijke individuele uitingen. Dit zie je bijvoorbeeld in Fellini-films, die over de belevingen van zijn eigen jeugd gaan. Echter ook voor Fellini geldt dat genialiteit het machtigst naar voren treedt in de werken die strekken tot universaliteit. Deze ondoorgrondelijke universaliteit lijkt altijd te vergaan in betrekkelijkheid als je er direct een beroep op doet maar kan zich slechts doen gelden indien de kunstenaar het niet als uitgangspunt neemt en vanuit zijn eigen beleving ons de hand reikt.

Niet elk shot in The Color of Pomegranates werkt even goed, maar er zijn een aantal bijzonder memorabele fragmenten. Een voorbeeld is een onvergetelijk shot waarin een kind op een dak ligt vol opengeslagen boeken, bladerend in de wind. In die zin leent de film zich goed voor een bezichtiging in een museum. Kijkers kunnen rustig een blik werpen op de visuele spinsels, maar de gehele film van begin tot eind beleven is niet per se noodzakelijk.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 21 april 2021.

7 maart 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Cow, The

****
IFFR Unleashed – 1972: The Cow
Liefde voor een koe is de grootste liefde

door Bob van der Sterre

Een dorp. Een man. Een koe. Liefde. The Cow (Gaav) begint met een portret van een Iraans dorpje. Mash Hassan heeft een koe en verzorgt die beter dan zijn eigen vrouw. Hij wast de koe, hij boent de koe, zegt lieve woordjes tegen de koe.

Op een dag gaat hij naar de stad. En dan sterft de koe. Zijn het de heidense Bolouris-bendeleden, die al eerder in het dorp waren? Is het een slang? Is het het ‘boze oog?’ Iedereen heeft zijn eigen theorie.

The Cow

Genadeloos blootleggen
Het hele dorp komt bijeen om te beslissen hoe ze kunnen voorkomen dat Hassan het nieuws krijgt. Ze gaan zelfs zo ver om de dorpsidioot vast te binden. Hassan keert terug en mist zijn koe. Hij begin hooi te eten. ‘Ik ben niet Hassan. Ik ben zijn koe.’ Zijn dorpsgenoten zijn supergeduldig en willen hem graag helpen met zijn verdriet maar Hassan teert langzaam weg. Ze moeten wat doen.

De film (cinematografie is van Fereydon Ghovanlou) is prachtig om te zien. De locatie, een klein Iraans dorpje in een woestijn, maakt hier de film. De zwart-witbeelden zijn hier vrij letterlijk, aangezien de mensen vaak in het zwart lopen en hun huizen wit zijn. De muziek is mysterieus, de karakters van het dorp worden mooi in beeld gebracht en de woestijn en de krappe huisjes geven alles een beklemmend gevoel. Dat is met cinematografisch instinct gezien door regisseur Darius Mehrjui en dan helpt de geweldige rol van Ezzatolah Entezami als Hassan ook veel.

Met interpretaties kun je veel kanten op, dat is het aardige van deze film. Er is gelukkig niet een simpele uitleg, zoals je ook met Ionesco’s Rhinoceros, of Kafka’s Die Verwandlung, waar deze film aan beide een beetje doet denken, veel kanten uit kunt. Heeft het met politiek, psychologie, sociologie, religie of met onze omgang met dieren te maken? Dat zou allemaal kunnen.

The Cow

Islamitische Revolutie
In niet-artistiek opzicht is de film ook bijzonder. De sjah-regering vond dat het Iraanse volk te simpel en boers oogde in deze film. De film kwam alleen bij buitenlandse festivals (in 1971 voor het eerst in Venetië in 1972 dus in Rotterdam) dankzij het betere smokkelwerk. Zo ging dat in die tijd.

Frappant genoeg vond ayatollah Khomeini de film vermakelijk. The Cow zou misschien zelfs de reden zijn dat na de Islamitische Revolutie van 1979 (tien jaar na deze film) er nog films gemaakt mochten worden.

Wat me elke keer zo verbaast, is dat dit soort relatief eenvoudige filmhuisfilms al zo lang gemaakt worden (deze is dus uit 1969). Een incident is de aanleiding voor het genadeloos blootleggen van culturele kenmerken van een maatschappij. Zoals de kleien huisjes, de hiërarchie bij mannen, de religie, de rol van vrouwen. De helft van de filmhuisfilms zit nog steeds zo in elkaar. Deze ‘ truc’ van The Cow – die vast daarvoor ook al eens was gedaan – is daarna immer en immer gerecycled in de filmhuiswereld, en minder goed, want zonder de zachte humor en ontroering die je hier treft.

Het begon allemaal met een Iraanse koe!

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 7 april 2021.

24 februari 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Corpus Christi

****
recensie Corpus Christi

Tussen spiritualiteit en zonde

door Cor Oliemeulen

Laat je niet afschrikken door de titel of door het verhaal over een priester. Het voor een Oscar genomineerde Poolse drama Corpus Christi is een rauwe spirituele film, die vragen stelt over het vermogen tot verandering van mensen die zijn gevormd door het verleden. Hebben we te maken met een criminele charlatan of een begenadigd geestelijk leider die troost brengt?

Je hebt mensen die zich uitgeven voor iemand anders maar door geheugenverlies niet meer weten hoe het zo ver kon komen, zoals Gregory Peck in Alfred Hitchcocks psychologische thriller Spellbound (1945). Je hebt ook mannen die zich als vrouw verkleden om zich te verstoppen voor de maffia, zoals Tony Curtis en Jack Lemmon in Billy Wilders weergaloze komedie Some Like It Hot (1959). Het gegeven van het aannemen van een andere identiteit is in beide filmklassiekers niet geheel authentiek, maar dat hoeft ook niet.

Corpus Christi

In het recente Poolse drama Corpus Christi, een filmklassieker in wording, valt of staat de fysieke identiteitsfraude wél met de geloofwaardigheid van het karakter en de situatie. Regisseur Jan Komasa inspireerde zijn film op het verhaal van een jongeman die zich voordeed als priester in een Pools stadje en slaagt erin de komst en het optreden van de misleider van begin tot einde uiterst aannemelijk te houden.

Spirituele transformatie
Daniel (Bartosz Bielenia) zit in een jeugdgevangenis. Het blijft lang onduidelijk wat hij op zijn kerfstok heeft. Wat we wel al snel zien, is het feit dat hij wordt beschouwd als buitenbeentje dat regelmatig door medegevangenen gemolesteerd wordt. Deze omgeving blijkt geen onlogische voedingsbodem voor iemand die zijn leven wil beteren en zich overgeeft aan het geloof, geïnspireerd door priester Tomasz die de diensten in het detentiecentrum leidt. Het is de vraag of Daniel als lid van de burgermaatschappij ook gevoelig voor een spirituele transformatie zou zijn geweest.

