Goodfellas

Goodfellas: Goeie gasten

door Suzan Groothuis

Wat me van Scorseses beste en populairste gangsterfilm is bijgebleven is dat kleine opgewonden standje, al vloekend en tierend, om niets zijn pistool heffend en schietend of het een lust is. Ik heb het natuurlijk over Joe Pesci in de rol van Tommy, “the funny guy”, maar zo kan je ‘m beter niet noemen.

“No no, I don’t know, you said it. How do I know? You said I’m funny. How the fuck am I funny, what the fuck is so funny about me? Tell me, tell me what’s funny!”
Overigens was Goodfellas niet Pesci’s eerste rol in een Scorsese-film, want tien jaar eerder, in 1980, sierde hij samen met Robert de Niro het witte doek in Raging Bull.

Martin Scorsese-maand: Goodfellas - Goeie gasten

Terug naar Goodfellas. Scorsese heeft aardig wat gangsterfilms in zijn oeuvre, zoals Mean Streets uit 1973 en Casino uit 1995. Maar geen is zo goed als Goodfellas. Het was de zoveelste samenwerking met acteur en goede vriend Robert De Niro, maar ook die typische koppen in gangster- en misdaadfilms komen voorbij: Paul Sorvino, Mike Starr, Frank Sivero en Frank Vincent als de gedoemde “Go home and get your shine box…” Billy Batts. De film is gebaseerd op het boek ‘Wiseguy’ van Nicholas Pileggi, een journalist gespecialiseerd in misdaadverslaggeving. Diezelfde Pileggi was ook verantwoordelijk voor het script van Casino.

Goodfellas, uit 1990, viel goed in de prijzen. Drie Oscars, waarvan één, terecht, voor Joe Pesci. Heeft ‘ie niet voor niets zo’n indruk achtergelaten. En nu, ter ere van de Scorsese-expositie in Eye (en onze maandspecial op InDeBioscoop), nemen we de film opnieuw onder de loep.

Altijd al een gangster willen zijn
Martin Scorsese-maand: Goodfellas - Goeie gasten
De openingscredits schieten zoevend voorbij. Als auto’s op de snelweg. De Niro. Liotta. Pesci. En dan de eerste beelden: een auto op weg in het nachtelijk donker, drie mannen erin, en gebonk vanuit de achterbak. Prompt wordt de auto aan de kant van de weg gezet, de klep geopend en het nog levende slachtoffer (was niet helemaal de bedoeling) aanschouwd. Joe Pesci zet zonder pardon het mes erin, De Niro maakt het af met pistoolschoten. Liotta kijkt de camera in en zegt: “As far back as I can remember, I’ve always wanted to be a gangster.” Welkom in Goodfellas, de wereld van de wiseguys.

En dan gaan we terug in de tijd. De tijd dat Henri Hill (Ray Liotta) nog een puber was en bij de grote jongens wilde horen. Geleidelijk aan werkt hij zich op, beginnend bij een taxistandplaats en eindigend als, jawel, gangster onder leiding van buurtbaas Paulie (Paul Sorvino). Als tiener verdient hij al meer dan zijn ouders, die zich voor weinig centen uit de naad werken. Maar niet Henri: met zijn semi-Italiaanse afkomst krijgt hij een plek in het Italiaans-Amerikaanse misdaadsyndicaat. Zijn gangstermaatjes zijn de opvliegende, onvoorspelbare Tommy (Joe Pesci) en de gewiekste Jimmy Conway (Robert De Niro). Maar er zijn regels: “never rat on your friends and always keep your mouth shut”.

We kijken mee vanuit Henri’s perspectief. We zien hem ouder worden, trouwen, kinderen krijgen. En hoewel het Henri niet slecht afgaat (het geld stroomt binnen) zien we hem ook meer risico’s nemen. Leuk detail is dat zijn vrouw Karen (Lorraine Bracco) later te zien is in de rol van psychiater Jennifer Melfi in gangsterhitserie The Sopranos.

Rauw, verhit en markant
Goodfellas zit vol rauw geweld, gevatte en verhitte dialogen en een snel tempo. Af en toe bevriest het beeld en spreekt Henri de kijker toe. Een briljante scène is die waarin Henri, Tommy en Jimmy net een afrekening achter de rug hebben en bij Tommy’s moeder langs gaan. Het bebloede mes nog in Tommy’s hand, staat de moeder er op dat de drie aanschuiven aan tafel om te genieten van een heerlijke Siciliaanse maaltijd. Ondertussen babbelt ze er op los. Zij blijkt niemand minder dan Scorseses eigen moeder.

Martin Scorsese-maand: Goodfellas - Goeie gasten

De film is rijk aan markante personages, die in een eveneens memorabele scène geïntroduceerd worden. Jimmy Two Times bijvoorbeeld, de man die alles twee keer zegt (“I’m gonna go get the papers, get the papers”). Of het korte rolletje van Samuel L. Jackson als Stacks, die een grote deal verpest en daarom een onverwacht bezoekje krijgt van Tommy. En dan is er nog de altijd om geld zeurende Morrie.

Goodfellas toont de verleidelijke en minder rooskleurige kanten van het gangsterleven. Het grote geld, dure auto’s, mooie vrouwen en de beste wijnen en prosciutto tegenover corruptie, dagelijks geweld, drugs en leven in angst. Eten heeft een prominente plek in Scorseses film, zoals de royale maaltijd die Henri maakt voor zijn broer. Niet in de minste omstandigheden, want hij wordt geschaduwd door helikopters. En dan is er nog de scène die bewijst dat je ook in de gevangenis lekkere pastasaus kan eten, met zeer dun gesneden (lang leve het scheermesje!) plakjes knoflook.

