D’Ardennen

****

recensie  D’Ardennen

Hoedt u voor de hond

door Alfred Bos

Deze opvallend sterke debuutfilm uit Vlaanderen, op het snijvlak van sociaal drama en thriller, doet niet aan het romantiseren van misdaad. Rond de kerstdagen loopt een broedertwist volledig van de rails.

D’Ardennen is een moderne variant op het aloude Bijbelverhaal over Kaïn en Abel. Twee broers, verbonden door bloed, maar zo verschillend. Kenny (Kevin Janssens) is een kort lontje dat zich snel te kort voelt gedaan, geweld volgt hem als een schaduw. Dave (Jeroen Perceval) is even gevoelig, maar meer introvert. Tussen hen staat een vrouw. Sylvie (sterke rol van Veerle Baetens) was de vriendin van Kenny, maar als die uit het gevang komt scharrelt ze inmiddels met Dave. De geliefden proberen hun relatie voor Kenny geheim te houden. Dat alles in volks dialect, ondertiteld voor de niet-Antwerpenaars.

D'Ardennen

D’Ardennen is de eerste speelfilm van Robin Pront, een nog geen dertigjarige regisseur uit Antwerpen die eerder twee kortfilms maakte. In beide figureert acteur Jeroen Perceval, verantwoordelijk voor het draaiboek. Perceval, zoon van acteur/regisseur Luk Perceval, is een multitalent, met de acts Kramer en Eigen Makelij ook actief in de Vlaamstalige hiphop scene van Antwerpen. Hij schreef D’Ardennen als theaterstuk voor het Antwerpse gezelschap Het Toneelhuis en bewerkte het met de regisseur tot filmscript.

Verkeerde keuzes
Wat opvalt aan film en scenario is de precisie van psychologie en plot. Het verhaal draait rond een lijk dat Kenny wil wegwerken via zijn vroegere celmaat Stef (Jan Bijvoet), die een autosloperij ergens in de ruigte van de Ardennen bestiert. Dave moet zijn broer helpen, want bloed verplicht. Wat volgt is een afdaling in de hel. De ontknoping wordt fijntjes en met aandacht voor detail opgezet en komt als een volstrekte verrassing. Het is ook een onontkoombaar noodlot, het gevolg van een reeks verkeerde keuzes.

Scenarist Perceval omschrijft zijn existentiële vertelling, geschreven in reactie op een verbroken relatie, als ‘een emotioneel verhaal over mensen die niet met emoties kunnen omgaan’. De bullebak Kenny is in emotioneel opzicht een kleuter, impulsief en jaloers, een psychopaat. Wellicht zo geworden omdat moeder liefde en straf niet uit elkaar kan houden. In een sterke scène, wanneer moeder, zonen en vriendin, op kerstavond in de keuken aan de frieten zitten komt de cocktail van familieband, wantrouwen en emotioneel verraad vervaarlijk dicht tot het kookpunt. Het sterke is: de klap komt niet. Iedereen houdt zijn muil, ook de hond.

D'Ardennen

Argeloze viervoeter
En dat had Daisy, de chihuahua van Sylvie, beter niet kunnen doen. D’Ardennen is de film van de argeloze viervoeter, ’s mans (en vrouws) beste vriend, die onbedoeld alle snode plannen omver kegelt, wat ook in je nadeel kan uitpakken, zoals Kenny zal ontdekken. En het zijn niet alleen honden die een sleutelrol vervullen in de lotsbestemming van Kenny en Dave, ook het gevogelte heeft zijn plek in D’Ardennen. Kenny gebruikt de kraanvogel als metafoor om Dave de liefde tussen man en vrouw te schetsen en dan zijn er nog—hier zwijgen we devoot, om een van de meest originele plotwendingen uit de filmhistorie niet te verklappen.

Op een paar mindere regiemomenten na klopt alles aan D’Ardennen. Hoewel sterk qua karaktertekening en intrige wordt het verhaal vooral verteld via de beelden, subtiel door middel van spiegels of vensters, en virtuoos in lange takes. Het raakt aan genrefilms, maar is verre van generiek. Het is een Shakespeareaans noodlotsdrama over tokkies, eigen van toon en uitwerking. Dit Antwerpse meesterstukje is in bijna alles het tegendeel van zijn Brusselse tegenhanger Black, dat bulkt van clichés en valse romantiek. Na Rundskop is er uit België geen betere debuutfilm gekomen.

2 februari 2016

 

 

MEER RECENSIES

 

Problemski Hotel

****

recensie  Problemski Hotel

Kerstsprookje in azc

door Alfred Bos

Verfilming van de gelijknamige roman uit 2003 waarmee Dimitri Verhulst in thuisland België en tot ver over de grenzen doorbrak. Absurdisme in een asielzoekerscentrum in de donkere dagen van december.

Het Problemski Hotel staat in Brussel, maar het had elke metropool in Europa of Canada kunnen zijn. In de modernistische kantoorkolos, type bank- of overheidsgebouw uit de jaren zeventig, huizen immigranten uit uiteenlopende streken: Afrika, het Midden-Oosten, de voormalige Sovjet-Unie. Ze wachten op hun verblijfsvergunning of maken plannen om, illegaal, door te reizen naar hun droombestemming. De betonkolos is hun universum. In de handen van de regisseur (en de schrijver) wordt het het konijnenhol uit Alice in Wonderland.