Op een dag mag Daniel op werkverlof. Het is de bedoeling dat hij zich meldt bij een zaagfabriek op het Poolse platteland, maar eenmaal in het stadje aangekomen, lopen de zaken anders. Allereerst bezoekt hij een kapel waar hij het meisje Lidia (Eliza Rycembel) ontmoet. Hij laat zich verleiden tot een leugentje, en voordat hij het zich realiseert, wordt Daniel gevraagd om de priester van de kleine geloofsgemeenschap te vervangen. Die is bezweken aan de gevolgen van een alcoholverslaving en vertrekt tijdelijk naar een afkickkliniek. Zijn eerste kerkdienst is nog wat onwennig, maar het duurt niet lang voordat Daniel zich geheel in zijn element voelt. Hij neemt biechten af en leidt processies. Zijn drugsgebruik en tatoeages blijven vooralsnog verborgen.

Corpus Christi

Fris pragmatisme
Hoewel we te maken hebben met een conservatieve parochie is Daniel in korte tijd vele malen populairder dan de oude priester. Niet alleen zijn expressieve ogen verschaffen hem een charismatische uitstraling, maar vooral zijn onorthodoxe visie en frisse pragmatisme leveren hem zowel bijval als nieuwe kerkgangers op. Het duurt niet lang voordat Daniel merkt dat een deel van de gemeenschap rouwt om een recente verkeerstragedie waarbij een aantal dorpsgenoten omkwam en die het dorp in tweeën splitste. Wonderwel vindt Daniel de juiste aanpak en woorden voor verzoening en troost.

Dat alles maakt van Corpus Christi een rauw drama met een vleugje humor, mooi gefilmd, gedecideerd geregisseerd en gezegend met een fantastische hoofdrolspeler. Deze sublieme film vertelt een universeel verhaal over het verdienen van een tweede kans en speelt met het gegeven van de voorbeeldige persoon die slechte dingen doet en met de slechte persoon die goede dingen doet. Daniel laveert tussen spiritualiteit en zonde. Het is een kwestie van tijd dat hij zal worden ontmaskerd, want hij neemt de nodige risico’s door zich op te offeren voor het herstel van een harmonieuze gemeenschap. Bovendien geeft hij niet toe aan de nukken en bedreigingen van de corrupte burgemeester die hij tijdens het zegenen van de zaagfabriek (!), samen met andere hoogwaardigheidsbekleders, pardoes in de modder laat knielen voor een gebed. Ook zijn ongemakkelijk broeiende relatie met Lidia komt tot een climax. De uiteindelijke boodschap van Corpus Christi is snoeihard: niemand kan ontsnappen aan het verleden.

 

5 oktober 2020

 

ALLE RECENSIES

Chili

***
recensie Chili

Veertig breedtegraden in vijftig minuten

door Paul Rübsaam

De duizenden kilometer lange sliert land die Chili heet, vormt wat betreft landschap, flora en fauna een dwarsdoorsnede van het zuidelijk halfrond. Kun je dat laten zien in een natuurdocumentaire van slechts vijftig minuten?

Na een afwezigheid van twintig jaar keerde de natuurdocumentarist Christian Muñoz-Donoso terug naar Chili om de ontzagwekkende en veelzijdige natuur van zijn geboorteland te vereeuwigen. Chile: A Wild Jouney werd een serie in acht delen. Het laatste deel vat de serie samen en fungeert nu als bioscoopfilm met dezelfde naam.

Chili

Die vijftig minuten durende documentaire begint en eindigt in het nationaal park Torres del Paine in het zuidelijke Patagonië. Tussendoor krijgen we onder andere de vijfduizend kilometer noordelijker gelegen Atacama-woestijn te zien. Er worden reuzensprongen gemaakt, maar wel met de nodige primeurs.

Walvisdialect
In het naar het Paine-bergmassief met zijn imposante torenspitsachtige bergen genoemde Torres del Paine bevolken grote kuddes guanaco’s (lama-achtigen) de lager gelegen heuvels en prairies. Zij vormen het voedsel voor de poema’s, die evenals de guanaco’s door de jacht lange tijd met uitsterven bedreigd zijn geweest. In het warme licht van de late middagzon zien we een moederpoema stoeien met haar welpen en deze later ook zogen. Nooit eerder werd dit laatste in het wild gefilmd.

Westwaarts, in de richting van de Grote Oceaan, verandert het Patagonische landschap. Tal van eilanden flankeren de grillige kustlijn. Nabij het Chiloë-eiland is de voedselrijke zee het domein van een ander mythisch dier: de blauwe vinvis. De Chileense variant van dit grootste dier op Aarde vormt een ondersoort en beschikt over een eigen ‘dialect’. Voor het eerst kunnen we dit geluid, dat doet denken aan het gepuf van een stoomschip, horen.

Niet ver van de wateren waar het grootste zeezoogdier op Aarde huist, bevindt zich de verblijfplaats van het kleinste: de zuidelijke zeeotter. Met aanstekelijk hedonisme nuttigt dit dier ruggelings op het water dobberend de schaaldieren die hij uit de zee heeft opgedoken. Evenals andere dieren die leven in dit deel van de oceaan wordt de otter in zijn voortbestaan bedreigd door de winning van zeewier en de toenemende huizenbouw aan de Chileense kust.

Chili

Bloemenzee
Veel noordelijker, op een eiland ter hoogte van de Atacama-woestijn, hangen vampiers met hun tenen aan de wanden van een grot. Deze vleermuissoort heeft een weinig aantrekkelijk snuitje, maar is ongevaarlijk voor mensen. Wél leeft de vampier van bloed, zoals Charles Darwin in de negentiende eeuw ontdekte. Maar dan alleen van dat van vogels en kleine zoogdieren.

In de open vlakte van de Atacama voltrekt zich nu en dan een merkwaardig verschijnsel. Onder invloed van het weerfenomeen El Niño valt er eens in de zoveel jaar een aanmerkelijke hoeveelheid regen. Die doet de woestijn geleidelijk aan groen kleuren, tot er uiteindelijk een veelkleurige bloemenzee ontluikt. Zelfs een hagedis, die zich normaal gesproken met insecten voedt, kunnen we dan naar bloemblaadjes zien happen. Ook dit werd volgens de makers nooit eerder met een camera vastgelegd.

