Fædre & mødre

**
recensie Fædre & mødre
Ouders die zich als kinderen gedragen

door Cor Oliemeulen

De 12-jarige Hannah moet erg wennen aan de structuur en de kinderen van haar nieuwe school, maar zij weet haar weg beter te vinden dan haar ouders, die ontdekken dat de andere vaders en moeders zich conformeren aan een strakke hiërarchie waarvan onderlinge rivaliteit en bedekte kwetsbaarheden een logisch gevolg zijn.

Groepsdynamiek speelt een cruciale rol bij de vorming van je identiteit en je ontwikkeling als individu. Dat begint al op school en met een beetje geluk vindt eenieder als jongvolwassene zijn of haar weg in het leven. Individueel handelen en denken zijn essentieel voor de ontwikkeling van je persoonlijke identiteit. Je neemt verantwoordelijkheid voor je eigen acties, los van sociale normen, externe druk of groepsdynamiek. In het Deense Fædre & mødre worstelen vaders en moeders van schoolkinderen nog steeds met die groepshiërarchie als zij met hun kroost op zomerkamp gaan.

Fædre & mødre

Ongemakkelijke feelgood
Aha, dit wordt een feelgoodfilm, denk je meteen als het oubollige en aanstekelijke ‘Mama Loo’ van Les Humpries Singers uit de speakers knalt. Feelgoodfilms bestaan weliswaar meestal uit een opeenstapeling van clichés met de spreekwoordelijke lach en een traan, maar gelukkig blijkt er ook plaats voor enige, helaas weinig verrassende, dramatische ontwikkelingen, om met Mama Loo na anderhalf uur al even opgewekt en braaf afscheid van de kijker te nemen.

Tja, waar heb je eigenlijk naar zitten te kijken? Een komedie die je wat verstrooiing biedt maar die je al bijna bent vergeten nadat je de zaal hebt verlaten, ondanks de Deense ensemblecast, bijna allemaal bekende acteurs en actrices, afstudeerders van de filmacademie, met Nikolaj Lie Kaas (Riders of Justice) en Lisa Loven Kongsli (Turist) als ouders van het meisje dat nieuw is op deze eliteschool waar zowel vrijheid-blijheid als een politiekcorrecte cultuur leidend zijn. Dit resulteert vooral in voordehand liggende grappen en zo nu en dan een pijnlijke situatie. Tegelijkertijd houdt de film kijkende ouders een spiegel voor.

Fædre & mødre

Structuur in de chaos
Fædre & mødre is de vierde speelfilm van Paprika Steen, een naam die je niet snel vergeet. Ze is kind van Dogme 95, dat destijds een ‘zuivere’ manier van film maken voorstond (filmen op 35mm, op locatie met de camera in de hand, zonder kunstlicht, filters, oppervlakkige actie, enzovoorts) en acteerde in de twee eerste films van die revolutionaire Deense filmstroming, te weten Festen (1998) van Thomas Vinterberg en The Idiots (1998) van Lars von Trier. Van Dogme 95 was al na een paar jaar weinig meer over, maar toch kun je respect hebben voor Steens huidige arbeidsethos, want met weinig tierelantijnen weet zij, samen met scenarist Jakob Weis, enige structuur te brengen in de chaos van deze microkosmos van de huidige maatschappij.

Het moet gezegd dat zij erin slaagt om de kunstmatige constellatie van de schoolouders, die er voortdurend op uit zijn om niet alleen hun kinderen maar ook zichzelf te bevoordelen, enigszins te ontmantelen. Op het schoolkamp gedragen zij zich nog infantieler dan hun kinderen. Maar het voelt uiteindelijk als een teleurstelling dat de moeder van het nieuwe meisje – die zich aanvankelijk niet wil of kan aanpassen aan de groepsmores en haar man geen nachtelijke uitspatting gunde – met een feestmuts op een nieuw samenzijn van de ouders zal bezoeken.

 

3 juli 2023

 

ALLE RECENSIES

Aguirre, der Zorn Gottes (1972)

Aguirre, der Zorn Gottes (1972)
Ontdekkingsreiziger met grootheidswaanzin

door Cor Oliemeulen

Nadat Spaanse ontdekkingsreizigers de Inca’s hardhandig hadden beroofd van hun rijkdommen en het koninkrijk Peru hadden gesticht, daalt enkele decennia later een nieuwe expeditie vanuit de bergen af naar de Amazone-rivier met als bestemming de legendarische stad El Dorado.

De openingsscène van Werner Herzogs Aguirre, der Zorn Gottes (1972) doet sterk denken aan die van The Gold Rush (1925) van Charlie Chaplin waarin een lang spoor van goudzoekers eind negentiende eeuw als mieren een besneeuwde berghelling in Alaska beklimmen om de goudvelden van Yukon te kunnen bereiken. Vanuit een hoge camerahoek zien we verkleumde, uitgeputte mannen langzaam vlak langs de lens naar boven schuiven. In Herzogs zestiende-eeuwse avonturenfilm staat de camera naast een kronkelend bergpad in de Zuid-Amerikaanse jungle en zien we een meer dan honderdkoppig gezelschap van soldaten, indianen, slaven en enkele hoogwaardigheidsbekleders zich moeizaam hogerop bewegen, bijna verloren tussen de wolken en het weelderige groen. Eenmaal afgedaald naar de rivier en getroffen door voedselschaarste, ziekte en onenigheid besluit een groep opstandelingen onder leiding van Lope de Aguirre (Klaus Kinski) tot muiterij. Ze willen op zoek naar het goud van El Dorado, een nooit ontdekte stad.

Aguirre, der Zorn Gottes (1972)

Overleven op een vlot
Vanaf hier speelt Aguirre, der Zorn Gottes zich helemaal af op een groot vlot met nog enkele tientallen overgeblevenen. Klaus Kinski speelt de psychopathische rebel, zoals hij die nog vaker zou spelen in films van Werner Herzog. Hier trekt hij met een been, veroorzaakt door een van de vele confrontaties met de inheemse bevolking tijdens eerdere expedities, demonstreert een ijzige blik, vertoont oppervlakkige charme, manipulatief en impulsief gedrag met korte uitbarstingen. Exact zoals het filmscript van Herzog het beschrijft: “Hij noemt zichzelf ‘De Grote Verrader’ ofwel ‘De Toorn van God’. Fanatiek, bezeten en met grenzeloze ambitie, maar uiterst methodisch in zijn handelen. Ongeveer veertig jaar oud, zwijgzaam, pezig en met handen als het vasthouden van stalen klauwen. Gewetenloos en met een bijna pathologische criminele energie, maar toch zo volkomen menselijk dat je het niet kon zeggen, dit soort man bestaat niet meer.”

