Dea Fortuna, La

**
recensie La Dea Fortuna

Flauwe Italiaanse feelgoodfilm

door Yordan Coban

Driehoeksverhoudingen, terminale ziekte, ongewenste kinderen en vreemdgaan, dat is La Dea Fortuna in een notendop. Een dramatische feelgoodfilm zoals we die al zo vaak gezien hebben.

Het verhaal gaat over de twee mannelijke partners Arturo (gespeeld door Stefano Accorsi) en Alessandro (gespeeld door Edoardo Leo) wiens relatie met de vrouw Annamaria (gespeeld door Jasmine Trinca) voor complicaties zorgt als blijkt dat Alessandro de vader van de jongste zoon is. Annamaria blijkt ernstig ziek te zijn en het koppel vangt de kinderen op. Arturo is daar echter minder enthousiast over wat tot spanningen in de relatie tussen Alessandro en Arturo leidt. Wat de kinderen nou eigenlijk onwenselijk maakt is echter niet helemaal duidelijk.

La Dea Fortuna

Uit de toon
De film mikt qua toon op een doorsnee Europese filmhuisfilm, oogt aanvankelijk als een Netflix-original maar degradeert zichzelf geleidelijk richting het niveau van een serie als Goede tijden, slechte tijden. De film gaat van conflict naar conflict, maar elke poging tot dramatiek voelt geforceerd en misplaatst. De relatie van Arturo en Alessandro bijvoorbeeld oogt vredig en stabiel maar kennelijk was dat louter schijn. Buiten het feit dat de aanwezigheid van de kinderen spanning zet op de relatie, blijkt Arturo ook nog eens een minnaar te hebben, wat nogal uit het niets komt voor zowel de kijker als voor Alessandro.

Beiden staan bijzonder tolerant tegenover uitspattingen van de lustige aard, maar Arturo lijkt meer te missen in zijn huidige relatie dan alleen een seksuele bevrediging. De film gaat vooral herhaaldelijk in op de droom om altijd samen te blijven, duurzame liefde, wat voor Arturo onmogelijk is met Alessandro, zo zegt hij zelf. De belevingswereld van de personages wordt in tekst geuit maar communiceert niet met de verdere realiteit van de film. De plotontwikkelingen worden niet of amper begeleid in de regiekeuzes.

La Dea Fortuna

Europese feelgood
Het meest weerzinwekkende van de film is de muziekkeuze. Waar sommige scènes nog een glimlach op het gezicht van de kijker teweeg kunnen brengen, zorgt de begeleiding van de muziekkeuze van regisseur (Ferzan Özpetek) dat dit een vrij onwaarschijnlijk gegeven is.

De Europese feelgoodkraker presenteert zich aanvankelijk als niet-Amerikaanse arthouse maar kent in zich eigenlijk alle oppervlakkige gewaarwordingen die we gewend zijn uit Hollywood. Een terminale ziekte of het geïdealiseerde romantische beeld van de eeuwige liefde, La Dea Fortuna vinkt het allemaal af. Films als Intouchables (2011) of Simon (2003) zijn voorbeelden van vruchten van deze veramerikanisering van filmmarkten wereldwijd; dramatischer in toon, oppervlakkiger qua inhoud. La Dea Fortuna lijkt hiervan het schoolvoorbeeld.

 

6 juni 2021

 

ALLE RECENSIES

Gli anni più belli

**
recensie Gli anni più belli

Italiaanse Breakfast Club wordt ouder

door Paul Rübsaam

Gli anni più belli behandelt een vriendschap tussen vier personen over een periode van bijna veertig jaar. Menig kijker zal in minstens één van de protagonisten iets van zichzelf herkennen. Maar de pretentie dat de ontwikkeling van de tijdgeest van 1982 tot 2020 wordt geschetst, maakt deze clichématige Italiaanse film niet waar.

Aanvankelijk, we schrijven 1982, zijn ze met zijn tweeën: Giulio en Paolo, twee zestienjarige Romeinse jongens. Tuk op sensatie sluiten de vrienden zich aan bij een politieke demonstratie, waartegen de politie hard optreedt. Een politiekogel treft een leeftijdgenoot in zijn buik. Giulio en Paolo brengen de onbekende jongen naar het ziekenhuis. Riccardo, zoals hij blijkt te heten, overleeft het. Voortaan zijn de drie jongens onafscheidelijk.

Gli anni più belli

De vastberaden Giulio (Pierfrancesco Favino), de dromerige jonge intellectueel Paolo (Kim Rossi Stuart) en ongeleid projectiel Riccardo (Claudio Santamaria) beleven een mooie zomer in het huis aan een meer van Riccardo’s vrijgevochten ouders. Spoedig daarna zet Paolo als eerste zijn schreden op het liefdespad. Met een spreekbeurt over vogels, waarbij hij zijn eigen parkiet Lucy als voorbeeld gebruikt, maakt hij indruk op zijn vaderloze klasgenote Gemma, wier moeder ernstig ziek is. Gemma (Micaela Ramazzotti) wordt het meisje van Paolo, die haar aanbidt. Maar ook voor Giulio en Riccardo is ze de vriend(in) die het kwartet completeert.

Het enige dat het viertal nog mist is een vehikel waarmee de nodige avonturen beleefd kunnen worden. Giulio weet een van de sloop geredde, rode Mercedes-cabriolet weer aan de praat te krijgen. Nadat het uitgelaten viertal zijn eerste ritje heeft gemaakt, laat het zich met het voertuig op de achtergrond vereeuwigen door een voorbijganger. Die foto zal slechts een momentopname blijken. Want Giulio’s vader verkoopt de auto, wat tot een definitieve breuk met Giulio leidt. En ondertussen sterft Gemma’s moeder.

Gli anni più belli

Tijdsbeeld?
Gemma gaat bij haar tante in Napels wonen, waar ze zich in het ruige uitgaansleven stort en een relatie aanknoopt met een Napolitaanse cokedealer. Paolo moet het doen met haar van tranen doordrenkte afscheidsbrief. Giulio gaat rechten studeren en neemt zich voor het op te gaan nemen voor de zwakkeren in de samenleving. Paolo begint aan een studie Italiaans en klassieke talen en Riccardo beproeft zijn geluk als figurant bij theaterproducties.

Allengs worden de tijdsprongen in Gli anni più belli (De mooiste jaren) groter. Als we wat archiefbeelden zien, bijvoorbeeld van 9 november 1989, de dag waarop de Berlijnse muur viel, horen we ondertussen Giulio verklaren dat hij uitgerekend op die dag afstudeerde. Dan weten we welk jaar het is en bovendien in welke levensfase het personage zich bevindt. Naar een verband tussen die levensfase en dat algemene tijdsgewricht blijft het echter gissen.

Om veel te kunnen zeggen met één beeld sleept regisseur Gabriele Muccini (A casa tutti bene, 2018) voorts de clichés binnenboord. Op het huwelijksfeest van Riccardo en zijn bruid Anna, ergens in de jaren negentig, flirt de tijdelijk weer bij Paolo teruggekeerde Gemma met Giulio. Ze doet dat middels verleidelijke heupbewegingen op de maat van het door een gelegenheidsbandje ten gehore gebrachte Don’t you (forget about me) van The Simple Minds. Kon Muccini niet met een originelere keuze komen dan dit overbekende nummer uit de vermaarde Amerikaanse tienerfilm The Breakfast Club (1985)?

