Tampopo

****

recensie Tampopo

Hoe opwindend is een rauwe eierdooier?

door Cor Oliemeulen

De eetfilm der eetfilms is eindelijk gerestaureerd. Ruim dertig jaar na dato kun je alle ingrediënten van de befaamde Japanse noedelsoep haarscherp zien. Nee, dit is geen documentaire, maar een komedie uit 1985 die haar tijd ver vooruit was en de kijker nog steeds verrast én verleidt.

Eten in films is zo oud als de film zelf. De Franse broers Lumière lieten al in 1895 een kort filmpje over het voeden van een baby zien. Hun landgenoot Georges Méliès trok in 1904 met Sorcellerie Culinaire de trukendoos open wanneer een bedelaar wraak neemt op een kok en duiveltjes inzet om diens soep te laten mislukken.

Tampopo

Van taartgooien tot je eigen schoen opeten
In de beginjaren van de film was de rol van eten vooral luchtig, denk aan taartgooien in slapstickfilmpjes. Met de toenemende industrialisatie kreeg voedsel een serieuzere betekenis en verschenen sociale misstanden op het witte doek. Van schrijnend drama over armoede en honger in A Corner in Wheat (1909) van D.W. Griffith tot en met de mistroostige humor in The Gold Rush (1925) waarin Charlie Chaplin als onfortuinlijke goudzoeker van pure ellende zijn schoenen opeet.

Als mensen eten in films is dat nooit toevallig. Vaak dient eten als katalysator van verzoening (Eat Drink Man Woman, 1994) of problemen (Festen, 1998). Sommige mensen bunkeren zoveel dat ze exploderen (The Meaning of Life, 1983), anderen vervelen zich te pletter en besluiten om zich dood te eten (La grande bouffe, 1973). Hoe dan ook heeft de rol van eten en voeding in elke tijd en elke cultuur een andere betekenis.

Rake observaties
Van alle eetfilms is Tampopo na al die jaren nog steeds de meest bijzondere en grappige. Met het thema voedsel als verleiding, het jongleren met stijlvormen en het laveren tussen komedie en melodrama was de Japanse regisseur Jûzô Itami met zijn tweede film zijn tijd lichtjaren vooruit. Begonnen als acteur werd hij pas op zijn vijftigste actief als scenarioschrijver en regisseur. Itami heeft zich duidelijk laten inspireren door zijn Franse collega Jacques Tati, een meester in eenvoudige, rake observaties van het dagelijkse, vaak absurdistische, menselijke gedrag. De satire van Itami is beduidend scherper en gewaagder, zeker als het gaat om de relatie tussen eten, seks en de dood – soms zelfs in dezelfde scène.

Tampopo

Tampopo (paardenbloem) is de naam van de alleenstaande eigenaresse van een beduimelde eetgelegenheid (gespeeld door Itami’s vrouw Nobuko Miyamoto). Met de hulp van een vrachtwagenchauffeur streeft zij naar een goedlopend restaurant waar de allerbeste noedelsoep zal worden geserveerd. Maar voor het zover is, zien we in een reeks uiterst smaakvol gefilmde scènes hoe je het ingenieuze gerecht maakt, presenteert en eet. De compositie en hartstochtelijke benadering van de ingrediënten is tot ware kunst verheven.

Jûzô Itami noemde Tampopo een noedel-western (die hadden we nog niet!) en leent qua sfeer, low budget en close-ups veel van de spaghettiwestern. In losstaande fragmenten zien we een etiquetteklasje met meisjes die leren hoe je spaghetti moet nuttigen, dat je soms beter geen chips in de bioscoop moet eten en ontdekken we de verleidingen van voedsel. Hilarisch zijn de scènes van de dandy-gangster die slagroom van de linkerborst van zijn vriendin opzuigt en hun techniek om tijdens het voorspel razendknap een rauwe eierdooier heel te houden. Opwindende, geestige en wellicht inspirerende situaties, die een jaar later zouden leiden tot de schaamteloze anticlimax van Kim Basinger en Mickey Rourke in Nine 1/2 Weeks van Adrian Lyne.
 

12 augustus 2018

 
MEER RECENSIES

Tiere

****

recensie Tiere

Spel van verbeelding in puzzelfilm

door Sjoerd van Wijk

Tiere is een raadsel dat blijft rondspoken. De antwoorden lijken voor de hand te liggen, maar blijven toch ongrijpbaar.

De kinderboekenschrijfster Anna heeft een uitgebluste relatie met de chef-kok Nick. Ze gaan voor een half jaar op retraite in een Zwitserse berghut. Zij om aan haar nieuwe boek, een roman voor volwassenen, te werken. Hij om nieuwe recepten te ontdekken. Onderweg rijden ze een schaap aan en niets is meer wat het lijkt. Hoe ernstig was het ongeluk eigenlijk? Waarom lijkt een ijsverkoopster als twee druppels water op huisoppasser Mischa (en op bovenbuurvrouw Andrea, met wie Nick een affaire heeft)? En waarom is een mysterieuze deur in het huis op slot? Deze vragen en meer rijzen op in een spel van verbeelding. De hamvraag die er als rode draad doorheen loopt is wat nu de realiteit is en wat verbeelding. En wiens verbeelding?

Tiere

Passende puzzel
Tiere ontpopt zich dankzij het waterdichte scenario van wijlen Jörg Kalt tot een puzzel waar alle stukjes in elkaar passen. De vraag is echter hoe. Alle elementen van het verhaal komen voortdurend in verschillende samenstelling terug. Een gesprek in de ene scène kan aanwijzingen bevatten voor de betekenis van een volgende. Het is daarom opletten geblazen.

Op geniepige wijze wisselt het perspectief tussen de karakters. Zo lijkt door voorgaande scènes de focus op het ene karakter te liggen, maar gebeurt er plots iets in een volgende scène wat deze aanname teniet doet. Ondanks dat de film qua realiteitszin geen coherent verhaal bevat, voelt het op instinctief niveau juist wel coherent. Een eigenzinnige droomlogica, waar op instinctief niveau passende associaties tussen gebeurtenissen en karakters wordt gelegd.

