Wave, The

**

recensie  The Wave

The Towering Inferno in een Noorse fjord

door Bob van der Sterre

Noorwegen is dat mooie, sprookjesachtige land. Maar dat kan verraderlijk zijn. Op een dag heeft natuur andere plannen: een landverschuiving brengt een tsunami op gang. Rennen voor je leven in Bølgen / The Wave.

Een scenarioschrijver. Je beseft pas weer wat het belang is van zo’n functie als je een film ziet die niets origineels te bieden heeft. De rampenfilm The Wave houdt zich voortreffelijk aan alle eerder bedachte opzetjes hoe een rampenfilm moet worden gemaakt, letterlijk een schoolvoorbeeld.

Het is alsof je aan Google vraagt: hoe maak ik een rampenfilm? En dit is dan het eerste beste antwoord dat je vindt.

The Wave

Clichés overvallen je meteen. Een geoloog, Kristian. Zijn laatste dag (uiteraard), hij gaat verhuizen. Hij neemt afscheid van zijn werk. Maar er zijn rare signalen met het grondwater. Merkwaardig. Hij staat klaar om de pont op de rijden maar keert op het laatste moment om en gaat onderzoek doen.

Kristian heeft twee kinderen (jong meisje, skateboardende puber) en een vrouw die vindt dat hij zich niet meer zo moet opwinden. Het is zijn werk toch niet meer?

Ramp
De clichételler staat dan al op 79. Maar er komt meer. Hij doet onderzoek bij een berg in de Geirangerfjord. Sommige kabels zijn gebroken. Op kantoor schreeuwt hij dat een ramp staat plaats te vinden. Hij slaat letterlijk met de vuist op tafel. Helpt het? Uiteraard niet. De baas wil de alarmknop echt niet indrukken, het is immers nog toeristenseizoen.

Later gaat de ongelovige baas zelf een keer kijken. Je kunt wel raden wat er op dat moment gebeurt.

Vanaf hier gaat de scenarioschrijver volledig op de automatische piloot; je kunt rustig concluderen dat The Wave helemaal 0% origineels te bieden heeft in het rampengenre. De landverschuiving vindt plaats, creëert een tsunami, laat een familie vervolgens survivallen in het water, zoon, moeder, dochter, ze doen allemaal mee, hier en daar een paar offers van onbelangrijke bijrollen (‘vrienden’), allemaal zo voorspelbaar als dat morgenochtend de klok weer naar rechts zal lopen.

Een paar van de clichés: brommend geluid van de dreigend aankomende golf; mensen staren ongelovig in plaats van hard weg te rennen; slow motion door het water drijven, wisselend geluid en stilte; plassen water door de gangen van een gebouw; kindje kwijtraken, plots terugvinden; verdrinken, water spugen en je bent er weer; kindje ziet ouders en trekt een spurt; moeder die gilt omdat zoon/man/anyone dreigt te verdrinken.

The Wave

Nachtmerrie
Het is The Towering Inferno maar dan in een Noorse fjord. En dat is dan het enige pluspunt: het is een mooie rampplek. Het CGI-team heeft de nachtmerrie van velen mooi uitgebeeld: een tsunami tussen de fjorden waar je zo hard mogelijk vandaan moet rennen. Watergolven die door een hotel sjezen. Leuk bedacht. Bijna jammer van de film die eromheen zit.

Over The Wave nadenken zou tijd verspillen zijn. Ja, die ramp in Geiranger kan echt plaatsvinden. Ja, om dat te weten kunnen we ook een documentaire kijken of een boek openslaan. Dat die ramp rampzalig zal zijn, daarvoor hoeven we ook geen speelfilm te kijken (trouwens, Istanbul kampt met hetzelfde gevaar, en Tokio, en San Francisco, je kunt er een hele serie van maken, The Wave II, The Wave III, de volgende Hollywood-franchise staat al klaar).

Beter om zelf een wandeling door de fjorden maken! Maar wat je moet doen als je die golf dan ziet aankomen? Wel of niet in die auto duiken, de film lijkt het zelf ook niet te weten.

 

18 mei 2016

 

MEER RECENSIES

 

I Am Wrath

**

recensie  I Am Wrath

Meer pulp voor Travolta

door Wim Meijer

‘Who ARE you?’, schreeuwt een creperende slechterik het uit. ‘I am Wrath’, aldus John Travolta die hem van repliek dient. Ooit hoorde hij collega Samuel L. Jackson verzen uit Ezechiël opdreunen, nu spreekt hij zelf drie woorden uit Jeremia. Woorden die niet cool zijn, maar die hem op hoongelach van het publiek komen te staan.

Eerst zou Nicolas Cage deze film doen. Dat hij is vervangen door John Travolta is typerend voor beide acteurs, die ooit samen schitterden in Face/Off. Beiden zijn zo diep gezonken dat ze nu elkaars vervanger zijn voor dit soort pulpfilms. Het is opmerkelijk dat deze film überhaupt in de bioscoop verschijnt, aangezien de meeste films van beide heren tegenwoordig meteen op DVD uitkomen. Of helemaal niet.

I Am Wrath

Super secret black ops missies
John Travolta speelt Stanley Hill, een autoverkoper die net terug is van een sollicitatiegesprek bij Honda. Stanley landt op een luchthaven, ontmoet zijn vrouw en gaat naar de parkeergarage. Uit het niets verschijnt gangster Charley Fly die Stanley overmeestert en zijn vrouw dood steekt. Stanley zelf blijft gewond achter. De politie pakt Charley op, Stanley herkent hem als de dader, maar de moordenaar gaat vrijuit wegens corrupte agenten. Het is dus maar goed dat Stanley zelf voor gerechtigheid kan zorgen, aangezien hij – iemand nog verbaasd? – een ex-special ops militair is.

Stanley trommelt zijn oude maatje Dennis (Christopher Meloni) op, die niet lang nodig heeft om de stemming er een beetje in te brengen. Dat is maar goed ook, want tot het moment dat Meloni zijn gezicht laat zien is er geen klap aan. Dennis is nu kapper, maar was dat niet altijd. Samen met Stanley voerde hij super secret black ops missies uit – je kent ze wel – en het zal niemand vreemd zijn dat de beste man een schiettent, wapenarsenaal en apparatuur om telefoons mee te kraken in de kelder heeft staan.

