Ice and the Sky

****

recensie  Ice and the Sky  

Hoe een avontuur een queeste werd

door Nanda Aris

In deze prachtige film van Luc Jacquet volgen we het leven van Claude Lorius. Hij vertrok op 23-jarige leeftijd naar Antarctica, en zou zijn leven lang op zoek gaan naar de diepste lagen van het ijs, waarin hij informatie over het klimaat vond, en ontdekte hoe de mens het ijs beïnvloedt. 

Het is niet de eerste keer dat filmmaker Luc Jacquet afreist naar het koude Antarctica. Eerder deed hij dit voor zijn Oscar winnende film March of the Penguins (2005), waarin hij pinguïns rond de zuidpool op een David Attenborough-manier volgde op hun reis naar paar- en broedgebieden. Het leverde prachtige beelden op, en de wereld viel als een blok voor deze lief waggelende dieren. Enig kritiekpunt was dat het verhaal wellicht iets te geromantiseerd werd vertoond: de noodzakelijke voortplanting werd een liefdesverhaal. Ook Ice and the Sky (La Glace et la Ciel) heeft hier lichtelijk last van. Jacquet zet soms net iets teveel aan, hetgeen geheel niet nodig is, het verhaal is indrukwekkend genoeg.

Recensie Ice and the Sky

IJs
De film start met fantastische beelden van ijs. We zien close ups, we horen het kraken, een hand die over het ijs gaat, en een man die door een ijstunnel loopt. Deze artistieke beelden worden door prachtige muziek, veelal violen, begeleid. We begrijpen als kijker de grootsheid en het belang van dit ijs. De nu 82-jarige Claude Lorius wordt voorgesteld, en ook van hem begrijpen we zijn grootsheid en belang. Hij neemt ons mee naar zijn verleden, toen hij zich als 23-jarige aanmeldde voor het avontuur en op reis ging naar Antarctica. Om onderzoek te doen naar het ijs, waarover toen nog nagenoeg niks bekend was.

Levensloop
Na zijn eerste, lange missie naar Antarctica, is Lorius gegrepen door het natuurschoon, de ontberingen, en door de vele informatie dat ijs hem geeft. Hij wordt glacioloog, besluit dat hij ijs en het verhaal dat het met zich meedraagt, wil doorgronden.

De vele archiefbeelden worden afgewisseld met beelden van Lorius die terugkeert naar Antarctica. Hij ontdekt verschillen in ijskristallen en onderzoekt hoe de lagen zich opbouwen. In deze lagen ligt een schat aan informatie verscholen. Lorius ontdekt een methode om er achter te komen hoe warm het was ten tijde van het vallen van de sneeuw. Deze informatie zorgt voor een overzicht van het klimaat door de eeuwen heen.

Hij boort dieper en dieper in het ijs, dieper de geschiedenis in. De aarde warmt op, en in vrij rap tempo. De mens is daar debet aan, door de uitstoot van broeikasgassen. Het onderzoek is een levenswerk voor Lorius. Maar wordt zijn waarschuwing wel voldoende opgepikt? ‘I sometimes fight the feeling of having served no purpose’, zegt Lorius.

Ice and the Sky

Klimaatoverleg
Een jaar na het uitkomen van March of the Penguins verschijnt Al Gore’s An Inconvenient Truth (2006). Ook deze film wint een Oscar. De film is een documentaire over de opwarming van de aarde. De film was groot nieuws, vele leiders en politici werden erdoor beïnvloed, maar de film kreeg ook kritiek. Niet alles zou geheel waar zijn, sommige dingen werden overdreven, of niet aangehaald. Maar de film slaagde in het vergroten van het klimaatbewustzijn.

Niet geheel ontoevallig heeft eind deze maand in Parijs de eenentwintigste jaarlijkse klimaatconferentie van de Verenigde Naties plaats. Laten we hopen dat de discussie over klimaat opnieuw aangezwengeld kan worden door Ice and the Sky.

‘Are you ready to change the way you live?’, vraagt Al Gore aan het einde van zijn film. ‘Now that you know too, what are you going to do about it?’, vraagt Claude Lorius aan het einde van Ice and the Sky. Beide films eindigen met het aanspreken van de kijker; een betere wereld begint immers bij jezelf.

 

9 november 2015

 

MEER RECENSIES

Irrational Man

***

recensie  Irrational Man

Mens wikt, toeval beschikt

door Alfred Bos

In zijn vijfenveertigste film citeert Woody Allen existentiële filosofen als Kant, Kierkegaard en Sartre, maar slaagt er in om zware vragen rond leven en dood luchtig te houden. Ook vermomd als quasi-thriller à la Hitchcock blijft Allens signatuur herkenbaar.

In de openingsbeelden van Irrational Man zien we Abe Lucas, de met een reputatie van rokkenjager behepte professor filosofie, achter het stuur van zijn sportauto op weg naar zijn nieuwe baan aan het fictieve Braylin College in Newport, Rhode Island. We horen via een voice-over Abe (Joaquin Phoenix) nadenken over moraliteit en Kant, de Duitse verlichtingsfilosoof, terwijl op de geluidsband het aanstekelijke The In Crowd van het Ramsey Lewis Trio klinkt. Binnen tien seconden weet je: dit moet een Woody Allen-film zijn.