We schrijven de jaren 1560 en 1561. Herzog baseerde zijn film op het dagboek van een priester die ook deel uitmaakt van de expeditie. Wat snel blijkt, is dat de Baskische conquistador Lope de Aguirre zich openlijk verzet tegen de Spaanse Kroon. Na de ophanging van de aanvankelijke expeditieleider en het elimineren van andere sta-in-de-wegs heeft Aguirre vrij spel. Zo nu en dan wagen ze zich op de oever om een kleine nederzetting plat te branden en om voedsel te bemachtigen, maar altijd moeten ze oppassen omdat ze drijvend op de rivier soms met snelle, korte gifpijlen door indianen en kannibalen worden beschoten.

Nadat twee gastvrije ‘wilden’ zich nabij het vlot wagen, tot grote woede van de priester de aangeboden Bijbel negeren, maar een hangertje met goud tonen, waant Aguirre zich rijk en claimt vanaf de rivier al het land zover hij kan zien. Hij vergelijkt zich met Hernán Córtez, de veroveraar van Mexico in 1521. Echter maanden hoofdzakelijk ronddobberen op een vlot begint zijn tol te eisen. Een voor een bezwijken de opvarenden tijdens hun barre tocht naar succes in de hen onbekende, vijandige omgeving. Het zal niemand verbazen dat de Amerikaanse regisseur Francis Ford Coppola zich met zijn Vietnamfilm Apocalypse Now (1979) liet inspireren door Herzogs verkenning van de psychologische impact van waanzin, afmatting en demoralisatie van de menselijke natuur.

Aguirre, der Zorn Gottes (1972)

Mens versus natuur
Op het vlot beginnen sommigen te hallucineren, wat leidt tot een wonderlijk shot van een zeilboot, de gewenste noodzakelijke uitweg uit de ontberingen, die onbereikbaar hoog bovenin een boom hangt. Op verzoek van Herzog werd het gevaarte ter plekke geconstrueerd en om de boom gedrapeerd door inlanders. Tien jaar later zou Herzog in Fitzcarraldo (1982) een nog veel sterker staaltje vernuft en doorzettingsvermogen tonen met een stoomboot die in datzelfde Amazonegebied over een berg moest worden getrokken.

Aguirre, der Zorn Gottes kent de beklemmende traagheid van het leven op een vlot. Zo nu en dan bedient Herzog zich van een onverwachte, absurdistische kwinkslag. Bijvoorbeeld als Aguirre over een soldaat zegt: “Die man is een kop groter dan ik, maar dat kan veranderen”, waarna het hoofd van de soldaat over de grond rolt. Of de soldaat die als eerste wordt getroffen door (niet een korte maar) een lange pijl, die hem doorboort: “Huh, die lange pijlen raken in de mode”, steunt hij voordat hij dood in het water valt. Alsof je een paar seconden kijkt naar Monty Python and the Holy Grail (1975).

Net als al in zijn debuut Lebenszeichen (1968), Grizzly Man (2005) en veel van zijn andere films plaatst Herzog zijn personages in extreme omgevingen en confronteert ze met de onvoorspelbaarheid en ontembare krachten van de natuur. Thomas Mauch (ook camera Fitzcarraldo) maakt in Aguirre, der Zorn Gottes weidse shots van grandioze landschappen om de schoonheid en de overweldigende natuur te tonen. Het benutten van natuurlijk licht creëert sfeer en emotie in zijn beelden. Ook als we inzoomen op het gezicht van Aguirre, die tegen beter weten in zijn strijd tegen de elementen in zijn voordeel denkt te kunnen beslechten. Ten langen leste draait de camera talloze malen rond het vlot om de uitzichtloosheid van de situatie te benadrukken.

De immer ambitieuze Werner Herzog vertelde later in een interview dat in het oorspronkelijke einde de hoofdrolspeler probeert het vlot de zee op te nemen, maar voortdurend door de plotselinge, symbolische tegenstroom van de Amazone naar de kust wordt geveegd, terwijl een papegaai cynisch ‘El Dorado, El Dorado’ krijst. Ook het gebruik van de zeilboot die boven in de boom hing, bleek technisch te ingewikkeld. Gelukkig waagde de regisseur zich in zijn film niet aan de letterlijke ondergang van Aguirre, volgens de overlevering neergeschoten, handen en hoofd afgesneden, en de rest aan de honden gevoerd. Voor een ontdekkingsreiziger is het niet al wat goud blinkt.

 

Kijk hier en hier waar Aguirre, der Zorn Gottes draait.

 

26 juni 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

Lebenszeichen (1968) speelfilmdebuut Werner Herzog

Lebenszeichen (1968) is memorabel speelfilmdebuut
De windmolens van Werner Herzogs gedachten

door Cor Oliemeulen

Al in zijn speelfilmdebuut Lebenszeichen (1968) verkent Werner Herzog de grenzen van de menselijke geest. De Duitse soldaat Stroszek, die in 1942 is gestationeerd op een Grieks eiland, verliest langzaam zijn verstand als gevolg van een oorlogstrauma, isolatie van de buitenwereld, hitte en verveling.

Het volwassen scenario van een nog jonge Herzog – hij schreef het op zijn 22ste en verfilmde het op zijn 26ste – is losjes gebaseerd op het korte verhaal ‘Der tolle Invalide auf dem Fort Ratonneau’ (1818) van Achim von Arnim. Dat verhaal speelt zich af tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) en volgt een Franse soldaat die gewond raakt tijdens schermutselingen, herstelt in een fort en begint te geloven dat hij de keizer van China is en het fort zijn paleis. De Duitse soldaat Stroszek (Peter Broggle) in Lebenszeichen dient tijdens de Tweede Wereldoorlog en dreigt uiteindelijk het fort met een munitiedepot van de Duitse Wehrmacht dat hij samen met twee collega’s moet bewaken, op te blazen.