Magische werkelijkheid
De droomwereld van Tiere krijgt extra cachet dankzij de regie van Greg Zglinski. Zijn registratie van de gebeurtenissen komt naturel over. Kalme totaalbeelden waar de karakters op losse wijze gewoontjes met elkaar omspringen. De montage en het camerawerk bevatten geen foefjes, waardoor de werkelijkheid juist magisch gaat aanvoelen. Elk nieuw opgeworpen vraagstuk voelt des te indringender zonder het met toeters en bellen aan te kondigen.

Zowel qua scenario als regie doet het denken aan Realité (geschreven en geregisseerd door de Franse muzikant Quentin Dupieux), die op eenzelfde wijze zich tussen de oren wurmt om er niet meer weg te gaan. Alles is significant en we moeten vertrouwen op ons gevoel.

Tiere

Instinct, geen intellect
Bij een dergelijke puzzelfilm bestaat het gevaar dat het vooral een intellectuele exercitie betreft. Maar dit weet Greg Zglinski (die het scenario van Jörg Kalt herschreef) te ontwijken door de focus te houden op de emoties van de karakters. Het punt van de puzzel is daarom niet hoe de vork precies in de steel steekt qua narratief. Het gaat er meer om wat er door de hoofdpersonen heen gaat. Alle vervreemdende situaties die conventionele logica te buiten gaan, houden verband met de belevingswereld van de karakters. Zo schippert Nick in het verhaal tussen een huichelachtige bedrieger en zorgzame echtgenoot.

Welke onderdelen in zijn verhaal de waarheid bevatten blijft in het duister. Wij moeten zelf op de tast. Tiere is een geraffineerde droom, die bijblijft. Om de logica van zijn onderbewustzijn te doorgronden, moeten we op onderzoek uit. Het antwoord ligt zowel bij onszelf als bij zijn karakters en is voor iedereen anders.
 

30 juni 2018

 
MEER RECENSIES

Third Murder, The

*****

recensie The Third Murder

De waarheid is een olifant

door Alfred Bos

Wat is de derde moord en wie is daarvan het slachtoffer? De moordenaar zelf? De waarheid? De Japanse regisseur Hirokazu Koreeda speelt een verfijnd spel met schijn en werkelijkheid in de psychologische triller The Third Murder.

De Japanse regisseur Hirokazu Koreeda (vier lettergrepen: ko-re-e-da) wordt wel de eigentijdse pendant genoemd van Yasujirō Ozu, de maker van subtiel registrerende films over familierelaties. Achter een onthechte, schijnbaar objectief observerende blik schuilt empathie met het menselijke onvermogen. Die onthechting is geen arrogantie of desinteresse, het scherpt juist de focus zodat de patronen zichtbaar worden in de ruis van het dagelijkse leven, dat in feite een burleske van misverstanden is.

The Third Murder

Koreeda’s oeuvre zit er vol mee, met mensen die zichzelf in de weg zitten omdat ze niet goed luisteren of voorbij hun neus kunnen kijken. Emoties maken de mens, maar kunnen hem ook breken. De antiheld van zijn voorlaatste film, The Third Murder – die vorig jaar in première ging tijdens het filmfestival van Venetië en nu in de Nederlandse bioscoop is te zien – weet zijn emoties te mennen met zijn intellect en volbrengt een huzarenstukje. Dat hij zijn doel, het ontkennen van zijn bestaan, bereikt door via moord het bestaan van een ander te bevestigen, zegt genoeg over de diepgang en pyschologische verfijning van de film.

Roofmoord
The Third Murder is een buitengewoon rijke film. Het is ook een fijntjes opgebouwde en in psychologisch opzicht ongekend subtiele film. Zo subtiel dat veel kijkers, en blijkens de reacties en vragen tijdens Koreeda’s persconferentie in Venetië ook veel professionele filmkijkers, de pointe missen. Ja, het is een psychologische thriller, maar dan van het Zen-filosofische soort. Nee, het is geen Rashomon-achtige boutade over de onmogelijkheid om de waarheid te kennen. De waarheid ligt voor je neus, aldus Koreeda. Maar je moet hem wel zien.

Shimiru, de held van The Third Murder (gespeeld door de Japanse popster en acteur  Masaharu Fukuyama), is jurist; hij moet voor zijn cliënt een adequate verdedigingsstrategie ontwikkelen. De cliënt is Misumi (Kôji Yakusho), de antiheld, die zal worden berecht voor roofmoord; daarop staat de doodstraf. Hij geeft grif toe zijn voormalige werkgever, de baas van een fabriek waar voedsel wordt verwerkt, vanwege gokschulden te hebben beroofd en vermoord, om vervolgens het lijk te verbranden. De advocaat gaat op onderzoek; als hij de aanklacht van beroving kan weerleggen is de doodstraf mogelijk te vermijden.

The Third Murder

Spiegelbeelden
Wat volgt is een gang door het labyrint van het leven, een warboel van suggesties, leugens, intenties en feiten; een ruis van details en trivia. In de voedselfabriek blijken alleen marginale types te werken die elders niet terecht kunnen; ze worden door hun baas onderbetaald, of uitgebuit. Misumi werkte daar na zijn ontslag uit de gevangenis. Hij heeft een straf van dertig jaar uitgezeten voor tweevoudige moord op woekeraars die hem geld hadden geleend, geld dat hij door gokschulden niet kon terugbetalen. Zijn dochter was toen zes jaar oud, sindsdien heeft hij haar niet meer gezien.

Misumi is voor die dubbele moord tot dertig jaar celstraf veroordeeld door de vader van zijn advocaat, een inmiddels gepensioneerde rechter. Die twijfelt nu openlijk of hij er niet verkeerd aan heeft gedaan om Misumi destijds niet ter dood te veroordelen; hij heeft immers opnieuw gemoord. Zijn zoon probeert precies het tegenovergestelde te bewerkstelligen: hij wil Misumi van de doodstraf redden. Het is het eerste spiegelmotief dat regisseur Koreeda opzet in een film vol gespiegelde personages en motieven.

