Preview: IFFR 2017

Preview International Film Festival Rotterdam 2017
De grote namen en films voor de sterke maag

door Suzan Groothuis

Het International Film Festival Rotterdam (IFFR) 2017 trapt woensdag 26 januari af met de openingsfilm Lemon. Deze debuutfilm van Janicza Bravo kan niet anders dan leuk zijn: de acteercarrière van een veertiger zit in het slop, maar hij wil de realiteit niet onder ogen zien. 

Het IFFR biedt en belooft veel meer: een tiendaags programma boordevol films, vertoond op diverse locaties in de stad. Nieuw is KINO in de Gouvernestraat, waar jaren geleden nog Lantaren Venster zat. En natuurlijk de vaste, vertrouwde locaties: Pathé (volledig ingericht voor het IFFR!), Cinerama, Schouwburg, Oude Luxor Theater en Lantaren Venster.

Jackie

Grote namen
Het programma doorspitten is een hele klus. Divers aanbod, van sociaal geëngageerde films tot horror (ook aan de genrefilm ontkomt het IFFR niet!). En dan zijn er natuurlijk de grote namen, zoals Paterson van Jim Jarmusch, Jackie van Pablo Larraín en Loving van Jeff Nichols.

Te beginnen dan met Paterson, de nieuwste Jim Jarmusch, die bekend staat om zijn droogkomische stijl. Voor Paterson, dat draait om een buschauffeur met poëtische aspiraties, heeft Jarmusch Adam Driver gestrikt. Driver is hot: maakte naam met zijn gelijknamige personage in Lena Dunhams Girls en heeft inmiddels Inside Llewyn Davis, Star Wars: The Force Awakens en Midnight Special op zijn naam staan. En dat is een kleine greep. Zijn verschijning in Paterson is ongetwijfeld een trekker.

Daarbij maakt nieuwsgierig met wat voor nieuws Jarmusch, toch een van de groten van de onafhankelijke cinema, ditmaal op de proppen komt. Voor wie nog meer Jarmusch op het menu wil is er goed nieuws: ook Gimme Danger, over de roerige jaren van The Stooges, is te zien. Een immer energieke Iggy Pop en zijn collega’s blikken samen met vriend en fanboy Jarmusch terug op die wilde tijd.

En dan Jackie, de nieuwste van de Chileense regisseur Pablo Larraín. Zijn eerste film die ik zag was Tony Manero, over een man geobsedeerd door John Travolta als discodanser in Saturday Night Fever. Die film speelt tegen de achtergrond van het regime van Pinochet. Een mengeling van droog, grimmig en bizar. Opvolgers Post Mortem en No borduren voort op de Pinochet dictatuur: in Post Mortem stapelden de lijken zich letterlijk op en No, met acteur Gael García Bernal in de hoofdrol, gaat de tegenaanval in met campagnevoering om de dictator van zijn troon te stoten.

Jackie is Larraíns eerste Engelstalige film. Over First Lady Jackie Kennedy, na de moord op JFK. De kijker is deelgenoot van haar dagen na de moord. Met een bejubelde Natalie Portman als Jackie, bijna voortdurend in beeld. De film belooft een intiem, complex beeld van dit mode-icoon.

Jeff Nichols timmert ook aardig aan de weg. Shotgun Stories, Take Shelter, Mud en Midnight Special scoorden hoog bij critici en publiek. Films die zich afspelen in het zuiden van de VS en die een zekere spanningsboog hanteren. Een broeierige sfeer tegen de achtergrond van het Texaanse landschap. Nu is er Loving, dat zich afspeelt in de VS van de jaren 50. Gebaseerd op een waargebeurd verhaal: een hecht paar kan niet openlijk liefhebben vanwege de rassenscheidingswet die rassenvermenging verbiedt. Met de Australische acteur Joel Edgerton (ook te zien in Midnight Special en het harde Animal Kingdom) en Ruth Negga, die we kennen als de stoere Tulip uit de serie Preacher. Een film over verzet, onderkoeld maar met veel warmte in beeld gebracht.

RAW

Horror
Het avondprogramma biedt veel moois voor de horrorliefhebber. Late tijdstippen beloven duistere films, moet het IFFR gedacht hebben.

RAW bijvoorbeeld, waarin een studente met lichte angst aan haar studie diergeneeskunde begint. Er wacht haar een ontgroening met rauwe konijnenniertjes op het menu, leidend tot een onbedwingbare honger naar vlees. De bloederige en beestachtige gruwelen die volgen zijn wonderwel beeldschoon in beeld gebracht. Desalniettemin: voor mensen met een sterke maag!

Het Vietnamese KFC doet het horrorhart ook sneller kloppen. Hoe bizar wil je het hebben? Een necrofiele dokter en een stel kannibalen zijn enkele figuren uit deze naargeestige body horror. De film moet een op hol geslagen wraakorgie zijn, waarin pijniging de dienst uitmaakt. Een film die de maag waarschijnlijk doet omdraaien en niet voor niets geselecteerd is als late vertoning.

En tot slot Girl with All the Gifts, dat zich afspeelt in een dystopische toekomst. Ook kannibalisme in deze film, waarin een mysterieuze ziekte mensen in hongerige menseneters verandert. Een groep hybride kinderen wordt gebruikt als proefkonijn voor de ontwikkeling van een vaccin. Hoe dat afloopt zien we in een film die zich ontpopt tot coming-of-age verhaal, waarin een van die hybride kinderen laat zien dat het over speciale gaven beschikt.

Kortom: IFFR heeft een breed aanbod van publieksfilms tot horror. Wie zich wil laten inspireren of wie maar niet uit dat eindeloze aanbod een selectie kan maken, klikt hier.
 

23 januari 2017

 

MEER FILMFESTIVALS

Het grote IFFR-programma 2017 – Deel 1

Het grote IFFR-programma 2017:
wat, waar en wanneer (deel 1)

door Bob van der Sterre

Ruim 500 films zijn er te zien van 25 januari tot en met 5 februari tijdens het IFFR in Rotterdam. Hier is het blokkenschema te vinden en hier de volledige filmlijst. Hoe komen we wijs uit alle films, alle specials en alle programma’s?

InDeBioscoop wil het de bezoeker graag makkelijker maken. Hier zetten we de films per genre op een rij – en dat weer alfabetisch. Van auteurscinema tot vrouwenfilms. De link van de film leidt naar een IFFR-pagina waar je ook kunt zien wanneer ze draaien. IFFR heeft zelf de eerste hulp voor films bedacht.

