Apples

***
recensie Apples
Carpe de Memoria

door Yordan Coban

Apples is een goed getimede pluk de dag-film over geluk en identiteit. Het lijdend voorwerp is een pandemie van een geheugen aantastend virus, dat patiënten hun herinneringen afneemt en weerloos achterlaat in onze complexe moderne maatschappij. 

De bekende Britse filosoof John Locke was van mening dat de identiteit van de mens verbonden was aan zijn herinneringen. De centrale vraag die hier aan ten grondslag ligt, is de vraag wat het “zelf” nu is. Wat blijft er over als je alle externe invloeden die bijdragen aan de vorming van een individu weg pelt? Locke stelde, net zoals Shakespeare en socioloog Irving Goffman, dat er dan een leeg omhulsel overblijft, een toneelspeler zonder script. Locke ging zelfs zo ver in zijn theorie dat hij beweerde dat als iemand zich een handeling niet meer kan herinneren, hij er ook niet verantwoordelijk voor gehouden kan worden.

Apples

Nieuwe herinneringen
Appels eten is goed voor je geheugen, krijgt Aris (gespeeld door Aris Servetalis) te horen van een groenteboer. Ondanks dat hij dol op appels is, legt Aris de appels teleurgesteld terug. Hij wil zijn tragische verleden niet herinneren. De pandemie van geheugenverlies komt hem niet slecht uit. Waar deze pandemie vandaan komt en hoe dit technisch werkt, wordt niet uitgelegd maar dat is ook niet per se nodig. De kijker dient de wereld achter het centrale gegeven van de film zelf in te vullen.

Ook draait de film niet om het ontrafelen van het verleden van de hoofdpersoon, zoals dat wel centraal staat in Memento (2000). De filmmaker lijkt meer geïnteresseerd in de vraag hoe de slachtoffers nu verder moeten, hoe zij hun menselijkheid weer terug kunnen krijgen. Aris zit in een resocialisatieprogramma voor mensen die ten prooi zijn gevallen aan het virus. Zij moeten opnieuw leren om te kunnen functioneren in onze samenleving. Zij moeten opnieuw leren om gelukkig te zijn zelfs. De begeleiders van het resocialisatieprogramma proberen dit te stimuleren door de patiënten erop uit te sturen met verschillende opdrachten en activiteiten. Dansen, zwemmen en zelfs een onenightstand staan op het programma. De bedoeling is dat ze hun persona weer gaan invullen met nieuwe herinneringen.

Apples

Social media
Foto’s dienen daarbij als bewijs. Dit zorgt ervoor dat de patiënten plichtmatig ervaringen opzoeken die op papier (of beter gezegd op foto) een rijke levenservaring doen vermoeden. De realiteit is dat de patiënten statisch deze foto’s en ervaringen verzamelen omwille van het verzamelen. Een analogie met social media is dan al snel gelegd. Op Instagram en Facebook zien we dat mensen wanhopig verzamelingen van herinneringen delen in de hoop dat als het vaak genoeg bevestigd wordt, men zelf ook overtuigd raakt van het idee dat ze een rijk en gelukkig leven leiden. Voor de mensen die afhankelijk zijn van deze bevestiging was de pandemie een moeilijke tijd. Een tijd waarin amper in het oog springende herinneringen gemaakt konden worden, behalve dan de immer doorgaande herinnering aan de tijd zelf, de pandemie en de onthaasting.

Het idee van het resocialisatieprogramma is natuurlijk zo gek nog niet. Een diversiteit aan activiteiten en ervaringen is een belangrijk gegeven voor een gelukkig leven. Een uiterst geschikte film om te kijken gedurende de lockdown, ondanks de ironische werkelijkheid ervan, is Groundhog Day (1995). In een werkelijkheid waarin men gevangen zit in de inwisselbaarheid van dagen kan het streven om zoveel mogelijk uit je dag te halen, de geest weerbaarder maken. Maar zodra men dit louter doet door het frame van een lens wordt deze herinnering gegrepen door de vormgeving op social media en de beoordeling van anderen. Men verheft dan het imago van je digitale persona tot reclasseringsmedewerker. David Lynch zei ooit dat hij geen foto’s nam om herinneringen te bewaren. Hij achtte dergelijke foto’s futiel, omdat herinneringen altijd beter tot leven komen in gedachten dan in een statisch beeldfragment.

Er waren afgelopen jaar de nodige films die vergelijkbare onderwerpen behandelen. In de bijdrage van de twee grote Nederlandse filmmakers dit jaar, Benedetta van Paul Verhoeven en Nr.10 van Alex van Warmerdam, wordt slechts in de kanttekening van het verhaal verwezen naar een pandemie. In Apples is de pandemie het centrale fenomeen. Een andere film die thematisch de wegen van Apples kruist is The Father (2020). Een film over dementie en het verlies van realiteitsbesef. Waar The Father doordrongen is van emotie, is Apples eerder emotieloos. Het houdt de kijker op afstand. Dit hoeft niet erg te zijn als er op zijn minst voldoende interessante observaties worden gedaan vanaf de zijlijn. Uiteindelijk lijkt de film jammer genoeg niet echt verder te komen dan een aantal droge komische interacties.

Apples

Weird Greeks
Apples is de eerste speelfilm van de Griekse regisseur Christos Nikou. Eerder al werkte hij als assistent-regisseur samen aan Yorgos Lanthimos’ moderne klassieker Dogtooth (2009). Het is duidelijk dat Nikou veel inspiratie uit de werkwijze van Yorgos Lanthimos gehaald heeft. De abstracte menselijke interacties doen erg denken aan deze stijl, maar passen bovendien goed bij een verhaal van mensen zonder herinneringen. De droge vertelwijze wordt gecomplimenteerd met absurdistische humor die tekenend lijkt te zijn voor de Greek Weird Wave.

Naast dat alle films van Lanthimos gebruikmaken van deze benadering, is dit ook al terug te vinden in het werk van de vader van de Griekse film: Theo Angelopoulos en in andere moderne Griekse werken als Chevalier (2015). De mensen die verbeeld worden in deze stroming zijn apathisch en manoeuvreren krampachtig tussen de abstracte statuten van hun werelden. Werelden die met al hun vertoonde vreemdsoortigheden, innig reflecteren op de merkwaardige conventies van onze samenleving.

 

14 maart 2022

 

ALLE RECENSIES

Alpinist, The

****
recensie The Alpinist
Bergbeklimmen zonder schijnwerpers

door Nanda Aris

De 23-jarige alpinist (een bergbeklimmer op rotsen, sneeuw en ijs) Marc-André Leclerc verlegt de grenzen van wat mogelijk lijkt binnen het bergbeklimmen en levert onvoorstelbare prestaties. Collega-klimmers hebben ontzag voor Leclerc. Ook Alex Honnold, hoofdpersoon van Free Solo (2018), steekt zijn bewondering voor ’this kid’ niet onder stoelen of banken. Leclerc is een publiciteitsschuwe einzelgänger en weinig bekend bij het grote publiek. Deze aangrijpende documentaire maakt daar een einde aan. 

Filmmakers Peter Mortimer (The Dawn Wall, 2017) en Nick Rosen, zelf ook klimmers, zien in Leclerc een soort van hedendaagse volksheld, die ver weg blijft van de roem die hij zou kunnen krijgen. Ver weg van social media, sponsors, merken, en bekendheid. Niks van dat alles is belangrijk voor Leclerc, zijn doel is ‘to have adventure, cruise around’. Maar dit doet zijn gedrevenheid geen eer aan, want hij heeft kennis van zaken, visie en toewijding.