Problemski Hotel

Problemski Hotel wordt bevolkt door zielen verloren in een schemerzone, het onbestemde overgangsgebied tussen het ontvluchte verleden en de hoopvolle toekomst. Het is een fantastische (in meerdere betekenissen) setting voor een absurdistisch drama over identiteit en menselijkheid. Bipul weet niet wie hij is of waar hij vandaan komt, maar hij spreekt zeven talen. Hij maakt zich gedienstig aan de overige asielzoekers als raadgever of tolk. Lidia is een nieuwe immigrante uit een voormalige Sovjetrepubliek. Tussen de twee ontstaat een schutterige romance.

Meesterzet
Problemski Hotel is het speelfilmdebuut van Manu Riche, in België gevierd als maker van spraakmakende reality tv (Strip-Tease) en documentaires over onder meer Koning Boudewijn en Tom Barman, de voorman van rockgroep Deus. Hij verplaatste de gelijknamige roman van Dimitri Verhulst van de Vlaamse regio naar de anonimiteit van de Europese hoofdstad en dat is een meesterzet. Het gehannes van de verantwoordelijke ambtenaren, het interculturele onbegrip, de persoonlijke tics van de asielzoekers—het is niet het thema, maar het decor voor een eigentijds kerstsprookje.

Bipul en Lidia zijn de scharnierpunten van de ensemblefilm, die – ook een gouden greep – wordt bevolkt door minder en onbekende acteurs. Het is een bont gezelschap dat met en langs elkaar leeft, iedereen heeft zijn eigen wensen en angsten. Bipul ziet de opvang als zijn thuis, Lidia droomt van een luxeleven in Londen. Hun toenadering vormt de rode draad, geweven door een tapijt van terzijdes rond de gasten van het Problemski Hotel, zoals Igor die naar het Vreemdelingenlegioen wil, Mahsun die blonde Vlaamse schonen aan de haak wil slaan en Tomatski die van ‘het asielen’ zijn bestaan heeft gemaakt en van land naar land hopt.

Problemski Hotel

Snelwandelparcours
Riche filmt veel scènes vanaf de schouder en volgt de personages in documentairestijl. Als contrapunt fungeren de van statief gedraaide, al dan niet uitzoomende totaalshots, die het absurde van de omgeving en de situatie benadrukken, begeleid door de morose strijkkwartetten van Bartok. Als running gags zijn er de directrice die na werktijd het betonnen fort gebruikt als snelwandelparcours en een te grote kerstboom die niet in de lift past en door asielzoekers via het trappenhuis naar het dak moet worden gesjouwd. Tussen alle weemoed en vervreemding kiert de kolder.

De regisseur heeft de pech dat Problemski Hotel (opnamen gestart in september 2014) verschijnt op een moment dat de vluchtelingenproblematiek stijf bovenaan de Europese agenda staat. De film heeft raakvlakken met het recente werk van de Fransman Thomas Bidegain (zie zijn scripts voor Dheepan en The Wakhan Front en zijn eigen debuut, Les Cowboys), maar het is geen sociaal drama over immigratie en integratie. Het is een kerstverhaal, compleet met baby, met een eigen, surrealistische toon. En een warm kloppend hart.

 

23 januari 2016

 

MEER RECENSIES

 

Dubbelinterview met regisseur Manu Riche en schrijver Dimitri Verhulst!

Black

***

recensie  Black

Shakespeare in Brussel

door Wouter Spillebeen

Black is de verfilming van het gelijknamige adolescentenboek van Dirk Bracke en haar vervolg door Adil El Arbi en Bilall Fallah. De film mikt duidelijk op een ouder publiek dan het boek. 

Het regisseursduo El Arbi en Fallah lijkt gedroomd om van dit volwassen sprookje in Brussel een adaptatie voor het grote doek te maken. Ze bewezen hun kunde toen ze met Broeders  de prijs voor beste Vlaamse kortfilm door studenten wonnen op het Gentse Filmfestival en maakten kennis met Brussel als decor in Image. Wie beter dan een koppel hippe regisseurs met Marokkaanse roots (waarvan eentje zelfs de titel “Slimste mens ter wereld” mocht dragen) om deze prent over mensen uit hun eigen milieu te filmen? 

Recensie Black

Moderne Shakespeare
Black is op elke mogelijke manier een moderne versie van Romeo en Julia. Marwan uit de bende boefjes ‘de 1080’ valt als een baksteen voor de schone Mavela uit de rivaliserende Afrikaanse bende, de ‘Black Bronx’. De twee ontmoeten elkaar in het grootste geheim terwijl hun bendes oorlog voeren. Wie vertrouwd is met het stuk van Shakespeare, kan de rest van het verhaal al voorspellen. De boeken van Dirk Bracke zijn bewust zo geschreven, want ze zijn voor een publiek van jongeren die nog geen interesse hebben ontwikkeld in zestiende eeuwse tragedies. 

De film mikt op een ouder publiek met enkele scènes die voor een 14-jarige Brackelezer zeer hard zullen aankomen. El Arbi en Fallah zijn niet terughoudend in het afbeelden van de gruwelijke manier waarop de Black Bronx vrouwen verwelkomen, om maar een voorbeeld te geven. (Spoiler: Lezen over een verkrachting is één iets, maar het zien gebeuren is een ander paar mouwen.) 

