Kajillionaire (2020)

REWIND: Kajillionaire (2020)
Geld is niets waard zonder liefde

door Zoë van Leeuwen

Kajillionaire is een vergeten en onbegrepen film die ouder-kindrelaties en liefde onderzoekt op een oprechte, bizarre en soms zelfs hilarische manier. Een bijna perfecte en ontroerende coming of age-film die je echt met geen ander kan vergelijken.

“Most people want to be a kajillionaire”, horen we vader Robert (Richard Jenkins) filosoferen. En hoewel een ‘kajillion’ geen echt bedrag is, wordt zijn boodschap al snel duidelijk: mensen zijn verslaafd aan werken en rijk worden, maar niet Robert. Hij en zijn vrouw Theresa (Debra Winger) kiezen er liever voor om de samenleving de rug toe te keren en een leven van ronselen, belazeren en oplichting te leiden. Ofwel: veel moeite doen voor een klein beetje geld. Ze hebben hun 26-jarige dochter Old Dolio (Evan Rachel Wood) dit verknipte wereldbeeld opgedrongen en gebruiken haar om de plannen uit te voeren.

REWIND: Kajillionaire (2020)

Een carrière als oplichter
Mensen zijn slechts gereedschap voor hen om te krijgen wat ze willen, zelfs hun dochter is daar de dupe van en voor hen is dat de normaalste zaak van de wereld. Maar in plaats van rijk te worden, woont het merkwaardige gezin in een verlaten kantoor van een zeepfabriek in Los Angeles, waarvan ze amper de huur kunnen betalen en ze dagelijks de roze zeepbellen van de muur moeten scheppen.

Tijdens een van hun oplichtingsplannen ontmoeten ze Melanie (Gina Rodriguez), een doktersassistente die een carrière als oplichter wel ziet zitten. Zij zet hun leven compleet op stelten. Wanneer ze Old Dolio begint uit te dagen om haar relatie met haar ouders in twijfel te trekken, laat ze zien dat het leven misschien toch iets meer te bieden heeft dan dat de twintiger in eerste instantie dacht.

Kajillionaire is geschreven en geregisseerd door filmmaker en actrice Miranda July en is haar eerste film waar ze zelf geen rol in speelt. Zij staat bekend om haar merkwaardige verhaallijnen en werkte eerder aan de geprezen The Future (2011) en Me and You and Everyone We Know (2005). De film had zijn première op het Sundance Filmfestival in 2020, en terwijl critici de film prezen voor zijn unieke plot en karaktergedreven verhaal, verdween Kajillionaire tijdens de coronapandemie al heel snel naar de achtergrond. Toch verdient deze verfrissend unieke, maar vooral ook bizarre film, wat meer liefde.



In REWIND opnieuw aandacht voor opvallende films uit dit millennium.

 


Geen typische coming of age
Het is bij lange na geen typische coming of age-film, waar het meestal draait om thema’s als jeugd, opgroeien en uiteindelijk volwassen worden. Maar dat het verhaal juist enorm afwijkt van wat we over het algemeen gewend zijn van het genre, maakt de film juist een bijna perfect voorbeeld van een coming of age. Het hoofdpersonage in Kajillionaire is geen tiener, die zich bezighoudt met school, jongens en andere gebruikelijke worstelingen van de puberteit, en dat hoeft ook helemaal niet om dezelfde thema’s naar boven te laten komen. Old Dolio is een 26-jarige vrouw, die ondanks haar leeftijd worstelt met dezelfde overkoepelende onderwerpen als andere, populaire coming of age-films uit die tijd.

Waar films als Lady Bird (2017) en Booksmart (2019) zich richten op kinderen die langzaam volwassen worden, richt Kajillionaire zich op een volwassene die leert dat ze eigenlijk nooit een kind is geweest, of überhaupt heeft mogen zijn. Ze worstelt met het feit dat de keuzes van haar ouders haar haar kindertijd hebben ontnomen en moet daar vervolgens mee leren omgaan.

REWIND: Kajillionaire (2020)

Halverwege de film ondervraagt Melanie Old Dolio over haar vreemde relatie tussen haar en haar ouders. Melanie omschrijft de relatie als een verslaving omdat Old Dolio niet zonder hen kan. Als de dochter haar schouders ophaalt en simpelweg antwoordt met ‘het zijn mijn ouders’, vraagt Melanie ‘Op welke manier?’. Old Dolio verdedigt hen en antwoordt met ‘we verdelen alles in drieën’. Ze benadrukt vervolgens dat dit altijd zo geweest is, dat het hun manier van leven is en het voor hen werkt. Maar je ziet duidelijk dat ze niet meer zo zeker is van haar antwoord. De komst van Melanie schudt haar hele wereld door elkaar, omdat voor het eerst in haar leven iemand de situatie ziet zoals het werkelijk is: dit is niet hoe ouders zich horen te gedragen.

We zijn wie we zijn
De vriendelijkheid die Robert en Theresa aan Melanie tonen, is volledig nep en manipulatief, maar het wekt toch jaloezie op bij de Old Dolio, omdat ze haar nooit dat soort aandacht hebben gegeven. Halverwege de film komt hun verzekeringscheque met de post en Old Dolio verzamelt eindelijk de moed om haar ouders te confronteren. De ruzie die volgt, is slopend. Ze gebruikt de cheque om met haar ouders te onderhandelen: 1575 dollar als ze haar voor het eerst het koosnaampje ‘Hon’ kunnen noemen. Maar haar moeder weigert en beargumenteert dat dat gewoon niet iets is wat ze doen. 

Zonder al te veel te verklappen, komt het einde van de film, hoe bizar het ook is, heel hard binnen. Het grootste kritiekpunt dat de film kreeg, is dat de ouders te weinig persoonlijke groei meemaken. Maar zoals Old Dolio zelf zegt, ‘We zijn wie we zijn.’ En sommige mensen blijken gewoon niet in staat om te veranderen, vooral niet als ze het zelf niet willen.

Kajillionaire is een prachtige en emotionele dramafilm, verstopt achter een bizar en komisch verhaal, dat je leert dat je moet stoppen met hopen op liefde van iemand die dat niet kan geven. Want wat je zoekt, ligt ergens anders.

 

KAJILLIONAIRE KIJKEN: o.a. hier.

 

 

Meer REWIND

Amal

***
recensie Amal
De korte lont van het kruitvat

door Bert Potvliege

Klaslokalen boeien verhalenvertellers. Een cineast kan de tussen de muren van een lesruimte afspelende smeltkroes van ras, religie en ideologie gebruiken voor de culturele uitdagingen van een samenleving. Het Gouden Palm-winnende Entre les murs is een voornaam voorbeeld. Regisseur Jawad Rhalib waagt zich met Amal aan dit subgenre van de sociaal-realistische cinema, maar de film blijft steken door het ontbreken van een zinvolle invalshoek over de aangekaarte thematiek.

Rhalib, bekend van sociaal geëngageerde documentaires zoals The Pink Revolution en Au Temps où les Arabes Dansaient, draaide met Amal een urgente film. Hedendaagse religieuze spanningen komen neer op het belang van eergevoel, de grenzeloze overdrijving van het zich voortdurend beledigd voelen en de hapklare slachtofferrol die een religie zich toe-eigent.

Amal

Ranzige eer
Dat dit slag om slinger uitmondt in geweld is ranzig. Het traditionele islamitische geloof kan botsen met de westerse cultuur, wat de nodige uitdagingen met zich meebrengt – zo ook in het klaslokaal. Met de zaak van de vermoorde Franse leerkracht Samuel Paty nog fris in het geheugen, vond de cineast het dringend tijd om dit kruitvat bij naam te noemen en te onderzoeken.

