Lebenszeichen (1968) speelfilmdebuut Werner Herzog

Lebenszeichen (1968) is memorabel speelfilmdebuut
De windmolens van Werner Herzogs gedachten

door Cor Oliemeulen

Al in zijn speelfilmdebuut Lebenszeichen (1968) verkent Werner Herzog de grenzen van de menselijke geest. De Duitse soldaat Stroszek, die in 1942 is gestationeerd op een Grieks eiland, verliest langzaam zijn verstand als gevolg van een oorlogstrauma, isolatie van de buitenwereld, hitte en verveling.

Het volwassen scenario van een nog jonge Herzog – hij schreef het op zijn 22ste en verfilmde het op zijn 26ste – is losjes gebaseerd op het korte verhaal ‘Der tolle Invalide auf dem Fort Ratonneau’ (1818) van Achim von Arnim. Dat verhaal speelt zich af tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) en volgt een Franse soldaat die gewond raakt tijdens schermutselingen, herstelt in een fort en begint te geloven dat hij de keizer van China is en het fort zijn paleis. De Duitse soldaat Stroszek (Peter Broggle) in Lebenszeichen dient tijdens de Tweede Wereldoorlog en dreigt uiteindelijk het fort met een munitiedepot van de Duitse Wehrmacht dat hij samen met twee collega’s moet bewaken, op te blazen.

Lebenszeichen (1968)

Eenzaam
De gevoelige, artistieke Stroszek raakte gewond op Kreta, werd verzorgd door Nora met wie hij trouwde, en herstelt nu op Kos waar zijn enige vijand hijzelf is. De toon van de voice-over is al even zakelijk registrerend als de schamele belevenissen van de drie soldaten die bestaan uit het schilderen van deuren, het maken van een val voor kakkerlakken en het hypnotiseren van een kip. Terwijl Stroszek hunkert naar betekenis in zijn leven hint Nora op het maken van een baby. Maar hij lijkt niet geïnteresseerd, hoezeer zij ook probeert om door het tonen van foto’s van onder meer hun bruiloft een verlangen naar verbondenheid, herinnering en verloren momenten van geluk en menselijkheid op te roepen.

Het zijn de ogenschijnlijk kleine details die deze karakterstudie van Stroszeks pad naar zelfdestructie richting geven. Kinderlijk gedrag van zijn collega’s, close-ups van een hard en meedogenloos landschap met een schorpioen op oorlogspad en zijn gesprek met een pianist (Florian Fricke van Popol Vuh die de muziek componeerde en uitvoerde van veel latere Herzog-films) die een moeilijk en deprimerend stuk van Chopin speelt, leiden tot steeds meer irritaties. Het meest lijkt Stroszek zich te identificeren met een danser die claimt dat hij niet weet waar hij geboren is en een koning is, gescheiden van zijn stam. Terwijl zijn collega’s de vreemdeling uitlachen, voelt Stroszek verbondenheid en eenzaamheid tegelijk.

Vallei
‘De muren komen op mij af’, zegt hij tegen zijn meerdere. Die stelt voor dat Stroszek met een van zijn collega’s het fort verlaat om het eiland te gaan verkennen. Dit gegeven vindt zijn oorsprong in Werner Herzogs jeugd toen hij in navolging van zijn grootvader, een archeoloog, op zijn vijftiende in zijn eentje lopend Kreta verkende. Hij maakte destijds niet alleen kennis met de lokale cultuur, maar raakte daar vooral diep onder de indruk toen hij plotseling uitkeek op een vruchtbare vallei ten zuiden van Chersonissos met honderden windmolens met witte zeilen om het water uit de grond te halen. De tiener Herzog nam zich voor om dit ‘levensbepalende schouwspel’ ooit te zullen gebruiken voor een film.

Dat deed hij al direct in zijn eerste speelfilm. De vallei met de windmolens is voor het gemak verplaatst naar het eiland Kos. Stroszeks aanblik van al die draaiende windmolens met hun eindeloze geronk en hun gierende geluid veroorzaken ter plekke een gedesillusioneerd en verontrustend gevoel. Terwijl de camera langzaam zwenkt door de vallei dienen de ontelbare windmolens als een visuele metafoor voor de draaiende en verwarrende gedachten in zijn geest, waarbij de wieken zijn innerlijke verwardheid weerspiegelen. Stroszek pakt zijn geweer en wil als een Don Quichot de windmolens aanvallen, zich niet realiserend dat dit een onbegonnen strijd en een nutteloze inspanning is om iets aan zijn gemoedstoestand te kunnen veranderen.

Stroszek heeft zijn verstand verloren. Hij achtervolgt zowel zijn twee collega’s als Nora met een geweer en dreigt het fort en het dorp op te blazen. De woningen in de omgeving worden geëvacueerd wanneer Stroszek zijn zelfgemaakt vuurwerkraketten afvuurt, maar het enige wat hij raakt is een oude ezel en een stoel. Zijn daad van rebellie – en dus ook zijn teken van leven – dooft langzaam als het vuurwerk onzichtbaar wordt door een wolk stof achter een wegrijdende truck in het eindshot.

Kijk hier waar en wanneer Lebenszeichen draait.

 

10 juni 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

Werner Herzog: regisseur van de maand

Werner Herzog: regisseur van de maand

Werner Herzog was samen met Wim Wenders en Rainer Werner Fassbinder in de jaren 60 en 70 een van de meest succesvolle en internationaal erkende filmmakers van de Neue Deutsche Welle. Eye Filmmuseum presenteert van 18 juni tot en met 1 oktober de tentoonstelling ‘The Ecstatic Truth’ over Herzog en lanceert een omvangrijk filmprogramma, dat ook in een aantal andere bioscopen zal draaien. Genoeg reden voor InDeBioscoop om deze eigenzinnige regisseur in de maand juni in de spotlights te plaatsen.

