Aus dem Nichts

****

recensie Aus dem Nichts

Een oog om een oog, een tand om een tand?

door Ries Jacobs

‘Living well is the best revenge.’ Deze uitspraak van de zestiende-eeuwse Welshman George Herbert is nog steeds actueel. Maar kun je nog wel goed leven als je echtgenoot en zoon door een aanslag om het leven komen? Regisseur Fatih Akin brengt dit drama in beeld. 

Katja verliest haar man Nuri en zoon Rocco bij een aanslag. De twee racistisch gemotiveerde verdachten hebben het gemunt op Nuri, een Duitser van Koerdische afkomst. Ze worden opgepakt en het proces gaat van start, maar de weg naar gerechtigheid blijkt lang en zwaar.

Aus dem Nichts

Spijkerbom
De film volgt Katja die het wegvallen van haar gezin een plaats probeert te geven. Volgens Akin wilde de in Duitsland geboren Hollywoodster Diane Kruger, bekend van onder andere Troy en Inglourious Basterds, dolgraag een keer met hem samenwerken. De samenwerking pakt goed uit. Krugers vertolking van Katja is intens, maar geloofwaardig.  Een even indrukwekkende rol zet de Oostenrijker Johannes Krisch neer. Hij speelt Haberbeck, de geslepen advocaat die de verdediging van de verdachten op zich neemt.

Haberbeck zaait twijfel en weet zo het proces naar zijn hand te zetten. In de garage van één van de verdachten heeft de politie alle ingrediënten voor een spijkerbom gevonden. De doortrapte jurist stelt dat meerdere mensen wellicht toegang tot de garage hebben, want onder een steen bij de ingang van de garage heeft de verdachte een sleutel verstopt. ‘Also draußen vor der Tür’, verduidelijk de advocaat.

Deze referentie aan het gelijknamige toneelstuk van Wolfgang Borchert is treffend. Net als  hoofdpersoon Beckmann in ‘Draußen vor der Tür’ staat Katja buiten de samenleving. Haar gezin is dood, haar schoonouders nemen haar de dood van hun kleinzoon kwalijk en Katja raakt steeds meer vervreemd van haar ouders en haar beste vriendin. Niemand kan Katja helpen om de leegte in haar leven een plaats te geven.

Anders Breivik
Racisme, onrecht en de positie van Turkse migranten in de Duitse samenleving zijn de centrale thema’s in Aus dem Nichts. Deze onderwerpen komen vaak terug in de films van Akin (o.a. Gegen die Wand en Soul Kitchen). De in Hamburg geboren regisseur schrijft het script voor zijn films vaak zelf en blijft hierbij meestal dicht bij zijn Turkse wortels.

Ook voor deze film schreef Akin het script, een verhaal dat als je er over nadenkt verontrustend realistisch is. Op 22 juli 2016, precies vijf jaar na de terreurdaad van Anders Breivik in Noorwegen, schoot een tiener met nazisympathieën in München negen mensen dood. We verwachten terreur vaak vanuit een andere hoek, maar ook een rechts-extremistische aanslag ligt altijd op de loer.

Onverwacht slotstuk
Hoever wil je gaan in je queeste naar rechtvaardigheid? In ruim anderhalf uur worden de aanslag, het rouwproces en de rechtszaak erdoorheen gejaagd om uit te monden in een onverwacht slotstuk. Akin houdt de vaart in de film waardoor deze geen moment verveelt. Niet voor niets won hij dit jaar de Golden Globe en was het de afvaardiging van Duitsland voor de Oscars. Met een soms kil aandoend realisme brengt Aus dem Nichts een van de problemen van de westerse samenleving in beeld.
 

25 maart 2018

 
MEER RECENSIES

Nazistische wolkenluchten

Deel 1: Onvoorspelbare natuur
Hoe nazistisch kan een wolkenlucht zijn?

door Paul Rübsaam

Films van Arnold Fanck, Leni Riefensthal en Luis Trenker als Der heilige Berg (1926), Das blaue Licht (1932) en Der Berg ruft! (1938) waren met hun impressies van de woeste natuur en beelden van alpinisten en skiërs in actie in cinematografisch opzicht hun tijd vooruit. Tevens borduurden ze voort op thema’s ontleend aan de negentiende-eeuwse Romantiek. Onder invloed van de filmcriticus Siegfried Kracauer zouden ‘Die Bergfilme’ als latent nationaalsocialistische films een negatief imago krijgen. De argumenten voor die aantijging blijken in Kracauers standaardwerk ‘From Caligari to Hitler’ (1947) evenwel weinig overtuigend. 

In 1913 maakte de filmpionier en geoloog Arnold Fanck reeds filmbeelden van zijn beklimming van Zwitserlands hoogste berg De Monte Rosa (4634 meter). Het was voor het eerst dat iemand zo’n Alpenreus beklom met medeneming van een filmcamera, die destijds bijna honderd kilo woog.

Vanaf de top wilde Fanck opnames maken van een zich onder zijn voeten uitstrekkend wolkendek. Met gebruikmaking van twintigste-eeuwse technische hulpmiddelen was dit streven om de wonderbaarlijke schoonheid van de bergwereld in beeld te vangen verwant aan dat van Romantische schilders als Caspar David Friedrich (1774-1840).

Der Wanderer über dem Nebelmeer van Caspar David Friedrich

Der Wanderer über dem Nebelmeer van Caspar David Friedrich

Autodidact
De bewuste opnames gingen echter verloren. Met inbegrip van de voor die tijd unieke skibeelden die Fanck vervaardigde tijdens de afdaling. Dat afdalen op die lange latten zou Fanck in zijn filmimpressie Das Wunder des Schneeschuhs zeven jaar later  opnieuw vastleggen. Als autodidact, die anno 1920 zelf nog nooit een speelfilm had gezien, lette hij daarbij vooral op de wijze van bewegen van zijn ‘acteurs’. Naar hij later zou verklaren vond hij die in zijn films veel natuurlijker dan in films uit diezelfde tijd die in de studio werden vervaardigd en door hem minachtend ‘atelierfilms’ werden genoemd,

Ondanks de desinteresse van filmbedrijven voor een film waarin slechts skiërs van een helling afdaalden, kon Fanck bij door hem zelf op touw gezette vertoningen van Das Wunder des Schneeschuhs rekenen op enthousiast publiek. Na een tweede voorstelling in een grotere zaal in Berlijn, die opnieuw luid applaus oogstte, volgden zelfs lovende krantenrecensies.

De publieke bijval prikkelde Fanck tot nieuwe ondernemingen. In Im Kampf mit dem Berg (1921) werd een beklimming van de Lyskamm (4527 meter)  vanuit de Monte Rosahütte vastgelegd. Maar het bergbeklimmen bleek statischer te ogen dan het skiën. Fanck moest tijdens een door hem bijgewoonde vertoning constateren dat het publiek zich snel begon te vervelen.

In zijn latere films verzon hij daarom verhaaltjes rond zijn skiërs en alpinisten en gaf zo het menselijk drama in toenemende mate de ruimte. In veel opzichten waren de natuurverschijnselen echter zijn eigenlijke personages. Fanck poogde de echte natuur met zijn lawines, stormen, stenenregens en in SOS Eisberg (1933) zelfs ijsbergen vast te leggen en te onderwerpen aan zijn nauwelijks uitgeschreven draaiboeken. Slechts bij hoge uitzondering werden explosieven ingezet om een voor het verhaal van de film noodzakelijke lawine te ontketenen. Optische effecten dienden met natuurlijke middelen tot stand te worden gebracht. Zo is in de film Der weisse Rausch (1931) te zien hoe skiërs hun schaduwen projecteren op een sneeuwwolk die ze zelf ontketenen.