I Am Wrath

Steeds grappiger
Het budget van deze film zou 18 miljoen zijn en gezien de productie kunnen we alleen maar aannemen dat Travolta het grootste gedeelte daarvan meepikt. De geluidsmix is ongebalanceerd met keiharde muziek tegenover nauwelijks verstaanbare dialoog, shots zijn met enige regelmaat out of focus, de actie is onoverzichtelijk en kent kop noch staart en het acteerwerk is over de linie genomen tenenkrommend. Alleen Meloni lijkt er echt zin in te hebben en kan de lol van dit soort pulp waarschijnlijk wel inzien. Van de coole, charismatische acteur die Travolta ooit was in films als Pulp Fiction en Swordfish is helemaal niets meer terug te vinden.

I Am Wrath is eigenlijk zo’n slechte film dat je halverwege een beetje melig wordt. De running gag ‘you’ve got three minutes’ is elke keer grappiger. Na een uur toont de film zoveel onwaarschijnlijke rotzooi (zoals een shootout in een bomvolle discotheek waarin alleen de bad guys omkomen) dat I Am Wrath op de lachspieren begint te werken. Omdat de film zichzelf naar het slot toe in steeds mindere mate serieus neemt, zit je toch uiteindelijk met een glimlach naar de aftiteling te kijken.

 

10 april 2016

 

MEER RECENSIES

Revenant, The

****

recensie  The Revenant

Wraak in de Rockies

door Alfred Bos

De regisseur van Birdman staat opnieuw op de rol voor een Oscar. Is zijn monumentale western The Revenant een fraai opgetuigd wraakepos of een natuurdocumentaire waar Leonardo DiCaprio toevallig in verdwaald is geraakt? Of beide?

De western is terug, maar anders dan vroeger. De prairies en woestijnen hebben plaatsgemaakt voor bergen en bossen. Het zand van toen is tegenwoordig sneeuw. En de indianen, de anderen, zijn als immer onbetrouwbare natuurmensen, maar dat zijn de blanken nu ook. Maar voor de rest is het ‘Westen’ nog steeds wild: een omgeving zonder gezag, waar het leven bruut is en buiten familie en vrienden niemand te vertrouwen. Je zou er bijna de neoliberale samenleving in zien.

The Revenant

Voorbeeld van zo’n neoliberale western, naast Tarantino’s The Hateful Eight, is The Revenant, Oscar-winnaar Alejandro Iñárritu’s wraakepos over een woudgids die voor dood wordt achtergelaten en zwaar gewond, zonder enig hulpmiddel anders dan zijn kennis van het woud en zijn obsessieve doorzettingskracht, verhaal gaat halen bij zijn boosdoener. De pelsjagers, de Arikari-indianen en de rondzwervende Franse soldaten vertegenwoordigen de anarchie, de natuurstaat. Het gezag, in de vorm van een legerexpeditie, is zwak. Elementair geweld regeert: wie goed doet gaat dood en de boeven winnen.

Monumentale natuur
The Revenant is gesitueerd in Montana, aan de voet van de Rocky Mountains, ergens in de jaren twintig van de negentiende eeuw, een weinig benutte periode voor films over ‘the frontier’ (er is een tv-serie over de befaamde expeditie van Lewis & Clark in voorbereiding). Door de lens van cinematograaf Emmanuel Lubezki (Knight of Cups, Birdman, Gravity) oogt de natuur spectaculair, om niet te zeggen monumentaal. In die overweldigende omgeving ogen mensen als mieren.

De gids, Hugh Glass (Leonardo DiCaprio), is de bemiddelaar tussen natuur en cultuur, of wat daarvoor moet doorgaan, een groep ruige pelsjagers onder bescherming van een groepje Amerikaanse soldaten. Glass staat letterlijk tussen twee culturen, want hij – zo leren we uit als dromerige herinneringen gepresenteerde flashbacks – woonde in een Pawnee-nederzetting en had een Indiaanse vrouw. Hij spreekt ‘native’ met zijn zoon, een halfbloed. Anders dan in Dancing with Wolves worden indianen niet als nobele wilden afgeschilderd, zo blijkt uit de bloedstollende openingsscène. Denk Saving Private Ryan, maar dan in de Rockies.

Historische feiten verdicht
The Revenant vertoont enige overeenkomst met Iñárritu’s voorlaatste film Biutiful, qua verhaal en vorm. Zieke protagonist moet overleven in vijandige jungle en heeft hallucinante visioenen die zijn innerlijke leven verbeelden. Glass’ antagonist is de pelsjager John Fitzgerald (Tom Hardy), het soort psychopaat dat steeds frequenter op het filmdoek is te zien: alles wat hij aanraakt gaat kapot. Tussen die twee staat legerofficier Andrew Henry (Domhnall Gleeson), die moraal en orde vertegenwoordigt maar wiens slagkracht beperkt is. Daar omheen cirkelen een groepje losgeslagen Franse ex-soldaten en een posse van Arikari op zoek naar de gekaapte dochter van hun leider.

The Revenant

Het is een brisante mix en de film heeft de historische feiten in de gelijknamige roman van Michael Punke uit 2002 verdicht met eigen bijdragen. Zonder veel te verklappen: Glass’ vrouw en zoon zijn verzonnen om het verhaal meer drama te geven. En dat is ironisch genoeg de achilleshiel van de film. Waar de droomscènes Biutiful naar een hogere dimensie tillen, zijn ze hier overbodig en werken verwarrend. Ze zijn zelfs clichématig: spiritualiteit als koolzuurgas. Je gaat er van boeren.

The Revenant telt een aantal overtuigende actiescènes en is schitterend gefotografeerd. Het verhaal is episch (mens tegen mens én natuur) en de interactie tussen de diverse elkaar bejagende en beconcurrerende fracties zorgt voor de nodige spanning en toch weet de film niet de verpletterende indruk te maken die Iñárritu’s voorgaande films – en Biutiful en Birdman in het bijzonder – wel achterlieten. Daarvoor is de psychologie te eendimensionaal, zodat de kijker nimmer emotioneel contact maakt met de hoofdpersoon en zijn verhaal. Maar zelfs een niet helemaal geslaagde Iñárritu is nog altijd een bovengemiddelde film.