Nog zo’n voorbeeld. Als de maatschappelijk aan lager wal rakende Riccardo de enige blijkt met wie Gemma een platonische, maar werkelijk vriendschappelijke relatie onderhoudt, moet dat gevierd worden, waarbij we niet mogen vergeten dat we ons in Rome bevinden. Dus nemen Gemma en Riccardo een bad in de Trevifontein, om La Dolce Vita (1960) van Federico Fellini maar weer eens te citeren.

Gli anni più belli

De trap van haar leven
‘Herkenning’ is zonder twijfel het sleutelwoord bij Gli anni più belli. Daarvoor heb je tevens aanraakbare personages nodig. Dat die inderdaad ten tonele worden gevoerd, mag wél een verdienste heten van zowel de regisseur als de acteurs.

Als kijker ben je geneigd de advocaat Giulio te verguizen als hij zijn idealen inlevert voor aanzien en geld. Maar je kunt hem ook begrijpen. Dat laatste geldt eveneens voor Riccardo, die na twaalf ambachten en dertien ongelukken nog maar één ding verlangt: de liefde van zijn zoon. De geboren docent Paolo gun je voorts dat hij eindelijk eens als zodanig mag schitteren.

En dan Gemma. Na de dood van haar moeder ontwikkelt ze zich tot een opportunistische, bittere jonge volwassene. Maar op middelbare leeftijd ontdooit ze weer. Ze vormt het middelpunt van een scène waarin ze ‘de trap van haar leven’ beklimt. Stuivend over de treden, van verdieping naar verdieping steeds ouder wordend, komt ze uiteindelijk aan bij de kamer waar haar geluk wacht. Een knappe montage en een beeld dat je bijblijft, in een film echter waarin het meeste hout van te dikke planken wordt gezaagd.

 

1 augustus 2020

 

ALLE RECENSIES

Pinocchio

***
recensie Pinocchio

Van marionet tot vrije geest

door Cor Oliemeulen

Als je braaf, eerlijk en aardig bent, word je op een dag een echte jongen. Pinocchio van Matteo Garrone is veel meer dan deze voorspelling van de blauwe fee. Het dramatische fantasieverhaal kent vele lagen en ziet er bovendien oogstrelend en verzorgd uit. Toch mist deze met liefde gemaakte film een ziel, net als de houten pop zelf.

De Italiaanse regisseur Matteo Garrone brak in 2008 door met de maffiafilm Gomorra en excelleerde tien jaar later opnieuw met een goedzak tussen crimineel gespuis in Dogman. Wat bezielt de maker van bejubelde misdaaddrama’s om een klassiek kinderverhaal te verfilmen? Een eeuwige fascinatie, aldus Garrone, die al op zijn zesde een stripverhaaltje over Pinocchio tekende en opgroeide met een tv-serie over de houten pop. Die onweerstaanbare charme leidde in 2015 tot zijn verfilming van drie fabels in Tale of Tales en mondt nu uit in een portret van zijn kinderheld. Verwacht geen deugdzame aanpak als in de animatieklassieker van Disney uit 1940, maar een fantasieavontuur met rauwe randjes.

Pinocchio

Verleidingen
Van de talrijke filmbewerkingen blijft Garrone misschien wel het dichtst bij het originele verhaal van Carlo Collodi, Le avventure di Pinocchio uit 1883. Het gegeven is genoegzaam bekend. Ambachtsman Gepetto – gespeeld door een opvallend ingetogen, maar immer expressieve Roberto Benigni (ooit zelf Pinokkio in zijn familiefilm uit 2002) – snijdt een pop uit een stuk hout. Wanneer de pop ineens begint te bewegen en te praten, noemt Gepetto hem Pinocchio en schreeuwt hij van de daken dat hij een zoon heeft gekregen. Terwijl vader het beste met zijn zoon voorheeft en hem naar school brengt, valt Pinocchio (Federico Lelapi) ten prooi aan de ene na de andere verleiding.

Zo bezoekt hij stiekem een rondreizend poppentheater, waar hij vervolgens gevangen wordt genomen, ontmoet hij de Vos en de Kat die hem geld afhandig proberen te maken en wordt hij samen met een karrenvracht andere kinderen naar een speeleiland gelokt, waar hij in een ezel wordt betoverd. Pinocchio’s (soms wel heel lange) zoektocht naar zijn vader, die op zijn beurt Pinocchio zoekt, leidt tot het binnenste van een walvis. Maar zoals dat gaat in sprookjes komt alles gelukkig op zijn pootjes terecht.

Pinocchio

Moraal
Dat brengt ons bij de vraag of Garrone’s Pinocchio een kinderfilm is. Ja, dat klopt, hoewel deze versie een aantal grimmige en duistere elementen kent. Uiteraard krijgt het houten jochie een lange neus als hij jokt, maar het is misschien wel even schrikken als Pinocchio aan een boom wordt opgehangen. In het boek gebeurt dat omdat hij wordt gestraft voor zijn fouten, in deze film gebeurt dat vooral omdat de Vos en de Kat definitief met hun slachtoffertje willen afrekenen. Overigens zal Pinocchio later in het verhaal in figuurlijke zin een lange neus naar zijn belagers trekken.

Volwassenen hebben ongetwijfeld meer oog voor de satire, zoals in de scène als Pinocchio aan een rechter, de Aap, wordt voorgeleid. Als de verdachte zegt dat hij onschuldig is, wordt hij veroordeeld tot de gevangenis, echter nadat Pinocchio zegt dat hij heel veel slechte dingen heeft gedaan, wordt hij onmiddellijk vrijgesproken. Misdaad loont dus in de wereld waarin de originele Pinocchio opgroeit.

Zoals dat gaat in fabels, waarin elk dier een typisch menselijke eigenschap etaleert, zijn de personages in de Pinocchio van Garrone aan de vlakke kant omdat ze slechts ten dienste van de moraal staan. Ook met Pinocchio zelf valt moeilijk te vereenzelvigen, hoewel zijn sarcasme over de stijve heersende zeden als een verademing voelt. De brutale en eigenwijze houten pop fungeert nu eenmaal als een naïeve creatie die door schade en schande moet zien wijs te worden om zich, eenmaal bevrijd van zijn lichamelijke en geestelijke beperkingen, als een voorbeeldig kind in de uitnodigende armen van zijn sympathieke schepper te kunnen storten. Niet als een marionet van anderen, maar als een zelfstandige vrije geest.

 

18 juli 2020

 

ALLE RECENSIES

Picciridda

****
recensie Picciridda

Italiaans meesterwerk over schokkend familierelaas

door Cor Oliemeulen

Het is wonderlijk hoe een filmdrama met een relatief onbekende cast en crew een van de hoogtepunten van het jaar oplevert. Picciridda van debuterend regisseur Paolo Licata is gemaakt in de beste Italiaanse filmtraditie en weet thema’s als het gemis van dierbaren en het onderdrukken van vrouwen te verweven in een nostalgische familiegeschiedenis met een schokkend geheim.

“Als je tante Pina nog één keer begroet, hak ik je handen eraf”, zegt oma Maria tegen Lucia. De elfjarige kleindochter begrijpt er niets van, want zowel haar tante, haar man als hun lieve, emotionele dochter Cettina lijken haar niet onaardig. Pas veel later zullen we ontdekken of het terecht is dat Lucia maar beter uit de buurt van die tak van de familie kan blijven of dat haar grootmoeder jammerlijk wegkwijnt door onnodige frustraties of misverstanden.