Lebenszeichen (1968)

Eenzaam
De gevoelige, artistieke Stroszek raakte gewond op Kreta, werd verzorgd door Nora met wie hij trouwde, en herstelt nu op Kos waar zijn enige vijand hijzelf is. De toon van de voice-over is al even zakelijk registrerend als de schamele belevenissen van de drie soldaten die bestaan uit het schilderen van deuren, het maken van een val voor kakkerlakken en het hypnotiseren van een kip. Terwijl Stroszek hunkert naar betekenis in zijn leven hint Nora op het maken van een baby. Maar hij lijkt niet geïnteresseerd, hoezeer zij ook probeert om door het tonen van foto’s van onder meer hun bruiloft een verlangen naar verbondenheid, herinnering en verloren momenten van geluk en menselijkheid op te roepen.

Het zijn de ogenschijnlijk kleine details die deze karakterstudie van Stroszeks pad naar zelfdestructie richting geven. Kinderlijk gedrag van zijn collega’s, close-ups van een hard en meedogenloos landschap met een schorpioen op oorlogspad en zijn gesprek met een pianist (Florian Fricke van Popol Vuh die de muziek componeerde en uitvoerde van veel latere Herzog-films) die een moeilijk en deprimerend stuk van Chopin speelt, leiden tot steeds meer irritaties. Het meest lijkt Stroszek zich te identificeren met een danser die claimt dat hij niet weet waar hij geboren is en een koning is, gescheiden van zijn stam. Terwijl zijn collega’s de vreemdeling uitlachen, voelt Stroszek verbondenheid en eenzaamheid tegelijk.

Vallei
‘De muren komen op mij af’, zegt hij tegen zijn meerdere. Die stelt voor dat Stroszek met een van zijn collega’s het fort verlaat om het eiland te gaan verkennen. Dit gegeven vindt zijn oorsprong in Werner Herzogs jeugd toen hij in navolging van zijn grootvader, een archeoloog, op zijn vijftiende in zijn eentje lopend Kreta verkende. Hij maakte destijds niet alleen kennis met de lokale cultuur, maar raakte daar vooral diep onder de indruk toen hij plotseling uitkeek op een vruchtbare vallei ten zuiden van Chersonissos met honderden windmolens met witte zeilen om het water uit de grond te halen. De tiener Herzog nam zich voor om dit ‘levensbepalende schouwspel’ ooit te zullen gebruiken voor een film.

Dat deed hij al direct in zijn eerste speelfilm. De vallei met de windmolens is voor het gemak verplaatst naar het eiland Kos. Stroszeks aanblik van al die draaiende windmolens met hun eindeloze geronk en hun gierende geluid veroorzaken ter plekke een gedesillusioneerd en verontrustend gevoel. Terwijl de camera langzaam zwenkt door de vallei dienen de ontelbare windmolens als een visuele metafoor voor de draaiende en verwarrende gedachten in zijn geest, waarbij de wieken zijn innerlijke verwardheid weerspiegelen. Stroszek pakt zijn geweer en wil als een Don Quichot de windmolens aanvallen, zich niet realiserend dat dit een onbegonnen strijd en een nutteloze inspanning is om iets aan zijn gemoedstoestand te kunnen veranderen.

Stroszek heeft zijn verstand verloren. Hij achtervolgt zowel zijn twee collega’s als Nora met een geweer en dreigt het fort en het dorp op te blazen. De woningen in de omgeving worden geëvacueerd wanneer Stroszek zijn zelfgemaakt vuurwerkraketten afvuurt, maar het enige wat hij raakt is een oude ezel en een stoel. Zijn daad van rebellie – en dus ook zijn teken van leven – dooft langzaam als het vuurwerk onzichtbaar wordt door een wolk stof achter een wegrijdende truck in het eindshot.

Kijk hier waar en wanneer Lebenszeichen draait.

 

10 juni 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

Plan 75

***
recensie Plan 75
Ouderen zijn duur en nutteloos

door Cor Oliemeulen

Japan vergrijst in sneltreinvaart. Om de kosten beheersbaar te houden, lanceert de overheid Plan 75, een programma waarin senioren worden aangemoedigd euthanasie te plegen. We volgen een bejaarde vrouw en twee jonge zorgverleners die ieder op hun eigen manier een afweging moeten maken.

Op 26 juli 2016 doodde een 26-jarige man in een verzorgingstehuis in de Japanse stad Sagamihara negentien gehandicapten met een mes om hen naar eigen zeggen te verlossen van een ongelukkig bestaan. De Japanse filmmaakster Chie Hayakawa gebruikte die tragedie als trigger voor haar speelfilmdebuut Plan 75. Hoewel dit programma nog niet bestaat, lijkt het niet ondenkbaar dat het in de toekomst zal worden ingevoerd. “Er heerst een atmosfeer om ouderen onder druk te zetten waardoor ze zich nutteloos voelen”, zegt Hayakawa.

Plan 75

Relatie tussen jongeren en ouderen
Klassieke Japanse films gaan juist vaak over de nauwe band tussen jongeren en ouderen. Een bekend voorbeeld is Tokyo Story (1953) van Yasujirō Ozu. Ouders verlangen naar genegenheid, gezelschap en waardering van hun kinderen, terwijl die kinderen bezig zijn met de drukte van het moderne leven en hun eigen verlangens en verplichtingen. Ozu benadrukt de afstand tussen ouderen en jongeren door de fysieke ruimte tussen hen in beeld te brengen; vaak worden ouderen in een andere kamer geplaatst of in de achtergrond van het frame, terwijl de jongeren dichter bij de camera staan. Stiltes en non-verbale communicatie benadrukken de emotionele afstand. De uiteindelijke boodschap: ondanks de onvermijdelijke spanningen en veranderingen in de samenleving zou de band tussen ouderen en jongeren gebaseerd moeten zijn op liefde, respect, begrip en waardering.

Zeg dat maar eens tegen de twintiger Hiromu (Hayato Isomura) die Plan 75 aan de man moet zien te brengen. Met een vriendelijke glimlach en zonder druk uit te oefenen, overhandigt hij brochures aan belangstellenden, legt uit dat je tot het moment van afscheid desgewenst wordt begeleid door een buddy en nog wat geld krijgt, voor wat aangename laatste dagen of bijvoorbeeld voor je kleinkinderen. Hiromu denkt dat hij het goede doet, want veel 75-plussers hebben een mooi leven gehad en waarschijnlijk speelt ook bij hem de gedachte mee dat hij als jongere steeds meer moet gaan bijdragen aan het pensioen van ouderen.