 

26 januari 2016

 

MEER RECENSIES

Star Wars: The Force Awakens

****

recensie  Star Wars: The Force Awakens

De kracht komt tot leven in de details

door George Vermij

Het kind is de vader van de man en dat geldt natuurlijk ook voor filmliefhebbers. De films die je in je jeugd hebt gezien zijn cruciaal voor hoe je cinema verder zal ervaren. Star Wars is in dat opzicht een geval apart door zijn ongekende succes en zijn grote invloed op sci-fi en popcultuur. De vraag is natuurlijk hoe het begin van een nieuwe serie zich verhoudt tot de magie van vroeger. 

The Force Awakens is gelukkig geen Phantom Menace geworden en de franchise lijkt nu definitief te zijn ontworsteld uit de creatieve klauwen van George Lucas. Voor de echte fans pleegde Lucas al verschillende malen heiligschennis dus het was tijd voor een nieuwe ‘oude’ aanpak. Voor The Force Awakens lag die in handen van J.J. Abrams, maar ook de scriptschrijver van de oude reeks, Lawrence Kasdan. Het zal daarom geen verrassing zijn dat de nieuwe film met gepaste eerbied verwijst naar de sci-fi mystiek van de oudste trilogie waarvan A New Hope in 1977 het eerste deel was.

Recensie Star Wars: The Force Awakens

Oude en nieuwe gezichten
Het begint natuurlijk gelijk al goed met de iconische titel-crawl en de onnavolgbare muziek van John Williams. Op een woestijnplaneet die lijkt op Tatooine uit A New Hope, maar Jakku heet, zoekt X-wingpiloot Poe Dameron (Oscar Isaac) naar Luke Skywalker. Hij is verdwenen en nieuwe duistere krachten die zich The First Order noemen hebben het ook gemunt op deze legendarische Jedi-meester.

Het verhaal combineert veel bekende en geliefde oude gezichten met nieuwe personages. Het is een slimme en doordachte zet die een brug slaat tussen de oudere delen, maar ook tussen verschillende generaties fans.

Combinatie van kwetsbaarheid en daadkracht
Van die nieuwe koppen heeft Rey (Daisy Ridley) de belangrijkste rol. Zij doet denken aan de simpele Skywalker die in A New Hope geconfronteerd werd met zijn belangrijke taak, maar ook met onzekerheid en twijfel. Ridley is daarbij perfect gecast en hanteert een combinatie van kwetsbaarheid en daadkracht die haar tot een boeiende heldin maken.

Een ander interessant personage is Finn die een verrassende kant van de altijd anonieme Stormtroopers laat zien. John Boyega zet Finn sympathiek en komisch neer als een weifelende sidekick van Rey.

De film komt pas echt tot leven in de details. Rey woont in het karkas van een oude AT-AT in een woestijn die bezaaid is met de wrakstukken van oude voertuigen die iedere fan zich wel kan herinneren. De Millenium Falcon is nog steeds het snelste stuk schroot in de ruimte en wordt op grappige wijze in het verhaal geïntroduceerd.

Star Wars: The Force Awakens

Blockbuster-cinema
En dan is er nog de duistere kant die wordt belichaamd door Kylo Ren in zijn zwarte kostuum inclusief Darth Vader-achtige masker. Adam Driver weet deze complexe figuur goed neer te zetten alhoewel deze criticus moet bekennen dat hij hem soms moeilijk los kan zien van zijn komische rol in de serie Girls als de door seks geobsedeerde Adam.

Naast deze nieuwe helden die het Star Wars universum weer wat vers bloed geeft zijn Han Solo, prinses Leia en Chewbacca weer van de partij. Het is alsof ze nooit weg zijn geweest en Abrams verbindt zo nostalgie weer met een nieuwe verhaallijn waar iedereen nu nieuwsgierig naar is.

Zover is het dus missie geslaagd. Behalve dan als je niet gecharmeerd bent van de grote en fantasierijke blockbuster-cinema. In dat geval was je waarschijnlijk al in 1977 afgehaakt. Toch moet zelfs de echte cynicus bekennen dan het allemaal met liefde en respect voor het Star Wars-universum is gemaakt. In zijn genre heeft Abrams een waardig vervolg afgeleverd. Een hele prestatie na de dompers van Lucas en een bewijs dat dure megaproducties ook gewoon je hart sneller kunnen doen kloppen.

 

16 december 2015

 

MEER RECENSIES

Spectre

****

recensie  Spectre

‘Spectreculaire’ Bond-film

door Ralph Evers

Temidden van de día de muertos  in Mexico-Stad onderneemt James Bond een soloactie om een gewraakt lid van een internationale misdaadorganisatie uit te schakelen. Het tumult dat volgt levert Bond een geheimzinnige ring op. Die lijkt meer te vertellen over zijn verleden dan hem lief is.

De nieuwste Bond-film borduurt voort op de vorige delen, Skyfall en Quantum of Solace. Een wraakactie op Marco Sciarra, een laatste wens van de vorige M (Judi Dench) is het startschot van een nieuw Bond-spektakel. Een reeks intriges en liquidaties later, is 007 iets groots op het spoor. Een internationaal netwerk, genaamd SPECTRE en geleid door een illustere bad guy.

In zijn zoektocht wordt Bond bijgestaan door een charmante femme fatale, Dr. Madeleine Swann (Léa Seydoux), die een onuitputtelijke garderobe in haar reiskoffer weet mee te zeulen. Kan hij rekenen op de coole technische snufjes van Q, het scepticisme van M, de loyaliteit van Miss Moneypenny en de tegenwerking van een half leger zware jongens, die zelfs een uitgekiend romantisch diner in een heksenketel veranderen.