Dankzij de Martin Scorsese-expositie is er nu opnieuw de kans om Henri’s wel en wee in Goodfellas in 4K in Eye te zien. Ofwel in de woorden van Jimmy Conway: ”It’s gonna be a good summer.”
 

1 juli 2017

 
MEER MARTIN SCORSESE

Glory

****

recensie Glory

Een onbetaalbaar horloge

door Cor Oliemeulen

De teruggetrokken spoorwegarbeider Tzanko vindt miljoenen aan bankbiljetten tijdens werkzaamheden aan de rails. Hij meldt zijn vondst keurig bij de autoriteiten en wordt een mediaheld. De vlotte Bulgaarse satire Glory begint jolig, maar eindigt tragisch.

De populariteit van Tzanko is van korte duur. Nadat hij terloops aanstipt dat er bij het spoor corruptie heerst, wordt hij ongewild een instrument van de pr-machine van het ministerie van transport. Ook het tv-station dat de overheid kritisch volgt, maakt misbruik van hem. Zijn collega’s van het spoor lachen hem uit en worden later zijn vijand omdat hun illegale activiteiten door Tzanko’s oprechtheid aan het licht dreigen te komen. Het is verdrietig om te zien hoe een simpele ziel door alles en iedereen wordt gepiepeld.

Glory

Van satire naar tragedie
Glory begint luchtig en kluchtig. Dat komt omdat Tzanko ontzettend stottert, waardoor er irritaties en grappige misverstanden ontstaan. Als de spoorwegarbeider wordt opgehaald voor een live persconferentie met de transportminister, gaat er een beker koffie over zijn kleren en moet er in allerijl een passende broek worden geregeld. Als dank voor bewezen diensten krijgt Tzanko een horloge en mag dan ophoepelen. Maar zijn eigen horloge, een dierbaar erfstuk met een inscriptie van zijn vader, verdwijnt spoorloos. Wat Tzanko vervolgens ook probeert, de medewerking is ver te zoeken, en het gloednieuwe horloge kan het gemis geenszins verzachten. Het betekent de opmaat van groeiende frustratie die zal eindigen in opstand.

De gelikte pr-dame Julia is de bron van Tzanko’s frustratie. Julia roept gemengde gevoelens op. Zij is professioneel en doet alles om haar minister uit de wind te houden, maar tegelijkertijd vergeet zij het belang van de gewone man. Maar ook van haar eigen man, want die heeft ook danig te kampen met de overambitieuze Julia. De prominente positie van haar mobieltje is geestig en deerniswekkend tegelijk, bijvoorbeeld als de gynaecoloog haar en haar man probeert uit te leggen hoe zij het best zwanger kan worden, en later als Julia zich op gezette tijden moet injecteren. Hoe kostelijk soms ook, de kijker hoopt dat zij haar lesje nog wel zal leren.

Glory

Kijkje in hedendaags Oost-Europa
Glory
is de tweede film in de geplande trilogie van het Bulgaarse regisseursduo Kristina Grozeva en Petar Valchanov. Net als hun debuutfilm The Lesson is Glory gebaseerd op een artikel uit de krant. Het zijn geen biografische verhalen, maar ze zijn vrijelijk geïnspireerd op de werkelijkheid en het leven in hedendaags Oost-Europa. Het vertrekpunt van Grozeva / Valchanov is het thema van de stille rebellie van een onbeduidende burger tegen de huidige cynische en zielloze wereld. In The Lesson gaat het om een lerares die er alles aan doet om veiling van haar huis en inboedel te voorkomen. In Glory pikt de spoorwegarbeider uiteindelijk alle vernederingen niet meer.

Zoals beide films in feite ook handelen over bureaucratie en morele dilemma’s, herbergen ze dezelfde hoofdrolspelers. Margita Gosheve speelt in Glory de pr-dame die te laat tot inkeer komt en de lerares in The Lesson. Stefan Denolyubov speelt in Glory de simpele spoorwegarbeider en in The Lesson de woekeraar. Mooi om te zien hoe de rollen van dader en slachtoffer nu zijn omgedraaid.
 

3 april 2017

 
MEER RECENSIES

Ghost in the Shell

***

recensie Ghost in the Shell

De Wrekers als cyberpunk

door Alfred Bos

Live action in 3D naar de jaren negentig manga en anime culthit uit Japan, over een vrouwelijke cyborg die zich afvraagt wie ze eigenlijk is. De filosofische vragen zijn boeiender dan de actie.

Eerst was er de manga, daarna de anime, vervolgens de animatie tv-serie en een aantal videospellen, en nu is er de 3D film. Ghost in the Shell, het verhaal over de vrouwelijke cyborg die haar oorsprong ontdekt, is wellicht de bekendste representant van cyberpunk, de jaren tachtig-variant van sciencefiction. De manga van Masamune Shirow (pseudoniem van tekenaar Masanori Ota), oorspronkelijk gepubliceerd in 1989, groeide in de jaren negentig uit tot een cultfenomeen en inspireerde de Wachowski’s voor hun The Matrix.

In al zijn mediaverschijningen is Ghost in the Shell een optelsom van ideeën die eerder zijn bedacht door andere auteurs; daaraan merk je dat de schepper van de franchise geen schrijver maar tekenaar is. Mira (in de live action 3D film vertolkt door Scarlett Johansson) is een mens-machine. Alleen haar brein is van zichzelf, de rest van haar lichaam is een constructie van synthetisch materiaal. Dat roept direct filosofische vragen op over identiteit. Blijven we onszelf in een ander lichaam? Wat is onze ik? Zijn we onze herinneringen?