Zijn kijk op de overheidscampagne begint langzaam te veranderen vanaf het moment dat Hiromu een oom voor zich krijgt tijdens een intakegesprek. Anders dan in het Japanse filmdrama The Ballad of Narayama (1958, en de al even indrukwekkende remake uit 1983) waarin een 70-jarige vrouw door haar oudste zoon naar de top van een berg wordt gedragen om daar te overlijden, wordt in Plan 75 een familielid van een potentiële euthanasiepleger vervangen door iemand anders. Desondanks raakt Hiromu emotioneel betrokken bij het lot dat zijn oom te wachten staat en denkt hij terug aan het overlijden van zijn vader.

Plan 75

Eenzaamheid
Een andere jongere die we volgen, is Maria (Stefanie Arianne). Zij werkt als verpleegster in een bejaardentehuis, maar gaat werken voor Plan 75 omdat ze daar een beter salaris krijgt, zodat ze de hartoperatie van haar dochtertje eerder kan betalen. Zij heeft onder meer als taak om de bezittingen van de euthanasieplegers te verzamelen, maar wat doet zij als zij daartussen waardevolle spullen aantreft?

De hoofdpersoon van Plan 75 is echter de 78-jarige weduwe Michi (Chieko Baishô), die met een al even oude dame werkt als kamermeisje in een hotel. Echter wanneer laatstgenoemde op de werkplek overlijdt, besluit het hotel Michi te ontslaan omdat dood personeel op de werkplek geen goede reclame is. Als ook later haar beste vriendin plotseling sterft, moet Michi belangrijke keuzes maken. Ze komt in aanmerking voor bijstand, maar dan moet ze wel verkassen naar een bejaardentehuis. Een gevoel van eenzaamheid en nutteloosheid leidt haar naar Plan 75.

Regisseur Chie Hayakawa brengt Michi’s gemoedstoestand geloofwaardig in beeld, bijvoorbeeld als zij tijdens het ondergaan van de zon haar handen op een reling plaatst of met een masker op een bed ligt, op het punt het aardse leven achter zich te laten. Al even aandoenlijk is de poging van Hiromu om zijn oom te redden.

Zeventig jaar na Ozu’s Tokyo Story is de boodschap van Hayakawa ongetwijfeld om de kijker, mits überhaupt nodig, te wijzen op het inhumane karakter van een overheidscampagne waarin euthanasie vanaf een bepaalde leeftijd wordt gefaciliteerd. De consequentie is dan wel een film die de hoop en voldoende compassie mist om je aan de teneur van neerslachtigheid te kunnen onttrekken.

 

22 mei 2023

 

ALLE RECENSIES

Historias para no contar

**
recensie Historias para no contar
Soms kun je dingen beter niet vertellen

door Cor Oliemeulen

‘Vijf verhalen over hilarische, pijnlijke en vaak uiterst onhandige tegenslagen in het leven die soms wellicht herkenbaarder zijn dan je lief is’. Zo luidt de promotionele oneliner van de Spaanse film Historias para no contar, wat betekent: ‘Verhalen die niet verteld mogen worden’. Het is aan de kijker hoe letterlijk hij die suggestie neemt.

Regisseur Cesc Gay vertelt graag verhalen die uit het leven zijn gegrepen. In Truman (2016) zoekt een vijftiger met terminale kanker een nieuw baasje voor zijn hond. Het gegeven is simpel en de uitwerking van een ontroerende ingehouden pracht, juist vanwege het sterke acteerwerk van Ricardo Darín. Diezelfde acteur was eerder medeverantwoordelijk voor het succes van Gays Una Pistola en Cada Mano (2012) waarin mannen in een midlifecrisis kampen met stemmingswisselingen, overspel, hoop en vertwijfeling. Zes korte verhalen over seks en het gemis van seks als rode draad.

Historias para no contar

Relaties
Een decennium later grijpt de filmmaker terug naar een soortgelijke formule, want ook de vijf korte verhalen van Historias para no contar gaan over (seksuele) relaties. In het eerste verhaal maken we kennis met een meisje dat na lange tijd een jongen ontmoet die ze altijd al leuk vond. Ze treffen elkaar in het park als zij haar hond uitlaat. De viervoeter krijgt een splinter in zijn poot, zodat de jongen meegaat naar haar flat. Maar dan komt haar vriend eerder terug van een zakenreis en duwt het meisje de jongen in een reflex in de badkamer. Alsof ze iets te verbergen heeft.

Een al even ongemakkelijke situatie ontstaat in het tweede verhaal als Luis door zijn hedonistische vriend Carlos en diens vrouw Ana in een café wordt gekoppeld aan Sandra. De vonken springen over, maar dan blijkt dat Sandra iemand met een verleden is, zodat Carlos en Ana er alles aan doen om de zojuist opgelaaide relatie te verbreken.

Historias para no contar

Vreemdgaan
Na dit sterkste deel van de film (vooral door het grappige spel van Antonio de la Torre als Carlos, die liefde en seks pleegt te duiden middels voetbalmetaforen) zakt Historias para no contar langzaam in. De drie vriendinnen, waarvan er telkens twee over de derde roddelen als die weg is, hebben niet echt wereldschokkende geheimpjes. Het verhaal over een oudere schrijver die een relatie heeft met een jong meisje blinkt niet uit in geloofwaardigheid, waarna het laatste hoofdstuk over een man en een vrouw, die allebei zijn vreemdgegaan en balen dat ze het elkaar hebben opgebiecht, als de spreekwoordelijke nachtkaars uitgaat.

Passie, emoties en schuldgevoelens passen uitstekend in een katholiek land als Spanje, maar de behandeling van zulke thema’s verdient een beter lot. Historias para no contar is typisch zo’n film waarbij de filmmakers en de acteurs waarschijnlijk regelmatig dubbel lagen van het lachen. Alle situaties mogen dan misschien wel hilarisch, pijnlijk of onhandig zijn, de beleving van de kijker beperkt zich tot een enkele glimlach en frons. De conclusie van deze mozaïekfilm is dat je vreemdgaan en overspel beter kunt verzwijgen, behalve als je partner blijft aandringen of als je anderszins geen keus hebt. Aan zo’n weinig verheffend gegeven had zelfs een sterkere cast niet veel toe kunnen voegen.

