Weiner

****

recensie Weiner

Fucked in the Big Apple

door Ralph Evers

In 2011 kwam het Amerikaanse Democratische congreslid Anthony Weiner in opspraak vanwege sexting. Dat leidde tot zijn aftreden. Twee jaar later keert hij terug naar het politieke front. Ditmaal door zich verkiesbaar te stellen als de nieuwe burgemeester van New York.

De documentaire opent met een felle en uiterst strijdbare Weiner. Hij oogstte daarmee veel lof in het land. Een democraat die het de republikeinen erg lastig maakte en niet in hun vele trucjes trapte. Aan die carrière kwam abrupt een einde wanneer er pikante foto’s uitlekten, leidend tot het zogenaamde sexting schandaal. Sexting is het delen van seksueel geladen berichten of foto’s via mobiele telefoons of andere mobiele media. In het akelig preutse Amerika natuurlijk een doodzonde. Zeker bij de White Anglo-Saxon Protestants (WASP).

Documentairemakers Josh Kriegman en Elyse Steinberg volgen de ondergang en opstanding van Weiner van dichtbij. Ze hebben onbeperkte toegang tot Weiner en zijn vrouw Huma Abedin, het campagneteam en zijn familie.

Weiner

De lul
Wanneer Weiner na een pauze van twee jaar zich kandidaat stelt om voor het burgemeesterschap van New York te dingen, ruiken de media natuurlijk bloed. Wij denken misschien dat het Nederlandse verkiezingsspel al een niet serieus te nemen circus is. Nou, welkom in Amerika. Inhoudelijk op een belangrijk thema ingaan? Welnee, deze blanke, Joodse man, heeft huwelijksschennis gepleegd, dus ja, waarom is deze man dan überhaupt nog te vertrouwen? Iets in deze lijn loopt de logica van het Amerikaanse politieke mediatheater. Daarbij wordt dankbaar gebruik gemaakt van de achternaam van Anthony, uitgesproken als ‘wiener’, betekent het ook penis.

Van democratie naar egocratie
Aanvankelijk weet Weiner zijn verleden handig in te zetten in zijn kandidaatstelling. ‘Mijn vrouw heeft mij vergeven, dus waarom niet ook het Amerikaanse volk?’ Opvallend is dat met name de zwarte, latino- en homobevolking van New York achter hem staan. Deze mensen staan blijkbaar wat dichterbij de menselijke realiteit dan de zich verheven voelende W.A.S.P.’s en zijn ook geïnteresseerd in wat Weiner voor hen kan betekenen, in plaats van nog een sappig detail van zijn misstap. Een sterke boodschap leidt er toe dat Weiner bij tussentijdse peilingen bovenaan staan. Zou het dan toch lukken, de grootste comeback uit de Amerikaanse politieke geschiedenis?

Aaibare narcist
Dan komt een nieuw schandaal naar boven. Wederom blijkt Weiner met meerdere vrouwen seksueel getinte berichten uitgewisseld te hebben. Einde race om het burgemeesterschap.

Weiner

Een kracht van de documentaire is dat hij zelf geen moreel oordeel velt over het gedrag van Weiner en de reacties van anderen erop. We volgen Weiner op de voet en leren de man achter de politicus kennen. Zijn ijdelheid en zelfdestructieve gedrag in het volharden in seksuele uitspattingen op de sociale media. Zijn ideeën, zijn manier om met frustraties en tegenslag om te gaan en zijn manier om de vele aasgieren, zoals een talkshowhost van een MSNBC-programma, de prostituee met wie hij contact had en geagiteerde burgers die van schande spreken – en met wie hij jammerlijk in een bekvechtpartij terechtkomt.

Kritische noot
Op subtiele wijze toont de documentaire kritiek op hoe onze democratieën door op sensatie beluste media op de slachtbank worden gelegd. Toch beschuldigt Anthony Weiner die media niet. Ze doen slechts hun werk en middels sensaties, dus kijkcijfers, hebben zij overeind te blijven. Uiteindelijk wil Weiner vooral de nuance achter al die bombast laten zien, de mens achter het schandaal en de dubbele moraal van de vele spelers. Daarin is hij goed geslaagd.
 

24 september 2016

 
MEER RECENSIES

Wave, The

**

recensie  The Wave

The Towering Inferno in een Noorse fjord

door Bob van der Sterre

Noorwegen is dat mooie, sprookjesachtige land. Maar dat kan verraderlijk zijn. Op een dag heeft natuur andere plannen: een landverschuiving brengt een tsunami op gang. Rennen voor je leven in Bølgen / The Wave.

Een scenarioschrijver. Je beseft pas weer wat het belang is van zo’n functie als je een film ziet die niets origineels te bieden heeft. De rampenfilm The Wave houdt zich voortreffelijk aan alle eerder bedachte opzetjes hoe een rampenfilm moet worden gemaakt, letterlijk een schoolvoorbeeld.

Het is alsof je aan Google vraagt: hoe maak ik een rampenfilm? En dit is dan het eerste beste antwoord dat je vindt.