Ghost in the Shell

Philip K. Dick speelde met dat thema in zijn roman Do Androids Dream of Electric Sheep?, verfilmd als Blade Runner, en ook in Ghost in the Shell spelen geïmplanteerde herinneringen een belangrijke rol. Mira is een wapen, volgens Cutter (de Brit Peter Ferdinando), de baas van het robotbedrijf Hanka, waar ze als herboren uit het assemblagebad stapt. Ze is een agent van Public Security Section 9, geleid door de slimmerik op leeftijd Aramaki (gespeeld door de fameuze Japanse regisseur en acteur Takeshi Kitano); als cyborg begiftigd met bovenmenselijke talenten, de eerste van haar soort, de nieuwe mens. Naast Mira is Batman een sufferdje.

William Gibson
Mira is de cyberpunk-versie van Miss Emma Peel, de vrouwelijke held van de Britse jaren zestig tv-serie De Wrekers, met sidekick Batou (de Deense acteur Pilou Asbæk) als haar kompaan Steed. Via een plug in haar nek kan de geest van Mira ronddwalen in de virtuele wereld van enen en nullen—cyberspace. Dat is een concept van William Gibson, die de term muntte in zijn roman Neuromancer uit 1984. Wanneer Mira rondscharrelt in het brein van een andere cyborg – dat idee is ontleend aan Mindplayers (1987) van Pat Cadigan – raakt haar eigen geest besmet.

Welke gedachten zijn van haar en welke van Kuze (de Amerikaanse acteur Michael Pitt), het brein achter een reeks aanslagen op Hanka-wetenschappers? Wanneer Mira erachter komt dat haar ontstaansgeschiedenis een leugen is, komt ze in opstand tegen haar schepper en dat is het gegeven van de moeder alles sciencefictionromans, Frankenstein van Mary Wollstonecraft Shelley, gepubliceerd in 1818. Mira blijkt Motoko te zijn.

Dystopische film noir
In de opening van de film zien we Mira in 3D geboren worden, haar vroedvrouw is Dr. Quelet (de Franse actrice Juliette Binoche), die, zoals iedereen in deze cyberfantasiewereld, haar lichaam heeft aangevuld (verbeterd?) met machine-elementen. Dat het niet altijd even handig is om je lijf te verrijken met digitale componenten blijkt wanneer Kuze twee onschuldige vrachtwagenchauffeurs hackt en hun brein overneemt. Niet alleen worden ze een moordwapen, ze weten achteraf ook niet meer wie ze zijn.

Ghost in the Shell, geregisseerd door de Brit Rupert Sanders, weet ook zonder 3D bril visueel te imponeren. Qua look en feel is de visualisering van de cyberpunk-wereld met zijn alom aanwezige beeldschermen, hologramprojecties en datastromen als fysieke constructies gelikter dan alle dystopische film noir die er tot nu toe is gemaakt. Alleen zijn de straten verbazingwekkend leeg voor zo’n megastad. Was er in het productiebudget geen geld over voor figuranten?

De beeldesthetiek is geënt op die van Blade Runner, uit 1982, en het futurisme van Ghost in the Shell met zijn bio hacking doet nogal ouderwets jaren tachtig aan. Er ligt weliswaar een laag van augmented reality over de cityscape van de fictieve Japanse stad Niihama, maar hij wijkt niet wezenlijk af van de manier waarop Fritz Lang de stad van de toekomst verbeeldde in Metropolis. Dat was negentig jaar geleden.

Ghost in the Shell

Internationale rolbezetting
Als actiefilm volgt Ghost in the Shell de geijkte banen, met in de derde akte een confrontatie tussen goed en kwaad waarbij het decor aan flarden gaat. Sanders, die in 2012 het drollige Snow White and the Huntsman maakte, kan als competente Hollywood hack ook niet verhullen dat er in het verhaal een levensgroot gat zit dat we hier niet gaan verklappen.

Met een internationale rolbezetting en enkele Chinese coproducenten is Ghost in the Shell een ambitieuze productie, gericht op Azië, Amerika én Europa, het soort film waarvan er meer zullen komen. Hoewel een lappendeken van bekende ideeën is de film op subtiele wijze niet standaard-Hollywood. De Japanse origine van de franchise blijkt uit de keuze voor een synthetisch lichaam in plaats van een kunstmatig brein: dat heeft geen intuïtie. Mensen wel en dat maakt ons menselijk.

En in deze Japanse variant van cyberpunk zijn de corporaties geen almachtige zakenconglomeraten, maar krijgen tegenspel van een competente overheid. Dat is in de cyberwereld van William Gibson en Pat Cadigan wel anders. De meer beschouwende kijker beleeft de meeste lol aan de expositie van Ghost in the Shell, de actieliefhebber aan de finale. En die 3D bril is eigenlijk een overbodige gimmick.
 

29 maart 2017

 
MEER RECENSIES

Gimme Danger

***

recensie Gimme Danger

Verguisd maar niet vergeten

door Alfred Bos

Te zien in gelimiteerde release: het verhaal van The Stooges, de band rond Iggy Pop. Ze maakten toen geen enkele deuk, maar gelden inmiddels als de eerste punkband. Vastgelegd door Stooges-fan Jim Jarmusch.

Mooi om te zien hoe Iggy Pop (James Ostenberg, 1947) na een halve eeuw in de schaduw is uitgegroeid tot onversneden cultheld. Hij is niet uit de media weg te slaan; zijn gelooide tronie met die melancholieke blik straalt een authenticiteit uit die voor de muziekgeneratie van nu – de Justin Biebers en de Lady Gaga’s – met geen stylingrecept, tatoeëernaald of heroïnespuit valt te kopiëren. Iggy is echt. Hij heeft het leven geleefd. Kom daar maar eens om bij de jonkies.