Still uit Der weisse Rausch (1931) van Arnold Fanck

Still uit Der weisse Rausch (1931) van Arnold Fanck

Verstoten heks
In Arnold Fancks film Der heilige Berg (1926) kregen zowel Leni Riefenstahl als Luis Trenker een hoofdrol toebedeeld. Het zou de opmaat zijn voor een belangrijke bijdrage die dit tweetal zou leveren aan de ontwikkeling van de bergfilms.

De eerste door Leni Riefenstahl zelf geregisseerde film was Das blaue Licht (1932). Deze vroege geluidsfilm werd met enig gebruik van kleurfilters opgenomen in de Zwitserse en Italiaanse Alpen en vertelt een verhaal over de jonge vrouw Junta (gespeeld door Riefenstahl zelf) dat veel weg heeft van een sprookje.

Junta, die samen met een geit en wat kippen in een hut hoog in de bergen woont, weet vlakbij de top van de fictieve Mont Cristallo stukken bergkristal te bemachtigen. Dat bergkristal straalt bij volle maan een bepaald licht uit rond de berg (het blauwe licht). Aangezien dit er de oorzaak van zou zijn dat verschillende jonge bergbeklimmers zijn verongelukt en Junta die dans blijkbaar weet te ontspringen, wordt ze door de bewoners van een naburig dorp beschouwd als iemand die in verbinding met kwade machten staat.

Voor het monteren van haar filmmateriaal moest Riefenstahl de nodige adviezen inwinnen bij haar leermeester Arnold Fanck. De thematiek die in Das blaue Licht naar voren komt is echter in de films van Fanck ver te zoeken. De (letterlijk) verheven Junta leeft als eenling in harmonie met de natuur en voelt zich in de mensengemeenschap niet thuis. Die gemeenschap vertrouwt haar niet en verstoot haar zelfs alsof ze een heks is. 

Europese cowboy
Natuuresthetiek speelde in de films van Luis Trenker een minder grote rol. Deze geboren Zuid-Tiroler, die anders dan de Duitsers Fanck en Riefenstahl afkomstig was uit het Alpengebied zelf, wist Die Bergfilme een zekere genrepotentie te verschaffen. Dat hij zichzelf met zijn stoere, zuidelijke variant van de ‘gebirgskopf’ in de hoofdrollen plaatste, droeg daar toe bij.

Steeds was Trenker de typische ‘local’: een taaie, eenvoudige man met het hart op de goede plaats, die niets liever deed dan in de bergen vertoeven. Met zijn amodieuze kleding, zijn Tiroolse accent en zijn zelfbedachte aforismen maakte hij in vergelijking met de meer geletterde alpinisten uit het laagland een kolderieke indruk, als was hij een voorloper van de door Paul Hogan vertolkte Australische held Crocodile Dundee (Crocodile Dundee (1986) en sequels).

Still uit Das blaue Licht (1932) van Leni Riefenstahl

Still uit Das blaue Licht (1932) van Leni Riefenstahl

In enkele films van Trenker speelt gewapende strijd tussen mensen van verschillende nationaliteiten een rol. Zo speelt Bergen in Flammen (1931) zich af in de Eerste Wereldoorlog. De hoofdpersoon (gespeeld door Trenker zelf) is een soldaat die deel uitmaakt van een alpiene legereenheid in Tirol. Op heroïsche wijze weet deze zijn militaire en alpinistische vaardigheden met elkaar te verenigen.

Het twee jaar later vervaardigde Der Rebell grijpt terug naar de Napoleontische tijd. De hoofdpersoon (opnieuw Trenker) leidt een Tiroolse opstand tegen de Franse bezetters. Regelmatig terugkerende achtervolgingen te paard in het berglandschap verraden de invloed van de Amerikaanse westerns.

Onvoorspelbare, maar geliefde natuur
Vooral in de film Der Berg ruft! uit 1938 laat Luis Trenker zien hoe de historische aan de Romantiek ontleende tendensen in Die Bergfilme een voor het ontstaan van een filmgenre geschikte vorm zouden kunnen krijgen. Trenker concentreert zich in deze film op een historisch omslagpunt in onze betrekking met het hooggebergte: de fataal verlopen eerste beklimming van de Matterhorn in 1865.

Evenals in de eerdere films van Fanck, waarin alpinisten onder invloed van extreme weersomstandigheden of andere tegenslag ook dikwijls in hevige moeilijkheden terecht komen, is er in Der Berg ruft! ondanks de verschrikkingen uiteindelijk sprake van een verzoening met de onvoorspelbare, maar fascinerende en geliefde natuur.

Daarmee werd een ontwikkeling voltooid waarbij de mogelijkheden van de camera die Fanck c.s. hadden ontdekt, konden leiden tot aantrekkelijke, spannende films die teruggrepen naar dit Romantische, negentiende-eeuwse perspectief. 

De filmcriticus Siegfried Kracauer zou in zijn boek From Caligari to Hitler uit 1947 de ontwikkeling die Die Bergfilme doormaakten echter in een modernere en bij uitstek politieke context plaatsen.
 

5 november 2017

 

Deel 2: Psyche van de vijand
Deel 3 (slot): Pubers en vlaggen

 
 
MEER ESSAYS

Tschick

***

recensie Tschick

Brave roadmovie voor de jeugd

door Cor Oliemeulen

De veertienjarige Tschick is een opvallende verschijning die in no-time het leven van de onopvallende Maik ondersteboven zet. In een gestolen auto gaat het duo op weg naar het onbekende. Prima jeugdfilm van Fatih Akin die ditmaal te weinig buiten de lijntjes kleurt.

De Duits-Turkse regisseur Fatih Akin liet in 2004 een verpletterende indruk achter met Gegen die Wand: het verhaal van twee misfits die een schijnhuwelijk aangaan en later verliefd op elkaar worden. Drie jaar later verscheen het eveneens prachtige drama Auf der anderen Seite waarin een Turkse man in Istanboel op zoek gaat naar de voormalige vriendin van zijn vader. Bijna alle films van Akin kennen multiculturele verhalen met thema’s als identiteit en vriendschap. Zo ook zijn achtste rolprent Tschick.

Tschick

Bestseller
Voor het eerst schreef de regisseur de plot niet zelf, want de film is een adaptatie van de gelijknamige bestseller van Wolfgang Herrndorf die in Duitsland twee miljoen keer over de toonbank ging. Ook nieuw is de doelgroep: Tschick richt zich net als het boek vooral op de jeugd. Liefdevol en vakkundig gemaakt, zal Tschick in Duitsland ongetwijfeld een grote kaskraker worden vanwege de typisch Duitse ‘humor’ en de lokale culturele gebruiken. Daarbuiten zullen weinigen wakker liggen van deze onvervalste roadmovie, maar zich eenvoudig herkennen in de universele thema’s.

We beleven de gebeurtenissen door de ogen van de veertienjarige Maik (Tristan Göbel). Hij is een buitenbeentje op school en zijn klasgenoten noemen hem Psycho. Maik maakt moeilijk contact, houdt van alternatieve rock, kleedt zich niet populair en is heimelijk verliefd op Tatjana (Aniya Wendel). Hij heeft een goede band met zijn grappige, sexy moeder (Anja Schneider), die verslaafd aan wodka is. Zijn vader (Uwe Bohm) zit goed in het onroerend goed en blijkt een klootzak. Maiks saaie leventje verandert als een nieuwe klasgenoot zich aandient: Tschick (Anand Batbileg), zoon van een Russische immigrant, die onaangepastheid tot kunst heeft verheven.