Recensie Spectre

Stripboek
James Bond beweegt zich in een wereld die parallel is aan de onze. Hij is de superheld zonder superkrachten, de galante, charmante gentleman  zoals we ze uit de Engelse literatuur kennen. De intelligente mooiboy uit de archetypische spionnenroman, die precies van alles voldoende kennis in huis heeft. Zijn vindingrijkheid doet een McGyver of een A-team flink in de schaduw staan. Zijn geluk is minstens zo groot als dat van Kuifje. Bond is een stripheld tot leven gekomen via boek op het witte doek en appelleert daarmee aan zowel de realiteit als het sprookje.

Sprookje
Van dat laatste bevatten de Bond-films altijd voldoende elementen. De prachtige omgevingen (alsof je terugkomt van vakantie, als de aftiteling begint), vrouwen, decors, twists en in Spectre een heuse metatwist (met de ontdekking van de geschiedenis van de bad guy, overtuigend gespeeld door een schmierende Christoph Waltz).

Tot slot natuurlijk de tegenstellingen, explosieve actie versus idyllische rust, goed versus kwaad, man versus vrouw. De elementen die subtiel benadrukt worden door het sublieme camerawerk van Hoyte van Hoytema (een naam die zo uit een Suske en Wiske weggelopen is), die we ook kennen van Tinker, Tailor, Soldier; Spy en Interstellar. Zijn cameravoering versterkt subtiel de sfeer van de scènes door een uitgekiende kleurstelling. Met name in de rustige scènes geeft dit kleurpalet een sereniteit die welkom is na de actiescènes en tegelijk onheilspellend aanvoelt. Die rust wordt gecontrasteerd door de ritmische muziek onder de actie, vrijwel naadloos gechoreografeerd op elkaar, waardoor Bond op meerdere zintuigen tegelijk je hersenen binnen dendert. En niet alleen bij de kijker zelf. Ook Bond ervaart dit aan den lijve.

Spectre

Alfaman
Bond, de alfaman der alfamannen, heeft niet alleen concurrentie van zijn vele tegenstanders. Ook daarbuiten tracht men aan zijn status te tornen. De Mission Impossible-films katapulteren Tom Cruise als Amerikaanse tegenhanger-superheld, met dito exotische locaties, coole gadgets  en wat dies meer zij. We zien hints terug van Bond in de Largo Winch-reeks en de Sherlock Holmes  van Guy Ritchie. Allen gentleman-helden, maar er is maar één James Bond, en dat wordt dan ook ruimschoots bewezen in de nieuwste affiche.

Charmant
Wat Bond als cultuuricoon en filmheld tijdloos maakt, is onder andere het feit dat de films met hun tijd meegaan. Het is gemakkelijk allerlei geopolitieke ontwikkelingen terug te zien in een Bond-film en deze te gebruiken als duiding, terwijl deze doorgaans voornamelijk als achtergrond van het verhaal dienen.

Waar de jaren 60- en 70-Bonds vooral over het Rode Gevaar gingen en de vijand steevast Russen waren, gaat het sinds de jaren 90 en 00 naar andere gebieden. Toch ook komen er andere thema’s aan bod. Mediadictatuur, waterdictatuur en ditmaal een surveillancedictatuur. Terecht dat M (ditmaal Ralph Fiennes) een opmerking maakt over het uitkomen van Orwell’s droom.

Spectre

Menselijker
Waar Bond vroeger die halfgod was, die nauwelijks geraakt werd, laat staan gewond, die door onuitstaanbare pijnen ging en in een split second de juiste beslissing nam – naast het feit dat hij nimmer verliefd werd en we nauwelijks iets over zijn geschiedenis kenden – zien we nu juist een ommekeer hierin. Nog altijd schiet hij scherper dan een goed getrainde sluipschutter. Nog altijd kan hij onder gigantische druk de juiste beslissingen nemen, maar nieuw is dat we meer over zijn verleden komen te weten, dat hij verliefd kan worden, gevoelens heeft en gewond raakt.

Hij heeft echter één onmiskenbaar Brits medicijn tegen al zijn tegenslag: humor. Gortdroge humor. Dat zit doorspekt doorheen Spectre. De overdreven actiescènes, de coole one-liners en de interactie tussen alle allianties van Bond met hun demonen. Het zijn de ingrediënten die de Bond-film zo aantrekkelijk maken.

 

28 oktober 2015

 

MEER RECENSIES

Sicario

****

recensie  Sicario

Hoe vals wordt het spel gespeeld?

door Alfred Bos

In Stephen Soderberghs Traffic (2000) is de Mexicaanse cokemaffia machtig, maar feilbaar. In Oliver Stones Savages (2012) wordt het drugsgeweld opgediend als gepimpt entertainment. In Sicario tapt regisseur Denis Villeneuve uit een ander vaatje: hij toont een existentiële oorlog.

Terwijl de ene film rond cokebaron Escobar net in Engeland draait, een tv-serie rond de man als thuisvermaak wordt aangeprezen in de Nederlandse bioscopen en de volgende rolprent over de Colombiaanse opperschurk (met Penélope Cruz en Javier Bardem) in productie is, toont de Canadese regisseur Denis Villeneuve een geheel andere kijk op de illegale drugshandel van Midden-Amerika. Er is niets glamoureus aan de boeven die Sicario bevolken. Er is niets glamoureus aan de Amerikaanse overheidsmedewerkers die hen bekampen. Er is niets glamoureus aan het geweld en de slachtingen, de list en het bedrog. Het is dodelijke ernst.

Recensie Sicario

Sicario is rauw-realistisch en compromisloos, een deprimerende schets van de mate waarin Mexicaanse drugskartels de (Amerikaanse) economie en samenleving zijn binnengedrongen en de onconventionele methodes die de overheid gebruikt om het probleem in te dammen. Dat Villeneuve niet schroomt om nare waarheden voor het voetlicht te brengen, weten we sinds Polytechnique (2009), waarin hij in het brein kruipt van een vrouwenhater die in 1989 een bloedbad aanrichtte op Montréals École Polytechnique. In Incendies (2010) kijkt hij niet weg van moord, verkrachting en genocide in het Midden Oosten. Zijn recente Engelstalige films met Jake Gyllenhaal in de hoofdrol (Prisoners en Enemy, beide uit 2013) benadrukken psychologie en, vooral, pathologie.