Recensie Irrational Man

Abe is leeg. Voor zijn omgeving is hij de mysterieuze held, maar hij neemt zijn loopbaan en het leven niet serieus meer; filosofie is zelfbevlekking houdt hij de collegezaal voor. Alle belangstelling van de vrouwelijke studenten en collega’s op de campus laat hem koud, de fles is zijn beste vriend. Maar Abe hervindt zijn levenslust wanneer hij besluit om een slecht mens te vermoorden. Op de geluidsband klinkt opnieuw het Ramsey Lewis Trio, nu met het gospel-getinte Wade In The Water. Abe is herboren.

Emma Stone
Regisseur en scenarist Woody Allen is in zijn films zelden weggelopen van stevige filosofische thema’s en met een filosofieprofessor als hoofdpersoon, type bohemien weliswaar, ligt het er wel heel dik op. Irrational Man draait om existentiële vragen: kun je goed doen door iets slechts te doen, zoals het om zeep helpen van een naar mens? Probleem voor Abe, maar ook voor zijn directe omgeving. Wanneer de bevriende studente Jill Pollard (Emma Stone in haar tweede Allen-film, na Magic in the Moonlight van vorig jaar) deduceert dat Abe de dader is, moet ze hem dan aangeven of niet? Morele dilemma’s zijn besmettelijk.

Het is geen toeval dat Dostojesvki’s roman De Idioot ligt opengeslagen op Abe’s werktafel. Het personage van Abe is zo weggelopen uit Misdaad en Straf – moord om een hoger doel te dienen –  en hij haalt Sartre aan om zijn hervonden levenslust te motiveren: het zijn de daden die tellen, niet de woorden. Woorden hebben hem uitgehold en met zijn daad maakt hij het universum een tikje rechtvaardiger. Sartre en Dostojevski als bakens in een komedie over moord, daar kan alleen Woody Allen mee wegkomen.

Recensie Irrational Man

Kluchtige zedenschets
En zoals eerder met het thematisch vergelijkbare Crimes and Misdemeanors (1989) en Match Point (2005) komt hij er mee weg, zij het ditmaal nipt. Abe niet. Die tart openlijk het toeval door op een feestje de gasten te choqueren met een spelletje Russisch roulette, maar het toeval slaat onverwacht terug. Het beslissende detail wordt terloops geïntroduceerd, de climax is een ironische verrassing. Voor wie het allemaal nog niet had begrepen, citeert Allen de woorden van Hannah Arendt over Nazi-moordenaar Eichmann: het kwaad is van een existentiële banaliteit. Knap dat je daar een kluchtige zedenschets in thrillervermomming over kunt maken.

Irrational Man zit vol filosofische terzijdes en verwijzingen, maar blijft altijd luchtig. Allen, dit jaar 80, heeft na meer dan veertig films het vak zo goed in de vingers dat het gemak waarmee hij scènes en situaties opzet ook als gemakzucht kan worden begrepen, zoals de voice-overs van de twee hoofdpersonen, Abe en Jill. De dijenkletsers heeft hij al lang achter zich gelaten en met het klimmen der jaren wordt de humor meer en meer aangelengd met diepzinnige ironie. Irrational Man zal, anders dan Blue Jasmine, wellicht weinig nieuwe fans maken, maar de bestaande kunnen tevreden zijn.

 

17 augustus 2015

 

MEER RECENSIES

Im Keller

**

recensie  Im Keller

Voor lul staan

door Cor Oliemeulen

Hulde aan de architect die de kelder heeft uitgevonden! Dé ideale plek voor activiteiten die het daglicht niet kunnen verdragen. De Oostenrijker weet er alles van.

De Weense regisseur Ulrich Seidl heeft een uniek talent – en volgens kwade tongen een perverse geest. Deze omstreden filmmaker legt onalledaagse dagelijkse gebeurtenissen vast in nauwkeurig gestileerde, statische shots en laat de kijker regelmatig vol verbazing of walging achter. Vanaf zijn opzienbarende debuut Hundstage (2001) tot en met zijn Paradies-trilogie maakt hij een inktzwarte analyse van de consumptiemaatschappij waarin de figuranten het liefst op hun onvoordeligst worden geportretteerd en hun afwijkende gedrag met het publiek mogen delen.

Recensie Im Keller

Privacy bestaat niet meer
Nog geen twintig jaar geleden woedde er in ons land een felle discussie over cameratoezicht in de openbare ruimte, want de meeste mensen waren zeer op hun privacy gesteld. ‘Privacy’ staat nog wel in de Dikke Van Dale, maar weinigen van de jongere generatie weten hoe je dit woord spelt, laat staan wat het begrip betekent. Tijdens de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta was de waanzin losgebarsten: zodra de toeschouwers op de tribunes zagen dat ze in beeld kwamen, wisten ze niet hoe gek ze moesten doen om op te vallen. Tegenwoordig probeer je te ontkomen aan de selfieterreur, zijn de dashboardcamera’s niet aan te slepen en word je als winkeldief pas serieus genomen als je ongezien een beveiligingscamera weet te ontvreemden.

In het land van de mooie blauwe Donau werd de incestkelder van Josef Fritzl in 2008 wereldnieuws, maar die had destijds kennelijk weinig behoefte om er een camera toe te laten. Hoe anders het is gesteld in het huidige Oostenrijk zien we in Im Keller, tenminste als we Ulrich Seidl mogen geloven. Samen met zijn vaste scenarioschrijver en echtgenote Veronika Franz modelleert hij de werkelijkheid van landgenoten die in hun kelder absurde hobby’s, liefdes en passies botvieren. De filmmaker registreert slechts en onthoudt zich van commentaar, maar tegelijkertijd doemt de vraag op of je niet de verantwoordelijkheid hebt om zwakbegaafden tegen zichzelf te beschermen.

