When Marnie Was There

****

recensie  When Marnie Was There

Geestelijke vriendschap

door Ralph Evers

Anna is het buitenbeentje van haar klas. Ze heeft last van astma, vertoeft liever in haar eigen wereld en haar gezondheid is in slechte doen. Bij familie op het platteland klaart ze op en maakt ze en passant nieuwe, dierbare vrienden. Een daarvan, Marnie, blijkt echter meer te zijn dan op het eerste gezicht. 

Vorig jaar stopten twee grootheden van Studio Ghibli, te weten Isao Takahata en Hayao Miyazaki. De stal moet dus opnieuw gevuld worden met talent. Gelukkig is dat er in de persoon van Hiromasa Yonebayashi. Vier jaar geleden debuteerde hij met het ongelooflijk mooie Secret World of Arietty, nadat hij al eerder zijn sporen had verdiend als animator in het eveneens prachtige Spirited Away van bovengenoemde oudgediende Miyazaki. De invloeden van zijn leermeesters zijn wel degelijk terug te vinden in Yonebayashi’s stijl, maar ook Yume van Akiro Kurosawa lijkt een belangrijke inspiratiebron te zijn geweest.

Recensie When Marnie Was There

Eeuwige jeugd
Nu is Yonebayashi terug met zijn tweede film When Marnie Was There (Omoide no Mânî). In veel opzichten gelijkend op zijn eerste film. Bijvoorbeeld qua thematiek: in Arrietty volgen we het minimensje Arrietty, die door haar jeugdige onbezonnenheid en onbezorgdheid opgemerkt wordt door de eveneens jonge jongen Sho. Hij wordt getiranniseerd door een kwaadaardige nanny, evenals Marnie, verwaarloosd door haar ouders, gepest door de dienstmeisjes en kort gehouden door de nanny. Tussen Sho en Arrietty ontstaat een verboden vriendschap. De film gaat over het onvervulde verlangen speciaal voor iemand te zijn. De eerste en puurste ervaringen van liefde. Waar Sho geliefd wordt door zijn moeder, kent Marnie een veel droeviger geschiedenis. Haar ontmoeting met Anna is een geschenk uit de hemel, het geeft haar haar eeuwige jeugd terug.

When Marnie Was There begint echter bij Anna, een weeskind uit Sapporo, die door haar stiefouders naar familie in het noorden (van het eiland Hokkaido) wordt gebracht. Zo kan ze in de schone lucht en natuurlijke omgeving herstellen van haar astma. In de natuur zien we opnieuw een belangrijk thema van Yonebayashi: diens enorme liefde voor de natuur, vergezeld van prachtige wijsheden, die zo uit een zenboek weggelopen zijn. Die natuurlijke omgeving is met erg veel zorg en zeer kleurrijk in beeld gebracht.

Imaginaire vrienden
Tot het moment dat Anna bij haar familie in het noorden aankomt is de film weinig bijzonder. Daar komt verandering in wanneer haar oom vertelt over een oude vuurtoren die behekst zou zijn met geesten. Dat kan ook niet missen, want Ghibli staat meestal garant voor bovennatuurlijke wezens, magie en fantasie. De introductie van de mystiek rondom de vuurtoren, maar zeker ook rondom een verlaten landhuis aan de rand van het moeras bieden een uitweg in Anna’s eenzaamheid. Ze ontwikkelt al gauw een vriendschap met Marnie, een meisje dat wel of niet bestaat. Deze ontwikkeling is niet vreemd.

Recensie When Marnie Was There

Een ruime meerderheid van jonge kinderen houdt er imaginaire vriendjes op na. Volgens pedagogen en ontwikkelingspsychologen zelfs een gezond en normaal verschijnsel. Het helpt kinderen in hun transformatie van kind naar volwassene. Dit gegeven is een uitgangspunt in dit verhaal wat voor Anna ertoe leidt dat ze vriendschappen kan aangaan met leeftijdsgenootjes. Daarnaast ontdekt ze op deze manier meer over haar eigen geschiedenis, in een ontroerende vertelling tijdens het paddenstoelen plukken, waarin de vriendinnen Anna en Marnie elkander zouden willen zijn. Niet voor niets, zo zal later blijken.

Helaas wordt voor de toekomst van Ghibli gevreesd. When Marnie Was There bracht niet in de verste verte zoveel op in Japan als de films van Miyazaki destijds deden: dertig miljoen versus 200 miljoen. Daarnaast is de toekomst van de zeer arbeidsintensieve hand geschilderde werken (waar Ghibli om bekend staat) in het geding. Toch zal deze animatiefilm in Europa een goede kans maken. Mede door de Europese feel die overgenomen is uit het boek waarop Marnie gebaseerd is: een spookvertelling van Joan G. Robinson.

 

20 april 2012

 

MEER RECENSIES

Water Diviner, The

***

recensie  The Water Diviner

Wonderbaarlijke speurtocht naar verloren zoons

door Cor Oliemeulen

Een Australische wichelroedeloper benut zijn fijngevoelige gaven tijdens een vastberaden speurtocht naar zijn gesneuvelde zoons op een Turks slagveld. Vakkundig en bevlogen regiedebuut van Russell Crowe is niet wars van sentimentele trekjes.