Amal brengt de religieuze spanningen in een Brussels klaslokaal in beeld, wanneer de lesbische moslima Monia (Kenza Benbouchta) uit de kast komt en bedreigingen moet slikken van haar islamitische medeleerlingen. Leerkrachte Amal (een overtuigende Lubna Azabal, bekend van Denis Villeneuve’s Incendies) gaat de confrontatie met die onverdraagzaamheid aan. Ze bespreekt het dichtwerk van de homoseksuele moslim Abu Nawas in haar klaslokaal, waardoor ze de toorn van enkele streng-religieuze ouders moet trotseren. De kritiek zwelt aan en de online bedreigingen nemen toe. Religiedocent Nabil – die niet werkt voor de overheid maar benoemd werd door de Belgische Moslimvereniging – speelt een cruciale rol in het vinden van gemeenschappelijke grond tussen de partijen, maar de man blijkt een wolf in schaapskleren te zijn.

Bravo voor Rhalib omdat hij het lef heeft dit hete hangijzer onder de aandacht te brengen. Jongeren zijn onze toekomst en de multiculturele uitdagingen die hun samenleven met zich meebrengt, moeten bespreekbaar zijn, hoe moeilijk deze ook zijn. De regisseur geeft in interviews grif toe pessimistisch te zijn en dat voel je aan zijn film. Pessimisme is niet onwelkom in het onderzoek van Amal. De thematiek is in die mate desastreus dat het niet vinden van een oplossing een juiste neerslachtige conclusie mag zijn. De film moet ons vooral met de neus op de feiten drukken en ons doen inzien dat dit probleem bestaat en dringend aangepakt moet worden. In die zin is de missie van de film geslaagd.

Institutionele onverdraagzaamheid
Amal onderzoekt een belangrijk onderwerp, maar een nieuwe bijdrage in het belichten van dit probleem ontbreekt. De broers Dardenne kwamen met hun thematisch gelijkaardige Le jeune Ahmed beter uit de verf. Die film verbeeldde de menselijkheid achter dader en slachtoffer, wat empathie in het leven riep. Dat is een gezonde voedingsbodem om als samenleving het gesprek over deze problematiek te voeren. In Amal is de leerkrachte de goedzak die blijft vechten, terwijl haar moraliteit en twijfel complexer mochten zijn. Door haar volharding in het juiste, wars van de bedreigingen, lijkt de vrouw geen mens van vlees en bloed meer. De eenzijdige beeldvorming van een furieuze moslimgemeenschap helpt allerminst.

Religiedocent Nabil is waar het verhaal om had moeten draaien. Dat ruige adolescenten toonbeelden van onverdraagzaamheid kunnen zijn, daar kijkt niemand van op. Dan liever het verhaal van Nabil, een man die het goede voorbeeld zou moeten geven. De institutionalisering van de onverdraagzaamheid – zoals bijvoorbeeld met de door de Belgische Moslimvereniging aangestelde docenten als Nabil – is veruit het meest boeiende aspect aan Rhalibs verhaal. Dit is wat in het hart van deze problematiek schuilt: niet de onverdraagzame jongeren, maar de zogezegd verantwoordelijke volwassen stem die van invloed is op hen. Er kon een boeiender verhaal verteld worden over de wankele moraliteit van de religiedocent. Dat de climax van de film zich afspeelt tijdens een van zijn lessen, waarbij Amal noch Monia aanwezig zijn, toont waar het boeiende drama van dit verhaal zich schuilhoudt.

Amal

De foute eenvoud van goed versus kwaad
Rhalib begaat een faliekante inschattingsfout bij de representatie van de islamitische jeugd en hun milieu. Als filmmaker kiest hij duidelijk een kant door de onverdraagzaamheid van moslims tot in treurnis te benadrukken, waardoor ze enkel antagonistisch verbeeld worden (de inkeer van het personage Rachid brengt weinig zoden aan de dijk). Empathie voor de moslimgemeenschap wordt gefnuikt door die eendimensionale weergave. De film reduceert het verhaal tot een strijd tussen goed en kwaad, maar dat is de reële complexiteit van dit probleem onrecht aandoen. Dit stigmatiseren van de andere nodigt ons niet uit met alle betrokken partijen een stap achteruit te zetten, om samen en in harmonie na te denken over een plan van aanpak.

Uiteraard is het niet evident om binnen de tijdsspanne van een langspeelfilm grondige nuancering aan de dag te leggen om religieuze spanningen toe te lichten, maar de verantwoordelijkheid voor de beeldvorming komt uiteraard wel op de schouders van scenarist en regisseur Rhalib terecht.  In deze film zijn Amal en Monia goed, terwijl de onverdraagzame moslims slecht zijn – iets wat Rhalib in het slotmoment van de film nadrukkelijk in onze strot ramt. Het publiek verdient beter.

Dat de Belgische hoofdstad – nochtans dat waar het klaslokaal een representatieve microkosmos van is – slechts een kleine rol speelt in de wereld die Rhalib tot leven roept, is een gemiste kans. Dit zou de cineast meer middelen bieden om de kijker inzage te geven in hoe de spanningen in een klaslokaal een vertaling zijn van die in de Brusselse straten. De beeldtaal toont een ongeïnspireerde cameravoering vanop de schouder, die de waarachtigheid van de documentaire flets na-aapt. Is draaien vanop de schouder geen achterhaalde en simplistische visuele vertaling van een cinéma vérité-gevoel te willen creëren?

Ondanks de durf, nobele intenties en educatieve waarde ontbreekt het Amal aan visuele poëzie, verfijning en originaliteit.

 

7 januari 2024

 

ALLE RECENSIES

Flow

****
recensie Flow
Vriendelijk portret van dierencommunicatie

door Bob van der Sterre

Flow is geen zoetsappige film, heeft geen dieren die propvol ironische kwinkslagen door het leven gaan, maar toont dieren zoals ze echt zijn: grappig, intelligent en speels.

Een zwarte kat. Oren in de nek. ’Mauwww…’ En dan, recht op hem af: een muur van water. Een labrador retriever wil op zijn tak meeliften. De kat blaast, maakt een slaande beweging. En de tak breekt.

Even lijkt er een redding te zijn: het favoriete huis met beelden van katten. Maar het waterpeil blijft stijgen. Uiteindelijk biedt een boot redding aan de kat, met een ringstaartmaki, een capibara en een secretarisvogel. En wat asociale honden.

Flow

Grenzen verleggen
Het is een wereld van mensen, je ziet huizen, steden, kunst, maar… zonder mensen. De film geeft er geen verklaring voor. Maar wie had die moeten geven? De dieren spreken alleen in hun eigen taal.

Deze Letse film van de maar net 30-jarige regisseur Gints Zilbalodis is een verzorgde productie. De muziek is mooi – en niet van het genre dat je emoties door de strot duwt – de animatie knap (let bijvoorbeeld alleen maar op de beweeglijke oren en ogen) en het verhaal gaat niet eens overboord met thema’s als vriendschap of familie. Het zit er wel een beetje in, dit is duidelijk een groep buitenbeentjes, maar het hinderde niet, en ook niet dat er eigenlijk niet eens echt een verhaal is, meer een reeks gebeurtenissen, met een bovennatuurlijk tintje.