Met zijn onorthodoxe oeuvre van ruim zeventig speelfilms, documentaires en shorts weet Werner Herzog het publiek al ruim een halve eeuw lang te fascineren met onvergetelijke verhalen, beelden en personages. Zijn films bieden inzicht in de relatie tussen mensen en de chaotische wereld om hen heen, en in de oneindige onverschilligheid van de natuur ten opzichte van het menselijk bestaan.

 

Werner Herzog

Werner Herzog (1942, München) poogt de menselijke conditie in onze tijd te vangen en ‘de innerlijke landschappen van de ziel’ te verkennen. Hij schuwt er niet voor de werkelijkheid een handje te helpen om deze diepere, essentiële waarheid in beeld te brengen.

Houd de komende maand InDeBioscoop in de gaten als onze redactie een aantal films van Werner Herzog bespreekt.

Klik hier voor onze filmbesprekingen!

 

30 mei 2023

Evolution

***
recensie Evolution
Herinnering van generaties

door Tim Bouwhuis

In Evolution voelen en dragen opeenvolgende generaties het loodzware gewicht van de Holocaust. Ruim vijfenzeventig jaar na dato rest veel mensen uit westerse landen alleen nog een ernstige herinneringscultuur, waar ze ten minste één keer per jaar bij stilgezet worden. Niet voor nazaten en dus voor ‘erfgenamen’ van het leed. En iedere nieuwe generatie ervaart dat leed anders.

De film begint in een dompige ondergrondse ruimte. Een aantal mannen bewegen zich zwijgend in het schemerdonker. Ze lijken ergens naar op zoek, en ondertussen boenen ze met bittere ernst de ruwe wanden. Het begint redelijk snel te dagen: hier heeft iets onuitspreekbaars plaatsgevonden.

Evolution

Het lot van Eva
Tegen het einde van deze openingsscène, die een kleine twintig minuten in beslag neemt, beantwoordt regisseur Kornél Mundruczó (White God, Pieces of a Woman) alle vragen die het stille tafereel bij kijkers zou kunnen oproepen. De scène krijgt de titel ‘Eva’ mee (de naam is misschien geen toeval, gezien de overheersende Genesissymboliek in Mundruczó’s vorige film Pieces of a Woman), en het zogenoemde meisje dat wonderwel gered was van het gas zou dat trauma de rest van haar leven met zich meedragen.

Mundruzó kiest in dat kader voor een overzichtelijke, drieledige vertelling: in deel twee bespreekt een inmiddels bejaarde Éva (Lili Monori) herinneringen aan de Holocaust met haar dochter Léna (Annamária Láng); in deel drie worstelt Léna’s opgroeiende zoon Jónás (Goya Rego) met zijn (Joodse) identiteit en met het hedendaagse schoolleven in de Duitse grootstad Berlijn.

De opzet van Evolution is dus bewust fragmentarisch, en de losse, maar toch innig verbonden verhalen blijven op ieder moment ondergeschikt aan het gedeelde thema van de verschillende generaties. De impliciete boodschap is duidelijk. Een ‘normaal’ leven behoort voor slachtoffers en hun nazaten (nog steeds) niet tot de mogelijkheden. Het tweede en derde verhaal staan elk op hun eigen manier in het teken van de wens om aan dat lot te ontsnappen. “Ik wil niet overleven, ik wil leven”, schreeuwt Léna haar moeder toe; het is een wanhoopskreet die voortkomt uit Éva’s bittere zwelgen in haar eigen traumatische gedachten en herinneringen.

Het gesprek tussen moeder en dochter kan ook kijkers benauwen, omdat de schijnbaar ongeneeslijke geestestoestand van Éva als een donderwolk boven het gemoed van Léna is komen te hangen. Zij beseft zich tijdens het gesprek met haar moeder zichtbaar dat zij en haar zoontje, die ze (nota bene) in Berlijn naar de kleuterschool wil laten gaan, waarschijnlijk nooit helemaal los zullen komen van het trauma. Ook een symbolisch lek in de waterleiding, helemaal aan het eind van de lang uitgesponnen praatscène, zal het verleden niet zomaar weg kunnen spoelen.

Evolution

Het gewicht van een erfenis
De continue bevestiging van een soort mentaal noodlot, doorgegeven van generatie op generatie, zorgt ervoor dat er een hermetische werking van Evolution uitgaat, die het coming-of-age drama in het derde verhaal (dat van zoon Jónás) helaas nogal belemmert. Dit komt met name omdat Jónás ook lós van de Holocaust-thematiek zoekende is naar zijn plek in de wereld, wat zich onder andere uit in rollenspellen en verkleedpartijen (plaktattoos, maskers). In het licht van de rest van de film voelen deze momenten van expressie alleen niet als tekenen van een fase waar meer tieners doorheen gaan, maar als extra uitingen van een onvermijdelijke identiteitscrisis. Hoewel Jónás in een felle woordenwisseling met zijn moeder juist benadrukt dat hij zich geen Jood voelt, bewijst een incident op school dat dat in de ogen van anderen niet uit hoeft te maken.

Een dubieuze brand in het schoolgebouw roept vragen op over het motief (een rebelse daad?, xenofobie?, of gewoon een ongeluk?), tot Jónás’ moeder gebeld wordt door een school- of afdelingshoofd die spreekt over een incident dat “de reputatie van de school zou kunnen schaden”. Daarna concreter: “niemand van ons zal de conflicten in het Midden-Oosten kunnen oplossen waar zoveel leerlingen onder lijden”. Even voelt Evolution weer precies zo hermetisch als tijdens de bittere beslommeringen van Éva. De herinnering aan de Holocaust is een erfelijke herinnering.

 

28 augustus 2022

 

ALLE RECENSIES

Wannsee Konferenz, Die

****
recensie Die Wannsee Konferenz
Die ‘Wahnsinn’ Konferenz

door Ralph Evers

Deze docufilm over de Wannsee Conferentie, tachtig jaar geleden, toont ons een bureaucratisch maar bovenal menselijk gezicht van het onnoemelijke kwaad dat plaatshad in de Tweede Wereldoorlog. Tegelijkertijd de trieste conclusie dat de machinaties van dit kwaad nog immer voortleven. 