In 1981 maakte Peter Weir het historische drama Gallipoli dat kan worden beschouwd als een van de belangrijkste Australische films. Dertien jaar nadat de Engelse kolonie een zelf regerend deel van het Britse Rijk werd, brak in 1914 de Eerste Wereldoorlog uit en gingen Australische soldaten vrijwillig vol avontuurlijke gevoelens naar het Turkse schiereiland Gallipoli om te vechten tegen het Ottomaanse Rijk dat de kant van Duitsland had gekozen. Hoewel de Australiërs verschrikkelijk in de pan werden gehakt en ruim achtduizend soldaten het leven lieten, betekende de Slag om Gallipoli veel voor het jonge Australische zelfbewustzijn. In Gallipoli volgen we twee talentvolle atleten in de loopgraven aan het front en loopt het voor een van hen niet goed af. The Water Diviner begint in feite waar Gallipoli ophoudt.

Recensie The Water Diviner

Wichelroede
Op de droge Australische vlakte probeert Joshua Connor (Russell Crowe) met zijn wichelroede water te detecteren. Door zijn fijngevoeligheid kan hij binnen no-time een put slaan. ’s Avonds leest hij voor uit Arabische Nachten, maar de drie bedden in de slaapkamer zijn leeg. Zijn vrouw Eliza is getraumatiseerd door het verlies van hun drie zoons en verwijt Joshua dat de jongens niet zijn teruggekomen. ‘Je kunt wel water vinden, maar niet eens je eigen kinderen. Jij bent ze kwijtgeraakt.’

Vervolgens zien we een scène waarin Joshua zijn zoons zoekt, terwijl een grote, rode zandstorm nadert – indrukwekkend in beeld gebracht door Andrew Lesnie (The Lord of the Rings, The Hobbit), echter Joshua weet het drietal net op tijd te redden. Nadat Eliza plotseling is overleden, leren we dat de drie zoons niet meer zijn thuisgekomen nadat ze naar Gallipoli waren vertrokken. Omdat zijn vrouw gelovig was, neemt Joshua zich voor om op zoek te gaan naar de overblijfselen van zijn zoons zodat hij hen kan begraven in gewijde grond naast hun moeder.

Oorlogstrauma van twee kanten belicht
Het is 1919 en Joshua arriveert in Istanbul, waar hij een kamer neemt in het hotel van de mooie Ayshe (Olga Kurylenko), die aanvankelijk niets van Joshua moet hebben, omdat haar man ook op Gallipoli heeft gevochten. Met heel veel moeite lukt het Joshua het schiereiland te bereiken. Het 600 jaar oude Ottomaanse Rijk is inmiddels verslagen, maar er is chaos omdat veel landen aanspraak maken op een deel van Anatolië. Ondertussen hebben de triomferende Engelse en verslagen Turkse legerofficieren hun vijandelijkheden aan de kant gezet. Ze verzamelen menselijke resten om die met eerbied hun laatste rustplaats te kunnen geven. Joshua maakt intensief kennis met Majoor Hasan (Yilmaz Erdoğan), die medeverantwoordelijk is voor de dood van zijn zoons.

Recensie The Water Diviner

The Water Diviner slaagt erin begrip voor beide partijen te creëren en het oorlogstrauma van twee kanten te belichten. Ook is er voldoende respect voor de Turkse cultuur. De film is geïnspireerd op de ware geschiedenis van een oude man die zich vanuit Australië toegang tot dit gebied wist te verschaffen om het graf van zijn zoon te ontdekken. De scriptschrijvers voegden aan dit uitgangspunt wezenlijke elementen toe: vergeving, samenwerking en vriendschap, waarbij emotie en sentiment niet worden geschuwd.

Afgeraffeld, maar inspirerend
Russell Crowe maakt met The Water Diviner een achtenswaardig regiedebuut. Zijn spelleiding is strak en de vaart zit er prima in, maar het script is te vol gepropt en soms erg voorspelbaar. Als Connor de hoteleigenares voor het eerst ontmoet, weet je direct dat ze vroeg of laat gevoelens voor elkaar zullen ontwikkelen. Sommige gebeurtenissen zijn niet of nauwelijks uitgewerkt: waarom zijn de Engelsen karikaturaal en bot? Enkele scènes zijn overbodig en zelfs belachelijk: Joshua heeft helemaal vanuit Australië een cricketbat meegenomen zodat hij in een rijdende trein de beginselen van deze sport aan Turkse militairen kan uitleggen.

De gebeurtenissen in het laatste deel gaan zo snel dat het aanvankelijke drama wordt afgeraffeld en uitmondt in een avonturenfilm waarin Joshua’s wonderbaarlijke gave om plaatsen en mensen te lokaliseren aan geloofwaardigheid inboet. Ondanks die tekortkomingen is The Water Diviner een inspirerende film over hoop en liefde.

 

11 april 2015

 

MEER RECENSIES

 

Vijf minder bekende Australische topfilms 

Wild

***

recensie  Wild

Spontane ontdekkingstocht door Amerika

door Cor Oliemeulen

Een jonge vrouw doorkruist Amerika met als doel om veel meer zichzelf dan de overweldigende natuur te ontdekken.