Tschick

Wezenlijke thema’s
Bij het aanbreken van de zomervakantie gaat moeder naar een ‘beauty farm’ (afkickkliniek) en vader op ‘zakenreis’ (op vakantie met een jonge vrouw). Maik alleen achterlaten met een paar honderd euro is vragen om moeilijkheden. Tschick heeft een oude Lada gejat en sleept Maik mee naar het feestje van Tatjana waarvoor zij allebei niet zijn uitgenodigd. Hun opzienbarende entree vormt het begin van een reeks avonturen. Met de melige ‘Ballade pour Adeline’ van Richard Clayderman op een cassettebandje verlaat het duo Berlijn, op weg naar het oosten. Een dollemansrit door een maisveld, een achtervolging van een boze boer op een tractor en een confrontatie met een politieman op een fiets in een gehucht waar het duo eerder was aangeschoven aan de eettafel van een plattelandsgezin, mondt uit in een ontmoeting met het al even onaangepaste, mysterieuze meisje Isa (Mercedes Müller).

Sommige locaties zijn adembenemend en het acteren is geloofwaardig, maar Tschick blijft over het algemeen op de vlakte en een tikkeltje te braaf. Alleen het liedje op de soundtrack ‘Hurra, dieses Welt geht unter’ contrasteert slechts heel even alle stoute vrolijkheid in deze ‘mooiste zomer ooit’, maar het ontbreekt de film aan een conflict of een echte verrassing. Blijft over een goed verteld jeugdverhaal – met thema’s als identiteit, vriendschap en homoseksualiteit – dat zeker onderhoudend is. Ook voor volwassenen.
 

8 oktober 2017

 
MEER RECENSIES

Een filmster zonder aura

Deel 1: Een student uit Praag
Een filmster zonder aura en de angst voor het witte doek

door Paul Rübsaam

Films over dubbelgangers – en daaraan verwante verschijnselen als gespleten persoonlijkheden, door waanzinnige wetenschappers vervaardigde monsters en demonen zonder schaduw of spiegelbeeld – waren een terugkerend verschijnsel in de beginjaren van de cinema. Deel 1: Een student uit Praag. 

Opmerkelijk genoeg schetsten de Italiaanse schrijver Luigi Pirandello en de Duitse cultuurfilosoof Walter Benjamin in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw een beeld van de moderne filmacteur dat sterk deed denken aan deze dubbelgangers in de ruime zin des woords. In hoeverre is de universele angst voor het medium film, waaraan Pirandello en Benjamin uiting gaven, medebepalend geweest voor het ontstaan van het horrorgenre? 

Spiegelbeeld
In het jaar 1913, in de beginjaren van het tijdperk waarin speelfilms van enige lengte zich aandienden, verscheen in Duitsland Der Student von Prag, een 41 minuten durende film van de Deense regisseur Stellan Rye, naar een draaiboek van Hanns Heinz Ewers, met Paul Wegener in de hoofdrol. Balduin, de Praagse student van de titel, wil een gravin het hof maken, maar is te armlastig om zich aan te kunnen dienen in de betere Praagse kringen. Dan verschijnt de tovenaar Scapinelli, die hem een schijnbaar lucratief aanbod doet. De magiër is bereid de student met goudstukken te overladen als hij uit diens woning iets mee mag nemen.

Balduin en Scapinelli in der Student von Prag (1913)

Balduin en Scapinelli in der Student von Prag (1913)

Balduin, ervan overtuigd dat hij niets waardevols bezit, stemt onmiddellijk met het voorstel in. Tot zijn verbijstering blijkt Scapinelli echter zijn zinnen te hebben gezet op het spiegelbeeld van de student. Hij weet dit uit te spiegel te doen stappen en mee te tronen, Balduin zelf verbouwereerd achterlatend. Na dit voorval probeert de inmiddels rijke student tegen de klippen op zijn sociale leven de benodigde impuls te geven. Steeds vaker duikt echter zijn voormalige spiegelbeeld op om hem als zijn dubbelganger in diskrediet te brengen, wat uiteindelijk tot zijn ondergang leidt.

In 1926 zou er een remake volgen van Der Student von Prag, geregisseerd door Henrik Galeen. Conrad Veidt geeft hierin gestalte aan het tot leven komende spiegelbeeld van Balduin op een wijze die doet denken aan zijn eerdere vertolking van de door Doktor Caligari uit zijn slaap gewekte, profetische slaapwandelaar Cesare in de expressionistische mijlpaal Das Cabinet des Dr. Caligari (1920) van Robert Wiene.

In de tussenliggende periode verscheen Phantom van Friedrich Wilhelm Murnau. Ook in deze film uit 1922 is er sprake van een dubbelganger, of beter gezegd: dubbelgangster. Dit keer gaat het om een vrouw die als twee druppels water lijkt op de door de protagonist aanbeden vrouw, maar anders dan deze oorspronkelijke romantic interest van nogal twijfelachtig allooi is. 

Spaltungsphantasie
Dat spiegelbeelden, door geleerden of tovenaars aangestuurde monsters en lookalikes reeds zijdelings ter sprake zijn gekomen, wijst er al op dat in de vroege cinema moeilijk de grens moeilijk is te trekken tussen dubbelgangers in strikte zin, voor zover je daar van kunt spreken, en daaraan verwante verschijnselen.

Ook in de filmhistorische literatuur wordt benadrukt hoe vaag dit grensgebied is. Zo staat de Duitse cultuurhistoricus Gerald Bär in ‘Das Motiv des Doppelgängers als Spaltungsphantasie in der Literatur und im deutschen Stummfilm’ uit 2005 tevens stil bij de films Der Andere (1913), Der Golem (1915, 1920), Dr. Mabuse Der Spieler (1922), Schatten- Eine nächtliche Halluzination (1923), Orlacs Hände (1924), Geheimnisse einer Seele (1926) en Alraune (1928). Ook komen in zijn studie Amerikaanse films als Dr. Jekyll and Mr. Hyde (1920, 1931), Dracula (1931) en Frankenstein (1931) aan bod.

Schaduwen die een eigen leven leiden in Schatten- Eine nächliche Halluzination (1923)

Schaduwen die een eigen leven leiden in Schatten- Eine nächliche Halluzination (1923)

Als Bärs ruim opgezette inventaris als leidraad mag dienen, zouden ook gespleten persoonlijkheden, schaduwen die een eigen leven leiden of juist geheel afwezig zijn, zelfstandig opererende lichaamsdelen, ondoden en personages die van uiterlijk veranderen onder een ruimer dubbelgangersbegrip kunnen vallen.

Ook bij deze varianten wordt er van de gangbare menselijke verschijningsvorm iets afgesplitst of afgespleten, wat als een vorm van verdubbeling, maar even goed als een vorm van amputatie kan gelden. Die gangbare verschijningsvorm die als maatstaf kan dienen, laat zich omschrijven als: een biologisch verwekt menselijk wezen met een herkenbaar karakter en uiterlijk, dat zich maar op één plaats kan bevinden en alleen daar over een schaduw en een spiegelbeeld beschikt.

Zodra in fictie of anderszins in de menselijke (al dan niet gestoorde) fantasie dit gebaande pad verlaten wordt, zou je in navolging van Gerald Bär kunnen spreken van een ‘Spaltungsphantasie’. De toekomstverwachtingen van de betrokkene(n) zijn dan meestal weinig rooskleurig.
 

23 juni 2017

 

Deel 2: Flikkeren op het scherm
 
Deel 3 (slot): Morbide aantrekkingskracht 
 
 
MEER ESSAYS

Aslı Özge, regisseur Auf Einmal

Aslı Özge, regisseur van Auf Einmal:

“Welk effect heeft afwijzing op een persoon?”

door Alfred Bos

Aslı Özge heeft met Auf Einmal haar eerste Duitstalige film gemaakt. De regisseur (Istanboel, 1975) verhuisde in 2000 naar Berlijn om haar filmopleiding aan te vullen met een studie filosofie. Na een aantal bekroonde kortfilms schreef en regisseerde ze twee speelfilms (Köprüdekiler / Men on the Bridge, 2009 en Hayatboyu / Lifelong, 2013) die een inkijkje geven in de levens van gewone mensen in haar geboortestad. Ook Auf Einmal is een karakterstudie, ditmaal met een thriller-twist.