20th Century women

Eerst de specials. CrissCross2017: Een special van de moderne Franse misdaad/actiefilm. Met films als 36 Quai des Orfèvres, Braqueurs, De guerre lasse, Le convoi. Jan Nemec: Een enorm uitgebreid retrospectief special over de Tsjechisch avant-gardist. Masterclasses: Van niet de minste regisseurs: Olivier Assayas, Béla Tarr, Andrea Arnold en Barry Jenkins. Dan is er nog de traditionele Bright future-competitie voor talenten en debutanten en het Signatureprogramma voor gevestigde namen.

We hebben een keuze gemaakt uit de vele, vele films en die verdeeld in genres.

Auteurscinema
Break up – L’uomo dei cinque palloni. Marco Ferreri’s film met Marcello Mastroianni als directeur van een snoepfabriek, een duidelijke satire op kapitalisme, werd nooit uitgebracht. Nu is er een gerestaureerde versie.

Belle dormant. Adolfo Arrieta maakt al films sinds de jaren zeventig maar had nu pas eindelijk een fatsoenlijk budget. Hij maakt deze eigenzinnige film, een soort sprookje in Bretagne.

Killer of sheep. Kennelijk een wereldberoemd meesterwerk van Charles Burnett uit 1977. Een persoonlijk portret van de zwarte gemeenschap. Kon jarenlang niet worden gezien in verband met muziekrechten.

Paterson. Nieuwste film van Jim Jarmusch. De dagelijkse routine van een buschauffeur die houdt van dichten.

Raoul Ruiz: Contre l’ignorance fiction!. Een regisseur die meer dan 118 werken achterliet toen hij overleed in 2011. Een documentaire over zijn stijl.

 

Coming of age
20th Century women. Annette Bening speelt het gedeelte coming to age, maar haar zoon en zijn vriendinnetje portretteren coming of age. Hartverwarmend drama voor de liefhebber.

American Honey. Archetype coming of age film. Shia LeBoeuf, punkachtig meisje, drugs, misdaad en een busje. Een ‘On the Road voor millennials’.

Antes que cante el gallo. Het klassieke coming of age drama. Porto Ricaanse tiener die worstelt met haar puberteit en dan haar vader ineens ziet terugkeren.

Big big world. Ali en Zuhal zijn jong en op de vlucht. Bonnie & Clyde op zijn Turks? Niet helemaal want de film speelt zich vooral af in een bos.

Kékszakállú. Ze worden niet meer coming of age dan deze. Het gaat hier om dochters van rijke industriëlen in Argentinië. Een ervan is de weg kwijt en de film observeert haar daarbij.

Park. Coming of age is een onuitputtelijk onderwerp want elke cultuur heeft zijn eigen jeugd die vraagt om vastgelegd te worden met zijn eigen problemen. Hier zien we de Griekse jeugd zich vervelen in het Olympisch dorp in Athene en proberen wereldrecords wiet roken te verbeteren.

Sami blood. Coming of age in een politiek-correct jasje. Een portret over vooroordelen ten opzichte van de Sami (de Lappen) in Zweden.

The summer is gone. Xiaolei is een jong ventje en woont in een China dat op punt staat modern te worden.

 

Experimentele films
Alipato: Humor en groteske misdaad in Filipijnse sloppenwijk. En een soort whodunit. En het is 2025. Eh…

A bride for Rip van Winkle. Wie rekruteert online vreemdelingen als familie en vrienden bij een huwelijk? Dat is Nanami. Ze is eenzaam. En de film experimenteert er ondertussen vrolijk op los.

The eye’s dream. Waar het over gaat? ‘Bodyhorror, pinkfilm (Japanse porno) en psychedelica.’ Op deze film valt maar een label te plakken: bizar. Het is al een prestatie om de trailer vol te houden.

Haruneko. Een mysterieus café, ‘abstract, ongrijpbaar en muzikaal’. Als het IFFR het al betitelt als ‘een van de meest weirde films van het jaar’ dan weet je het wel.

Japanese girls never die. Een bende van jonge, Japanse schoolmeisjes in een film die het midden heeft van een romantische komedie, documentaire en misdaaddrama…

Manifesto. Dertien keer Cate Blanchett in een film die kunstmanifesten vertelt. Regie Julian Rosefeldt.

 

Fantasie, SF
The Giant. Een dwerg die iets weg heeft van the elephant man is een geweldige petanquespeler. Hij wil een toernooi winnen om verenigd te worden met zijn moeder. En er is een reus. Zweedse productie. Voor de echte liefhebber is er ook een petanquetoernooi voor de voorstelling van zondag.

Suffering of Niniko. Gewone beelden en animatie, humor en ernst komen tezamen in deze fantasierijke Japanse film over een monnik die vlucht voor zijn populariteit bij vrouwen.

 

Horror en mysterie
Au-delà des murs. Vrouw erft een huis van een vreemdeling. Maar er zijn verborgen ruimtes. Ze gaat op onderzoek uit. Creepy toestanden. Een miniserie (drie delen) die bij elkaar 140 minuten duurt.

Beau séjour. Meisje, bedekt met bloed, ontwaakt in hotel. Ze ziet mensen maar kan ze niet aanspreken. Waar heb ik dat eerder gezien? (Geen sarcastisch bedoelde vraag, ik ben het echt vergeten.) Vlaamse film oogt als een interessante variatie op de whodunit.

Caini. Mysterieus en interessant gefilmd verhaal over een spookachtig huis dat iemand erft van zijn opa. Die was ook een misdaadbaas. En er zijn anderen die het huis willen hebben. Roemeense ‘new wave western thriller’.

Raw. Meisje, vegetarisch, moet voor ontgroening rauwe konijn eten. Ze huivert voor het idee maar het blijkt mee te vallen. Nog sterker: er komt meer rauw vlees op haar menu. Deze vermoedelijk meer dan ranzige horrorfilm komt uit België.

La región salvaje. Een meteoriet valt. Een vrouw raakt ten prooi aan extreme lust. Ze is niet de enige. In Mexico wordt iedereen in de omgeving al snel barbaars. Regie van Amat Escalante. Inspiratie komt van Possession (zie deze Camera Obscura).

Train to Busan. Zuid-Koreaanse film over zombies die proberen iedereen aan te vallen in een rijdende trein.

 

Komedies
Free fire. Ben Wheatley maakte deze sarcastische misdaadkomedie. Belooft veel maffe pret.

Generatie B. Veelbelovende film in een genre dat zelden wordt geprobeerd: de satirische komedie. Tegelijk vermoedelijk een sterke film over de Belgische maatschappij.

Quality Time. Op de trailer afgaand een interessante film van eigen bodem, in elk geval een eigen regisseur (Daan Bakker), hoewel de taal Noors is. Een satire over problemen met mannelijkheid.