Picciridda

Kleindochter versus oma
Het verhaal van Picciridda (zoals kleine meisjes op Sicilië worden genoemd) is gebaseerd op de gelijknamige roman van Catena Fiorello, die ook meeschreef aan het filmscenario. Tijdens de economische depressie van eind jaren vijftig, begin jaren zestig worden veel kinderen aan hun grootouders toevertrouwd zodat hun ouders kunnen emigreren om in een ander land een beter bestaan te kunnen opbouwen. Lucia’s vader en moeder verlaten het vissersdorp en vertrekken met haar broertje naar Frankrijk en beloven voor de kerst terug te keren, maar dat gaat niet gebeuren. Pas als Lucia haar school heeft afgemaakt en haar ouders het wat ruimer hebben, mag ze ook naar Frankrijk komen, zo is het plan.

Lucia krijgt te maken met een strenge oma, die er geen geheim van maakt dat ze niet zit te wachten op de zorg voor een kleinkind, maar desalniettemin blijkt ze ook wel haar olijke en goede kanten te hebben. Zo blijkt “Donna” Maria zeer geliefd en gewild om overleden dorpsgenoten mooi op te baren. Ook op school maakt Lucia moeilijk aansluiting, omdat iedereen wel wat denkt te weten van haar familiegeheim. Ze sluit vriendschap met een zwarte kip, en later met een klasgenootje, doolt rond op het strand en wordt verdrietig als ze daar in gedachten haar gezinsleden ziet. Ingegeven door alle omstandigheden probeert Lucia de wereld van de volwassenen te begrijpen en vindt ze langzaam een kompas om haar lijden te verlichten.

Picciridda

Onvermijdelijke wreedheid
De couleur locale, de cinematografie, de soms hartverscheurende nostalgie, de muziek, de emotionele cultuur en de standvastige regie maken van Picciridda een schaars nieuw hoogtepunt van de Italiaanse cinema waarnaar de filmliefhebber voortdurend reikhalzend uitkijkt. De relatief onbekende cast werkt uitermate geloofwaardig, met de talentvolle nieuweling Marta Castilgia als Lucia en de fantastische Lucia Sardo (die herinneringen oproept aan de Italiaanse acteergrootheid Anna Magnani) als Maria die de kijker moeiteloos meenemen in het zorgvuldig opgebouwde familierelaas.

Het filmdrama wordt mooi en functioneel afgerond met een soort van epiloog waarin de hoofdpersoon terugblikt op haar jeugdjaren waarin zij was overgeleverd aan de zorg van haar grootmoeder en de tragedie die zich heeft afgespeeld. Net als bijvoorbeeld in de Italiaanse filmklassieker Nuovo Cinema Paradiso (1988) van Giuseppe Tornatore wordt het hoofdpersonage bij terugkomst geconfronteerd met het verleden en vindt Lucia antwoorden op vragen en gevoelens die altijd zijn blijven knagen. Ook de kijker begrijpt dan pas goed de relaties tussen de personages en de onvermijdelijke wreedheid van bepaalde keuzes die haar familieleden toen maakten.

 

14 juli 2020

 

ALLE RECENSIES

Secret Impressionists

***
recensie Secret Impressionists

De natuur is de artiest

door Cor Oliemeulen

De impressionistische schilders ontketenden met hun nieuwe thema’s en technieken een revolutie en openden de deur voor avant-gardistische stromingen na hen. In Secret Impressionists maken we nader kennis aan de hand van vijftig onbekende werken uit privécollecties die bijna anderhalve eeuw later niets van hun aantrekkingskracht hebben verloren.

Na Leonardo: The Works en Lucian Freud: A Self Portrait brengt Arts in Cinema dit jaar een vijftal kunstdocumentaires van ABC Film Distribution in de bioscoop. Secret Impressionists, dat vanaf 11 juni is te zien, zal worden gevolgd door Gaugain: From The National Gallery London (2 juli), Frida Kahlo (10 september), Maverick Modigliani (8 oktober) en Raphael: The Young Prodigy (12 november).

Secret Impressionists

Spiegel van de alledaagse ziel
We trappen dus af met Secret Impressionists dat misschien wel de grootste kunstrevolutie belicht: het impressionisme. Zoals de titel aangeeft, betreft het nooit eerder voor het publiek vertoonde werken van onder meer Manet, Caillebotte, Renoir, Monet, Cézanne, Signac, Sisley en Berthe Morisot. Aan het woord komen de twee curatoren van de tentoonstelling in Palazzo Bonaparte in Rome, experts, historici, kunstenaars, verzamelaars en andere kenners die vanuit hun expertise hun licht over de vijftig schilderijen laten schijnen. Zij geven een antwoord op de vragen hoe de impressionisten de wereld zagen, hoe het publiek aanvankelijk op hun werk reageerde en hoe het impressionisme andere kunststromingen zou beïnvloeden. Alles begeleid door een meditatief muziekje en soms gelardeerd met impressionistische camerabeelden.

Iemand die een beetje verstand van kunst heeft, weet dat het bij het impressionisme vooral draait om licht en kleur. En dat je bijna altijd vrolijk wordt als je een impressionistisch schilderij ziet. Ontstaan rond 1870 zette een nieuwe lichting kunstschilders in Frankrijk zich af tegen de toenmalige praktijken en thema’s. De impressionisten hadden geen gemeenschappelijke regels, maar gaven door hun focus op licht en kleur een nieuwe visie op de wereld, waarin de natuur, het dagelijkse leven en het vangen van het moment centraal stonden. Iedere vertegenwoordiger had zijn eigen thema en zijn eigen penseelstreken.

Secret Impressionists

Filmdoek is geen museum
We leren dat de impressionisten niet welkom waren in de kunstgaleries en dat ook het publiek deze moderne interpretatie van de werkelijkheid aanvankelijk niet kon waarderen. En zoals dat vroeger vaak ging met kunstschilders leefden ze vaak onder erbarmelijke omstandigheden en werd hun kunst pas gewaardeerd nadat ze er zelf niets meer aan hadden. Eén van de uitzonderingen was Claude Monet, bij de meeste mensen bekend van zijn waterlelies, die een obsessie voor het gebruik van licht ontwikkelde. Gelukkig vormden de impressionisten volgens de documentaire uiteindelijk een grote familie. Bijna alle belangrijke vertegenwoordigers komen in vogelvlucht voorbij, met een prominente rol voor de enige vrouw (die vooral vrouwen en kinderen schilderde) in het gezelschap, Berthe Morisot, die later zelfs nog model stond voor collega en vriend Édouard Manet.

Hoe leuk het ook is om je kennis van dit boeiend stukje kunstgeschiedenis bij te spijkeren, blijkt het altijd lastig om een documentaire over kunstenaars of kunststromingen samen te stellen. Je moet ervoor waken dat het geen saaie geschiedenisles van jaartallen en feitjes wordt. Na een uurtje is de eerste geeuw moeilijk te onderdrukken. Je kunt immers pas werkelijk kennismaken met een kunstwerk op een bankje in een museum. Je vergeet de tijd door helemaal op te gaan in het schilderij dat jou zo raakt en hebt de gelegenheid om allerlei details te ontdekken. Desalniettemin is het lesje kunstgeschiedenis op afstand in Secret Impressionists over het algemeen een lust voor het oog, maar tevens een reclamefilm voor een bezoek aan de expositie in Rome.

Tenminste, dat zou je zeggen. Nadat de beoogde expositie door het coronavirus moest worden uitgesteld, is de korte heropening (van 30 mei tot en met 7 juni) ook al weer voorbij. Kennelijk konden de verzamelaars hun beschikbaar gestelde impressionistische schilderijen niet langer missen. Gelukkig hebben we de film nog.