Authenticiteit
De film speelt moeiteloos met de gevoelens van het publiek, de meeste scènes roepen exact evenveel walging of romanticisme op als de makers willen. Een mooie verdienste voor het regisseursduo, dat werkte met onervaren acteurs en daardoor de volledige controle moest hebben over wat op de set gebeurde. 

Het resultaat voelt authentiek, tot de mengeling van het Frans en Nederlands dat de acteurs spreken en de geloofwaardige kledij toe. Hoewel sommige bendeleden bijna karikaturaal worden afgebeeld, kan je hen net zo goed ’s nachts tegen het lijf lopen bij het Brusselse Noordstation. 

Recensie Black

Ervaring
Toch is het duidelijk dat El Arbi en Fallah nog net te weinig ervaring hebben om een excellente film te maken. Ze behandelen hun publiek nog iets te weinig als intelligente mensen. Zo is het onnodige gebruik van flashbacks op twee momenten in de film zeer storend en is er ook amper sprake van subtiliteit of nuance in sommige dialogen. De keuze van de soundtrack is dat dan weer wel: Alle muziek heeft een dezelfde stijl en bouwt gestaag op naar de climax, wanneer Oscar and the Wolf hun versie van Amy Winehouse’s Black brengen. Die komt, ondanks het feit dat die in Vlaanderen op de radio al grijs gedraaid is, volledig tot zijn recht. 

Alles samen is Black een soort huwelijk tussen Romeo + Juliet en Cidade De Deus, een klassieke romance tegen de achtergrond van een stad die overrompeld is door bendes. Het is een trouwe verfilming van de jeugdromans, die jammer genoeg niet gelijkmatig opgegroeid is met de lezers. Alle mediahype en relletjes in cinemazalen terzijde, is dit een stap in de goede richting als het aankomt op jongeren uit minder gegoede milieus aan te spreken. Want wat sociale kwesties betreft slaat Black vaak genoeg de nagel op de kop om misschien zelfs een paar jonge boefjes op een ander pad te brengen.

 

10 januari 2016

 

 

MEER RECENSIES

 

Tout nouveau testament, Le

***

recensie  Le tout nouveau testament

Ontsporend meesterwerkje

door Bob van der Sterre

God leeft. Hij woont ergens in een buitenwijk van Brussel, met zijn nietszeggende vrouw met een passie voor borduren en honkbalplaatjes en zijn dochtertje, Ea. Achter een computertje in een kamer vol dossierlades heeft hij de wereld verzonnen.

God is een hufter, een schoft, en bedenkt dus een sadistische maatschappij. Het duurde even voor hij zijn ideale slachtoffer vond nadat pogingen met giraffes op niets uitliepen. De mens is ideaal voor zijn echte passie: het verzinnen van een lijst met sadistische tegenslagen (‘een boterham met jam zal altijd ondersteboven op de grond vallen’, ‘als je net in bad gaat, klinkt de telefoon’). Hij grinnikt achter zijn pc’tje en tikt lekker verder.

Le tout nouveau testament

IJzersterk
Ea leeft in dat huis. Niets leuks aan. Ze wordt opstandiger en God weet niet anders dan haar ervan langs te geven met de riem. Ze wil ontsnappen, apostelen zoeken, het lijden van mensen verzachten. Na een overleg met haar broer, Jezus Christus, die als een beeldje op de kast staat, weet ze hoe ze ervandoor kan gaan. God moet ook want ze heeft zijn pc geblokkeerd.

Een schitterende premisse – en ook schitterend uitgevoerd. Virtuoos, vermakelijk, satirisch en erg speels. Sterk herinnerend aan Jean-Pierre Jeunets Amélie maar wat geeft het? Het eerste deel van de film is ijzersterk.

Maar dan komt het vervolg en het schema van het meesterwerk moeten we al snel verlaten. Ea gaat apostelen bezoeken. Een leuk gegeven, maar het meeste materiaal over hun levens is niet zo heel interessant. Soms zelfs dwaas (Catherine Deneuves passage wint de cultprijs). Ja, er zijn nog wel wat vermakelijke grapjes (de citerende zwerver, de passage met God en de dominee) maar ze werken steeds minder goed.

Doordraven
Wat je steeds meer mist naarmate de film vordert, is een gewone scène. Alles is olijke montage in Le tout nouveau testament. De film draaft erin door en wordt meer en meer style over substance. De originaliteit van het verhaal, de motor van ieder meesterwerk, begint te pruttelen. Tegen het einde rijdt de auto alleen nog maar op gebakken lucht.

Le tout nouveau testament

Een ander probleem is een kind als hoofdpersoon. Goed acteren is altijd lastig voor kinderen en geen enkele andere rol komt boven de karikatuur uit. Een kinderfilm is het toch ook niet. De film speelt ongegeneerd met taboes.

Denkend aan soortgelijke originele verhalen (Being John Malkovich, Amélie, The Grand Budapest Hotel) dan valt elke keer op dat de humor subtieler wordt met het vorderen van de film. Hier gaan we de andere kant op.