Huurmoordenaar
Aldus is Sicoria geen uitstapje naar de actiethriller-blockbuster in de popcorn-vriendelijke multiplex, maar een voortzetting van zijn thema – de mens als wolf – in een ander genre. Het is een eigentijdse western, met de Mexicaanse drugsmaffia als indianen. Of eigenlijk, als terroristen die worden bestreden door veteranen uit Afghanistan, want zo ontwrichtend is het drugsgerelateerde geweld inmiddels geworden. In de vuile oorlog tegen de kartels heeft de protagonist, de idealistische vrijwilligster Kate Macer (Emily Blunt), in feite niets te zoeken. Deze vijand bestrijd je niet met open vizier en schoon blazoen, die ontregel je met misinformatie en keihard contrageweld.

Tegenover het humanisme van Macer staat het macho-nihilisme van Matt Graver (Josh Brolin), die met een speciaal team van allerhande agenten op de schurken jaagt. De zwijgzame Alejandro (wederom een sterrol voor Benicio Del Toro) heeft intieme kennis van het milieu en jaagt om zijn eigen redenen met Graver mee. Sicario, het Spaanse woord voor huurmoordenaar, werd gemunt door de Romeinen die er sluipmoordenaars van Romeinse burgers in Judea mee aanduidden. In de film is de Mexicaanse drugsbaas Alarcon, de onvindbare schim die verantwoordelijk is voor een eindeloze reeks ontvoeringen, verdwijningen en moorden op Amerikaanse bodem, het doelwit van Graver.

Sicario

Inktzwart
De regisseur noemt Sicario een donker gedicht en over het poëtische gehalte kun je discussiëren, maar donker is de film zeker; zeg maar gerust, inktzwart. Hij toont een wereld waarover je niets leest in de kranten of ziet op het tv-scherm, een clandestiene oorlog buiten de maatschappelijke orde met als inzet diezelfde maatschappelijke orde. Zoals Matt Graver aan Kate Mecer duidelijk maakt: vroeger had je de Colombiaanse kartels en was er nog een schim van controle. Nu vecht hij tegen de Mexicanen om die glimp van orde terug te brengen. Hij werkt met kwaad om erger kwaad een halt toe te roepen. Stephen Soderberghs Traffic uit 2000 is een romantisch verleden, Oliver Stones Savages van drie jaar terug onnozele rimram.

Aan actie is er geen gebrek, aan situaties waarin alle zintuigen op scherp staan evenmin. Tussen de adrenaline-scènes zijn er de suspense momenten, en de met nachtkijker gedraaide beelden benadrukken de claustrofobische sfeer van de film. En elke oorlog wordt gewonnen met informatie, ook deze. Sicario ontleent zijn zinderende spanning voor een belangrijk deel aan de mist waarin de opzet van Graver is gehuld – en de bijna subliminale soundtrack van Johann Johannson. Het doelwit is duidelijk, maar hoe, wie en wat, inclusief haar rol, daar komt Macer pas achter als de rook is opgetrokken. De zege heeft niets triomfantelijks, wat rest is een reeks confronterende vragen.

 

6 oktober 2015

 

MEER RECENSIES

Mission: Impossible – Rogue Nation

****

recensie  Mission: Impossible – Rogue Nation

De foppers gefopt 

door Alfred Bos

Wie of wat is de rogue nation (schurkenstaat) in aflevering vijf van de Mission: Impossible-reeks rond Tom Cruise’s actieheld Ethan Hunt? Hoe fout kun je zijn om goed te doen? Of andersom?

Na het succes van Mission: Impossible – Ghost Protocol (2011) verschijnt aflevering vijf van de actiespionage-franchise in een ‘Bond-jaar’.  Het Impossible Missions Force (IMF) rond alfamannetje Ethan Hunt (Tom Cruise) heeft in de voorlaatste film serieuze brokken gemaakt – Kremlin in puin – en is officieel ontbonden. Het team, ditmaal exclusief mannelijk, vecht in Mission: Impossible – Rogue Nation niet alleen tegen een schimmige vijand maar ook voor eerherstel.

Recensie Mission: Impossible - Rogue State

De vijand, dat is The Syndicate, de sinistere club waarop in het slot van M:I – Ghost Protocol werd gehint. Het syndicaat blijkt een internationaal gezelschap van terroristen onder leiding van de kille griezel Solomon Lane (Sean Harris). Het is het spiegelbeeld van IMF, een elite binnen een elite die lak heeft aan regels en doet wat men goed dunkt. De paranoia stijgt tot nieuwe hoogten – of daalt naar ongekende dieptes – en wanneer alle (?) mist is opgetrokken blijken held en schurk verwisselbare rollen te zijn. Goed? Fout? Het verschil tussen speciaal agent en terrorist is niet altijd even duidelijk.

Ultieme zzp-er
Producent Cruise poneert de MI-franchise als een team-tegenhanger van de James Bond-reeks en terug van weggeweest, we zagen hem voor het laatst in Mission: Impossible III uit 2006, is hacker Luther Stickell (Ving Rhames). Gebleven zijn Benji Dunn (Simon Pegg, bij het team sinds M:I-III) en William Brandt (Jeremy Renner, toegevoegd in M:I-GP). Inderdaad, allemaal mannen. Waar is de vrouw dan? Dat is Ilsa Faust (Rebecca Ferguson), die geheel in de paranoïde tijdsgeest van M:I – Rogue Nation binnen, buiten en boven de strijdende partijen de zaak dient. Ze is een mission impossible in zichzelf, de ultieme zzp-er tegen wil en dank.

Actie en ernst zijn verankerd in een vleugje humor, waar de Britse komiek Simon Pegg meer in het bijzonder verantwoordelijk voor is. Aan actie geen gebrek: van de opera in Wenen, via een watertank in Marokko, en nu we daar toch zijn kan er ook nog wel een groepsachtervolging per motor af, tot de ontknoping in de mistige steegjes van het Londense Whitechapel, het vroegere speelveld van Jack the Ripper – het is bijna teveel van het goede. En dan het bedrog-in-bedrog: een sterke scène tijdens de voorstelling van Puccini’s opera Turandot  telt maar liefst drie sluipschutters. M:I – Rogue Nation kan alleen maar gemaakt zijn na de onthullingen over de afluisterpraktijken van de NSA, het Amerikaanse National Security Agency.