In Auf Einmal (internationale titel: All of a Sudden) vindt Karsten, gespeeld door Sebastian Hülk, na afloop van zijn verjaardagsfeest een dode vrouw in zijn huis. Hij kent haar niet, ook zijn vrienden blijken haar niet te kennen. De film toont de reactie van de hoofdpersoon en diens directe omgeving op het incident. Langzaam wordt de ware aard van Karsten duidelijk.

Regisseur Aslı Özge (rechts) en cinematograaf Emre Erkmen

Regisseur Aslı Özge (rechts) en cinematograaf Emre Erkmen

Auf Einmal dankt veel van zijn onderhuidse spanning aan acteur Sebastian Hülk, die het personage van Karsten neerzet als een raadsel vol tegenstrijdige emoties. Geen sympathieke protagonist, zoveel is wel duidelijk. Dat was voor de regisseur, die tevens het scenario schreef, geen probleem.

“Het is makkelijk om een held te creëren die uiteindelijk wint
(…) maar zo’n film wilde ik niet maken”

“Ik neem graag risico’s”, zegt Özge, op bezoek in Amsterdam om de release van haar film te ondersteunen. “Het is makkelijk om een held te creëren die uiteindelijk wint en we klappen allemaal voor hem, maar ik weet niet of dat het werkelijke leven weerspiegelt. Met zo’n film bereik je wellicht een groter publiek, maar zo’n film wilde ik niet maken.”

Özge kreeg het idee voor Auf Einmal naar aanleiding van een bericht in een Turkse krant. “Ik las over een vrouw die was overleden in de woning van een man die ze niet kende. Ze hadden elkaar ontmoet in een bar en gingen samen naar zijn huis, voor een one night stand. Daar overleed ze. In Turkije was die vrouw beroemd en de volgende dag schreven de Turkse kranten over het incident. Ze schreven ook dat de vrouw haar dood verdiend had, want ze bedroog haar echtgenoot. Ze ging vreemd terwijl ze een man en een kind had.”

Wisten die kranten iets van de feitelijke omstandigheden?

“Niets, ze waren aan het speculeren. Over het gedrag van de man hadden ze niets negatiefs te melden, maar die vrouw, die had haar lot verdiend.”

Ah, de dubbele moraal.

“Daar maakte ik me erg nijdig over en schreef vervolgens een scenario. De eerste versie was in het Turks, bedoeld voor het Turkse publiek. Dat zou een film over moraliteit in Turkije worden, gemaakt door een Turkse vrouw. Maar dat speelde teveel in op de bestaande clichés, dat zou te makkelijk zijn. Ik wilde dat de film over meer ging. Daarom heb ik het verhaal verplaatst naar Duitsland. Bovendien was ik niet zozeer geïnteresseerd in de vrouw die komt te overlijden, maar in de man die blijft leven.”

Auf Einmal

Auf Einmal

Het aantrekkelijke van de film is dat die veel openlaat voor de verbeelding van de toeschouwer. In mijn optiek is Karsten, de mannelijke hoofdpersoon, iemand die zichzelf niet kent. Door het incident wordt zijn persoonlijkheid manifest en hij blijkt een psychopaat te zijn. Kunt u met die uitleg leven?

“Een belangrijk element is dat Karsten tot aan het incident niet weet wie of wat hij is. Hij heeft een vaag gevoel van onbehagen, in dat comfortabele leven dat zijn ouders hem hebben gegeven. En dat accepteert hij. In het begin zien we hoe hij zich ongemakkelijk voelt bij het gedrag en de houding van zijn vader.”

Karsten is bourgeois.

“Precies. Hij accepteert het leven zoals dat voor hem is klaargelegd, maar hij klaagt er ook over. Hij besluit niet om zijn eigen weg te kiezen. Hij is een verwend kind.”

Hij is iemand die neemt, niet iemand die geeft.

“Precies. Wat mij interesseert: op het moment van de crisis rent hij weg. Omdat hij bang is, maar ook omdat hij het gedrag van zijn ouders en van de burgerlijke samenleving heeft overgenomen. Hij realiseert zich: ik ben één van jullie geworden. Zijn eerste impuls is om het incident te verdoezelen, zodat niemand er van weet. Dat kun je onder die omstandigheden niet redelijkerwijs bedenken. Dat zit diep in je.”

Donkere kijk
Emre Erkmen, de cinematograaf van Auf Einmal en levensgezel van Özge, is bij het gesprek aanwezig en valt haar bij: “Asli laat een menselijke duivel zien. Als filmkijker wissel je voortdurend van oordeel: is hij oké, is hij fout? Ik zou zelf ook zo reageren. Nee, toch niet. Asli houdt informatie achter voor de toeschouwer. Dat heeft ze in haar vorige films ook gedaan. Bij deze film heeft ze zelfs delen van het script geheim gehouden voor de acteurs, om hun reactie natuurlijker te laten zijn.”

“Er is maar één incident voor nodig om
die slechtheid naar buiten te laten komen”
Aslı Özge

Aslı Özge

Aslı Özge: “Karsten, de protagonist, verandert niet. Ik ben van mening dat we allemaal in staat zijn tot slechte daden. Het sluimert in iedereen en er is maar één incident voor nodig om die slechtheid naar buiten te laten komen. Karsten, zijn familie, vrienden, collega’s, de samenleving—die allemaal proberen de duivel in onszelf toe te dekken. Dat is niet Duits of Turks, dat is menselijk.”

Heeft u een donkere kijk op de mensheid?

“Ja. Hahaha, heel erg zelfs.”

Leg uit.

“Ik denk dat we worden geboren met die potentie tot slechtheid, maar onze opvoeding en opleiding, het gezin waarin we opgroeien en de omstandigheden waarin we leven, houden die aanleg onder de duim. Karsten beseft dat hij deel uitmaakt van het systeem, maar door dat incident komt hij erachter dat hij macht heeft en hij gebruikt het systeem in zijn voordeel. Hij kan niet tegen het systeem vechten. Maar hij wil geen slaaf van het systeem worden, dus besluit hij de meester van het systeem te zijn. Macht geeft meer macht. De inspiratie daarvoor kwam van politici.”

Hoe bent u tot die donkere kijk op de mens gekomen?

“Ik ben geen dromer, ik ga er niet van uit dat de dingen beter zullen worden. Daarvoor ben ik teveel een realist. Ik maak realistische films. Ik vind het ook veel interessanter om de donkere kant van de mens te onderzoeken. Auf Einmal gaat mede over ons zelfbeeld en hoe we ons naar de samenleving presenteren. Het is niet zo makkelijk om daar keurig in te passen, de verwachtingen zijn te hoog. Bijvoorbeeld, dit is mijn derde film – en eerste Duitstalige – en er zijn verwachtingen. Er is druk. Iedereen staat onder druk om de perfecte echtgenoot of de perfecte ouder of het perfecte kind te zijn. Waarom? Iedereen maakt fouten, dat is menselijk. Wat is er mis met fouten en onvolkomenheden? Karsten begaat ook een fout, maar een grote fout.”

Ik durf niet te garanderen dat ik in die situatie – een dode, onbekende vrouw in je huis – wel juist zou hebben gehandeld, want onder dergelijke stress functioneert je brein niet meer normaal en kun je rare dingen doen.

“Aslı doet altijd het juiste in dat soort omstandigheden”, reageert Erkmen . “Ze is altijd voorbereid op het ergste.” Özge moet lachen.

“Ik ben mijn vertrouwen kwijtgeraakt. Mensen verdwijnen
uit je leven, kunnen je laten vallen. Ik ben altijd op mijn hoede”

Alle hilariteit terzijde, ik heb nog steeds geen antwoord gehoord op mijn vraag hoe u aan dat donkere mensbeeld bent gekomen.