A quiet dream. Koreaanse tragikomedie. Drie vrienden die hun best doen om bareigenaresse Yeri te versieren. Dat valt niet mee.

Rester vertical. Nieuwe film van Alain Guiraudie. Lichtvoetige Franse film over een man die vriendschap en meer sluit met een vrouwelijke herder. Waarom? Hij wil graag wolven zien.

Scumbag. Een hipster, wannabe-dj, komt terecht op een callcenter vol met gekken en idioten.

Sieranevada. Nieuwste film van Christian Puiu (The death of Mr. Lazarescu). Ergens in Boekarest gaan vrienden en familieleden met elkaar eten.

Los territorios. Argentijnse jongen gaat de wereld in om portretten van conflicthaarden te maken. Dat is zijn opzet. Maar het mislukt elke keer. Zijn moeder belt met zorgen over de toenemende creditcardschulden. Wat doe je als je niet weet wat je wilt vertellen?

 

Mannenfilms
The man. Vader en wereldberoemd kunstenaar Simon krijgt Casper op bezoek, die pretendeert zijn zoon te zijn. Ook nog eens populair bij meisjes en een prima kunstenaar. Satire, thriller en veel jaloezie in deze Deense film.

l’Ornitólogio. Een vogelaar in Noord-Portugal gaat op pelgrimstocht. In plaats van zich religieus te voelen, begint hij zonden te plegen. Zo te zien een type film waarvan men het IFFR goed kent: schokkende, vervreemdende beelden zonder commentaar.

A taste of ink. Vader en zoon (die in een metalband zit) zitten achter dezelfde vrouw aan. Franse film.
 

22 januari 2017


Het grote IFFR-programma Deel 2

MEER FILMFESTIVAL

Hell or High Water beste film 2016

Hell or High Water beste film 2016

Hell or High Water

Indebioscoop heeft Hell or High Water gekozen als beste film van 2016. Vijf van de acht deelnemende recensenten noemden deze eigentijdse western in hun top 5. Met een totaal van 19 punten bleef hij Heart of a Dog (9 punten) en The Red Turtle, Strike a Pose en I, Daniel Blake (allen 7 punten) ruim voor.

Voor Wim Meijer was de keuze dit jaar simpel: “Wat een prachtige beelden, geweldige karakters en spitsvondige dialogen. Deze misdaadfilm verfilmt twee bijzondere koppels. Enerzijds twee broers die met hun rug tegen de muur staan en besluiten banken te beroven. Anderzijds een sheriff en zijn collega die de broers opjagen door de droge vlakten in Texas.”

Ook Nanda Aris zet Hell or High Water bovenaan haar lijstje: “Alles klopt, het meesterlijke verhaal waarin goed en slecht verweven zijn, de mooie acteerprestaties van onder anderen de broers Toby (Chris Pine) – de verstandige – en Tanner (Ben Foster) – de impulsieve – de prachtige beelden van een stoffig en warm Texas, waarin moderne cowboys in de greep zijn van lening verstrekkende banken. Een gelaagde hedendaagse western, een drama met humor, dat je aan het denken zet over de kapitalistische westerse consumptiemaatschappij.”

Bob van der Sterre was niet de enige die vindt dat de film geregeld doet denken aan het werk van de Coen Brothers: “Mooi gefilmd, goed gespeeld, uitstekende muziek. Vermakelijk portret van Texas, waar serveersters ruzie maken met de politie en iedereen een pistool aan zijn riem draagt.”

Alfred Bos merkte al direct na de persvoorstelling dat Hell or High Water ook bij de meeste aanwezige collega’s groot enthousiasme teweeg bracht. “Een eigentijdse western die dankzij uitgekookt scenario, fraaie cinematografie, maatschappijkritische ondertoon, gedoseerde humor, sterke psychologie maar bovenal superieur acteerwerk – Jeff Bridges als Texas Ranger is Oscar-waardig, pretty boy Chris Pine kan echt acteren – de genreclichés ver achter zich laat. Een jaren zeventig-film met de toon en het tempo van nu.”

Cor Oliemeulen sluit zich aan bij alle lovende woorden. “Boeiende, zeer onderhoudende film met een onderliggende boodschap. Effectief geconstrueerd plot, wars van opsmuk, aangenaam tempo, realistische en sfeervolle mis-en-scène, feilloos geacteerd, rake soundtrack en een lotsbeschikking met open eind.”

1 januari 2017


Alle terugblikken op 2016:
Wim Meijer
Bob van der Sterre
George Vermij
Ralph Evers
Nanda Aris
Alfred Bos
Suzan Groothuis
Cor Oliemeulen

MEER NIEUWS EN ACHTERGROND

Béla Tarr is betoverend

Tentoonstelling meester van het betoverende lange shot in EYE 

Béla Tarr toont kwetsbaarheid menselijke beschaving

EYE Amsterdam houdt van 21 januari tot en met 7 mei de tentoonstelling Béla Tarr – Till the End of the World. Béla Tarr wordt wereldwijd beschouwd als de meest invloedrijke filmauteur van de afgelopen dertig jaar. Hij is de meester van het betoverende lange shot en van de prachtig in beeld gebrachte, zwaarmoedige films over de condition humaine.

Béla Tarr (Pécs, Hongarije, 1955) brak internationaal door met Damnation (1988) en breidde zijn roem en aanzien uit met zijn ruim zeven uur durende magnum opus Sátántangó (1994) en Werckmeister harmóniák (2000).

Uitzichtloosheid
Alle drie de films zijn op te vatten als commentaar op de kwetsbaarheid van de menselijke beschaving; onverwachte, bedreigende ontwikkelingen blijken het dierlijke in de mens naar boven te brengen en doen de onderlinge solidariteit in een besloten gemeenschap snel teniet. Het zijn grootse, aardse films, waarin de mens in de uitzichtloosheid van zijn bestaan wordt geportretteerd. Toch is er soms een glimp van verlossing, als de drank vloeit, een orkestje speelt en de barbezoekers zich verliezen in een dronken dans.

Tarr beschouwt zijn laatste film The Turin Horse (2011) als een film over het einde van de wereld en daarmee tegelijkertijd als het einde van zijn eigen filmografie. Hij kon zich niet voorstellen ooit nog een film te kunnen maken die nog meer tot de essentie teruggebracht zou zijn. Sindsdien bestiert Tarr een filmschool in Sarajevo. Voor de tentoonstelling in EYE neemt Tarr echter voor het eerst weer de camera ter hand om zijn allerlaatste scène te filmen. Het is zijn boosheid over de houding binnen Europa, en met name in Hongarije, tegenover vluchtelingen en migranten, die hem ertoe heeft aangezet om een statement te maken en zich uit te spreken.