De Wannsee Conferentie die plaatshad op 20 januari 1942 is misschien wel de meest beruchte en cynische conferentie uit de moderne geschiedenis. Onder leiding van Reinhard Heydrich (Philipp Hochmair) komen vijftien hoge nazi-ambtenaren samen in de statige villa Marlier aan de Wannsee nabij Berlijn. Op deze bijeenkomst dient gezocht te worden naar een ‘efficiënt’ antwoord op de ‘Judenfrage’. En masse deporteren naar Madagaskar, of, zoals uiteindelijk besloten wordt, de methode van Rudolf Höss, de kampcommandant van Auschwitz, die het gebruik van blauwzuurgas, Zyklon B, introduceerde.

Die Wannsee Konferenz

Gelaagde karakters
Net geen 80 jaar later (18 januari) gaat de hier besproken film in Duitsland in première. Dit lijkt te passen in een tendens die de afgelopen jaren in Duitsland gaande is: het oorlogsverleden opnieuw onderwerp van film en literatuur, ditmaal echter met gelaagde karakters. In Der Untergang zagen we een menselijke Hitler. In Die Wannsee Konferenz zien we al even menselijke kopstukken van het naziregime, allen goedgekleed en welbespraakt.

Van dat welbespraakte wordt dankbaar gebruikgemaakt. Vanaf het eerste moment weet je dat je kijkt naar een praatfilm, die verrassend goed je aandacht weet te trekken. Zoals aan het eind van de film onthuld wordt, dient alles in verbloemende, eufemistische taal genoteerd te worden. Dat heeft als effect dat de uiterst kille, rationele logica die erop toe zag elf miljoen joden te moeten vermoorden bijna vanzelfsprekend is. De kracht van deze film zit ‘m dan ook in dat de personages niet van bordkarton zijn. Juist hun menselijke gezicht in combinatie met de stoïcijnse rechtlijnigheid van hun gelijk en de uitvoering van hun taak, maakt deze film zo akelig.

Die Wannsee Konferenz

Het grote kwaad
De gehele film ademt een plechtige soberheid te midden van het aristocratische decor. Het grote kwaad vindt niet in de lelijkheid, maar in de welgemanierdheid plaats. Het omineuze hiervan wordt effectief benadrukt door een licht blauw filter over de film te sluieren, alsmede een volledige absentie van muziek. En terecht, laten we het ongelooflijke cynisme dat de grond van deze conferentie was niet opleuken.

Het is ook aangenaam dat deze docufilm niet naar verklaringen zoekt. Deze zijn her en der wel te abstraheren, zoals in de uitspraak van Heydrich dat deze generatie opgezadeld is met het voorbestemde lot om de ‘jodenvraag’ op te lossen. Dat, hoe gruwelijk ook, deze vraag nu eenmaal bij ons is terechtgekomen en dat we geen andere optie hebben dit lot op ons te nemen. Dat sommige aanwezigen dit toch wel akelig vinden, wordt erkend, maar ‘we zullen voort moeten, anders komt er nooit een eind aan’. Hier wordt een alledaagse wijsheid – om het banaal te zeggen: eerst door het zuur, dan komt het zoet – zodanig verkracht dat de rede ten grave gedragen moet worden. Het is tevens een andere wijsheid: tegen ideologie valt niet met redelijke tegenargumenten te twisten. Een macaber actuele situatie met een oorlog in Oekraïne en de goedpraterij door aanhangers van een nagenoeg zelfde ideologie als het nazisme.

 

4 april 2022

 

ALLE RECENSIES

On Thin Ice

***
recensie On Thin Ice

Wat gebeurt in Siberië blijft daar niet

door Sjoerd van Wijk

On Thin Ice geeft een spoedcursus over de gevolgen van de klimaatcatastrofe in Siberië. De vaak nuttige informatie wringt echter zelden, waardoor de plek ver weg blijft.

De gevolgen van klimaatverandering verschillen per plaats. In Siberië kan de situatie al gerust apocalyptisch genoemd worden. On Thin Ice laat zien hoe daar de omgeving rap verandert voorbij omslagpunten. Zo kunnen rendieren en nomaden hun gebruikelijke trekroutes niet meer vertrouwen, slaan vogels op de vlucht voor uitgehongerde ijsberen en verschijnen uit het niets zinkgaten. Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties zei ooit dat individuen die hun overheid vertrouwen onbezorgd blijven en henzelf niet voorbereiden op extremen. Nu haar nieuwste rapport toegeeft dat de opwarming van de aarde sowieso over de al rampzalige 1,5°C zal komen, lijkt een documentaire als On Thin Ice tijdig. Want in Siberië voltrekt zich onheil dat niet tot dat gebied beperkt zal blijven.

On Thin Ice

Geduldige uitleg
Wie zich ook maar enigszins verdiept in de klimaatcatastrofe zal weinig nieuws leren, maar de leek krijgt in korte tijd de problemen daar en de repercussies voor de rest van de wereld toegankelijk voorgeschoteld. Het spreekt voor deze Duitse documentaire (Rentiere auf dünnem Eis) dat daarbij ook de heftigere consequenties aan bod komen, zoals het vrijkomen van enorme hoeveelheden broeikasgassen (potentieel het dubbele van de huidige hoeveelheid in de atmosfeer) doordat de permafrost smelt. Enigszins ongerijmd schudden kleurenfilters beelden van bosbranden of dieren in de penarie op en introduceert een James Bond-achtige missiekaart elke plaats van bestemming in Siberië.

Dat voelt wat koddig aan als wetenschappers rustig vertellen over hun inzichten: van schattingen hoeveel van het broeikasgas methaan er onder de bodem ligt tot oude virussen die weer tot leven komen. Extra misplaatst banjert een onderzoeksteam stoer in slow motion door de wildernis, een groot contrast met het geduld waarmee de gasten allen praten voor een zwart scherm of de gebruikelijke boekenkast.