The Alpinist

Het volgen van de Canadees blijkt nog geen makkelijke opgave voor Mortimer en Rosen. Want soloklimmen betekent voor Leclerc ook echt alleen klimmen. Hij is ongrijpbaar, Mortimer en Rosen hebben moeite om in contact te blijven met Leclerc, ook omdat hij geen telefoon heeft. Met een camera erbij is de ervaring van het soloklimmen voor Leclerc anders.

Beklimmingen
Hij stemt ermee in om de legendarische en moeilijke Mount Robson’s Emperor Face in Canada – waarvan hij de Infinite Patience-route als eerste solo trotseert – nogmaals te beklimmen, nu met camera. Leclerc oefent de route niet, heeft geen voorkennis, klimt vaak zonder veiligheidstouw, en heeft ook geen communicatiemiddel mee voor als het misgaat. ‘Je moet leren wat de berg je vertelt’, zegt Leclerc. ‘Je kunt controleren wat je zelf doet, maar niet wat de berg doet’. Juist dat maakt klimmen zo interessant voor hem. En ook dat is wat hem drijft om solo te klimmen, en niet de gebruikelijke roem en glorie.

Al op jonge leeftijd is hij geïnteresseerd in bergbeklimmen en leest hij boeken over klimmers en expedities. Juist dit gegeven maakt dat hij instemt met het maken van de film over hemzelf, hij hoopt er anderen mee te inspireren om dromen te volgen. ‘Als die mensen hun verhaal niet hadden verteld, hoe zou ik dan ooit van deze activiteit afweten? Dus waarom zou je het niet delen als het sommige mensen misschien helpt om buiten dat kleine hokje geïnspireerd te raken en de droom levend te houden?’

Soms klimt hij met zijn vriendin Brette Harrington, maar vaak trekt hij ook zijn eigen plan, klimmen geeft de ADHD hebbende Leclerc ‘clarity, calmness and control’. En de prachtige beelden van betoverende besneeuwde bergen tonen dat ook; we zien Leclerc van bovenaf, en kijken de oneindige afgrond in. Het is stil, we horen alleen het geschraap van de pikhouwelen, en de adem van Leclerc. Rustig en kalm, zonder angst, bijzonder comfortabel ogend – niet als iemand die zijn leven waagt – klimt hij aan een dun stuk ijs omhoog. Zijn handen langzaam en precies bewegend, iets dat hij geleerd zou hebben vanuit zijn jeugd, vanwege onhandigheid in zijn handen, en een onduidelijk handschrift.

The Alpinist

Gewaagd
Leclercs beklimmingen worden steeds gewaagder, andere klimmers vragen zich af of hij voorzichtig genoeg is, en doorheeft wat ie doet. Hij besluit naar Patagonië af te reizen, om daar Torre Egger te beklimmen. Dat hij wel degelijk weet wat voor gevaren het klimmen met zich meebrengt – soloklimmen is het meest dodelijk – blijkt als hij de avond voor de beklimming van Torre Egger gevraagd wordt naar een speciaal dieet. Dat heeft hij niet, maar hij eet bewust, alsof het zijn laatste maal is.

Er zijn maar weinig alpinisten zo goed op zo’n jonge leeftijd. Rosen: ‘Vaak zijn de beste alpinisten in de veertig omdat het lang duurt om de vereiste kwaliteiten en kennis te beheersen.’ Echter Leclerc is een ijzersterke klimmer. Bovendien weet hij het weer en de sneeuwcondities te lezen, kent hij zijn materiaal en heeft hij de juiste mindset voor het beoefenen van deze sport. The Alpinist is luchtig en comfortabel in het begin, intrigeert vooral in het tweede deel en eindigt krachtig.

 

18 februari 2022

 

ALLE RECENSIES

Atanarjuat (2001)

REWIND: Atanarjuat: The Fast Runner (2001)
Naakt over het ijs naar de sjamaan

door Paul Rübsaam

Voor zijn eigen leven, het heil van zijn familie en dat van de hele stam moet de titelheld in Atanarjuat: The Fast Runner in zijn blootje vele kilometers over het ijs rennen. 

Het landschappelijk schoon van het hoge noorden en de verwevenheid van het dagelijks leven en de spiritualiteit van de oorspronkelijke Inuit (Eskimo’s) werken op zich al betoverend. Bijna zou je nog vergeten dat het spannende verhaal wordt gesproken in Inuktitut, cast en crew voor negentig procent uit Inuit bestonden en de opnames plaatsvonden op de locatie van de oorspronkelijke legende.

Atanarjuat: The Fast Runner (2001)

In de ban van het leven en werk van de Deense ontdekkingsreiziger Knud Rasmussen (1879-1933) stuitte ik onlangs op de filmtitel The journals of Knud Rasmussen (2006). Ik kon de desbetreffende film echter niet te pakken krijgen. Wel een andere speelfilm onder regie van de Canadese Inuk Zacharias Kunuk, waarin het  leven van de oorspronkelijke Inuit eveneens een belangrijke rol speelt: Atanarjuat: The Fast Runner (2001).

Het kan een voordeel zijn als je bij toeval en pas vele jaren na het verschijnen ervan wordt geconfronteerd met een film die destijds aan je aandacht is ontsnapt. Je kunt  niet bevooroordeeld raken door de publiciteit rond de première en de prijzen die de film heeft ontvangen. De loftuitingen van destijds voor Atanarjuat: The Fast Runner blijken de film naar een script van Paul Apaq Angilirq (ten tijde van de opnames overleden) en Norman Cohn echter nog te kort doen. Er is iets magisch aan Atanarjuat dat twintig jaar later onverkort standhoudt.



In REWIND opnieuw aandacht voor opvallende films uit dit millennium.

 


Sjamanisme
In de eeuwenlange orale traditie van de Inuit werden per overlevering details aan de naar schatting meer dan duizend jaar oude Atanarjuat-legende toegevoegd, soms ter vervanging van bestaande verhaalelementen. Atanarjuat, een welbewuste poging om het medium speelfilm in te zetten als verlengstuk van die verdwenen traditie, sluit zich daarbij aan. Zo maakt met inachtneming van de christelijke ethiek waaraan de Inuit-gemeenschap in Noord-Canada tegenwoordig is onderworpen het element wraak van de oorspronkelijke legende plaats voor gedeeltelijke vergiffenis.

Het door de missionarissen eveneens taboe verklaarde sjamanisme krijgt echter wel degelijk een aanzienlijke plaats toebedeeld. Zonder gebruik van obligate special effects komt voortdurend de onlosmakelijke verbondenheid tot uitdrukking tussen het feitelijke bestaan van de oorspronkelijke Inuit, dat even rauw was als het vlees dat ze vaak aten en hun geloof in hogere machten en de cyclische ordening van het universum. De wederkeer van gestorvenen in de gedaante van nieuw geborenen was voor hen ‘alledaags’, evenals het verschijnen van goede en kwade geesten, die onder meer gestalte konden krijgen in de walrussen en ijsberen waar ze op joegen.

Spotliederen en vuistslagen
In vogelvlucht zien we wat zich in Igloolik (regio Nunavut, Noord-Canada) heeft afgespeeld voordat Atanarjuat (Natar Ungalaaq) de volwassen leeftijd bereikt. De goede sjamaan Tungajuaq delft het onderspit in een spirituele krachtmeting met de boosaardige sjamaan Tungajuaq. ‘Het kwaad komt tot ons als de dood’, klaagt Kumaglaks weduwe Panikpak (Madeline Ivalu). Ze vraagt haar broer Qulitalik (Pauloosi Qulitalik), die op het punt staat zich ver buiten Igloolik te gaan vestigen, om hulp te verlenen zodra ze hem ‘roept’ (langs telepathische weg benadert). Ter ondersteuning van Qulitaliks spirituele krachten geeft ze hem een konijnenpoot mee van haar overleden echtgenoot.