Het is een bewijs voor de theorie dat je goede verhalen ‘achteruit’ moet schrijven, met een origineel plot in je achterhoofd, en niet ‘vooruit’, vanuit een startpositie. Goede films zijn nu eenmaal kop en staart.

Wat nu overheerst na het kijken van de film van Jaco van Dormael (bekend van Toto le Héros, Le Huitième Jour en Mr. Nobody) is een gevoel van vermaakt te zijn en een gevoel van spijt dat het niet meer was dan dit.

 

2 november 2015

 

MEER RECENSIES

Cafard

****

recensie  Cafard

Worstelen met een vreselijke waarheid

door Ralph Evers

Cafard is een Vlaamse geanimeerde auteursfilm van Jan Bultheel. De film vertelt een universeel drama tegen de achtergrond van de Grote Oorlog. Een verkeerde beslissing van een liefhebbende vader kent grote gevolgen.

De film begint met het bereiken van het wereldkampioenschap worstelen door Jean Mordant. Een personage geïnspireerd op de Luikse viervoudig wereldkampioen worstelen Henri Herd (bijnaam: Constant le Marin). Wanneer hij van de feestvreugde en euforie wil genieten breekt in Europa de Eerste Wereldoorlog uit (ook wel bekend als de Grote Oorlog). Wanneer hij gebeld wordt in Buenos Aires (waar hij net de wereldtitel gewonnen heeft), krijgt hij te horen dat zijn 15-jarige dochter Mimi verkracht is door Duitse soldaten. Zonder zich te bedenken keert hij terug naar Oostende om de verkrachting van zijn dochter te wreken.

Recensie Cafard

De oorlog kent geen helden
Als sterke man is hij graag gezien in het leger en komt hij via zijn coach terecht bij het ACM-korps (Autos-Canons-Mitrailleuses). Wanneer ze met hun pantserwagens in de modder vast komen te zitten en de Duitsers zich nog niet laten zien, laat Mordant zich overhalen om te vechten bij de Russen aan het Oostfront. Een hele omzwerving, die uiteindelijk via Mongolië, China, Vladivostok, Amerika weer terug naar Europa voert, om eenmaal daar aangekomen geconfronteerd te worden met de rauwe realiteit die het leven in oorlogstijd te bieden heeft. De boodschap is helder: de oorlog kent geen helden en blijkbaar is het aan Europese cinema om die rauwe werkelijkheid te presenteren, want van Hollywood hoeven we iets dergelijks niet te verwachten.

Anabasis
Zo’n enorme omzwerving komen we ook tegen in het beroemde boek van de brave soldaat Švejk (van Jarošlav Hašek). Daarin wordt de omzwerving beschreven als een Anabasis. een verwijzing naar Xenophon’s verslag over diens reis door Perzië (Anabasis betekent letterlijk: tocht naar het binnenland).

Het historische feit van de Belgen die met de Russen meevochten aan het Oostfront speelt een belangrijke rol in Cafard, temeer omdat hiermee de regisseur benadrukt dat één vergissing van een mens, soms zeer grote gevolgen heeft. Een universeel thema, dat het decor van de Grote Oorlog overstijgt.

Recensie Cafard

In de film wordt het authentieke Oostendse dialect gesproken dat rond 1914 in zwang was. Hiervoor is de regisseur in contact gekomen met een verzamelaar van Vlaamse dialecten. Talloze zegswijzen en uitspraken uit die tijd zijn opgenomen in het verhaal, met als gevolg dat zelfs in Vlaanderen deze film ondertiteld wordt.

Animatiestijl
De film is als de antithese van het gelikte Pixar-werk. De grove, ruwe schetsen en het lijnenspel, de grote kleurvlakken (die niet ieders goedkeuring zal wegdragen), doen denken aan het computerspelletje uit de jaren negentig Out of this World. De animatiestijl is een vorm van motion-capture, waarin de geanimeerde personages door werkelijke acteurs van bewegingen zijn voorzien. Door de 3D-effecten niet netjes af te ronden, ontstaat een hoekige stijl – eentje die treffend past bij de verschrikkingen van de oorlog en de innerlijke strijd die Mordant te voeren heeft. Een strijd tegen verlies en verzoening met het zoontje van Mimi.

Een rauwe film hoort niet binnen de lijntjes te kleuren.

 

18 oktober 2015

 

 

MEER RECENSIES

 

Alléluia

***

recensie  Alléluia

De gladjanus en het jaloerse secreet

door Cor Oliemeulen

Fabrice du Welz staat te boek als Belgische suspense-meester. Zijn dramatische thriller Alléluia heeft weinig te maken met een lofzang aan een hogere macht – of het moet de duivel zijn.

In zijn speelfilmdebuut Calvaire (2004) vertelt de talentvolle, driftig experimenterende regisseur het horrorverhaal van een orkestbandzanger die vooral populair is bij oudere dames, na een optreden in een dorpshuis panne krijgt en belandt in een voormalig hotelletje nabij een dorpje waar sodomie en achterlijke dansjes de normaalste zaak van de wereld zijn.