Gimme Danger

Aldus liggen er twee recent verschenen boeken over hem in de winkel, is hij de gids in Erik Lieshouts documentaire To Stay Alive – A Method, werkt hij als acteur mee aan de nieuwe film van Terrence Malick en is er voor de ware fan een heus Iggy Pop action figure. Nu zowel Lou Reed als David Bowie rocken met de engelen, is Pop de laatste der Mohicanen, ieders favoriete rock & roll opa. Waar die platina reputatie op is gebaseerd, toont de documentaire Gimme Danger, die Iggy-fan Jim Jarmusch (Pop acteert in Dead Man en Coffee and Cigarettes) heeft gemaakt over Iggy’s eerste band-met-platencontract, The Stooges.

Nihilisme en rudimentaire rock
Net als The Velvet Underground werden The Stooges tijdens hun actieve jaren nauwelijks opgemerkt – alleen gewaardeerd door een minieme groep liefhebbers; de toen nog onbekende David Bowie was fan van beide bands – en is hun reputatie door de jaren heen langzaam gegroeid. Eerst onder muzikanten, na de reünie van 2003 ook bij het publiek.

The Velvet Underground staat inmiddels bekend als de aartsvaders van de alternatieve rock en The Stooges worden erkend als pioniers van punk. Er zijn meerdere lijnen tussen beide bands: VU-bassist John Cale produceerde het debuutalbum van The Stooges, Iggy scharrelde met VU-zangeres Nico en David Bowie produceerde zowel voormalig VU-voorman Lou Reed als Pop.

Dat debuutalbum, The Stooges uit 1969, en plaat nummer twee, Fun House van een jaar later, verkochten indertijd voor geen meter. Maar het nihilisme en de rudimentaire rock van die twee klassiek geworden albums, haaks op de hippiegeest van Woodstock, vormden midden jaren zeventig een voorname inspiratiebron voor punk: The Sex Pistols coverden de Stooges-track No Fun. Iggy is de granddaddy of punk. De complete punk en new wave-scene van New York in de jaren zeventig – New York Dolls, Patti Smith, Ramones – heeft naar The Stooges geluisterd. Ook Jim Jarmusch was fan.

Halfbakken anekdotes
En dat is misschien wel de grootste makke van Gimme Danger, Jarmusch zit zijn onderwerp te dicht op de huid. De betrokkenheid en kennis van zaken zit in ieder frame van de 108 minuten die de docu duurt. Er is echter geen kritische afstand, weinig context, geen brede visie. Jarmusch heeft ook de handicap dat zijn film eigenlijk te laat komt. Gitarist Ron Asheton is in 2009 overleden, toen zijn reputatie dankzij de groepsreünie van 2003 was gezet. Jarmusch was nog net op tijd om drummer Scott Asheton (overleden in 2014) en saxofonist Steve Mackay (overleden in 2015) voor de camera te halen.

Gimme Danger

Als overlever lijkt Pop onthecht en niet wezenlijk geïnteresseerd in een evaluatie van zijn jeugdwerk; hij beperkt zich tot een paar halfbakken anekdotes. Wat ook niet helpt is dat The Stooges in hun klassieke bezetting maar twee platen hebben gemaakt; de versie met James Williamson op gitaar steekt bleekjes af tegen The Stooges van hun debuutplaat en Fun House. Er is dus niet zo heel veel te vertellen. Bovendien is beeldmateriaal van toen schaars en hebben de nog levende bandleden weinig te melden. Het verhaal van The Stooges, hun belang en waarom ze zo lang zijn genegeerd, vraagt om een bredere aanpak.

Persoonlijke moed
Dat neemt allemaal niet weg dat Gimme Danger de ware fans zal plezieren, want iedere snipper info over de legendarisch maar lang ondergerapporteerde band is een te koesteren kleinood. Hoe diep de liefde bij die fans zit, illustreert een persoonlijke anekdote. In de winter van 1985, het zal eind februari geweest zijn, speelde de Schotse band The Jesus & Mary Chain hun Nederlandse debuutconcert in De Melkweg te Amsterdam. Na afloop gingen we bij mij thuis bier drinken en muziek luisteren. De eerste plaat die drummer Bobby Gillespie uit de kast trok was—Fun House.

Maar bovenal is Gimme Danger het best denkbare complement van To Stay Alive, de documentaire van Erik Lieshout over persoonlijke moed en de helende kracht van kunst. Kijken dus.
 

15 maart 2017

 
MEER RECENSIES

Gold

**

recensie Gold

Moeizame zoektocht naar goud

door Nanda Aris

Gebaseerd op het waargebeurde Bre-X schandaal, speelt Matthew McConaughey in zijn nieuwste film een ware gold digger, voor wie we minder sympathie voelen dan waarschijnlijk gehoopt.

Het is niet voor het eerst dat Matthew McConaughey als een ware avonturier op zoek gaat naar een schat; dit deed hij eerder in Sahara (2005) en Fool’s Gold (2008). En waar hij voor zijn met Oscar bekroonde rol in Dallas Buyers Club (2013) zo’n twintig kilo afviel, kwam hij voor deze rol zo’n twintig kilo aan. Alleen al daarvoor is het werkelijk zonde dat de film de verwachtingen niet waar kan maken.

Gold

Goud
Jaren nadat Kenny Wells (McConaughey) het bedrijf Washoe Mining van zijn overleden vader overneemt, zit hij nagenoeg aan de grond. Hij is bij z’n vriendin Kay (een leuke rol van Bryce Dallas Howard) ingetrokken, als hij op een nacht droomt van gouden bergen in Indonesië. Het visioen van Wells komt, waarschijnlijk onbedoeld door de makers, als hebzuchtig over. Jungle wordt gekapt, en arme Indonesiërs ploeteren als robots achter elkaar aan in de goudmijn. Het maakt pijnlijk duidelijk hoe achteloos westerse bedrijven kunnen handelen.