Zoals in Europa pelgrims een voettocht maken naar Santiago de Compostella in Noord-Spanje, zo zijn er in de Verenigde Staten wandelaars die zich wagen aan de Pacific Crest Trail, die loopt van het zuidelijkste puntje van Californië tot aan de Canadese grens. In beide gevallen willen deelnemers zichzelf bewijzen of bijvoorbeeld het verleden verwerken. Zo ook Cheryl Strayed (Reese Witherspoon) die iemand tijdens een van haar schaarse ontmoetingen onderweg toevertrouwt: ‘Ik was eenzamer in mijn gewone leven dan hier.’

Recensie Wild

Wild is niet wild
De verfilming van Strayeds bestseller doet in eerste instantie denken aan de filmbiografieën Into the Wild (2007) van Sean Penn waarin de hoofdpersoon huis en haard achterlaat voor een barre tocht naar Alaska, alsook 127 Hours (2010) van Danny Boyle waarin de hoofdpersoon komt vast te zitten in een grot. In Wild van Jean-Marc Vallée gaat het er een stuk minder wild aan toe. Ten eerste zal Cheryl niet doodvriezen in een oude caravan en ten tweede hoeft ze niet haar arm af te snijden om zich te bevrijden. Het ergste leed dat haar treft is het verwijderen van wat teennagels en het likken van dauw van haar tent om niet om te bezwijken aan dorst.

De Pacific Crest Trail doorkruist 25 bosgebieden, zeven nationale parken en diverse beschermde wildernisgebieden. Dat levert uiteraard wonderschone plaatjes op, maar minder confrontaties met de natuur dan je zou mogen verwachten. In plaats van beren op haar pad, ontmoet Cheryl een lief vosje, dat haar nog een tijdje zal volgen. Voordat Cheryl de Bridge of the Gods zal bereiken, ontmoet ze wel andere langeafstandswandelaars én haar eigen demonen: het resultaat van haar mislukte huwelijk, haar drugs- en alcoholverslaving en haar pijn vanwege de ongeneeslijke ziekte van haar moeder.

Recensie Wild

Romantiek voor tienermeisjes
Hoewel Wild van de eerste tot de laatste stap onderhoudend is, heeft de Canadese regisseur Jean-Marc Vallée betere films gemaakt. In C.R.A.Z.Y. (2005) is de familiegeschiedenis niet alleen krankzinniger, maar ook beter uitgewerkt. In Café de Flore (2011) schakelt hij briljanter tussen twee tijdperiodes en in Dallas Buyers Club (2013) was Vallée gezegend met een charismatischere hoofdrolspeler.

Cheryls avontuurlijke tocht neigt wat naar romantiek voor tienermeisjes, terwijl de flashbacks met haar moeder (Laura Dern – let op de identieke kinnen van de dames) volwassen dramatisch tegenwicht bieden. Reese Witherspoon is het sterkst als haar personage mijmert over vroeger. Maar als de met loodzware bepakking uitgeruste wandelaar met iele benen (die na de tocht van elfhonderd mijl nauwelijks geharder lijken), is de actrice, die in 2005 nog verrassend een Oscar won voor haar rol in de Johnny Cash-biografie Walk the Line, niet altijd even geloofwaardig. Misschien heeft ze zich bewust net zo slecht voorbereid op haar rol als op haar spontane ontdekkingstocht door Amerika.

 

23 februari 2015

 

MEER RECENSIES

Wild Card

*

recensie  Wild Card

Gokken met dertig miljoen dollar

door Cor Oliemeulen

Er zijn ontelbaar veel films met Las Vegas als decor. Na het zien van Wild Card – alleen interessant voor fans van Jason Statham – bekruipt je het gevoel dat niet alleen de acteurs, maar ook de filmmakers in het casino hebben zitten te brassen.

De carrière van Jason Statham is best interessant. Van schoonspringer, duiker, vechtsportliefhebber en kledingmodel werkte de inmiddels 47-jarige Brit – bijnaam Macho – zich op tot geliefd acteur in actiefilms. Hij maakte een prima debuut in de hippe misdaadkomedie Lock, Stock and two Smoking Barrels (1998) van Guy Ritchie, werd bijna onsterfelijk door in Crank: High Voltage (2009) een startkabel op zijn tepel te plaatsen, maar belandde al op relatief jonge leeftijd in The Expendables-franchise tussen uitgerangeerde actiehelden die in hun eentje geen film meer kunnen dragen.

Recensie Wild Card

Held
Van lange zinnen en dramatische diepgang moet Jason Statham het niet hebben. Het liefst toont hij een staalharde kop, laat hij zijn vuisten en voeten spreken en krijgt hij met een beetje geluk af en toe tekst waarmee hij zijn droge Britse ironie kan etaleren. Binnenkort mag hij in Furious 7 weer eens de slechterik spelen, maar meestal is Statham de sympathieke held in actiefilms die graag cliché op cliché stapelen en waarbij je voor aanvang al kunt raden dat hij het strijdtoneel vol gevaarlijk geboefte zonder noemenswaardige schrammen zal verlaten. Werd Homefront (2013) door een Indebioscoop-collega nog gekwalificeerd als een ‘opgewarmde drol’, Wild Card – opnieuw een heuse boekverfilming – is direct rijp voor de mestvaalt.