Een tweede spiegelbeeld zijn Misumi’s dochter (die we nimmer te zien krijgen) en de dochter van de vermoorde fabriekseigenaar, Sakie (Suzu Hirose). Beiden zijn gehandicapt, hebben een mank been. Heeft Sakie iets met de moord te maken?

Schuivend perspectief
Het perspectief op de moord – wat er is gebeurd en waarom – verschuift voortdurend. Elk detail dat het onderzoek aan het licht brengt doet het beeld kantelen. Is het wel roofmoord? Is het mogelijk een liefdesmoord? Of moord in opdracht? Misumi past voortdurend zijn verhaal aan naar de nieuwe feiten waar zijn advocaat hem mee confronteert. Gaandeweg begint de filmkijker te beseffen, hier is meer aan de hand. En de kernvraag stelt Misumi zelf aan zijn verdediger: wat is mijn ware motief?

Voor de oplettende kijker wordt het allengs duidelijk wat Misumi drijft, waarom hij de moord op de fabriekseigenaar heeft gepleegd en wat hij daarmee wil bereiken. Ook dat doel is dubbel, hij vervult met de moord een diepe emotionele wens en brengt – op zijn eigen, gebrekkige maar in feite geniale manier – gerechtigheid waar het recht het laat afweten; hij slaat zelfs drie vliegen in één klap. Alle elementen die nodig zijn om antwoord te geven op de vraag, wat wil Misumi, worden in de film gegeven. Doorgaans terloops, als terzijdes, net als in het leven zelf waar de hoofdzaken verdwijnen in de ruis van triviale kwesties en de waan van het moment.

The Third Murder

(On)betrouwbare verteller
Maar voor zijn verdediger, de advocaat Shimiru, blijft de moordenaar een mysterie. In de bloedsterke slotscène kantelt Koreeda het perspectief een laatste maal. Met een techniek die direct is ontleend aan het slot van Akira Kurosawa’s politiethriller High and Low laat hij held en antiheld van plaats verwisselen. Dat gebeurt, het kan niet anders in een film vol spiegelingen, met een spiegeleffect.

The Third Murder is een klassieke Koreeda-film en wellicht een van zijn beste. Familierelaties staan centraal in de plot en motieven van de personages. De poëzie schuilt in de details en de subtiele observaties. In de film wordt de Indische gelijkenis over de zes blinden en de olifant aangehaald: ze ‘zien’ allemaal iets anders, want de een betast de slurf en de ander de staart. De waarheid is een olifant en advocaat Shimiru is door vooringenomenheid niet in staat het complete beeld – de waarheid achter Misumi’s handelen  – te zien.

Koreeda wilde aanvankelijk romanschrijver worden, maar koos voor de cinema. In Venetië gaf hij te kennen dat de film eigenlijk alleen met een alwetende verteller is te realiseren, maar dat vond hij een onelegante aanpak. Zijn oplossing voor dat verteltechnische probleem is briljant: Misumi is de ogenschijnlijk onbetrouwbare verteller die als enige in de film alwetend is en in de slotscène verschijnt hij via een spiegeleffect als betrouwbare verteller. Het zou verbazen als er dit jaar een betere film verschijnt. Op de nieuwe Koreeda na dan, verwacht in december.
 

17 juni 2018

 
MEER RECENSIES

Tully

****

recensie Tully

Oerdegelijk frisse verrassing

door Sjoerd van Wijk

Tully geeft een gevoelige inkijk in depressie en komt daarbij net zo fris verrassend voor de dag als het titulaire kindermeisje. 

Marlo (Charlize Theron) is een moeder van twee kinderen, van wie zoontje Jonah (Asher Miles Fallica) een speciale aanpak vereist. Ondanks dat zij en haar man Drew (Ron Livingston) langs elkaar heen leven, is er een derde kind op komst. Maar deze gebeurtenis lijkt Marlo niet al te veel te doen. Zonder energie en motivatie strompelt ze door het leven en lijkt voor de kinderen zorgen meer een plicht dan een deugd. Als ze op aandringen van haar gefortuneerde broer Craig (Mark Duplass) zijn gift van een night nanny accepteert zodra de derde is geboren, verandert haar leven zoals beloofd door hem. De vrolijke guitige oppas Tully (Mackenzie Davis) neemt het kind over in de nacht en bouwt een speciale band op met Marlo. 

Tully

Ingetogen spitsvondigheden
De film brengt regisseur Jason Reitman, scenariste Diablo Cody en Charlize Theron weer samen na hun vorige collaboratie. Waar Young Adult een disfunctionele jongvolwassen vrouw volgde, is het nu de beurt aan een vrouw in midlifecrisis waar eerder sprake is van een prenatale depressie dan postnatale.

Zoals gebruikelijk bij Diablo Cody zijn de karakters rondwandelende vocabulaires vol spitsvondigheden. Waar de scherpe oneliners in haar eerste scenario Juno vooral het doel leken te dienen om Cody’s slimme vondsten ten toon te stellen, zijn de gevatte opmerkingen dit keer subtiel met de karakters verweven tot komisch effect. Het geeft tevens de ruimte aan de lethargisch voortbewegende Theron, wiens dysthymie extra invoelbaar wordt doordat alle andere karakters de juiste hoeveelheid tegengas geven. Ron Livingston als onwetende man en Mark Duplass als flamboyante broer accentueren Therons spel door ingetogen te blijven. Het maakt de entree van de excentrieke Tully inslaan als een bom. 

Delicaat onecht
Vanaf het moment dat Marlo overstag gaat en de nanny neemt, ontpopt Tully zich meer en meer tot een onvervalste feelgoodfilm. De komst van Tully brengt warme beelden met zich mee. Haar ontwapenende openheid geeft kleur aan Marlo’s leven en dat wordt dankzij Reitmans efficiënte regie, die zonder al te veel opsmuk de nadruk legt op het acteerwerk, goed invoelbaar.

Net als in Up in the Air weet Reitman ook hier delicaat het sentiment aan de goede zijde van de tranentrekker te houden en Tully vervalt dan ook nergens in kitsch. Elk shot heeft een duidelijke functie, geen enkel beeld is uit op opportunistisch inspelen op de emotie. De gevoelens die loskomen bij Marlo door haar interactie met Tully komen bevrijdend over. Het is de verdienste van Reitman door Tully zo uit te laten steken tegenover de andere karakters met haar atypische gedragingen dat elk zoetsappig element welhaast onecht aan gaat voelen. 