Recensie Alléluia

De hoteleigenaar loopt aanvankelijk over van goede bedoelingen, maar ontwikkelt zich tot een volstrekt gestoorde malloot die de zanger aanziet voor zijn overleden vrouw en niet nalaat hem te martelen om wat respect en discipline bij te brengen. Aan iedereen in Calvaire zit minimaal een steekje los, zelfs de zanger laat zich wel heel gemakkelijk naar de slachtbank leiden. Deze lowbudgetfilm wijkt door zijn vormgeving en incidentele knipoog wel af van de gebaande suspense-paden, maar van de gepresenteerde zieke geesten en absurde voorvallen moet je wel houden.

Lonely Hearts Killers
De zanger van Calvaire (Laurent Lucas) zien we terug in Alléluia, ook geen alledaagse rolprent, maar wel gesteund door het klassieke gegeven van de lonely hearts killer : man plaatst advertentie – vrouw reageert – man pikt haar geld in en vermoordt haar. Fabrice du Welz neemt als uitgangspunt de legendarische Lonely Hearts Killers: Raymond Fernandez en Martha Beck, die in de jaren ’40 van de vorige eeuw zeventien bewezen moorden pleegden en op de elektrische stoel eindigden. In Alléluia speelt Laurent Lucas de rokkenjagende gladjanus Michel die in Gloria (Lola Dueñas: Mar adentro, Volver) zijn kompaan vindt. Het feit dat Gloria obsessief verliefd op Michel is, blijkt al snel voor- en nadelen te hebben.

Recensie Alléluia

De procedure lijkt eenvoudig. Michel verleidt een welgestelde, naar liefde en seks hunkerende, meestal oudere vrouw. Gloria is zogenaamd zijn zus, ze troggelen hun slachtoffer geld af en doden haar zo nodig. Er is echter een wezenlijk probleem: Gloria is zo intens jaloers als zij ziet hoe Michel haar concurrente verwent dat zij in acute woede ontsteekt en de betreffende vrouw in mum van tijd naar de andere wereld helpt, terwijl Michel verlamd in een hoekje het bloedbad aanschouwt. De dodelijke kilheid van Gloria wordt treffend verbeeld in een scène waarin zij onbewogen in de camera spreekt en vervolgens een voet van de vermoorde vrouw afzaagt.

Geen greintje sympathie
Alléluia gaat dus over extreme toewijding met alle afschuwelijke gevolgen van dien. Fabrice du Welz speelt goed met licht en donker, en de dans rond het vreugdevuur is artistiek in beeld gebracht, maar hij gunt je geen greintje sympathie voor het bedriegende en moordende koppel, hoe voortreffelijk vooral Lola Dueñas ook acteert. Narratief ondergeschikt aan cinematografie en soundtrack – op de grappige missionarisscène na – mag je als kijker wel iets meer diepgang en betekenis verlangen, zodat je niet zomaar als een geslagen hond het theater verlaat.

10 juli 2015

 

 

MEER RECENSIES

 

Vlaams Film Festival 2015 – Deel 2

Verslag Vlaamse Film Festival 2015: Deel 2

door Ralph Evers

Naast de eerder beschreven thema’s multiculturaliteit en diversiteit, is er evenals vorig jaar ruimte voor de kunstzinnige, experimentele film. Met Welp en Waste Land krijgen ook de horror en de thriller hun plek op het festival.

Waste Land sluit het festival af, alsmede de trilogie van de maker, Pieter van Hees. Centraal in deze film staat het verval van de ziel. Naast de thrillerelementen zit er een modern film noir sausje over. Wat opvalt is de sterke soundtrack, iets waar meerdere Vlaamse films ‘last’ van hebben dit weekend. Leo Woeste (what’s in a name) is betrokken bij een etnische moordzaak binnen de Congolese gemeenschap in Brussel. Op de achtergrond speelt de zwangerschap van zijn vrouw, een losbandige compagnon en iets wat op een doofpotaffaire lijkt. Net wanneer daarover iets aan het licht zou komen neemt de film een wending. De kijker, maar ook Leo blijft in het ongewisse. Een gemiste kans, die niet meer rechtgezet wordt en daarmee zelfs afbreuk doet aan de grimmige sfeer van de film.

Welp
Afbreuk wordt er ook gedaan aan script, geloofwaardigheid en betrekken van het publiek in de horrorfilm Welp. Een debuutfilm gevuld met de nodige clichés en hetzelfde manco als menig horrorfilm tegenwoordig: veel schrikeffecten, weinig verhaal. Bij de aftiteling sijpelt de film al weg. Bij thuiskomst hoef je niet te checken onder je bed of daar nog wat kwaad zich schuilhoudt. Dit soort films zou beter als thriller te boek kunnen staan, maar in beide gevallen behoeven dit soort films vooral een verhaal en werkelijke spanning.

Goed, de setting is een bos in Wallonië waar wat vreemde verdwijningen hebben plaatsgevonden. Al gauw ontdekt welp Sam een gemaskerd jongetje, dat samen met een brute man, de Stroper genaamd, hun terreur botvieren op de andere welpen en hun leiding. Zo zie je maar, dat de terreur niet van de allochtone medeburger, maar van de blanke zelf komt. Overigens is de apotheose volstrekt onlogisch en onbevredigend en maakt de hele opbouw van Welp overbodig. Gemiste kans, volgende keer beter.