Net als Statham zweert zijn landgenoot Simon West bij het actiegenre. Verdienstelijk gedebuteerd met de oorverdovende misdaadthriller Con Air (1997) stemt West zijn regiekwaliteiten met het jaar meer af op de geweldsbehoefte van met name de jeugdige bioscoopganger. Wild Card past moeiteloos in die ontwikkeling. Dat het vervaardigen van dit jongste Statham-vehikel toch nog dertig miljoen dollar moest kosten (met dit budget had Michiel de Ruyter nog gemakkelijk twintig extra zeeslagen kunnen winnen) zie je er niet aan af. Of het moet zo zijn dat de crew onbedaarlijk heeft zitten te gokken en te zuipen in Las Vegas waar zij de film hebben opgenomen.

Recensie Wild Card

Heggenschaar
Wild Card is echt zo’n film waarvan je slechts de trailer hoeft te kijken. Maar voor de fans van Jason Statham (en – hoewel weinig in beeld – Sofía Vergara) volgt hier nog even voor de zekerheid het verhaal. Jason Statham speelt Nick Wild, die graag kaart – vandaar de filmtitel. Hij laat zich inhuren om zich in elkaar te laten slaan of om anderen in elkaar te slaan, zodat hij zijn onbedwingbare gokbehoefte kan financieren. Nadat ze is mishandeld en verkracht door een gemene spaghettivreter en diens twee kleerkasten, roept een vriendin Nicks hulp in. ‘I want his nuts in my hands’, eist ze. Het duurt niet lang voordat ze met een heggenschaar voor de als Rocky Balboa jankende dader verschijnen en moeten afwegen wat er vanavond op het menu komt te staan.

 

6 februari 2015

 

MEER RECENSIES

What We Do in the Shadows

****

recensie  What We Do in the Shadows 

Inkijkje in een bloeddorstig bestaan

door Suzan Groothuis

Een documentaireploeg krijgt de unieke kans het vampierbestaan van dichtbij te filmen. Dat levert aardig wat bloed overgoten, maar vooral hilarische, momenten op.

Vampier Viago (Taika Waititi) is de eerste die we te zien krijgen. Eerst tikt ‘ie zijn wekker uit vanuit zijn doodskist, om vervolgens wat onwennig zijn kist uit te zweven. Viago is er een van het beleefde soort en bovendien behept met smetvrees. Hij heeft alles graag op orde in zijn huis en om dat voor elkaar te krijgen is af en toe een huiskameroverleg nodig!

Vervolgens ontmoeten we zijn medevampierhuisgenoten: de perverse Vladislav (Jemaine Clement, bekend uit Flight of the Conchords), nazi-vampier en rebelse bad boy Deacon (Jonathan Brugh) en de stokoude Petyr, gemodelleerd naar Nosferatu.

Recensie What We Do in the Shadows

Vampiers moeten ook afwassen
Dat vampiers het ook over andere dingen kunnen hebben dan bij voorkeur maagdelijk bloed blijkt wel uit het overleg. Het doen van de afwas bijvoorbeeld (“The point is Deacon that you have not done the dishes for five years!”). Zelfs een draaischijf met klusjes helpt niet om meer structuur in het huishouden aan te brengen. Toch is het volgens Viago gezellig samenwonen in het vampierhuis.

Aanleiding tot het filmen van dit selecte gezelschap is de aanloop naar een speciale gelegenheid: The Unholy Masquerade, een bal waar buiten vampiers ook heksen en zombies bijeenkomen. In de maanden die daaraan vooraf gaan krijgt de kijker hilarische en bloederige vampiertaferelen voorgeschoteld. Zo is er Jackie, die moedwillig de bevelen van haar meester Deacon opvolgt in de hoop op het eeuwige leven. Buiten het doen van vervelende klusjes, zoals het reinigen van een bebloede badkamer, regelt Jackie potentiële slachtoffers voor het vampiergezelschap. Onder wie haar ex Nick, die vervolgens gebeten wordt door Petyr en zelf in een vampier verandert.

Hilarische vampier-mockumentary
What We Do in the Shadows staat bol van verwijzingen naar het vampierbestaan, maar dan allemaal wel met een grote knipoog. Het zilveren medaillon van Viago bijvoorbeeld, waarin hij een fotootje van zijn grote liefde gestopt heeft. Helaas kan hij het niet dragen, want vampiers kunnen niet tegen zilver. Of recente vampier Nick, die bij het uitgaan stoer aan iedereen verkondigt dat hij vampier is. Niet handig als er ook een vampierjager in de buurt is. En dan is er nog het zonlicht, dat dodelijk is voor vampiers. Maar Nicks maatje Stu, een mens van vlees en bloed en volledig geaccepteerd door de vampierbende (“Stu is a great guy!”), laat zien dat je via internet ook naar een zonsondergang kan kijken.

Recensie What We Do in the Shadows

Regisseurs Jemaine Clement en Taika Waititi sloegen hun handen ineen voor deze droge vampier-mockumentary en leveren een van de grappigste films van het jaar af. In een stijl die doet denken aan Waititi’s eerdere film Eagle vs Shark (2007), waarin twee buitenbeentjes elkaar vinden en liefde, ongemakkelijkheid en absurde humor samengaan.