The Wave

Clichés overvallen je meteen. Een geoloog, Kristian. Zijn laatste dag (uiteraard), hij gaat verhuizen. Hij neemt afscheid van zijn werk. Maar er zijn rare signalen met het grondwater. Merkwaardig. Hij staat klaar om de pont op de rijden maar keert op het laatste moment om en gaat onderzoek doen.

Kristian heeft twee kinderen (jong meisje, skateboardende puber) en een vrouw die vindt dat hij zich niet meer zo moet opwinden. Het is zijn werk toch niet meer?

Ramp
De clichételler staat dan al op 79. Maar er komt meer. Hij doet onderzoek bij een berg in de Geirangerfjord. Sommige kabels zijn gebroken. Op kantoor schreeuwt hij dat een ramp staat plaats te vinden. Hij slaat letterlijk met de vuist op tafel. Helpt het? Uiteraard niet. De baas wil de alarmknop echt niet indrukken, het is immers nog toeristenseizoen.

Later gaat de ongelovige baas zelf een keer kijken. Je kunt wel raden wat er op dat moment gebeurt.

Vanaf hier gaat de scenarioschrijver volledig op de automatische piloot; je kunt rustig concluderen dat The Wave helemaal 0% origineels te bieden heeft in het rampengenre. De landverschuiving vindt plaats, creëert een tsunami, laat een familie vervolgens survivallen in het water, zoon, moeder, dochter, ze doen allemaal mee, hier en daar een paar offers van onbelangrijke bijrollen (‘vrienden’), allemaal zo voorspelbaar als dat morgenochtend de klok weer naar rechts zal lopen.

Een paar van de clichés: brommend geluid van de dreigend aankomende golf; mensen staren ongelovig in plaats van hard weg te rennen; slow motion door het water drijven, wisselend geluid en stilte; plassen water door de gangen van een gebouw; kindje kwijtraken, plots terugvinden; verdrinken, water spugen en je bent er weer; kindje ziet ouders en trekt een spurt; moeder die gilt omdat zoon/man/anyone dreigt te verdrinken.

The Wave

Nachtmerrie
Het is The Towering Inferno maar dan in een Noorse fjord. En dat is dan het enige pluspunt: het is een mooie rampplek. Het CGI-team heeft de nachtmerrie van velen mooi uitgebeeld: een tsunami tussen de fjorden waar je zo hard mogelijk vandaan moet rennen. Watergolven die door een hotel sjezen. Leuk bedacht. Bijna jammer van de film die eromheen zit.

Over The Wave nadenken zou tijd verspillen zijn. Ja, die ramp in Geiranger kan echt plaatsvinden. Ja, om dat te weten kunnen we ook een documentaire kijken of een boek openslaan. Dat die ramp rampzalig zal zijn, daarvoor hoeven we ook geen speelfilm te kijken (trouwens, Istanbul kampt met hetzelfde gevaar, en Tokio, en San Francisco, je kunt er een hele serie van maken, The Wave II, The Wave III, de volgende Hollywood-franchise staat al klaar).

Beter om zelf een wandeling door de fjorden maken! Maar wat je moet doen als je die golf dan ziet aankomen? Wel of niet in die auto duiken, de film lijkt het zelf ook niet te weten.

 

18 mei 2016

 

MEER RECENSIES

 

Wakhan Front, The

***

recensie  The Wakhan Front

Collectieve wanhoop

door Damian Uphoff

Een verfrissende oorlogsfilm – ja, het is dus echt mogelijk. Oeverloos macho gebral, pathetische heroïek, lomp geknal; niks van dat in The Wakhan Front. Regisseur Clément Cogitore wendt zich tot een originelere aanpak. Alleen dat verdient al lof. 

Gestationeerd in de spuuglelijke contreien van Wakhan (Afghanistan), heeft een unit Franse soldaten nog wat losse eindjes aan elkaar te knopen. Alvorens hun biezen te pakken hebben ze nog één opdracht: het bewaken van de afgelegen vallei in Wakhan. Aangezien het een kalme regio betreft lijkt dit geen moeilijke taak, maar ze ondervinden al vlug dat het geen sinecure blijkt. Op curieuze wijze verdwijnen er soldaten, zonder ook maar iets van een spoor achter te laten. Alsof de aarde ze heeft opgeslokt. De pragmatisch ingestelde sergeant Bonassieu probeert de boel in toom te houden, maar tevergeefs. De wanhoop doet intrede.

Recensie The Wakhan Front

Frisse draai
The Wakhan Front heeft een opmerkelijk concept voor een oorlogsfilm. Het is er eentje die je evengoed in een horrorfilm zou kunnen aantreffen, alleen is The Wakhan Front dat allesbehalve. Een dappere poging van de debuterende regisseur Clément Cogitore, slechts bekend van kortfilms als Parmi nous en Un Archipel.

De uitwerking laat het veelbelovende uitgangspunt niet in de steek. The Wakhan Front richt zich voornamelijk op sfeer, iets wat weinig oorlogsfilms doen. Duistere soundscapes zetten een nijpende sfeer neer. Dat lukt niet altijd, want op audiovisueel vlak blijft de film net te terughoudend om echt beklemmend te zijn. De cinematografie beperkt zich vooral tot het droog vastleggen van het verdorde Afghaanse landschap, al zorgen de beelden door de nachtkijkers voor variatie. Het hoogtepunt is een wat dynamischere scène, waarin een soldaat kwade geesten tracht te verdrijven met een soort dans.