Chili

Meer hoogtepunten
De kleinste katachtige van Amerika: de zogeheten Kodkod, de kleinste hertensoort: de Pudu en de rode Chileense klokbloem (de nationale bloem) passeren nog de revue. Alsmede de Degoe, een knaagdier dat veel weg heeft van een kruising tussen een rat en een konijn. In de hete zomers kan deze wekenlang rustig wachten tot de wind de peulen uit een meidoornboom blaast, waarna hij die buit vervolgens zo snel als hij kan naar zijn in de schaduw gelegen hol sleept.

Weer terug in Patagonië zien we dat niet alleen de poema zich te goed doet aan het vlees van de guanaco’s. De chilla, een grijze Zuid-Amerikaanse vos, doet dat eveneens, maar dan als aaseter. Evenals de condor, de koningsgier die met zijn voor het Guinness Book of Records in aanmerking komende spanwijdte in een Zuid-Amerikaanse natuurfilm niet mag ontbreken.

Chili is bijna voortdurend ademberovend. Er ontbreekt echter een narratieve structuur die de kijker het gevoel kan geven dat hij Chili in zijn eigen tempo mag ontsluieren. In plaats daarvan wordt hij meegesleept van het ene record naar het volgende extreem. Dat bevredigt niet helemaal, maar maakt wel benieuwd naar de gehele achtdelige serie.

 

21 september 2020

 

ALLE RECENSIES

Controversiële film Crash naar boek J.G. Ballard weer in bios

Controversiële film Crash naar boek J.G. Ballard gerestaureerd
De filmset als werkelijkheid

door Alfred Bos

De Britse auteur J.G. Ballard voorzag de spektakelmaatschappij. Wanneer de werkelijkheid een filmset is geworden, is waanzin het laatste toevluchtsoord van de verbeelding – zoals David Cronenbergs verfilming van Ballards roman Crash illustreert. Hoe mediaverzadiging mensen ongemerkt gek maakt.

Een groep jongeren feest na sluitingstijd in een luxe warenhuis. Op beeldschermen zien ze het resultaat van hun activiteiten overdag. Ze hebben op willekeurige plaatsen in de stad bommen geplaatst. De explosies vormen het sensatienieuws van die avond.

Crash (1996)

Crash (1996)

De publiciteit rond de Franse speelfilm Nocturama noemt nergens de naam van J.G. Ballard, maar het gegeven komt uit de verbeelding van de in 2009 overleden schrijver. Zielloos consumentisme, terrorisme uit verveling, sensatiezucht, media-overkill—het zijn thema’s van het post-millennium. Ballard schreef er vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw romans over.

De geestesgesteldheid van de mens die leeft in een technologisch hoog ontwikkelde samenleving, vormt het onderwerp van Ballards fictie. Het beschrijft, in zijn woorden, de “dubieuze geneugten van het leven in een geavanceerde technologie”. Het onbewuste en onbedoelde effect van die technologie is dat “ze perverse impulsen kanaliseren, temmen en acceptabel maken. Technologie geeft ons de middelen om onze psychopathologie uit te leven. Het versterkt de menselijke natuur.”

Wanneer hun primaire wensen zijn vervuld en het leven een staat van schijndood is geworden, gaan mensen zich gedragen als psychopaten. Het comateuze brein kan alleen nog worden gestimuleerd door sensatieprikkels. Wanneer de ziel en het geweten zijn verdoofd, is extreem gedrag het panacee tegen de leegte.

J.G. Ballard

J.G. Ballard

Omgeving zonder identiteit
Eigenlijk had de schrijver psychiater willen worden, maar hij brak zijn studie voortijdig af om zich volledig aan de literatuur te kunnen wijden. Ballard, in 1930 geboren in Sjanghai, kwam als tiener, in 1946, naar Engeland. Hij arriveerde als buitenstaander en trof een vermoeide samenleving aan, vastgeroest in een overleefd klassensysteem, nostalgisch zwijmelend in een mythisch verleden van een wereldmacht die in werkelijkheid door de geschiedenis was ingehaald. Hij blééf een buitenstaander, zijn leven lang.

In zijn romans betoont Ballard zich een psychiater die met geïnteresseerde en geamuseerde blik naar de geesteszieke patiënt kijkt. Als jongetje zag hij in Sjanghai de bruutheid van het bestaan; mondaine weelde versus tergende armoede, het dagelijkse geweld, lijken op straat. Zijn puberjaren bracht hij door in een Jappenkamp. Die jeugdherinneringen, opgeschreven in de roman Empire of the Sun, zijn in 1987 verfilmd door Steven Spielberg. Toen Ballard na de oorlog in Engeland arriveerde, had hij over de menselijke natuur geen illusies. Zijn persoonlijke geschiedenis maakt hem tot een unieke observator.

De jaren na de Tweede Wereldoorlog waren ook in Engeland een tijd van wederopbouw en optimisme. De verzorgingsstaat kreeg vorm, wetenschap en technologie beloofden vooruitgang: gemak en welvaart op een voorheen ongekende schaal. Die nieuwe wereld vormt het decor van Ballards romans: snelwegen, torenflats, winkelcentra, bedrijventerreinen en wetenschapsparken. De ontmenselijkte, identiteitsloze, volstrekt neutrale en ontzielde omgevingen die de modernistische architectuur van de naoorlogse jaren kenmerkt.

Empire of the Sun (1987)

Empire of the Sun (1987)

Dat ontzielde decor is gevuld met media: beeldschermen en reclameborden laten een niet aflatend bombardement van sensationele prikkels en commerciële boodschappen op het individu los. Die wordt door de zielloze omgeving zelf ontzield en gevuld met de gemanipuleerde mediaboodschappen. Het identiteitsloze individu is gereduceerd tot consument, prooi van spin en marketing. Over dat individu, die lege huls op zoek naar sensatie, gaan Ballards romans.

Spektakel regeert
De inwerking van betonjungle en mediaverzadiging op de menselijke psyche resulteert in een toestand van psychose. De buitenwereld wordt de binnenwereld, realiteit en fantasie zijn verwisseld. Dat is de psychopathologie van Ballards personages. Ze zijn vervreemd van de werkelijkheid en zichzelf. De mediarepresentatie, het simulacrum, heeft de plaats van de realiteit ingenomen. Ze leven in een virtuele wereld en beleven die als authentiek; het is echter een waan. Het echte leven, het authentieke, is verdwenen achter een scherm van marketing en technologie.