Met What We Do in the Shadows geven Clement en Waititi een originele, verfrissende draai aan het vampiergenre. Alleen al het aantal quotes dat in de trailer voorbijschiet is memorabel. Tel daarbij op een battle met weerwolven, onderlinge spanningen die in de gedaante van vleermuizen worden uitgevochten en het kotsen van liters bloed na het eten van een patatje. “Don’t believe the hype!”, roept een gefrustreerde Nick, wanneer hij beseft dat het vampierbestaan niet zo gemakkelijk en cool is als hij dacht. In het geval van What We Do in the Shadows kan je de hype beter wel geloven en vooral zien. Een perfecte mix van duister en grappig.

 

15 december 2015

 

MEER RECENSIES

 

Vijf unieke films uit Nieuw-Zeeland

White God

****

recensie  White God

Naar de honden

door Ralph Evers

De films van Kornél Mundruzcó hebben een eigen niche binnen het arthouse-genre. Ze zijn net iets eigenzinniger, lekker anders. Daarmee maakt hij het de kijker nooit gemakkelijk, maar wel avontuurlijk. White God (Fehér Isten) is zijn nieuwste creatie, die wederom lekker anders is en voor een arthouse-film een verrassend en interessante actiefilmcomponent heeft. Met diepere lagen. 

Wanneer de 13-jarige Lily voor drie maanden bij haar vader intrekt in het grote Boedapest is er geen plaats voor haar hond Hagen. Na aanvaringen met buren en overheid wordt Hagen aan zijn lot overgelaten en valt al snel in handen van wrede baasjes. Hagen wordt vals gemaakt en ingezet in hondengevechten. Na enige tijd sluit Hagen zich aan bij een groep zwerfhonden en maken ze zich klaar voor een opstand tegen alle baasjes. Lily blijkt als enige in staat de opstand der honden te kunnen stoppen.

Recensie White God

Tegenstellingen
In White God staat de relatie tussen mens en dier (hond) centraal. Tevens is dit de belangrijkste metafoor van deze film. Die honden zou je kunnen zien als de onderdrukte bevolking die in opstand komt tegen de elite. Hetgeen wijdverbreid is in het huidige Europa, wat als een moloch onze levens meer en meer bepaalt. “Going to the dogs” betekent in het Engels, dat iets verloedert.

Hoofdrolspeelster Lily staat in deze symbool voor de onschuld, het meisje dat vrouw wordt. De volwassenwording van de Europese geest.

Er zit een mooie tegenstelling in Lily en Hagen. Het vrouwelijke tegenover het mannelijke. Waarin de honden, ook wel canine (van het Latijnse canis) genoemd en verwijzend naar hun hoektanden (dentale agressie), waarmee ze kunnen verscheuren en de mannelijke agressie vertegenwoordigen. Hier tegenover staat het katachtige, (dat ook wel als feline wordt omschreven) wat vaak in verband wordt gebracht met het vrouwelijke.

In de film wordt deze tegenstelling al vanaf het begin krachtig neergezet. De verstilde openingsscène wordt woest verstoord door een roedel losgeslagen honden. Door het dynamische camerawerk komt dit indringend en dreigend over. Overigens is het camerawerk een sterke troef. Zeker in de scènes wanneer we de (mensen)wereld vanuit een hondenperspectief zien.

Experiment staat niet in de weg
Kornél Mundruzcó is een avontuurlijk filmmaker. Hij schuwt het experiment niet. Dit maakt zijn films interessant en tevens minder toegankelijk. Zijn film Johanna bijvoorbeeld kenmerkt zich doordat de dialogen als in een opera gezongen worden. Toch staat het experiment zijn eigenlijke film niet in de weg. White God is op een zelfde manier experimenteel. De massale hoeveelheid honden en de realistische verwaarlozing, zullen menig hondenliefhebber doen verafschuwen.

Recensie White God

Tegelijkertijd geeft de orkestratie van zo’n roedel honden een extra kick aan de film. Niet alleen is het een originele vondst om honden symbool te laten staan voor de ontspoorde sociale relaties in het zich verenigende Europa, daarnaast is het een helse klus om al die honden in het gareel te houden. De dreiging die uitgaat van al die honden doet denken aan Hitckcock’s Birds of het eerder dit jaar uitgekomen Dawn of the Planet of the Apes. Zij het dat deze film een veel duidelijker politiek statement maakt dan eerder genoemde films.

Ode aan Jancsó
White God is opgedragen aan landgenoot Miklós Jancsó, een belangrijke filmmaker in de geschiedenis van de Hongaarse cinema. Hij stierf begin dit jaar op 92-jarige leeftijd. Het is niet zo verwonderlijk dat Mundruzcó deze film aan Jancsó opdraagt, want evenals Jancsó is ook hij een avontuurlijk regisseur. Beiden kenmerken zich door het experimenteren met bestaande formats en samenbrengen van verschillende, in eerste instantie zich bijtende, genres. Daarvan is White God een goed voorbeeld door veel dynamiek in de actiescènes te leggen, maar bijvoorbeeld ook Jancsó’s Elektreia: een film van 70 minuten met slechts 8 shots. Ook een filmmaker als Béla Tarr is in deze zin sterk door Jancsó beïnvloed. En tevens is Tarr in de begindagen een belangrijke geldschieter geweest voor Mundruzcó, zodat deze zijn films kon realiseren.