Afzwakkend mysterie
De mysterieuze verdwijningen eisen op een gegeven moment hun tol op de psychische gesteldheid van de soldaten. De lokale bevolking weet blijkbaar van niks, en ook de Taliban heeft geen enkele notie. Sterker nog, zij hebben met hetzelfde probleem te kampen. De concrete oorzaak van de verdwijningen krijg je als kijker nergens. Er worden slechts enkele oorzaken gesuggereerd. Daar is ansich weinig mis mee, alleen is het ‘probleem’ dat het mysterie gaandeweg aan kracht inboet. Eens het einde nadert begint het plot chaotische vormen aan te nemen. Alsof de regisseur zich na driekwart van de film geen raad meer wist, en het zaakje maar wat afraffelde.

Recensie The Wakhan Front

Het acteerwerk is erg dubbel. De Franse soldaten zetten hun rollen geloofwaardig neer, met Jérémie Renier als speerpunt. Dat geldt niet voor de Taliban-strijders. Geleid door een snuiter die nog het meest weg heeft van een dubieuze kruising tussen Gimli uit The Lord of the Rings en Jack Sparrow, komen ze een beetje lachwekkend over. Ook de wijze waarop de twee partijen uiteindelijk met elkaar in verzoening raken is allesbehalve geloofwaardig. Ze zitten nog net niet met elkaar aan de thee.

The Wakhan Front is zeker geen slechte film. Hij is er eentje die afwijkt van de geijkte genreconventies, en tot op zekere hoogte intrigeert. Maar ergens wringt het dat de potentie die hier in zit er slechts met mondjesmaat uitkomt.

 

27 januari 2015

 

MEER RECENSIES

Walk in the Woods, A

**

recensie  A Walk in the Woods
Het grote foute slapstickavontuur

door Nanda Aris

Hoezeer Robert Redford, Emma Thompson en Nick Nolte ook gewaardeerde acteurs zijn, deze ‘oude rotten’ kunnen niet voorkomen dat A Walk in the Woods, gebaseerd op het reizigersmemoir van Bill Bryson, een flauwe slapstick is.

Regisseur Ken Kwapis verfilmt graag boeken (The Sisterhood of the Traveling Pants, 2005) en op waarheid geïnspireerde verhalen (Big Miracle, 2012), maar helaas zelden van een hoog niveau. Daarom is het opmerkelijk dat hij voor zijn nieuwste film met goede acteurs mag samenwerken. Het zal het vertrouwen in het verhaal zijn dat de acteurs deed besluiten om hun medewerking te verlenen.

Recensie A Walk in the Woods

Twee oude mannen
Schrijver Bill Bryson (Robert Redford) besluit dat hij de 2100 mijl lange Appalachian Trail wil bewandelen. Zijn vrouw (Emma Thompson) vindt dat een minder goed idee, en probeert hem op andere gedachten te brengen. Ze overtuigt hem ervan dat hij beter met een vriend kan gaan lopen, en dus belt Bill een aantal oude vrienden op. Wie hij niet belt, maar wie hém opbelt, is Stephen Katz (Nick Nolte), zijn oude vriend met wie hij ooit door Europa trok. Hij ziet een trektocht wel zitten, ondanks zijn slechte conditie.

Nolte past goed de rol van ruige, ex-alcoholistische, vrijgezelle man, die toegeeft dat hij de ene helft van zijn leven spendeerde aan “getting drunk and chasing pussy” en de andere helft “wasted”. Redford en Thompson gun je op acteergebied beter, alhoewel ze het beste proberen te maken van hun rol – zo is Thompson aandoenlijk als ze afscheid neemt van Redford wanneer hij aan zijn reis begint.

Slapstick
En zo vertrekken de twee oude vrienden, die elkaar al jaren niet meer gesproken hebben, samen op reis. En begint het grote foute slapstickavontuur. De slechte grappen volgen elkaar in rap tempo op. Zo zakt het stapelbed waarin de twee mannen in een hostel slapen, in elkaar. De flauwheid van de grappen zit hem ook in de voorspelbaarheid. Katz gaat bovenin het stapelbed liggen, het bed kraakt, Bill ligt eronder, en kijkt omhoog naar de onderkant van het stapelbed, dat natuurlijk vervolgens in elkaar zakt.

De slechte grappen leiden ons helaas af van prachtige shots van de omgeving (Amicalola Falls State Park, in Dawsonville, Georgia) waar de mannen doorheen wandelen.

A Walk in the Woods

Avontuur
Andere films waarin de hoofdpersoon de wijde wereld intrekt zijn onder andere Into the Wild (2007) en Wild (2015). Waar Into the Wild geweldig slaagt in het meenemen van de kijker op een groot avontuur, is Wild al een kuisere versie die minder aangrijpt, en roept A Walk in the Woods eerder weerstand dan sympathie op. In Wild volgen we Cheryl, een jonge vrouw die besluit de Pacific Crest Trail te lopen. De intenties voor de wandeltocht zijn verschillend – voor Cheryl (Reese Witherspoon) is het een reden om haar verleden te verwerken, voor de mannen om te bewijzen dat ze het kunnen.