In zijn meest controversiële roman Crash (1973) ontmoet de verteller, net als de schrijver James Ballard geheten, de voormalige tv-wetenschapper Robert Vaughan. De doctor is de leider van een groep verkeersslachtoffers die verkeersongelukken van beroemdheden naspelen en daar seksuele opwinding aan ontlenen. De droom van Vaughan is om te verongelukken in een frontale botsing met filmster Elizabeth Taylor.

De roman begon als een kort verhaal, getiteld Crash!, onderdeel van de experimentele roman annex verhalenbundel (je kunt de teksten in willekeurige volgorde lezen) The Atrocity Exhibition. Het boek bevat tevens het verhaal Why I Want To Fuck Ronald Reagan, waarmee Ballard reeds in 1970 een politieke carrière voorzag voor beroemdheden en tv-persoonlijkheden. Spektakel regeert.

Lust opwekkende wrakken
Na de publicatie van The Atrocity Exhibition (het gruwelkabinet) organiseerde Ballard in het New Arts Laboratory in Londen een expositie van autowrakken. In 1978 vertelde hij in het undergroundmagazine Search & Destroy wat er vervolgens gebeurde. “Ik wilde mijn vermoedens testen en stelde drie wrakken ten toon. Ik heb nog nooit mensen zo agressief dronken zien worden als tijdens vernissage. Ik werd bijna aangevallen door een verslaggever.”

Het werd nog leuker. “Ik liet een jonge vrouw zonder topje de genodigden interviewen en er was closed circuit tv waarop de gasten konden zien hoe ze te midden van autowrakken werden aangesproken door een jongedame met blote borsten. Dat was teveel, iedereen raakte van de kook. De vrouw werd bijna verkracht op de achterbank van een wrak. Dat voorval bevestigde mijn vermoedens.”

De tentoonstelling liep een maand en de autowrakken werden doorlopend gemolesteerd. “Ze werden met verf bespoten, ramen kapot geslagen, spiegels afgebroken—de vijandigheid was verbazingwekkend.” In 1971 maakte Ballard voor de BBC een korte film naar het verhaal, met hemzelf en actrice Gabrielle Drake in de hoofdrollen. De roman Crash veroorzaakte na publicatie in 1973 veel controverse. Later verklaarde de schrijver: “Ik wilde de lezer provoceren om onder ogen te zien wat naar mijn idee een omkering van menselijke waarden was, de dood van de emotie. Crash was een wanhopige poging om de sensationalisering van geweld te begrijpen.”

Psychopathologie van de mediamens
Het heden is voor Ballard de sleutel tot de toekomst, niet het verleden. Zijn boeken zijn gesitueerd in een verhevigde variant van het heden, een toekomst die op het punt staat te gebeuren. Ballard: “Ik ben geïnteresseerd in de komende vijf minuten.” Diens favoriete sciencefictionfilm was Alphaville van Jean-Luc Godard, waarin de modernistische nieuwbouw van Parijs dient als decor voor dienst dystopische schets van de toekomst.

Ballards debuutroman, The Wind from Nowhere (1961), is de eerste van een reeks boeken waarin de beschaving ten onder gaat door natuurrampen. In zijn boeken vanaf The Atrocity Exhibition (1970) heeft de werkelijkheid van wind en water plaatsgemaakt voor een medialandschap. In de jaren zestig was de televisie uitgegroeid tot het venster op de wereld.

De mediaverzadiging heeft consequenties, meent Ballard. De virtuele wereld van de elektronische media – televisie, film, radio en, vanaf de late jaren zeventig, computer – is een kunstmatige, geregisseerde representatie van de werkelijkheid. Die simulatie neemt gaandeweg en ongemerkt de plaats in van de fysieke werkelijkheid. Met als resultaat dat verbeelding en realiteit van plaats wisselen. “Het medialandschap is een kaart op zoek naar een gebied”, aldus Ballard.

De consequenties voor de bewoner van die mediarealiteit zijn vergaand. Hij is vervreemd van zijn fysieke realiteit en identiteit, van zichzelf. Die vervreemding – je zou het ‘cognitieve dissociatie’ kunnen noemen – is een door media geïnduceerde psychose. Het lichaam verblijft in de fysieke wereld, het hoofd in de virtuele wereld van media en internet. Die verwarring is de default-stand van de eenentwintigste-eeuwse, posttruth samenleving geworden.

Smartphoneverslaving, nepnieuws, terroristische aanslagen, een eindeloze stroom van sensationele prikkels zonder samenhang of context, de mens als maakbaar object, obsessief groepsdenken, ultrageweld—het zijn symptomen van de psychopathologie die Ballards romans beschrijven. Wanneer de werkelijkheid een filmset is geworden, is gekte het laatste toevluchtsoord van de verbeelding.

De observaties van Ballard sporen met de ideeën van de Franse filosoof Guy Debord, de man die de term ‘spektakelmaatschappij’ muntte. Debords collega Jean Baudrillard roemde Crash als “de eerste roman over het universum van de simulatie”.

The Atrocity Exhibition (2000)

The Atrocity Exhibition (2000)

Ballard op het filmdoek
Het duurde tot 1996 eer Crash – met James Spader als Ballard en Elias Koteas als Vaughan – werd verfilmd door de Canadese regisseur David Cronenberg en opnieuw een controverse veroorzaakte. ‘De personages slaapwandelen door het verhaal in een staat van futuristische afstomping, op zoek naar extreme vormen van sensatie omdat ze geen normale emoties meer kunnen voelen’, schreef The New York Times. De Washington Post was vernietigend: ‘Crash reikt niet verder dan de meest directe sensatiezucht’.

De boeken van Ballard zijn zeer geschikt voor verfilming, ze zijn visueel rijk. De auteur ziet zichzelf als een gemankeerde schilder. “Ik schilder mijn boeken als het ware.”

In 2000 bewerkte de Amerikaan Jonathan Weiss het fragmentarische The Atrocity Exhibition voor het witte doek, het is zijn eerste en enige film. Weiss verwerkte archiefbeelden van nieuwsfeiten uit de jaren zestig in het verhaal rond Dr. Talbert. Die werkt aan een gruwelkabinet. Hij verzamelt foto’s van de handen van Lee Harvy Oswald, de moordenaar van president Kennedy; sjouwt rond met twee onthoofde Christusbeelden; en neemt een meisje van achteren terwijl ze naar een foto van Ronald Reagan kijkt.