Recensie Mission: Impossible - Rogue State

Zwarte coltrui
De film opent heel hip in een Londense platenzaak, waar Hunt wordt geïnformeerd via een ouderwetse vinylschijf: het lijkt de legendarische jaren zestig tv-serie De Wrekers wel. Zou het toeval zijn dat opperschurk Lane à la Steve Jobs een voorkeur heeft voor zwarte coltruien? En hoe veilig is informatie als een stick ongemerkt kan worden gewist door een smartphone? Wie op die manier naar M:I – Rogue Nation kijkt, ziet een wereld waarin digitale technologie risicovol blijkt en het verraad zichzelf in de staart bijt. Het middel is doel geworden en maar goed dat er een IMF (Internationaal Monetair Fonds?) is om die gekte te bezweren.

Regisseur Christopher McQuarrie kreeg een Oscar voor zijn scenario van The Ususal Suspects en schreef de scripts voor de Cruise-vehikels Valkyrie, Edge of Tomorrow en Jack Reacher; de laatste regisseerde hij tevens. Ook voor deze film leverde hij het draaiboek en dat is wellicht de reden dat Mission: Impossible – Rogue Nation meer dan voorgaande afleveringen de nadruk legt op de labyrintische intrige, zonder evenwel de bloedstollende actie te veronachtzamen. McQuarrie’s mengvorm van spionagethriller en actiefilm zorgt ervoor dat de MI-fans tevreden naar huis gaan en, nog belangrijker, kunnen uitzien naar een vervolg. Want de met rook gevulde perspex kubus die de politie aan het slot van M:I-RS  komt ophalen, zit daar het Syndicate-brein echt in?

 

28 juli 2015

 

MEER RECENSIES

Kung Fury: kickstarters-droom

Kung Fury: een Kickstartersdroom werkelijkheid

door Bob van der Sterre

Zou het zo zijn dat regisseur David Sandberg het nieuwe filmwalhalla heeft ontdekt? Iemand die twee jaar geleden zijn meubels moest verkopen om zijn huur te kunnen betalen, zag twee weken geleden het filmpubliek van Cannes zich rot lachen om zijn film. Zijn productie Kung Fury, die nu gratis te zien is op Youtube, kent een bijzondere online voorgeschiedenis. 

Hoezo hype? Twee weken geleden te zien in Cannes. Op 28 mei de wereldpremière in Umea en de upload naar YouTube. En drie dagen later zal ongetwijfeld de grens van tien miljoen views worden gepasseerd.

Kung Fury

Totaal over de top
Eerst de film. Miami, 1985. Een agent staat in een steeg tegenover een kung fu-legende. Die splijt zijn partner in tweeën. Op dat moment krijgt de agent een schok en wordt hij Kung Fury. ‘Ik werd geraakt door bliksem. En gebeten door een cobra.’ Kung Fury is vervolgens supersterk en atletisch. Dat is noodzakelijk want een nieuwe vijand doemt op. Kung Fury heeft de hulp nodig van ‘Hackerman’ want hij moet terug in de tijd gaan.

Meer vertellen zou de pret bederven. De film is totaal over de top, met dinosauriërs, Lamborghini’s, nazi’s, computergrids en foute muziek. De parodie is weldoordacht, ook al is de film zo ‘cheesy’ als het maar kan, zoals Sandberg het zelf steeds noemt. Volop knipogen en insidersgrapjes over actiefilms à la Miami Connection, The Wraith, The Last Dragon, Cobra, Tron en Electric Dreams. Sandberg zelf speelt de hoofdrol en de productie is Zweeds.

Kung Fury

Het is een speelse, vermakelijke en compromisloze film, eentje waarbij je ouderwets hard moet lachen, en die je gerust een tweede keer kunt kijken voor alle subtiele details, zoals de tracking van oude VHS-banden. Je kunt denken aan de parodiërende stijl van Gareth Marenggi (parodie op Stephen King-horror) en Danger 5 (parodie op cheesy spionageseries). Aan een complete speelfilm wordt nu gewerkt. Hollywoodproducers ontfermen zich over de productie. De Kung Fury-merchandise komt al op gang.

Moeilijke weg
Zo kan de 29-jarige Sandberg dus vermoedelijk wel binnenkort een nieuwe bank kopen, en als het meezit zelfs een nieuw huis, maar de weg erheen was moeilijk. Hij was al een tijdje reclame- en videoclipregisseur, wilde graag eens een echte film maken, maar het gebeurde alsmaar niet. Sandberg probeerde het alleen te realiseren. Zijn droom kostte bijna al zijn geld. Zijn bank en zijn tv had hij intussen al verkocht om de huur te betalen.

Zodoende besloot hij het anders aan te pakken: eerst een trailer maken en vervolgens een Kickstarter-project beginnen. De trailer ging eind 2013 online. ‘De eerste vijf uur gebeurde er niets. Een echte bummer.’ Het veranderde toen Andreas Cahling, Thor in de film, het op zijn Facebook deelde. Iemand postte het weer op Reddit en ‘het internet explodeerde’. In 24 uur was het doel, tweehonderdduizend dollar, al binnen. In een maand haalden ze het drievoudige op.

 

Slapen in de garage van oma
Nu stond de deur open voor een echte film, althans, eentje van een half uur. Acteurs hoefden niet geregeld te worden door het systeem van Kickstarter. Door bij te dragen hadden veel mensen automatisch al een rol als figurant of bijrol verworven. Het leverde een bijzonder tafereel op van veertig mensen die van heinde en verre reisden naar Umea, een stadje in het noorden van Zweden. Zij verbleven in de garage van Sandbergs oma.

Die werkwijze geeft wel een heel andere sfeer dan bij een miljoenenproductie van Hollywood. De Texaan Steven Chew had bijvoorbeeld 10.000 dollar betaald en kreeg als dank de rol van Kung Fury’s partner – ook al had hij natuurlijk geen enkele filmervaring. Sandberg: ‘Sommige mensen bleven voor een dag, sommigen voor twee weken, sommigen zijn er nog steeds. Een jongen bleef voor drie maanden. Hij verbleef bij mijn moeder. Ze vonden het geweldig. Het was erg vriendelijk allemaal, als een grote familie.’