On Thin Ice

Een plek ver weg
Het regieduo van Henry Mix en Boas Schwarz (die ook veel camerawerk voor zijn rekening neemt) toont vaak de Siberische schoonheid met immense dronebeelden, waar de situatie op de grond flets bij afsteekt. Als daar wonende nomaden vertellen over hun ervaringen overstemt een Engelse voice-over hen in plaats van ondertiteling, wat een afstand tot hun verhalen geeft. Samen met de verzameling pratende hoofden blijft Siberië zo een plek ver weg. Wel wringt een moment van opschudding wanneer een team wetenschappers een rendier aan het gewei vasthoudt terwijl een van hen het beest een GPS-nekband omschroeft. Die botsing van wildheid, goedbedoelde controle, repressieve technologie en een mogelijk trauma voor het rendier prikkelt door de tegenstrijdigheden.

Continu blijft het informeren en inzichtelijk maken van een voor velen onbekend gebied hoog in het vaandel staan. Dankzij een open conclusie gaat de film welhaast stoïcijns de ongewisse toekomst tegemoet. Daarmee laat On Thin Ice zowel de fatalistische doodsangst waar bijvoorbeeld Guy McPherson op inspeelt met zijn ‘methaanbomhypothese’ als wel het vaak zo verplichte stukje hoop aan het einde achterwege, twee manieren die snel inertie kweken. Maar of dit afstandelijke relaas echt de door het IPCC genoemde onbezorgdheid kan opschudden, blijft de vraag. In een land waar een mondneusmasker opdoen voor de naaste mens al een lastig verhaal is, zal een pure documentaire over wat in het verre Siberië gebeurt waarschijnlijk weinig uithalen.

 

27 september 2021

 

ALLE RECENSIES

Undine

****
recensie Undine

Mythe en moderniteit

door Sjoerd van Wijk

In Undine verweven mythe en moderniteit zich in een ingetogen liefdestragedie. De onderhuidse spanning in het relaas komt niet in de laatste plaats door Paula Beer die het titulaire hoofdpersonage Undine fijnzinnig in de wereld zet.

In hoeverre zij nu wel of niet een undine (waternimf) wonend in Berlijn is, ze diept van deze metropool in ieder geval moeiteloos de architecturale geschiedenis op voor groepen toeristen. Tijdens een pauze deelt ze aan een terrasje haar vreemdgaande ex Johannes (Jacob Matschenz) mee hem om het leven te moeten brengen. Maar dat dreigement verdwijnt naar de achtergrond als een aquarium ontploft in het bijzijn van de vriendelijke Christoph (Franz Rogowski: Liebe in den Gängen) in een latere pauze. Undines overleven door de liefde en gelukkig dient een nieuwe romance zich aan. Gaandeweg de uitjes naar het stuwmeer waar Christoph als duiker reparaties uitvoert, lijkt ze echter niet te kunnen ontsnappen aan haar lot. Wie een undine ontrouw is, dient te sterven. Dus Johannes ook.

Udine

Mystiek
Al sinds de Griekse Oudheid spreekt de undine tot de verbeelding. In de literatuur komen deze waternimfen dan ook veelvuldig voor, van Ovidius tot de Romantiek. In een update die doet denken aan Jean Cocteau’s vermenging van mythe en moderniteit in Orphée (1950) voegt regisseur Christian Petzold (o.a. Barbara, Phoenix) zich in dat rijtje. Net als in Orphée lijkt de wereld van Undine slechts op het oog onttoverd, maar blijven de mysteries rondwaren en ligt het wonderlijke op de loer voor wie er goed naar kijkt. Petzold weet daarbij de sleutels op subtielere wijze te verstoppen dan Cocteau.

In plaats van een spiegel bevindt een aanwijzing zich op de bodem van het kalme stuwmeer, waar het kersverse stel een ruïne vindt waarop ‘Undine’ geschreven staat. Exemplarisch voor de film als geheel blijft dit raadsel onder water. Petzold laat Undine’s achtergrond in het ongewisse. Paula Beer (o.a. Frantz) komt ondanks haar nette pakken al snel feeëriek over met een enkele oogopslag. De onderhuidse mystiek die daaruit spreekt, geeft geen uitsluitsel over prangende vragen hoe een waternimf nu leeft maar ligt een tipje van de sluier op hoe dat leven zou voelen.

Udine

Zakelijkheid
Dat leven vindt plaats in een door cinematograaf Hans Fromm sober geschoten Berlijn waarin de personages onderkoeld doch dringend voorkomen. Ondanks een veelbewogen geschiedenis lijkt deze stad in Undine ontdaan van enige betovering. Van de nette kopjes cappuccino tot de verlichte zwembaden voert functionaliteit de boventoon en doet het onbekende er niet toe.

Die zakelijkheid, kenmerkend voor een generatie Berlijnse filmmakers als Maren Ade (Toni Erdmann) waarbij Petzold als een van de grondleggers geldt, komt ook terug in het geraffineerd opgezette scenario. Weliswaar op gezette tijden schematisch als in een flashforward na de climax ontvouwt zich een cyclisch gebeuren gecentreerd rondom Undine’s presentaties. Mystiek en onttovering ballen samen in de serene cameravoering over de maquette van Berlijn begeleid door haar oraties.

Als een soort eeuwige wederkering geeft dat het mysterie van Undine cachet en maakt daarmee het summiere karakter van Christoph in de finale toch invoelbaar. Daarom resoneert Petzolds zakelijkheid als een ingetogen vertelling van een klassiek gegeven.

 

7 juni 2021

 

ALLE RECENSIES

Schramm – Into the Mind of a Serial Killer

*
IFFR Unleashed – 1994: Schramm, Into the Mind of a Serial Killer
Fascinerende afschuwelijkheid

door Cor Oliemeulen

We kunnen deze filmbespreking beginnen met een korte opsomming van alle afschuwelijkheden in Schramm, Into the Mind of a Serial Killer, maar dan haken de meeste lezers direct af. Of juist niet?