 

1 december 2014

 

MEER RECENSIES

White Bird in a Blizzard

*

recensie  White Bird in a Blizzard 

Per ongeluk grappig

door Wouter Spillebeen

Gregg Araki, die in 2004 het tienerdrama Mysterious Skin regisseerde, is gedeeltelijk verantwoordelijk voor het lanceren van Joseph Gordon-Levitts carrière na 3rd Rock from the Sun. Daarna slaagde hij er nooit in dat succes te herhalen en dat is met White Bird in a Blizzard niet anders. 

In 1988 verdwijnt Eve Connor (geportretteerd door Eva Green, die ook in die andere teleurstelling Sin City: A Dame to Kill For speelt) zonder enig spoor. Haar rebelse dochter Kat (Shailene Woodley, The Descendants) gaat ervan uit dat ze met een minnaar is gaan lopen, haar huwelijk loopt namelijk al zo lang als ze zich kan herinneren erg stroef. Ze is bezorgd over haar vriendje die haar niet meer neukt zoals vroeger en over of ze al dan niet iets zou beginnen met de rechercheur die haar moeder zoekt. Enkel vreemde dromen over sneeuwstormen en haar moeder weerhouden de zeventienjarige ervan zorgeloos door het leven te gaan.

Recensie White Bird in a Blizzard

Tienermeisjes
“Als Fincher Gone Girl verfilmt, dan verfilm ik de tienerversie”, moet Araki gedacht hebben. De film is namelijk gebaseerd op het gelijknamige boek van Laura Kasischke, dat de psyche van een tienermeisje in een traumatische situatie poogt te ontleden. Natuurlijk met gelijkaardige tienermeisjes (met als enige leeservaring de Twilight-reeks) als doelpubliek. Het bronmateriaal was bij Fincher al niet van de bovenste plank, het mag geen verrassing wezen dat het White Bird in a Blizzard niet beter afgaat.

Laten we duidelijk zijn: White Bird in a Blizzard is een komedie. Het was niet Araki’s bedoeling, maar zijn film is hilarisch voor wie cynisch is en de humor van een slechte film kan inzien. Wie echter een diepgaand emotioneel drama verwacht, kan op de kin kloppen. De ontwikkelingen zijn voorspelbaar, de symboliek ligt er net als de stroop vingerdik op, de personages maken belachelijk domme keuzes en de acteurs zijn net bordkarton. Jammer, want als deze film enkele minuten korter was, dan was dit misschien wel mijn persoonlijke favoriete film van 2014.

Recensie White Bird in a Blizzard

Enkele plotwendingen teveel
Na ongeveer een uur en twintig minuten worstelen door een verhaal dat maar niet op gang komt en een plot die ongeveer zo interessant is als kijken naar drogende verf, schotelt Araki zijn publiek warempel een plotwending voor! En niet eens één, maar meerdere (denk aan Loft, maar dan met minder samenhang en meer voorspelbaarheid)!

Had Araki het bij zijn eerste twee twists gehouden, dan kon zijn hele film gezien worden als een dikke middelvinger naar het filmlandschap, naar films met een enorm budget die proberen kunstig te zijn en meerwaarde proberen te hebben. Hij zou het statement gemaakt hebben dat de kracht van dromen de meest luie manier is om een verhaal af te ronden, dat de magie van de liefde geen geldige motivatie voor personages is. De hele film kon een grap met een ellenlange aanleiding en een heerlijk droge punchline worden, een commentaar op de tienerfilm met het gezapige slot waarin alles netjes opgelost wordt. Jammer genoeg kon Araki daar niet stoppen en nog enkele plotwendingen later is White Bird niet meer de film die de cynicus al jaren wil zien, maar eerder anderhalf uur tijdverlies.

 

16 november 2014

 

MEER RECENSIES

Wiplala

***

recensie  Wiplala

Kinder-kersthit vol actie

door Nanda Aris

Wiplala is een fijne kinderfilm, die een groot beroep doet op de fantasie. Het kleine mannetje Wiplala brengt de familie Blom zowel problemen als avontuur. 

Wiplala is de vijfde bioscoopfilm van Tim Oliehoek sinds hij in 2005 debuteerde met Vet Hard. Spectaculaire films maakt Oliehoek, hij is niet van het zachtzinnige werk. Geschikt blijkt hij dus ook als maker van een fantasievolle kinderfilm, de boekverfilming van Annie M.G. Schmidts Wiplala. Het drukt ook gelijk een Oliehoek-stempel op de film, want bijvoorbeeld de achtervolging door de stad typeert hem als filmmaker.