Atanarjuat: The Fast Runner (2001)

Kumaglaks zoon Sauri heeft door Tungajuaq het amulet met walrustanden omgehangen gekregen dat hem tot stamhoofd maakt. Later zal het kwaad zich in Sauri’s kinderen Oki (Peter-Henry Arnatsiaq) en Puja (Lucy Tulugarjuk)  manifesteren. Ondertussen groeien Atanarjuat en diens oudere broer Amaqjuaq op als respectievelijk de snelle en de sterke zoon van de onbeholpen jager Tulimaq. Oki maakt als zoon van het stamhoofd aanspraak op de mooie Atuat (Sylvia Ivalu), maar deze geeft de voorkeur aan Atanarjuat, die Oki tot diens ergernis als jager ook al de loef afsteekt.

In een grote iglo en in bijzijn van de hele stam wordt de rivaliteit tussen Atanarjuat en Oki op rituele wijze beslecht. Met hun respectievelijke helpers als achtergrondkoor zingen ze elkaar spotliederen toe, waarbij de zanger zichzelf begeleidt met een tamboerijn. Vervolgens mogen de liefdesrivalen elkaar om beurten met de zijkant van de vuist op de slaap slaan. Atanarjuat dreigt daarbij buiten westen te raken, maar hervindt wonderbaarlijk genoeg zijn krachten en wint toch nog het gevecht. Hij mag Atuat zijn bruid noemen.

Tweede vrouw
Als Atanarjuat in de zomer op kariboejacht gaat, is Atuat hoogzwanger. Ze kan hem dus niet vergezellen. Nota bene Oki stelt voor dat Atanarjuat zijn zuster Puja meeneemt om hem te ondersteunen bij de jacht. Aldus gebeurt. Atanarjuat en Puja maken een idyllische reis door een naar arctische maatstaven groen landschap en bedrijven de liefde in een tent.

Bij terugkomst mag Puja de rol gaan vervullen van Atanarjuats tweede vrouw. Ze kan het echter niet laten tevens diens broer Amaqjaq te verleiden. Atanarjuat stuurt haar weg en ze beklaagt zich daarover bij haar eigen broer Oki. Deze grijpt de gelegenheid aan om zich alsnog te wreken op zijn eeuwige rivaal. ’s Nachts sluipt hij met medeweten van Puja samen met twee helpers en gewapend met walrusslagtanden naar de tent waarin de twee broers, die hun korte ruzie weer bijgelegd hebben, liggen te slapen. Het drietal hakt furieus in op de met het tentdoek bedekte lichamen. Amaqjaq wordt gedood. Atanrjuat krijgt een ingeving van hogerhand en weet op miraculeuze wijze ongedeerd, maar naakt uit de tent te ontsnappen. Hij begint aan zijn lange run over het ijs, gevolgd door Oki en zijn handlangers.

Atanarjuat: The Fast Runner (2001)

Eindeloos duurt de vlucht van de naakte renner over met waterplassen afgewisselde blauwachtige ijsvelden. Het scherpe ijs scheurt de vellen van zijn bloedende voeten en hij valt uitgeput voorover als hij wil drinken uit een waterplas. In de verte hoort hij echter een onbekende stem die hem roept. Als het hem is gelukt uit het zicht van Oki en zijn jagers te geraken, wordt hij strompelend over het ijs gevonden door de sjamaan Qulitalik. Samen met zijn vrouw en dochtertje verzorgt deze de onderkoelde  en gewonde Atanarjuat en verstopt hem onder en berg zeewier als Oki en zijn helpers naderbij komen. Atanarjuat moet gedogen dat zijn aarstvijand op dat zeewier urineert, maar wordt niet ontdekt. Terug in Igloolik doet Oki op hardvochtige wijze een greep naar de macht over de stam. Zal het Atanarjuat lukken daar ooit terug te keren, om met hulp van Qulitalik orde op zaken te stellen?

Blijven vertellen
‘Als onze ouders geen verhalen meer vertellen, plegen onze kinderen zelfmoord’, verklaarde Zacharias Kunuk twintig jaar geleden. Naast werkloosheid en drugsverslaving komt inderdaad ook zelfmoord veel voor onder de ontheemde hedendaagse jonge Inuit. De opnames van Atanarjuat: The Fast Runner, dat zijn eerste vertoning beleefde in het huidige Igloolik voor een publiek waarvoor veel van de filmmakers goede bekenden waren, werden niet alleen gekenmerkt door bijzondere klimatologische omstandigheden. Op de set was er tijdens de eindeloos lange draaidagen in de Poolzomer geen sprake van de gebruikelijke hierarchische verhoudingen. De acteurs kregen slechts summiere instructies en gaven op hun eigen manier gestalte aan hun personages. Ze wilden dit verhaal dat dreigt niet meer verteld te worden koste wat het kost over het voetlicht brengen. Aldus gaven ze mede gestalte aan zichzelf en ontstond er een speelfilm over een eeuwenoude legende die ook twintig jaar later nog imponeert als een even dringende als actuele documentaire.

 

ATANARJUAT KIJKEN: o.a. op iTunes.

 

Meer REWIND

Als de kraanvogels overvliegen

****
recensie Als de kraanvogels overvliegen
Vervlogen geluk

door Tim Bouwhuis

Een idyllisch beeld: kraanvogels nemen een vlucht boven Moskou terwijl twee gezworen minnaars de liefde vieren. En dan de oorlog, als ruwe verstoorder van “te mooi om waar te zijn”. Als de kraanvogels overvliegen wordt vandaag de dag geëerd als het vroegste hoogtepunt van de Russische nieuwe golf (1957-1968).

Hij moet gaan, zij blijft achter. De plot van Als de kraanvogels overvliegen (Letjat zjoeravli) is er één uit het boekje, maar de filmische uitwerking is een huzarenstuk van regie en camera. Bijna vijfenzestig jaar na dato ligt het blijvende belang van deze productie dan ook vooral besloten in de stilistische kenmerken en het toenmalige momentum van verschijnen.

Als de kraanvogels overvliegen

De twee geliefden van de film, Veronika en Boris (rollen van glorieuze debutante Tatyana Samoylova en Aleksey Batalov), belichamen namelijk een kruispunt in de Russische (film)geschiedenis. Eens Stalin (1878-1953) begraven was (bekijk zeker de dit najaar uitgebrachte archiefdocumentaire State Funeral), ontstond er geleidelijk een sociaal-cultureel klimaat waarin met een andere blik kon worden teruggekeken op het recente (oorlogs)verleden. Dat klimaat mocht nooit een utopie worden: films als Dear Comrades! (Andrey Konchalovskiy, 2020) laten duidelijk zien dat er ook onder Nikita Chroesjtsjov (aan de macht tussen 1953 en 1964) beslist geen heilstaat werd gecreëerd. Toch presenteert Als de kraanvogels overvliegen een bijzonder open en kritische beschouwing van de Russische oorlogsinspanning en de visie die daar mede aan ten grondslag ligt.