Kijk hier waar deze film draait.

 

9 juni 2020

 

ALLE RECENSIES

Malèna (2000)

REWIND: Malèna (2000)
Perfect cliché van puberfantasie

door Cor Oliemeulen

Renato weet het zeker: Malèna is de mooiste vrouw op aarde. In ieder geval heeft ze de lekkerste kont van de stad. Hij begluurt haar, steekt kaarsjes op en bidt tot een heilige dat zij op hem wacht totdat hij ouder is.

Daar loopt ze. We weten niet hoe ze heet, maar we noemen haar Natasja. Een meisje van een jaar of twintig, engelachtig gezicht, lange donkere haren. Ze is kleuterleidster, maar ditmaal is ze alleen en loopt ze naar het dorp. Mijn vriendje en ik springen op de fiets en rijden haar achterna. Natasja stapt een kledingwinkel binnen. Wij volgen. Mijn hart bonst in mijn keel. Ze vraagt iets aan de verkoper, ook haar stem is mooi. Wij verbergen ons half achter een rekje. Als ze naar buiten loopt en wij haar willen volgen, vraagt de verkoper plots achter ons wat wij wensen. Met een setje knopen van dertig cent lopen we een minuut later de winkel uit om nog een glimp van Natasja op te vangen. Het was de laatste keer dat ik haar zag.

Malèna

Malèna

De eerste ontmoeting
Zinnenprikkelend puberverlangen is mooi verbeeld in Summer of ’42 van Robert Mulligan, een komisch opgroeidrama uit 1971. Onder de nostalgische, romantische klanken van Michel Legrand blikt de voice-over van een man terug op zijn onvergetelijke zomervakantie op een Amerikaans eiland. De 15-jarige Hermie (Gary Grimes) lummelt daar met zijn twee vriendjes wat rond in de stad of in de duinen. Totdat hij Dorothy (Jennifer O’Neill) ziet. Een slank, gebruind lijf en een stralende glimlach. Hermie ziet hoe zij afscheid neemt van haar man, een legerpiloot, die moet dienen in de Tweede Wereldoorlog. Aanvankelijk heeft Hermie gemengde gevoelens over Dorothy, niet gehinderd door puberale opmerkingen van zijn vriendjes, maar al snel raakt hij gefascineerd en geobsedeerd door dit wonderschone vrouwelijke schepsel.

Rond dezelfde tijd in een Siciliaans stadje worstelt de 12-jarige Renato in Malèna (2002) met zijn ontluikende seksuele gevoelens. “Mussolini verklaarde de oorlog aan Engeland en Frankrijk en ik kreeg een nieuwe fiets”, zo blikt zijn volwassen voice-over terug. Renato (Giuseppe Sulfaro) showt zijn aanwinst aan zijn vijf vriendjes op de boulevard. Dan fluit iemand op zijn vingers omdat Malèna (Monica Bellucci) in aantocht is. In haar strakke witte jurk, de lange zwarte haren op en neer deinend elke keer als haar hakken de stenen raken, komt ze dichterbij geflaneerd. De vriendjes op het muurtje slaan haar onbeweeglijk gade, terwijl de kleine Renato wat moeilijk kijkt hoe in zijn broek een tent wordt opgezet. Zodra Malèna voorbij is, springen de jongens op hun fietsjes, nemen een sluiproute naar de stadspoort en stellen zich daar opnieuw op om de uiterlijk onbewogen Malèna een tweede keer te kunnen zien passeren. “De mooiste kont van Castelcuto”, verzucht een van hen.



In REWIND opnieuw aandacht voor opvallende films uit dit millennium.

 


Sensuele fantasieën
Vanaf dat moment is Renato hopeloos verloren en dagdroomt er op los. Hij klimt op een afdakje en kan via een kijkgat in de kamer van Malèna gluren. Hij ziet haar sensueel dansen. Een dag later koopt hij de plaat met dezelfde muziek, legt die op de draaitafel en fantaseert dat zij zijn slaapkamer binnenkomt. Zijn vader die boven een krakend en piepend bed hoort, schreeuwt naar Renato dat hij vast blind wordt van al die onzedelijke handelingen. Een andere keer heeft Renato een onderbroek van Malène van haar waslijn gegrist en treft zijn vader hem ’s morgens vroeg slapend in bed aan met dat kledingstuk op zijn gelukzalige gezicht. Het huis is te klein.

Summer of '42

Summer of ’42

Het romantische komische drama van Giuseppe Tornatore heeft soms de sfeer van zijn meesterwerk Cinema Paradiso (1988), waarin een puberjongen niet zozeer de liefde voor een vrouw maar de magie van de cinema ontdekt. Ook gebruikt Tornatore in Malèna ideeën uit zijn eerdere werk, leent hij opvallend veel van Summer of ’42 en grijpt hij, mogelijk als eerbetoon, terug naar de jeugdherinneringen van zijn Italiaanse collega Federico Fellini in diens thematisch verwante Amarcord (1973), echter zonder diens gebruikelijke extravaganza.

Seksistisch en jaloers
Hierin vergaapt puberjongen Titta zich aan een hoertje, een hete nymfomane en aan de mooiste derrière van Rimini. Op een dag mag hij zelfs zijn hoofd begraven tussen de enorme borsten van de tabaksverkoopster die zegt dat hij niet op haar tepels moet blazen maar eraan moet zuigen. Net als in Malèna wisselen opgroeiperikelen en onschuldig kattenkwaad elkaar af met de machtsgreep van de fascisten in Italië op de achtergrond. En ook in Amarcord is de familie van het jonge hoofdpersonage een tikkeltje hysterisch. Zo roept Titta’s vader voortdurend Maria aan als er ruzie in huis is en kan opa niet met zijn handen van de huishoudster afblijven.

Hoe karikaturaal, macho en seksistisch de mannen (en jongens) ook in Malèna mogen worden geportretteerd, ze bezigen vooral woorden, maar geen daden. De al even onverwisselbare vrouwen zijn voortdurend stikjaloers op Malèna en roddelen mogelijk nog harder, echter zij stellen uiteindelijk wel een daad, een mensonterende daad.

Voor andere volwassenen dan liefdesobject Dorothy is in Summer of ’42 geen plek. In plaats van enkel stoere praat, proberen de puberjongens hier in ieder geval wel de daad bij het woord te voegen. Zo gaat Hermie met een meisje naar de bioscoop en is er tijdens de film van overtuigd dat hij minutenlang een borst van zijn date heeft betast. Echter na afloop krijgt hij te horen dat het haar schouder was. Overdag bladeren de vriendjes in het geniep, kwijlend en met rode oortjes in een medisch handboek met foto’s van de geslachtsgemeenschap. In feite zijn zij nog even groen en onwetend als hun kompaantjes op Sicilië.

Lichamelijk contact
Maar dan ziet Hermie dat Dorothy voor een winkel stoeit met haar tassen met boodschappen. Hij schiet onmiddellijk te hulp en staat erop om alles alleen te dragen, helemaal tot haar huis op een heuveltje. Hij hoeft geen geld en verslikt zich vervolgens in de aangeboden zwarte koffie omdat hij die zogenaamd altijd drinkt. Met haar man aan het front vraagt Dorothy later aan Hermie of hij zware dozen op zolder wil zetten. Als de verbeeldingen van Dorothy’s lichaam door zijn hoofd schieten, krijgt hij slappe knieën en dreigt hij pardoes van het wankele trapje te vallen. Gelukkig houdt hij stand en krijgt een kus op zijn voorhoofd als dank.