 

9 mei 2023

 

ALLE RECENSIES

Stranger than Fiction (2006)

REWIND: Stranger than Fiction (2006)
De schrijver als God

door Cor Oliemeulen

In de nabije toekomst ontstaat er een onderklasse van mensen zonder werk en economisch nut, betoogt Yuval Noah Harari. Deze Israëlische historicus, futuroloog en bestsellerschrijver waarschuwt dat wat er omgaat in je lichaam en geest straks is af te lezen, waardoor mensen zelfs kunnen worden gehackt. In de Amerikaanse fantasiefilm Stranger than Fiction (2006) is een kleurloze medewerker van de belastingdienst niet langer in staat om invloed op zijn eigen levenslot uit te oefenen. Niet vanwege een onheilspellende samensmelting van biotechnologie en informatietechnologie, maar door toedoen van een romanschrijver met een writer’s block.

De filmgeschiedenis kent zeer fraaie voorbeelden van schrijvers die na een eclatant succes geen inspiratie of ideeën meer kunnen vinden. Zo probeert regisseur Guido in (1963) van Federico Fellini tevergeefs zijn creatieve blokkade te doorbreken met dagdromen en fantasieën over zijn leven en liefdes. De broers Joel en Ethan Coen waren zo vastgelopen met hun script van Miller’s Crossing dat ze dan maar hun eigen frustraties gingen projecteren op de vastgelopen schrijver in Barton Fink (1991). En in Adaptation. (2002) van Spike Jonze wordt het helemaal ingewikkeld als de scenarist van deze film, Charlie Kaufman, zélf het lijdend voorwerp is, terwijl zijn minder talentvolle (fictieve) tweelingbroer, Donald Kaufman, uiteindelijk wel een vet contract krijgt aangeboden.

REWIND: Stranger than Fiction (2006)

Tussen fictie en werkelijkheid
Stranger than Fiction van Marc Forster ademt in bijna alles de donkere, absurdistische sfeer van een Kaufman-script. Niet vreemd als je bedenkt dat scenarist Zach Helm zich heeft laten inspireren door Charlie Kaufman en fungeerde als assistent van diens geschreven Eternal Sunshine of the Spotless Mind (2004). Ook nu vervagen de grenzen tussen fictie en werkelijkheid, is het verhaal complex en gelaagd, en worstelt de hoofdpersoon met existentiële thema’s zoals identiteit, menselijke relaties en de zin van het leven.

Die hoofdpersoon luistert naar de naam Harold Crick (de komiek Wil Ferrell, voor de afwisseling als ingetogen karakter). Niet alleen als medewerker van de belastingdienst is hij een man van protocol, ook privé is Harold fantasieloos en laat hij zich leiden door een ijzingwekkende regelmaat. ’s Morgens poetst hij altijd precies even lang zijn tanden, op weg naar de bushalte zet hij altijd exact dezelfde hoeveelheid stappen en op zijn kantoor in Chicago etaleert hij elke dag zijn gave om ingewikkelde rekensommen van zijn collega’s feilloos uit zijn hoofd op te lossen.



In REWIND opnieuw aandacht voor opvallende films uit dit millennium.

 


Doodgaan is essentieel voor meesterwerk
Wanneer Harold een werkbezoek aan de eigenaresse van een bakkerswinkel, Ana (Maggie Gyllenhaal), aflegt omdat zij te weinig belasting heeft betaald, realiseert hij zich dat hij een vrouw in zijn leven nodig heeft om de sleur te doorbreken. Ana blijkt bewust een bepaald percentage belastinggeld niet te hebben betaald omdat dat deel wordt gebruikt voor overheidsuitgaven waar zij faliekant tegen is. Hoe verschillend hun karakters ook zijn, Ana ontsluiert Harold het genot van chocoladekoekjes en de twee tegenpolen worden verliefd op elkaar. Maar ondertussen raakt Harold in een identiteitscrisis omdat hij steeds vaker een stem hoort die vertelt wat hij aan het doen is.

‘Ik word gevolgd door een vrouwenstem’, zegt hij tegen een psychiater, die denkt dat zijn cliënt  schizofreen is. Harold begint echter langzaam te vermoeden dat hij het hoofdpersonage van een boek is. Hij gaat op bezoek bij een literatuurprofessor (Dustin Hoffman) en ontdekt dat de schrijver van zijn levensverhaal de bekende Karen Eiffel (Emma Thompson) is. Harold leert dat de hoofdpersonages van haar boeken normaliter sterven en doet er alles aan om met haar in contact te komen om zijn naderende dood af te wenden.

REWIND: Stranger than Fiction (2006)

Gelukkig vlot het plot van Eiffels huidige boek niet omdat zij kampt met een writer’s block. Zij wordt bijgestaan door een assistente van de uitgeverij (Queen Latifah) die een onberispelijke staat van dienst heeft om schrijvers te helpen hun romans succesvol af te ronden. Zowel de assistente als de literatuurprofessor zijn van mening dat de dood van de hoofdpersoon (Harold Crick dus) essentieel is om Eiffels roman tot een literair meesterwerk te maken. En ook Harold kan zich nauwelijks voorstellen dat er een mooiere manier is om te sterven.

Echter schrijvers met een writer’s block zijn onvoorspelbaar, dus liggen alle scenario’s open. Karen Eiffel voltooit haar boek en laat Harold Crick sterven, zoals ze in haar hoofd had gepland? Misschien besluit zij het einde van het boek te veranderen waardoor Harold en Ana lang en gelukkig leven? Of gaat Karen Eiffel een autobiografie schrijven zodat ze de regie over haar eigen leven terugkrijgt?

 

STRANGER THAN FICTION KIJKEN: o.a. hier.

 

Meer REWIND

Unieke registratie CCR op IN-EDIT 2023

Internationale Muziekdocumentaire Festival IN-EDIT 2023:
Unieke concertregistratie Creedence Clearwater Revival

door Cor Oliemeulen

Van 13 tot en met 23 april wordt in de Melkweg Amsterdam voor de vijfde keer het Internationale Muziekdocumentaire Festival IN-EDIT gehouden. Op het programma staan 24 nieuwe muziekdocumentaires, variërend van films over Thelonious Monk, Little Richard en Metallica. In deze preview bespreken we Travelin’ Band: Creedence Clearwater Revival at the Royal Albert Hall met een unieke registratie van het concert dat CCR gaf op 14 april 1970 in Londen.