Carrière
Op zestienjarige leeftijd begon Béla Tarr al met het maken van films, veelal naturalistische en geëngageerde sociale drama’s en documentaires. Na zijn opleiding aan de filmacademie in Boedapest ontwikkelde hij een eigenzinnige en invloedrijke stijl. Sinds Damnation (1988) kenmerken Tarrs films zich door lange takes en weinig montage, doorgaans opgenomen in adembenemend zwart-wit. Zijn personages leven armoedige levens in doffe uitzichtloosheid op het desolate Hongaarse platteland. Tarr toont ons het bestaan ontdaan van alle franje en nodigt zijn kijkers uit tot mededogen.

In het werk van Béla Tarr zijn stijl en inhoud onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zijn films getuigen van een somber wereldbeeld waarin de mens geen grip heeft op zijn eigen bestaan en gedwongen is het lot passief te ondergaan. De personen in zijn films zijn in de steek gelaten door het leven. De films spelen zich veelal af in een omgeving waar verval, afbraak en desinteresse heersen. Maar uit deze situatie maakt Tarr als een van de grootmeesters van de hedendaagse cinema een oeuvre dat hypnotiserend is in zijn beeldende kracht. Tarr durft als geen ander te vertrouwen op het beeld, dat je optilt uit de ellende. Hij filmt sinds Damnation louter in zwart-wit, of eigenlijk zou je beter kunnen zeggen in grijs, en gebruikt extreem lange shots waarin de camera heel langzaam een ruimte of een landschap ‘verkent’.

Oude Testament
Speciaal voor EYE heeft Tarr een tentoonstelling ontwikkeld die het midden houdt tussen een film, een theaterdecor en een installatie. Bij de tentoonstelling is een flankerend filmprogramma in de filmzalen te zien en zullen een aantal films van Tarr opnieuw in roulatie worden gebracht.

Béla Tarr: “Ik beschouw film nog steeds niet als showbusiness, maar als de zevende kunst. Ik ben nooit geïnteresseerd geweest in verhalen, omdat het verhaal altijd hetzelfde is. Lees het Oude Testament maar, het staat er allemaal al in, we hebben geen nieuwe verhalen te vertellen, we belanden altijd in hetzelfde oude verhaal.”

 

13 december 2016

 


MEER NIEUWS EN ACHTERGROND

Anna Muylaert op WCA Festival

Nieuwe film Anna Muylaert tijdens WCA Festival

door Alfred Bos

Tijdens het World Cinema Amsterdam Festival, georganiseerd door Rialto, is Don’t Call Me Son (Mãe Só Há Uma), de nieuwe film van Anna Muylaert (1964) in Nederlandse première gegaan. Na haar doorbraakfilm The Second Mother (Que Horas Ela Volta?) van vorig jaar gaat de Braziliaanse regisseur opnieuw in de slag met moeders.

Don’t Call Me Son (Mãe Só Há Uma)

Donderdag 1 september verschijnt Don’t Call Me Son (Mãe Só Há Uma), de nieuwe speelfilm van de Braziliaanse regisseur Anna Muylaert, in de Nederlandse bioscoop. De film verhaalt over Pierre, een 17-jarige scholier in Săo Paolo, die in een dubbele identiteitscrisis verkeert. Hij vrijt met meisjes en jongens, en hult zich in vrouwenkleren.

Op een dag staat de politie voor de deur. Pierre blijkt als baby te zijn gestolen door zijn ‘moeder’ en moet terug naar het gezin van zijn biologische ouders. Daar voelt hij zich totaal misplaatst; zijn ‘nieuwe’ moeder noemt hem Felipe. Pierre/Felipe, een rol van de debuterende Naomi Nero, gaat rebelleren op zijn hoogst eigen manier.

Anna Muylaert brak het afgelopen jaar internationaal door met The Second Mother (Que Horas Ela Volta?), die werd onderscheiden met de publieksprijs van het Internationaal Film Festival te Berlijn. Ook haar nieuwe film viel eerder dit jaar in Berlijn in de prijzen. De lezers van het tijdschrift Männer (Mannen) riepen Don’t Call Me Son uit tot beste film.

De Braziliaanse actrice Daniela Nefussi speelt de beide moederrollen. Ze werkte eerder met Muylaert in É Proibido Fumar (Verboden te roken) uit 2009, de tweede speelfilm van de in Säo Paolo geboren regisseur. Over die dubbelrol zegt Muylaert: “Dat is een metafoor. Het is altijd dezelfde moeder. Ook al ga je jaren in therapie, om af te leren hoe je bent geprogrammeerd door je moeder, overal, van Tokio tot Brazilië, vind je dezelfde moeder. De moeder is iets wat we moeten leren afzetten in onszelf.”

Don’t Call Me Son draait vanaf donderdag 1 september in de Nederlandse bioscoop (en dinsdag 6 september 20.15 uur in de open lucht op de VU Campus). Het World Cinema Amsterdam Festival loopt tot en met zaterdag 27 augustus is Rialto en De Balie in Amsterdam. Meer informatie over het WCA.

Volgende week publiceert Indebioscoop een uitgebreid interview met Anna Muylaert.

23 augustus 2016


MEER NIEUWS EN ACHTERGROND

In memoriam: Paul Cox

Bij de dood van de Nederlandse filmregisseur Paul Cox

door Cor Oliemeulen

Paul Cox (Venlo, 1940) belandde in het kader van een studentenuitwisseling als fotograaf in 1965 in Australië en ontpopte zich als ‘de vader van de onafhankelijke Australische cinema’. Hij laat negentien speelfilms en twaalf documentaires na – volgens kenners gaan ze allemaal over ‘het echte leven’.

Paul Cox

Zijn eigenzinnige aanpak en uitgesproken mening vond waardering vanaf het moment dat Cox in 1981 de prijs van de beste Australische film won met Lonely Hearts, het portret van een oudere, verlegen pianostemmer die zich aanmeldt bij een datingbureau en op zoek gaat naar romantiek. Veel van Cox’ films zijn erg persoonlijk en gaan over eenzaamheid (in relaties), liefde en de dood. Vaak met subtiele humor, soms satirisch, met een afkeer van hypocrisie, de nepwereld van Hollywood en exploitatie van religie. En vaak met een voorliefde voor kunst, zoals in zijn documentaire Vincent (1987) over de gelijknamige Nederlandse schilder.

Vorig jaar schreef en regisseerde Paul Cox zijn laatste film: Force of Destiny. We volgen een man die, wachtend op een levertransplantatie, liefde vindt bij een lotgenoot. Het romantische drama is losjes gebaseerd op Cox’ eigen strijd tegen kanker. De filmmaker kreeg in 2009 zelf een nieuwe lever, echter vorig jaar kwam de kanker terug, in zijn nieuwe lever.