Perpectieven
De films van Michail Kalatozov (na Als de kraanvogels overvliegen maakte hij De brief die nooit verzonden werd, die ook gerestaureerd is), hoe rijk aan propaganda ook (zie het verleidelijke meesterwerk Soy Cuba, dat zonder geld van de Sovjet-overheid nooit gemaakt had kunnen worden), wijken qua benadering af van de meer collectief georiënteerde films van het tijdperk Stalin. De beste filmmakers (Sergei Eisenstein, Vsevolod Pudovkin en anderen) van die periode moesten te allen tijde rekening houden met de straffe censuur en eisen van het regime.

Een van de pijlers van de communistische heilstaat was de arbeider, die zich onvoorwaardelijk in dienst stelde van het ideaal en als zodanig opging in de massa. Vertaald naar de periode van de Tweede Wereldoorlog betekende dat dat mannen zonder pardon gescheiden werden van hun geliefden, en dat het vooral een eer moest heten om voor het vaderland ten strijde te trekken.

Het tijdperk Chroesjtsjov was zogezegd geen onvervalst positieve perestrojka (‘herbouwing’), maar er ontstond wel ruimte om (onder andere door middel van film) andere perspectieven op de Russische beleving van oorlog en maatschappelijke verandering uit de doeken te doen. Terwijl Boris de wapens opneemt aan het oostfront, heeft Kalatozov alle aandacht voor de ervaringen van Veronika in een verscheurd Moskou. Het wordt haar bepaald niet makkelijk gemaakt om de terugkeer van haar geliefde eerbiedig af te wachten: haar neef (een rol van Aleksandr Shvorin) staat te trappelen om Boris’ plek in te nemen. Veronika loopt gekwetst weg als haar baas in het ziekenhuis (waar ze tijdelijk dienst doet als verpleegster) schande spreekt van vrouwen die hun heroïsche echtgenoten niet onvoorwaardelijk opwachten. Haar neef slaat ze wanhopig van zich af, maar ondertussen schuift de vrees voor een tragisch lot als een schaduw voor de horizon. De kraanvogels worden in dat licht dubbelzinnige symbolen: ze zijn richtpunten van zowel hoop als vervlogen geluk.

Als de kraanvogels overvliegen

Visuele motieven
Een film als I am Twenty (Marlen Khutsiev, 1965), deze zomer nog terecht onder de aandacht gebracht door het IFFR (in het online 50/50 programma van Unleashed), is in zijn lyrische weergave van liefde in vrije tijden duidelijk geïnspireerd door Als de kraanvogels vliegen. De film van Kalatozov combineert de anticipatie van een meer optimistische toekomst (die nog veel zichtbaarder is in I am Twenty) met een overheersend gevoel van rouw ten aanzien van het verleden. Deze spanning tussen uitersten heeft ook betrekking op de persoon van Andrej Tarkovsky, die in I am Twenty figureert als een beleerde student maar een paar jaar daarvoor doorbrak met De Jeugd van Ivan (1962, in 2019 nog in de Nederlandse zalen).

Als de kraanvogels overvliegen en De Jeugd van Ivan zijn niet alleen vergelijkbaar in hun kernachtige pacifisme, maar ook in hun dynamische beeldvoering en onorthodoxe camerastandpunten. Sergey Urusevskiy, een vaste medewerker van Kalatozov in zijn beste werk, combineert zijn gedurfde gevoel voor perspectief (de zogeheten ‘high angle’-shots zou hij later perfectioneren in Soy Cuba) met duizelingwekkende tracking shots die menigmaal eindigen in dramatische close-ups.

De stilistische keuzes en filmlocaties zijn cruciaal, aangezien Kalatozov betekenis uitdrukt via slimme visuele motieven die in een andere context plots een andere lading krijgen. Zo zijn de kraanvogels te zien op twee contrastrijke momenten. Een doodgewone trappengalerij verandert in oorlogstijd in een brandende ruïne. En de lange sprint naar boven, een eindeloze opwaartse spiraal, eindigt pas als het de tragische held aan het front langzaam zwart wordt voor de ogen.

Als de kraanvogels overvliegen zou in de gerestaureerde versie vanaf 2 december in een aantal bioscopen draaien, maar wegens de huidige coronamaatregelen is dat uitgesteld. De film is momenteel te zien op YouTube. De nieuwe versie is inmiddels verschenen op Criterion.

 

30 november 2021

 

ALLE RECENSIES

Annette

***
recensie Annette
Wals met foute man

door Ries Jacobs

Een musical met in de hoofdrollen actrice, zangeres en componiste Marion Cotillard en de inmiddels gevestigde acteur Adam Driver zou weleens vuurwerk kunnen opleveren. Beiden hebben bewezen zowel in blockbusters als in serieuzere films uitstekend overeind te blijven. Bovendien liet Cotillard in La vie en rose (2007) horen een uitstekende zangeres te zijn. Toch weet Annette niet geheel te overtuigen.

Het verhaal in een zin: stand-up comedian en beroepsprovocateur Henry McHenry (Adam Driver) en klassiek zangeres Ann Defrasnoux (Marion Cotillard) krijgen een relatie waaruit een kind met een bijzondere gave wordt geboren, waarna hun relatie uitloopt in een ramp.

Annette

Dit verhaal schreven Ron en Russell Mael, de twee broers die al decennialang het experimentele muziekgezelschap Sparks vormen. De twee verzorgden natuurlijk ook de begeleidende muziek. Annette wijkt op essentiële punten af van wat we horen en zien in de traditionele musical: er wordt nauwelijks in gedanst en er zitten stukken opera in (Cotillard speelt immers een klassieke sopraan). Bovendien maakt regisseur Leos Carax (Les amants du Pont-Neuf, Holy Motors) er een surrealistisch werk van. Zo blijkt Annette, naar wie de film vernoemd is, een mysterieus wezen.

#MeToo
Ook de kleding van de hoofdrolspelers draagt bij aan het surrealistische karakter van de film. Cotillard zien we vaak in het geel en wit en Driver draagt groene kleding. Symboliseert dit de puurheid en zuiverheid van Ann en de natuurlijke woestheid van Henry? Nee, zegt Carax, hij vindt het gewoon mooie kleuren. Er is dus niets symbolisch aan, het is gewoon toeval.

Evengoed is het toeval dat er een link naar #Me Too in Annette zit wanneer McHenry’s voormalige partners hem beschuldigen van (seksueel) wangedrag. ‘Toen we aanvingen met het project was er nog geen #Me Too,’ aldus de Franse regisseur, ‘bovendien zijn er veel kunstenaars die slechte mensen waren, maar me toch erg geïnspireerd hebben.’

Ook de link naar #Me Too is een onderdeel van het vlakke verhaal waarin de vrouw valt op een foute man en hiervoor uiteindelijk de prijs betaalt, maar waarin het niet duidelijk wordt waarom operazangeres Defrasnoux valt voor een man waarvan afdruipt dat hij fout is. Ze is succesvol en haar pianist, gespeeld door Simon Helberg (Howard Wolowitz in The Big Bang Theorie) aanbidt haar, maar toch valt ze op McHenry. Waarom?

Annette

Surrealistisch
Het verhaal is in musicals minder bepalend voor de sfeer dan de muziek. In Annette is het niet anders en dat is waar de schoen wringt. Hoewel de surrealistische sfeer goed is neergezet en het acteerwerk is wat je mag verwachten van de hoofdrolspelers (vooral Driver is ijzersterk in zijn rol van Henry McHenry op het podium), kent de muziek teveel zwakke momenten.