Tully

Oprechte verrassing
Ondanks dat het verhaal welbekende plotpunten doorloopt die je wel vaker in een feelgoodfilm uit Hollywood voorbij ziet komen, weet de film in de latere delen te verrassen. Alles wat op subtiele wijze wrong, wordt rechtgemaakt in een emotioneel geladen wending, die juist door de achteloosheid waarmee deze wordt gebracht extra inwerkt.

Paradoxaal genoeg is het de manier waarop de kijker op het verkeerde been wordt gezet wat de film laat transformeren van innemende feelgoodfilm naar oprechte karakterstudie. De lichtvoetige kwinkslagen en de bitse sarcastische manier waarop karakters met tegenslagen omgaan, geven het gezapige lusteloze leven van Marlo een bitterzoet randje, wat wordt afgemaakt door de ontknoping die alles op de juiste plaats laat vallen.
 

5 mei 2018

 
MEER RECENSIES

Tom of Finland

***

recensie Tom of Finland

‘It seems Finland has bigger cocks’

door Ralph Evers

De biopic Tom of Finland verhaalt over de levenswandel van de introverte homo-kunstenaar Touko Laaksonen, die internationaal bekend werd door zowel zijn hypermasculiene homo-verheerlijking als zijn handtekening ‘Tom of Finland’.

Finland is een beetje een vreemde eend in de Europese bijt. Dat andere taaltje dat godsonmogelijk is om onder de knie te krijgen. Dat woeste land, dat enerzijds kalmeert door haar duizenden meren en verlaten, stille landschappen. Anderzijds de moordende kou in de winter en de even zo moordende hoeveelheid muggen in de zomer.

Kennismaking met Finland
De schrijver van deze recensie kwam in zijn studententijd graag in Finland. Hij had daar – mede door zijn metal-liefhebberij – aardig wat vrienden zitten en met zijn studie psychologie zeeën van tijd. Zo leerde hij al gauw de modernistische architectuur van Alvar Aalto kennen, de symfonieën van Sibelius en, wat natuurlijk veel interessanter was, de films van Kaurismäki, maar ook de karaoke-cafés, om te eindigen met de heerlijk sappige soap van een andere wereldberoemde Fin: Matti Nykänen (verfilmd in 2006 onder de titel Matti). Beschouwd als ‘s werelds grootste skischansspringer die viermaal olympisch goud won. Daarnaast was het een notoire drinker, sloeg hij menig vrouw het ziekenhuis in en wist hij vriend en vijand te verbazen met niet al te snuggere oneliners. Tot slot was daar Tom of Finland.

Tom of Finland

De film begint ten tijde van de winteroorlog tegen de Russen in begin 1940 (het verslag van deze oorlog is indrukwekkend verfilmd in Talvisota). Tussen het oorlogsgeweld door zien we hoe in het geheim homomannen elkaar wisten te vinden in de donkere parken. We leren Touko kennen als de introverte man, die z’n werk bij de luchtafweer halfbakken doet en een leven lang worstelt met het feit dat hij een Russische paratrooper doodde. Na de oorlog gaan de ontmoetingen door, altijd in het geheim. Soms bij hooggeplaatste mensen waar andere homo’s zich tijdelijk veilig wanen en hun fantasieën kunnen uitleven, soms leidend tot excessief geweld van de autoriteiten. Homoseksualiteit was ook in Finland, evenals zoveel andere landen, niet toegestaan in de bekrompen jaren 50.

Hypermasculiene fantasieën
Om toch uiting te geven aan zijn erotische fantasieën tekent Touko ze op papier. Al snel slaan zijn geïdealiseerde, gestyleerde en hypermasculiene fantasieën aan. Eerst in kleine kring, later wereldwijd. Uiteraard mag zijn zus onder geen voorwaarde te weten komen van zijn geaardheid. Via een misgelopen avontuur in Berlijn, in de jaren na de oorlog één van de weinige plekken waar je je als homoseksueel kon overgeven aan een nachtleven, belanden zijn tekeningen in Californië. In de tussentijd werkt Touko, samen met zijn zus, als grafisch vormgever. Tevens leert hij een vroege kameraad uit het leger kennen, nu een danser, die verwoede pogingen doet diens homoseksuele geaardheid te verbloemen (hij was één van de slachtoffers van het eerder genoemde geweld).

Tom of Finland zal uiteindelijk de geschiedenisboeken ingaan als één van de meest bepalende homo-erotische kunstenaars. Een kunstenaar die oog had voor maatschappelijke posities en deze in zijn fantasierijke wereld ten positieve voor de underdog weet om te draaien. Hierin is zijn werk dubbel ondermijnend voor het gezag. In de eerste plaats omdat het tot voor kort in veel landen verboden was om homoseksueel gedrag te uiten, of überhaupt homoseksueel te zijn. In de tweede plaats omdat in zijn afbeeldingen gezagsdragers zich overgeven aan hun verborgen homo-erotische lusten (iets wat altijd al in die uniformen zat).

Tom of Finland

Zelfcensuur
Tom of Finland lijdt aan een vorm van zelfcensuur die haaks staat op de provocaties die Touko’s tekeningen voor de buitenwereld hebben. De film is suggestief in het tonen van homoseksualiteit en te tam voor deze tijd. (Wie wat dat betreft the real deal wil, wende zich tot de documentaire uit 1991 Daddy and the Muscle Academy). Daarnaast wordt eveneens controversiële interesse van nazi’s uit de film gelaten. Niet omdat Touko ze hoog had zitten, maar omdat ze nu eenmaal de meest sexy uniformen hadden.

Mogelijk leidt deze selectieve biografische vertelling en preutse vertoning tot een bredere vertoning van de film. Toch blijft het gevoel van iets missen aanwezig. Daarbij helpt het trage tempo en de nauwelijks aanwezige spanningsboog niet mee. Desondanks weet regisseur Dome Karukoski een mooi eerbetoon af te leveren en doet hij voldoende recht aan die beeldbepalende illustrator Tom of Finland, die sympathiek neergezet wordt door acteur Pekka Strang.
 