Ziekte is ook het thema van het filmessay The Remarkable Mr. Kay (2005), een portret van zijn zieke vriend Norman Kaye die acteert in maar liefst zestien films van Paul Cox, zoals Lonely Hearts en Man of Flowers, waarmee hij voor het eerst internationale bekendheid verwierf.

Man of Flowers
Man of Flowers (1983) is misschien wel de mooiste erfenis van Paul Cox. Charles Bremer (Norman Kaye) is een excentrieke, gevoelige man van middelbare leeftijd die leeft in een groot huis vol kunst. Hij raakt opgewonden van naakte bronzen standbeelden en de geur van bloemen, die hij in grote getale laat aanslepen. Iedere woensdag laat hij het volkse meisje Lisa strippen voor geld, maar direct nadat zij al haar kleren heeft uitgetrokken, spoedt hij zich naar de overkant van de straat om in de kerk vol extase het orgel te bespelen.

Man of Flowers

In sfeervol opgenomen flashbacks met een Super 8-camera ontdekken we langzaam de oorzaak van Charles’ seksuele incompetentie. Als klein jongetje raakt hij gefascineerd door het evakostuum van zijn moeder, het decolleté van zijn welgevormde tante en de geur van vrouwenlichamen. Telkens zien we zijn strenge vader (Werner Herzog) afkeurend reageren en de kleine Charles straffen. Nu, tientallen jaren later, schrijft Charles zijn inmiddels overleden moeder brieven, die hij laat retourneren, zodat contact met de postbode hem wat uit zijn isolement haalt.

Hoewel Paul Cox sensualiteit en het incidenteel praten over seksualiteit niet schuwt, wordt Man of Flowers nergens plat of ongemakkelijk, maar kan de kijker zich laten meeslepen in de bijzondere wereld van de fijnzinnige, maar gefrustreerde Charles. Hij wekt uiteindelijk compassie op bij Lisa, die samenwoont met een aan cocaïne verslaafde wannabe-Karel Appel, waarmee het contrast tussen de twee belevingswerelden en het benaderen van kunst knap is neergezet.

Liefhebbers van intense opera komen uitstekend aan hun trekken met prachtige aria’s en cantates van Montserrat Caballé en José Carréras uit Donizetti’s ‘Lucia Di Lammermoor’, terwijl de slotscène van de film – vier naar de zee gekeerde statische gestaltes met tientallen rondvliegende vogels in mooi licht gevangen – Cox’ fotografische achtergrond verraadt.

Molokai: The Story of Father Damien
In interviews vertelde Paul Cox hoe moeilijk het soms was om als onafhankelijk cineast financiers voor zijn films te vinden. Een jaar voor zijn veel bejubelde Innocence wist hij eindelijk een aardig budget van ruim zeven miljoen bij elkaar te sprokkelen voor zijn verfilming van het leven van de Belgische Pater Damiaan. In Molokai: The Story of Father Damien (1999) zien we dan ook een keur van internationaal bekende acteurs (Peter O’Toole, Sam Neill, Derek Jacobi, Jan Decleir), maar jammer genoeg werd het inspirerende verhaal over de katholieke priester die zich eind negentiende eeuw op het Hawaiiaanse eiland Molokai ontfermt over honderden afgeschreven leprapatiënten, ondanks de mooie fotografie en het gedegen acteerwerk, geen commercieel succes.

Molokai: The Story of Father Damien

Wanneer de priester na aankomst op het eiland heeft geconstateerd hoe veel van de honderden leprapatiënten zich staande proberen te houden met drank en ontucht en het vervallen kerkje betreedt, zegt hij vol toewijding tegen Jezus aan het kruis: “U ging dood op uw drieëndertigste, mijn leven begint op mijn drieëndertigste.”

De bisschop had hem nog gezegd om elk lichamelijk contact met de patiënten te vermijden, maar het duurt niet lang voordat de goedgelovige Damiaan handen schudt, knuffelt en uit dezelfde fles drinkt als iemand die is besmet. Hoewel hij “zijn gezondheid in de handen van God en de Maagd Maria” legt, krijgt hij jaren later zelf ook lepra, sterft en zou Pater Damiaan een eeuw later worden heiligverklaard (en uitgroeien tot meest populaire Belg).

Molokai is beduidend minder onconventioneel dan veel van Cox’ andere werken en lijkt vooral een eerbetoon aan Pater Damiaan, die aanvankelijk vecht tegen de hypocrisie van de kerk en de politiek, en kiest voor totale zelfopoffering. Het is een humanistische film over lijdende mensen in moeilijke omstandigheden, een thema dat als een rode draad loopt door het oeuvre van de geboren Nederlander Paul Cox.
 

21 juni 2016

 
MEER NIEUWS EN ACHTERGROND

Turkse melancholie en hartstocht

Turkse melancholie en hartstocht

door Cor Oliemeulen

Door al het gesteggel over Turkije zou je bijna vergeten dat er in dat land nog mooie films worden gemaakt. Een selectie hiervan is van 27 mei tot en met 4 juni te zien tijdens het Rode Tulp Film Festival dat draait in zes steden: Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, Eindhoven, Utrecht en Tilburg. Veertien Turkse arthouse films strijden voor de Rode Tulp en op alle locaties zijn omlijstende activiteiten geprogrammeerd.

Het thema van de vierde editie van het Rode Tulp Film Festival is zeer actueel: vluchtelingen en gedwongen migratie. Indebioscoop blikt vooruit met twee in het oog springende films, die niet direct onder deze noemer vallen. Het prachtig gefilmde, melancholische Rauf toont het Turks-Koerdische conflict door de ogen van een jonge jongen, en in het sterk geacteerde Sarmasik stapelen conflicten zich langzaam op tot een mysterieuze finale.

Rauf

Roze als metafoor van hoop en vrolijkheid
Dat een kind in zijn eentje een film kan dragen, zagen we vorig jaar nog in boeiende drama´s als Macondo en Theeb. Het is soms verfrissend om te zien hoe kinderen omgaan met een nieuwe situatie op het moment dat zekerheden dreigen weg te vallen. In Rauf zien we de jonge titelheld (Alen Huseyin Gursoy) ravotten met zijn twee beste vriendjes in een afgelegen Koerdisch dorpje in Oost-Turkije. Op school krijgt Rauf soms op zijn donder en valt hij bijna in slaap als de leraar nationalistische propaganda over de kinderen uitstrooit. Liever gaat hij werken bij een naburige timmerman die zich voornamelijk bezighoudt met het vervaardigen van doodskisten.