Malèna

Malèna

Renato is weliswaar een paar jaar jonger, maar ook hij wil zich als een man gedragen. Hij weigert het kinderstoeltje van de kapper en wil ook geen korte broek meer aan. Hij neemt stiekem het beste pak van zijn vader naar de kleermaker om de pijpen wat korter te laten maken. Als het nieuws komt dat Malèna’s man is gesneuveld in de oorlog en dat zij nu “beschikbaar” is, droomt Renato dat hij haar troost. Hij probeert op komische wijze enkele volwassen concurrenten te ontmoedigen en steekt in de kerk een kaars op, biddend dat Malèna op hem wacht totdat hij wat ouder is.

In Summer of ’42 sneuvelt ook de man van Dorothy, maar zij zoekt troost in bed met Hermie die maar al te graag bij haar zijn maagdelijkheid verliest. In Malèna moet Renato het tot het eind doen met enkel fantasieën. Hoewel. Ook Malèna laat op een gegeven moment boodschappen vallen, en Renato is er als de kippen bij om haar te helpen sinaasappelen terug in haar tas te doen. Heel even beroeren zijn vingers haar hand. Voor hem is dat genoeg. Voorlopig dan.

Weg met de diepgang!
Malèna is in de eerste plaats een coming of agedrama over de kracht van verbeelding en fantasie. Het verhaal draait om de obsessie van een puberjongen, maar net zo goed om de obsessie van een bijzonder kleinburgerlijk stadje aan zee. Wellicht een enigszins voorspelbaar verhaal, vol clichés over de Italiaanse volksaard. Maar ondertussen beweegt het bloedmooie titelpersonage, hoe eendimensionaal dan ook, zich onverminderd stijlvol in de mediterrane couleur locale. Passief, bijna zonder woorden. Als een vloek van schoonheid en eenzaamheid.

Niet voor niets mist de film gelaagdheid en diepgang (pas in de finale ontdekken we iets van Malèna’s karakter), want dat gemis is helemaal niet relevant. Puberjongens hebben niets met gelaagdheid en diepgang. Het enige dat telt zijn die onbekende spannende gevoelens die plotsklaps opborrelen, en waarvan je nooit genoeg kunt krijgen. Het mysterie van de opwindende vrouw, die hopelijk ook een keer zal hunkeren om bij jou te zijn. Die perfecte rondingen, die betoverende aanblik, de ultieme seksfantasie. Wie wil er nou de beweegredenen of de achtergrond van zo’n volmaakte vrouw doorgronden? Zij hoeft alleen maar aanwezig te zijn, meer niet! Of ze nu Dorothy, Malèna of Natasja heet.

 

MALÈNA KIJKEN: hier en hier.

 

Meer REWIND

Traditore, Il

****
recensie Il Traditore

De maffiabaas en de rechter

door Cor Oliemeulen

Het zijn vooral de charismatische antihelden die maffiafilms onverminderd populair maken. Zelfs hun rol als verklikker kan op veel bijval rekenen. Il Traditore schetst de bewogen geschiedenis van Tommaso Buscetta, de eerste Italiaanse maffiabaas die vrede sluit met de rechterlijke macht.

Het grote feest aan het begin van Il Traditore doet heel even denken aan dat van de maffiaklassieker The Godfather (1972). Maar waar Don Corleone in het New York van de jaren veertig van de vorige eeuw vreugdevol de bruiloft van zijn dochter viert, terwijl de ene na de andere gast onderdanig diens hand kust, broeit het tijdens het samenzijn van maffiafamilies enkele decennia later op Sicilië. De Cosa Nostra, die zich aanvankelijk had beziggehouden met vooral sigarettensmokkel, is overgestapt naar de veel winstgevendere drugshandel. Met alle gevolgen van dien.

Il Traditore

Maffiaoorlog
De meedogenloze Corleonesi, onder leiding van Toto Riina, verklaren de oorlog aan zowel overheidsdienaars als aan de concurrerende maffiabaas Tommaso Buscetta, die uitwijkt naar Brazilië. Al eerder was hij naar dat land gevlucht nadat hij in Italië bij verstek was veroordeeld voor twee moorden. Hij ondergaat er plastische chirurgie, ontmoet zijn derde vrouw, krijgt vier kinderen van haar en leidt vanuit Rio de Janeiro een internationale drugshandel.

Ondertussen heeft hij lijdzaam moeten vernemen hoe de Corleonesi twee van zijn andere zoons hebben vermoord, alsook een broer, zwager en vier van zijn kleinkinderen. Nadat hij uiteindelijk na een arrestatie wordt uitgeleverd aan Italië en hij zichzelf heeft proberen te vergiftigen, zoekt Buscetta contact met onderzoeksrechter Giovanni Falcone om als eerste maffiakopstuk de omerta (zwijgplicht) te verbreken, de structuur van de maffia te onthullen en te gaan getuigen tegen zijn oude maatjes. Dat leidde tot het historische anti-maffiaproces (vol hilarische toestanden met als beesten gekooide verdachten achterin de rechtszaal) in Palermo van 1986 tot 1992, waarin meer dan 475 maffiosi werden aangeklaagd en veel kopstukken van de Cosa Nostra levenslang achter de tralies zouden verdwijnen.

Onderbroek
De geschiedenis van Il Traditore (de verrader) is in uitstekende handen van Marco Bellocchio, wiens rol in de Italiaanse cinema altijd wat onderbelicht is gebleven. De inmiddels 80-jarige filmmaker maakte met Vincere (2009) niet alleen een schitterend melodrama over de opkomst en glorietijd van dictator en ‘mens’ Mussolini, ook portretteerde hij bijvoorbeeld even intens enkele leden van de Rode Brigade en hun geruchtmakende ontvoering van oud-premier Aldo Moro en diens moord in 1978.

Il Traditore

Ook in Il Traditore weet Bellocchio de Italiaanse bevolking een spiegel van die tijd voor te houden met dikke uitroeptekens achter de rol van burgers, kerk en politiek. Zo zet hij Moro’s opvolger, Guilio Andreotti, als een uiterst eng mannetje neer. Veelzeggend is de scène waarin de christendemocratische minister-president in zijn onderbroek rondloopt bij de Corleonesi om daar een nieuw pak aangemeten te krijgen.

Fragmentarisch
Il Traditore is een, soms te fragmentarische, geschiedenis van de charismatische verklikker Buscetta die ondanks de lengte van tweeënhalf uur door de abrupte montage niet altijd goed te volgen is. Bellocchio wisselt zoals zo vaak drama af met korte archiefbeelden en droomsequenties, waarvan Buscetta’s nachtmerrie dat hij sterft en door zijn dierbaren in een doodskist wordt gelegd het meest poëtisch en beklemmend is.

Het biografische misdaad- en rechtbankdrama wordt vooral gedragen door titelvertolker Pierfrancesco Favino (Le confessioni), die na lang zoeken volgens Bellocchio qua acteren als enige de vergelijkingstoets met Marlon Brando in The Godfather wist te doorstaan. Door zijn innemende optreden zou je bijna vergeten dat de narcistische Buscetta beslist geen lieverdje was. Dat hij seksueel ontembaar was, nemen we graag voor lief, maar met zijn heroïnehandel stortte hij vooral veel jongeren, onder meer een van zijn zoons, in diepe ellende. In dat opzicht had de uiterst moedige rechter Falcone (Fausto Russo Alesi: Sweet Dreams) veel meer lof en aandacht verdiend. Maar zo’n rechtschapen personage is natuurlijk veel minder interessant dan een wetteloze maffioso.