Ring of fire
Wells betaalt met het horloge dat hij ooit aan Kay gaf, zijn ticket naar Indonesië, waar hij geoloog Michael Acosta (Edgar Ramírez) ontmoet. Acosta ontdekte de ‘ring of fire’, een veelbelovend gebied voor goudzoekers in Indonesië. Maar waar investeerders eens zo enthousiast waren, werd er later geloofd dat deze ‘ring of fire’ niet zou bestaan. Wells gelooft Acosta echter wel, door het visioen dat hij had. Samen besluiten ze ervoor te gaan, en waar Acosta het veldwerk coördineert, gaat Wells op zoek naar het geld van investeerders.

De twee mannen zijn elkaars tegenpolen: Wells een zwaar rokende en drinkende ritselaar, Acosta de rust zelve. Beide voelen lichtelijk gekunsteld aan, en hieruit blijkt meer weer eens hoe belangrijk een schrijver en regisseur zijn. Want waar McConaughey voor zijn excentrieke rol in Dallas Buyers Club een Oscar won, kan hij nu met zijn acteren de film niet naar een hoger niveau tillen. De scheidslijn tussen excentriek en over the top is dun.

Gold

Tijger
Over the top bereikt z’n hoogtepunt wanneer Wells en Acosta besluiten vriendschap te sluiten met de zoon van de president van Indonesië. De president heeft de vergunningen van Wells en Acosta ingetrokken, nadat de eerste monsters veel goud beloven. De grote mijnbazen mengen zich erin en fluisteren de president in om de vergunningen in te trekken. De zoon staat niet op goede voet met zijn vader, en dat is waar Wells en Acosta hun kans ruiken. Met het aaien van de tijger, en het daarmee bevestigen van de verdeling van de buit, lijkt de film verworden tot een slechte B-film.

Pikhouweel
Gelukkig kent de film ook een paar aardige scènes, zoals wanneer Kenny zijn geluk wil vieren met Kay en de hotelkamer vol geplaatst heeft met gele rozen, en zelf met een roos in z’n mond op bed ligt. McConaughey z’n voorkomen – dikke buik, witte openstaande badjas, en plofferige witte onderbroek – zou een gniffel op kunnen leveren. En de toespraak die Wells geeft nadat bekend wordt dat hij het gouden pikhouweel wint, kent prachtige woorden. Ze missen alleen de kracht om echt aan te komen.
 

11 maart 2017

 
MEER RECENSIES

Genius

***

recensie Genius

Structuur ontbreekt in film over geniale redacteur

door Wim Meijer

Hoewel Genius de auteur-redacteur relatie treffend verfilmt, is het allerminst geniaal te noemen. De film had beter het advies van de protagonist op kunnen volgen: ‘Just stick to the story.’

De excentrieke Thomas Wolfe (Jude Law) levert een manuscript van duizenden pagina’s aan. Iedere uitgeverij wijst hem af, totdat hij oog in oog staat met Maxwell Perkins (Colin Firth), redacteur van Ernest Hemingway en F. Scott Fitzgerald. Wolfe steekt met veel bravoure een verhaal af gevuld met metaforen en proza. Hij snapt dat Perkins hem afwijst. Immers, alle anderen deden het ook. Maar Perkins kijkt verder en ziet de schoonheid in Wolfe’s werk, dat dan nog is doorspekt met overbodige beschrijvingen en ellenlange verhalen. Hij besluit Wolfe een kans te geven.

Genius

Professionele strijd
Het contrast tussen Perkins en Wolfe kan niet groter zijn. Perkins is gedecideerd, gecontroleerd, stabiel in elk opzicht en zal nooit of te nimmer uit de bocht vliegen. Wolfe is onbehouwen, theatraal, heeft een tumultueuze relatie met de getrouwde kostuumdesigner Aline Bernstein (Nicole Kidman) en verliest zich in drugs, drank en seks. De basis van Genius is de hechte band tussen de twee mannen. Eerst op professioneel vlak, waarbij het duo een hevige strijd aangaat om elke alinea, elke letter. Wolfe ziet elke regel als expressie van zijn identiteit. Voor Perkins zijn ze overbodig.

Al snel leren de protagonisten elkaar ook op persoonlijk vlak kennen, hetgeen tot bijna net zoveel botsingen leidt. Zelfs een uitje naar een jazzclub, een ogenschijnlijk onschuldige tijdsbesteding, verloopt niet zonder slag of stoot.

Jude Law worstelt met zijn personage. Het dikke Amerikaanse accent en de overdreven manier van acteren kosten hem zichtbaar moeite. Wolfe weet als geniale schrijver nooit echt te overtuigen, waardoor ook de persoonlijke vetes geforceerd aanvoelen. Perkins is saai, voorspelbaar en hanteert droge humor. Firth kan dit als geen ander, maar het komt het toch al trage Genius niet ten goede.

Genius

Schrappen
Regisseur Michael Grandage filmt Genius in noir-stijl. De donkere kantoren, idem kostuums en onderbelichte scènes vol rokende mensen passen fraai bij het New York van de jaren dertig. Grandage debuteert met een film die talloze uitstapjes maakt en richting mist. Dat de vrouwen in de levens van Perkins en Wolfe een prominente rol innemen met talloze scènes waarin wordt gekibbeld over hoe lang de mannen werken, valt de film nog wel te vergeven, ook al voegen de scènes in essentie weinig toe.