Waarom zou iemand in de hersenen van een seriemoordenaar willen kijken? De Duitse filmmaker Jörg Buttgereit zei in een interview dat films over seriemoordenaars eigenlijk altijd gaan over politieagenten, die bijvoorbeeld problemen met hun vrouw of een verslaving hebben, en uiteindelijk de seriemoordenaar oppakken. Buttgereit haat dat soort films, want we komen volgens hem veel te weinig te weten over de seriemoordenaar. Tegelijkertijd kun je je afvragen welk nut het dient om überhaupt iets te weten over de impulsen van een zieke geest. Zeker als handelingen niet worden verklaard, zoals dat bijvoorbeeld wel gebeurt bij andere Duitse seriemoordenaars in M (1931), Der Untergang (2004) en Der goldene Handschuh (2019).

Schramm – Into the Mind of a Serial Killer

Perversiteiten
Aangezien Buttgereit – in kleine kring beroemd door zijn films over necrofilie – zelfs te weinig geld had om een politiewagen te huren, koos hij ervoor om zich volledig te concentreren op het lugubere bestaan van een psychisch gestoorde taxichauffeur (collega Travis Bickle in Taxi Driver is met hem vergeleken een zeer mild geval). Deze Lothar Schramm is een einzelgänger, komt niet onsympathiek over buitenshuis, maar in zijn eigen woning geeft hij zich over aan activiteiten die het daglicht niet kunnen verdragen. Voor Buttgereit genoeg reden om ’s mans extreme activiteiten op camera vast te leggen. Natuurlijk met een korrelige 18 mm-camera, want dan lijken alle perversiteiten nóg realistischer.

Aan acteur Florian Koerner von Gustorf (die later een aantal uitstekende films van Christian Petzold zou produceren) de dubieuze taak om te neuken met het onderlichaam van een sekspop en om vrouwen naar binnen te lokken, zodat hij die kan vermoorden, van make-up voorzien en misbruiken. De man is zo gefrustreerd door zijn seksuele stoornissen dat hij, mogelijk om zichzelf te straffen, op een gegeven moment zijn geslachtsdeel aan een tafel vastspijkert. Om aan een en ander kennelijk nog een artistieke betekenis te geven, zijn de beelden schokkerig en repetitief, soms voorzien van kleurenfilters en is de geluidsband al even verontrustend.

Associaties
Eerlijk gezegd heeft de schrijver dezes weinig ervaring met dit type van horror en wordt hij over het algemeen al snel lacherig van de voorspelbaarheid van het verhaal (als dat er al is) en rondvliegend bloed. Het moet gezegd dat Schramm, Into the Mind of a Serial Killer is doordrenkt met een zweem van onsamenhangende authenticiteit, maar dat de bloedballetten nog best meevallen en het uitlepelen van een mensenoog voor weinig extra opwinding zorgt. De montage van beeld en geluid, onverwachte weerzinwekkende handelingen en de algehele teloorgang kun je ongetwijfeld associëren met de hersenen van een krankzinnige, maar de vraag blijft waartoe dit alles dient.

Schramm – Into the Mind of a Serial Killer

Geweld als pornografie? Net zo waarschijnlijk vinden sommige mensen het leuk om te choqueren of om zich te laten choqueren. Voor andere kijkers biedt deze film mogelijk een uitstekende gelegenheid om over nimmer uitgesproken gedachten te fantaseren. Er zijn gelukkig nog geen berichten dat iemand, na het kijken van Schramm, besloot om seriemoordenaar te worden. Misschien dat deze rerelease in het IFFR Unleashed-programma nog een duit in het zakje kan doen.

Smaak
Een groot onderzoek dat in 2015 in The Lancet werd gepubliceerd, over de vraag of (jonge) mensen zich gewelddadiger gaan gedragen nadat ze gewelddadige beelden hebben gezien, wees uit dat een dergelijk kopieergedrag nauwelijks voorkomt. Dat neemt niet weg dat bijvoorbeeld het beeld van iemand op straat die zich plotseling met een pistool door het hoofd schiet een onrustige nacht kan opleveren, of simpelweg de mensenziel weer een heel klein beetje donkerder kleurt.

In 1978 verscheen de eerste Faces of Death-mockumentaire – vol fragmenten van wereldburgers die op de meest uiteenlopende manieren om het leven komen – die volgens de statistieken op IMDb voornamelijk bij mannelijke tieners in de smaak viel. We zullen de hang naar het kijken van zeer schokkende beelden maar een typisch gevalletje van intrigerende afschuwelijkheid noemen. Doe jezelf een lol en kijk liever naar de fysieke ongein in die Jackass-films – kun je tenminste nog af en toe lachen om krankzinnige types.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 12 mei 2021.

1 april 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Chronik der Anna Magdalena Bach

*
IFFR Unleashed – 1989: Chronik der Anna Magdalena Bach
Oren open en ogen dicht

door Jochum de Graaf

Een scène ergens midden jaren tachtig voor de deur van Lantaren Venster Rotterdam: we staan in de rij voor de première van een nieuwe film van Jean-Marie Straub en Danielle Huillet, in die tijd vaste gasten op het IFFR.

Ik zeg tegen een vriend ‘benieuwd of we weer naar zo’n eindeloze reeks stilstaande beelden zonder drama of plot gaan kijken’. Terzijde staat een clubje Straubfans dat zich aangesproken voelt: ‘oh, daar heb je weer zo iemand, nou die discussie hebben we al lang gehad’. De scène is tekenend voor het sektarisme rond Straub, een kleine schare fanatieke fans die alles bejubelt wat door het Frans/Duitse duo wordt uitgebracht en aan de andere kant een grote groep filmfans die weinig op heeft met de extreem minimalistische filmstijl. Toch worden ze nog tamelijk geacht in zekere kring, getuige de retrospectieven die dit voorjaar in Tokio en Londen te zien zijn.