Özge: “Mijn moeder overleed toen ik 16 was.Bij zo’n groot verlies trek je je terug in jezelf en ga je mensen om je heen observeren. In de reacties in mijn omgeving op de dood van mijn moeder zag ik vooral egoïsme. Ze dachten niet aan mij, de rouwende tiener, maar aan zichzelf. Toen is het begonnen, denk ik. Ik ben mijn vertrouwen kwijtgeraakt. Mensen verdwijnen uit je leven, kunnen je laten vallen. Ik ben altijd op mijn hoede.”

“Dat is heel vermoeiend”, zegt Erkmen. “Voor de persoon in kwestie, maar ook voor zijn of haar omgeving. Maar als ze je goed kennen, dan is het oké.”

Auf Einmal

Auf Einmal

Spiegel
Auf Einmal heeft als motto een citaat uit Hamlet. Vrij vertaald: dingen zijn niet goed of slecht, het is maar hoe je het bekijkt. Die ambiguïteit wordt in de openingsscène, op het verjaardagsfeestje bij Karsten thuis, subtiel gevisualiseerd. Anna, de ongenode gast die later die nacht komt te overlijden, kijkt naar een reproductie van een schilderij van de Romantische Duitse schilder Caspar David Friedrich (1774 – 1840) dat bij Karsten aan de muur hangt. Het is bekend onder twee titels: Frau vor untergehender Sonne en Frau in der Morgensonne. De zon in het schilderij kan zowel opkomen als ondergaan.

Of de zon voor Karsten opkomt dan wel ondergaat is aan de kijker. Auf Einmal is het soort film dat ooit met enige regelmaat te zien was, maar tegenwoordig weinig meer wordt gemaakt: een karakterstudie met suspense-trekjes à la Hitchcock.

“Ik zie de film niet als thriller.
Het is een psychologisch drama”

“Ik zie de film niet als thriller”, stelt Özge. “Het is een psychologisch drama. De Duitse pers reageerde positief. Hun reactie is: we hebben iemand van buitenaf nodig die ons een spiegel kan voorhouden. Interessante reactie.”

“Ik zie Karsten als het product van zijn omgeving”, vervolgt Özge. “Ik wilde dat het publiek telkens zijn mening over hem bijstelt, wanneer ze weer een andere kant van hem zien. Is hij goed? Is hij slecht? Het publiek ziet hem heel verschillend. Veel mensen vinden hem een slecht mens, maar er zijn er ook genoeg die het toejuichen dat hij wraak neemt. Iedereen heeft zijn eigen oordeel over hem. De kijker projecteert zichzelf op de hoofdpersoon. Dat wilde ik bereiken met de film.”

Emre Erkman: “Er zijn ook mensen die reageren met: ik ben vóór hem, maar ik ben ook boos op mezelf dat ik voor hem ben. De film maakt een conflict in hen wakker.”

Özge: “Dat was de beste reactie.”

“Het is interessant”, zegt Erkmen tegen zijn vriendin. “Je verwijt Karsten dat hij zijn omgeving manipuleert, maar je gebruikt dezelfde methode als hij: je manipuleert de kijker door slechts gedoseerd informatie te geven.”

Özge: “Ik wilde zien welk effect afwijzing heeft op een persoon. Dat leidt tot isolement en woede. Hoe werkt die woede door? Ik wilde hem niet introduceren als een aardig en meevoelend mens, dat zou te commercieel zijn. En daar geloof ik niet in, iedereen heeft goede en slechte kanten. Karsten is als iedereen en dan gebeurt er dat. Voor mij was het een observatie van de menselijke natuur.”

“Maar niet alleen: hoe gaat Karsten om met de situatie. Ook: hij reageert zijn omgeving er op? Iedereen denkt in de eerste plaats aan zichzelf. Zijn vriendin meent dat hij is vreemdgegaan. Eerst was ze de aanstaande van een succesvolle man, maar opeens is ze de vriendin van een verdachte van de politie. Wat betekent dat voor haar imago?”

“De herfstkleuren zijn warm,
maar met een bittere kwaliteit”

Het verhaal van Auf Einmal wordt niet alleen qua informatie maar ook qua beeld gedoseerd verteld. Wat waren de instructies aan de DOP (director of photography)?

Emre Erkmen: “We kennen elkaar erg goed, we hebben ook Aslı’s eerdere films samen gemaakt. Daarom hoeven we vooraf niet zoveel te bespreken. Hoe je de film draait wordt aangegeven door het script. Er zit melancholie in het verhaal, daarom moest de film in de herfst worden gedraaid. De herfstkleuren zijn warm, maar met een bittere kwaliteit. We zochten een locatie die was omgeven door bergen en natuur. Die vonden we in Altena, in het Saarland.”

Auf Einmal

Auf Einmal

Özge: “Je ziet weinig hemel in de film. Het kader is erg nauw, ook op de gezichten; er zijn veel close-ups. De sfeer is benauwend, er is weinig ruimte om te ademen. In de beelden van het bos en de bergen zie je geen horizon. Je wilt ontsnappen aan de situatie, maar dat kan niet. Het is verstikkend.”

Als het bourgeoismilieu waarin Karsten is opgegroeid en leeft. Laatste vraag, u beiden heeft film gestudeerd. Aslı aan de filmacademie van Istanboel, Emre heeft cinematografie gedaan in Berlijn. Wat heeft u geleerd bij uw filmstudie?

Özge: “Weinig. Vooral dat je alles zelf moet doen. Je leert het meeste van je medestudenten en vrienden.”

Eerkman: “Op de filmschool leer je niets nieuws. Je leert wat zich al bewezen heeft. We zijn van een generatie die is opgegroeid zonder internet. We hebben zelf een filmcollectie opgebouwd. De generatie van nu heeft alles. Maar ze zijn verwend, ze kennen Godard niet eens. Dus het was wellicht een voordeel dat we alles zelf moesten uitvinden.”

23 mei 2017



MEER INTERVIEWS

Alone in Berlin

***

recensie Alone in Berlin

Burgermoed in nazi-Berlijn

door Alfred Bos

Engelstalige Europese coproductie verfilmt de Duitse succesroman over een echtpaar in het Berlijn van de jaren veertig dat ansichtkaarten inzet tegen de propaganda van Hitler. Gebaseerd op een waar gebeurd verhaal.

Rond de jaarlijkse dodenherdenking verschijnen er in de bioscoop meer films dan gewoonlijk die spelen in of qua thematiek verwijzen naar de Tweede Wereldoorlog. Alone in Berlin is de filmversie van de roman Jeder stirbt für sich allein (Alleen in Berlijn), die de Duitse schrijver Hans Fallada (pseudoniem van Rudolf Ditzen) kort voor zijn plotselinge dood in 1947 in vier weken tijd schreef. Hij handelt over een echtpaar van middelbare leeftijd wiens enige zoon als soldaat van het Duitse leger in de eerste oorlogsweken is gesneuveld. Ze komen op hun eigen naïeve manier in opstand tegen Hitler.

Alone in Berlin

Otto Quangel (de Ierse acteur Brendan Gleeson) is voorman op een houtzagerij, doodskisten zijn het voornaamste product. Laag opgeleid maar intelligent, begint hij uit verdriet om zijn verloren kind een eenmansactie tegen de nazi’s. Quangel schrijft anti-naziteksten op ansichtkaarten die hij achterlaat in openbare gebouwen en kantoren in Berlijn. Zo wil hij een stem geven aan zijn gemoed en de alom aanwezige nazipropaganda ondergraven. De kaarten worden door de burgers van Berlijn echter niet aan elkaar doorgegeven, maar ingeleverd bij de politie. Die gaat op jacht. Quangel schrijft door. Hij besteedt al zijn vrije tijd aan het project en betrekt zijn vrouw Anna (Emma Thompson) er in.