De uitgebreide fragmenten met Scott Fitzgerald en Ernest Hemingway zijn een hoofdstuk waar Perkins een rode streep doorheen zou hebben gezet. Schrappen die handel. Ze leiden af van waar het om gaat en wat de kracht is van Genius: de relatie tussen Perkins en Wolfe.

Juist deze relatie verdient de volle aandacht. Perkins is als een vader, een mentor en ook een psycholoog voor Wolfe. De eloquente schrijver brengt op zijn beurt kleur in het statische leven van Perkins zich die urenlang een weg door onleesbare manuscripten baant. Juist dat is het verhaal dat Grandage had moeten uitdiepen.
 

17 oktober 2016

 
MEER RECENSIES

General, The

*****

recensie The General

Onweerstaanbare combinatie van stoïcisme en fysieke humor

door Cor Oliemeulen

Alles klopt en niets is nep aan The General van Buster Keaton. Vijftig jaar na de dood van dit lang miskende genie verschijnt diens absolute meesterwerk in een digitaal gerestaureerde versie (en met de soundtrack uit 1995) in de bioscoop.

Van de drie grote filmkomieken van het stomme tijdperk – Charlie Chaplin, Harold Lloyd en Buster Keaton – viel er voor laatstgenoemde het minst te lachen. Zwerver Chaplin combineerde slapstick met sentiment en werd veruit het grootste icoon, terwijl de bebrilde ideale schoonzoon Lloyd veel serieuzer was en twee keer zo hard moest werken om hetzelfde succes te bereiken. Zij konden lang blijven genieten van hun roem en vergaard vermogen, waar Keaton bijna ten onder ging aan het nemen van financiële risico’s, verlies van artistieke supervisie, echtscheiding en alcoholmisbruik. Zijn unieke talent werd pas veel later onderkend. Our Hospitality (1923) en Sherlock Jr. (1924) behoren tot de beste en leukste komedies uit de filmgeschiedenis. The General (1926) is ongeëvenaard.

The General

Handelsmerk
Ook in zijn films zie je Keaton zelden lachen. Zijn stoïcijnse oogopslag leverde hem de bijnaam The Great Stone Face op, een handelsmerk dat je decennia later terugziet bij Chevy Chase (National Lampoon) en Bill Murray (Lost in Translation). Keatons onweerstaanbare combinatie van een droog, flegmatiek uiterlijk en fysieke komedie komt volledig tot zijn recht in The General, waarin het accent niet alleen ligt op zijn typische visuele grappen, maar ook op (historisch) drama, karaktertekening en cinematografie. Negentig jaar na dato is de mede door Keaton geregisseerde en geproduceerde film allesbehalve gedateerd: spannend, technisch sterk en vooral erg origineel. In vijf kwartier dendert het avontuur met de trein uit de filmtitel vastbesloten voorbij.

Johnnie Gray (Buster Keaton) heeft twee liefdes: zijn locomotief The General en zijn vriendin Annabelle (Marion Mack). Bij het uitbreken van de Amerikaanse Burgeroorlog wil Annabelle dat Johnnie zich net als haar vader en broer aanmeldt bij de zuidelijke strijdkrachten, echter hoe hij ook zijn best doet, het leger wil Johnnie niet hebben, omdat hij als machinist van grotere waarde is. Als Annabelle hoort dat Johnnie verstek heeft laten gaan en zij hem niet gelooft, verbreekt zij de relatie en wil pas weer samen verder zodra Johnnie een soldatenuniform aanheeft.

The General

Gestunt(el)
Dat laatste zal ten langen leste op wonderbaarlijke wijze geschieden. Maar niet voordat Johnnie zich in een hachelijk avontuur vol inventieve capriolen heeft gestort. Een groep noordelijke soldaten heeft namelijk zijn locomotief gestolen en Johnnie zet de achtervolging in, zonder te beseffen dat Annabelle in de trein zit, op reis naar haar gewonde vader. De film is veel luchtiger dan het boek The Great Locomotive Chase waarop hij is geïnspireerd, want daarin worden de treinkapers krijgsgevangen gemaakt en terechtgesteld. In The General is het schaarse geweld grappig en dringt Johnnie in zijn eentje diep door achter de vijandelijke linies, hoort bij toeval de aanvalsplannen van de noordelingen en ontpopt zich na het nodige gestunt(el) als oorlogsheld.

De meest memorabele scène van The General is een locomotief die door een brug zakt en in het ravijn stort. Het maakte dit beroemde Keaton-vehikel met een budget van 750.000 dollar destijds de duurste film ooit gemaakt. Filmmaatschappij MGM had geen geld meer om de locomotief uit het ravijn te halen (ze werd een toeristische attractie), de opbrengsten vielen tegen en Buster Keaton verloor zijn onafhankelijkheid als filmmaker. De scène heeft werkelijk niets aan klasse en authenticiteit ingeboet en de aansluitende schermutselingen tussen de noordelijke en zuidelijke troepen bij de ingestorte brug van Rock River zijn uiterst sfeervol gefilmd door een miskend genie dat zijn tijd ver vooruit was.
 

29 augustus 2016

 
MEER RECENSIES

Goosebumps

***

recensie  Goosebumps

Kippenvel in uw eigen bios

door Cor Oliemeulen

Aanstekelijk spel en fantasievolle griezels garanderen een leuk uitje in uw plaatselijke filmtheater.