Recensie Im Keller

Buitenissige seks
Er zijn enkele droogkomische fragmenten van mensen die te midden van hun dubieuze bezittingen een poos in de camera kijken en bizarre beeldkaders die wat op de lachspieren werken, maar de meeste kelders van Seidl stemmen treurig en voegen weinig toe aan zijn eerdere werk. De folklore van lederhosen, truttige prullaria en jachttrofeeën aan de muur dient als decor. Een zelfbenoemde operazanger maakt gebruik van de akoestiek van zijn kelder, die tevens dient als schietclub waar met een bierpul in de hand racistische taal wordt uitgekraamd. Een vrouw daalt dagelijks af om haar in dozen bewaarde babypoppen te knuffelen. En een lid van een blaaskapel heeft zijn kelder als nazimuseum ingericht – het grote portret van Hitler was zijn mooiste huwelijkscadeau, vertelt hij trots.

Zo laveert Im Keller tussen verwondering en voyeurisme. Buitenissige seks mag bij Ulrich Seidl natuurlijk niet ontbreken. Een niet heel aantrekkelijke sm-meesteres laat haar ‘schwein’ naakt door het huis kruipen. Hij moet de badkamer schoonlikken, maar ook haarzelf nadat zij heeft geürineerd. In de diepste krochten van hoofd en huis mag zij haar onderdanige man graag knevelen, zijn piemel met een katrol recht omhoog hijsen en sadistisch in zijn testikels knijpen. Het zwijn gilt van pijn, de zeug kirt van genot. Sommige Oostenrijkse kelders zou je willen sluiten en de sleutels diep begraven.

 

31 juli 2015

 

MEER RECENSIES

Isla Minima, La

*****

recensie  La Isla Minima

True Detective in Andalusië

door Alfred Bos

Spaanse thriller over verdwenen meisjes in een godverlaten moerasdelta die dankzij zijn rake psychologie naast een eigentijdse noir western een film is over Spanje op de overgang van dictatuur naar democratie.

Het Guadalquivir-moeras in de Zuid-Spaanse regio Andalusië is de locatie voor deze onderkoelde, met veel overmacht geregisseerde thriller. Het landschap is van een onbarmhartige schoonheid, bevolkt door sjofele dagloners, arglistige stropers en vissers die klussen als smokkelaar. Armoe en bijgeloof bepalen het dagelijkse leven. Hier zijn de feodale Middeleeuwen nooit helemaal verdwenen.

Recensie La Isla Minima

Seriemoordenaar
Wanneer na de jaarlijkse kermis in september de twee puberdochters van een lokale veerman zijn vermist, worden uit het verre Madrid twee rechercheurs naar La Isla Mínima, een vlek in de delta, gestuurd om het incident te onderzoeken. De speurders zijn tegenpolen, de een heeft een verleden bij de geheime dienst van dictator Franco, de ander is vanwege zijn anti-autoritaire denkbeelden uit zijn post gezet.

Als de vermiste meisjes gruwelijk toegetakeld worden gevonden, moeten Juan en Pedro, de rechercheurs, op zoek naar een seriemoordenaar die in de voorgaande jaren, ook tijdens de kermis, al heeft toegeslagen, alleen waren er toen geen lijken aangetroffen. Zonder forensische ondersteuning, het is 1980, maar met klassiek rechercheren – getuigen ondervragen, verdachten observeren, aanwijzingen natrekken – gaan ze op zoek. Ze raken verstrikt in het wantrouwen van de lokale gemeenschap, inclusief gespannen samenwerking met de militaire politie, maar vinden in een dramatisch climax de seksuele sadist.

La Isla Mínima

Rijk psychologisch canvas
Regisseur Alberto Rodríguez liet zich inspireren door het landschap van het Parque Nacional de Donona, een geïsoleerd moerasgebied tussen Sevilla en de Golf van Cadiz. De lege rietvlaktes, doorsneden door kreken en dijken, zijn in feite de hoofdpersoon van deze thriller. Pedro en Juan zoeken niet alleen naar een vrouwenhater die als een geest opgaat in het landschap, ze zijn op zoek naar hun ziel. Pedro (Raúl Aréalo) veracht zijn collega Juan (Javier Gutiérrez) en diens hardhandige ondervragingsmethodes. Juan heeft niet alleen een donker verleden, achter zijn branie worstelt hij met zijn gezondheid – en zijn sterfelijkheid. De levensgenieter Juan symboliseert het verleden, Franco; de idealist Pedro de toekomst, democratie.

Het is een rijk psychologisch canvas waarop Rodríguez zonder poespas en met veel beheersing het verhaalt schildert. Het wordt nog beter wanneer ook de psychologie van de lokale bewoners en hun motivatie messcherp blijkt getroffen. De pubermeisjes willen weg uit het godverlaten gat, de lokale bink denkt met zijn piemel, de guardia civil wil alleen maar de schijn van routine ophouden, de journalist zoekt gore details, de landeigenaar staat boven de wet en de vissers schromen politieaandacht. Alleen de stroper weet dat wegkijken nu niet helpt.

La Isla Mínima is een film over overgang en transformatie, over de schemerzone (gradiënt) waar het leven het heftigst is. De moerasdelta is het verraderlijke overgangsgebied tussen land en water. Daar moeten de speurders, de een op de overgang van leven naar dood, de ander tussen gefnuikte loopbaan en gerechtigheid, op zoek naar een schim die beweegt tussen schaduwen. En dat alles in een Spanje dat officieel een democratie is geworden, maar nog steeds de geest van Franco ademt. Zo’n film kan alleen maar noir zijn.