De soundtrack laveert tussen het typische musicalgeluid en kunstige jaren zeventig pop en kent zeker goede nummers. Zo is het openingsnummer (naast de hoofdrolspelerszijn de broers Mael te horen) ijzersterk. Maar het geheel kent teveel liedjes die niet echt boeien. Het is als een plaat die enkele hits bevat en verder is opgevuld met wat nog op de plank lag. Bovendien is Driver als zanger weliswaar boven de maat, maar ontbeert zijn stem variatie en diepgang.

Alle ingrediënten bij elkaar kunnen de film niet gedurende de hele looptijd overeind houden. Neem daarbij in ogenschouw het flinterdunne verhaal en dat het karakter van Ann Defrasnoux niet goed uit de verf komt en je vraagt je af of Carax de 141 minuten die hij voor de film uittrekt niet beter had kunnen invullen.

 

21 november 2021

 

ALLE RECENSIES

Agua fría de mar

***
IFFR Unleashed – 2010: Agua fría de mar
Spiegel van twee generaties

door Tim Bouwhuis

Een strandgebied aan de kust van Costa Rica vormt in Agua fría de mar het nachtelijke decor van een onwaarschijnlijke ontmoeting. Twee jongvolwassen geliefden zijn op zoek naar een vakantieonderkomen als de koplampen van hun auto een zevenjarig meisje beschijnen. Het meisje vertelt dat ze niet zonder reden bij haar oom en tante is weggelopen.

Het heftige verhaal van Karina (Montserrat Fernández) maakt iets los bij Mariana (Lil Quesada Moúa), die tijdens de dagen die volgen een steeds sterkere neiging voelt om de verblijfplaats van het (wel weer huiswaarts gekeerde) kind op te zoeken. De sfeer is gespannen en onder de oppervlakte lijkt er van alles te broeien, maar wie een snerpende psychologische thriller verwacht, komt toch bedrogen uit.

Agua fría de mar

Allebei verloren
Regisseuse Paz Fábrega laat de plotontwikkelingen in haar loom vorderende speelfilmdebuut nagenoeg achterwege. In plaats daarvan richt ze zich op de troebele gevoelswerelden van haar hoofdpersonen, wiens zoektochten naar de eigen identiteit er door het aanzienlijke leeftijdsverschil heel anders uitzien. Toch weet Fábrega de intuïtief gevormde band tussen Karina en Mariana op licht associatieve wijze verder te versterken. In de montage komen de twee dwalende zielen telkens iets dichter bij elkaar. Mariana is rusteloos, op zoek naar zichzelf, terwijl Karina ronddwaalt in een omgeving waar ze überhaupt niet lijkt te willen zijn. Levend in haar eigen wereld bekijkt ze haar broertjes en leeftijdsgenootjes het liefst van een afstandje. De vaderfiguur komt dichterbij en probeert Karina genegenheid te bieden, maar haar eerdere bekentenis zet iedere handeling op scherp.

In de omgeving heerst een koortsachtige sfeer van vervreemding en blijvend ongemak. Alles lijkt stil te staan of slechter te werken. Het zwembad is vervuild, schoonmakers geven niet thuis en de mobiele telefoon kan zomaar dienst weigeren. Net als in het even bedompt gestemde La Ciénaga (Lucrecia Martel, 2001) hangt er onheil in de lucht. De naam van Martel is een duidelijke referentie voor Fábrega, die gevoel heeft voor het creëren van stemming maar in de uitwerking toch nog wat finesse mist. Zo is de aandacht voor afwisselend Karina en Mariana niet altijd even goed verdeeld, waardoor de film met name in het middenstuk verder stagneert. Ook het beladen einde mist overtuigingskracht.

Agua fría de mar

Blik op jeugdcultuur
Grofweg tien jaar na de première van Agua fría de mar, in 2010 bekroond met de Tiger Award, keerde de naam van Paz Fábrega afgelopen voorjaar terug op het IFFR-affiche. Aurora was een van de titels in de Big Screen Competition en draait ook in de hoofdcompetitie van het MOOOV Film Festival (20 april – 3 mei). Fábrega’s debuut en haar laatste film hebben iets gemeen: in Aurora ontwikkelt een veertigjarige lerares een bijzondere band met een zwanger tienermeisje, waardoor dus wederom een relatie tussen twee generaties centraal staat.

Sinds haar tweede film, Viaje (2015) die niet in Rotterdam draaide, geeft Fábrega veel aandacht aan jeugdcultuur en de spanning tussen identiteit en maatschappelijke veranderingen. De hoofdpersonen zijn vrijzinnige types die rebelleren tegen de mal van het huwelijk (Viaje) of te maken krijgen met een heet hangijzer als abortus (Aurora). Zo intrigerend als Fábrega’s toch onvolkomen debuut zouden die films echter niet meer worden.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 9 juni 2021.

22 april 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Assa

***
IFFR Unleashed – 1992: Assa
Van glasnost tot massacultuur

door Jochum de Graaf

Assa, de Sovjet-krimi van Sergei Solovyov uit 1987, groeide uit tot een cultfilm, voornamelijk omdat met deze film de Russische rock van underground tot mainstream verschoof. Volgens sommigen luidde Assa, dat verscheen tijdens de glasnost en perestrojka, zelfs het einde van de Sovjet-Unie in.

Assa was een ijkpunt omdat het de eerste film was die van de glasnost (openheidspolitiek die door partijleider Gorbatsjov in gang was gezet) massacultuur maakte. Rockgroepen als Aquarium, Bravo en Kino die tot die tijd geband waren en een ondergronds bestaan leefden, werden in een officiële filmproductie in beeld gebracht.

Assa

Symbolische slotscène
Die overgang van de glasnost naar massacultuur komt het beste naar voren in de symbolische slotscène. Rockidool Viktor Tsoi, de Russische Marc Bolan (T-Rex), arriveert in een restaurant waar hij op zal treden. De manager geeft hem een uitvoerige instructie hoe een Sovjet-artiest zich dient te gedragen. Is hij voorzien van een geldig Sovjet-diploma? Alle bandleden moeten in hetzelfde uniform gekleed zijn, een voor een het podium op en niet zelfstandig het podium weer verlaten, tenzij er een medische reden is.

Tsoi – hij zou net als zijn evenbeeld Marc Bolan bij een auto-ongeluk omkomen, wat nogal bijdroeg aan zijn sterrenstatus – hoort het uitgezakt op een stoel kort aan. Maar dan stormt hij het podium op en zijn band Kino zet Chotsjoe Peremen! (Ik wil verandering) in, de glasnost-hit bij uitstek. Na enige tijd switcht de camera en blijkt Kino niet in een restaurant maar voor een enorm publiek in een theater te spelen. Een zinderend optreden met lichtjes boven de hoofden, luid meezingend publiek.

Opvallend aan Assa is dat dat slotoptreden nauwelijks een relatie met de verhaallijn heeft. Het enige is dat Kino in eerste instantie in het restaurant optreedt waar undergroundrocker Bananan (Sergej ‘Afrika’ Boegajev), avond aan avond met zijn band Bravo optreedt. Op zekere avond komt verpleegster Alika (Tatjana Drubitsj) naar de club en Bananan introduceert haar in de undergroundscene.

Zeldzame viool gestolen
Het is de winter van 1980 en Alika is in Jalta op de Krim met patiënt en geliefde Krymov (Stanislav Govorukhin) die aanmerkelijk ouder is dan zij. Oplichter Krymov is daar op de vlucht terechtgekomen omdat hij een zeldzame viool gestolen heeft en komt aan het hoofd te staan van een bende criminelen. Zoals het in een Sovjet-krimi betaamt, wordt deze bende door de KGB in de gaten gehouden. Wanneer Krymov ontdekt dat Alika met Bananan een relatie ontwikkelt, wordt hij jaloers en probeert hij Bananan ervan te overtuigen Alika en Jalta helemaal te verlaten. Wanneer Bananan weigert, wordt hij vermoord door Krymovs mannen.