Misschien is deze recensent minder gecharmeerd van films waarin oude mannen op reis gaan, want ook The Bucket List (2007), waarin twee terminale oude mannen samen op reis gaan om dingen te doen die ze altijd nog hadden willen doen, kon weinig bekoren.

 

11 december 2015

 

MEER RECENSIES

Walk, The

***

recensie  The Walk

Up In The Air

door Suzan Groothuis

Natuurlijk moest het verhaal van Philippe Petit, een charismatische Franse koorddanser, verfilmd worden. Op zijn koord bewandelde hij de immense leegte tussen de Twin Towers. Door Robert Zemeckis vastgelegd in overweldigend 3D. Geschikt voor alle leeftijden, maar niet voor mensen met hoogtevrees.

Wie Man On Wire (James Marsh) gezien heeft, weet wat ‘m te wachten staat in The Walk. In Marsh’ bejubelde documentaire uit 2008 zien we het verhaal van Philippe Petit, een bevlogen, energieke man met een grote passie: koorddansen. Koorddansen met een missie, want hij heeft het gewaagd om in 1974, ten tijde van het aftreden van Nixon, de immense leegte tussen de Twin Towers van The World Trade Center te bewandelen.

Niet zonder poespas
Dat ging natuurlijk niet zonder poespas: Petit stelde een team samen om clandestien de nog in constructie zijnde torens binnen te dringen en vanaf 450 meter hoogte zijn koord te spannen. In Man on Wire zien we het uiteindelijke resultaat vanaf ground zero: een sereen beeld van een man die één is met zijn koord en de lucht rondom hem. Daarmee werd Petit de artiest die The World Trade Center een ziel gaf.

Recensie The Walk

Een prachtig uitgangspunt voor een speelfilm, zeker in een tijd dat CGI en 3D hoogtij vieren. Robert Zemeckis, de man van Back To The Future, Who Framed Roger Rabbit en Forrest Gump, op IMDb ook wel omschreven als ‘whiz-kid met special effects’, waagde het om Petits ongelofelijke verhaal te verfilmen. Hij doet dat met een groots gebaar: in het openingsshot zien we Joseph Gordon-Levitt (Inception, The Dark Knight Rises) als Philippe Petit op de top van het Vrijheidsbeeld staan, terwijl hij zijn avontuur introduceert en de twee torens achter hem schitteren.

Hoger doel
Waar “le coup”, zoals Petit de dag van zijn gewaagde stunt omschrijft, in Man on Wire direct aanvangt, is er in The Walk eerst aandacht voor Petits tijd in Frankrijk. Als straatartiest zien we hem, in karikaturaal Parijs, zijn brood verdienen. Wanneer hij leest over de bouw van de Twin Towers is het voor Petit zo klaar als een klontje. Die twee torens gaat hij op zijn koord bewandelen. Ofwel in zijn eigen woorden: “I’ve got to put a wire between those towers; I’ve got to walk”. En vanaf dat moment zien we hoe zijn passie voor het koorddansen ontstaan is en gevoed wordt door zijn leermeester Papa Rudy (Ben Kingsley).

De sprookjesachtige avontuurlijke sfeer van de film krijgt een andere wending als Petit met zijn team en zijn grote liefde Annie (Charlotte Le Bon) de dag van “le coup” voorbereidt. Alles is tot in de puntjes gepland en doet denken aan een strak beraamde bankoverval. Die overigens niet zonder problemen verloopt, wat een paar spanningsvolle momenten oplevert.

The Walk

Al het voorgaande verbleekt bij de langverwachte scène waarin een trefzekere Petit de eerste stappen op zijn koord zet. In overweldigend IMAX 3D toont Zemeckis de duizelingwekkende hoogte, maar bovenal hoe de kijker één wordt met de Fransman en zijn koord. Uiterst geconcentreerd, stapje voor stapje, kijken we door Petits ogen naar de overkant en uiteindelijk ook naar wat geen koorddanser ooit doet – naar beneden. Een prachtige, emotionele (door Philippe Petit zelf voorzien van voice-over!) maar ook huiveringwekkende ervaring: klamme handjes waardig.

Magisch avontuur
Daarmee is niet gezegd dat The Walk een geweldige film is. Zeker de eerste helft heeft een zoet en geromantiseerd karakter met dunne dialogen. En het is even wennen om Gordon-Levitt met een knullige pruik op en een dik Frans accent te horen praten. Anderzijds overtuigt hij wel als gedreven en charmante showman en toont hij de kijker dat alles mogelijk is – ook het onmogelijke. De acteur leerde zelfs koorddansen – hij kreeg persoonlijk les van Petit. De andere acteurs – Kingsley in een veilige rol als leermeester en Charlotte Le Bon als liefje wat eendimensionaal – steken af tegen die tomeloos energieke, gedreven Petit. Maar het is dan ook zijn film, zijn queeste.