Nar
De rijkdom van de Vlaamse kunst en cultfiguren komen aan bod in Addicted to every possibility en De Applausman. De eerste over de architect Maarten van Severen, die onder andere met Rem Koolhaas heeft samengewerkt. De docu valt te omschrijven als human interest en wist op het IDFA nog de publieksprijs binnen te slepen. Onbegrijpelijk gezien de nogal saaie en oninteressante invalshoek die deze docu kiest. Wat van Severen tot zijn architectuur bewoog, blijft grotendeels achterwege.

Van een heel ander kaliber is de documentaire over Antoon de Pauw, een man die na een tragische gebeurtenis in zijn jeugd, waarop hij zich terugtrok, weer tot leven kwam toen hij ooit eens applaus kreeg van een klasgenoot, Korneel Glorieux. Verslaafd aan applaus. Er word een heuse psychiater ingerukt om tekst en uitleg te geven. Menig Vlaamse grootheid beschrijft De Pauw als charmant, een sympathieke man, die op grote evenementen het applaus wegkaapte. Dat deed hij overigens met erg veel stijl en gevoel voor timing. Het is heerlijk meedeinen met de adrenaline-rush die door De Pauw heengaat. Maar let wel, het zijn me een stelletje narren die Belgen, dus juich niet te vroeg en geniet vooral van het vermakelijke verhaal van De Applausman.

Experiment
Lucifer is meest fascinerend vanwege zijn experimentele filmtaal (de film is geschoten in tondoscope, oftewel een cirkel als kader, dus geen grenzen aan de zijkant van het scherm). In een afgelegen Mexicaans dorp komt de engel Lucifer (op doortocht naar de hel) op aarde. Ogenschijnlijk lijkt hij een aantal wonderen te verrichten en weet hij het dorpje op zijn hand te krijgen. Het is echter maar net hoe je naar het verhaal kijkt. De film wordt in drie aktes verteld: paradijs, zonde en wonder, maar zit zo boordevol symboliek en verwijzingen, dat het verhaal soms ondergeschikt lijkt.

Dit, samen met de muziek, die hemels mooi is (ook de hilarische boerenbruiloft), maakt het lastig om een eenduidig stuk over Lucifer te schrijven. Regisseur Gust van den Berghe (die tot dusver zeer succesvol is geweest op Cannes), wist na afloop op intellectuele manier te vertellen over zijn ideeën en zijn rijkdom aan kunst, literatuur, poëzie en filmverwijzingen. Die veelheid aan ideeën contrasteert met het verhaal, dat zich bij tijden te traag en richtingloos voortbeweegt. Daarin mist de film eigenlijk precies die ene invloed, namelijk die onheilspellende sfeer van Aguirre, Der Zorn Gottes van Werner Herzog.

 

11 mei 2015

 

Vlaamse Film Festival 2015: Deel 1

 

Vlaams Film Festival 2015 – Deel 1

Verslag Vlaamse Film Festival 2015: Deel 1 

door Ralph Evers

Verduveld dat het niet waar is, maar de frieten en het bier verwelkomen de bezoekers op donderdagavond. Evenals de gezelligheid, die een beetje bij onze zuiderburen thuishoort. Maar denk maar niet dat het programma luchtig is. Vlamingen weten wel hoe ze de filmkijker moeten bekoren. Zowel met experiment als met tragikomedie. De rauw- en helaasheid van ons leven wordt niet geschuwd. Én ze hebben iets te vertellen dit jaar: het thema circuleert rondom multiculturaliteit en diversiteit. 

Maar eerst iets over die charmante vondst om een filmfestival rondom onze zuiderburen te organiseren. Het voordeel dat dit met zich meebrengt is dat menig regisseur en acteur vrij rondloopt. Ze zijn daarnaast makkelijk aanspreekbaar, wat de band tussen bezoeker, film en filmmaker persoonlijker maakt. Zo beleef je niet alleen de film, maar ook de bezieling erachter.

De Marokkaan
De tweede editie van het Vlaamse Film Festival (VFF) in het Louis Hartloopercomplex te Utrecht opent met Image. Een film gemaakt door twee enthousiaste, jonge Marokkaans/Vlaamse filmmakers. In tegenstelling tot Nederland, waar de Marokkaan genuanceerder in beeld komt (we kennen acteurs als Nasrdin Dchar en Najib Amhali, maar ook de burgemeester van Rotterdam, Ahmed Aboutaleb), kent België een voornamelijk stigmatiserend beeld van de Marokkaan – en breder, de Noord-Afrikaan, de moslim. Tijd om daar stelling tegen te nemen, zullen regisseurs Adil El Arbi en Bilall Fallah gedacht hebben. Met veel flair en leentjebuur bij Hollywood, zetten zij met een klein budget (€ 120.000 is niks voor een langspeelfilm) een sympathieke, doch rauwe film in elkaar. Hierin worden de polariteiten, maar vooral de nuances over de Marokkaanse gemeenschap in Brussel, neergezet.