Een echte muziekdocumentaire kun je deze film van Bob Smeaton nauwelijks noemen, omdat het reilen en zeilen van Creedence Clearwater Revival slechts in vogelvlucht voorbij komt. Travelin’ Band begint met korte beelden van de bandleden tijdens hun eerste Europese tournee in 1970. John Fogerty (zang en gitaar), Tom Fogerty (gitaar), Stu Cook (bas) en Doug Clifford (drums) ogen als toeristen en kijken hun ogen uit in Kopenhagen, Stockholm, Berlijn, Rotterdam en Parijs. “In Europa is alles minder zwart-wit dan in de States, hier heeft men geen moeite met lang haar en bakkebaarden.”

Travelin' Band: Creedence Clearwater Revival at the Royal Albert Hall

Swamp rock
De band had een zeer vruchtbaar jaar 1969 achter de rug met de lancering van maar liefst drie goed verkochte albums, te weten Bayou Country, Green River en Willy and the Poor Boys. “De beste band na The Beatles”, vertelt de voice-over van Jeff Bridges (waarmee Led Zeppelin en The Rolling Stones voor het gemak even aan de kant worden geschoven). De vier leden speelden samen vanaf begin jaren 60, eerst als The Blue Velvets, daarna als The Golliwogs. Begonnen met voornamelijk rhythm-‘n-bluescovers en geïnspireerd door onder anderen Chuck Berry, Little Richard en Hank Williams ontwikkelde de band, ondanks haar oorsprong in de San Francisco Bay Area, een zuidelijke rockstijl vanaf het moment dat ze in 1967 hadden getekend bij Fantasy Records en hun naam veranderden in Creedence Clearwater Revival. Hun swamp rock-geluid laat zich kenmerken door een mix van rock-‘n-roll, blues en country met vaak teksten over sociaal-politieke thema’s. Zo leveren de songs Who’ll Stop The Rain, Have You Ever Seen The Rain en Fortunate Son kritiek op de Vietnamoorlog.

John Fogerty, die zich had ontpopt als bandleider, tekstschrijver en producer, bepaalde ook met zijn kenmerkende raspende stem en gitaarriffs het geluid van CCR. Het is veelzeggend dat de band, na haar succesvolle optreden op Woodstock, in februari 1970 op de cover van Rolling Stone belandde, maar dat Fogerty als enige aan het woord kwam in het begeleidende interview. Na het vijfde album Cosmos Factory (dat zes weken in Amerika op nummer 1 stond) en het zesde album Pendulum verliet Tom Fogerty de band (hij zou later overlijden aan aids door een bloedtransfusie) en na het zevende album, Mardi Gras, viel CCR door irritatie over artistieke controle en zakelijke spanningen in 1972 uit elkaar. Weinig van dit alles in de documentaire.

Travelin' Band: Creedence Clearwater Revival at the Royal Albert Hall

Strak en zonder poespas
De fan hoeft echter zeker niet te treuren, want iemand was zo slim geweest om een van de twee concerten in de Londense Royal Albert Hall op 14 april 1970 op te nemen. Voor Travelin’ Band zijn de originele multitrack tapes gerestaureerd, gemixt en gemasterd, en het resultaat mag er zijn. Niet alleen is de beeldkwaliteit prima (wel jammer dat je nauwelijks iets van het publiek ziet), het geluid is navenant. De 45 minuten lange registratie van het optreden – het enige concertmateriaal van de originele line-up dat na meer dan een halve eeuw volledig is uitgebracht – is met iconische nummers als Proud Mary, Bad Moon Rising, Green River en Travelin’ Band nostalgische kwaliteit van de bovenste plank. Zonder poespas en met een strakke ritmesectie klinken de songs net zo goed als op de plaat.

 

11 april 2023

 


MEER FILMFESTIVAL

Paved Paradise

****
recensie Paved Paradise
Alle landbouwministers verplicht op vakantie in Costa Rica

door Cor Oliemeulen

We worden om de oren geslagen met doemscenario’s over klimaatverandering en het verdwijnen van natuur. Door de toenemende wereldbevolking neemt de biodiversiteit door voedselproductie in rap tempo af. Maar er is hoop, aldus filmmaker Karsten de Vreugd en bioloog Hidde Boersma in Paved Paradise. “Dit is geen depressieve film om de mensen een kutgevoel te geven.”

De Europese Unie wil dat in 2030 een kwart van de totale landbouwgrond wordt gebruikt voor biologische landbouw. Een begrijpelijke gedachte, want niet-natuurlijke bestrijdingsmiddelen zijn slecht voor je gezondheid. De documentaire Paved Paradise maakt echter duidelijk dat voor biologische landbouw bijna een derde meer grond nodig is voor dezelfde opbrengst als bij de traditionele, intensieve landbouw. Terwijl Europese subsidies de huidige landbouw in stand houden, staan we voor de urgente uitdaging om meer voedsel te produceren op een kleiner oppervlakte, zodat we tegelijkertijd land aan de natuur kunnen teruggeven. En dat is weer goed voor de biodiversiteit en ook voor het klimaat.

Paved Paradise

Alleen maar biologische landbouw is niet het antwoord
Hidde Boersma vertelt dat hij vroeger op The Rainbow Warrior van Greenpeace walvisjagers wilde gaan torpederen. Zijn kijk op een betere wereld veranderde toen hij biologie ging studeren, want bepaalde zaken bleken toch net even anders in elkaar te steken. Zo ook de misvatting dat biologische landbouw de wereld zou moeten redden. De conclusie van Paved Paradise is dat de belangrijkste oorzaak van het uitsterven van dier- en plantensoorten niet de klimaatverandering is, maar ons voedselsysteem. Voor de begrijpelijke en logische onderbouwing komen onder meer een Britse schrijver, twee Cambridge-wetenschappers, een hoogleraar landschapsplanning, een lid van het Europees Parlement en een voormalige minister van Costa Rica aan het woord. Over laatstgenoemde straks meer.

Filmmaker Karsten de Vreugd en bioloog Hidde Boersma brengen hun boodschap op een verhelderende en amusante manier. Hun film onderscheidt zich van de standaard-documentaires over heikele kwesties door hun leuke interacties met elkaar en hun gasten, humoristische voice-overs, jolige muziekjes en verrassende montages. Zo springt een teler van een Westlandse kas tussendoor een keer of vijf tevergeefs tussen de planten vandaan voordat hij dan eindelijk zijn zegje mag doen. Zijn opmerking dat hij tien keer zo weinig grond nodig heeft voor dezelfde opbrengst zet je opnieuw aan het denken.