Een nevenplot ontstaat wanneer Krymov ’s avonds op zijn hotelkamer een boek van Natan Eidelman, die je ook als voice-over hoort, ter hand neemt en de setting zich verplaatst naar maart 1801. We zijn in Sint-Petersburg en worden getuige van het complot tegen tsaar Paul I die uiteindelijk door een groep officieren wordt omgebracht.

Assa

Beide verhaallijnen hebben echter weinig met elkaar te maken. En daar komen dan nog een stuk of wat experimentele scènes bij die ook nogal losjes met de plot te maken hebben: de surrealistische dromen van Bananan (vloeistofdia’s), in beeld geprojecteerde ‘voetnoten’ met uitleg van Russisch rockslang en projectie van complete Russische songteksten van Aquarium, Bravo, Jury Chernavsky met Vesyolye Rebyata en Kino. In 1987 waren deze beelden voor de Sovjet-Unie revolutionair, nu doen ze toch gedateerd aan.

Soundtrack
De soundtrack is van de legendarische frontman van Aquarium, Boris Grebensjtsjikov, ‘a God who radiates light’ in de ogen van Bananan. En de vinylplaat die hiervan werd uitgebracht, was een van de eerste officiële rockreleases op het enig toegestane staatsplatenlabel Melodia. Slotlied Chotsjoe Peremen! groeide uit tot dé hit van de glasnost en perestrojka (hervormingspolitiek) en werd het lijflied van de Russische oppositiebeweging Solidarnost.

Als een van de eerste glasnost-films is Assa (Solvjov maakte twintig jaar later nog een sequel) zeker de moeite waard, maar Leto, Kirill Serebrennikovs biopic over de driehoeksverhouding tussen Natalja Naoemenko, haar man Majk (zanger Zoopark) en Viktor Tsoi geeft een beter beeld en gevoel over de zinderende tijd dat rock naar Rusland kwam.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 12 mei 2021.

30 maart 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Angst essen Seele auf

****
IFFR Unleashed – 1974: Angst essen Seele auf
Liefde, eenzaamheid en exotisme

door Yordan Coban

Angst essen Seele auf (1973) van Rainer Werner Fassbinder is een film over liefde en tolerantie die zich onderscheidt door af te wijken van de te verwachte boodschap, die je vaak vindt in films over xenofobie en de multiculturele samenleving.

Het romantische drama gaat over twee eenlingen, de oudere Duitse weduwe Emmi (Brigitte Mira) en de Marokkaanse arbeidsmigrant Ali (El Hedi ben Salem). Ondanks dat ze zich bevinden in een sociale omgeving met collega’s en vrienden missen ze een intiemer gezelschap in hun leven. De twee beginnen een relatie maar ondervinden voornamelijk negatieve bejegeningen. In het naoorlogse Duitsland kon men geen begrip opbrengen voor interraciale relaties, om nog maar te zwijgen van het leeftijdsverschil.

Angst essen Seele auf

Verboden begeerte
Een goed voorbeeld van een film over xenofobie die wél de te verwachten verhaallijn volgt, is The Shape of Water (2017) van Guillermo del Toro. We zien daar twee totaal verschillende personen die ondanks de buitenwereld voor de liefde kiezen, met de dood tot gevolg. Het is in wezen een variatie op het klassieke Romeo en Julia-verhaal: het noodlot van een verboden begeerte. Angst essen Seele auf vermijdt dit noodlot en gaat verder waar een film als The Graduate (1967) eindigde.

Na hard tegen iedereen gevochten te hebben in naam van de liefde blijven in deze klassieker van Mike Nichols de personages van Dustin Hoffman en Katharine Ross achter met de vraag of het punt aan de horizon werkelijk een bevredigende liefde is. Was het niet juist de controverse die ze zo verliefd maakte? Diezelfde vraag speelt een belangrijke rol in Angst essen Seele auf. Op het moment dat de omgeving de relatie geaccepteerd heeft, lijkt de verliefdheid over. Het is dan aan de personages en het publiek om bij zichzelf te rade te gaan wat de aanvankelijke aantrekkingskracht was en wat daar nu nog van over is.

Machtspositie tussen partners
De films van Fassbinder worden gekenmerkt door hun sociaal-maatschappelijk relevante onderwerpen. De Duitse regisseur maakte films over liefde en relaties maar leek daarbij vooral geïnteresseerd in de machtspositie tussen partners. Fassbinder ging zijn tijd flink vooruit. Zijn films prediken thema’s op zwierige meanderende wijze, zoals vakbroeders Jean-Luc Godard en Werner Herzog dat ook deden.

Net als laatstgenoemde was Fassbinder frontman van de Neue Deutsche Welle, een stroming die qua invloeden weer voortvloeide uit de Nouvelle Vague, waarvan Godard een van de boegbeelden was. Beide stromingen kenmerken zich als een alternatieve niet-commerciële lowbudgettegenreactie op de tot dan toe gevestigde filmindustrie. Fassbinder werkte graag met simpele filmsets en onbekendere acteurs. Zo wist hij in zijn korte leven (hij werd slechts 37) een indrukwekkend aantal films te produceren.

Fassbinders personages zijn over het algemeen filosofisch onderlegd en geven dikwijls een psychoanalytische ontleding van zichzelf voordat de kijker dat hoeft te doen. In Angst essen Seele auf gebeurt dit niet echt. Personages worstelen met hun gevoelens maar weten zich niet altijd te uiten, hun frustraties worden eerder uitgedrukt in stiltes dan in woorden. De film bevat een aantal karakteristieke lange stilstaande shots waarin de personages leeg voor zich uit staren.

Angst essen Seele auf

Aanklacht en taboe
Fassbinder was een zelfbewuste filmmaker die ook vaak expliciet in zijn eigen films verscheen. In Angst essen Seele auf speelt hij de rol van de racistische en misogyne schoonzoon van Emmi. Toch wijzen vele interpretaties op het idee dat Fassbinder zijn sentimenten juist op Emmi geprojecteerd heeft. Deze aanname is voornamelijk te rijmen met het feit dat Fassbinder in die tijd een relatie had met El Hedi ben Salem. De filmmaker werkte graag, soms obsessief, samen met zijn muzen, regelmatig homoseksuele, lesbische of transseksuele hoofdpersonages. Zijn aanklacht tegen xenofobie strekte dus niet slechts tot raciale verschillen maar betrof ook mensen met een afwijkende genderidentiteit.

Wie in de Randstad leeft, ziet bijna niet anders dan koppels met verschillende achtergronden. Gelukkig maar, de multiculturele samenleving heeft met de jaren op dit vlak een taboe doorbroken. Het heeft wat dat betreft in vergelijking met de tijdsgeest zoals geportretteerd in Angst essen Seele auf een aangenaam niveau van tolerantie bereikt. Dit geeft ons geen vrijbrief tot berusting, de Toeslagenaffaire en het politiek activisme als gevolg van raciale spanningen van het afgelopen jaar dwingen ons nog steeds tot een indringende zelfreflectie op dit gebied.

Het thema van racisme in Angst essen Seele auf blijkt dus anno 2021 nog steeds relevant ondanks dat het al vele malen verfilmd is. Toch doen we deze film van Fassbinder te kort als we hem slechts beschouwen als een film over racisme. Meer nog dan racisme is het thema de complexe pathologische werking van liefde, eenzaamheid en exotisme.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 7 april 2021.