Niemand is te vertrouwen
De 600 pagina’s van de roman zijn ingedikt tot een film van zeven kwartier, waarbij onvermijdelijk hele stukken van het boek zijn verdwenen of vervangen door nieuwe scènes uit de pen van scenarist Achim von Borries (Good Bye Lenin!) en regisseur Vincent Perez. De film concentreert zich op de kern van het op feiten gebaseerde verhaal: de alom aanwezige sfeer van intimidatie en terreur, de lompheid van het nazi-apparaat, de onzekerheid van het dagelijkse bestaan in oorlogstijd. Het wemelt van de meelopers en de opportunisten, niemand is te vertrouwen. De Quangels zijn—alleen in miljoenenstad Berlijn.

Goed en fout lopen langs onzichtbare lijnen dwars door elkaar, ook in het appartementengebouw waar de Quangels wonen. Een Joodse weduwe wordt belaagd door een buurman met nazisympathieën en diens bloedfanatieke zoon, Baldur geheten. Een gepensioneerde rechter steunt waar mogelijk, terwijl een nietsnuttende zuipschuit de boel voor eigen gewin verraadt. Dan is er nog de postbode die helpt waar ze kan; haar bangige echtgenoot probeert een wit voetje te halen bij de nazi’s. De breuklijn loopt ook door huwelijken. En door het politieapparaat.

Alone in Berlin

Leven onder een bezettingsmacht
Het net sluit zich langzaam rond de Quangels, maar het thrilleraspect is niet het hart van Alone in Berlin. Dat is de psychologie van de terreur en het leven onder een bezettingsmacht. Integere burgers, maar ook inspecteur Escherich (Daniel Brühl) die met de zaak van de ansichtkaarten is belast, worden voor onmogelijke keuzes geplaatst. Wat boek en film glashelder maken is dat ook voor de neutrale Duitse bevolking het nazibewind een nachtmerrie is geweest. Van de 285 kaarten die Otto en Anna Quangel tussen 1940 en 1943 hebben verspreid, zijn er 267 aangegeven bij de politie. Hun opzet is niet gelukt: de kaarten zijn niet doorgegeven, de angst zat te diep.

Alone in Berlin is een keurige film over keurige mensen in een immorele wereld. Deze Duits-Frans-Engelse coproductie mikt op het Europese mainstream-publiek en heeft een internationale rolbezetting en een Franse regisseur, de steracteur Vincent Perez. Hij is braaf – trouw aan het boek, grove scènes worden elliptisch verbeeld – en keurig opgedeeld in drie aktes. De bedrukte stemming van het leven in oorlogstijd wordt gevisualiseerd door grauwe kleding en sombere interieurs; suggestie wint het van actie. Dat de Engelstalige dialogen met Duits accent worden uitgesproken is de voornaamste smet op deze geslaagde verfilming van een ijzersterk boek.
 

25 april 2017

 

Frantz

***

recensie Frantz

Te mooi om waar te zijn

door Cor Oliemeulen

Een Franse jongeman met een schuldgevoel wordt opgenomen in een Duits gezin en vervangt hun enige zoon die sneuvelde tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zijn verhalen en vioolspel verzachten het verdriet en brengen troost.

De Franse regisseur François Ozon liet zich grijpen door een verhaal van ene Maurice Rostand, die het direct na afloop van de Eerste Wereldoorlog schreef. Ozon ontdekte dat niemand minder dan zijn oude Duitse collega Ernst Lubitsch in 1932 het verhaal had verfilmd en besloot om deze tragische geschiedenis over schuld en vergeving een andere wending te geven.

Frantz

Troost
In Frantz heet de Franse jongeman Adrien (Pierre Niney), het Duitse meisje Anna (Paula Beer) en is het titelpersonage de dode soldaat. We schrijven 1919. Anna legt elke dag bloemen op het graf van Frantz en ziet op een dag hoe de Fransman hetzelfde doet en zich verdrietig toont. Uiteindelijk treffen ze elkaar bij Anna’s schoonouders, want Adrien wil wat kwijt over hun zoon Frantz. Hij krijgt echter niet de kans. De vader, huisarts, die net als zijn dorpsgenoten overloopt van anti-Franse sentimenten, wijst hem direct de deur, want hij acht iedere Fransman verantwoordelijk voor de dood van zijn enige zoon.

Niet veel later wint Adrien het hart van Frantz’ ouders, omdat hij hen doet denken aan Frantz en met zijn verhalen hun verdriet verzacht. Ook Anna vindt troost bij Adrien, omdat hij prachtig vertelt over zijn vriendschap met Frantz, hun gedeelde passie voor viool en hun bezoekjes aan het Louvre in Parijs. En ondertussen lijkt het er verdacht veel op dat ook Anna deze aanvankelijk mysterieuze Adrien gaat zien als substituut van haar geliefde. Maar Adrien blijkt een hoopje ellende, verteerd door schuldgevoelens en iemand die zich niet kan binden, omdat hij een geheim met zich meedraagt. Nadat hij Anna heeft geconfronteerd, keert hij terug naar Frankrijk en besluit Anna haar schoonouders Adriens schokkende onthulling te besparen en een eigen verhaal te verzinnen.

Frantz

Schuld en vergeving
Tot hier is de Frans-Duitse coproductie van François Ozon boeiend en veelbelovend, maar het te trage tempo komt het naar antwoorden en verlossing schreeuwende vervolg niet ten goede. De regisseur kiest voor het perspectief van de verliezers van de oorlog en wil graag de broederschap tussen de twee landen tonen, maar had zich iets meer op karakterstudie dan op omstandigheden en atmosfeer mogen richten. Het grote gemis is het gebrek aan ambiguïteit van Anna nadat Adrien zijn geheim heeft onthuld: een greintje haat hadden we van haar wel mogen verwachten.

Daarentegen is de mise-en-scène bijna vlekkeloos en is de film bijna geheel geschoten in stemmig zwart-wit, met sporadisch intuïtief kleurgebruik van een landschap of in flashbacks, waardoor Frantz realistisch werkt. En ook over beide jonge, relatief onbekende hoofdrolspelers valt weinig te klagen.

Dat alles neemt niet weg dat Ozons zestiende speelfilm voortdurende finesse mist, zoals in zijn meesterstuk Dans les Maisons (2012). De premisse is fantastisch, het vergevingsthema universeel en Adriens laatste mokerslag onverwacht, maar de apotheose verdiende een beter lot. Frantz speelt met klassieke melodramatische motieven als schuld en vergiffenis, echter eindigt te hoopvol om het stempel van onvervalst melodrama te krijgen. Het lijkt plots alsof er voor Anna licht aan het eind van de tunnel is, deze kijker was liever net zo gedesillusioneerd gebleven.
 

28 november 2016

 
MEER RECENSIES

Toni Erdmann

****

recensie Toni Erdmann

De gekke vader en de vervreemde zakenvrouw

door George Vermij

De Duitse regisseuse Maren Ade heeft met haar kleine oeuvre bewezen dat ze een eigentijdse meester is in het tonen van ongemakkelijke situaties die een diepere waarheid blootleggen. Haar nieuwste film Toni Erdmann is een ambitieuze voortzetting van die thematische lijn en is al volop geprezen in de pers en op festivals.

Maren Ade’s eerste film was het pijnlijk herkenbare Der Wald vor Lauter Bäumen waarin een jonge lerares voor het eerst les gaat geven in een nieuwe stad. Haar dromen en ambities vallen al snel uit elkaar als blijkt dat zij haar klas niet in bedwang kan houden. Langzaamaan vereenzaamt zij in een onbekende omgeving. Haar tweede film Alle anderen is een subtiel portret van een koppeltje dat een schijnbaar idyllische vakantie heeft op Sardinië. Spanningen borrelen echter onder de oppervlakte op als de verschillen tussen beide personen langzaam worden onthuld.