Chronik der Anna Magdalena Bach

Formalistische filmstijl
Na zoveel jaren was ik wel benieuwd of mijn aversie tegen Straub/Huillet nog steeds zo groot is, ben misschien wat milder geworden. Maar Chronik der Anna Magdalena Bach valt me zeker niet mee.

Natuurlijk, er zullen vast mensen die nog steeds de stramme stijve Straubstijl appreciëren, maar nog steeds ontgaat me de zin van het minutenlang een pagina bladmuziek in beeld tonen, een vogel in een kooitje, een deur met nis in een trapportaal, een bomenbos met overtrekkende wolken, een kust met aanspoelend water, een blad met gotische letters, een middeleeuwse stadsprent als illustraties bij een volstrekt onsamenhangend verhaal. En dat alles ook nog in zeer korrelig zwart-wit opgenomen, brrr.

Hoofdmoot van de film zijn muziekuitvoeringen uit het rijke oeuvre van Bach, uitgevoerd door ensembles, koren, orkestjes uitgedost met pruiken, in historisch verantwoorde kostuums, op authentieke locaties en met muziekinstrumenten uit de achttiende eeuw, de tijd dat ze gecomponeerd werden. Daar valt op zich wel wat voor te zeggen, Bach in de oorspronkelijke setting, maar ook hier wordt die straffe formalistische filmstijl op toegepast, tien minuten vanuit één onbewogen standpunt naar een koor moeten staren, waarbij alleen de dirigent beweegt.

Chronik der Anna Magdalena Bach

Monotoon geneuzel
Maar het meest ergerlijk is de Chronik zelf, het onverstaanbare commentaar waarin Anna Magdalena, Bachs tweede vrouw, verhaalt over zijn leven en werken. Uit flarden maak ik op dat het gaat over de diverse steden waar hij werkte, zijn relatie met beschermheren, allerlei rechtszaken, de dood van hun kinderen. Maar het genie van Bach wordt totaal geen recht gedaan met dat monotone geneuzel in het Engels met zwaar Duits accent. Het gaat het ene oog en oor in en het andere uit.

De muziek is op zich goed in orde, hoofdrolspeler landgenoot Gustav Leonhardt, is werelds beste klavecimbelspeler (je moet er van houden) maar zijn spel is virtuoos. Al met al zijn zo’n vijfentwintig hoogtepunten uit Bachs oeuvre, cantates en sonates, preludes, fragmenten uit de Brandenburgse Concerten, de Goldbergvariaties, te beluisteren.

Wanneer je van Bach houdt, kom je dus ruimschoots aan je trekken, maar ik raad je aan om de soundtrack op te zetten, je ogen dicht te doen en je eigen filmbeelden erbij te dromen.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 21 april 2021.

23 maart 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

New Gospel, The

**
recensie The New Gospel

Lijdensweg van een zwarte Messias

door Tim Bouwhuis

Pier Paolo Pasolini en Mel Gibson trokken allebei naar het Zuid-Italiaanse plaatsje Matera om hun films over Jezus Christus te ensceneren in een geloofwaardig verleden. In hun navolging maakt de Zwitserse documentairemaker Milo Rau The New Gospel (Das Neue Evangelium). Het Matera van de eenentwintigste eeuw is een ongastvrij toevluchtsoord voor Afrikaanse migranten.

In 2019 was Matera vanuit de Europese Unie aangewezen als een van de ‘culturele sleutelsteden’. Toen Rau (The Moscow Trials, The Congo Tribunal) een verzoek accepteerde om te participeren in dit prestigeproject, besloot hij dat hij in ieder geval iets wilde doen met de laatste dagen en de uiteindelijke kruisgang van Jezus. Ter plaatse stuitte hij op een onwerkelijke sociale situatie: talloze migranten werkten er voor een hongerloontje en leefden onder abominabele omstandigheden in afgedankte ruimtes. De castingkeuze voor de Kameroense politiek activist Yvan Sagnet (ten tijde van de opnames ‘uiteraard’ 33 jaar oud) als Jezus is tekenend voor het soort hybride uitgangspunt dat The New Gospel vanuit die sociaalpolitieke context heeft aangenomen.

The New Gospel

Een racistisch doodsoordeel
Het ‘nieuwe evangelie’ is een interpretatie van Jezus’ leven en dood als een banier voor de onderdrukten. Het universele verhaal van een geofferde rechtvaardigde spiegelt het lot van de migranten in Matera. In een sleutelscène schreeuwen de dorpsbewoners als eerste om ‘de dood van de zwarte’. Dát is wat er vertaald wordt, en dát is wat kijkers mogen begrijpen. Slachtoffer en dader zijn zo scherp geaccentueerd dat het ongemakkelijk wordt. Bijvoorbeeld als de crew van de film een niet-acteur laat improviseren dat hij Jezus geselt en bespot. De camera blijft een paar minuten draaien en de racistische uitingen zijn niet van de lucht.

Deze vertaalslag van het Midden-Oosten van de eerste eeuw naar het hedendaagse ‘witte’ racisme ten opzichte van een ‘zwarte Messias’ valt puur historisch gezien niet te verdedigen. Jezus werd geboren in dezelfde regio als veel mensen die in het heden racistisch bejegend worden. Hij was geen ‘witte’ man in de politiek platgetreden zin van het woord.

Dat laatste neemt niet weg dat racisme zonder twijfel een bepalende rol speelt in de manier waarop migranten in Italië als tweederangs ‘burgers’ worden weggezet. De vraag is alleen of de overwegend onbeholpen theaterscènes (het helpt in dit geval niet dat de crew óók het proces van het filmen en instrueren in beeld brengt) en het gemobiliseerde Jezusverhaal aan die realisatie kunnen bijdragen of er eerder iets aan afdoen.