Het is een type film waarvoor je als maker grenzen moet verleggen. De ontmoetingen op de boot zijn allemaal luchtig, maar toch ook vooral dierlijk én biologisch. De knorrende en nonchalante capibara; de verzamelende maki en de secretarisvogel met zijn hautaine houding. Maar ook zijn er doordachte, soepele camerabewegingen, zoals wanneer een vogel met de kat vliegt, of als de kat de mast opklimt voor uitzicht of als vogels in de lucht met elkaar duelleren.

Speels en intelligent
Technisch is het ook een interessante prestatie. Flow werd gemaakt met de open-source software Blender. De dierengeluiden zijn echt, op die van de capibara na, die te schril klinkt om een hele film naar te kunnen luisteren. Het is allemaal iets nieuws in het platgelopen dierenanimatiegenre. De moeite werd op prijs gesteld: de film kreeg de juryprijs en publieksprijs bij het animatiefilmfestival van Annecy. En trok veel Letten naar de film.

Flow

Misschien is het script (van Matīss Kaža) een van de beste dingen van de film. Er is drama, humor en avontuur, zonder dat je er een de ander in de weg zit. De film is ook komisch op een echte, dierlijke manier. De kat die een haarbal dropt (grote ogen bij de maki). De capibara die bananen plukt. De maki die per se zijn collectie bijeen wil houden. De secretarisvogel die het niet pikt als iemand anders de boot wil sturen.

Het perspectief van dieren zorgt ervoor dat je ze nog meer bewondert. Ze zijn zo speels en intelligent. Soms blijkt waarom ze dat zijn: omdat ze de brute kant van de natuur moeten kunnen overleven.

Knappe productie zal vooral een plezier zijn voor de dierenliefhebbers in de zaal.

 

23 december 2024

 

ALLE RECENSIES

In Liebe, Eure Hilde

****
recensie In Liebe, Eure Hilde
Gruwelijke wreedheid naziregime

door Jochum de Graaf

In aanloop naar de herdenking van 80 jaar bevrijding wordt een groot aantal films over de Tweede Wereldoorlog uitgebracht. In Liebe, Eure Hilde vermijdt de gangbare clichés van films over het nationaalsocialisme en laat met het sober ingetogen gefilmde levensverhaal van de Duitse verzetsstrijdster Hilde Coppi de gruwelijke wreedheid van het naziregime zien.

Het is 5 mei 1943, 7.25 uur. Hilde Coppi staat met twaalf andere vrouwen op de binnenplaats van de gevangenis Berlijn-Plötzensee. Voor de laatste keer schijnt nog de zon op haar gezicht. Een voor een worden de vrouwen naar binnen geroepen om hun wrede lot te ondergaan. Hilde Coppi heeft kort daarvoor haar afscheidsbrief aan de gevangenispastor gedicteerd, opgedragen aan haar moeder en aan haar in de gevangenis geboren zoon Hans. ‘Blijf moedig’, In Liebe, Eure Hilde’.

Hilde Coppi werd in september 1942 opgepakt samen met haar man Hans en nog enkele familieleden. Ze was zes maanden zwanger. Ze wordt veroordeeld wegens ‘hoogverraad, hulp aan de vijand, spionage en uitzending van misdaden’.

In Liebe, Eure Hilde

Die Rote Kapelle
Hans en Hilde maakten deel uit van Die Rote Kapelle, een internationaal netwerk van meest communistische verzetsgroepen. Legendarische spionnen, zoals Leopold Trepper in België en Richard Sorge in Japan, waren eveneens verbonden aan dit netwerk en speelden op een aantal momenten een beslissende rol in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog.

In Berlijn is het een los netwerk van zo’n honderdvijftig journalisten, ambtenaren, kunstenaars, studenten, gelieerd aan de communistische partij KPD. De activiteiten in Berlijn hadden een beperkte invloed. Hans en Hilde en hun vriendengroep voeren nachtelijke acties uit, oproepen op tot verzet, kalken slogans op muren, schilderen tegenleuzen op nazipropagandaposters. Ze leren morse om de Russen op de hoogte te brengen van Duitse troepenbewegingen, maar slechts een enkel bericht bereikt Moskou. De Sovjets zijn op dat moment, in 1942, met operatie Barbarossa, de Duitse inval in de Sovjet-Unie, niet zo geïnteresseerd in het verloop van de strijd in Duitsland zelf. 

Twee verhaallijnen
In Liebe, Eure Hilde
is dan ook geen actiefilm van een onverschrokken verzetsheldin die ten strijde trekt tegen het verderfelijke naziregime. Hilde Coppi is een jonge, wat timide vrouw die met al haar onzekerheden door de liefde betrokken raakt bij het verzet. Regisseur Andreas Dresen laat de aangrijpende levensgeschiedenis van Hilde in twee verhaallijnen zien.

Het leven in de gevangenis, de geboorte van haar zoon, de procesgang, het uitspreken en voltrekken van het vonnis worden tamelijk lineair in beeld gebracht. De gevangenisbeelden zijn grauw, zelfs als Hilde hun pasgeboren baby aan Hans mag laten zien.

Daar tussendoor zien we in flashbacks de ontluikende liefde tussen Hans en Hilde. Hilde, de wat saaie secretaresse die valt voor de jonge enthousiaste, wat onbeholpen revolutionair. Het zijn mooie, lichte beelden, het is meestal zomer. De toevallige ontmoeting in een vriendengroep, picknicken, boottochtje op het meer, vrijen in het tuinhuisje, hij leert haar morse. Mooie scène als ze bij een kampvuur zitten. ‘Waar denk je aan?’, vraagt Hans. ‘Aan domme dingen’, zegt Hilde. ‘Wat voor domme dingen?’, vraagt Hans door. Hilde: ‘Niet meer bang te zijn.’ ‘Waarvoor?’ Geamuseerd glimlachend, wat verlegen antwoordt ze: ‘Voor alles. Spinnen, kevers. De nazi’s, mijn tandarts. De liefde.’

Muziek is spaarzaam in de film, een enkel vioolstuk bij idyllische beelden van een zorgeloze zwempartij. Voor het overige doet de soundtrack van geluiden zijn werk. De harde aanslag op de typemachine tijdens de verhoren, het bestek en de borden tijdens de maaltijd, vogeltjes en insecten op het platteland, de doffe harde klap bij de voltrekking van het vonnis.

In Liebe, Eure Hilde

Marcherende soldaten, massabijeenkomsten, vlaggenparade en ander nazi-vertoon, het blijft buiten beschouwing. Alleen bij het uitspreken van het vonnis horen we ‘Heil Hitler’ en zien we een enkel swastika-embleem.

‘Normale’ mensen
Het gevangenispersoneel bestaat uit min of meer ‘normale’ mensen die ook maar gewoon hun werk lijken te doen. Hildes persoonlijke bewaakster, die aanvankelijk hardvochtig en meedogenloos tegen haar optreedt, staat haar na de geboorte van haar kind enkele kleine privileges toe. Hilde wordt haast zorgzaam, maar ook zonder aarzeling omdat het nu eenmaal moet naar haar einde begeleidt. Zo werkt de dictatuur, het zijn de ‘welwillenden’, zoals Jonathan Littell beschreef in zijn roman Les Bienveillantes: de zwijgende meerderheid die door onwrikbare loyaliteit en gehoorzaamheid het regime in stand hield.