Recensie La Isla Minima

Hallucinante schoonheid
Dat Rodríguez een bovengemiddeld onderhoudende thriller met actie, menselijk drama en gelaagde personages kan maken, wisten we al van zijn vorige film, Grupo 7 (2012), over een team van vier undercover-agenten die infiltreren in het drugsmilieu van Sevilla, vlak voor de Wereldtentoonstelling van 1992. La Isla Mínima stijgt ver boven de genreconventies uit, mede door de setting en de schitterende fotografie. De met een drone gedraaide openingsbeelden van de moerasdelta, met getijdeneilandjes als menselijke hersenen, zijn van een hallucinante schoonheid. Die droneshots komen op goed gekozen momenten terug en scheppen, letterlijk, lucht. Ook is er oog voor detail, de climax wordt subtiel aangekondigd wanneer de eerste regendruppels op de voorruit van Pedro en Juans huurauto vallen.

La Isla Mínima kreeg in eigen land maar liefst tien Goya’s, het Spaanse equivalent van de Oscar, en werd internationaal, onder de titel Marshland, met applaus ontvangen. Hij fungeerde als openingsfilm van het eerste Amsterdam Spanish Film Festival, afgelopen mei, en draait nu, midden in de vakantieperiode, in de Nederlandse bioscoop. Daardoor is de kans groot dat de liefhebber een van de beste films die er dit jaar zal verschijnen, door omstandigheden misloopt. Dat zou spijtig zijn, want veel beter dan La Isla Mínima worden ze niet gemaakt: het is in feite de perfecte film.

 

6 juli 2015

 

MEER RECENSIES

In Grazia di Dio

****

recensie  In Grazia di Dio

Crisis dwingt tot simpel plattelandsleven

door Nanda Aris

Zuid-Italiaanse film over het leven van een familie die, gedwongen door de crisis, van de stad naar het platteland verhuist en erachter komt dat het leven daar zo slecht nog niet is. 

In Grazia di Dio van filmmaker Edoardo Winspeare gaat niet alleen over de crisis, en simpeler leven, maar werd ook gemaakt ten tijde van de crisis, en met beperkte middelen. Niet alleen werd er een particuliere investeerder aangetrokken – iemand die geloofde in het initiatief – ook werden er andere vormen van sponsoring gevonden. Zoals de Zuid-Italiaanse inwoners die producten gaven aan andere bijdragers ter compensatie voor hun hulp.

Recensie In Grazia di Dio

Daarnaast werd er gebruik gemaakt van niet professionele acteurs, veelal inwoners uit het gebied (Salento). En tot slot werd de film zoveel mogelijk verantwoord geproduceerd; waar mogelijk pakte men de fiets en voedde men de dieren van omliggende boeren met de restjes van het eten.

Crisis
De door familie gerunde textielfabriek komt in zwaar weer, omdat grote opdrachten uitblijven en ze grote concurrentie vanuit China ondervindt. De familie kan het hoofd niet langer boven water houden, en moet noodgedwongen de fabriek én haar huis verkopen. Broer Vito (Amerigo Russo) verhuist met zijn gezin naar Zwitserland en oma Salvatrice (Anna Boccadamo) naar het platteland met haar dochters Maria Concetta (Barbera de Matteis), die het liefst een acteercarrière zou hebben, de felle en geharde Adele (Celeste Casciaro) en haar fladderende kleindochter Ina (Laura Licchetta).

Plattelandsleven
De schitterende olijfboomgaard aan zee biedt een klein inkomen voor de familie, de oogst van het land kunnen ze ruilen tegen andere goederen. Salvatrice vindt al snel haar draai, ook omdat ze verliefd wordt op Cosimo (Angelico Ferrarese). Een prachtig oud stel, waarbij het makkelijk voor te stellen is hoe ze hun leven leiden in Zuid-Italië. Langzaamaan went iedereen, en ontspant de familie.

De film doet denken aan Le Meraviglie (2014), dat gaat over een imkergezin op het Italiaanse platteland. Ondanks de moderne buitenwereld die aan de deur klopt, probeert de vader van het gezin het simpele familieleven op het platteland in stand te houden.

In Grazia di Dio

Moderniteit
Hardwerkende vrouwen zijn een niet onbekend thema in Italiaanse films. In de jaren ’40 van de vorige eeuw, tijdens Mussolini’s regeerperiode, kenden vrouwen een tweestrijd: ze voelden de verleiding van de moderniteit, maar aan de andere kant de sleur van traditie.  

Waar fascistische cinema de vrouw vooral verbeeldde als moeder en hoeksteen van de samenleving, zagen we in het neorealistische tijdperk de vrouw als hardwerkende, geëmancipeerde vrouw, die het net zo zwaar had als de man.

Ook in In Grazia di Dio zien we hardwerkende vrouwen, die het vaak moeten stellen zonder man. Hard en geëmancipeerd, maar tegelijkertijd blijkt het moderne stadse leven niet altijd vooruitgang en verbetering te betekenen. De sleur van traditie is zo slecht nog niet. Waar de film ons op wil wijzen, is dat onze samenleving door technische ontwikkelingen niet alleen maar vooruit gaat, en dat de rek naar groter, beter, en meer er een beetje uit is.

 

27 juni 2015

 

MEER RECENSIES

It Follows

****

recensie  It Follows

Angst in onbestemd universum

door Suzan Groothuis

It Follows is een tienerhorror die doet denken aan het vroege werk van John Carpenter en het eerste deel van A Nightmare on Elmstreet. Regisseur David Robert Mitchell geeft een eigen draai aan het tienerhorrorgenre door creatief om te springen met tienerseks, een onbestemd tijdsbeeld en diep gegronde angst.