 

10 januari 2020

 

ALLE RECENSIES

Martin Eden

***
recensie Martin Eden

Archetypische schrijvende matroos

door Paul Rübsaam

Een ongeschoolde matroos wil koste wat kost schrijver worden om indruk te maken op een deftige jongedame. Filmregisseur Pietro Marcello verplaatst de handeling van de roman Martin Eden van Jack London naar Napels. Met goede resultaten.   

In één van de eerste scènes van de film Martin Eden van de Italiaanse regisseur Pietro Marcello (1976) komt de zeevarende titelheld (Luca Marinelli) een student te hulp die een aframmeling dreigt te krijgen van een havenmeester. Als dank nodigt de student de matroos bij hem thuis uit. Daar vergaapt de bonkige Martin zich aan de prachtige schilderijen en het dure servies, maar vooral aan de frêle literatuurstudente Elena Orsini (Jessica Cressi), de zus van de jongen die hij gered heeft. ‘Ik wil denken zoals jij, praten zoals jij, zijn zoals jij’, bekent hij het fijnzinnige en welbespraakte meisje. Hij valt niet alleen als een blok voor haar, maar tevens voor het hoge bourgeois-milieu dat zij vertegenwoordigt.

Martin Eden

Martin mag van Elena een boek van Charles Baudelaire lenen. Want lezen wil hij. En uiteindelijk zelf schrijver worden. Elena geeft hem ondertussen wat les, omdat hij veel taalfouten maakt. Zijn drieste mannelijkheid vindt ze erg aantrekkelijk, maar zijn gebrekkige algemene ontwikkeling stoort haar eerder. Dat iemand die de basisprincipes van de grammatica niet eens beheerst ooit een boek zal schrijven, kan ze zich niet voorstellen.

Nietschze, Spencer, andere vrienden
De jonge matroos die in zijn eigen woorden ‘een creatief vuur voelt branden om te getuigen van de wereld’ begint geestdriftig filosofisch getinte reis- en avonturenverhalen te schrijven. Hij stuurt zijn manuscripten naar diverse uitgeverijen en tijdschriftredacties, maar krijgt ze steeds zonder toelichting weer retour. Om toch nog iets te verdienen, moet hij keihard werken op schepen, maar ook in metaalfabrieken en op het boerenland.

Martin is niet alleen een onvermoeibare lezer van romans, maar tevens van werken van de filosoof Friedrich Nietschze en de socioloog Herbert Spencer. Gaandeweg verandert daardoor zijn kijk op het milieu van Elena. Hij wordt zich bewust van de onrechtvaardigheid van de klassenverschillen. Het socialisme wil hij echter niet omarmen, omdat dit volgens hem het individu miskent en slechts de uitdrukking is van een slavenmoraal. 

De oude, ongeneeslijk zieke schrijver en bohemien Russ Brissenden (een memorabele rol van Carlo Cecchi) met wie Martin in contact komt, is van mening dat de door de beginnende literator aanbeden Elena niet meer is dan een dom bourgeoisgansje. Bovendien heeft Brissenden zo weinig vertrouwen in het oordeel van uitgeverijen dat hij Martin voorhoudt dat voor een ware schrijver de publicatie van zijn werk een belediging is.

Martin Eden

Ook vrouwen doen Martin twijfelen aan het voetstuk waarop hij Elena plaatst. Margherita, een meisje dat werkt in een conservenfabriek, is stapelverliefd op hem. Is zij misschien degene die van hem houdt zoals hij is, in tegenstelling tot Elena, die met zoveel kunstgrepen veroverd moet worden? En dan is er nog de oudere weduwe Maria, wier kostganger hij wordt. Samen met haar twee opgroeiende kinderen geeft ze Martin een gevoel van nestwarmte waarnaar hij misschien wel meer hunkert dan naar literaire erkenning. 

Archetype
De semi-autobiografische roman Martin Eden van de Amerikaanse schrijver en avonturier Jack London (1876-1916) is een Bijbel voor zelfgemaakte mannen, voor iedereen die droomt van een schrijverscarrière en niet in de laatste plaats voor mensen met een scherp oog voor onoverbrugbare klassenverschillen. Het boek trekt aan als een magneet, maar irriteert ook omdat de schrijver zichzelf er wel erg veel complimenten in uitdeelt. De hoofdpersoon is een eerlijke jongen van de straat met een paar stevige knuisten, die onweerstaanbaar is voor vrouwen uit alle lagen van de bevolking en zich bovendien gaandeweg ontwikkelt tot een literair genie. Welke man zou niet willen zijn wat Jack London volgens Jack London was?

Anders dan het boek, dat speelt in Oakland (Californië) aan het begin van de twintigste eeuw, vormt Napels in de loop van de eerste helft van die eeuw het decor van de film van Pietro Marcello. Die Zuid-Italiaanse stad (Marcello groeide zelf op in het nabije Caserta) is een uitgelezen decor voor arm-rijkcontrasten en romantiek van de straat. Al ligt het cliché op de loer (hangt men in de nauwe Napolitaanse straatjes wasgoed te drogen? – nee toch …).

Martin Eden

De opkomst van het socialisme en het fascisme en het uitbreken van een grote oorlog spelen in Martin Eden op de achtergrond een rol. Marcello weet de irriterende factoren van de roman te neutraliseren door de protagonist te behandelen als een naar tijd en plaats verschuifbaar archetype, dat met zijn hang naar individualisme vermalen wordt door de ideologieën waarvan de romanfiguur nog slechts het voorspel aanschouwde.

Eden weet weliswaar te ontsnappen aan de kwellingen van geestdodende en zware lichamelijke arbeid, maar valt ten prooi aan de machinaties van de uitgeverswereld en de grillen van het modegevoelige literaire publiek. Ook het noeste werk van een schrijver kan uiteindelijk als waardeloos beoordeeld en zelfs vernietigd worden, zoals de film toont met behulp van archiefbeelden van door nationaalsocialisten georganiseerde boekverbrandingen.

 

15 november 2019

 

ALLE RECENSIES

Regisseur Claudio Giovannesi over Piranhas

Regisseur Claudio Giovannesi over Piranhas:
“Ik probeer de werkelijkheid rechtstreeks een gezicht te geven”

door Alfred Bos

De Italiaanse regisseur Claudio Giovannesi schetst in zijn films geen vleiend portret van zijn thuisland. Hij kijkt niet weg en ziet pubers waar anderen misdadigers zien. “Voor mij bestaan er geen goede of slechte mensen.”

“Wat men in het buitenland de maffia noemt, is in Italië een regionaal fenomeen. Elke streek heeft zijn eigen georganiseerde misdaad, met een eigen naam: de Cosa Nostra op Sicilië, de ‘Ndrangheta van Calabrië, de Camorra van Napels en de Sacra Corona Unita van Apulië en Puglia. De geschiedenis van Italië is verweven met misdaad.”

Claudio Giovannesi

Op dinsdag spreekt InDeBioscoop – via een tolk – met de Italiaanse regisseur Claudio Giovannesi (Rome, 1978), over zijn nieuwe film La paranza dei bambini, die in Nederland draait onder de titel Piranhas. Hij gaat over een jeugdbende in Napels en is gebaseerd op de roman De kinderen in de sleepnetten van Roberto Saviano. Diens meest recente boek, Zero Zero Zero, brengt de internationale cocaïnehandel in kaart. Op woensdag wordt de advocaat van een drugscrimineel in Amsterdam op straat vermoord.