Ballard was zeer te spreken over Weiss’ boekverfilming. Hij stuurde de regisseur een fax: “Toen ik naar de film keek had ik bijna het idee dat ik het boek las.”

High-Rise (2015)

High-Rise (2015)

Continue soap
De Britse cult-regisseur Ben Wheatley waagde zich in 2015 aan de verfilming van High-Rise (1975), nadat Nicolas Roeg in de jaren zeventig een poging had gewaagd maar het boek onverfilmbaar noemde. (Het probleem lag volgens Ballard bij de scenarist, Paul Mayersberg, niet het boek.) Tom Hiddleston speelt de rol van Robert Laing, de arts en universitair docent die verhuist naar een net opgeleverde luxe woontoren waar zich al snel een barbaarse klassenoorlog ontwikkelt.

Tijdens de promotietournee voor de film las Hiddleston voor uit een interview van Ballard uit 1978. Een paar citaten:

“Ik kan me een enorme uitbreiding van het beeldmateriaal voorstellen, beschikbaar door de druk op een knop, zoals je nu kunt bellen naar een nummer voor het weerbericht.”

“Ik denk dat de grootste ontwikkeling van de komende twintig, dertig jaar zal zijn de introductie van beeldsystemen: iedere kamer van ieder woning of flat heeft een camera die registreert wat er gebeurt. De transformatie van de huiskamer tot tv-studio schept een nieuw soort realiteit.”

“Als iedereen een camera heeft beginnen mensen eindeloos zichzelf te fotograferen; terwijl ze zich scheren, zitten te eten, ruzie maken; en de toepassingen voor de slaapkamer liggen voor de hand. Maar daarna zal ieder van ons de focus zijn van een continue soap.”

Ballard voorzag de sociale media, met hun obsessieve zucht naar aandacht, hun echokamers en hun agressie tegen afwijkende meningen; het zijn symptomen van de mediapsychose. Zijn favoriete plek was de anonieme lounge van de Londense luchthaven Gatwick. Daar voelde hij zich thuis.

Crash (1996)

Crash (1996)

Techno-surrealisme
Ballards latere boeken, gepubliceerd na het autobiografische Empire of the Sun, zijn (nog) niet verfilmd, maar dat lijkt een kwestie van tijd. Cocaine Nights (1996) gaat over een schaduwwereld van brandstichting, geweld en buitenechtelijke seks in een Spaanse woonenclave voor Britse welgestelden. Het businesspark Eden-Olympia uit Super-Cannes (2000) is het decor van perversie en deprivatie voor een kaste van geprivilegieerde professionals van artsen, architecten, producers en zakenmannen.

In Millennium People (2003), de eerste Ballard-roman na nine eleven, gaat de hoofdpersoon op zoek naar de waarheid achter de dood van zijn vrouw, die om het leven kwam bij een terroristische aanslag op de luchthaven Heathrow. De afgeschermde gemeenschap van het wooncomplex Chelsea Marina blijkt een broeinest van middleclass terroristen. Dit is het boek waarop Nocturama lijkt te zijn geïnspireerd.

Kingdom Come (2006), satireert de triomf van het consumentisme, dat in feite een vorm van fascisme is, met de shopping mall als focus. De consument wordt geïnformeerd via tv-commercials en de beschaafde middenklasse blijkt een kudde barbaren, voetbalhooligans in maatpak. Geweld is vermaak, een panacee tegen de leegte. Wat in Crash nog was voorbehouden aan insiders, is in Ballards laatste roman massavermaak geworden. Het consumentenparadijs is instabiel, want gebouwd op een waan.

De tijd is rijp voor een herwaardering van David Cronenbergs film naar Ballards meest geruchtmakende roman. Nu dankzij het Covid-virus de dagelijkse realiteit is verworden tot een draaiboek van protocollen en gedragsregels, en aldus is getransformeerd tot filmset, behoort Crash tot het nieuwe normaal.

De ongecensureerde 4K-restauratie van Crash is vanaf donderdag 6 augustus te zien in een aantal bioscopen.

 

31 juli 2020

 
ALLE ESSAYS

Collective

***
recensie Collective

Medisch machteloos

door Tim Bouwhuis

In de nasleep van een clubbrand legt een reeks dodelijke ziekenhuisopnames een web van bestuurlijke corruptie en nalatigheid bloot. Menig auteur van medische thrillers zou tekenen voor een premisse van deze aard, maar Collective is ‘gewoon’ een documentaire uit Roemenië. Het is, en dat mag een understatement heten, niet gemakkelijk om dit verslag van mensonterende praktijken en medische misère te bekijken tijdens een lopende gezondheidscrisis van mateloze omvang.

Boekarest, 30 oktober 2015. Een korte, maar felle brand maakt een tragisch einde aan een muzikaal optreden in een nachtclub. 26 mensen laten het leven, mede door een gebrek aan goede branduitgangen. In de nasleep van de ramp belanden brandwondenslachtoffers van de regen in de drup: 38 van hen sterven aan infecties die bestreden worden met sterk verdunde desinfectiemiddelen. De verantwoordelijke partij, Hexi Pharma, opereert onder het fiat en medeweten van de Roemeense overheid.

Collective

De journalist en de minister
De eerste helft van Collective concentreert zich op dit farmaceutische schandaal, dat publiek barstte toen sportkrant Gazeta Sporturilor maanden nadien over durfde te gaan tot het publiceren van haar onthullende bevindingen. In november 2015 hadden gespannen protesten in de hoofdstad dan wel bijgedragen aan het aftreden van het toenmalige kabinet, de opvolgers waren hooguit nieuwe vertakkingen van verrotte wortels.

Regisseur Alexander Nanau (Toto and His Sisters was in 2015 te zien op het IFFR) heeft in dit corrupte autoriteitskader willen uitgaan van de spaarzame stemmen (met invloed) die zich tegen de doofpotaffaire uitspraken. In gesprek met De Groene Amsterdammer geeft Nanau aan dat de redactieleden van de sportkrant “de eersten waren die de juiste vragen stelden (…) de leugens van de autoriteiten in de zaak-Colectiv ontdekten.” Omgekeerde werelden schreeuwen om kritische denkers en onderzoekers. “Als de pers buigt voor de autoriteiten, zullen die autoriteiten misbruik maken van het volk”, laat Gazeta-journalist Cătălin Tolontan vroeg in de film optekenen.