10 maart 2018

 
MEER RECENSIES

Three Billboards Outside Ebbing, Missouri

*****

recensie Three Billboards Outside Ebbing, Missouri

De wijsheid van een boekenlegger

door Cor Oliemeulen

Three Billboards Outside Ebbing, Missouri zou zomaar de grote winnaar van de Oscars 2018 kunnen worden. Het originele scenario van Martin McDonagh is ijzersterk en onvoorspelbaar. Frances McDormand speelt als rouwende, maar strijdbare moeder de hoofdrol van haar leven.

Eindelijk weer eens een monumentale film die het niet louter moet hebben van mooie plaatjes om de inhoud op te leuken of een soundtrack die de vaart er in moet houden. Je zou kunnen zeggen: Oscars voor beste scenario, beste actrice en beste mannelijke bijrol, en we lullen nergens meer over!

Three Billboards Outside Ebbing, Missouri

Simpel gegeven
Hoe je met een ogenschijnlijk simpel gegeven een realistisch drama met een zwart-komische ondertoon kunt maken, bewijst de Britse scenarist/regisseur Martin McDonagh – na de hilarische misdaadverhalen In Bruges (2008) en Seven Psychopaths (2012) – in zijn pas derde speelfilm Three Billboards Outside Ebbing, Missouri (2017). Je huurt drie billboards naast een verlaten weg en plakt daarop in koeienletters opeenvolgende teksten die weinig aan de verbeelding overlaten: ‘Raped while dying’, ‘And still no arrests?’ en ‘How come Chief Willoughby?’.

Deze provocerende boodschap van Mildred Hayes (Frances McDormand), wier dochter zeven maanden eerder op een verschrikkelijke wijze om het leven werd gebracht, is persoonlijk gericht aan de plaatselijke politiechef die volgens eigen zeggen naar vermogen heeft geprobeerd het misdrijf op te lossen en nu plotseling de aanval ziet geopend door de gefrustreerde moeder. Het feit dat Willoughby terminale kanker heeft, geeft het oplaaiende conflict een extra dimensie, want wat doet dat gekke mens die arme man aan? Woody Harrelson, als de oprechte en aandoenlijke gezagsdrager van het gedateerde fictieve stadje Ebbing en consequent vloekende vader van twee schattige jonge dochtertjes, laat zich weer eens tot grote hoogte stuwen na uitgekauwde slechterikenrollen in dure producties als War for the Planets of the Apes.

Sterke bijrollen
Vooral de mannelijke bijrollen in Three Billboards Outside Ebbing, Missouri kennen een opmerkelijke gelaagdheid. Ronduit fantastisch acteert Sam Rockwell (net als Harrelson al van de partij in Seven Psychopaths) als Willoughby’s rechterhand Dixon. Hij is het archetype ‘bad cop’ maar evolueert door de snel wisselende omstandigheden tot iemand die het niet zo slecht bedoelt, maar zich vooral laat hinderen door een racistische inborst, alcoholmisbruik en een dominante moeder. Zijn confrontaties met Mildred, en in feite alle andere personen die hij op zijn wankele pad treft, monden regelmatig uit in geweldsexplosies, terwijl de vork soms net even iets anders in de steel blijkt te zitten.

Three Billboards Outside Ebbing, Missouri

Eervolle vermeldingen zijn er voor Caleb Landry Jones (de sadistische broer in het recente horrormysterie Get Out) als Red Welby, die de billboards verhuurt en zijn sympathie voor de wanhopige moeder moet bekopen, alsook John Hawkes (de verlamde man die seks wil in The Sessions) als Mildred’s opgewonden ex-man Charlie, die haar heeft verlaten voor een 19-jarig meisje dat volgens Mildred naar stront stinkt en zich graag bedient van een wijze uitspraak op een boekenlegger: ‘Woede leidt tot grotere woede.’

Moderne western
Want dat de escalaties zich steeds verder opstapelen, mag duidelijk zijn. Het met veel zwarte humor opgediende drama laat zich kijken als een moderne western, waarin de stoere vrouwelijke protagonist zich weliswaar zonder getrokken pistolen, maar met onverdroten moed en ironische gevatheid, een weg baant naar genoegdoening en een beetje troost. Frances McDormand mag dan vaak worden geassocieerd met de Coen Brothers – zij maakte haar debuut in Blood Simple (1984), won een Oscar met Fargo (1996) en is getrouwd met Joel Coen – haar optreden in het uiterst onderhoudende Three Billboards Outside Ebbing, Missouri is memorabeler en gelaagder dan ooit.
 

5 januari 2018

 
MEER RECENSIES

Thelma

***

recensie Thelma

Duistere verleiding

door Suzan Groothuis

Het leven verandert voor de jonge studente Thelma. Los van haar religieuze ouders, rijp voor de verlokkingen des levens. Een coming of age-drama met horrorrandjes, waar kinetische krachten samengaan met verliefd worden.

In Thelma volgen we de gelijknamige hoofdpersoon. De openingsscène verraadt al dat zij geen gewoon meisje is. We zien beelden van een jonge Thelma die met haar vader gaat jagen. Er gaat een bepaalde kracht uit van het meisje. Wat precies, weet de kijker dan nog niet, maar het feit dat haar vader plots zijn geweer op haar richt doet het ergste vermoeden.

Vervolgens een sprong in de tijd: Thelma (Eili Harboe) als jonge studente. Weg uit het ouderlijk huis, teruggeworpen op zichzelf. In rustig tempo, met een onderhuids broeierige spanning, volgt de camera haar. Thelma lijkt een net, rustig meisje. Eenzaam ook. Totdat ze medestudente Anja ontmoet en er innerlijk vuur brandt.

Thelma

Het spel van verleiding
De verlokkingen des levens nodigen Thelma uit. De mooie Anja, uitgaan, drank, roken. Verlokkingen waarvoor ze altijd gewaarschuwd is. Thelma komt namelijk uit een streng religieus gezin, waar genoemde zaken uit den boze zijn. En zo ontstaat er tweestrijd: toegeven aan de verleidingen of luisteren naar de stem van haar vader.