Tiener Jay (Maika Monroe, eveneens te zien in het recente The Guest) is nog maagd. Wanneer ze nieuwkomer Hugh ontmoet, heeft ze al snel seks met hem. Maar Hugh heeft allesbehalve romantische bedoelingen: door seks te hebben komt hij van zijn dodelijke stalker af. En de stalker? Die wordt doorgegeven aan Jay, die op haar beurt weer van het mysterieuze wezen af moet zien te komen.

Recensie It Follows

In veel tienerhorrors wordt seks genadeloos afgestraft. Stelletjes belanden vaak als eerste in de moordende handen van de genadeloze killer. Regisseur David Robert Mitchell springt creatief met het gegeven om door seks als middel in te zetten om van het gevaar af te komen. Het gevaar is in zijn film overigens geen psychopathische moordenaar met een duister verleden, maar een onbestemd wezen dat verschillende vormen aan kan nemen. Het kan zomaar je beste vriendin of je moeder zijn. Maar er zijn twee herkenningspunten: het loopt altijd recht op je af en niemand anders dan jij kan het zien.

Onbestemd kwaad en tijdsbeeld
Net zo onbestemd als het mysterieuze wezen is het tijdsbeeld waarin It Follows is gevangen. Zo zien we ouderwetse tv’s, retro kleedjes en tegelijkertijd iets wat op een e-reader lijkt. En er zijn onmiskenbaar referenties naar horrorklassiekers uit de 80’s, zoals het eerste deel van A Nightmare on Elmstreet en de vroege films van John Carpenter. Zo doet It Follows qua sfeer erg aan Carpenter denken, met zijn spanningsvolle, opbouwende soundtrack en plots ingezette geluidseffecten. Ook het wezen dat vastberaden in rechte lijn op zijn slachtoffer afloopt, doet denken aan scènes waarin een onverwoestbare Michael Myers de hoofdpersoon achtervolgt.

Van A Nightmare on Elmstreet zien we weer het tienerkliekje terug, waar de jongeren steun zoeken bij elkaar om het kwaad uit te roeien. Dat daarbij de nodige overtuiging gevraagd wordt, is ook in It Follows het geval: hoe leg je je vrienden uit dat je nagejaagd wordt door een voor hen onzichtbaar schepsel?

Recensie It Follows

Nieuwe horrorsensatie
Wat de nare, creepy sfeer nog extra versterkt is het beeld van een vervallen Detroit. De dichtgetimmerde en verloederde huizen geven een extra dimensie aan de angstfactor. Ook word je als kijker regelmatig op het verkeerde been gezet: net als je ervan overtuigd bent dat Jay gevolgd wordt door het wezen blijkt het om een toevallige passant te gaan. Waarmee je als kijker net zo verward raakt als de tieners en constant op je hoede moet zijn. De cinematografie speelt hier goed op in: de weidse shots tonen op subtiele wijze mogelijk dreigend gevaar op de achtergrond.

Tel daarbij op een zinderende finale in een verlaten zwembad, waarmee It Follows de kijker definitief naar de strot grijpt. Tienerhorror op zijn best: enger dan deze zullen ze dit jaar niet meer gemaakt worden.

 

21 april 2015

 

MEER RECENSIES

Ich Seh, Ich Seh

****

recensie  Ich Seh, Ich Seh

Terreur als keerzijde van plastische chirurgie

door Suzan Groothuis

Regisseurs Veronika Franz en Severin Fiala lieten zich voor hun horrorfilm inspireren door make-overs op televisie. Ich Seh, Ich Seh toont de keerzijde van plastische chirurgie: wat als je eigen kinderen je niet meer herkennen?

De eerste shots van de film ademen een bepaalde rust: een afgelegen modern ingericht huis, te midden van bossen en maisvelden. In dat landschap speelt de negenjarige tweeling Lukas en Elias tikkertje. Als een stel dolle honden, een van de twee uitgedost met een angstaanjagend dierenmasker. Een voorbode van de grimmigheid die de kijker te wachten staat.

Recensie Ich Seh, Ich Seh

Dan komt de tweeling thuis en wordt geconfronteerd met het weerzien van hun moeder. Zij is terug van een operatie, haar gezicht in het verband. Niet alleen haar uiterlijk – ogend als een mummie – ook haar gedrag brengt de jongens in verwarring. De invoelende vrouw die zij was, is niet meer. In plaats daarvan zijn er strenge huisregels die de jongens moeten naleven. Het roept de vraag op bij de tweeling of deze vrouw wel hun moeder is. Om die reden besluiten de twee haar op de proef te stellen door ongehoorzaam te zijn.

Metaforen, surrealisme en bodyhorror
Ich Seh, Ich Seh is een samenwerkingsverband tussen Veronika Franz en Severin Fiala. Franz is de vaste scenarioschrijver en vrouw van de controversiële Oostenrijkse filmmaker Ulrich Seidl, Fiala is Seidls neef. De twee sloegen eerder de handen ineen voor de documentaire Kern over acteur en regisseur Peter Kern. Ich Seh, Ich Seh is een arthouse horrorfilm vol metaforen, surrealisme en bodyhorror. Een film over leven en dood, waarvan je je als kijker afvraagt wie er nog leeft en wie niet – resulterend in een duistere vertelling waarin goed en kwaad, schuld en onschuld, werkelijkheid en fantasie thema’s zijn.