The New Gospel

In de sleutelscène van het doodsoordeel spelen de toeschouwers (dorpsbewoners of gemobiliseerde voorbijgangers) nadrukkelijk een rol. Juist omdat die rol hen politiek zo nadrukkelijk wegzet als ‘daders’, was het waardevol geweest als Rau meer nadruk had gelegd op daadwerkelijke interacties tussen dorpsbewoners en migranten. Zijn het te allen tijde de bewoners zelf die wegkijken? Ligt de verantwoordelijkheid bij de werkgevers? Of moet de keten worden doorgetrokken naar de Italiaanse overheid? De inzichten blijven fragmentarisch, mede omdat de film die fragmentarische aanpak in zijn hybride uitgangspunt omarmt.

Niets nieuws onder de zon
De referentierijke aard van de film maakt het ten slotte schier onmogelijk zijn politieke lading volledig op zichzelf te beoordelen. Pasolini’s Jezus (Il Vangelo secondo Matteo, 1964) was ook een marxistisch icoon, een eventuele ‘eerste communist’, en de opvatting van het Christendom als een politieke strijd voor de onderdrukten staat ideologisch centraal in de bevrijdingstheologie (een belangrijke stroming in vooral Latijns-Amerika, pakweg vanaf de jaren zestig). Een belangrijke vertegenwoordiger van die stroming zit op het moment van schrijven in zijn pauselijke zetel. In die zin is er dus niets nieuws onder de zon. Het is makkelijk inzichtelijk te maken waarom Rau deze specifieke politieke interpretatie van Jezus’ verschijnen in deze tijd wéér wil delen, maar dat neemt niet weg dat hij uiteindelijk niets wezenlijks inbrengt.

The New Gospel is te zien vanaf donderdag 25 maart op picl.nl

 

21 maart 2021

 

ALLE RECENSIES

Opnieuw een bloedbad verfilmd

Ondertussen, op de redactie:

Opnieuw een bloedbad verfilmd

COR:

Op 19 februari 2020 maakte Tobias R. in het Duitse Hanau in en rond twee shishalounges negen slachtoffers met een migratieachtergrond. Na de aanslag schoot hij zijn moeder en zichzelf dood.

De Duitse ‘schandaalregisseur’ Uwe Boll maakt momenteel een film over deze tragedie. Het land is te klein nu de filmmaker in schandaalkrant Bild beweert achter de nabestaanden te staan (maar niet met hen heeft gesproken) en wil bijdragen om een antwoord te vinden op de vraag wat R. bezielde en of de aanslag had kunnen worden voorkomen. Volgens het Duitse OM was de dader racistisch, extreemrechts en schizofreen.

De film, die waarschijnlijk slechts op streamingdiensten zal verschijnen, doet hetzelfde stof opwaaien als Utøya 22. Juli, waarover wij eerder een discussie voerden. Alfred had destijds een interview met Erik Poppe, de regisseur van die film (die wel contact met nabestaanden had). “We hebben allemaal gehoord wat er die dag is gebeurd, maar het overgrote deel van de aandacht ging uit naar de dader. Over hem weten we bijna alles, van de slachtoffers weten we nauwelijks”, aldus de Noorse filmmaker.

Wat ik me nog van die film herinner, zijn vooral de doodsangsten van sommige slachtoffers (versterkt door de wetenschap dat de voorvallen echt zijn gebeurd) en een dapper meisje dat alle slachtoffers een gezicht gaf. Niet meer en niet minder.

De stad Hanau en de nabestaanden van de slachtoffers roepen Uwe Boll in een open brief op onmiddellijk te stoppen met de voorbereidingen en de film niet uit te brengen. Echter de regisseur rept over ‘waarheidsvinding’ en zegt dat nabestaanden niet verplicht zijn om te kijken.

In onze discussie over Utøya 22.Juli was een deel van onze redactie dezelfde mening toegedaan. Gaan jullie straks (ook) de verfilming van het bloedbad in Hanau kijken?

 

ALFRED:

Ik ga sowieso niet kijken. Was dat nimmer van plan en zal mijn plannen niet aanpassen, welke film er ook moge komen, zo die er komt. Zou ik gaan kijken naar een voorstelling van Gordon over James Brown?

Erik Poppe, de Noorse regisseur, was zich zeer bewust van de gevoeligheden en betrok direct getroffenen (familie van slachtoffers als ook overlevenden) bij de filmproductie en release.

Het enige wat ik weet over de voorgenomen film van Uwe Boll, weet ik uit het bericht van Cor. Daar kan ik niet uit opmaken dat Boll even kies omgaat met de emoties van de betrokkenen. Dat de inwoners van Hanau via een open brief de regisseur oproepen per ommegaande te stoppen met de preproductie, zegt wat mij betreft genoeg.

De reactie van Boll op die brief zegt nog veel meer. Het argument van ‘waarheidsvinding’ is op zijn zachts gezegd opportunistisch en gratuit: waarheidsvinding via een speelfilm? De tegenwerping ‘je hoeft niet te gaan kijken’ is ronduit onbeschoft.

Ik heb op IMDb Bolls palmares gecheckt en dat wekt bij mij de indruk dat we hier met een relzoeker hebben te maken die via een noodgreep en ongeacht het leed van anderen zich in de kijker wil werken. Niet bepaald van het kaliber Erik Poppe. Zoals de twee incidenten, al zijn ze beide schokkend, niet met elkaar zijn te vergelijken. Al is het maar omdat de dader in Hanau nooit voor de rechter heeft kunnen verschijnen.

Niet met mensen spreken en dan beweren dat ze achter je staan  ̶  ik hoop dat ze in Hanau nog een plekje op de vuilnisbelt voor deze Bolleboos hebben vrijgehouden.

Over Roel Reiné hebben we dit soort discussies nooit hoeven voeren.

 

TIM:

Ook ik zag nog geen films van regisseur Uwe Boll. Dat ik wel bekend was met diens oeuvre en de bedenkelijke reputatie die daarbij hoort, speelt onmiskenbaar mee in mijn reactie op dit nieuws. Zoek de premisse van de ‘documentaire’ Auschwitz (2011) maar eens op: daar gaat het Boll kennelijk ook om ‘waarheidsvinding’, maar ik vermoed shockgericht effectbejag en exploitatie. Kan iemand die de film gezien heeft dit bevestigen of ontkrachten?