Met de verleidingen komen ook Thelma’s aanvallen. Epilepsie lijkt het. Trillen, zweten, vallen. Niet eenmaal, maar meerdere keren, pijnlijk realistisch in beeld gebracht. Het komt tot een onderzoek, maar Thelma wil niet dat de arts haar ouders inlicht.

En zo werkt de Noorse regisseur Joachim Trier geleidelijk naar een coming of age-drama met duistere randjes. Want Thelma lijdt niet aan epilepsie, maar vecht tegen kinetische krachten. Een beetje zoals in het Duitse Requiem. Hierin heeft een jonge vrouw aanvallen die overeenkomsten met epilepsie en duivelse bezetenheid hebben.

Wanneer duidelijk is wat er speelt, verandert de sfeer en verkent Thelma haar krachten op gevaarlijk niveau. Met als hoogtepunt een scène waar zij en Anja een balletvoorstelling bijwonen. Terwijl de seksuele spanning tussen hen stijgt, moet Thelma haar best doen haar krachten te bedwingen. Een gigantisch decorstuk begint te trillen en te schuiven. Toegeven aan verleiding staat gelijk aan destructie; het gevecht van Thelma om zichzelf onder controle te houden is sensueel, krachtig en spanningsvol in beeld gebracht.

Superieure worsteling
Je verlangt naar meer van deze momenten, maar Thelma houdt die intense mix tussen spanning en erotiek en afstand en nabijheid niet vast. Terwijl Thelma de uitdaging van de verleiding aangaat, zoomt Trier in op haar verleden en vallen de puzzelstukjes op hun plaats. Een familietragedie waarin Thelma een bepalende rol had. En religie een middel is tot vergeving en bezinning. Maar hoe bepalend Gods wetten ook zijn,  innerlijke krachten zijn sterker. Thelma voelt het en weet het. Ik ben beter dan anderen, fluistert ze haar vader toe.

In vergelijking tot Triers eerdere films (Oslo, August 31st, Reprise en Louder Than Bombs) duikt Thelma minder de diepte in. Triers films kenmerken zich door worstelende hoofdpersonen. Adolescenten die kampen met twijfel, met verlies. En zingeving zoeken in literatuur, kunst en muziek. Ook in Thelma is er sprake van worsteling (religie versus vrijheid, kuisheid versus verleiding), maar er worden minder levensvragen gesteld. Misschien wel, omdat Thelma zich diep van binnen superieur voelt ten opzichte van de mensen om zich heen.

Thelma

Opzichtige en overbodige symboliek
Symboliek speelt een opzichtige rol in de film – zoals de slang die we meerdere malen in beeld zien, verwijzend naar de rol van verleiding in de bijbel. Want verleiding is voelbaar als we kijken naar de twee jonge vrouwen die zich aangetrokken voelen tot elkaar. Evenals de dreiging die ontstaat als Thelma toegeeft aan haar verlangens. De slang is een overbodige illustratie van onheil dat komen gaat.

En zo is er wel meer overbodig in deze kruisbestuiving van Brian de Palma’s Carrie, vampierfilm Let The Right One In en de ontluikende liefde tussen twee tienermeisjes in Show Me Love. Het spelen met het begrip tijd aan de hand van verwarrende flashforwards en flashbacks, het toewerken naar een dramatische climax en bovenal, het grote gebaar.

Thelma overtuigt in zijn kille, ontluisterende eerste helft, maar wil daarna te graag imponeren. De filosofische levensvragen, die in Triers eerdere films zo prominent aanwezig waren en dwongen tot nadenken, blijven in Thelma achterwege. De film heeft pretenties, maar is uiteindelijk vlak en voorspelbaar. En doet niet wat de beelden te opzichtig willen: onder de huid kruipen.
 

5 december 2017

 
MEER RECENSIES

Tschick

***

recensie Tschick

Brave roadmovie voor de jeugd

door Cor Oliemeulen

De veertienjarige Tschick is een opvallende verschijning die in no-time het leven van de onopvallende Maik ondersteboven zet. In een gestolen auto gaat het duo op weg naar het onbekende. Prima jeugdfilm van Fatih Akin die ditmaal te weinig buiten de lijntjes kleurt.

De Duits-Turkse regisseur Fatih Akin liet in 2004 een verpletterende indruk achter met Gegen die Wand: het verhaal van twee misfits die een schijnhuwelijk aangaan en later verliefd op elkaar worden. Drie jaar later verscheen het eveneens prachtige drama Auf der anderen Seite waarin een Turkse man in Istanboel op zoek gaat naar de voormalige vriendin van zijn vader. Bijna alle films van Akin kennen multiculturele verhalen met thema’s als identiteit en vriendschap. Zo ook zijn achtste rolprent Tschick.

Tschick

Bestseller
Voor het eerst schreef de regisseur de plot niet zelf, want de film is een adaptatie van de gelijknamige bestseller van Wolfgang Herrndorf die in Duitsland twee miljoen keer over de toonbank ging. Ook nieuw is de doelgroep: Tschick richt zich net als het boek vooral op de jeugd. Liefdevol en vakkundig gemaakt, zal Tschick in Duitsland ongetwijfeld een grote kaskraker worden vanwege de typisch Duitse ‘humor’ en de lokale culturele gebruiken. Daarbuiten zullen weinigen wakker liggen van deze onvervalste roadmovie, maar zich eenvoudig herkennen in de universele thema’s.

We beleven de gebeurtenissen door de ogen van de veertienjarige Maik (Tristan Göbel). Hij is een buitenbeentje op school en zijn klasgenoten noemen hem Psycho. Maik maakt moeilijk contact, houdt van alternatieve rock, kleedt zich niet populair en is heimelijk verliefd op Tatjana (Aniya Wendel). Hij heeft een goede band met zijn grappige, sexy moeder (Anja Schneider), die verslaafd aan wodka is. Zijn vader (Uwe Bohm) zit goed in het onroerend goed en blijkt een klootzak. Maiks saaie leventje verandert als een nieuwe klasgenoot zich aandient: Tschick (Anand Batbileg), zoon van een Russische immigrant, die onaangepastheid tot kunst heeft verheven.