De film speelt zich af op locatie in Molenbeek, een wijk in Brussel met de nodige allochtonenproblematiek. De jonge, ambitieuze reporter Eva wil graag een documentaire over die gemeenschap maken. Ze wil een andere kant laten zien. Eva raakt in contact met “zware jongen” Lahdib en wordt ingewijd in de wereld van de allochtoon. Ondertussen is haar baas Herman Verbeeck (Gène Bervoets als heerlijk schmierende klootzak) naarstig op zoek naar een nieuwe scoop. De kijkcijfers zijn al tijden dalend en het programma snakt naar een kijkcijferbom. Die wordt mooi opgebouwd, in een film die er voor zijn budget alles behalve goedkoop uitziet. Eva komt meer en meer tussen de beide werelden terecht, omgaand met de negatieve oordelen van haar collega’s en de gevaarlijk, fascinerende leefstijl van Lahdib. Tot de laatste tien minuten, waar de film wat uit de bocht schiet. Hetgeen hen vergeven wordt, gezien dit hun debuut is.

Met Image is de toon gezet van een festival waar diversiteit (Before the last curtain falls belicht gepensioneerde travestieten, De Helaasheid der Dingen laat de zelfkant van de maatschappij op fenomenologische manier zien) en multiculturaliteit de belangrijkste ingrediënten zijn.

Tussen humor en tragiek
De tragikomedie Trouw met mij is een ander voorbeeld van die multiculturele inslag. De film weet goed te balanceren tussen humor en tragiek. De film handelt over de bruiloft tussen de Turkse Sibel en de Vlaming Jurgen. De temperamentvolle dramatiek van de Turken en de bedeesdheid van de Belgen smelten als raki samen. En met sterke alcohol (raki is al gauw 45%) moet je oppassen. De film toont dat een trouwerij niet alleen de verbintenis van de geliefden is, maar ook die van families. In dit geval zelfs van culturen. Dat heeft mogelijk meer tijd nodig om te weken, dan de drie maanden die de relatie van Jurgen en Sibel duurt tot het moment van trouwen. Haar oudste broer, Kemal, steelt de show met zijn hufterige gedrag, waaronder een hoop frustratie en miskenning schuilgaat.

De film kent een goed uitgewerkt scenario, waardoor de stereotypen grotendeels achterblijven. Natuurlijk verwacht je spanningen, maar deze zijn keer op keer ingebed in een context. En doordat de personages meerdimensionaal zijn, krijg je al gauw sympathie voor hoe ze zich gedragen, of het nou de net-niet grappige speech van de vader van Jurgen is, of de explosieve aard van Kemal.

Familie aan de zelfkant
De vrijdag van het VFF sluit af met de vertoning van De Helaasheid der Dingen. Een film die weinig introductie behoeft, omdat-ie reeds in 2009 uitkwam. Naar het gelijknamige boek van Dimitri Verhulst, heeft regisseur Felix van Groeningen (The Broken Circle Breakdown) een vrije hand gekregen in het vertalen van de roman naar het witte doek.

De film vertoont een familie aan de zelfkant van de maatschappij. Dronkenlappen, vrouwenverslinders, vechtersbazen en driftkikkers. Een oordeel is maar zo geveld, maar daar blijft Van Groeningen uit. Met een liefde voor de personages en de situaties balanceert ook deze film voortdurend tussen humor en tragiek, zonder tot een van beiden te vervallen. Zo krijg je als kijker een portret van echte mensen, in plaats van een karikatuur van enkel wat dronkenlappen. Het is haast ontnuchterend wanneer in de aftiteling blijkt dat die personages acteurs zijn. Een ontnuchtering die ook plaatsheeft wanneer je na afloop van een dag vol Vlaamse films, dat kleine stukje tijdelijk Vlaams grondgebied weer verlaat en door het nachtelijke Utrecht, weer Nederland in fietst.

 

10 mei 2015

 

Vlaamse Film Festival 2015: Deel 2

 

Melody

****

recensie  Melody

Wens van een draagmoeder

door Cor Oliemeulen

Hoe moeilijk moet het zijn om als draagmoeder na negen maanden zwangerschap de emotionele band met het kind te verbreken? Eén van de vele vragen die opdoemen in het sterke Belgische drama Melody, waarin een jonge Franse vrouw in ruil voor een flinke som geld haar baarmoeder aanbiedt aan een Engelse dame die haar moeder had kunnen zijn.

De Engelse Emily (Rachael Blake) is single, heeft een goede baan en een kinderwens. Echter toen ze kanker kreeg, is haar baarmoeder verwijderd, waardoor ze nu is aangewezen op adoptie of een surrogaatmoeder. De Française Melody (Lucie Debay) is getroffen door de economische crisis, wil een kapsalon openen en kan het geld goed gebruiken. Via een foto met profielschets op het internet verloopt de match voorspoedig. Emily zegt dat de ogen van Melody haar direct opvielen en was geroerd omdat ze schreef dat ze met het geld haar dochtertje perspectief wilde bieden. Echter na de inseminatie in een kliniek in Oekraïne blijkt dat Melody nog nooit een kind heeft gebaard. Emily eist dat Melody bij haar in huis komt wonen totdat de baby is geboren.

Recensie Melody

Wie is mijn moeder?
In zijn eerste speelfilm, La régate (de roeiwedstrijd), belicht regisseur Bernard Bellefroid de getroebleerde relatie tussen een 15-jarige jongen en zijn vader. In Melody  zoomt hij in op de verhoudingen tussen moeder en dochter – in meerdere facetten een dramatische studie naar de band tussen moeder en kind. Net zo min als Melody al een kind heeft gehad, weet ze wie haar eigen moeder is. Ze is bij haar geboorte afgestaan. En nu zal Melody zich langzaam realiseren dat ze draagmoeder is van een kind dat straks mogelijk niet weet van háár bestaan.