Toni Erdmann

Meelevend oog
In beide films heeft Ade een scherp en meelevend oog voor vrouwen en hun verstoorde zelfbeeld: de onhandige lerares die geaccepteerd wil worden en stug haar best blijft doen wat juist averechts werkt; de jonge verliefde vrouw in Alle Anderen die door haar strenge geliefde wordt gewezen op haar impulsieve persoonlijkheid en daardoor gaat twijfelen aan zichzelf.

Toni Erdmann is ook een onthullend portret. Ditmaal van carrièrevrouw Ines Conradi die werkt als een business consultant. De film begint met haar vader Winfried die de postbode voor de gek aan het houden is. Winfried is een liefhebber van ongemakkelijke practical jokes waar hij iedereen mee lastig valt. Hij verkleedt zich of doet zich voor als iemand anders door middel van een nepgebitje. Zijn vreemde en kinderlijke gedrag staat op het eerste gezicht in schril contrast met zijn serieuze dochter. Zij is een zakenvrouw op weg naar de top, maar wat betekent dat eigenlijk?

Ongegeneerd hielenlikken
Ade levert in de film een antwoord op die vraag door Ines op te zadelen met haar gekke vader. Nadat zijn hond is overleden besluit Winfried om zijn dochter op te zoeken in Boekarest. Ines is daar bezig met het zoeken naar kostenbesparende oplossingen voor haar bedrijf. In zakenjargon heeft zij het over het flexibel outsourcen van arbeid. Eufemismen voor het uitbesteden van werk naar andere goedkopere landen, waardoor werknemers in Roemenië moeten worden ontslagen.

Winfried verstoort Ines’ wereld van businessclass hospitality en expats die praten in de lingua franca van de internationale economie. Ade spaart deze mensen niet en toont een cultuur van ongegeneerd hielenlikken, valse beleefdheid en verkapt seksisme. Dat alles verpakt in de glamour van een corporate lifestyle: cocktails en massages op kosten van de zaak in steriele luxe bars en dure hotels die niet van elkaar zijn te onderscheiden.

Haar vader ziet dit allemaal aan, maar verwerkt het op zijn eigen gekke manier. Hij vermomt zich als zakenman Toni Erdmann en zijn verwarde dochter speelt het spelletje wanhopig mee. Bizar genoeg wordt de vreemde Erdmann ook nog serieus genomen door Ines’ opportunistische zakenvrienden. Kaartjes worden uitgewisseld en zijn bizarre gedrag wordt gezien als een excentrieke nieuwe coachingsmethode.

Toni Erdmann

De film heeft heerlijke komische momenten die werken wegens de plaatsvervangende ongemakkelijkheid die Ade weet te vangen. Haar stijl is schatplichtig aan de kale registraties van de Dogma-stroming. Denk aan een bewegende camera en het gebruik van natuurlijk licht. Ade hanteert die methode meesterlijk zoals in haar voorgaande films. Het acteerwerk is ook zeer sterk en Sandra Hüller is als Ines fascinerend om naar te kijken. Serieus, stijf en zakelijk maar evengoed ongemakkelijk. Haar mondhoeken scherp naar beneden alsof zij haar gekozen carrière onderhuids niet kan verdragen. Peter Simonischek is een heerlijk contrast met zijn ontwapende geintjes die vreemd zijn en geleidelijk aan het ijs breken.

Diepere lagen
Deze komische kanten van de film illustreren natuurlijk dieperliggende onzekerheden en spanningen: De generatiekloof tussen de streberige Ines en haar rare hippie-achtige vader. De beleefde en harde internationale zakenwereld die alles regelt en waaraan arbeiders ondergeschikt zijn. En vooral de ambigu positie van vrouwen in het bedrijfsleven. Ines doet enerzijds haar best om zo professioneel mogelijk te zijn. Anderzijds wordt zij door een van haar superieuren gevraagd om de vrouw van een belangrijk contact te vergezellen met het shoppen omdat zij als vrouw daar schijnbaar verstand van moet hebben. En zo wordt er ook van haar verwacht dat zij zich verleidelijk kleedt omdat dat invloed kan hebben op een gewenste cliënt.

Al die zaken maken Toni Erdmann een ambitieuze film over actuele situaties die herkenbaar zullen zijn bij veel kijkers. Ade’s boodschap is kritisch op een absurd-komische manier en bijzonder waarheidsgetrouw. Zij heeft oog voor de zwaktes van haar personages en dat maakt haar films zo menselijk en empathisch. Toni Erdmann is daarom terecht gelauwerd, wat hopelijk zal leiden tot een breder publiek voor haar eerdere films. Want er zijn maar weinig regisseurs die ons zo een eerlijke en onverbloemde spiegel voorhouden als Maren Ade.
 

7 november 2016

 
MEER RECENSIES

Heimat 1

*****

recensie  Heimat 1

Het is alsof je weer thuiskomt

door Cor Oliemeulen

Hele volksstammen laten zich tegenwoordig overstelpen met Amerikaanse series, terwijl het merendeel niet eens bekend is met een van de beste filmreeksen ooit: Heimat. Het eerste deel van de trilogie – Heimat: Eine deutsche Chronik – is schitterend gerestaureerd, maakt binnenkort een tournee langs ruim dertig filmtheaters en wordt nadien uitgebracht op dvd en Blu-ray.

Je hoeft niet de Tweede Wereldoorlog te hebben meegemaakt om deze monumentale serie van Edgar Reitz uit 1984 te kunnen begrijpen en waarderen. De geschiedenis van drie families in de plattelandsregio Hunsrück van 1919 tot 1982, destijds in elf delen op televisie verschenen, zou nog twee even sterke vervolgseries krijgen, waarna de liefhebber zich ook nog in 2013 mocht laven aan de prequel Die andere Heimat – Chronik einer Sehnsucht. Nu is er de 4K-restauratie, die drie decennia later exact laat zien hoe Reitz het destijds bedoelde, maar nog niet de technische mogelijkheden bezat.

Heimat 1

Hunsrücker Platt
In mei 1919 loopt Paul Simon in zes dagen van Frankrijk naar Hunsrück om zich na de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog te herenigen met zijn vader Matthias, de smid van het fictieve dorp Schabbach, zijn nuchtere moeder Katharina, zijn zus Pauline, die met een horlogemaker trouwt, en zijn broer Eduard. Laatstgenoemde is een tikkeltje naïef en tobt al op jonge leeftijd met zijn gezondheid. “Eduard, dein Lung!”, roept Katharina hem toe als haar zoon voor het open venster geestdriftig het nieuws uit de krant voorleest. Een regelmatige, goedbedoelde waarschuwing die je ruim dertig jaar later niet bent vergeten. Net als het heerlijk gemoedelijke streekdialect, het Hunsrücker Platt.

Paul trouwt met Maria (Marita Breuer), het hoofdpersonage van Heimat – Eine Deutsche Chronik, met wie hij twee kinderen krijgt: Anton (“Antonchen”) en Ernst (“Ernstchen”). Paul is ondernemend: hij experimenteert met radio’s. Hij is ook lusteloos: op een dag zegt hij Maria dat hij een biertje gaat drinken, maar in plaats hiervan loopt hij Schabbach uit, steeds verder en verder weg, en belandt hij in Amerika waar hij later een succesvolle elektronicaonderneming bezit. Tot aan Maria’s sterfdag weet niemand waarom Paul zomaar zijn familie in de steek liet, ook Paul zelf moet het antwoord schuldig blijven.

Heimat 1

Grote technologische en historische ontwikkelingen
Schabbach is meer dan zestig jaar lang het midden van de wereld, Heimat een meeslepende en leerzame kroniek van het Europa van de twintigste eeuw. Met de familie Simon als spil en referentiekader wordt de kijker meegevoerd in een tijd van grote technologische ontwikkelingen en bepalende historische gebeurtenissen. Zo zien we de introductie van de auto, de radio en de telefoon. De opkomst van Hitler en het nationaalsocialisme, de Tweede Wereldoorlog, de bevrijding door de Amerikanen en de wederopbouw van het land. En al die tijd kan de kijker zich identificeren met de talrijke aansprekende, levensechte personages: van idealist tot opportunist, van inwoners die zweren bij de traditie tot zij die popelen om de wereld daarbuiten te ontdekken.