Hoe je het wendt of keert, op filmisch gebied laat Zemeckis een knap staaltje CGI (de twee torens zijn levensecht in beeld gebracht) en 3D zien. Zijn The Walk is een duizelingwekkende ode aan het magische avontuur van een gedreven avonturier en een ode aan de torens die ooit waren.

 

5 oktober 2015

 

MEER RECENSIES

We Are Your Friends

***

recensie  We Are Your Friends

Deejayen voor dummies

door Alfred Bos

Voorspelbaar verhaal over een, voor Amerika althans, nieuw fenomeen: elektronische clubmuziek. Dankzij alle raak getroffen details blijft We Are Your Friends overeind.

Vroeger wilden jongens piloot worden, of brandweerman. Tegenwoordig willen ze beroemd worden, of minstens deejay, want dat is hetzelfde, denken ze. Zo ook Cole (Zac Efron), de protagonist van We Are Your Friends. De film verhaalt over een vriendengroep uit de San Fernando Valley nabij Los Angeles en hun avonturen in clubland. Of zoals Mason, de alfa-aap van het spul, zegt: ‘99% van de mensen wil feesten, 1% is het feest.’ Het kwartet Mason, Cole, Ollie en Squirrel behoort tot de laatste categorie.

Recensie We Are Your Friends

Net als eerdere films over de clubcultuur van house en techno – 24 Hour Party People, It’s All Gone Pete Tong en recentelijk nog Eden, alle van Europese makelij – claimt ook We Are Your Friends authenticiteit. De club als vleesmarkt, de drugs, de muziek – het is allemaal naar het leven geschetst. En omdat clubmuziek in Amerika een relatief nieuw fenomeen is, wordt er in deze Amerikaanse productie van alles uitgelegd. Het is een stoomcursus ‘deejayen for dummies’, wat niet helemaal verbaast want regisseur Max Joseph maakte eerder vooral documentaires en video’s. Dit is zijn eerste feature film.

Puberale personages
Voor Cole is clubben meer dan feesten. Zijn flair voor het deejayen en het produceren valt op bij James Reed (Wes Bentley), een internationale topjock met een luxeprobleem, drank, en een luxe-vriendin, Sophie (Emily Ratajkomski, bekend van Robin Thicke’s  Blurred Lines –videoclip, in haar derde filmrol, na Gone Girl en Entourage). Detail: aan de muur van Reeds studio hangt een poster van een Amsterdamse clubavond, met onder meer Nicky Romero en Dirty South op het affiche. James helpt Cole op weg en Sophie blijft niet achter. Er is ruzie, er is overspel, er valt een drugsdode, maar Cole bereikt zijn doel. Fanfare, vuurwerk, doek.

Dat We Are Your Friends ondanks zijn voorspelbare verhaallijn en puberale personages nimmer ontaardt in een treinwrak, is te danken aan de accurate schets van het milieu. Het saaie werk in de studio met het eindeloos uitproberen van geluiden, de namen die Reed in zijn conversatie laat vallen, de valkuilen van het vak die hij Cole voorhoudt, het verschil in sfeer tussen clubs en raves, de muziek op feestjes met sterren (Foxygen!) – het is allemaal precies raak.

We Are Your Friends

Progressive trance
Reed herkent in Cole een ‘acuut gevoel voor assemblage’. Hij bedoelt dat Cole kan arrangeren en als deejay zijn publiek van emotie naar emotie kan leiden. Cole op zijn beurt laat zich niet afleiden, behalve door Sophie dan. Voor Mason, Ollie en Squirrel staat het feesten centraal, voor hem de muziek. Een aanvankelijk raadselachtige scène valt op zijn plek wanneer Cole live voor een festivalpubliek een nieuwe track uit de machines klopt: hij benut gesampled omgevingsgeluid als basisingrediënt voor een compositie. Hij gebruikt het belangrijkste gereedschap van een deejay, zijn oren.

Opvallend genoeg draait de film niet om het in de States populaire EDM (electronic dance music), maar horen we de progressive trance van Sasha en John Digweed, een genre dat tot voor kort in het door rock en hiphop gedomineerde Amerika met geen mogelijkheid mainstream kon worden genoemd. Voor de Europese clubber is het wellicht gesneden koek, maar voor het Amerikaanse publiek kan We Are Your Friends als een oog (en oor) opener fungeren. De film biedt tevens een rake moraal, verwoord door Squirrel: ‘Het is op zijn best vlak voor het los gaat.’ Nu het EDM-genre in Amerika zijn beste tijd heeft gehad en ruimte maakt voor Europese clubmuziek, draait de film daar precies op dát moment.

 

25 augustus 2015

 

MEER RECENSIES

While We’re Young

***

recensie  While We’re Young

Hoe echt is echt?

door Alfred Bos

De Newyorkse filmmaker Noah Baumbach schetst rond het problematische begrip authenticiteit een eigentijdse zedenschets over twee veertigers die via een vriendschap met twee twintigers hun jeugd opnieuw beleven. En tot een verwarrende ontdekking komen.