En als je wind mee hebt, lukt alles. David Hasselhoff kon in al deze cheesyness  niet ontbreken. Hij bekeek de trailer, kwam prompt naar Zweden en zong de titeltrack op muziek van Mitch Murder. Hasselhoff heeft ook een cameo in de film als ‘Hoff 9000’. De bestellingen voor het jasje dat Hasselhoff draagt in de videoclip zijn intussen niet meer bij te houden.

Kung Fury

Geen bewust stappenplan
En toen dus zelfs een voorpremière in Cannes. Sandberg was doodnerveus, hij dacht dat het chique publiek de film zou uitjouwen. Maar het ging anders. ‘Ik kon de eerste tien minuten niets horen omdat mensen zo hard aan het lachen en klappen waren.’ Variety noemde het zelfs de beste film van het festival. Nu zit hij al weer in New York (het Rooftop festival) waar hij nog aan het bijkomen is van het openingsfeest in Umea afgelopen donderdag. In L.A. heeft hij al producers ontmoet.

Het klinkt als een bewust gekozen stappenplan, van trailer naar korte film naar speelfilm, maar dit is natuurlijk stomtoevallig zo gegaan. Simpelweg omdat er geen geld was voor méér. Het is een van de zeldzame gevallen dat het vuur van zo’n initiatief niet dooft maar daadwerkelijk is veranderd in een flinke brand.

Opvallend is de rol die het open internet speelt voor deze productie, met name de online community Reddit. (Voor wie de site nog niet kent, zie mijn artikel.) Sandberg is zelf al jaren ‘redditor’ (iemand die bijdraagt aan de site). Je kunt zodoende de hele PR rondom zijn project tot vier jaar geleden teruglezen. Van een nog zoekende ploeteraar naar successtory.

Online aanpak
Sandberg spotte Andreas Cahling bijvoorbeeld ook via Reddit. De gebruikers van de site buitelen nu dan ook over elkaar heen van bewondering. Sandberg gaf daarom gisteren een AMA (Ask Me Anything), een podium dat tegenwoordig vaste prik is voor topacteurs en -regisseurs.

Het ging zelfs zover dat Sandberg steun zocht bij een subpagina van Reddit die gaat over programmeertaal. ‘Ik wilde een code die plausibel zou zijn, dus ik vroeg hen of ze iets aan code konden schrijven zodat ik tijd kon hacken. Ze dachten uiteraard dat ik een idioot was maar één held stond op en stuurde me een paar regels code.’

Natuurlijk werkt deze online aanpak beter bij een parodie op de jaren tachtig dan iemand die bijvoorbeeld de nieuwe Alain Resnais wil worden. Niettemin, ook actiefilms en komedies hebben originele input nodig. De laatste decennia is er tamelijk weinig popcornmateriaal om verheugd over te raken. En als deze kier eindelijk eens wat wijder open gaat, en andere regisseurs net als Sandberg op deze manier weer kunnen maken wat ze echt  willen maken, dan kan het popcorngedeelte van de filmwereld zichzelf misschien weer gaan herontdekken, en is een nieuw filmwalhalla misschien niet onbereikbaar meer.

 

1 juni 2015

 

Alle nieuws

Avengers: Age of Ultron

***

recensie  Avengers: Age of Ultron

Familiegeheimen? Altijd gezeik!

door Karina Meerman

Avengers: Age of Ultron is het tweede feestje van de Avengers-familie met Joss Whedon aan het roer. Een vermoeiende bijeenkomst waar alle familieleden hun gezicht laten zien. Hun gezicht, hun vuisten, hun superkrachten, hun jeugdtrauma’s en hun emoties. 

Regisseur Joss Whedon heeft iets te vieren en wij zijn allemaal uitgenodigd. We hadden er zin in, want meestal zijn de feestjes van ome Joss hartstikke leuk. Wanneer we arriveren is het nog gezellig. De Avengers-familieleden uit de vorige film werken soepel samen om een foute Duitse buurman op zijn kop te geven. Hij had iets gestolen dat gevaarlijk was en het moest worden teruggehaald. Iedereen luistert naar Captain America (Chris Evans) en zelfs de Hulk (Mark Ruffalo) doet goed mee.

Recensie Avengers: Age of Ultron

Labiele ome Tony
Maar dan moet ome Tony (Robert Downey Jr.) het weer verknoeien. Hij is een van onze liefste ooms, omdat hij zo geestig is, kan vliegen en de coolste speeltjes ter wereld heeft. Hij is tegenwoordig goede vriendjes met oom Bruce. Die kan nog steeds heel groen en heel boos worden, maar omdat hij en tante Natalia (Scarlett Johansson) elkaar leuk vinden, kalmeert hij ook weer snel. Maar toen moesten Bruce en Tony zich zo nodig in de kelder opsluiten om een slimme computer te bouwen.

We wisten wel dat ome Tony een beetje labiel was. Dat hadden we al gezien in Iron Man 3. Nou, die angstaanvallen heeft hij kennelijk nog steeds. Hij is bang dat de hele wereld stuk gaat en daarom wil hij een schild om de planeet bouwen dat buitenaardse slechteriken ook daadwerkelijk buitenaards houdt. En oom Bruce is ook een wetenschapper, dus die wil wel meebouwen aan iets dat nieuw en groot en intelligent is. Dat doen die sukkels stiekem, zonder de rest van de familie te vertellen. Terwijl wij weten: familiegeheimen? Altijd gezeik.

Knettergekke oom Ultron
Dus toen hadden we opeens een oom Ultron (James Spader). Die is nieuw in de familie en begrijpt het allemaal niet zo goed. Hij heeft een veel te stellige mening over alles en hij verkondigt die luidkeels. Hij weet alles beter en iedereen rolt met de ogen wanneer hij zijn eindeloze verhalen ophangt. Wat een vervelende vent. En dan gaat hij natuurlijk andere familieleden beledigen en sneuvelt er meubilair. En auto’s en gebouwen.