Boek en film zijn fictie, de realiteit waarop ze zijn gebaseerd is dat niet. Na de gebeurtenissen in Nederland verklaart Saviano tegen een Amsterdamse krant: “Van Italië tot Zweden en van Mexico tot Nederland zien we dat de nieuwe generatie maffiosi en drugshandelaars bestaat uit heel jonge jongens, vaak minderjarigen, die in armoedige omstandigheden leven en uit achtergestelde milieus komen.”

Claudio Giovannesi doelt op de jeugdige criminelen en de misdaad die het onderwerp zijn van zijn speelfilm, als hij stelt: “Dit soort situaties spelen zich af op plekken waar de staat er niet is. Veel schooluitval. Armoede. Geen werk. Dat vormt een voedingsbodem voor misdaad.”

Vierduizend kandidaten
Piranhas is niet de enige film uit Italië over misdaad en maffia die er dit jaar uitkomt. In december verschijnt in de Nederlandse bioscoop Il Traditore (De verrader) van de veteraan Marco Bellocchio; de film vertelt het verhaal van de eerste spijtoptant van de maffia, Tommaso Buscetta, en de processen die daarop volgden. No sono un assassino (Ik ben geen moordenaar) van Andrea Zaccariello, over een corrupte politieman, heeft de Nederlandse cinema niet gehaald. Dat lukte La terra dell’abbastanza van de D’Innocenzo-broers wél.

Wat sprak de regisseur aan in het boek van Saviano? Giovannesi: ”Het vertelt over het milieu waarin jongeren in Napels opgroeien: de misdaad, het bevriend raken met bepaalde types, de gunsten die worden verleend. Dat zijn feiten. De film is meer gebaseerd op de gevoelens van pubers. Hij gaat niet zozeer over misdaad, maar over het leven van die jongeren in een wereld van misdaad.”

Piranhas

Is het boek fictie of nonfictie?

“Dat is een interessante vraag, want de film en het boek zijn gebaseerd op een waar gebeurd verhaal van een groep jongeren in een wijk van Napels. Voor een aantal maanden hadden ze de macht in die wijk overgenomen. Het boek van Saviano is fictie, maar gebaseerd op feiten. De film haalt zijn inspiratie uit het boek, uit het waar gebeurde verhaal, maar ook uit het feitelijke leven van jongeren in Napels.”

Hoe heeft u de hoofdrolspeler gevonden, Francesco Di Napoli?

“De hele film wordt gespeeld door niet-professionele acteurs, jongeren van zestien. Om die te vinden, hebben we moeten selecteren uit vierduizend kandidaten. We wilden iets specifieks: jongeren die de feiten kenden van de gebeurtenissen die we in de film zien. Tegelijkertijd wilden we jongeren met een onschuldige blik. De film gaat over het verlies van de onschuld die je op die leeftijd nog hebt.”

“Deze jongeren zijn geen criminelen, natuurlijk. Maar omdat ze in bepaalde wijken van de stad leven, hebben ze de misdaad rechtstreeks gezien. Ze wisten precies hoe dingen gaan. Francesco, de hoofdrolspeler, werkt in een bar in een wijk van Napels waar de misdaad die de film toont, zich daadwerkelijk heeft afgespeeld. Dat is daar dagelijkse kost.”

Film en literatuur
Claudio Giovannesi studeerde literatuur, voor hij in 2009 zijn eerste speelfilm maakte, La casa sulle nuvole, over twee broers met tegengesteld temperament. Zijn belangstelling voor films ontstond eenvoudigweg door films te kijken.

Giovannesi: “Wat ik interessant vind aan films is dat je rechtstreeks contact hebt met een verhaal over de werkelijkheid, over de wereld. Literatuur werkt met woorden en het geschreven woord is eigenlijk een tussenstap tussen de schrijver en de werkelijkheid. Film is directer. Ik probeer de werkelijkheid rechtstreeks een gezicht te geven. Natuurlijk heb je de tussenstap van de acteurs, maar de verhouding tussen wat ik wil laten zien en de werkelijkheid is direct.”

Bij een boek speelt het verhaal zich af in het hoofd van de lezer. Vindt u niet dat een film de fantasie van de kijker insnoert?

“Als je een boek verfilmt, moet je de woorden, dat wat geschreven is, eigenlijk herschrijven naar een ander medium. In het boek van Saviano is er veel geweld, het telt ook veel woorden die geweld beschrijven en duiden. Omdat een film directer is, gebruik je beelden die hetzelfde beschrijven.”

Een boekverfilming is de interpretatie van de regisseur. De lezer kan een andere uitleg hebben.

“Er zijn verschillende mogelijkheden. De film kan het boek toelichten, dat zijn doorgaans slechte films. Maar er zijn ook prachtige films gemaakt naar slechte boeken. Ik verwijs naar Kubrick. Ik moet wel zeggen dat als je een boek verfilmt, je het boek ook een beetje verraadt. En dat kan ook niet anders, je kunt niet alle woorden in beelden weergeven. Ideeën en gevoelens moet je op een andere manier weergeven. Dat is een soort verraad.”

Pier Paolo Pasolini
De tweede speelfilm van Claudio Giovannesi, Alì ha gli occhi azzurri (2012), over twee straatboefjes in Rome, is net als Piranhas gedraaid met niet-professionele acteurs. Jonge mensen, misdaad, onbeproefde non-acteurs—dat doet denken aan Pier Paolo Pasolini. “Dat is een goede opmerking”, reageert de regisseur, “want hij is voor mij één van de belangrijkste schrijvers. Mijn tweede film is geïnspireerd op een gedicht van Pasolini.”

Piranhas

Wat trekt u aan in Pasoloni?

“Pasolini was niet alleen een groot regisseur. Hij was de belangrijkste Italiaanse intellectueel van de twintigste eeuw. Hij wist als geen ander de Italiaanse maatschappij en dynamiek te verwoorden. Een aantal dingen die hij toen heeft geschreven, zijn later uitgekomen. Wat voor mij belangrijk is in Pasolini, is zijn gevoel voor het heilige. Bij hem draait het om de mens.”

Het sacrale?

“Ik zou ‘t het humanistische noemen. Ik wil in mijn films de mensen als mens beschrijven. Voor mij bestaan er geen goede of slechte mensen. In mijn films maak ik geen verschil, zoals bijvoorbeeld wel gebeurt in de films uit Hollywood. Voor mij zijn de mensen belangrijk als mens, daar gaat het om. Ik hoop dat het publiek dat kan zien en voelen.”

Pasolini is door het filmestablishment in Italië een beetje onder het tapijt gestoken. Luca Guadagnino is het daar volstrekt niet mee eens. Wat is uw idee over de plek van Pasoloni binnen de Italiaanse cinema op dit moment?

“Pasolini is eigenlijk een hele moderne schrijver en intellectueel. Hij heeft in de jaren zestig al dingen voorspeld die jaren later inderdaad zijn bewaarheid, zoals de multiculturele samenleving, de omgang van uiteenlopende culturen met elkaar. Hij voorzag ook het einde van de agrarische samenleving en de wereld van de boeren. En de waarden die daar bijhoren. Pasolini is een eigentijdse auteur.”