In het dorp zien we hoofdzakelijk kinderen, vrouwen en ouderen – de mannen vechten in de bergen. Af en toe horen we op de achtergrond beschietingen en zien we lichtflitsen aan de donkere hemel. Een omaatje wacht op een heuveltje in weer en wind tevergeefs op de terugkomst van haar zoon. De kleine Rauf wordt verliefd op Zana, de volwassen dochter van de timmerman. Zij heeft zich laten ontvallen dat roze haar favoriete kleur is, maar Rauf heeft geen idee hoe dat eruitziet. Zijn amusante zoektocht naar roze wordt een metafoor van hoop en vrolijkheid in de grauwe en onheilspellende omgeving waarin Rauf opgroeit.

De cinematografie van Rauf is schitterend. De sneeuwlandschappen doen direct denken aan de films van Nuri Bilge Ceylan, maar in tegenstelling tot de veel gebruikte lange takes van deze grote Turkse regisseur is de cameravoering veel dynamischer, wat goed past bij de beleving van de hoofdpersoon. Rauf is het prachtige debuut van de talentvolle Soner Caner en Baris Kaya die alle tijd nemen voor de introductie en met een verrassende gebeurtenis het drama op het juiste moment weten te kantelen en zowel Rauf als de kijker meevoeren tot de wonderschone finale.

Sarmaşık

Genoegdoening op de loer in uitzichtloos drama
Na de screening van Sarmaşık op een aantal internationale filmfestivals werd regisseur Tolga Karaçelik al snel gebombardeerd als rijzende ster van de Turkse cinema. Nu is dat een tikkeltje voorbarig, want een zwaluw maakt nog geen zomer en zijn komische sitcom Bebek isi die gaat over een stel dat een baby opvoedt, kreeg heel wisselende kritieken. Tolga Karaçelik (1981, Istanbul) studeerde rechten en film (in New York), schreef poëzie, maakte videoclips en vestigde in 2010 de aandacht op zich met zijn speelfilmdebuut Gise Memuru, een existentieel drama over een in zichzelf pratende man die verpietert in een tolhuisje.

In Sarmaşık bevinden meerdere personen zich in een soortgelijke kafkaëske situatie. Plaats van handeling is een vrachtschip op weg naar Egypte dat midden op zee voor anker gaat nadat het bedrijf bankroet is gegaan. De kapitein selecteert een minimumaantal van vijf bemanningsleden en wacht op goed nieuws, dat niet komt. Ieder personage staat voor een archetype, waardoor botsingen een kwestie van tijd zijn. De plot draait om Cenk (sterke rol van Nadir Saribacak: Winter Sleep), die zich steeds meer hardop afvraagt wat het doel is om zolang zonder salaris en met toenemende voedselschaarste te worden gekoeioneerd door de kapitein en een collega die zich diens rechterhand voelt. Liever ligt Cenk met zijn maat in hun kajuit te blowen.

Na de uitstekende psychologische opbouw met karakterontwikkeling lukt het de regisseur de kijker goed bij de les te houden nadat een van de bemanningsleden (een zwijgzame reus) is verdwenen en diens geest op het schip gaat rondwaren. Verveling slaat om in paranoia en Karaçelik weet die te verbeelden als een thriller met surrealistische elementen – om ten langen leste genoegdoening voor de gekwelde geesten te suggereren.

Lees hier alles over het Rode Tulp Film Festival.

24 mei 2016

 

Alle nieuws

Heerlijk Spaans sentiment

Heerlijk Spaans sentiment

door Cor Oliemeulen

De tweede editie van het Amsterdam Spanish Film Festival (ASFF) trapt woensdag 25 mei af met La Novia. Pathé Tuschinski en EYE staan zes dagen lang in het teken van de Spaanse cinema. Van een grote landelijke première met het bezoek van de bekende filmmaker Julio Medem tot en met debuutfilms, compilaties en oude bekenden. Verder zien we opvallend veel films van vrouwelijke regisseurs.

De openingsfilm La Novia van Paula Ortiz trok tijdens het laatste IFFR in Rotterdam driemaal een uitverkochte zaal. In deze zinderende bewerking van het toneelstuk Bloedbruiloft van Federico García Lorca moet een bruid op het platteland van Zuid-Spanje in de jaren dertig kiezen tussen haar rijke verloofde en haar jeugdliefde Leonardo. De fraaie beelden, de sfeervolle soundtrack en het passievolle spel kunnen een fatale afloop van een verboden liefde niet verhinderen. De mooie Inma Cuesta was eerder te zien in het fantastische Blancanieves.

Ma Ma
De film waarvoor de verwachtingen het hoogst gespannen zijn, is Ma Ma van Julio Medem (Los amantes del Circulo Polar, 1998 en Lucia y el sexo, 2001) waarin Magda (Penélope Cruz) ontdekt, nadat haar man haar heeft verlaten voor een jonge vrouw, dat ze ziek is en nog maar een paar maanden te leven heeft. Dat leidt tot onverwachte situaties en grote emoties, die bij Cruz ongetwijfeld in goede handen zijn. Ma Ma zal in het najaar in de Nederlandse theaters verschijnen.

Een bioscooprelease van Los 33 staat nog niet gepland, maar de distributeur die de uitdaging aanneemt, zal waarschijnlijk niet worden teleurgesteld, omdat dit prima biografische drama bij velen in de smaak zal vallen. Het verhaal over de 33 mijnwerkers in San Jose die in 2010 maar liefst 69 dagen honderden meters onder de grond gevangen zaten, is met vaart en verstoken van al teveel sentimentele fratsen gemaakt door Patricia Riggen. Het is opmerkelijk voor een Spaanstalig festival dat deze film in het Engels is opgenomen, maar logisch door de cast met bekende namen (o.a. Antonio Banderas, Juliette Binoche en Gabriel Byrne) en het willen scoren op de internationale markt.

De plant en de ziel
Las Plantas is de opvallende debuutfilm van de Chileense regisseur Roberto Doveris die gaat over Florencia die voor haar zieke broer zorgt en kampt met financiële problemen. Als verstrooiing raakt ze in de ban van een stripverhaal waarin planten tijdens volle maan de ziel van mensen beheersen. Zo creëert ze haar eigen verdichting vol dromerige beelden waarin ze pardoes haar seksualiteit ontdekt. Deze psycho-thriller voor tienermeisjes viel tijdens het filmfestival Berlinale op vanwege zijn experimentele vormgeving en de metallische soundtrack.