Er is geen goed Nederlands woord voor de term comedy of manners. Sociale satire komt wellicht nog het dichtst in de buurt, al is de satire in het genre mild. Oscar Wilde is de peetvader van de comedy of manners en Noël Coward werd de meester van de spitse dialoog, het karikaturale type en de satirische zedenschets. In de cinema is Woody Allen de meest prominente regisseur van grollige verwikkelingen rond twijfelaars op zoek naar een comfort zone.

Recensie While We’re Young

While We’re Young, de zevende speelfilm van de Newyorkse regisseur Noah Baumbach, draait rond een artistiekerig echtpaar uit New York dat op de rand van de middelbare leeftijd staat. Josh Schrebnick (Ben Stiller) maakt zwaarwichtige documentaires en zit al jaren aan zijn laatste werkstuk te schaven. Cornelia Schrebnick (Naomi Watts) probeert na twee miskramen te wennen aan het idee dat ze mogelijk kinderloos zal blijven. Zie ze zitten grijnzen wanneer ze bij bevriende leeftijdsgenoten op kraamvisite zijn.

Vinylcollectie
De manners in deze komedie zijn de contrasterende ideeën van Joshs generatie, de veertigers, en de levensstijl en attitude van de digitale twintigers. Die worden vertegenwoordigd door Jamie (Adam Driver, bekend van de HBO-serie Girls) en Darby Massey (Amanda Seyfriend), archetypische hipsters uit Brooklyn met een tweedehands interieur en een heuse vinylcollectie – we zien (maar horen niet) The Kinks’ Lola Versus The Powerman uit 1970, tegenwoordig al snel 150 euro waard. De stellen raken bevriend en de veertigers laten zich de 21ste eeuw in sleuren, wat voorspelbaar komische momenten oplevert.

De digitale jonkies pronken niet alleen met analoge geluidsdragers en meubels uit de kringloopwinkel, aspirant-filmer Jamie is wild van Joshs authenticiteit als documentairemaker. Dat is op zich al ironisch, maar regisseur Baumbach, die zoals voor al zijn films ook het scenario schreef, stopt een adder in het Brooklynse hipstergras. Jamie’s vriendschap is geënsceneerd, hij gebruikt de goedwillige Josh om binnen te dringen in de filmkliek van New York.

Recensie While We’re Young

Commentaar op mediamaatschappij
En zo ontpopt While We’re Young zich als een metafilm, een film over film; een commentaar op de vraag wat in hemelsnaam nog authentiek is een mediamaatschappij waarin ook documentaires zich volgens een draaiboek ontwikkelen en de ‘werkelijkheid’ de verbeelding is van wat iemand voor de werkelijkheid houdt. Die filosofische dimensie kringelt de film binnen en overwoekert uiteindelijk de satirische zedenschets. Cynische kijkers zouden dat een gebrek aan focus kunnen noemen, of nodeloze zwaarwichtigdoenerij. Hoe dan ook, het geeft de luchtigheid gewicht.

Noah Baumbach is na Greenberg (2010, met Ben Stiller) en Frances Ha (2012, met Adam Driver) druk doende zich te profileren als de natuurlijke opvolger van Woody Allen. Een scherpe maar begripvolle kijk op onhandig doen en onverstandig laten van de mens als wezen – en lang niet altijd even sociaal wezen – geven zijn films een humanistische ondertoon. En dat hij de comedy of manners gebruikt om een heel eigentijds thema aan te snijden illustreert dat het genre van alle tijden is. Want mensen veranderen nooit. Dat doet alleen hun speelgoed.

 

25 juli 2015

 

MEER RECENSIES

What We Did on Our Holiday

****

recensie  What We Did on Our Holiday

Niet denken maar leven

door Cor Oliemeulen

Wat een dreigende echtscheiding, een zieke opa en Vikingen met elkaar hebben te maken, kun je zien in deze wonderbaarlijke familiefilm waarin drie jonge kinderen de volwassen acteurs van het doek spelen tegen het adembenemende decor van de Schotse Hooglanden.

Andy Hamilton en Guy Jenkin vormen een succesvol duo. Na het schrijven en regisseren van enkele comedyreeksen, oogstten zij veel lof voor de Britse sitcom Outnumbered, die vijf jaar lang op de BBC werd uitgezonden en vele prijzen won. Het bijzondere van deze serie is de rol van de kinderen. Terwijl de volwassen acteurs vaste dialogen kregen, mochten de kinderen er lustig op los improviseren. Een gouden idee, dat bijna schreeuwde om een speelfilm over het grappige Engelse gezin van Outnumbered, echter Hamilton en Jenkin peinsden hier niet over. Uiteindelijk lieten zij zich wel verleiden tot een film over een ander echtpaar met drie kinderen, in een totaal andere setting, maar gelukkig met dezelfde techniek van storytelling.