28 februari 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Adult Fun

***
IFFR Unleashed – 1973: Adult Fun
Dubbelzinnige pret

door Alfred Bos

Adult Fun is een obscure speelfilm van de Engelse schilder en regisseur James Scott. De onafhankelijk geproduceerde film ging in november 1972 in première op het London Film Festival en is nadien zelden te zien geweest. Het is een rariteit die qua vorm, aankleding en psychologie de geest van de vroege jaren zeventig in een momentopname vangt.

Als zoon van twee kunstenaars – vader William Scott is een van de bekendste Britse schilders van de vorige eeuw, ook moeder Mary was artistiek angehaucht – had James Scott (1941) op de kunstacademie niet alleen belangstelling voor beeldende kunst, maar ook voor fotografie en film. Toen hij in 1970 toetrad tot het radicale Londense Berwick Street-filmcollectief had hij reeds een aantal korte films en documentaires over kunstenaars gemaakt.

Adult Fun

Scott maakte slechts een handvol speelfilms. Adult Fun was zijn eerste, de Hollywood-komedie Strike It Rich (met Molly Ringwald en de Engelse acteur Robert Lindsay) zijn laatste. Kort daarop, in 1990, verhuisde hij naar Los Angeles en verruilde film voor beeldende kunst. Al sinds de jaren zeventig zijn Scotts kortfilms en documentaires te zien geweest op retrospectieven en festivals, waaronder het IFFR.

Britse nouvelle vague
Scotts maakte zijn eerste film, het 24 minuten lange The Rocking Horse, tijdens zijn studie. Onderwerp is een ontmoeting, of eigenlijk confrontatie, van twee lagen van de Britse samenleving: de toevallige romance van een nozem (arbeidersklasse) en een schilderes (bourgeois). De acteurs waren studiegenoten, in hun eerste en enige filmrol. Drewe Henley, de antagonist, zou na een bijdrage aan de tv-serie De Wrekers (seizoen 5, aflevering 13, van april 1967) een respectabele loopbaan als acteur in film en tv-series opbouwen.

Dezelfde dynamiek zien we in Adult Fun. Een kleurloze kantoorslaaf verliest zijn baan en zijn leven begint te ontrafelen. Hij raakt betrokken bij een schimmig spionagespel en georganiseerde misdaad. Uiteindelijk verliest hij alles: zijn gezin, zijn minnares, zijn identiteit, zijn leven. Het laatste gesproken woord op de geluidsband is niet toevallig nothing. De toon van de film is antiburgerlijk, de samenleving heeft psychopathische trekjes. Ook de manier van filmisch vertellen heeft overeenkomsten met de nouvelle vague van Agnès Varda en Jean-Luc Godard.

Aldus is Adult Fun een kruising van Performance (onderwereld ontmoet artistieke bohemien) en Wonderwall (krankzinnig en niet altijd geslaagd filmexperiment), twee films die – net als Adult Fun – karakteristiek zijn voor de culturele omslag van eind jaren zestig, waarin de verbeelding en idealen van een nieuwe generatie botsten op de onvergankelijkheid van de menselijke natuur.

Beroepsnon-conformisten
Adult Fun doet denken aan de films die Pim de la Parra in de jaren zeventig en tachtig in Nederland maakte. Hij oogt rommelig, al improviserend tot stand gekomen en wellicht met onderbrekingen gedraaid. Veel scènes zijn quasidocumentair vastgelegd met één camera; de binnenscènes beroerd uitgelicht en buitenscènes onderbelicht; de dialogen soms nauwelijks verstaanbaar; de montage vaak onnavolgbaar en dat laatste letterlijk. Kortom, de onconventionele warboel die begin jaren zeventig ‘progressief’ en ‘artistiek’ werd geacht.

Tegenover de atonale pianoklanken op de geluidsband staan het plezier en de energie waarmee een groep geestverwante beroepsnon-conformisten zich inzet voor het project van de regisseur en diens script. Alle belangrijke rollen, ook de bijrollen, worden vertolkt door acteurs met ervaring in de wereld van film en/of televisie en menigeen blijkt een halve eeuw later een klinkend cv achter te hebben gelaten; veel van hen zijn inmiddels overleden.

Het geïmproviseerde karakter van de film toont zich onder meer in het gebruik van authentieke non-acteurs, zoals zwervers, dronkaards en prostituees, gefilmd in hun natuurlijke omgeving van Camden Town en Lavender Hill, wijken in Londen die bekend staan om hun markten en straatleven. Ze zijn decoratie, maar geïntegreerd in het verhaal van de film en de psychologische desintegratie van de hoofdpersoon, Chris Thompson; die wordt gespeeld door Peter Marinker, op hoge leeftijd nog steeds actief als stemacteur. Deborah Norton, die in Adult Fun debuteert als Thompsons buitenechtelijke scharrel, het fotomodel Jenny, zou zich ontwikkelen tot veelgevraagd actrice.

Adult Fun

Vervreemding
Hoezeer Adult Fun het product is van de tijdsgeest en een gedeelde mentaliteit blijkt vooral uit een scène niet lang na het begin van de film. Thompson en zijn vrouw (Judy Liebert) gaan, heel burgerlijk, eten bij een bevriende kunstenaar. Die wordt gespeeld door Bruce Lacey, in werkelijkheid een kunstenaar van het excentrieke soort, een representant van de tegencultuur van de jaren zestig. Lacey is avant-garde performance-artiest, maker van allerhande robotachtige installaties – er staat er een in het Tate – en het onderwerp van zowel een documentaire van Ken Russell (The Preservation Man, 1962) als de song Mr. Lacey, te vinden op het tweede album van Fairport Convention, What We Did On Our Holidays uit 1969.

Naast Lacey zitten op de bank zijn vijftien jaar jongere echtgenote Jill Bruce (geboren Smith), kostuummaakster en performance-artiest, en Beryl Bainbridge, actrice en een van Engelands meest gewaardeerde schrijvers van na de oorlog, al moest die faam op dat moment nog komen. Dat het drietal zich vervolgens – hij gekleed, Bainbridge gedeeltelijk ontbloot en Jill Bruce topless – amoureus verstrengelt is héél erg begin jaren zeventig.

Helemaal omdat er een roodfilter voor de lens wordt gezet en het beeld het gezichtspunt van protagonist Thompson verbeeldt. Die zit, gezellig op visite, met hoofdtelefoon op de oren in zijn eigen wereld. De vervreemding en de desintegratie van zijn identiteit zijn ingezet.

Voice-over van een geest?
In diezelfde scène is er nog iets aan de hand. De televisie staat aan en daarop zien we beelden uit de Amerikaanse sciencefiction tv-serie Lost In Space, die van 1965 – dus nog voor Star Trek – tot 1968 op de buis was. Als Adult Fun in 1970 of 1971 is gedraaid, rijst de vraag: waar komen die beelden vandaan? Op dat moment was er nog geen videorecorder. Die beelden moeten eerder zijn geschoten en vervolgens in de scène zijn gemonteerd.

Iets dergelijks gebeurt later op de geluidsband. Daar horen we de voice-over van Thompson, de hoofdpersoon, wat gezien het slot van de film helemaal niet kan. En we horen dialogen en omgevingsgeluid, regelmatig gemengd met detonerende pianoklanken. Soms is dat omgevingsgeluid muziek, zoals Honky Tonk Women van de Rolling Stones dat speelt op een jukebox. Maar niet lang daarna klinkt op de geluidsband opeens, uit het niets, James Taylor en diens Soldiers, van zijn album Mud Slide Slim, uitgekomen in maart 1971. Het is de enige song die de kijker hoort en de personages niet, de enige niet-diëgetische popmuziek in de hele film. Waar komt die vandaan?