In haar drama’s plaatst de Spaanse regisseur Isabel Coixet de personages meestal in een bijzondere setting en mag de vrouwelijke protagonist op een weinig alledaagse manier affectie voor haar tegenspeler ontwikkelen. Zo is My Life Without Me (2003) een romantisch drama over een vrouw met terminale kanker, The Secret Life of Words (2005), een aangrijpende geschiedenis over de toegewijde liefde van een vrouw voor een verbrande man, en raakt in Elegy (2008) een jonge studente (Penélope Cruz) verwikkeld in een seksuele relatie met een oudere literatuurprofessor (Ben Kingsley).

In Coixets nieuwste film Nadie quiere la noche (Nobody Wants the Night) volgt Josephine (opnieuw Juliette Binoche) in 1908 haar echtgenoot, een ontdekkingsreiziger, op een gevaarlijke reis naar Antarctica. Ze besluit om daar te blijven en sluit vriendschap met een Inuit-vrouw. Een gratis glaasje Spaanse wijn met wat tapas na afloop van deze noordelijke slotfilm van het ASFF zal er vast wel ingaan.

Meer informatie vind je hier.

20 mei 2016

Tien onvergetelijke en essentiële Spaanse films.

 

Alle nieuws

Virtual Reality: In VR waait het niet

In VR waait het niet

door Alfred Bos

De Kaleidoscope 2016 World Tour toont de laatste stand van zaken in de hyperrealiteit van virtual reality (VR). Wat betekent VR voor film en de filmfan?

Kaleidoscope is een virtual reality (VR) studio voor onafhankelijke kunstenaars. In maart en april trekt Kaleidoscope rond de wereld, om het publiek kennis te laten maken met wat virtual reality (VR) anno 2016 vermag op het vlak van kunst, film, games en immersive experience, de beleving dat je bent ondergedompeld in een kunstmatige wereld. Kaleidoscope wordt onder meer gefinancierd door grote hardware-bedrijven die voor VR vereiste apparatuur produceren en weet zich gesteund door het Amerikaanse techno-magazine Wired.

Na Parijs, Tel Aviv, Londen, Stockholm, Keulen en Berlijn is Amsterdam aan de beurt; daarna volgen Pangyo (Zuid Korea),Tokio en Melbourne. In filmmuseum EYE aan het IJ liggen VR-brillen klaar en staan de bezoekers in rijen te wachten tot er een bril of een opstelling is vrijgekomen voor de volgende nieuwsgierige kijker. Want dat is toch een beetje een probleem met VR: je hebt er een batterij techniek voor nodig en die is – op dit moment – schaars en exclusief.

Real

Maar dat zal spoedig veranderen, als het aan de Kaleidoscope-sponsors ligt. We schuiven aan bij demo 1, de simpelste, een introductie in VR-land. Daar zijn trouwens ook de meeste VR-brillen beschikbaar, de Gear VR, geproduceerd door een bekende telefoonfabrikant uit Zuid-Korea.

Het idee: schuif een smartphone in een speciale duikbril, koppel een hoofdtelefoon aan de telefoon en zet duikbril (eerst) en hoofdtelefoon (daarna) op je hoofd. De duikbril is geproduceerd door de telefoonfabrikant, werkt alleen met telefoons van eigen makelij en is binnenkort op de markt. Zo wordt VR massavertier, is de bedoeling. Het aanbod aan content  is evenwel nog beperkt.

Illusie als werkelijkheid
Virtueel betekent denkbeeldig en de virtuele werkelijkheid is een illusoire werkelijkheid. Het heeft even geduurd eer VR binnen het zicht van de consument is gekomen. Concept en technologie bestaan al sinds de jaren tachtig – ruim voor het world wide web en de smartphone – en architecten waren de eersten die professioneel gebruik maakten van VR. Het leek er echter lang op dat de zelfrijdende auto eerder in het dagelijkse leven zou verschijnen dan VR-entertainment.

Publieksvermaak lijkt ook niet de meest voor de hand liggende toepassing van VR. Die moet je eerder zoeken in industriële toepassingen: als interface voor het besturen van robots, denk aan operaties, constructiewerk en onderhoud. Zakelijke applicaties dus, maar vermaak voor de massa? Veel meer dan een digitaal opgetuigde kermisattractie is VR-vermaak niet. Kaleidoscope wil het tegendeel aantonen.

Gear VR

Met de duikbril op de snuit kunnen we kiezen uit een dertigtal demonstratiefilmpjes. We vragen om iets filmachtigs, iets met een verhaal en personages. Real is een 13 minuten durende VR-kortfilm over een jonge vrouw die aan VR is verslingerd. We zien haar de goggles opzetten en in de virtuele wereld haar overleden echtgenoot ontmoeten. Ze mist hem, de echte wereld voelt kil en eenzaam aan. Daar huilt ze, in VR is ze gelukkig.

Virtueel vertigo
Het is een tikje bizar: ik zit in VR te kijken naar een personage dat naar VR zit te kijken. De beeldkwaliteit is oké, maar houdt niet over. Het beeldscherm van de telefoon zit zo dicht op je ogen dat je de individuele pixels op het scherm duidelijk kunt onderscheiden. Resultaat: sub-optimale beeldresolutie. Deze wereld is artificieel, ik zie het raster van de hyperrealiteit.

Ook dient zich binnen een minuut de beruchte cyber sickness aan, de wagenziekte van de virtuele wereld. De sensorische input van de virtuele wereld spoort niet met wat je lijf in de sensuele wereld ervaart en je brein raakt een tikje van slag. Resultaat: een soort virtueel vertigo, maar de misselijkheid is echt.

Weggedoken in de wereld van mijn duikbril zie ik de jonge vrouw worstelen met haar VR-verslaving. Dankzij VR kan ze haar fantasie tot leven brengen, maar buiten die droom heeft ze niet veel, op een moeder na die zich via voicemail zorgen maakt over haar gemoedstoestand. (In de wereld van techno-utopisten communiceren mensen alleen via technologie.) De vrouw kan niet kiezen tussen droom en werkelijkheid. Maar ze ziet het licht en citeert de Amerikaanse auteur James Baldwin: “Het beste moment is het moment tussen slaap en ontwaken, als je niet weet of de droom een droom is of werkelijkheid.”

Eenmansbioscoop
Real is een propagandafilm voor VR, anders kun je het niet noemen. Belangrijker is evenwel de vraag: voegt die batterij technologie, die nieuwe specialistische hardware van de duikbril en de misselijkheid oproepende illusie van de virtuele wereld iets toe aan de kijkervaring van de analoge wereld? Nee, niet echt. Er is niets extra’s, geen ‘toegevoegde waarde’, geen ‘dat is binnen de bestaande cinema onmogelijk’ ervaring. Alleen dat weeïge gevoel in de maag.