Ik kan de beweringen van Boll niet naast het eindproduct houden, maar heb ook geen enkele behoefte dat later wel te gaan doen. Wat dat betreft is het dus niet zinvol verder op de Duitse rel in te gaan, maar ik kan wel nog eens beknopt inhaken op de andere film die Cor aanhaalt, namelijk de Utøya- film van Erik Poppe.

Een van de problemen die ik op voorhand met dat drama had, was dat het leed nog vers was en er door de Netflix-release van Paul Greengrass’ 22 July (eveneens in 2018) de indruk ontstond dat te veel partijen ‘geschikt filmmateriaal’ in de gebeurtenis zagen, zonder dat daarbij inzicht en verwerking voorop zouden (kunnen) blijven staan. Naderhand heb ik Utøya 22. Juli met name qua stijlkeuze verdedigd.

Ik was het toen bijvoorbeeld niet eens met Dana Linssen, die de film in het NRC 1* gaf en haar stuk ‘slasher’ titelde (tekenend voor de wisselende reacties die Utøya opriep, want bijvoorbeeld op de Berlinale van 2018 – het premièrefestival – klonken ook veel positieve geluiden). Een belangrijke factor was dat ik (ook) na het kijken overtuigd was van de juiste intenties van regisseur Poppe, die Alfred toen ook gesproken had.

Ik meende dat een lange take in het bijzijn van een hoofdpersonage de slachtoffers juist eer aan deed, omdat ze hun chaotische ervaring poogde te spiegelen zonder dat de dader (voor de slachtoffers hoogstens een hard geluid, of een schim in de verte) meer inhoudelijke aandacht kreeg dan de jongeren hem op dat eiland ooit hebben kunnen of ‘mogen’ geven.

Bij Uwe Boll heb ik de overtuiging van juiste intenties niet, want wie niet de moeite neemt met de nabestaanden te spreken, maar wel een jaar (!) na dato met een film wil komen, krijgt niet het (kijk)voordeel van de twijfel.

 

COR:

In dit artikel wordt gerept over het nut om aandacht te besteden aan het “gevaar van het groeiende rechtsextremisme en toenemende complotdenkers”. De foto boven het artikel onderstreept de sentimenten bij het Duitse publiek ;-)

Begrijp ik goed dat een dergelijke film volgens jullie wél kan als een gerenommeerde regisseur een dergelijk project vanuit de hierboven genoemde motivatie gestalte zou geven?

 

ALFRED:

Nee, dat begrijp je niet goed. Want daar had ik het in mijn reactie niet over. Ik had het over Boll. En niet over een ‘gerenommeerde regisseur’. Dat is een andere discussie.

Je moet me geen woorden in de mond leggen of ideeën in de pen geven ;-)

 

TIM:

Ik vind die motivatie goedkoop en ze leveren doorgaans doorzichtige werkjes op die politiek preken voor eigen parochie. Ik had het er in mijn recensie van Riders of Justice nog over. ‘Gevaar’ (vaak ‘gevaar voor de democratie’) roepen met veel toeters en bellen is één ding, echt in staat zijn iets (al dan niet via film) uit te lichten iets anders.

Zonder daar bewust op in te zetten, vergeleek ik Boll en Poppe impliciet wel een beetje met elkaar, dus ik snap je observatie en vraag in die zin wel, Cor.

Wellicht is het dan zinvol nog toe te voegen dat ik Utøya 22. Juli een stuk sterker vond als weerslag van een tragedie dan als ‘waarschuwing’ voor politiek extremisme (Poppe expliciteert dat op ietwat gemakkelijke wijze via een geschreven statement aan het eind van de film). Wil je ‘waarschuwen’, dan moet je eerst begrijpen waar je voor waarschuwt.

Een filmmaker kan dat bijvoorbeeld doen door volledig in te zetten op een (psychologisch/ideologisch) portret van een dader. Dat is een andere discussie, want dan ben je, als het goed is, niet meer zozeer met slachtofferschap bezig en veins je dat ook niet. In de Boll-discussie was van een dergelijke (zorgvuldige) afweging geen sprake, en dan loopt het gegarandeerd spaak.

 

BOB:

We hebben het hier bij die vorige Ondertussen ook over gehad. Nog steeds leuk om terug te lezen. Helemaal omdat uit dit stuk ook dat interview kwam met Erik Poppe.

Blijft een lastig en gevoelig onderwerp, maar films maken we al langer dan vandaag. Volgens dit blad zijn er vier terroristische golven sinds de twintigste eeuw geweest. In de de 70’s waren er ook al terroristen en ook al films over die terroristen. De film Blutiger Freitag is bijvoorbeeld gebaseerd op het feit dat de RAF zich in die tijd financierde met bankovervallen. Deze film was vooral een excuus voor een supersensationele actiefilm over de meest macho bankovervaller die je ooit zal zien (Heinz Klett als Raimund Harmstorf).

Was je er zelf bij in de jaren zeventig, en er een trauma vanjewelste aan hebt overgehouden, word je vermoedelijk razend op de manier hoe Rolf Olsen dit in beeld bracht. Toch kun je nu de film best bekijken als de suffe eurocrime die het eigenlijk is. Het incident is een anekdote van de film geworden, de geschiedenis is te ver weg intussen. Maar smakeloos blijft het.

Voor filmers met passie voor het onderwerp zijn er mogelijkheden genoeg om het terrorthema ook anders te benaderen, zoals bijvoorbeeld deze Noorse documentaire over een jihadronselaar die ik eens zag op IDFA… waarbij de film op een bizarre manier zelf een rol ging spelen in het plot.

Maar nu eerst weer niet naar buiten voor een avondwandelingetje.
 

20 maart 2021

 
 

Meer ‘Ondertussen, op de redactie’