Paved Paradise

De romantisering van het traditionele plattelandsleven
De huidige oeverloze discussies over ons stikstofprobleem zijn onderdeel van de manier waarop er naar de landbouw wordt gekeken. De Britse schrijver George Monbiot zegt dat de meeste milieuactivisten blind zijn voor de olifant in de kamer: het gebruik van land. De culturele kracht om dingen te veranderen is groter dan de economische macht. Als eenling kun je niks, maar grote groepen burgers kunnen wel regeringen pushen. Hij noemt ‘poetry’ de grootste vijand voor verandering. Al zodra mensen beginnen met lezen, worden zij geconfronteerd met de romantisering van het traditionele plattelandsleven.

De Vreugd en Boersma bezoeken Portugal waar ruimte wordt gegeven aan de natuur zodat ecosystemen kunnen herstellen. Maar vooral hun trip naar Costa Rica laat zien dat er nog hoop is als ze zich laten rondleiden door ex-minister Alvaro Umaño. Hij was in de jaren 80 medeverantwoordelijk voor het opgeven van landbouwgrond aan de natuur, die inmiddels meer dan de helft van het Centraal-Amerikaanse land bestrijkt. Natuurlijk is niet ieder land hetzelfde en zijn overal de natuurlijke omstandigheden anders. Maar wat zou er ook in ons eigen land op tegen zijn dat boeren landbouwgrond opofferen aan het cultuurlandschap en hiervoor betaald krijgen?

In Costa Rica ligt de blauwdruk voor een goed plan voor de toekomst van voedselproductie in combinatie met het herstel van natuur en biodiversiteit. Boeren hebben hier niet meer dan vijf hectare land, maar dan wel op de meest vruchtbare plekken met de hoogste opbrengsten. “Alle landbouwministers moeten verplicht op vakantie in Costa Rica”, aldus de filmmakers. Alvaro Umaño is zichtbaar geroerd door hun enthousiasme.

 

5 april 2023

 

ALLE RECENSIES

Till

***
recensie Till
Verdriet van een zwarte moeder

door Cor Oliemeulen

Till is een emotioneel biografisch drama over de moord op de Afro-Amerikaanse tiener Emmett Till in het Mississippi van 1955. Naast een reconstructie van deze afschuwelijke gebeurtenis richt de film van Chinonye Chukwu zich zowel op de impact op Emmetts familie als op de burgerrechtenbeweging.

De 14-jarige Emmett “Bo” Till (Jalyn Hall) is een vrolijke jongen die met zijn moeder Mamie (Danielle Deadwyler) woont in Chicago. Net als vele andere zwarte Amerikanen zijn Mamie’s ouders gevlucht voor het institutioneel racisme in het zuiden van de Verenigde Staten. Maar ook hier ligt rassenhaat op de loer, zoals blijkt als Mamie en Emmett door een verkoper in een warenhuis ‘subtiel’ worden verwezen naar de kelderverdieping. Emmett wil wat kopen omdat hij binnenkort op familiebezoek gaat in Mississippi. Mamie is al dagen bezorgd dat haar spontane zoon – aangemoedigd door zijn oma Alma (Whoopi Goldberg) zodat hij kan zien waar zijn roots liggen – in de problemen kan komen. “Er zijn daar andere regels voor zwarte mensen”, waarschuwt zij. “Gedraag je nederig, praat niet tegen witte mensen en blijf bij je neven.”

Till

Open doodskist
Toch gaat het later mis in het dorpje Money in Mississippi. Emmett koopt snoep in een winkeltje waar de jonge witte moeder Carolyn Bryant (Haley Bennett) achter de toonbank staat. Emmett wil aardig overkomen, zegt dat zij op een filmster lijkt en fluit zoals iemand fluit als die een mooie vrouw ziet. Eenmaal buiten trekken zijn neven hem snel in de auto omdat de vrouw naar een pistool grijpt. Het duurt niet lang voordat Bryants echtgenoot en een vriend van hem Emmett ontvoeren uit het huis van zijn familie. Drie dagen later wordt hij verminkt met een kogel in zijn hoofd uit een rivier gevist. De autoriteiten kunnen hem slechts identificeren door de ring van zijn overleden vader die hij draagt.

De lynchpartij krijgt nationaal veel aandacht omdat Mamie Till kiest voor een ‘open casket funeral’ waarvan foto’s in met name zwarte media verschijnen. Ze wil ook beslist de rechtszaak in Mississippi tegen de twee verdachten bijwonen, maar realiseert zich al snel dat de uitspraak van de ‘all-white jury’ bij voorbaat vaststaat. Saillant detail is dat Mamie zich laat vergezellen door burgerrechtenactivist Medgar Evers, die acht jaar later zou worden doodgeschoten.

Till

Emotionele vertolking
Till is het zoveelste belangrijke filmdrama dat de kijker confronteert met racisme en de strijd van de burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten. Soms misschien ‘te mooi’ gefilmd, want iedereen is onberispelijk gekleed en alle auto’s glimmen als nieuw. Waar een bloedstollende thriller als Mississippi Burning (1988) de gewelddadigheden van witte tegen zwarte mensen expliciet toont, moet Till het hebben van de emotionele vertolking van Danielle Deadwyler als de treurende moeder die aanvankelijk alleen maar haar vermoorde zoon wil zien en zich uiteindelijk ontpopt als voorvechter van de burgerrechtenbeweging. Veel kijkers zullen iets van haar hartverscheurende verdriet voelen en misschien niet begrijpen dat de actrice niet eens voor een Oscar werd genomineerd, wat in eigen land weer eens op een heuse rel uitliep.

Hoewel de reconstructie van Emmett Tills lynchpartij geloofwaardig en respectvol is verfilmd en de kijker zich kan wanen in het Mississippi van de jaren vijftig met de rassenscheiding en vooroordelen, zijn er altijd mensen die het waarheidsgetrouwe van de film in twijfel proberen te trekken. Misschien had de zwarte jongen de witte winkelbediende inderdaad willen aanranden, zoals zij beweerde.

En totaal irrelevant voor de rechtszaak, omdat het feit pas jaren later aan het licht kwam, was Emmetts vader geen gesneuvelde oorlogsheld (wat overigens niet met zoveel woorden in de film wordt gesuggereerd) maar werd hij tijdens de Tweede Wereldoorlog in Italië opgehangen vanwege verkrachting van twee vrouwen en de moord op een van hen.

Ronduit schokkend is dat de twee moordenaars van Emmett Till in 1956 in een interview met het magazine Look, waarvoor het duo 4.000 dollar kreeg, vertelden dat zij hun slachtoffer hadden gefolterd en gedood. Ook nu zouden zij niet worden vervolgd vanwege de ‘Double Jeopardy’-wet.