Daar tegenover staat de ontwikkeling van Hilde (geweldige rol van Liv Lisa Fries), die heel sober en ingetogen gefilmd haar onzekerheid en angsten overwint en de moed vindt tegen het regime in opstand te komen. Ze kruipt allengs onder je huid. De soms twijfelende, maar ook vastberaden manier waarop ze haar noodlot tegemoet treedt, het gruwelijke choquerende einde. Er zijn niet veel films die de wreedheid van het naziregime zo genadeloos blootleggen.

 

18 december 2024

 

ALLE RECENSIES

The New Year That Never Came

****
recensie The New Year That Never Came
Tragikomische kerst in Roemenië voor de val van dictator Ceaușescu

door Cor Oliemeulen

De ondergang van president Bashar Hafiz al-Assad in Syrië kwam al even snel en onverwacht als die van zijn Roemeense collega Nicolae Ceaușescu. Ook die moest na ruim twintig jaar van onderdrukking het veld ruimen. De Roemeense scenarist/regisseur Bogdan Mureşanu maakte een tragikomisch portret van een aantal landgenoten tijdens de laatste twee dagen van de dictatuur in Roemenië eind december 1989.

Mureşanu’s speelfilmdebuut The New Year That Never Came borduurt voort op zijn veelvuldig bekroonde korte film Christmas Gift (2018), waarin een vader met zijn zoontje een kerstboom optuigt. Het zoontje vertelt dat hij een brief aan de Kerstman heeft gestuurd. Voor zichzelf wenst hij een locomotief en voor zijn moeder een portemonnee. Voor zijn vader wenst hij de dood van ‘oom Nic’, zoals zijn vader dictator Nicolae Ceaușescu noemt. Vader flipt en zal er alles aan doen om de inmiddels geposte brief te onderscheppen.

The New Year That Never Came

Afluisteren en verklikken
Dezelfde scène in The New Year That Never Came begint grappig als de 7-jarige Marius in de brief aan de Kerstman zijn schooladres noemt – ‘2B, School no. 96, Giurgiului Avenue no. 23, Blok A6, Ingang 4’ – maar blijkt bittere ernst als duidelijk wordt dat de Securitate, de geheime staatspolitie, overal is. De familie loopt gevaar als de brief in verkeerde handen zal komen. In eerste instantie wil vader de postbus slopen, maar zijn vrouw heeft een beter idee. De praktijk van afluisteren en verklikken veroorzaakt angst en paranoia bij veel Roemenen. Iedereen, zelfs een familielid, kan voor de staat werken. De film maakt die gevoelens tastbaar.

Tegelijkertijd voel je door subtiele verwijzingen dat burgers iets van een sprankje hoop krijgen. Sinds het vallen van de Berlijnse Muur in november 1989 en een revolutiegolf in omringende landen met communistische regimes is Ceaușescu’s positie wankel geworden, zonder dat hij dit zelf in de gaten heeft. Op 16 december 1989 beginnen in Timișoara protesten tegen de dictatuur en voor vrijheid. Een dag later treden de Securitate en het leger keihard op met tientallen doden en honderden gewonden als gevolg.

Propaganda
Regisseur Bogdan Mureşanu bedient zich van toenmalige tv-beelden en radio-opnamen. Hij maakte zelf een scène waarin arbeiders op 21 december worden opgetrommeld om te juichen en te applaudisseren voor Ceaușescu tijdens zijn toespraak op het Paleisplein in Boekarest. De dictator verwacht een gebruikelijke uiting van steun voor zijn regime, maar een deel van de menigte begint hem uit te fluiten en leuzen te roepen. Beelden van het moment worden uitgezonden op televisie, wat zal leiden tot een verdere escalatie van protesten in andere delen van de stad.

In die atmosfeer van onrust en onzekerheid spelen de gebeurtenissen van The New Year That Never Came zich af. De film begint met lichte paniek op de redactie van het tv-station. Er is wat misgegaan met een propagandafilm met de traditionele nieuwjaarswens voor de dictator, en in allerijl moet een actrice worden vervangen door een andere actrice. Het probleem wordt voorgeschoteld op die typisch droogkomische, satirische manier die je terugziet in Roemeense films als The Treasure (2016).

De actrice die wordt gekozen en gedwongen om de actrice in het propagandafilmpje te vervangen, heet Florina (Nicoleta Hâncu). Ze wil weigeren, omdat ze in haar omgeving niet wil worden geassocieerd met steun voor het regime, stemt uiteindelijk toch in, maar niet zomaar. Ondertussen zien we hoe leden van het redactieteam een scheur in het decor proberen te camoufleren met enkele kerstbomen en door er enkele ‘kameraden’ voor te zetten.

The New Year That Never Came

Gedwongen verhuizingen
Verre van komisch is het subplot over de gedwongen verhuizing van Margareta (Emilia Dobrin). In de naam van modernisering wilde Ceaușescu zo’n 7.000 dorpen gedeeltelijk of volledig slopen, het werden er uiteindelijk enkele honderden. In de hoofdstad Boekarest waren al hele wijken gesloopt om ruimte te maken voor het paleis van de dictator en voor brede boulevards, met als voorbeeld Parijs. Margareta is een van die tienduizenden die verplicht haar huis moet verlaten. Terwijl werklieden haar spullen inpakken, probeert een medewerker van de overheid haar moed in te spreken. Het blijkt haar zoon.

Het subplot met de tiener Laurențiu (Andrei Miercure) laat dan weer zien dat de jonge generatie zich steeds actiever begint te roeren. Hij heeft wat spullen aangeschaft en vertrekt met twee mannen per auto naar een onbekende bestemming. De sfeer is duister, want het gezelschap lijkt van plan om een politieke daad te plegen. Toch kan de regisseur het niet laten om een korte grappige scène in deze grimmige situatie te verwerken, als de chauffeur van de auto onderweg even moet stoppen om seks te hebben met een vriendin.

Opbouw
Al die thematische verhaallijnen zijn mooi en naadloos in elkaar verweven. Het ene personage verlaat de apotheek en het andere personage neemt de vertelling over. Vaak gaat een deur bij iemand dicht en gaat een deur bij iemand anders open. Roemeense mozaïekfilms, zoals Sieraneveda (2016) van Cristi Puiu, nemen al snel een paar uur de tijd om alle personages beter te leren kennen en om een bepaalde atmosfeer te scheppen waarin het alledaagse leven en de verborgen drama’s langzaam samenkomen. The New Year That Never Came duurde in eerste instantie 3 uur en 40 minuten. Er werden scènes verwijderd, terwijl andere scènes werden ingekort door de kop en de staart te verwijderen. Het eindresultaat van 2 uur en 18 minuten houdt de vertelling vlot.

De compositie naar de finale is slim geïntensiveerd door het gebruik van Ravels Bolero. De repetitieve structuur van het muziekstuk, het geleidelijke crescendo en de emotionele impact bouwen de spanning op tot de onvermijdelijke climax: het Nieuwjaar dat nooit zou komen.

 

17 december 2024

 

ALLE RECENSIES

Monsieur Aznavour

***
recensie Monsieur Aznavour

‘Als ik stop, ben ik dood’

door Jochum de Graaf

Hij zat meer dan 70 jaar in het vak, verkocht 180 miljoen albums, gaf 17.000 optredens over de hele wereld en nam 1200 songs op (waarvan ongeveer duizend zelf geschreven), uitgevoerd in 9 talen. In het jaar waarin Charles Aznavour honderd zou zijn geworden, wordt Monsieur Aznavour uitgebracht. Een boeiende biopic die toch een beetje last heeft van de veelheid aan informatie over dat lange leven van de grootste chansonnier die de wereld gekend heeft.