Ongeveer halverwege Collective verlegt Nanau zijn focus van de krantenredactie naar het doen en laten van Vlad Voiculescu, die zich in mei 2016 van zijn taak kweet de opgestapte schandaalminister van volksgezondheid op te volgen. Voiculescu’s nobele wens om het beste te doen voor de slachtoffers van de abominabele Roemeense gezondheidszorg maakt hem duidelijk een uitzonderingsgeval binnen het corrupte politieke bestel. Dit kan direct verklaren waarom de camera’s de minister ook achter de schermen mochten blijven volgen, waar ze Voiculescu’s persoonlijke overwegingen en conversaties met collegae uitvoerig vastlegden.

De film wordt er in deze fase zeker niet minder interessant op, maar verliest wel veel van zijn scherpte. Waar het journalistieke venster tenminste ten dele inzichtelijk maakt wie er achter de schermen nu precies verantwoordelijk en betrokken waren, benadrukt het kortstondige functioneren van de minister (Voiculescu diende nog geen acht maanden) vooral het failliet van eerlijkheid en rechtvaardigheid, zonder dat er echt oplossingen of concrete (voor)uitzichten worden aangedragen. Tijdens een nachtelijke autorit vat Voiculescu zijn machteloosheid eigenlijk perfect samen: als het volk tijdens de lokale verkiezingen van 2016 gewoon weer blijkt te stemmen voor de sociaaldemocratische partij die primair verantwoordelijk is geweest voor het Colectiv-schandaal, wat kan hij als eerlijke tegenstem dan nog doen?

Collective

Als kijker kun je cynisch op die vraag reageren, en daarmee de hoop van journalisten als Tolontan genadeloos onder het tapijt vegen. Gelukkig handelden niet alle mensen die er in de context van Collective in de allereerste plaats toe doen op deze manier. Voor veel Roemeense kijkers betekende de gedocumenteerde erkenning van het berokkende leed op zichzelf al heel veel, zo bewezen reacties na de eerste premières in eigen land.

Helden tegen beter weten in?
Tegelijkertijd is Collective niet de eerste Roemeense film die de ziekenhuiswereld (mede) bekijkt in het donkere licht van bureaucratisering en politieke nevenbelangen. Cristi Puiu, wiens meest recente Malmkrog (Berlinale 2020) hopelijk nog op Nederlandse distributie mag rekenen, maakte in 2005 The Death of Mr. Lazarescu, over de tamelijk bizarre ziekenhuisgang van een man die alleen maar geholpen hoeft te worden. Het helaas mager uitgewerkte Thou Shalt Not Kill (Catalin Rotaru, Gabi Virginia Sarga, 2018), eveneens over het schandaalgegeven van verdunde ontsmettingsmiddelen, draaide afgelopen najaar nog op Film Fest Gent.

Collective moet het met zijn gedefinieerde helden op voorhand opnemen tegen een wereld die murw geslagen is door stelselmatig onrecht. Precies daarom was Todd Haynes’ recente Dark Waters (in januari in Nederland uitgebracht) ook zo’n frustrerende kijkervaring. Held bij uitverkiezing is daar een advocaat met geweten (Mark Ruffalo), maar ook deze klokkenluider kan de corrupte machine niet volledig tot stilstand brengen. Het berokkende leed teniet doen. De helden die films ons graag blijven voorhouden, worden in werkelijkheid helaas maar al te vaak weggevaagd door de storm.

4 juli 2020

 

ALLE RECENSIES

Cordillera de los sueños, La

***
recensie La cordillera de los sueños

Heimwee naar een verloren land

door Ries Jacobs

Chili is meer dan het geboorteland van regisseur Patricio Guzmán, het is zijn muze. Bijna al zijn werk gaat over de maatschappelijke situatie in het land dat hij midden jaren 70 om politieke redenen ontvluchtte. Voor zijn laatste film keert hij wederom naar terug maar Chili.

Guzmán, afgelopen najaar hoofdgast op het IDFA, begint La cordillera de los sueños (De bergketen van dromen) met beelden van de Andes, het gebergte dat in Latijns-Amerika ook wel la Cordillera wordt genoemd. Zijn lofzang aan de macht en de kracht van de Andes en de tradities van haar bewoners vormt een poëtische, maar ook wat langdradige introductie.

La cordillera de los sueños

Daarna draait het verhaal honderdtachtig graden wanneer Guzmán de politieke situatie in Chili belicht. Aan de hand van archiefbeelden uit de jaren 70 en 80 schetst de filmmaker kort de geschiedenis die iedereen kent: de machtsgreep van Pinochet in 1973, demonstraties, politieke gevangenen en verdwijningen. Enkele van deze beelden ‘leent’ Guzmán van filmmaker Pablo Salas. Hij is na de staatsgreep wel in Chili gebleven en bouwde decennialang aan zijn archief met beeldmateriaal van politieke bijeenkomsten, demonstraties en andere maatschappelijke manifestaties.

Latijns-Amerikaanse broer
Salas filmt nog steeds, want de maatschappelijke onrust in Chili duurt voort. Volgens Guzmán komt dit omdat de echo van het regime van Pinochet doordreunt tot in het hedendaagse Chili. De handlangers van de toenmalige president hebben nu nog de economische macht in handen en hebben de kopermijnen in het noorden van het land aan buitenlandse bedrijven verkocht. De ‘gewone man’ heeft het nakijken.

Hier heeft de regisseur een punt. De inkomensverdeling in Chili is nog minder gelijk dan bij zijn grote Latijns-Amerikaanse broer Brazilië, het land dat bekendstaat als het schoolvoorbeeld van economische ongelijkheid. Slechts een beperkt aantal inwoners profiteerde in de afgelopen jaren van de economische spurt die het land doormaakte.

La cordillera de los sueños

Ruïne
Deze maatschappijkritiek illustreert de ambivalente relatie die Guzmán heeft met zijn geboorteland. De filmmaker houdt van het Chili van zijn jeugd, waar oude gebruiken plaatshadden onder de goedkeurende blik van machtige Andestoppen. Maar dit Chili hield op elf september 1973 abrupt op te bestaan. De besneeuwde Andestoppen zijn nog steeds dezelfde, maar Chili is een ander land, een land waar Guzmán zich sindsdien ‘niet meer thuis voelt’.