Tschick

Wezenlijke thema’s
Bij het aanbreken van de zomervakantie gaat moeder naar een ‘beauty farm’ (afkickkliniek) en vader op ‘zakenreis’ (op vakantie met een jonge vrouw). Maik alleen achterlaten met een paar honderd euro is vragen om moeilijkheden. Tschick heeft een oude Lada gejat en sleept Maik mee naar het feestje van Tatjana waarvoor zij allebei niet zijn uitgenodigd. Hun opzienbarende entree vormt het begin van een reeks avonturen. Met de melige ‘Ballade pour Adeline’ van Richard Clayderman op een cassettebandje verlaat het duo Berlijn, op weg naar het oosten. Een dollemansrit door een maisveld, een achtervolging van een boze boer op een tractor en een confrontatie met een politieman op een fiets in een gehucht waar het duo eerder was aangeschoven aan de eettafel van een plattelandsgezin, mondt uit in een ontmoeting met het al even onaangepaste, mysterieuze meisje Isa (Mercedes Müller).

Sommige locaties zijn adembenemend en het acteren is geloofwaardig, maar Tschick blijft over het algemeen op de vlakte en een tikkeltje te braaf. Alleen het liedje op de soundtrack ‘Hurra, dieses Welt geht unter’ contrasteert slechts heel even alle stoute vrolijkheid in deze ‘mooiste zomer ooit’, maar het ontbreekt de film aan een conflict of een echte verrassing. Blijft over een goed verteld jeugdverhaal – met thema’s als identiteit, vriendschap en homoseksualiteit – dat zeker onderhoudend is. Ook voor volwassenen.
 

8 oktober 2017

 
MEER RECENSIES

Tulip Fever

***

recensie Tulip Fever

Manie rond tulpen en bedrogen echtgenoot

door Alfred Bos

Er waren twee eerdere pogingen om de roman Tulip Fever te verfilmen. De romantische komedie tegen de achtergrond van de gekte rond tulpenbollen in het Amsterdam van de Gouden Eeuw pleziert, maar beklijft niet.

Amsterdam was in de zeventiende eeuw de rijkste en meest vooruitstrevende stad ter wereld, de wieg van veel moderns, zoals de coöperatie, de handel in aandelen en de liberale burger. En van de beursbubbel, de uit de hand gelopen speculatie die steevast eindigt in financiële rampspoed. De kredietcrisis van 2008 is een eigentijdse echo van de windhandel rond tulpenbollen die in de jaren dertig van de zeventiende eeuw veel kleine middenstanders in Noord-Holland het hoofd op hol – en aan de bedelstaf – bracht.

Tulip Fever

De tulpenmanie is de achtergrond van Tulip Fever, de verfilming van de gelijknamige roman van Deborah Moggach uit 2000. Het verhaal draait om twee heimelijke liefdesrelaties en een bedrogen echtgenoot. De steenrijke handelaar in specerijen, Cornelis Sandvoort (Christoph Waltz), trouwt de veel jongere wees Sophia (Alicia Vikander) die hem een erfgenaam moet baren. Ze wordt verliefd op de jonge schilder Jan van Loos (Dane DeHaan), door Cornelis ingehuurd voor het statusportret. Sandvoorts huismeid Maria (Holliday Grainger) vrijt met visboer Willem (Jack O’Connell) en raakt zwanger.

Schelmenroman
Burgermoraal spiegelt in arbeidersmores: drie mannen, twee vrouwen en drie relaties, elk met zijn problemen—Tulip Fever is romantische klucht in kostuum. De mannen zijn afwezig of niet-functioneel: Cornelis’ soldaatje, wanneer het in gelid staat, wil wel schieten, maar de schoot van Sophia blijft braak. Hij wordt bedrogen met schilder Jan, die als bohemien zijn romantische fantasieën uitleeft. Willem wil via de tulpenspeculatie snel rijk worden om Maria te kunnen huwen, maar wordt gerold door het hoertje Annetje (Cara Delevingne) en vervolgens geronseld als scheepsmaat. Terwijl Maria’s buik begint te bollen is hij opeens verdwenen.

De historische details rond de tulpenmanie zijn correct (pijp rokende vrouwen, windhandel in kroegen en herbergen, kooplui uit exotische streken), de verwikkelingen kluchtig als een toneelstuk van Goldoni (de verkeerde uitleg van een clandestiene vrijpartij) of een schelmenroman van Thackery (list en bedrog om te overleven) en toch blijft Tulip Fever, hoewel onderhoudend, niet beklijven. Het script is niet van het niveau waar de vermaarde scenarist Tom Stoppard (Shakespeare in Love, Empire of the Sun) om bekend staat.

De film, geproduceerd in Engeland zonder Nederlandse acteurs, kende een problematische voorgeschiedenis. De eerste boekverfilming, uit 2004, liep stuk op een nieuwe belastingwet. Zeven jaar later werd een tweede poging opnieuw afgebroken. In 2014 lukte het uiteindelijk wél, maar de verschijning is tot drie keer toe uitgesteld. Tulip Fever heeft de makke van Kenau, de Nederlandse productie over de Tachtigjarige Oorlog: matige computer graphics en dezelfde set met zeventiende-eeuws straattafereel die in beeld blijft terugkeren.

Tulip Fever

Verheffende moraal
Wat voor de Nederlandse kijker ook niet helpt is dat er in het Amsterdam van 1634 geen gebouw van zandsteen was te vinden, zoals het gotische klooster waar de abdes (Judi Dench) haar weesmeisjes en haar tulpenbollen koestert. In het veenmoeras rond de Amstel werd geen mergel gedolven, net zomin als er bossen aan de Zuiderzeekust van Waterland zijn te vinden. Het zal de bioscoopganger van elders worst wezen.