Bij de aftiteling zien we in een reeks flitsen het leven van de echte Charles Aznavour voorbij trekken. Bijzonder opvallend in die beelden van concerten, prijsuitreikingen, publieke optredens en wat al niet meer is het enorme charisma dat hij had.

Hoofdrolspeler Tahar Rahim (Un Prophète) heeft dat charisma een stuk minder, al doet hij erg goed zijn best in het imiteren van de gebaartjes. Maar die stem, die blijft onbereikbaar. Hij laat goed de welbespraakte, brutale, eerzuchtige kant van Aznavour zien. Maar zijn andere kant – de grote onzekerheid, het minderwaardigheidscomplex van die ‘kleine man, 1 meter 60, met die hese stem’ zoals Charles zelf zei – blijft onderbelicht. Naar verluidt gaf de meester zelf kort voor zijn dood zijn zegen aan het project en hielden zijn zonen Mischa en Nicolas toezicht op het scenario. Aznavour wordt braver en charmanter afgeschilderd dan hij in werkelijkheid was.

Monsieur Aznavour

Opvallende details
Toch is Monsieur Aznavour geen beroerde film. Dat ligt met name aan de sterke enscenering en de montage met aandacht voor opvallende details bij de belangrijke gebeurtenissen uit het leven van Charles Aznavour die min of meer chronologisch aan het oog voorbij trekken. Beelden van de Armeense genocide (1917), de grote groepen vluchtelingen, scènes uit het migrantenbestaan van de familie Aznavourian in Parijs leveren een indringende achtergrond voor zijn levensverhaal. Het opgroeien in armoede, vader Micha die op zeker moment zijn gouden tand verkocht om een uitgewoonde kamer voor het hele gezin te kunnen huren. Het restaurant waar Charles, gespijbeld van school, al op zijn negende tussen de bedrijven door optreedt. Het broeinest van verzet van datzelfde restaurant, schuilplaats voor Joden, die aan papieren voor hun verdere vlucht worden geholpen. Later in de film de emotionele scène van Charles met zus Aida wanneer ze, in 2017, het bericht ontvangen dat de Israëlische regering hen de Raoul Wallenberg Award daarvoor toekent.

Er is genoeg persoonlijk drama in Aznavours leven. Hij trouwde drie keer; de film belicht met name zijn relatie met de twintig jaar jongere Zweedse Ulla Thorsell, zijn nog steeds levende weduwe. Eind jaren vijftig wanneer hij al redelijk beroemd is in Frankrijk wordt hij geconfronteerd met een buitenechtelijke zoon van acht, Patrick. Aznavour weigert in eerste aanleg mee te betalen aan de opvoeding, maar bouwt later een goede band met hem op. De zelfmoord van Patrick na overmatig drugsgebruik veroorzaakt een levenslang trauma.

De muzikale carrière die aanvankelijk met ups en downs gepaard ging. Weliswaar speelt hij op zijn negende al in een film en een toneelstuk, rond zijn twintigste als hij met zijn vriend en pianist Pierre Roche engagementen in de provincie probeert binnen te slepen, is het hard sappelen. Het publiek in de nachtclubs waar ze als entr’acte optreden dat begrijpelijk meer aandacht heeft voor de schaars geklede danseressen. Aznavour die in recensies op zijn Armeense afkomst wordt afgerekend, opmerkingen over zijn neus, kwalificaties als ‘zigeuner’ en ‘Quasimodo’.

Doorbraak
Aznavours eerste grote doorbraak is eind jaren veertig wanneer Edith Piaf, dan al een grote ster, hem en Roche vraagt als voorprogramma en hen meeneemt op tournee door Frankrijk en de VS. Piaf, die net als hij van ver moest komen en zijn toegang is tot de opbloeiende chansoncultuur in het Parijs van de jaren vijftig en zestig, met artiesten als Charles Trennet, Gilbert Becaud; later ontmoet Aznavour de jonge Johnny Halliday. Aznavour schrijft dan al grotendeels zijn eigen repertoire, bestudeert Franse klassiekers om zijn teksten te verbeteren. Hij wil elke dag een chanson schrijven en zingen ‘tot mijn strot scheurt’. Hij wil een solocarrière starten en breekt op instigatie van Piaf met Roche. ‘Om te zingen heb je een zuivere stem nodig’, zegt ze ‘en de jouwe is onzuiver’. Aznavour zet door en mede door haar adviezen ontwikkelt hij dat onderscheidende unieke hese stemgeluid dat hem wereldfaam verschaft.

Na de breuk met Piaf neemt hij zijn carrière in eigen hand, daarbij soms grote risico’s nemend zoals het boeken van de Carnegie Hall in ‘63, ondanks het feit dat hij geen grote nummer 1 in Amerika had. Bij de onderhandelingen stelt hij dat hij net zo lang doorgaat tot hij minstens eenzelfde gage krijgt als Frank Sinatra, wat hem jaren later lukt.

Nog weer jaren later wanneer hij al op hoge leeftijd is en alle grote podia ter wereld van binnen en van buiten gezien heeft, geeft hij zijn levenslange vriend en manager Levon Sayan de opdracht om in alle grote hoofdsteden nog eens de grootste en mooiste concertzaal af te huren. Er volgen nog vele lange soms door ziekte onderbroken maar steevast stijf uitverkochte afscheidstournees. ‘Als ik stop, ben ik dood’, is zijn credo. Dat was op 1 oktober 2018 het geval, Aznavour werd 94.

Monsieur Aznavour

Soundtrack
Regisseurs Mehdi Idir en Grand Corps Malade (alias van slam-zanger Fabian Marsaud), zelf afkomstig uit de muziekwereld, kozen voor een filmische bloemlezing uit het lange, rijke leven van Aznavour. Met de soundtrack, een verfijnde keuze van grote hits als She, La Bohème, Les Deux Guitares, Hier Encore, Idiote, Je t’aime, The Old Fashioned Way, La Mamma, uit het immense repertoire zit het wel goed. Mooi detail nog, de beelden van Aznavour in de weer met de toen hypermoderne 16 mm-camera die hij eind jaren veertig van Edith Piaf kreeg, die hij op al zijn reizen met zich mee sleepte. Marc di Domenico maakte er in 2021 nog een film over: Aznavour, le Regard de Charles.

Maar dat Aznavour ook nog in pakweg tachtig films speelde wordt nauwelijks aandacht aan besteed. Zijn activisme voor de Armeense zaak, zijn steun aan de lhtbi-gemeenschap en zijn uitspraken tegen de opkomst van het Front National van Le Pen blijven goeddeels buiten beschouwing. En dat is misschien maar goed ook, want afgezien hiervan hebben de regisseurs met veel details al heel veel willen vertellen, waar je allengs een beetje moe van wordt.

Uitkomst is dat Monsieur Aznavour een mooi gefilmd maar door de vele gedetailleerde verwikkelingen een wat vlak eerbetoon is aan een van de grootste iconen uit de moderne muziekgeschiedenis.

 

11 december 2024

 

ALLE RECENSIES

La Cocina

****
recensie La Cocina
Je kunt niet dromen in een keuken

door Zoë van Leeuwen

In de eerste Engelse speelfilm van de Mexicaanse regisseur Alonso Ruizpalacios jagen de koks en serveerders van het drukke restaurant The Grill de ‘American dream’ na. La Cocina toont op een soms theatrale wijze hoe slopende dagelijkse routines het vermogen om te dromen kunnen vernietigen.