Recensie Wiplala

Géza Weisz speelt de kleine Wiplala, zijn tweede hoofdrol sinds Alleen maar nette mensen  in 2012. Soms speelt hij net iets te dik aangezet, maar soms is hij ook erg grappig. Zoals wanneer hij in de pot pindakaas rolt en uitroept: ‘Wat is dit voor oppersmurrie!’ Weisz is zelf met zijn 1.65 meter een kleine verschijning, en lijkt daarmee geknipt voor de vertolking van de kleine Wiplala. Toch zijn alle hoofdpersonages grotendeels van de tijd zelfs maar tien centimeters groot. Door de ontwikkelingen op special effects gebied, was het mogelijk de film anno nu wel te maken, en was dat een tiental jaren geleden nog vrijwel (financieel) onmogelijk.

Tinkelen
De film vertelt het verhaal van de kleine Wiplala, een klein mannetje uit een land waarin iedereen kan toveren. ‘Tinkelen’ noemen ze het daar, maar Wiplala was er niet heel goed in. Door het tinkelen van Wiplala ontstaan er lastige situaties. Zo tinkelt hij de dromerige poëet Arthur Hollidee (Paul R. Kooij) naar een metershoog standbeeld, maar krijgt hij hem niet meer terug getinkeld.

Door een lange gang komt Wiplala bij de jonge Johannes (Sacha Mylanus) terecht. De nadruk in het begin ligt op de introductie van de personages, de actie speelt later in de film. De race door de stad in een speelgoedauto is spectaculair, niet altijd geloofwaardig, maar voor kinderen vast heel spannend.

Door de introductie van de personages valt het acteren meer op – soms ietwat houterig. De verklaring zou kunnen zijn dat de film chronologisch opgenomen is, doordat de jonge acteurs zich dan beter emotioneel in kunnen leven in de film. Peter Paul Muller als verstrooide vader Blom is goed gecast. Hij straalt de warmte en bezorgdheid van een vader uit, maar is als alleenstaande vader af en toe ook behoorlijk verstrooid.

Recensie Wiplala

Fantasie
De film is geïnspireerd op films als ET, Honey, I Shrunk the Kids en Jumanji. De vergelijking met Honey, I Shrunk the Kids behoeft geen verdere uitleg, en eigenlijk de andere twee films ook niet. Jumanji is een heerlijk fantasierijke kinderfilm (met Robin Williams in de hoofdrol), waarin de actie snel opvolgt. Niet heel geloofwaardig allemaal, maar voor kinderen hoeft dit ook niet. Dit geldt ook voor Wiplala. ET ertelt over de vriendschap tussen een klein jongetje en een buitenaards wezen. Wiplala is geen alien, maar wel van een ander denkbeeldig land. In beide films werkt de verboden vriendschap goed als spanningsboog.

Wiplala  peelt vanaf 19 november in de bioscoop en zou wel eens een kersthit kunnen worden. Een fijne film voor ouders met kinderen in de vakantie.

 

14 november 2014

 

MEER RECENSIES

Whiplash

****

recensie  Whiplash

Bloed, zweet en drums

door Suzan Groothuis

Om tot een van de beste jazzdrummers te horen moet je tot het uiterste gaan. Immers, saxofonist Charlie Parker werd pas Bird toen Philly Joe Jones een bekken naar zijn hoofd gooide.

Andrew (Miles Teller, Rabbit Hole, The Spectacular Now) is een jonge jazzmuzikant die de beste drummer van zijn prestigieuze conservatorium wil worden.  Wanneer hij aan het oefenen is wordt hij opgemerkt door Terence Fletcher (J.K. Simmons, Spider-Man, Juno). Fletcher is een briljante docent die er om bekend staat muzikanten tot grote hoogten te brengen. Maar zijn lesmethoden zijn ook omstreden.

Van Andrews drumsessie lijkt hij niet onder de indruk. De man is zelfs al vertrokken, voordat Andrew er erg in heeft. Maar dat zijn spel wel zeker opgemerkt is, blijkt wanneer Fletcher hem op een later moment uit een les plukt. Hij vraagt Andrew voor zijn jazzband te drummen en te laten zien wat hij in huis heeft.

Recensie Whiplash

Tot het uiterste
Vanaf dat moment ontwikkelt zich een gespannen verhouding tussen een jonge, getalenteerde jazzdrummer die de beste wil zijn en een docent die het maximale uit zijn studenten wil halen. Fletcher zoekt herhaaldelijk Andrews grenzen op door het uiterste van hem te vragen. En Andrew onderwerpt zich aan de grillen van zijn leermeester, maar balanceert daarbij op het randje van zijn fysieke en psychische kunnen.

In zijn thematiek doet Whiplash wat denken aan films als Black Swan en The Wrestler (beiden van Darren Aronofsky), waarin het lijntje tussen passie en waanzin dun is. Hoewel Whiplash lichter is van toon en uiteindelijk ook optimistischer, zijn er overeenkomsten: de lichamelijke en psychische opoffering van een passie of sport die volledige toewijding vraagt.

Aronofsky deinsde in zijn films niet terug voor het tonen van de gevolgen van de fysieke inspanningen, zoals de krakende pezen en uitputting van Natalie Portman in Black Swan. In Whiplash drumt Andrew tot bloedens toe. Overigens niet geënsceneerd: acteur Miles Teller, die al vanaf zijn vijftiende drumt, kreeg blaren op zijn handen dankzij de krachtige en onconventionele stijl van jazz drummen. Daarbij werd hij in de meest intense scènes door regisseur Damien Chazelle aangemoedigd om door te gaan totdat hij uitgeput was.