In de week waarin filmproducenten en distributeurs de Nederlandse Staat aanklagen voor schade die zij volgens eigen zeggen lijden vanwege downloaden, verschijnen er gewoon weer films in de bioscoop, omdat de aantrekkingskracht van het grote witte doek vaak nu eenmaal groter is. Wanneer de branche zich iets beter aanpast aan de moderne tijd en het bioscoopbezoek aantrekkelijker en vooral goedkoper zou maken, hoeft niemand worden verstoken van al het moois en nuttigs dat het medium film kan bieden. Of zoals de Amerikaanse filosoof Robert M. Pirsig het ooit zei: “Als je het pad van kwaliteit volgt, kunnen er schijnbaar vanuit het niets prachtige inzichten, gedachten en oplossingen ontstaan.”

Goosebumps

Vermaak
Goosebumps is typisch zo’n film die in de bioscoop veel beter tot zijn recht komt dan op een beeldscherm thuis. Het verhaal over een schrijver van enge kinderboeken, die zijn griezels uit voorzorg heeft opgesloten, zijn dochter en haar nieuwe buurjongen is een vermakelijke, fantasierijke avonturenfilm, ideaal voor een avondje bios met familie of vrienden. Verstrooiing, escapisme, loslaten – een yogales voor het overbelaste brein, voor jong en oud. Service in optima forma en de mogelijkheid om heerlijk te worden vertroeteld door het gastvrije cinemapersoneel. Het enige dat nog ontbreekt, is een voetmassage.

Na een televisieserie, enkele videospellen en een stripserie is er nu Goosebumps, de speelfilm. Van deze Kippenvel-boeken verschenen al bijna 200 titels waarvan wereldwijd al meer dan 400 miljoen exemplaren zijn verkocht. De vraag was dan ook: welk boek ga je verfilmen? Het antwoord lag voor de hand: alle griezelige hoofdpersonages uit alle boeken komen samen in één film. Simpel en briljant, want het idee pakt fantastisch uit. Goosebumps is een geslaagde combinatie van grappig en griezelig, van spanning en avontuur, van kalverliefde en vaderlijke bescherming.

Goosebumps

Terreur
Jack Black speelt de schrijver van de succesvolle Goosebump-serie, R.L. Stine, die low profile door het leven gaat en zijn enige dochter angstvallig afschermt van mannelijke leeftijdsgenoten en andere pottenkijkers. Black – het leukst in The School of Rock en Kung Fu Panda (en met zijn fameuze lofzang op Led Zeppelin in het Kennedy Center in 2012) – is de ideale protagonist in zijn bundeling van een ijzig en aanstekelijk voorkomen. Een hoogst onaangenaam en onvoorspelbaar heerschap, tot het moment dat zowel de nieuwe buurjongen als de kijker zijn grote geheim ontdekken en de terreur van de ontsnapte Goosebumps-griezels is begonnen.

De sadistische pop Slappy the Dummy fungeert als het alter ego van Stine. Als het brein achter de opstand zweert hij dat zijn tot leven gekomen fictieve collega’s nooit meer in boeken zullen worden opgesloten. De weerwolf, verschrikkelijke sneeuwman, slangenvrouw, geestendokter, gnomen, vleesetende planten, speelgoedrobots, reuzenbidsprinkhaan, vampieren, aliens, zombies, mummies, een krankzinnige clown en talloze andere engerds richten een ware ravage aan in de stad, niet gehinderd door een koppel niet al te snuggere agenten. Hoewel sommige monsters zeer wrede bedoelingen hebben, worden ze plotseling grappig als blijkt dat ze een raar hoog stemmetje hebben, zodat ook de jongste kijkers zich niet zo snel in hun popcorn zullen verslikken.

 

5 februari 2016

 

MEER RECENSIES

 

Gift, The

****

recensie  The Gift

Het leven is een geschenk

door Cor Oliemeulen

Als je vroeger voor het leven bent beschadigd door pesterijen kun je misschien het best twee dingen doen: in therapie gaan én de verantwoordelijke confronteren. In The Gift bevestigt het slachtoffer de hernieuwde kennismaking aanvankelijk met leuke cadeautjes.

Volgens Simon bestaat de wereld uit winnaars en losers. Hijzelf behoort natuurlijk tot de eerste categorie, hoewel de promotie op zijn werk op dubieuze wijze is verlopen, terwijl zijn oud-klasgenoot Gordo in zijn optiek een kansloze idioot is. Je mag aannemen dat Simons vrouw Robyn na een aantal jaren huwelijk op de hoogte is van het hokjesdenken van haar man, echter het feit dat Simon vroeger een heuse bully was, weet zij pas vanaf het moment dat Gordo zich heeft ontpopt als stalker.

Recensie The Gift

Psychologische thriller
The Gift is om meerdere redenen een verrassende psychologische thriller. Het is de debuutfilm van de Australische bijrolacteur Joel Edgerton die een aardig script met subthema’s als privacy en kinderloosheid neerpende en zich de overtuigende rol van de zonderlinge Gordo toe-eigende. Jason Bateman, vooral bekend van matige komedies als Horrible Bosses en Identity Thief, blijkt ook in de serieuze rol van Simon het juiste irritatiegehalte te kunnen uitstralen. En de kijker blijft tot het einde (dat doet denken aan een iets betere Spaanse horrorthriller uit 2011 waarvan we de titel niet zullen verraden) op het puntje van zijn stoel.

De Engelse actrice Rebecca Hall laat in haar tweede echte hoofdrol zien dat zij als vrijgevochten, intelligent vrouwfiguur (zie de bovennatuurlijke suspensethriller The Awakening, 2011) veel beter tot haar recht komt dan in komedies (zie het Stephen Frears-misbaksel Lay the Favourite, 2012). Hoewel zij een krachtigere en meer uitgebalanceerde persoonlijkheid heeft dan Simon, wordt ze langzaam gek van de mysterieuze gebeurtenissen die Gordo lijkt aan te richten. Of zijn het de pillen die haar waanideeën veroorzaken?