Regisseur Edgar Reitz toont het leven van alledag: geboorte en dood, liefde en rouw, geluk en ongeluk – alles realistisch en zonder opsmuk, fragmentarisch maar vlot en gedetailleerd verteld en met een strakke regie waardoor wonderwel alle personages in hun eigen belevingswereld tot hun recht komen. Zijn kroniek hoeft het niet te hebben van intriges of mensen die elkaar het leven zuur maken (daar was men destijds in een dergelijke omgeving kennelijk nog niet aan toe) en de enige echte klootzak die we gedurende de hele serie ervaren is Maria’s broer Wilfried, die zich ontpopt als fanatieke SS-er. Of je moet vinden dat ook Paul Simon fout is door die lieve, mooie Maria met hun twee zoontjes zomaar in de steek te laten.

Mengen van zwart-wit en kleur
Een onvervalst handelsmerk van Heimat is de afwisseling van zwart-witte en kleurenbeelden, spontaan en intuïtief toegepast door Edgar Reitz en zijn cinematograaf Gernot Roll. Het duo experimenteerde in de hele trilogie met het mengen van deze sequenties. “Zwart-witscènes werken om een of andere reden op het gemoed. Het is alsof men dieper in de ziel van de personen kan binnendringen”, aldus Reitz. “Zwart-witbeelden mobiliseren de onbewuste inhoud, zorgen voor een grotere nabijheid met de personen op het witte doek en worden makkelijker herinnerd. Kleurenbeelden zijn decoratiever en daardoor ook vaak moeilijker op te slaan in het geheugen.”

Heimat 1

Aan het begin van de vijf jaar durende restauratie lag hier de grootste uitdaging. Na een kwart eeuw opslag bleken de oorspronkelijke beelden volledig hun kleuren te hebben verloren. Alle scènes, ook de zwart-witbeelden, waren zalmrode monochroom-beelden geworden en elk contrast was zoek. Ook de negatieven in het rijksarchief hadden chemische veranderingen ondergaan en ze waren bovendien intensief gebruikt voor het maken van kopieën.

Hels karwei met verbluffend resultaat
Wie denkt dat de kleurenrestauratie van George Méliès’ sciencefictionklassieker Voyage dans la Lune met zijn krappe vijftien minuten beeldmateriaal (24 frames per seconde) al monnikenwerk was, realiseert zich direct hoe omvangrijk het moet zijn geweest om de meer dan anderhalf miljoen afzonderlijke beelden (met een gezamenlijke duur van zestien uur) één voor één te fotograferen, meermaals te scannen en te bewerken. Kleuren, gradaties, beeldpositie en grootte moesten met speciale software worden bewerkt en geherdefinieerd, ook de beschadigde fragmenten.

Als je het oorspronkelijke, analoge materiaal legt naast de digitale restauratie is het resultaat verbluffend, ook de overgangen tussen zwart-wit en kleur zijn vloeiender. Het originele themamuziekje blijkt even onsterfelijk als dat van Twin Peaks: na tientallen jaren kruipt het onmiddellijk in je hoofd en laat het niet meer los. Het is alsof je weer thuis komt, terug in je Heimat: je geboorteland vol van verlangens, wensen en verzuchtingen.

 

14 mei 2016

 

MEER RECENSIES

 

Is de seriekijker slaaf van de moderne tijd?

Er ist wieder da

***

recensie  Er ist wieder da

Een klucht van nazistische proporties

door Damian Uphoff

De Duitse regisseur David Wnendt zette zich met zijn twee eerste speelfilms, het controversiële drama Kriegerin en de komedie Feuchtgebiete, direct in de schijnwerpers. Met zijn excentrieke Hitler-satire scoort hij in zijn thuisland een gigantische hit. Duitsers blinken doorgaans niet uit in een geweldig gevoel voor humor, maar Er is wieder da mag daar gerust een uitzondering op heten.

Adolf Hitler – een man die geen nadere uitleg behoeft – wordt op een dag wakker op de plek waar vroeger zijn beruchte bunker stond. Van het hoe, wat en waarom heeft hij geen enkele notie, en ook de kijker blijft erover in het ongewisse. Zijn plotselinge terugkeer zorgt voor veel consternatie in het land; men denkt dat hij een Hitler-imitator is. Hij trekt er op uit om het in zijn ogen zwaar gedegenereerde Duitse volk weer op de been te brengen, alleen gezien hij nog een aantal jaartjes achterloopt, gaat dat natuurlijk niet bepaald van een leien dakje.

Recensie Er ist wieder da

One-man-show
Nochtans lukt het Hitler – de geschiedenis herhaalt zich – om het volk bij de kladden te vatten. Hij duikt, na ontdekt te zijn door de onlangs ontslagen filmmaker Sawatzki, op in allerhande tv-shows, waarna hij al snel tot een grote publiekslieveling uitgroeit. Niet louter vanwege zijn geweldig accurate Hitler-‘imitatie’, maar ook omdat het Duitse volk vindt dat hij een aantal valide punten over de huidige situatie in Duitsland heeft. U kunt het al ruiken: dat wordt stront aan de knikker.

Het zal vast geen eenvoudig karwei geweest zijn: een geschikte acteur vinden die Hitler adequaat kan vertolken. Maar met Oliver Masucci heeft Wnendt een echte troef in handen. Zijn kop is misschien net wat te robuust om als een echte Hitler-lookalike door te gaan, maar met zijn mimiek, zijn maniertjes en zijn bij vlagen hilarische spel compenseert hij dat ruimschoots. Een knappe performance, helemaal met de wetenschap dat we met een relatief onbekend acteur te maken hebben.

De Führer als komiek
Er ist wieder da  is in eerste instantie bedoeld als een komische film. Gedurfd is het wel, de notoire Adolf Hitler als ‘clown’. De gelijknamige satirische roman van Timur Vermes, die ook al het nodige stof deed opwaaien, bemachtigde de eerste plek op de bestsellerlijst van Der Spiegel, dus de lat lag hoog.

Hoewel deze verfilming, logischerwijs, niet bij iedereen in even goede aarde valt, heeft hij tot dusver niet veel last van boycotgekkies en andere protestacties. Er ist wieder da  is – hoewel het weinig scrupules kent – qua humor dan ook niet ál te plat. Wnendt weet een aantal vervaarlijke valkuilen (makkelijke Jodengrapjes, voor de hand liggende humor) te ontwijken en komt geregeld zelfs best scherp uit de hoek. De verwijzing naar Der Untergang is daar een uitgelezen voorbeeld van, evenals het moment waarop de schijn gewekt wordt dat de film afgelopen is, terwijl er nog een flink stuk volgt.

Recensie Er ist wieder da

Scripttrucjes
Gaandeweg lijkt het humoristische karakter wat te verwateren, maar telkens wanneer je denkt dat de boel inzakt, komt Wnendt met een nieuwe komische uithaal. Later komen er zelfs wat ludieke scripttrucjes bij, zoals het film-in-film principe: je ziet hoe de personages bezig zijn met het maken van de film. Zoiets heeft een grappig, speels effect.

De eindscène is wat serieuzer van toon, wat een beetje detoneert met het komische karakter van voorheen. Typisch dat de regisseur het nodig vindt om wat oude archiefbeelden van stal te halen, om nog even snel een soort obligaat maatschappijkritisch randje mee te geven. Maar erg veel doet het niet af aan dit komische schouwspel.

 

20 november 2015

 

 

MEER RECENSIES