De regisseurs spelen ook visueel met tegenstellingen. Het schone landschap bijvoorbeeld, in weidse shots getoond, tegenover de minimalistische, moderne inrichting van het huis. Of de jongens, die onbevangen en dierlijk buiten spelen, en zich binnen moeten onderwerpen aan hun moeders strenge regime. En dan is er nog de reinheid van het huis, die gedoezeld wordt door de natuur die de tweeling binnen brengt – aarde, vuil en kakkerlakken.

Recensie Ich Seh, Ich Seh

Verwoestende hereniging
Franz en Fiala bouwen hun film ijzersterk op: van een ogenschijnlijk normale en idyllische setting wordt de sfeer steeds duisterder en gruwelijker. Een enkele oogopslag van de moeder bijvoorbeeld, wanneer een van de tweeling haar bespiedt terwijl ze voor de spiegel staat. Haar oog rood doorlopen, een teken van het kwaad. Net als de jongens ga je twijfelen aan de vrouw – is zij wel wie zij zegt dat zij is? Vreemde rituelen stapelen zich op, waarbij de jongens steeds verder gaan met grenzen opzoeken.

Die zoektocht leidt tot een duistere catharsis, waarin de grenzen van pijn overschreden worden. De spanning bouwt subtiel op met een paar uiterst effectieve shock-momenten, die afrekenen met de onschuld van de tweeling. Wiens onderlinge verhouding overigens ook op de proef wordt gesteld, waarmee tegenstrijdigheden zichtbaar worden. Net zoals bij de tweeling in Cronenbergs Dead Ringers: loyaliteit tegenover afstand, mededogen tegenover wraak. 

Ich Seh, Ich Seh is een smaakvolle mengeling van mysterieus en gruwelijk. Zelfs humor ontbreekt niet, zoals het bezoek dat twee medewerkers van het Rode Kruis brengen aan het huis voor een collecte, terwijl de hel al is los gebroken. Een scène die met zijn droge registraties weer aan films van Ulrich Seidl doet denken. Als kijker word je in een wreed en surreëel sprookje gezogen, dat verontrust, confronteert en tegelijkertijd prachtig is in zijn zoektocht naar hereniging.

 

21 februari 2015

 

MEER RECENSIES

 

Tien onmisbare films over eeneiige tweelingen

Inherent Vice

***

recensie  Inherent Vice

Eén keer kijken is niet genoeg

door Cor Oliemeulen

Er is geduld nodig voor het kijken naar Inherent Vice. In deze mix van mysterie, komedie en psychedelische thriller met maffe dialogen raak je gegarandeerd verstrikt in alle losse eindjes, maar dat is kennelijk van ondergeschikt belang.

Thomas Pynchon is volgens sommigen de belangrijkste Amerikaanse schrijver die het moderne en complexe leven vanaf de jaren zestig beschrijft. Historisch, wetenschappelijk, dromerig, mysterieus, humoristisch en aanstekelijk tegelijk. In zijn boeken zitten veel verwijzingen naar de cinema, echter van een film kwam het nog nooit: te moeilijk. Paul Thomas Anderson nam de uitdaging aan en verfilmde het overweldigend gecompliceerde verhaal over de voortdurend bedwelmde privédetective Doc Sportello (Joaquin Phoenix).

Recensie Inherent Vice

De met zware bakkebaarden uitgeruste Doc is een kruising tussen de stevig drinkende eenling Philip Marlowe in The Big Sleep (1939) en de eeuwige blower The Dude in The Big Lebowski (1998). Van de ene kant de stoere, melancholische privédetective die door roeien en ruiten gaat, van de andere kant de slome, lepe hippie die nog geen deuk in een pakje boter kan slaan.

Flagrante personages
Doc’s ex-geliefde Shasta Fay Hepworth (Katherine Waterston), een vrijgevochten strandmeisje, duikt uit het niets op met een verdwijningsverhaal dat bij zowel Doc als de kijker voor de nodige hoofdbrekens zal zorgen. Shasta’s huidige vriend Mickey Wolfmann (Eric Roberts), die zijn miljarden heeft vergaard omdat hij traditionele buurten in Los Angeles heeft weggevaagd ten faveure van luxe optrekjes voor de rijken, blijkt namelijk plotseling verdwenen. Advocaat Sauncho Smilex (Benicio Del Toro) geeft Doc advies, terwijl saxofonist Coy Harlingen (Owen Wilson) zijn eigen dood in scène zet zodat hij undercover als verklikker kan fungeren.

En dan zijn er nog Martin Short als Dr. Rudy Blatnoyd, de altijd geile, coke snuivende tandarts die banden heeft met het mysterieuze Golden Fang-imperium, en de zichtbaar genietende Josh Brolin als de met chocola overgoten bevroren bananen etende en om pannenkoeken schreeuwende politierechercheur Christian ‘Bigfoot’ Bjornsen, die een haat-liefdeverhouding met Doc heeft, burgerrechten aan zijn laars lapt, maar wel thuis onder de plak zit van zijn vrouw.

Creatief team
Paul Thomas Anderson heeft bovendien de beschikking over een creatief team van Oscarwinnaars met wie hij eerder samenwerkte. Zo verzorgt Robert Elswit (There Will Be Blood, 2007) de fotografie: ditmaal veel medium shots en close-ups. Het productieontwerp van David Crank (The Master, 2012) plaatst je knap terug in de tijd – al was de typische jaren zeventig-setting in Andersons Boogie Nights (1997) veel treffender.