Ruizpalacios vierde speelfilm ging afgelopen voorjaar in wereldpremière op het filmfestival van Berlijn en werd daar genomineerd voor een Gouden Beer. La Cocina werd in zijn thuisland genomineerd voor Ariel-award, de belangrijkste filmprijs van Mexico. En waar zijn eerdere films verschillende spanningen in Mexico onder de loep namen, neemt hij de kijker in La Cocina letterlijk en figuurlijk mee naar Hell’s Kitchen in New York.

Losjes gebaseerd op het toneelstuk The Kitchen van Arnold Wesker uit 1957, duikt Ruizpalacios halsoverkop in thema’s als kapitalisme, liefde en het verlangen naar een betere toekomst. Inclusief een grote dosis sociale kritiek op de harde realiteit waar veel arbeidsmigranten mee te maken krijgen.

La Cocina

Chaos in de keuken
La Cocina volgt het verhaal van jonge kok Estella (Anna Díaz), die haar weg baant door het drukke Times Square en uiteindelijk terechtkomt bij het restaurant The Grill. Wanneer Estella, die geen sollicitatiegesprek heeft, door de chaos toch maar aan het werk wordt gezet, ontmoeten we de rest van de kleurrijke cast. De meeste van hen zijn immigranten zonder papieren die hopen op een beter leven, buiten het werk in het restaurant. Ondanks dat het werk tegen kan vallen, weten velen dat het voor hen niet beter wordt dan dit. Vooral niet voor de velen die zonder verblijfsvergunning hun geld verdienen.

Pedro (Raúl Briones) is een kok met een kort lontje die ervan droomt om vrij te zijn. Als serveerster Julia (Rooney Mara), met wie Pedro een gecompliceerde liefdesrelatie heeft, hun kind wil laten aborteren, stort zijn hele wereld in.

De druk wordt verder opgevoerd als er meer dan 800 dollar lijkt te missen uit de kassa en de manager op zoek gaat naar de dader. En laat dat bedrag nu net de hoeveelheid zijn die Pedro en Julia nodig hebben voor de abortus. Als Pedro er na de lunch achter komt dat Julia in haar pauze naar de kliniek is gegaan, kookt de pan over. Met een chaotisch einde als gevolg.

Kleurrijke cast
Ruizpalacios weet, in een tijdspan van bijna tweeënhalf uur, één enkele dag in de hectische keuken van The Grill te tonen. En hoewel het tempo van de film soms iets te snel aanvoelt, is die ene dag ook alles wat Ruizpalacios nodig heeft om een goed en compleet verhaal te vertellen met meerdere verhaallijnen en uiteenlopende personages.

Dat is dan ook een van de sterkste punten van de film: het kleurrijke bij elkaar geraapte stelletje koks, die aan de lopende band bier drinken en roken. De personages in La Cocina voelen als echte mensen, ieder met een eigen verhaal en verlangens. 

La Cocina

Het zwart-wit-filter en het gebrek aan contrast maakt het eten soms onsmakelijk. Zelfs het broodje, dat Pedro maakt als liefdesgebaar naar Julia, mist een appetijtelijke uitstraling. Het constante gerook en gezuip van de koks helpt daar niet aan mee. Het laat aan de kijker zien dat al het ‘mooie’ eten in het restaurant midden op Times Square helemaal niet zo mooi is als je een kijkje achter de schermen neemt.

Maar de film is niet geheel ontdaan van kleur en contrast. Want zowel in een romantische scène tussen Pedro en Julia, als in de laatste scène waarin we de nasleep zien van Pedro’s ravage, zien we een beetje kleur. Een lichtpuntje in de grijze en grauwe wereld van La Cocina.

Het einde van de film is wat theatraal en beweegt weg van het realistische gevoel van de rest van het verhaal, maar de boodschap blijft duidelijk: je kunt niet dromen in een keuken. Of zoals Ruizpalacios zegt: ‘Productiviteit doodt de verbeelding’. 

La Cocina is een eerbetoon aan de onzichtbare helden in de keuken en een keiharde realiteitscheck van de huidige situatie waarin veel arbeidsmigranten zich bevinden.

 

2 december 2024

 

ALLE RECENSIES

Bird

***
recensie Bird
Een straatjochie met vleugels

door Bert Potvliege

Met haar nieuwe film, Bird, breit de Britse regisseur Andrea Arnold een volgend hoofdstuk aan een carrière-lang verhaal, waarin zij zich buigt over ontvoogding en coming of age in gemarginaliseerde milieus. De waarachtigheid van die in het leven geroepen wereld is tastbaar, maar de narratieve constructie voelt herkauwd. Dit verhaal en deze boodschap kreeg het publiek al talloze keer eerder voorgeschoteld, waardoor het potentieel van Arnolds cinema beperkt blijkt.

Twintig jaar geleden brak de cineaste door toen ze de Oscar voor beste kortfilm won met Wasp. Enkele jaren later was er dat eerste grote succes met de langspeelfilm Fish Tank, over een getroebleerd tienermeisje (tevens een van de doorbraakfilms van Michael Fassbender). Later volgde nog American Honey, een bevestiging van Arnolds talent. Dit jaar maakte ze met Bird terug furore in Cannes, ook al viel de film niet in de prijzen.

Bird

Afwezige roze tijden
Het twaalfjarige, zwarte meisje Bailey (Nykiya Adams) woont samen met haar broer en vader in een kraakpand in het Zuidoost-Engelse Kent. Het leven is er niet gemakkelijk. Haar onbezonnen en onrustige vader kondigt doodleuk aan dat hij komende zaterdag in het huwelijksbootje stapt. Haar broer verwekt een kind bij een veertienjarig meisje uit de buurt. Bailey maakt deel uit van een gang, een stoere jongensbende waarin haar jonge leeftijd en zwarte baggy kledij haar vrouwelijkheid nog verbergt. Er wordt al eens ingebroken, iemand haalt een mes boven en de tint van de toekomst blijkt niet rooskleurig.

Het verhaal schetst de week tot aan het huwelijk van haar vader, een narratieve constructie die het kader schept waarbinnen Bailey een ontluiking meemaakt. De jongedame eist met immer groeiende drang haar eigen plaats op. Doorheen het verhaal komt ze steeds vrouwelijker voor de dag, met kleurrijke kledij, het ontdekken van make-up, maar ook in het etaleren van een traditioneel aan vrouwelijkheid gelinkte zorgzaamheid. Daarnaast staat ze ook haar mannetje – een gedateerde zegswijze – wanneer de vriend van haar moeder zich agressief opstelt.

Dit opeisen van haar bestaansrecht als vrouw komt nadrukkelijker aan bod met het imaginaire personage Bird (een alweer fantastische Franz Rogowski), die Bailey verdedigt waar nodig. De magische figuur, met die speelse blik en dat balanceren op de randen van daken, is uiteraard een narratieve metafoor voor de emancipatie van de jongedame. Dat de vogel ook vrijheid representeert is een tot vervelens toe gebruikte symbolische constructie, die goedkoop smaakt om de thematiek te visualiseren.

Bird

Spelen om tot leven te komen
De sterkte van Arnold als cineaste situeert zich in het recreëren van een waarachtige setting, een wereld die door de degelijke casting van de vele bijrollen tot leven geroepen wordt. Het belang van het milieu in de film toont hoe Arnold haar verhalen over ontvoogding altijd binnen harde leefomstandigheden positioneert. Die benadering werkt in cinema, maar de meerwaarde van Bird voor de sociaal-realistische stroming in film lijkt troebel. Wat de cineaste doet, is origineel noch gewaagd.