Oom Ultron blijkt knettergek. Hij gaat een beetje rondhangen met die tweeling die altijd chagrijnig zijn en de boel verzieken. Als Wanda (Elizabeth Olsen) voorbij komt en haar hypnodingetje doet, dan kan je erop rekenen dat het mis gaat. En ja hoor, iedereen krijgt ruzie. Zelfs oom Thor (Chris Hemsworth) moet er even tussenuit. Gelukkig kunnen wij daardoor even zwaaien naar zijn vriend Erik (Stellan Skarsgård). Je weet wel, die samenwerkte met het vriendinnetje van Thor en ooit in het gekkenhuis zat. Eén ding is zeker: het is nooit saai op de familiebijeenkomsten van ome Joss.

Recensie Avengers: Age of Ultron

En dan zo’n Vision…
Enfin, neef Hawkeye (Jeremy Renner) blijkt een bron van rust en Captain America is ook niet gek te krijgen. Oudoom Nick-met-het-piratenoog (Samuel L. Jackson) spreekt iedereen ferm toe en dan gaat de hele familie nog een keer naar het buitenland om de boel op orde te zetten. Wel een gedoe hoor, de hoeveelheid gevecht en gevlieg en alles-moet-stuk. En dan al die zware gesprekken tussendoor. En zo veel nieuwe gasten erbij, zoals zo’n Vision (Paul Bettany) die eigenlijk een soort transgender is. Wat moeten we daar nou mee? Het wordt een beetje te druk allemaal. En om nou te zeggen goh, wat was het gezellig… Het leek meer op familietherapie met een combinatie van praat- en slooptechnieken. Maar misschien heeft het geholpen en is het volgende feestje weer helemaal top.

22 april 2015

MEER RECENSIES

 

Taking of Tiger Mountain, The

*****

recensie  The Taking of Tiger Mountain

Actiekraker uit China

door Alfred Bos

Het klapstuk van het CinemAsia Film Festival 2015 is de meest recente film van de wuxia-meester Tsui Hark. Gebaseerd op een surrealistisch, maar waar gebeurd verhaal in het China van 1947 is het een actiethriller die Steven Spielberg – en elke andere Hollywood-regisseur – het nakijken geeft.

In de Chinese cinema heeft Tsui Hark (1950) een legendarische status. Hij is vooral beroemd geworden met zijn eigenzinnige en invloedrijke actiefilms die het wuxia-genre (met veel acrobatiek uitgevoerde zwaard- en vechtfilms, vaak in een historische setting) vers bloed hebben gegeven. Als producer verschafte hij John Woo het podium om te schitteren en uiteenlopende regisseurs als Ang Lee (Crouching Tiger, Hidden Dragon) en de Wachowski-broers (The Matrix) zijn aan hem schatplichtig.

Recensie The Taking of Tiger Mountain

De afgelopen jaren vermaakte Hark het filmpubliek in China met epische actiefilms rond de historische – en in de loop der eeuwen tot een soort Chinese Robin Hood uitgegroeide – figuur, Rechter Tie (Judge Dee), en Flying Swords of Dragon Gate, een vervolg op zijn succesvolle Dragon Inn uit de jaren negentig, alle in 3D. Zijn laatste werkstuk, The Taking of Tiger Mountain (Zhì qu weihu shan), was dé grote filmhit van het Chinese kerstseizoen.

Siberisch landschap
The Taking of Tiger Mountain is gebaseerd op historische feiten. In 1947 terroriseert een groep bandieten onder aanvoering van Lord Hawk de lokale bevolking. De boeven hebben zich verschanst in een door de Japanners tijdens de oorlog (1937-1945) gebouwd bergfort en maken goede sier met het het achtergelaten wapenarsenaal. Een groepje soldaten van het Chinese volksleger van de communistische rebel Mao Zedong staat voor de schier onmogelijke taak het gebied van geboefte te zuiveren. Zwaar in de minderheid en veel lichter bewapend moeten list en strategie uitkomst bieden.

Het verhaal, in 1970 al eens verfilmd, biedt regisseur Hark alle gelegenheid zijn kwaliteiten als actieregisseur te etaleren. Het besneeuwde, Siberische landschap van Noord China is op zich al dramatisch en het gegeven, op zijn zachts gezegd, opwindend. Met een gehaaid script – waaraan zes man alle details tot een kloppend geheel hebben geschaafd – biedt de film dik twee uur lang spektakel van de bovenste plank. Er is uiteraard een tijger (uit de koker van Jim ‘The Muppets’ Henson), er zijn helden (de infiltrant, de aanvoerder van de soldaten en een vechtjas genaamd Tank) en er zijn kleurrijke, buitengewoon wrede boeven, de een nog lelijker dan de ander.

Recensie The Taking of Tiger Mountain

Huzarenstukje
Wie er politieke ideologie in wil zien, herkent in het verhaal de opofferingsgezindheid en de moed van het collectief tegenover het egoïsme en de decadentie van het individu. Hoewel gestyleerd en romantiserend, wint de film aan overtuigingskracht door de logistiek van een winters beleg (genoeg kogels? genoeg voedsel?) als rode draad te kiezen voor het kat- en muisspel tussen de schurken op de berg en de soldaten in het dal. Die laatsten voeren een huzarenstukje op door het geboefte in hun hol te verrassen, maar niet nadat de schurken in een bloedstollende episode het dorp hebben overvallen. Als klap op de vuurpijl is er nog een totaal over de top climax die Steven Spielberg groen van jaloezie zal maken.

Merkwaardig genoeg is het werk van deze onderhoudende regisseur nauwelijks in Nederland te zien geweest. Zijn laatste film die het Nederlandse filmdoek haalde was Seven Swords uit 2005. Harks Judge Dee-films zijn alleen op dvd leverbaar, al heeft het Imagine Filmfestival in 2012 The Mystery of the Phantom Flame vertoond. Daarom is het een buitenkans dat het CinemAsia Film Festival deze opwindende actiekraker van de gelouterde vakman heeft geprogrammeerd.

 

9 april 2015

 

MEER RECENSIES