Real

Bioscoopbezoek is een van de laatste gemeenschappelijke kijkervaringen die ons in de hyperindividualistische wereld met zijn versplinterde medialandschap nog resten en die wil VR ons ook afnemen. Want VR doe je in je eentje. VR is een eenmansbioscoop. Je hoeft er je telefoon niet uit te zetten. Je bent  je telefoon.

Door naar demo 2, een variant op demo 1 maar dan met een extra sensatie. Ik krijg een zogeheten Subpac aangegord, een vest dat op de rug een aantal trillers heeft waardoor je het sublaag op de geluidsband ook lichamelijk ervaart, een beetje zoals de bassen door je lijf beuken wanneer je op een dansfeest vlak voor de PA-speakers gaat staan. En voor de rest VR zoals uit demo 1. Voegt de Subpac iets toe? Nauwelijks en het doet allemaal erg gekunsteld aan. Omslachtige hardware voor een minimale verrijking, dat moet slimmer kunnen.

360 graden
Moesten we bij demo 2 nog wachten – er zijn maar drie trilpakken beschikbaar – bij demo 3 is het opvallend stil en dat verbaast, want daar zien we via de inmiddels bekende duikbril uit Zuid-Korea een virtueel 360-graden filmpje over Roodkapje, belaagd door een man met een wolfsmasker op (nee, het is geen porno). We staan in een bos. Er vliegt een uil van tak naar tak. Roodkapje kreunt. De wolfman gromt. Verroest, opeens valt op dat het in VR niet waait.

Die 360 graden-projectie voegt wél iets toe aan de klassieke kijkervaring, want je hoeft niet recht vooruit te kijken, naar een scherm als het ware. Je kunt overal kijken, ook als je je hoofd naar boven, onder, links, recht of naar achteren draait zit je nog steeds in de film, met dank aan de 360 graden-camera, OZO genaamd, van een bekende fabrikant uit Finland.

Op naar het klapstuk, demo 4, de immersive VR experience van de HTC Vive. Had je gedacht, vanavond niet. Er zijn slechts een beperkt aantal plekken beschikbaar en die zijn vergeven aan mensen die van te voren hebben gereserveerd; aandringen helpt niet, de voordelen van gratis publiciteit uitleggen ook niet. De Vive biedt de meest virtuele ervaring van Kaleidoscope, het is interactief – waar de voorgaande demo’s slechts passief consumeren boden – want het apparaat registreert je bewegingen en reageert daarop. Bezoekers die gelukzalig glimlachend naar buiten lopen vertellen dat het een ‘heel bijzondere ervaring’ was, ‘je gaat er helemaal in op’. Als je hebt gereserveerd.

Hover Junkers

Silicon Beach
Voorlopig is de hyperrealiteit van VR nog een exclusief domein van techno-utopisten en een in technologie geïnteresseerde voorhoede. De commerciële belangen van bij VR betrokken spelers zijn evenwel groot. Wanneer VR aan de massa kan worden gesleten als de volgende stap in vermaak zullen er miljoenen duikbrillen, trilpakken en 360-graden camera’s over de toonbank gaan.

VR is de hyperrealiteit van de hypergeïndividualiseerde samenleving. De eenmansbioscoop van de duikbril sluit de rest van de wereld buiten. Maar wacht, je kunt ook gamen in de virtuele wereld en het eerste multi-player VR game, het schietspel Hover Junkers, komt eraan (voor de liefhebber: voorlopig alleen beschikbaar voor het HTC5-platform). Via de glasvezel van internet kunnen meerdere spelers elkaar in VR aan flarden knallen.

Voor de filmliefhebber lijkt VR geen bedreiging. Het is geen extra zoals 3D en we moeten ook grinniken bij de gedachte aan een filmzaal vol mensen die met een duikbril op naar een film zitten te kijken. Moeilijk doen voor een kijkervaring die niets toevoegt, eerder iets wegneemt, daar zijn we te nuchter voor. En te verliefd op de werkelijkheid waarin het waait.

Maar wees er niet gerust op dat de verwachte (en door hardware-producenten gehoopte) VR-revolutie ongemerkt aan de cinema voorbij zal gaan, want Silicon Valley en Hollywood sleutelen aan een monsterverbond. Venice en Santa Monica, het Zandvoort en Bloemendaal van Los Angeles, worden in tech-kringen al Silicon Beach genoemd. Grote bedrijven uit Silicon Valley, Google voorop, hebben er dependances geopend waar technici en creatieven in samenspraak met de Hollywood-studio’s aan de bioscoop van de toekomst werken.

Cinema is illusie. Virtuele cinema is een illusie teveel.

 

26 maart 2016

 

 

Alle nieuws

Office opent Cinemasia 2016

Office opent Cinemasia 2016

Office is de openingsfilm van de negende editie van Cinemasia, dat van dinsdag 1 maart tot en met zondag 6 maart zo’n veertig featurefilms en documentaires, plus een programma van kortfilms, uit Azië vertoont in de Amsterdamse bioscopen Kriterion en Rialto (Cinevillepas geldig).

Elke festivaldag heeft een ander land als hoofdthema: gemengd menu (woensdag 2), Japan (donderdag 3), Indonesië (vrijdag 4), Taiwan (zaterdag 5) en Zuid-Korea (zondag 3).

De nadruk ligt op contemporain sociaalrealistisch drama, met uitstapjes naar genrefilms als historisch kostuumdrama (The Royal Taylor) en martial arts (SPL 2: A Time for Consequences). Ook draait de misdaadklassieker Internal Affairs (2002, vijf jaar later veramerikaniseerd door Martin Scorsese).

Het programma telt diverse winnaars van de Golden Horse, de Oscar voor Chineestalige films. Hoofdrolspeelster en scenarist van Office, Sylvia Chang, is de hoofdgast van Cinemasia 2016. Op 1 maart, afloop van de vertoning van Office, zal ze vragen beantwoorden.

Cinemasia-directeur Lorna Tee: “Dit jaar is het programma diverser dan ooit en biedt een podium voor zowel nieuwe ontdekkingen als herontdekkingen. Om een beter inzicht te krijgen van de Aziatische films van afgelopen jaar heeft ons programmateam meer dan 400 films bekeken. De voorbereidingen waren ontzettend enerverend en hebben ons de rijkdom van de Aziatische cinema bevestigd; films uit vele verschillende culturen, maar met dezelfde universele waarden.”

Office: Kriterion, dinsdag 1 maart, aanvang 19:00 (K2), 19:15 (K3) en 19:30 (K1); Rialto, zaterdag 5 maart, aanvang 21:15

Klik hier voor meer informatie over Cinemasia 2016.

Lees hier de recensie van Office.

23 februari 2015

 

Alle nieuws