De opgeroepen wereld mag een hoog realiteitsgehalte hebben, zonder acteurs om deze tot leven te doen komen, zou het finale werk een eind voor de finish stranden. Ronduit knap hoe Arnold de jonge actrice Nykiya Adams naar een succesvolle hoofdrol regisseert. Bird is het soort film die staat of valt met het empathisch vermogen van de kijker voor de hoofdfiguur. Arnold en Adams mogen zichzelf op de schouder kloppen voor de vlotheid waarmee ze dit voor de dag krijgen. Franz Rogowski is niet meer van onze radar weg te slaan sinds zijn glansrol in Passages. Hij lijkt elke dag meer op een Europese Joaquin Phoenix en het is een acteur met een uitstraling die van het scherm spat, zo ook in Bird. Ook de immens populaire Barry Keoghan, in de (te kleine) rol als Bailey’s vader, is een meerwaarde voor de film.

Met Bird slaagt Arnold in haar opzet, maar het verbaast dat net dit materiaal haar voldoende enthousiasmeerde om er een langspeelfilm mee te maken. De daadkracht van de film is minimaal, de bijdrage ervan in de filmografie van Arnold beperkt. De film slaagt heus wel in zijn opzet en sluit netjes aan bij haar ander werk, maar wild kan je er niet van worden. Deze bescheiden succesformule voor eeuwig herhalen, lijkt ons niet het te volgen pad voor Arnold. Misschien is het tijd om, net als Bird, haar vleugels uit te slaan.

 

26 november 2024

 

ALLE RECENSIES

In Restless Times: The Music of Paul Simon

****
recensie In Restless Times: The Music of Paul Simon
Groots muzikaal monument

door Jochum de Graaf

In zijn huisstudio met windmolen op het platteland van Wimberley, Texas pakt Paul Simon (inmiddels 83) een percussie-instrument uit de kast, zet het even aan zijn oor en dan weer terug. Ja, dit is een geluidje dat hij wel kan gebruiken. Het is voorjaar 2023 en hij is zijn vijftiende soloalbum Seven Psalms aan het opnemen. De scène staat symbool voor de muzikale levenshouding van Paul Simon: vrijwel rusteloos, altijd op zoek naar een nieuw geluid, nieuwe muziek.

De opnamen voor Seven Psalms zijn de kapstok voor In Restless Times, het drie en een half uur durende filmportret van Paul Simon, waar zijn ruim zestig jaar omspannende carrière aan wordt opgehangen.

In Restless Times: The Music of Paul Simon

Songbook
Vanuit Wimberley gaan we hinkstapspringend met jeugd- en schoolfoto’s, krantenkoppen, tv-interviews, liveopnamen van concerten, studio-opnamen, tv- en filmfragmenten, interviews met producers en studiotechnici door zijn muzikale leven. Die carrière met al die iconische nummers valt te zien als een songbook maar het is ook een geschiedenis van de popmuziek die Simon in hoge mate mede heeft vormgegeven.

Uiteraard komt zijn persoonlijke leven aan de orde en zijn drie huwelijken: met Peggy Harper, Carrie Fisher en meest recent zangeres Edie Brickell, die met name in het tweede deel van de film aan het woord komt. Opvallend detail is dat de relatie met de in juli overleden actrice Shelley Duvall, die Simon voorstelde aan zijn tweede vrouw Carrie Fisher, niet aan de orde komt. Al die relaties lieten met songs als Homeward Bound, 50 Ways to Leave Your Lover, Hearts and Bones en het pas veel later op plaat gezette Graceland hun sporen na in zijn muzikale erfenis.

Art Garfunkel
Maar de belangrijkste persoon in Paul Simons leven was natuurlijk Art Garfunkel. Ze kenden elkaar vanaf hun eerste highschooljaren, 1953, Garfunkel woonde een paar blocks verder in Queens, New York. In eerste instantie traden ze voor de grap als Tom & Jerry op, brachten een singletje uit en nadat ze in 1964 tekenden bij Columbia Records maakten ze als Simon and Garfunkel een jaar later met The Sound of Silence hun eerste wereldwijde hitalbum. Doorslaand succes is ook het optreden op het legendarische Monterey Pop Festival 1969.

Paul Simon benoemt als grootste muzikale inspiratie in zijn tienerjaren eind vijftig Elvis Presley. Maar het is onmiskenbaar dat The Everly Brothers de grootste invloed hadden, die fraaie vocalen, de zoetgevooisde stemmen die zo kenmerkend waren voor het succesduo Simon en Garfunkel.

In Restless Times: The Music of Paul Simon

Echt rock-’n-roll kun je Paul Simon natuurlijk niet noemen, hij staat vooral in de traditie van de Amerikaanse folkmuziek. Simon en Garfunkel waren vooral keurig nette jongens met een wat rebelse, of beter gezegd een ‘maatschappijkritische’ inslag. The Graduate – de taboe doorbrekende film in 1967 over de heimelijke romance tussen de jonge adolescent, student Benjamin Braddock (grote doorbraak voor acteur Dustin Hoffman) en een oudere getrouwde vrouw, Mrs. Robinson (Oscar voor Anne Bancroft) – zou zonder Simons soundtrack met The Sound of Silence, Scarborough Fair en Mrs. Robinson niet zo’n groot succes geweest zijn.

Tegelijkertijd werd The Graduate ook de indirecte aanleiding voor de eerste breuk van Simon and Garfunkel. Het was een ongelijkwaardige samenwerking; Paul Simon (zo wordt een aantal keer benadrukt) was de enige componist van het duo. Art Garfunkel, de betere zanger,  wilde zich als acteur verder ontwikkelen, nam een rol aan in Catch-22 en tekende achter Paul Simons rug om een contract voor de vervolgfilm van Mike Nichols Carnal Knowledge. Ondanks het gigantische succes van Bridge Over Troubled Water, nog steeds een van de meest verkochte popalbums aller tijden, kwam in 1970 de vriendschap na zeventien jaar tot een einde.

Nieuwe muziek
Op gezette tijden kwam het dan weer tot een reünie en daar volgde dan weer een niet zelden openlijk in de media uitgevochten nieuwe breuk op. Juni 1981 was er een gigantisch openluchtreünieconcert in Central Park New York, een doorslaand succes, dat enigszins ontsierd werd toen een losgeslagen fan het podium opsprong en Paul Simon belaagde. Art Garfunkel stond erbij en keek er niet eens naar, tot grote woede van Paul Simon. Het was een jaar na de moord op John Lennon.

Voor Paul Simon was dat het althans voorlopig definitieve einde. Hij trok zich terug en ging in de luwte op zoek naar nieuwe muziek. Eind jaren zestig had hij zich in Londen in de Britse folkscene ondergedompeld. Nu vond hij zichzelf opnieuw uit, maakte kennis met de ska en vervolgens de reggae op Jamaica, ontmoette Jimmy Cliff die een wereldhit had met Vietnam. Hij scoorde, toch weer met Garfunkel, een wereldhit met de bewerking van het Peruaanse volksliedje El cóndor pasa.

We zien hem op zoek naar bijzondere klanken luisteren naar Les Voix Bulgares, een wonderschoon vrouwenkoor van kopstemmen uit de Bulgaarse bergen. En hij vertelt hoe hij op een achternamiddag in een cassettebandje met accordeonmuziek van de Boyoyo Boys in handen kreeg waar hij enorm enthousiast over raakte en alles vanaf wilde weten. Het spoor leidde hem uiteindelijk in 1985 naar Johannesburg, waar hij om kort te gaan in aanraking kwam met het fameuze Ladysmith Black Mambazo-koor en uiteindelijk in vijf studio’s op twee continenten het legendarische album Graceland werd opgenomen, het absolute doorbraakalbum voor de Afrikaanse muziek. En de rest is geschiedenis zou je kunnen zeggen.