 

23 maart 2023

 

ALLE RECENSIES

IFFR 2023 – Deel 4: Brieven uit de dodencel

IFFR 2023 – Deel 4:
Brieven uit de dodencel

door Cor Oliemeulen

‘Elke gelijkenis met bestaande personages of gebeurtenissen berust op louter toeval’, meldt de disclaimer. Opvallend genoeg komt oudgediende Marco Bellocchio juist heel dichtbij de waarheid over een van de meest geruchtmakende politieke moorden van de twintigste eeuw. Na de liefst 326 minuten van Esterno Notte is zijn conclusie duidelijk: de ontvoerde Italiaanse oud-premier Aldo Moro werd opgeofferd door zijn eigen christendemocratische partij.

Deze van oorsprong zesdelige serie – nog integraal te zien op het IFFR zaterdag 4 februari – is niet zozeer een reconstructie van de ontvoering en executie van Aldo Moro in 1978 door leden van de communistische terreurorganisatie Rode Brigades, maar een vrije interpretatie vanuit het perspectief van zes direct betrokkenen.

Esterno Notte

Zes delen, zes perspectieven
Waar Bellocchio’s meesterwerk Buongiorno, Notte (2003) de vier kidnappers, een vrouw en drie mannen, volgt vanaf het huren van het appartement waar Aldo Moro gevangen wordt gehouden tot het wegvoeren en volgens ‘proletarisch recht’ vonnissen van de politicus bijna twee maanden later, belicht de regisseur in Esterno Notte uitgebreid de tragische geschiedenis ‘van buitenaf’.

Centraal in het relaas staat de minister van Binnenlandse Zaken, Francesco Cossiga (Fausto Russo Alesi: Sweet Dreams, 2016), die Aldo Moro beschouwt als een vader aan wie hij zijn carrière heeft te danken. Na het plegen van verraad krijgt hij waanbeelden van bloedende handen.

Paus Paulus VI (Toni Servillo: La grande bellezza, 2013) is een oude studievriend van Moro en doet er alles aan om hem vrij te krijgen, inclusief zelfkastijding en het bijeenbrengen van het losgeld, dat de hele tijd onaangeroerd op een tafel in Vaticaanstad blijft liggen.

Het personage van Giulio Andreotti (Fabrizio Contri) oogt al even corrupt als in Bellocchio’s historische drama Il Traditore (2019) waarin deze christendemocratische premier tussen de maffia rondloopt in zijn onderbroek om een nieuw kostuum aangemeten te krijgen.

Rode Brigades-lid Adriana Faranda (die later een bestseller schreef, gespeeld door Daniela Marra) is een moeder die haar dochter mist en langzaam begint te twijfelen aan het doden van hun gijzelaar.

Echtgenote Eleonora Moro (Margherita Buy: Mia Madre, 2015) oefent tegen beter weten in druk uit op Aldo’s christendemocratische partijgenoten, maar die zeggen dat je terroristen geen losgeld moet betalen, omdat ze daar toch alleen maar bommen van kopen. Volgens hen zijn communisten bovendien atheïsten en nog erger dan maffiosi, want die gaan in ieder geval nog naar de kerk.

Tot slot leren we natuurlijk Aldo Moro (Fabrizio Gifuni) wat beter kennen: allereerst als een (groot)vader die kalmte en vriendelijkheid uitstraalt, maar uiteindelijk als gevangene in een dodencel die veelvuldig brieven aan de buitenwereld schrijft en steeds wanhopiger wordt.

Esterno Notte

De communisten buitenspel zetten
Tussendoor maken we kennis met de schimmige Amerikaanse kidnapdeskundige Steve Pieczenik (Tim Daish) die de autoriteiten eerder lijkt te ontmoedigen om het losgeld te betalen dan hen aanmoedigt om de politicus kost wat kost vrij te krijgen. Het waarom wordt duidelijk vanaf de scène waarin Aldo Moro als voorzitter van de christendemocratische partij in een toespraak toenadering zoekt tot samenwerking met de communistische partij, later bestempeld als Historisch Compromis.

Het mag duidelijk zijn: Amerika zal nooit instemmen met een samenwerking met communisten en de Italiaanse conservatieve christendemocraten zullen niet rouwig zijn wanneer Moro die plannen niet kan verwezenlijken. Het cynische is dat de Rode Brigades – die strijden tegen de ‘onderdrukkende’ christendemocraten die al sinds de Tweede Wereldoorlog het land in hun eentje regeren – juist de ‘verbinder’ Aldo Moro ontvoeren. Giulio Andreotti was ook een gewild persoon, maar die had een gepantserde auto, Aldo Moro niet.

Marco Bellocchio, die gedurende zijn al bijna zestigjarige loopbaan nooit een geheim maakte van linkse sympathieën, hekelt in Esterno Notte niet degenen die de trekker overhalen, maar Aldo Moro’s politieke vrienden die hem de rug toekeren en de moord in feite faciliteren. Als vanouds schakelt de filmmaker soepel tussen de deprimerende realiteit, dromen, fantasieën en archiefbeelden. Zo zien we aan het eind van het drama authentieke beelden van Moro’s drukbezochte uitvaart in een basiliek. Echter de overledene in kwestie is niet aanwezig, omdat zijn vrouw al een besloten begrafenis had gehouden waarbij geen enkele politicus welkom was.

In Buongiorno, Notte kroop Roberto Herlitzka in de huid van Aldo Moro. De vertolking van Fabrizio Gifuni in Esterno Notte is mogelijk nog geloofwaardiger, niet in de laatste plaats vanwege zijn treffende gelijkenis met de politicus. Gifuni speelde Moro al in het misdaaddrama Piazza Fontana: The Italian Conspiracy (2012) van Marco Tullio Giordana en in het eenmanstheatersstuk Con il vostro irridente silenzio (2018), dat hij zelf maakte en regisseerde op basis van de brieven die Aldo Moro schreef tijdens zijn 55 dagen durende gevangenschap.

 

31 januari 2023

 

Deel 1: Fantasie als werkelijkheid
Deel 2: Terug op locatie
Deel 3: Coronacinema
Deel 5: Buitenbeentjes
Deel 6: Olympische Spelen, Poetin en Iran
Deel 7: Stijl & experiment

 

MEER FILMFESTIVAL