Kostuumontwerper Mark Bridges, die voor genoemde schets van de Californische porno-industrie niet veel kledingkasten hoefde open te trekken en later een Oscar won voor The Artist (2011), draagt ook sterk bij aan het oproepen van de vereiste nostalgische sfeer. En dan is er nog de beheerste, evenwichtige soundtrack van Jonny Greenwood van de Britse band Radiohead met een geslaagde mix van seventies grooves, zachte romantische strijkers en de folk van Neil Young.

Melancholie versus verloren onschuld
Het is Andersons bedoeling om de laag van melancholie onder Doc’s onderzoek exact neer te zetten zoals Thomas Pynchon het in zijn boek beschrijft. Een twijfelend gevoel van hoop dat veel mensen in die tijd voelen en betrokkenheid bij het lot van Amerika. Een periode waarin idealisten de Californian Dream van terug naar de natuur langzaam zien vervliegen door projectontwikkelaars, Amerikaanse troepen in Cambodja, studentenprotesten met doden, engerds als Charles Manson en politiek activisme dat de kop wordt ingedrukt door spionage, infiltratie en smerige politieke spelletjes, zoals Watergate.

Recensie Inherent Vice

Tegen die achtergrond speelt Inherent Vice. Een samenleving die langzaam zijn spirituele onschuld verliest, terwijl consumentisme en paranoia ervoor in de plaats komen. Terugverlangen naar wat bijna is verdwenen en hopen op het beste. Een strompelende tegencultuur waarvan Doc deel uitmaakt. In de film merken we jammer genoeg te weinig van die typische overgang van de jaren zestig naar de jaren zeventig in het toenmalige Los Angeles. Hoewel Doc aan het strand woont, zien we er maar één scène van terwijl er ook nauwelijks aandacht is voor de Sunset Strip waar hippies, muzikanten en gokkers zich kunnen overgeven aan het wilde leven net buiten de stad. Inherent Vice is vooral een praatfilm geworden.

Overvloed
Pas als je bereid en bij machte bent de situaties, handelwijzen en gedachten van de personages in hun sociaalhistorische context te plaatsen, ontplooit zich een technisch en artistiek ongeëvenaard kunstwerk. Zo niet, dan bestaat de kans dat je zelf snel afglijdt in een laconieke staat van bedwelming, omdat de dwingende vorm, inhoud en stijl in combinatie met de overvloed aan details zomaar kunnen verzanden in een vage, langdradige en onoplosbare whodunnit.

Eén keer kijken is eigenlijk niet genoeg. Het is als een schilderij van Kandinsky: hoe vaker je kijkt, hoe meer je ontdekt en hoe meer je denkt te begrijpen. Maar hoeveel bioscoopgangers doen dat?

 

30 januari 2015

 

MEER RECENSIES

 

Tien drugsfilms: populaire narcotica door de tijd heen

Interview, The

**

recensie  The Interview

Schreeuwerige komedie zorgt voor politieke onrust

door Nanda Aris

Dat komedie en de spot drijven met andere geloven en gemeenschappen tot vergeldingsacties kunnen leiden, weten we maar al te goed van de aanslagen op Charlie Hebdo. Vrijheid van meningsuiting staat weer hoog op de politieke kaart, en The Interview doet ook een duit in het zakje. 

Wanneer de film voor een denkbeeldige dictator had gekozen in plaats van de leider van Noord-Korea, was de film als nietszeggend afgeschreven, en had het nooit groots de internationale pers gehaald. Maar doordat de film de Noord-Koreaanse leider afschildert als een manipulatieve barbaar en vermoord dient te worden, kwamen er vanuit het communistische Aziatische land protesten op het uitbrengen van de film. Hackers braken eind november in bij Sony; interne informatie kwam op straat te liggen en personeel werd bedreigd. 

Recensie The Interview

Daarop besloot Sony de film niet uit te brengen in de VS, ook niet op dvd. The Interview  verscheen eind december toch in een klein aantal bioscopen in de VS, ook al werd er fors gedreigd met sancties. Tegelijkertijd verscheen de film online, iets wat normaliter niet gelijktijdig met het uitbrengen in de bioscoop gebeurt. Waarschijnlijk als tegenaanslag viel het internet in Noord-Korea urenlang plat. Obama bemoeide zich ermee en noemde het terugtrekken van de film door Sony een ‘mistake’, waardoor de relatie tussen Noord-Korea en de VS nog meer onder druk kwam te staan. 

Weinig inhoud
De hele voorgeschiedenis maakt toch enigszins nieuwsgierig naar de film zelf. Maar The Interview is de ophef niet waard. De start is langzaam en weinig boeiend. James Franco als Dave Skylark is een schreeuwerige over the top  personage, die bij alles wat hij zegt goed wil articuleren. Samen met zijn vriend Aaron Rapaport (Seth Rogen) verzorgt hij de populaire tv-talkshow Skylark Tonight. Dave is presentator en Aaron producer. 

Aaron voelt de noodzaak om de talkshow meer gewicht te geven. Nadat ze erachter zijn gekomen dat de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un (Randall Park) een fan is van hun show, besluiten ze naar Pyongyang af te reizen en hem te interviewen. De CIA benadert hen daarop met de mededeling dat Kim uitgeschakeld dient te worden, en dat zij de aangewezen personen daarvoor zijn. Dat klinkt als een James Bond-missie, ware het niet dat Dave en Aaron zeer onhandig zijn. De ene ongeloofwaardige gebeurtenis volgt de andere snel op. Vaak zijn de grappen flauw, soms wel grappig. 