Geeft Soldiers misschien commentaar op de handeling? Nee, dat doet het niet. Het nummer is simpelweg gekozen om zijn lengte. Het vult 1 minuut en 15 seconden op de geluidsband. Het is illustratief voor de speelse en geïmproviseerde wijze waarop de film tot stand is gekomen.

Adult Fun

Guerrilla-filmen
Elders in de film zien en horen we een straatmuzikant. Hij zingt – en niet eens zo beroerd – Helplessly Hoping, een nummer van Stephen Stills. Het was voor het eerst te horen op het debuutalbum van Crosby, Stills & Nash, verschenen in mei 1969. Die diëgetische muziek, van dezelfde straatmuzikant met hetzelfde nummer, komt later in de film terug. Niet in een voorval met Thompson, zoals de eerste keer, maar in een scène rond Jenny, zijn vriendin. Het lied is louter decor, het wordt niet thematisch ingezet. Het is het resultaat van guerrilla-filmen.

Adult Fun reflecteert op zichzelf, maar niet op een postmoderne manier. Opa, de vader van Thompsons vrouw, filmt het gezin met zijn Super 8-camera. En er is een scène in de bioscoop, de personages zien een balletfilm. Radio, televisie, media spelen geen onbelangrijke rol in de film. Ze bepalen en reflecteren het mentale landschap van de protagonist die gaandeweg meer en meer vervreemdt van de werkelijkheid.

Tegen Jenny zegt Thompson dat hij op zoek is naar wie hij is. “Whether there is anything inside me at all.” Enige tijd later merkt hij op dat je de wereld van meerdere kanten moet bekijken. Dat “detaches yourself, sets you free”. We zien een schilderij van Saturnus die een van zijn kinderen verslindt. Thompson speelt een spel met rollen, maar het personage eet de persoon op.

Dubbelzinnig
Rond diezelfde tijd wees de Engelse auteur J.G. Ballard er op – in diens collageroman The Atrocity Exhibition, de gelijknamige installatie in het New Arts Lab en de kortfilm Crash, gemaakt voor de BBC – dat de met media doordrenkte maatschappij van de jaren zestig oorzaak was van een psychose waarin realiteit en mediarepresentatie van plek zijn verruild; het simulacrum heeft de werkelijkheid overgenomen. Adult Fun lijkt iets dergelijks te willen zeggen. Is Thompson een onverbeterlijke nihilist? Of een opgeblazen ego dat niet kan leven naar zijn wensendromen?

Adult Fun is een dubbelzinnige titel. Het kan worden uitgelegd als bijtend commentaar op de wereld van volwassenen, met hun egoïsme, eerzucht, agressie, (zelf)bedrog en hebzucht. En het kan slaan op de film zelf, op de lol die een vriendenclub van grote kinderen heeft gehad in het maken ervan. Adult en fun hoeven elkaar niet in de weg te zitten.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 7 april 2021.

De documentaires van James Scott over kunstenaars als David Hockney, Richard Hamilton, Claes Oldenburg en R.B. Kitaj, inclusief de film over zijn vader William Scott, Every Picture Tells a Story (1984), zijn verzameld op de 2dvd Every Picture Tells a Story: The Art Films of James Scott, een uitgave van het British Film Institute.

26 februari 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Assistant, The

***
recensie The Assistant

Als je vermoedt dat je baas een Harvey Weinstein is

door Ries Jacobs

The Assistant is niet de eerste film over #MeToo en ongetwijfeld ook niet de laatste. Toch is het een waardevolle aanvulling op andere films die deze misstanden aan de kaak stellen omdat de vrouwelijke hoofdpersoon ditmaal niet het slachtoffer is. Wat doe je als je vermoedt dat je baas zijn positie misbruikt?

Jane heeft net de studiebanken verlaten en werkt als assistente bij een producent in de entertainmentindustrie. De camera volgt een werkdag in het leven van de jonge alumnus. Ze is ambitieus en maakt lange dagen, maar collega’s negeren haar. Als een moderne Assepoester voert ze de klusjes uit waar geen eer aan te behalen is. Ze print de werklijsten van haar collega’s voor die dag en krijgt de opdracht om de vrouw van de directeur af te schepen als deze belt.

The Assistant

Nadat de directeur haar over de telefoon uitscheldt voelt Jane zich genoodzaakt om haar excuses aan te bieden. Om het allemaal nog erger te maken krijgt ze concurrentie van Sienna, een nieuwe bloedmooie assistente.

Jaloers
Regelmatig laat regisseur en scriptschrijver Kitty Green alleen de camera het werk doen om de sfeer binnen het bedrijf weer te geven. Iemands houding, een hoofdknikje of een enkel woord zijn vaak al voldoende om de broeierig competitieve spanning die in het bedrijf hangt weer te geven. Deze minimalistische manier van acteren gaat hoofdrolspeelster Julia Garner, vooral bekend van haar rollen in de series Ozark en The Americans, goed af. Ze is geknipt voor haar rol van de timide Jane. De immer ietwat trieste en wereldvreemde blik in de ogen van de actrice met de kenmerkende blonde krullen maakt haar personage compleet.

Als Jane bij een collega een klacht wil indienen omdat ze de directeur ervan verdenkt dat hij haar collega-assistente Sienna tot seksuele handelingen dwingt, krijgt ze de wind van voren. De oudere man tegenover haar poneert dat ze alleen maar jaloers is. De door Green subtiel neergepende dialoog verwerken de acteurs al even subtiel tot een scène die de kern van de film vormt. Inspiratie voor het script van The Assistant vond de regisseuse namelijk toen het onoorbare handelen van Harvey Weinstein wereldkundig werd.

Green maakt van haar film geen aanklacht tegen de wanpraktijken in de filmindustrie, ze lijkt eerder te willen laten zien hoe de filmindustrie werkte en waarschijnlijk nog steeds werkt, zij het wellicht in mindere mate dan voorheen. Ze geeft de zaken die de MeToo-beweging aan het licht bracht spitsvondig in beeld zonder naar een climax toe te werken.

The Assistant

Uit het leven van een hond
Het is begrijpelijk dat ze film kiest als medium om haar verhaal te vertellen, maar wellicht is het bewegende beeld hiervoor niet de meest geschikte vorm. Beter had de werkdag van Jane in een roman gegoten kunnen worden omdat dit meer ruimte geeft om in het hoofd van de hoofdpersoon te kruipen. Wat voor persoon is ze? Wat motiveert haar? Waarom heeft ze deze drijfveren? Veel komt de kijker hierover niet te weten, behalve dat ze ambitieus is en uiteindelijk als producent aan de slag wil.

Uit het leven van een hond, dit jaar de winnaar van de Libris Literatuurprijs, beschrijft net als The Assistant één dag uit het leven van de hoofdpersoon. Auteur Sander Kollaard had tijdens het schrijven de mogelijkheid om, bijvoorbeeld door middel van flashbacks, zijn hoofdpersoon diepgang te geven. Dat de plot zich minder ontwikkelt, is dan van minder belang. Deze mogelijkheid heeft een filmmaker in mindere mate. Omdat The Assistant een wat vlak plot heeft, is de film bij vlagen langdradig, ondanks de goede dialogen die prima vertolkt worden.

 

14 november 2020

 

ALLE RECENSIES