Recensie The Gift

Wraak of acceptatie?
Films over pestkoppen en hun slachtoffers zijn net als wraakfilms van alle tijden. The Gift stelt de vraag in hoeverre het wenselijk is dat de pestkop twintig jaar na dato zijn verfoeilijke gedrag onderkent en zijn slachtoffer oprecht excuses maakt. Ook al heb je een partner die je aanmoedigt om met jezelf in het reine te komen, kan het om bepaalde redenen toch lastig blijken je verantwoordelijkheid als eervol en fatsoenlijk mens te nemen.

Nog belangrijker is de rol die is weggelegd voor het slachtoffer: kan hij het aangedane leed verwerken en de eventuele excuses accepteren, of blijft hij volharden om het leven van zijn ex-plaaggeest tot een ware hel te maken? Regisseur Joel Edgerton denkt met The Gift een pasklaar antwoord te hebben gevonden.

31 oktober 2015

 

 

MEER RECENSIES

 

Grote Zwaen, De

****

recensie  De grote Zwaen

Neo-noir op z’n Nederlands

door Ashar Medina

In zijn tweede speelfilm keert regisseur Max Porcelijn terug naar de schimmige Amsterdamse onderwereld die ook in zijn debuut Plan C de arena vormde voor een zwartkomisch relaas over eer, wraak, geld en hebzucht. Een wereld waarin goede bedoelingen ver te zoeken zijn, maar wie zit daar nou weer op te wachten?

Cabaretier en componist Peter van de Witte speelt in zijn eerste grote filmrol de geplaagde auteur Gerard F. Zwaen, een eerzuchtig mannetje met een onstilbare honger naar erkenning. En geld. Zwaens laatste boek is namelijk niet geweldig ontvangen en door zijn recente scheiding verkeert hij in geldnood. De groep gevestigde schrijvers waarmee hij van tijd tot tijd borrelt is voor hem tegelijkertijd een voorbeeld en een spiegel van zijn eigen falen.

Recensie De grote Zwaen

Zwaens uitgever (Rene van ’t Hof) houdt hem voor dat deze tegenslagen nieuwe mogelijkheden zullen voortbrengen, maar zelf is hij daar te cynisch voor. Zoals het een getormenteerde schrijver betaamt zwelgt hij in zelfmedelijden en voelt hij zich permanent onbegrepen. Wanneer Zwaen per toeval toegang krijgt tot een koffer vol drugsgeld lijken zijn zorgen te verdwijnen als sneeuw voor de zon. Maar het is natuurlijk alleen maar het startschot voor een reeks misdrijven en misverstanden die hem leiden naar de afgrond.

Coen-eske Cinema
Porcelijn is een begenadigd scenarioschrijver, getuige zijn Gouden Kalf uit 2012 voor het script van Plan C. Ook hier etaleert hij zijn talent voor gevatte dialogen en een scrupuleus in elkaar geweven plot dat nog maar eens aantoont dat misdaad (haast) nooit loont. Gebruikmakend van genre-elementen als een protagonist met een bedenkelijke moraal, een femme fatale, een koffer vol geld en een meedogenloze gangster (een geweldig schmierende Michiel Romeyn), creëert Porcelijn een sfeer die doet denken aan de gebroeders Coen. Met films als Fargo en Blood Simple combineerden zij deze klassieke film noir-elementen met modern nihilisme, waarbij cynische humor reflecteerde op personages die zichzelf tegen beter weten in voorhouden dat misdaad wél loont.

De grote Zwaen

Maar waar de Coens visueel ook altijd uitpakken om hun verhaal kracht bij te zetten, komt de cameravoering en montage in De grote Zwaen ietwat braafjes over. Het grootste deel van de scènes speelt zich binnenshuis af tussen twee of drie personen, waarbij de dialogen weliswaar een lust voor het oor zijn, maar de cinematografie te weinig prikkelt. Uitzondering hierop is een spannende sequentie in het bos, waarin Zwaen in de stortregen de dood in de ogen kijkt. Hier wordt optimaal gebruik gemaakt van de locatie door wijdere panorama’s te schetsen en de camera actief mee te laten zoeken tussen de bomen door. Hier wordt het Cinema.

Alleen Maar Nette Mensen?
De grote Zwaen zit vol markante personages met een al even kleurrijk vocabulaire. Het zijn figuren rechtstreeks uit een van de hard boiled pulpromans van Raymond Chandler, vandaar ook dat de film het etiket neo-noir dubbel en dwars verdient. Het is echter de vraag of hier in Nederland een publiek voor is.

Recensie De grote Zwaen

Wanneer Zwaen eenmaal besluit het geld te stelen krijgt hij bijvoorbeeld een corrupte FIOD-agent op zijn dak; die werkt voor de hasj dealende gangster aan wie het geld toebehoort. De FIOD-agent wordt op zijn beurt in de gaten gehouden door een koude, gevoelloze rechercheur die de hele operatie probeert op te rollen. Als we daar ook nog Zwaens ijskonijn van een ex-vrouw en zijn frauderende boekhouder bij optellen, blijft er weinig over om je mee te identificeren. Onsympathieke personages horen bij het genre, maar maken de film nou niet bepaald toegankelijk voor een groot publiek.

De grote Zwaen is daarom misschien niet voor iedereen, maar daar is niets mis mee. Plan C was ook alles behalve een kaskraker. Wel was de film origineel, grappig en spannend, wat het een van de beste Nederlandse producties van het afgelopen decennium maakte. De grote Zwaen past ook zeker in dat rijtje.

 

23 oktober 2015

 

 

MEER RECENSIES