In Restless Times: The Music of Paul Simon

Afrika
Er ontstond in eerste aanleg ondanks de lovende muzikale ontvangst behoorlijk wat controverse over Graceland omdat Simon in de tijd van apartheid naar Zuid-Afrika was gegaan en de culturele boycot had doorbroken. Maar dankzij het album braken Zuid-Afrikaanse artiesten Hugh Masekela en Miriam Makeba door. We zien een geweldig stadionconcert in Harare, Zimbabwe waar zwart en wit door elkaar een saamhorig publiek vormden. En niet uitgesloten moet worden dat het album een rol speelde in de vrijlating van Nelson Mandela en het einde van de apartheid in 1989.

Voor Paul Simon volgt dan nog weer een zoveelste muzikaal leven: soloalbums, compilatiealbums, op tournee met Bob Dylan, met Sting, om de zoveel jaar een reünie met Garfunkel, tot twee keer toe opgenomen in de Rock & Roll Hall Of Fame, de uitreiking van een Lifetime achieve Award, een fiks aantal Grammy Awards, een wereldtournee in 2010 en 2011, het is te veel om op te noemen. En dan tenslotte de opnamen voor Seven Psalms in 2023.

209 minuten duurt de film. Dat is een forse zit en bij menige film van die lengte, zoals voor mij Scorsese’s Killers of the Flower Moon, had het zonder problemen een uur korter gekund. In de VS is de documentaire in twee delen, Verse One en Verse Two, op tv uitgezonden. Met In Restless Times is er echter geen sprake van een slaapverwekkende lengte. Regisseur Alex Gibney dient de uitgebreide verhaallijn in hapklare brokken op, de vele livenummers worden op goede lengte in beeld en ten gehore gebracht en werken als aangename rustpunten. Het is mooi, het is veel en het is goed. Een groots muzikaal monument.

 

6 november 2024

 

 

ALLE RECENSIES

Blitz

**
recensie Blitz
Het afwezige hart

door Bert Potvliege

Net als het vorig jaar verschenen Maestro, kondigt Blitz zich aan als een film die gemaakt werd om Oscars binnen te rijven: een peperdure prestigeprent van een gelauwerd cineast over een donkere periode uit de geschiedenis van de twintigste eeuw, met in de hoofdrol een wereldwijd gerespecteerde jonge actrice. Het resultaat heeft niet het verhoopte effect: Blitz is een holle bedoening, een film waarin de identiteit van de maker in geen velden of wegen te bespeuren valt.

De Britse filmmaker Steve McQueen greep van bij zijn debuut de kijker ongenadig bij het nekvel. Zijn eerste twee films, Hunger en Shame (beide met Michael Fassbender), waren nietsontziende onderzoeken naar lichamelijke ondergang. Die prenten creëerden een ongemak door een confronterende thematiek en waren met hun meedogenloze beeldvoering visueel indrukwekkend. Typerend voor McQueen waren protagonisten als zelfdestructieve martelaars, gemotiveerd door onwrikbare overtuigingen en verlangens.

Blitz

Die narratieve focus op lichamelijk lijden was aanwezig in opvolger 12 Years A Slave, maar McQueen maakte met die film een bocht richting Hollywood. Strakke beeldkaders en een harde montage werden vervangen door soepel glijdende camerabewegingen en een alomtegenwoordige score van Hans Zimmer. Het vervolg van McQueens carrière toonde nog enkele stappen weg van dat wat hem typeerde. We schrijven tien jaar na zijn prijswinnende prent over slavernij en van die oorspronkelijke McQueen blijkt volgens Blitz geen spaander meer heel. 

Zoektocht door het puin
De blitz als onderwerp leent er zich door haar dramatiek toe er een verhaal in te situeren, maar de plot over een moeder en zoon die gescheiden raken tijdens het bombardement is te hapklaar en stroperig. Tijdens die befaamde aanval op Londen van 1940-1941 stuurt jonge moeder Rita (Saoirse Ronan) haar zwarte zoon George (Elliott Heffernan) wegens het gevaar de stad uit. De jongen raakt algauw verloren tijdens de uittocht. De film zal hun beider verhaal, waarbij moeder en zoon terug op zoek gaan naar elkaar, uit de doeken doen.

McQueen mag dan wel evenzeer aandacht besteden aan de lotgevallen van Rita als aan die van George, het verhaal van de moeder is richtingloos. George beleeft nog een kleinschalig avontuur, waarbij hij onder meer uit de handen wil blijven van een roversbende. Wat Rita meemaakt, voegt weinig toe aan de film. De evidente afloop van hun herenigingsverhaal verveelt.

George is een zwart kind, een thematisch element dat tot nadenken aanzet. Aangezien McQueen zelf een zwarte man is, lijkt hij met deze ingreep te spreken over het vrijgeleide racisme in een periode van maatschappelijke instabiliteit. De opvallende bijrol van Benjamin Clementine als Ife, een zwarte soldaat die George even onder zijn hoede neemt, is een aanvulling hierop. Welk fris inzicht McQueen precies wenst mee te geven aan de kijker, blijft vaag. Dat moraliteit in tijden van oorlog naar de achtergrond verdwijnt, waardoor racisme welig kan tieren, is een vreselijk neveneffect van maatschappelijke onrust. Dit is geen les die de kijker nog moet leren in de cinema.

Blitz

Te mooi voor een eigen smoel
De grootste bekommernis bij Blitz is dat de eigenheid van McQueen als cineast volledig verdwenen lijkt, alsof de film geconstrueerd werd door een AI. Weg is de protagonist als martelaar. Weg zijn de harde beelden en visuele confrontatie. Die eerder genomen bocht richting Hollywood wordt resoluut doorgetrokken. Het resultaat is dat McQueens film wegdrijft van de filmmaker en aansluiting vindt bij het werk van de formele en beleefde cinema van Sam Mendes. Vele kijkers zullen bij Blitz moeten denken aan Mendes’ Empire Of Light, dat een soortgelijke thematiek onderzocht.

Blitz is cinema die hyperprofessioneel in elkaar zit, maar waarbij het hart afwezig blijkt te zijn. De geromantiseerde look van platgebombardeerde wijken doet denken aan heroïsche oorlogscinema van vervlogen tijden en niet op een goede manier. Oorlog is te mooi in deze film, alsof Anthony Minghella (The English Patient) in de regiestoel zat en dit het jaar 1995 was. Wanneer een bom een nachtclub treft, krijgen we de lijken te zien in de nasleep. Geen van die lijken mist ledematen of heeft een verwrongen gelaat. Ze werden enkel bedekt met stof en puin, met hooguit een straaltje bloed uit de mondhoek.

McQueens film komt in een gedateerde vorm. Een goed verteld verhaal zou dit nog kunnen toedekken, maar doordat de film twee verhaallijnen simultaan presenteert, wordt de kijker belemmerd in het volop meeleven met Rita of George. Uiteraard eindigt dit alles met een epische grandeur: moeder en zoon die in elkaars armen vallen, terwijl de camera omhoog stijgt en je de moederliefde kan gadeslaan met op de achtergrond de vernielde stad. De wijken liggen in duigen. De film ook.

 

5 november 2024

 

ALLE RECENSIES