Recensie What We Did on Our Holiday

Bijdehand
Het creatieve duo bedacht een prachtig, origineel verhaal en nam de cinematograaf van Outnumbered mee naar de Schotse Hooglanden waar een Londens gezin is uitgenodigd door opa die zijn 75ste verjaardag viert. Saillant detail is dat vader Doug (bekende tv-acteur David Tennant) en moeder Abi (Rosemund Pike, Gone Girl) op het punt van scheiden staan en dat zij hun uiterste best doen dit voor hun kinderen en de rest van de familie te verbergen. De kids zijn geweldig gecast, lekker bijdehand en besluiten tot een uiterst memorabele daad, die elk voorstellingsvermogen van de volwassenen zal ontstijgen.

Het filosofische handelen van de drie jonge kinderen (“Volwassen ruziën alleen maar”) maakt van What We Did on Our Holiday een unieke film, die niet alleen regelmatig erg jolig is, maar ook tot nadenken stemt. Eén van opa’s wijze lessen is: “Niet denken maar leven”, een boodschap die de kinderen graag ter harte nemen. De oudste is de negenjarige Lottie, die met haar bril en serieuze kijk op het leven wat doet denken aan Abigail Breslin in Little Miss Sunshine (2006). Haar kleine zusje Jess van vier is voor haar leeftijd uitermate grappig, ad rem en nieuwsgierig: “Kun je een struisvogelei terug in de struisvogel stoppen?” De middelste van de drie is de zesjarige Mickey die zich 84% Viking voelt en geobsedeerd is door zijn oppergod Odin.

Recensie What We Did on Our Holiday

Verwondering
Mickey’s Viking-fantasie komt goed tot zijn recht in de wonderschone Schotse natuur waarin het uitstapje met hun terminaal zieke opa Gordie (Billy Connoly, Quartet) naar het afgelegen strand het buitengewone moment van de film vormt. Als het gezelschap later terugkeert naar het familiehuis waar het verjaardagsfeest op het punt staat te beginnen, weten de kinderen zich weer geconfronteerd met de realistische wereld van de volwassenen. Nadat de crisis, door wat er tijdens het uitstapje is gebeurd, het hoogtepunt bereikt, dreigt What We Did on Our Holiday even een Disney-twist te krijgen, maar dat zal de sympathie en verwondering van de kijker niet drukken.

 

11 juli 2015

 

MEER RECENSIES

Woman in Gold

**

recensie  Woman in Gold

Eén dame, twee partijen en één gelijk

door Joris van Huët

Het goud schittert het meest waar de deugd niet meer blinkt. Een strijd om het bezit van een gouden dame. Een dame met een indrukwekkend achtergrondverhaal: gestolen door nazi’s, geclaimd door een staat en nagestreefd door een 80-jarige politieke vluchteling. Haar spectaculaire verhaal verbloemt de saaie zit in de rechtszaal.

Woman in Gold opent met een korte scène over de Oostenrijkse schilder Gustav Klimt, gespeeld door de Duitse acteur Moritz Bleibtreu met Rasputin-achtige baard. Hij landt zijn laatste penseelstreken op het doek van zijn meesterwerk in 1907: Portret van Adèle Bloch-Bauer I. Hierna maken we kennis met Maria Altmann (gespeeld door Helen Mirren), een Weens geboren inwoner, die is geëmigreerd naar Los Angeles. Dit waargebeurde verhaal betreft haar acht jaar durende rechtszaak tegen de Oostenrijkse autoriteiten om het bezit van Klimts schilderij, dat haar joodse familie ontnomen werd door de nazi’s zestig jaar geleden. De advocaat die haar helpt is de kleinzoon van de componist Arnold Schönberg: Randol Schönberg (Ryan Reynolds).

Recensie Woman in Gold

Kristallnacht
Een sluier duisternis overdekt de koude winternacht in Wenen. De stad wordt het podium voor de eerste grote aanval op de joodse gemeenschap door nazi-Duitsland. Joseph Goebbels geeft het bevel en het gevolg is georganiseerd geweld tegen joden, hun huizen, bedrijven en synagogen. De twee dagen van rellen die volgen, staan bekend als de Kristallnacht, het begin van de Holocaust.

Een van de getroffen huishoudens is dat van Maria Altmann’s rijke familie. Haar kostbare schilderijen, sieraden, en andere eigendommen van onbetaalbare waarde worden geplunderd door de troepen van Adolf Hitler. Het meest waardevolle bezit is het Portret van Adèle Bloch-Bauer 1 (Woman in Gold) van Gustav Klimt, die vaak echt goud in zijn schilderen verwerkte. Dit schitterende werk kwam na de oorlog in de Weense Galerie Belvedere te hangen en werd later het duurste schilderij ooit. De persoonlijke waarde voor de familie is onschatbaar.

Slap
In George Clooney’s The Monuments Men (2014) riskeert een groep Amerikaanse soldaten hun levens om beroemde kunstwerken die waren gestolen door de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog te heroveren. Het is niet bepaald een grootse film maar hij tekent wel het plaatje van de waarde die we hechten aan historische kunst in de huidige maatschappij.