Goed is niet goed genoeg
Whiplash is echter meer dan een fysieke en psychische uitputtingsslag. De passie voor muziek en daarin willen excelleren en van betekenis willen zijn staan op de voorgrond. Hoezeer Fletcher ook brult, drilt en zijn studenten tot het uiterste drijft, zijn beweegredenen zijn helder: “I push people beyond what’s expected of them. I believe that’s an absolute necessity.”

Recensie Whiplash

Niet dat dit van Fletcher een sympathiek personage maakt, want de man is in zijn vak een omstreden, manipulerende klootzak. Maar hij is wel iemand die zichzelf ten doel heeft gesteld het beste in de ander naar boven te halen. Het vinden van een nieuwe Charlie “Bird” Parker. Daar tegenover staat de getalenteerde jonge Andrew: “I want to be one of the greats”.

Miles Teller en J.K. Simmons zijn in hun rollen volledig aan elkaar gewaagd. Twee gedreven, gepassioneerde karakters die de beste in hun vak willen zijn en het elkaar daarin niet gemakkelijk maken. In de zinderende slotscène wordt feilloos duidelijk hoe de verhoudingen liggen en bovendien een knap staaltje drummen weg gegeven. Whiplash  is een film over absolute toewijding, waarin “goed gedaan” niet goed genoeg is. Of in Fletchers treffende bewoordingen: “There are no two words in the English language more harmful than ‘good job’.”

Whiplash won op het Sundance Festival in Amerika zowel de jury- als de publieksprijs. Recent werd de film op het Leids Filmfestival vertoond, waar hij de American Indie Competition won. En dan te bedenken dat regisseur Damien Chazelle de financiering voor zijn film maar met moeite rond kreeg. Daarvoor was eerst een korte versie van Whiplash (2013) nodig.

 

11 november 2014

 

MEER RECENSIES

Wakolda

**

recensie  Wakolda

Poppentheater

door Ralph Evers

Een verhaal gebaseerd op de waargebeurde feiten rondom nazi-dokter Josef Mengele gepresenteerd als plattelandsdrama weet niet te overtuigen. 

De beruchte nazi-dokter Josef Mengele stond bekend om zijn gruwelijke experimenten. In de film Wakolda, ook bekend als The German Doctor, wordt een sympathieke Mengele neergezet. Hij ontfermt zich over de jonge Lilith.

Recensie Wakolda

Charmante Duitser
Wanneer Eva en Enzo met hun kinderen neerzijgen in een klein dorpje in Patagonië om het hotel van Eva’s moeder te heropenen komen ze in contact met een charmante Duitser. Hij ontfermt zich over hun jongste dochter, Lilith. Die kampt met een groeiachterstand en wordt om haar lengte gepest. Hij dringt aan om haar te helpen, ondanks de weerstand van Enzo. Het experimenteren houdt echter niet op bij Lilith. Wanneer Mengele ontdekt dat Eva zwanger is van een tweeling en er complicaties bij de geboorte zijn, dringt hij opnieuw aan zich te mogen ontfermen over de baby’tjes. Door zijn zorg voor Lilith ontwikkelt zich een band tussen hen, zonder dat de familie op de hoogte is van de gruwelijke geschiedenis van hun Duitse ‘vriend’.

Het verhaal is tegen de prachtige natuur van Patagonië afgezet en is gebaseerd op feiten. Josef Mengele is destijds ternauwernood aan de Israëlische geheime dienst, de Mossad, ontsnapt. De Joodse fotografe Nora Eldoc komt hem op het spoor en probeert hem in haar val te laten lopen. Hij weet echter op tijd te ontkomen.

Mythologie
Indien je enige kennis hebt van mythologie is de naam van Lilith in dit verhaal interessant. De ‘Doodsengel’ Mengele, tegenover de Hebreeuwse ‘Godin van het Kwaad’, Lilith. Zij was het symbool van de zinnelijke begeerten en eiste gelijkheid van de seksen bij Adam. In de Sumerische mythologie stond zij symbool voor de zuivere, heilige vrouw. Van hieruit zou een interessante verwijzing kunnen ontspruiten naar de manipulatie van Lilith door Mengele. Echter een dergelijke verwijzing blijft in Wakolda uit.

Recensie Wakolda

En daarmee zijn we op een belangrijk probleem terechtgekomen. De Argentijnse regisseur Lucía Puenzo heeft niet het juiste tempo te pakken weten te krijgen. De personages en het verhaal lijken zoekende naar hun timing. De diepgang komt overeen met de poppen die Enzo maakt. Mechanisch. Men lijkt verdwaald in de scènes tegen een schilderachtig en verstild landschap van Zuid-Argentinië. Die vervreemdende zoektocht naar de juiste balans in deze film wordt nog eens versterkt door de mooie muziek van Nick Cave.

Wat dan overblijft, is de verrassende overeenkomst met het uiterlijk van Mengele die vertolkt wordt door de Spaans / Duitse acteur Àlex Brendemühl. Echter qua spel moet hij het duidelijk afleggen tegen Gregory Peck die dezelfde horrordokter speelde in The Boys from Brazil (1978).

 

31 oktober 2014

 

MEER RECENSIES