Guzmán brengt dit op een persoonlijke manier in beeld (hij bezoekt bijvoorbeeld de ruïne van wat ooit zijn ouderlijke huis was), maar het geheel oogt wat rommelig. Hij springt nogal eens van de hak op de tak. La cordillera de los sueños – het slotstuk van Guzmáns trilogie over de erfenis van Pinochet (na Nostalgia de la luz in 2010) en El botón de nácar in 2015) – bestaat niet uit hapklare brokken. De kijker moet zijn best moet doen om zelf de puzzelstukken op de juiste plekken te leggen. Bovendien plaatst Guzmán het geïdealiseerde verleden van zijn jeugd wel erg gemakkelijk tegenover de rauwe realiteit van na 1973. De regisseur geeft de zaken nogal zwart-wit weer.

Anderzijds is dit typerend voor een gevluchte dissident als Guzmán. De regisseur belichaamt het probleem waarmee iedere migrant, iedere vluchteling en iedere ‘economische gelukszoeker’ op leeftijd worstelt. Het nieuwe vaderland voelt nooit helemaal als een thuis, terwijl het land van de jeugd niet meer bestaat.

 

2 februari 2020

 

ALLE RECENSIES

Cave, The

****
recensie The Cave

Opereren in Syrische grot

door Yordan Coban

Na de feestdagen is het misschien goed om even stil te staan bij de mensen die het niet zo gezellig hebben gehad de afgelopen tijd. Bij het bekijken van de documentaire The Cave doemt zich langzaam de verschrikking van oorlog aan het bewustzijn van haar toeschouwers op. Laten we in godsnaam hopen dat 2020 het jaar wordt dat de oorlog in Syrië ten einde komt.

De oorlog in Syrië kleurt nu al bijna het gehele decennium. Gruwelijk statelijk geweld van alle actoren der wereldpolitiek die zich actief bemoeien met het conflict, met voornamelijk één groep slachtoffers: de Syrische bevolking. In The Cave zien we de bombardementen van de Russische luchtmacht wiens bommen geen onderscheid maken tussen militaire targets en ziekenhuizen. Sterker nog, in de betreffende locatie in Ghouta, staat geen ziekenhuis meer overeind. De tragische realiteit in Ghouta is echter niet de uitzondering maar eerder de regel. Het enige werkende ziekenhuis is verborgen in een complex gangennetwerk onder de grond. Een gangennetwerk zo indrukwekkend, het fungeert als een waar monument van menselijke inventiviteit.

The Cave

Onverzettelijk
In de documentaire volgen we een groepje dokters en medewerkers die zich in de hel van Ghouta storten op verminkte en gebroken lichamen. Onzelfzuchtigheid stroomt door hun aderen, maar ook zij voelen dat ze langzaam ten onder gaan aan hun werk. Er komen dagelijks afgrijselijke vertoningen de grot binnen. Maar juist in het midden van dergelijke gruwelijkheid zien we een onverzettelijkheid bij de dienstverleners die zelfs in fictie onrealistisch zou lijken.

Een goede documentaire probeert de realiteit op cinematische wijze weer te geven, zonder afbreuk te doen aan diezelfde realiteit. The Cave lijkt soms in scène gezet, gesprekken lijken iets te camerabewust plaats te vinden. Toch leidt het nooit echt af van de essentie van de film: de horror van oorlog. Bijna alle documentaires zijn in zekere zin, min of meer, in scène gezet. Van belang is of voldoende recht wordt gedaan aan de realiteit die de documentaire belichten wil.

The Cave

Vrouwen
In The Cave gaat het sporadisch ook over vrouwenrechten. Zelfs in oorlogstijden zijn er mannen die de deskundigheid van een vrouwelijke arts in twijfel trekken. Het is frustrerend om te zien dat vrouwelijke artsen op deze manier een tweefrontenoorlog moeten voeren. De manier hoe tegen de vrouwelijke arts gepraat wordt, doet denken aan interacties uit films als Offside (2006) en Beauty and the Dogs (2017).

Vanaf 23 januari verschijnt een andere indrukwekkende documentaire over de oorlog in Syrië in de bioscoop, genaamd For Sama. Een documentaire die niet dezelfde productiekwaliteit heeft als The Cave, maar qua choquerende beelden wel degelijk van dezelfde gradatie is. Bij het zien van een mogelijk resultaat van statelijk optreden begint men zich toch af te vragen naar de legitimiteit ervan. Als de centralisatie van macht zich op deze weerzinwekkende manier vertoont, is die dan nog wel te rechtvaardigen?

Het zijn slechts de zinloze gedachtespinsels die de machteloze kijker uit wanhoop en frustratie produceert, om hetgeen The Cave ons toont te verwerken. Gedachtespinsels die met een harde knal uit de gedachte verdwijnen als het ontploffende vuurwerk van de overbuurjongen de ijzige stilte doorbroken heeft.

 

31 december 2019

 

ALLE RECENSIES

Celle que vous croyez

***
recensie Celle que vous croyez

Vrouwelijk verlangen in socialmediatijdperk

door Cor Oliemeulen

Wat betekent het om iemand te ontmoeten in een digitale wereld? Wat is de rol van liefdesfantasie voor een vrouw van middelbare leeftijd die door haar man is verlaten voor een veel jongere vrouw? Juliette Binoche trekt alle registers open om weer geliefd en bemind te worden in Celle que vous croyez.

De 50-jarige alleenstaande moeder Claire leidt een dubbelleven vanaf het moment dat ze op Facebook uit nieuwsgierigheid een nepprofiel heeft aangemaakt en valt voor de veel jongere Alex. Overdag is ze lerares Frans en ’s avonds de 24-jarige Clara, organisator van modeshows. De liefde en hunkering van de twee twintigers blijkt wederzijds en de kijker mag zwelgen in hun digitale verrukkingen.

Celle que vous croyez

Trauma
Rode draad in Celle que vous croyez (Degene die je gelooft) zijn de sessies tussen Claire (Juliette Binoche) en haar psychiater Catherine (Nicole Garcia). Claire heeft een trauma opgelopen en neemt ons met hartstochtelijke verhalen mee in haar onfortuinlijke liefdesgeschiedenis. We leren hoe Claire zich gaat gedragen als een 24-jarig meisje, hoe ze zich in het uitgaansleven stort en tijdens telefoonseks met Alex ongegeneerd masturbeert in haar auto. De aanvankelijk stoïcijnse psychiater gaat nu ook ongemakkelijk op haar stoel schuiven en raakt, net als de kijker, steeds verder gevoelsmatig betrokken bij de lotgevallen van haar cliënte.