Recensie The Interview

Mannelijke productie
De film van Evan Goldberg en Seth Rogen is niet de eerste film met acteurs Seth Rogen en James Franco. Ze speelden eerder samen in de komedies Pineapple Express (2008) en This Is The End (2013). In feite is het zelfs zo dat ze vaak met vrienden spelen. Zo kennen niet alleen Rogen en Franco elkaar al sinds de tv-serie Freaks and Geeks uit 1999, ook Lizzy Caplan is daarvan een oude bekende.

Het verhaal heeft een duidelijke male gaze, we bekijken de film door de ogen van een man: veel mooie vrouwen, waaronder CIA-agente Lacey (Caplan) en woman in control aan Koreaanse zijde Sook (Diana Bang), bloederige scènes,  grappen over penissen, feesten, auto’s, tanks, etc. 

Waar de makers in geslaagd zijn, is in het maken van een film waarover gepraat wordt. De vrijheid van meningsuiting en het belachelijk mogen maken van een leider of God zijn zeer actuele thema’s. Kim Jong-un zegt in de film:  ‘You know what’s more destructive than a nucleair bomb? Words!’ Toch blijft de vraag bestaan: gaat alle ophef werkelijk hierom? Really?

 

24 januari 2015

 

MEER RECENSIES

Into the Woods

**

recensie  Into the Woods

Sprookjesmusical op het witte doek betovert niet genoeg

door Cor Oliemeulen

Er was eens een man die niets origineels wist te verzinnen. Hij heette James Lapine. James nam een grote kom en roerde de verhalen van vier sprookjes door elkaar. Hij kreeg een schitterend idee: Assepoester, Roodkapje, Raponsje en Jaap van de Bonenstaak komen samen in een groot bos en beleven daar de meest wilde avonturen. James vroeg zijn vriendje Stephen Sondheim om er muziek en liedjes bij te maken. Ze beleefden grote successen op het toneel. Maar toen vond iemand dat er een film moest komen.

Ze vroegen Rob Marshall. Rob had al eerder een musical gemaakt: Chicago. Verder moesten ze nog iemand hebben die mooie kleren kon maken. Een rood kapje kon iedereen. Nee, het moesten wel héél toepasselijke sprookjeskleren zijn. Ze belden Colleen Atwood. Colleen was heel beroemd en had al drie keer de állergrootste filmprijs gewonnen, het zogenaamde Mannetje. Bijvoorbeeld voor Alice in Wonderland. Omdat het een film zou gaan worden, moesten de plaatjes er natuurlijk prachtig uitzien. Ze vroegen Dion Beebe. Dion had ooit een Mannetje gewonnen voor een andere film die Rob had gemaakt: Herinneringen van een Gezelschapsdame. En tot slot moest de film vol zitten met hocus pocus. Dus belden ze Matt Johnson, die óók al een Mannetje had gewonnen! Voor Het Gouden Kompas.

Recensie Into the Woods

Rode cape, witte koe, glazen muiltje, gouden haren
Het verhaal begint met een heks met blauwe haren. Ze spreekt een vloek uit. De vader van de bakkersvrouw heeft namelijk groenten uit de tuin van de heks gestolen. Daarom is de vloek dat de bakker en zijn vrouw pas een kindje kunnen krijgen als ze vier dingen aan de heks geven. Als eerste de cape van Roodkapje. En dan nog de gouden haren van Raponsje, het muiltje van Assepoester en de witte koe van Jaap van de Bonenstaak. Gelukkig komen ze allemaal samen in het bos.

Maar het valt niet mee om al die dingen te verzamelen. Ze krijgen te maken met de Grote Boze Wolf, Raponsje die in een hoge toren zit opgesloten, de gemene stiefzusjes van Assepoester én de koe van Jaap die dood gaat. Er gaan ook ménsen dood in het bos, maar dat mag de pret niet drukken. Want het bos is net als het echte leven. Je kunt daar op zoek gaan naar je dromen. Je kunt er heerlijk verdwalen en bang worden. Ja, in het bos leer je pas goed wie je bent!

Recensie Into the Woods

Wie de schoen past…
De spelers in de film doen echt hun best. Lilla Crawford is pas twaalf en is een mooi Roodkapje. De wolf wordt gespeeld door Johnny Depp, die het liefst piraat is. En Daniel Huttlestone als Jaap is misschien wel het beste. Daniel speelde al in een musical toen hij pas negen jaar was! Ook zong hij in De Ellendigen. Maar het aller-allerbeste is Meryl Streep. Meryl speelt de gemene heks en won in haar eentje al drie Mannetjes. Ze kan best goed zingen, maar ze heeft echt geen gouden stemmetje, hoor! Toch geloven we Meryl het meest. De meeste anderen in de film zijn eigenlijk best wel een tikkeltje saai. Behalve dan de stiefzusjes van Assepoester. Die hakken allebei een teen van hun voet, zodat ze in het muiltje passen. Best stom! Als hun boze moeder vroeger sprookjes had voorgelezen, hadden ze dat nóóit gedaan.

Een sprookje eindigt altijd goed. Nadat Assepoester en haar prins in het kasteel zijn getrouwd, is de film afgelopen. O nee, er komt nog wat! Jaap heeft de vrouw van de reus boos gemaakt en die komt nog wraak nemen. Was dat nou nodig? Kon je eindelijk gaan plassen, komt die lelijke reuzentrol nog even met haar grote voeten het gelukkige eind verzieken! Ach, een goed verhaal heeft soms een boodschap en dat mogen we best wel weten van Rob. Iedereen maakt fouten, niemand is alleen! Rob zal het weten.

 

22 januari 2015

 

MEER RECENSIES