Het is verwarrend dat huismeid Maria – ze is als voice-over de verstelster – het centrale personage blijkt te zijn, niet de uitgehuwelijkte Sophia waar de film zich aanvankelijk op concentreert. De vrouwen, verbonden door hun eenvoudige komaf maar gescheiden door status, spannen samen tegen de niets vermoedende Cornelis, daarbij geholpen door dokter Sorgh, een komische rol van Tom Hollander.

Uiteindelijk komt het allemaal goed, ieder vindt zijn plek in het leven. Tulip Fever biedt een verheffende moraal: wie als dubbeltje is geboren, kan in Mokum uitgroeien tot florijn. Dat voor de zeventiende eeuw revolutionaire idee is geboren in Amsterdam. Ook dat is historisch correct, dus die mergel en niet-bestaande bossen vergeven we regisseur Justin Chadwick (bekend van befaamde BBC-series als Bleak House en Spooks) graag. Hij had een geraffineerder script verdiend.
 

29 augustus 2017

 
MEER RECENSIES

Taxi Driver

Taxi Driver: Een zelf opgelegde eenzaamheid

door Nanda Aris

De woensdagochtend tijdens mijn studie betekende film kijken in de bioscoop. Zo ook bekeken we Taxi Driver uit 1976 van Martin Scorsese. Meestal ging ik onvoorbereid de zaal in, een docent sprak voor de film altijd over het belang van de film. Ik had geen idee dat ik na het zien van deze film de zaal vrij verontrust zou verlaten.

Het idee voor het script kreeg Paul Schrader doordat hij net zelf gescheiden was, en zich eenzaam en depressief voelde. Het was nooit het idee om er een commercieel succes van te maken, Schrader schreef de film als therapie voor zichzelf. Daarnaast liet hij zich inspireren door de dagboeken van de 21-jarige Arthur Bremer, die in 1972 gouverneur George Wallace neerschoot.

Taxi Driver

Schrader dacht een film te maken over eenzaamheid, maar kwam er gaandeweg achter dat het niet zozeer alleen eenzaamheid was, als wel een zelf opgelegde eenzaamheid, met tegenstrijdige impulsen. En dat is juist wat ik uit de film haalde, en wat mij nogal beangstigde en verontrustte. 

Taxi
Travis Bickle, gespeeld door een voortreffelijke Robert de Niro, speelt een jonge oorlogsveteraan. Door slapeloosheid geteisterd besluit hij taxichauffeur te worden. “All the animals come out at night – whores, skunk pussies, buggers, queens, fairies, dopers, junkies, sick, venal. Someday a real rain will come and wash all this scum off the streets. I go all over. I take people to the Bronx, Brooklyn, I take ‘em to Harlem. I don’t care. Don’t make no difference to me. It does to some. Some won’t even take spooks. Don’t make no difference to me.”

Dit is tegenstrijdig: aan de ene kant vindt hij het gespuis, de junks en hoeren, aan de andere kant heeft hij geen moeite met het rijden door deze buurten en het bezoeken van pornografische films in de bioscoop.

Dates
Martin Scorsese-maand: Goodfellas - Goeie gasten
Wanneer hij de mooie blonde Betsy (Cybill Shepherd), die werkt voor senator Palentine, rondrijdt, besluit hij haar uit te vragen. De dates verlopen niet geheel soepel, vooral niet wanneer Bickle besluit haar mee te nemen naar een pornografische film.

Omdat Bickle boos is over de mislukte dates, besluit hij op een dag pistolen aan te schaffen, om de senator neer te kunnen schieten. Het boos zijn is niet de enige reden voor hem, het gaat hem er vooral om een ‘grote daad’ te verrichten. Hij voelt de behoefte om gezien en erkend te worden.

De beroemdste scène uit de film volgt: “Are you talking to me..?”, oefent Bickle in de spiegel het moment waarop hij zijn pistool tevoorschijn zal trekken om de senator te vermoorden. De grijns op zijn gezicht, over het feit dat hij iets zal doen wat indruk maakt, is verontrustend.

Verknipt
Uiteindelijk zal hij voor de piepjonge prostituee Iris (Jodie Foster) opkomen. Travis heeft haar ook eens rondgereden, en begrepen dat ze voor een pooier werkt. Hij besluit verhaal te gaan halen bij deze pooier, Sport (Harvey Keitel) genaamd.

Voor vele mensen eindigt de film gek, er wordt veel gespeculeerd over de bedoelingen van het einde van de film. Voor mij is het zo duidelijk als maar kan. Het is geen droom, het is realiteit. Mensen kunnen zo verknipt zijn…

De film was af, en het licht in de bioscoop ging aan. Ik stapte naar buiten met andere ogen. Zulke mensen bestáán, en opeens keek ik anders naar de man die me tegemoet kwam lopen, de man die me voorbij fietste, de man die in de supermarkt zijn boodschappen deed.

Taxi Driver

Goed en kwaad
De scheidslijn tussen goed en kwaad is zo dun voor Bickle, het gaat hem niet om goed of kwaad doen. Aandacht, daar draait het hem om. Bickle is een verknipte persoonlijkheid, heeft een kort lontje, en is sociaal gezien heel onhandig – hij krijgt het niet voor elkaar om een normale relatie met iemand op te bouwen. Een ongeleid projectiel, dat op elk moment uit kan barsten.

Zo is er het moment dat hij naast een man van de secret service gaat staan, en hem zegt dat hij interesse heeft om ook bij de secret service te komen. Dit doet hij echter zo onhandig (lang stilstaan naast de man zonder iets te zeggen, vragen welke wapens ze allemaal dragen, zijn grijns op het gezicht), dat de man van de secret service hem direct verdacht vindt. Bickle denkt zijn gegevens te geven zodat hij ook bij de secret service kan komen, maar in werkelijkheid schrijft de man Bickles gegevens neer omdat hij hem verdacht vindt.

Naast dat Bickle vreemd en raar is, is hij zielig. Hij wil dolgraag echt contact met mensen, maar krijgt dit niet voor elkaar. Hij zegt: “Loneliness has followed me my whole life. Everywhere. In bars, in cars, sidewalks, stores, everywhere. There’s no escape. I’m God’s lonely man…”
 

4 juli 2017

 
MEER MARTIN SCORSESE