Binoche overtuigt als de ouder wordende vrouw die verlaten is, moeite heeft de scherven van haar identiteit aan elkaar te lijmen en vlucht in fantasieën om zich weer begeerd te voelen. In spiegelingen vloeien de gezichten van Claire en Clara in elkaar over. Haar twee zoontjes vragen zich af waarom moeder maar steeds rondjes op het schoolplein blijft rijden voordat ze mogen instappen, omdat ze op dat moment een emotioneel telefoongesprek met haar internetliefde voert. Maar waar Claire worstelt met zelfacceptatie en vertedering, ontpopt de eendimensionale Alex zich als een sukkel die niet doorheeft dat hij misschien wel heeft te maken met een bedriegster. Wanneer een ontmoeting in het echte leven onvermijdelijk wordt, kiest Claire eieren voor haar geld.

Celle que vous croyez

Gelaagd
Eind goed al goed, zou je zeggen. Alle kleffe clichés zijn aan bod gekomen, we hebben Binoche weer eens met blakende boezem kunnen aanschouwen en de (oudere) kijker is gewaarschuwd om niet dezelfde stommiteiten te begaan. Echter pas nadat Alex van de aardbodem is verdwenen, begint Celle que vous croyez interessant te worden. Regisseur Safy Nebbou profiteert voluit van de gelaagdheid van het gelijknamige boek van de Franse schrijfster Camille Laurens. Aan Claires fantasieën blijkt geen einde te zijn gekomen en het adembenemende droneshot van twee fietsers op een slingerpad dat vlak langs een enorm ravijn loopt, voorspelt een fascinerende, onvoorspelbare afloop van deze romantische thriller.

Celle que vous croyez is tevens een feministische film, die hamert op de ongelijkheid tussen oudere vrouwen en mannen. Boodschap: angst voor veroudering en het gevoel van (vooral amoureus) te zijn afgeschreven is begrijpelijk, maar als je jezelf niet kunt accepteren, verandert er weinig. Als je gewoon jezelf blijft en je mooiste beentje voorzet, zijn er nauwelijks grenzen aan de mogelijkheden. Toch? Daar heb je echt geen Fakebook voor nodig.

 

1 september 2019

 

ALLE RECENSIES

Coup de Torchon

*****
recensie Coup de Torchon

Donkere schaduw over humaniteit

door Cor Oliemeulen

Een blanke politiecommissaris van een kleine West-Afrikaanse gemeenschap doet zich dommer en zwakker voor dan hij is. In het existentialistische, onheilspellende drama Coup de Torchon staat de filmtitel voor een grote schoonmaakbeurt.

Coup de Torchon (1981) begint met een zonsverduistering, een verschijnsel dat je kunt zien als een donkere schaduw over de menselijkheid die zich de komende twee uur zal ontvouwen. Politiecommissaris Lucien Cordier (een geniale Philippe Noiret) ziet dat vijf in het zand spelende Afrikaanse jongetjes het koud krijgen en maakt snel een vuurtje zodat ze zich kunnen opwarmen. Aan het eind van de film slaat de politiecommissaris half verscholen achter een boom dezelfde jongetjes in het zand gade en richt zijn pistool op een van hen.

Coup de Torchon

Wraakengel
De Franse regisseur Bertrand Tavernier maakte een vrije bewerking van de bejubelde roman Pop. 1280 van de Amerikaanse schrijver Jim Thompson over een sullige sheriff in een gehucht in North-Carolina. Door de manier waarop hij wordt behandeld en de dingen die hij om zich heen ziet, ontpopt hij zich tot een wraakengel die de door hem gechoreografeerde dans probeert te ontspringen. In zijn meesterwerk Coup de Torchon plaatst Tavernier een zelfde ogenschijnlijk ongeïnteresseerde gezagsdrager heel subtiel naar het Senegal van 1938.

Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog heerst er in deze gemeenschap van krap 1.280 zielen (volgens sommigen zijn het er beduidend minder, want negers moet je niet meetellen als mensen) een sfeer van raciale spanning die is veroorzaakt door de Franse overheersing en van moreel verval van de kolonialisten. Politiecommissaris Lucien Cordier kreeg zijn huidige, relaxte baantje in de schoot geworpen en lijkt geenszins van plan iets te doen aan de wetteloosheid. De pesterijen en vernederingen van zijn omgeving neemt hij aanvankelijk op de koop toe. Zo ook die van twee lamlendige witte rijkaards die uit balorigheid schieten op zwarte slachtoffers van difterie die in de rivier drijven, want alleen witte mensen horen volgens de priester op het kerkhof.

Losbandige speelsheid
Ondanks zijn onnozele uitstraling heeft Cordier succes bij het vrouwelijke geslacht en moet hij zijn aandacht verdelen tussen drie vrouwen: eega Huguette (Stéphane Audran) die thuis seksueel aanrommelt met haar inwonende broer Nono (zanger Eddie Mitchell), de nieuwe onderwijzeres Anne (Irène Skobline) bij wie Cordier zijn gevoelige hart kan luchten, alsook zijn immer naar liefde hunkerende minnares Rose (Isabelle Huppert) wiens agressieve echtgenoot al vrij snel van de aardbodem verdwijnt. Net als in Taverniers Le juge et l’assassin (1976) is er een fantastische chemie tussen de frêle, maar vinnige Rose en de gelaten knuffelbeer Lucien.

Die speelsheid die onvermijdelijk leidt naar een fatale afloop maakt van Coup de Torchon een meer dan geslaagde, zeer natuurlijke film noir die zich ontwikkelt van een hilarisch drama tot een grimmige thriller vol zwarte humor. Wanneer Cordier de nieuwe onderwijzeres Anne voor het eerst ontmoet, zegt hij: “Lesgeven is een nobel vak. Dankzij u kunnen zwarte kinderen straks de namen van hun vaders op Franse oorlogskerkhoven lezen.” En als hij Rose leert met een pistool te schieten, oefenen ze op een poster op de muur van het politiebureau waarop staat ‘Meld je aan voor het koloniale leger’.

Terwijl het opgewonden standje Rose staat voor de losbandige vrijheid in een gemeenschap, die zich nog angstvallig vastklampt aan uitbuiting, racisme en corruptie, evolueert haar geliefde zich tot een Jezusfiguur die liever geen mensen redt, maar bevrijdt.

In de avond als het West-Afrikaanse hemelschijnsel de karakters en de omgeving vervaagt, kleurt Tavernier de muren in een surrealistische blauwe gloed en geschieden daarbuiten zaken waarvan niemand weet hoeft te hebben. Bij daglicht kan Lucien Cordier dan de ultieme verlossing regisseren.

 

19 juli 2019

 

MEER ISABELLE HUPPERT
 

 

ALLE RECENSIES