In een interview uit 1975 met de Italiaanse staatsomroep RAI stelde Pasolini dat het kapitalisme als totalitair systeem zou slagen waar het fascisme had gefaald. Consumentisme was het middel. De wortel in plaats van de stok.

Giovannesi spreidt zijn handen. Ik bedoel maar, wil hij zeggen.

Gevoel van verbondenheid
Het script van Piranhas schreef Giovannesi in samenwerking met Roberto Saviano, auteur van het boek waarop de film is gebaseerd. Na zijn vorige film, Fiore (2016), over de liefdesrelatie tussen twee gedetineerden, regisseerde hij een aantal afleveringen van de internationaal succesvolle tv-serie Gomorra, die is gebaseerd op het gelijknamige boek van Saviano, in 2008 verfilmd door Matteo Garrone, de man van Dogman.

U schrijft uw eigen scripts. Is dat nodig voor uw manier van werken?

“Ik schrijf nooit alleen, ik schrijf liever in samenwerking met anderen. Ik zou ook een film kunnen maken die is gebaseerd op het scenario van iemand anders, maar het is heel lastig om een script te vinden dat van begin tot eind perfect is, dat je zó kunt regisseren en verfilmen. Het is me nog nooit gebeurd dat ik een script vind of krijg aangeboden dat perfect bij mij past. Het is wat dat betreft net als een pak kopen. Je zult bijna nooit een maatpak vinden dat je perfect past. Alleen als het speciaal voor jou is gemaakt.”

Ik wil nog iets vragen over het emotionele leven van de jongeren in de film. Als ik naar ze kijk, denk ik: ze kunnen niet communiceren, ze kunnen niet reflecteren, ze kunnen niet voelen.

“Het probleem van de jongeren van vandaag is naar mijn mening het gebruik van de mobiele telefoon en sociale media. Ik ging gisteren in een bar een biertje drinken en zag dat iedereen naar zijn telefoonscherm zat te staren. Ze zien geen lichaam tegenover zich, ze zien een scherm.”

“Wat we van jongeren kunnen leren, is het gevoel van broederschap. Dat is heel belangrijk voor jongeren, ergens bij horen. Dat gevoel delen alle jonge mensen op de planeet. Het gevoel van verbondenheid wordt heel intensief en hartstochtelijk beleefd. Bijna een kwestie van leven of dood.”

Piranhas

Op mij komen de jongeren in de film over alsof ze geen ziel hebben. Ik geef een voorbeeld: wanneer Letizia het uitmaakt, reageert Nicola, de hoofdpersoon, nauwelijks. Er is geen emotie.

“Er is geen emotie, want op dat moment probeert hij een man te zijn. Hij kiest voor de macht. Ze zijn als Romeo en Julia, afkomstig uit twee families of wijken die ruzie hebben. Later wil hij terug naar zijn geliefde, maar er is geen weg terug.”

Ze hebben wel emotie, maar die wordt doelbewust uitgeschakeld.

“Deze film gaat over het verlies van de onschuld, de onschuld die hoort bij die leeftijd. De hoofdpersoon doet daar afstand van ten faveure van de macht.”

De film gaat over het verlies van de onschuld en de corruptie van het vertrouwen. Is dat een metafoor voor wat er is gebeurd met het Italië van Berlusconi?

“De Italiaanse samenleving zit met de erfenis van Berlusconi. De regering van Berlusconi heeft er alles aan gedaan om het consumentisme te stimuleren. Nu zitten we met de consequenties en betalen de rekening.”

Pasolini heeft gelijk gekregen?

“Absoluut.”

 

Piranhas draait sinds donderdag 26 september in de Nederlandse bioscoop.

 

30 september 2019

 

MEER INTERVIEWS

Piranhas

****
recensie Piranhas

“Als je sterft op je twintigste, ben je een legende”

door Ries Jacobs

“Just when I thought I was out, they pull me back in.” Deze uitspraak van Michael Corleone is veelvuldig nagespeeld in The Sopranos. Ook in Piranhas zien we maffiosi die vastzitten in het criminele web, een thema dat al vaak te zien was op het witte doek. Voegt de laatste film van regisseur Claudio Giovannesi dan nog iets toe?

Nicola en zijn vrienden zijn net als de meeste tieners dol op merkkleding en andere luxe. Opgegroeid in de slechtere wijken van Napels zijn ze, in tegenstelling tot de meeste tieners, bereid om hiervoor vuile handen te handen maken. Nadat blijkt dat ze in de door de Camorra gecontroleerde stad niet wegkomen met kruimeldiefstal, besluiten ze het groter aan te pakken.

Piranhas

Opportunistisch als ze zijn, sluiten de tienerjongens deals met verschillende maffiafamilies. Geleidelijk worden ze binnen de Napolitaanse onderwereld een factor om rekening mee te houden. Het geld stroomt binnen en Nicola geniet van de luxe en de status die hem dit geeft. Als de gangsterwereld niet alleen uit glamour blijkt te bestaan, lijkt het te laat om eruit te ontsnappen.

Prijs op het hoofd
Piranhas is een bewerking van het boek La paranza dei bambini (in Nederland verkrijgbaar als De kinderen in de sleepnetten) van Roberto Saviano. De schrijver is bekend geworden door het journalistieke werk Gomarra, waarin hij de structuur en het mechanisme van de Camorra blootlegt. Dertien jaar na het verschijnen van dit debuut moet Saviano nog altijd onderduiken omdat er een prijs op zijn hoofd staat.

Giovannesi regisseerde in 2016 twee afleveringen van de mede door Saviano geschreven televisieserie Gomorra. Daarnaast maakt hij documentaires en speelfilms, waarin de hoofdpersoon vaak een crimineel, een verstotene of een andersoortige outsider is. Piranhas past prima in dit oeuvre.

Piranhas

Semiautomatisch geweer
Films over straatschoffies die uitgroeien tot gangsters hebben we al vaker gezien, maar nooit eerder waren ze te jong om auto te mogen rijden. Giovannesi brengt goed in beeld hoe naïef Nicola en zijn vrienden zijn. Ze stoeien, dagen elkaar uit en leggen alles vast op hun telefoon. Van een semiautomatisch geweer raakt hun hoofd net zo op hol als van de nieuwste Nikes. Het gangsterleven is voor hen als soldaatje spelen. Deze kinderlijke naïviteit middenin de vieze en grauwe straten van Napels geeft de film een realisme dat we vaker zien in de Italiaanse cinema.

Niet alleen doet Piranhas echt aan, het is volgens Saviano de weergave van een nieuwe realiteit. Gangsters worden steeds jonger, zowel het ‘voetvolk’ als de bazen. Deze tieners kiezen voor een kort leven vol luxe. “Als je sterft op negentigste, ben je oud nieuws. Als je sterft op je twintigste, ben je een legende.” Volgens Saviano zien we deze ontwikkeling ook in New York, Rio de Janeiro en andere steden. Zijn de schrijver en de regisseur een maatschappelijke trend op het spoor?

Waarschijnlijk wel, maar evengoed is de film een coming of ageverhaal. Nicola verruilt, aangetrokken door geld en glamour, zijn normale tienerleven voor een crimineel bestaan. Als hij eenmaal door de andere maffiosi als een volwassene wordt behandeld, blijkt terugkeer naar het tienerleven moeilijk. Dit maakt Piranhas tot een maatschappelijk realistische en originele film.

 

25 september 2019

 

Lees hier ons interview met Claudio Giovannesi over Piranhas.

 
 
ALLE RECENSIES