Buiten het feit dat het ongeboren kind een object is, ondergeschikt aan de belangen van de surrogaat- en wensmoeder, roept Melody logischerwijs veel meer vragen op dan de film kan beantwoorden. Hoe moeilijk gaat het leven van een kind worden als het niet weet wie zijn moeder is? Als je meehelpt om het kind in je te laten groeien, is het kind dan ook van jou? Hoe zakelijk blijf je als je het kind hebt gebaard om het af te geven en het nooit meer in je armen te kunnen houden? En waar begint commercieel draagmoederschap en houden ideële overwegingen op?

Recensie Melody

Emotionele lading
In het vorig jaar verschenen Duitse drama Zwei Mütter is een lesbisch paar genoodzaakt te opereren in het schemergebied van de ingewikkelde wetgeving, de moeizame technische weg om überhaupt zwanger te worden en worstelt het met emoties als jaloezie en verlatingsangst. Want naast de juridische, ethische en zakelijke kant – zoals belicht in de bekroonde documentaire Made in India  (2010) – heeft het thema draagmoederschap een grote emotionele lading. Ook in Melody, dat rustig opbouwt.

Maar de film is zeker geen valse tranentrekker, omdat er steeds een gepaste afstand tot de personages is. Hij weet het gegeven vooral op dramatisch vlak met uitstekend spel van de hoofdrolspeelsters geloofwaardig en realistisch uit te werken. Door een plottwist moeten zowel de karakters als de kijker hun visie bijstellen. Dan blijkt ook dat het verhaal vooral gaat over twee individuen die een moeder en een dochter in elkaar herkennen en hoe zij hiermee moeten zien om te gaan. In voorspoed en tegenspoed.

 

9 mei 2015

 

MEER RECENSIES

Violet

**

recensie  Violet

Nauwelijks zichtbaar

door Ralph Evers

Violet bevindt zich als kleur aan de rand van het zichtbare spectrum. De grens tussen zien en niet zien. Een film die zich focust rondom wat getoond wordt en wat niet, wat zich tussen de regels bevindt en wat gezegd wordt. Een film over geweld, want violet en violent liggen dicht bij elkaar. 

De film opent met een close-up van bewakingscamera’s. Jesse en Jonas, twee vrienden zijn in een winkelcentrum. Uit het niets wordt Jonas belaagd en doodgestoken. De 15-jarige Jesse is de enige getuige. Terwijl de omgeving op zoek is naar antwoorden, poogt Jesse zijn verdriet een plek te geven. Ook binnen hun vriendengroep zoekt men naar troost en steun. Dit valt hen allen zwaar.

Recensie Violet

Beeldtaal
Regisseur Bas Devos kiest bewust voor een stijl waarin beelden meer zeggen dan tekst. Hij laat zijn personages weinig spreken en wil vooral gebeurtenissen op een eigenzinnige manier tonen. Eigenzinnig in de betekenis van artistiek. Dit levert soms prachtige beelden op, zoals de camera die de BMX-crossers walsend achtervolgt.

Naarmate de film vordert volgen op deze mooi gevonden beelden verstilde shots. Huizen in een boven modale wijk. Huizen in het donker. Huizen. Tussen sommige scènes is er ineens iets van video-art. Met felle kleuren lijk je iets te ontwaren van een kernexplosie, een huis wordt weggevaagd, gevolgd door troebele beelden. Wat gebeurt daar? Refereert meest waarschijnlijk aan de weggeslagen vriend in Jesse’s leven. Het zijn deze creatieve vondsten die de film de eerste helft interessant maken.

De opvallende afwezige is de soundtrack. Voornamelijk zijn omgevingsgeluiden uitvergroot. Dit geeft een frisse feel. De enige muziek is tijdens een live-concert van blackmetalband Deafheaven. Ook weer een vondst die sprankelt. Geen gemakkelijke muziek, welk met een behoorlijk volume door de bioszaal knalt.

Recensie Violet

Verzanden
Maar na het concert, zo halverwege de film, komt er zand in de ketting. Niet alleen Jesse is op zoek naar betekenisgeving van het vreselijke geweld. Ook de film lijkt op zoek naar een vorm.

In een interview zegt de regisseur meer geïnteresseerd te zijn in hóe de beelden je raken, dan in wát er getoond wordt. De beeldtaal zou een diepere laag aan de kijker moeten brengen. Het thema van Violet zit aldus in elke scène doordrenkt. Dat begint al met de kille observatie van de moord. We zien dit gebeuren op een cctv-monitor, zonder geluid. We zien het in de handelingen en weinige woorden van alle nabestaanden. De ouders van Jonas die verstommen in een conflict.

Hierachter schuilt een idee van de regisseur: door Jesse en zijn omgeving te observeren toont hij wat zich lastiger laat zien, maar een sterkere kracht kent dan het geweld. Een geloof wellicht, dat mensen zich verbinden in wat ze niet doen, in plaats van wat ze begrijpen. Een idee wat Bas Devos de grote prijs op het Generation14plus van het filmfestival Berlijn opleverde, maar waar een nietsvermoedende bioscoopganger wellicht in verzandt.

 

2 november 2014

 

MEER RECENSIES