Woman in Gold belicht dit vanuit het perspectief van een individu. De emotionele contouren van Maria Altmanns leven vormen de rode draad in deze film. Een politieke vluchteling die dagelijks herinneringen heeft van de wreedheden uit de Tweede Wereldoorlog. Na zestig jaar keert zij terug naar haar moederland om het schilderij van haar familie terug te winnen. Het doet enorm denken aan Stephen Frears’ Philomena ( 2013), waarin een oudere dame na een lang leven terug reist naar haar roots om iets persoonlijks te vinden. Alleen Philomena is een stuk beter.

Recensie Woman in Gold

Dialoogbombardement
Regisseur Simon Curtis is succesvoller met zijn flashbacks dan met de met dialoog gebombardeerde rechtszaalscènes. Die lijken bevlekt door het slapste koffiemerk dat er is, genaamd Cliché – terwijl juist een sterk bakje pleur wenselijk is bij de slaapwekkende zittingen. De spanning van Woman in Gold is terug te vinden tijdens Maria’s ontsnapping uit het door de nazi’s bezet Wenen. Een paar ontroerende optredens van Tatiana Maslany als de jonge Maria redden de film.

Alom een saai drama met teveel mager uitgewerkte concepten en voorgekauwd sentiment. De Oostenrijkse staatslieden zijn dusdanig in uniform, dat zij een nazi-vibe met zich meebrengen. Het is bijna beledigend aan de kijkers de mate waarin Curtis de good guy – bad guy verhoudingen er zo dik bovenop legt. Daarnaast is de interactie tussen onze hoofdrolspeelster en haar advocaat bijzonder ongeloofwaardig. Dat maakt van Woman in Gold een film met weinig uitdaging. Jammer, er zit veel meer potentie in het waargebeurde verhaal.

 

24 mei 2015

 

MEER RECENSIES

White Shadow

***

recensie  White Shadow

Het chaotische leven van een albino

door Cor Oliemeulen

Buitenbeentjes vormen een dankbaar thema voor filmmakers, zeker als ze voortdurend in levensgevaar zijn. White Shadow is de eerste speelfilm over Afrikaanse albino’s die hoog op het verlanglijstje van idiote medicijnmannen staan.

In een aantal Oost-Afrikaanse landen lopen albino’s het risico in mootjes te worden gehakt, omdat toverdokters denken dat hun lichaamsdelen geluk brengende eigenschappen bezitten. Volgens het Rode Kruis betalen handelaren tot wel 75.000 duizend euro voor een complete set van lichaamsdelen van een albino. Volgens de Verenigde Naties zijn er in Tanzania vanaf 2000 al bijna tachtig albino’s gedood. President Kikwete liet in maart van dit jaar meer dan tweehonderd toverdokters en traditionele genezers arresteren om een eind te maken aan deze praktijk.

Recensie White Shadow

Goed bedoeld, maar rommelig
Albinisme is het aangeboren ontbreken van het pigment melanine in het haar of de huid, wat resulteert in een gedeeltelijk of geheel witte huid en rode ogen. Terwijl in westerse landen 1 op 20.000 mensen als albino wordt geboren, zou deze afwijking in Tanzania 1 op 1.400 keer voorkomen. Onderzoekers brengen dit fenomeen in verband met inteelt. De laatste jaren is in documentaires en reportages steeds meer aandacht voor de precaire positie van albino’s in Oost-Afrika.

De Israëlisch-Duitse regisseur Noaz Deshe besloot er een fictieve film over te maken. Door de lastige culturele en infrastructurele omstandigheden moest hij veelal werken met beperkte technische middelen. Zijn debuutfilm White Shadow lijkt dan ook soms op een reportage, omdat bijna alle scènes met één handheld camera zijn opgenomen. Het is een gefragmenteerd drama waarin registrerende, dramatische, gewelddadige en poëtische fragmenten elkaar afwisselen. Hoe goed bedoeld dan ook maakt het geheel een rommelige indruk waarbij je regelmatig de draad kwijtraakt.

Recensie White Shadow

Opvallende verschijning
Hoofdpersoon van White Shadow is de tienerjongen Alias. Nadat zijn albinovader met hakmessen is vermoord, vertrouwt zijn lieve moeder hem toe aan een oom, omdat de grote stad misschien veiliger voor hem is en meer perspectief biedt. Alias moet op straat zonnebrillen, telefoons en films aan automobilisten verkopen. Met zijn bleke huid en rossige krulletjes is hij natuurlijk een opvallende verschijning die altijd op zijn hoede moet zijn. Alias raakt bevriend met de dochter van zijn oom, maar samen knuffelen gaat oom te ver.

In feite is White Shadow even chaotisch als het leven van een albino in Tanzania. De jongen Alias is geknipt voor de hoofdrol en weet voldoende empathie voor zijn uitzonderlijke situatie en zijn weinig hoopgevende vooruitzicht op te wekken. De meeste van zijn leeftijdsgenootjes vinden hem vies en honen hem weg, zodat hij zich het meest geborgen voelt tussen andere albinokinderen die op verborgen locaties zijn ondergebracht.

En dan komen de gebeurtenissen plots in een stroomversnelling. Tijdens een lynchpartij staat Alias oog in oog met een foute toverdokter en krijgt hij een mes in zijn hand gedrukt…

 

1 mei 2015

 

MEER RECENSIES