CinemAsia 2022 – Deel 3

CinemAsia 2022 – Deel 3:
Losers willen overwinnen

door Cor Oliemeulen

Als het leven je niet toelacht, is het verleidelijk om bij de pakken neer te zitten. Dat geldt zowel voor Santoshi in Missing die na de dood van zijn vrouw in een depressie en schulden is geraakt als voor Chow in One Second Champion die is geboren met de gave om één seconde in de toekomst te kunnen kijken. Het is aan hun omgeving om deze twee protagonisten een trap onder hun achterste te geven. Met wisselend succes.

 

Missing

Missing – De seriemoordenaar, de weduwnaar en zijn dochter
Middelbare scholiere Kaede zorgt voor haar vader Santoshi, die na de dood van zijn vrouw aan lager wal is geraakt. Met het schaamrood op de kaken haalt zij hem op in het politiebureau nadat hij is gearresteerd na een winkeldiefstal. Gelukkig mag Santoshi naar huis, maar de volgende dag is hij spoorloos verdwenen. Samen met een jongen die dolgraag haar vriendje wil zijn, gaat Kaede op zoek naar haar vader, omdat de politie zegt niets te kunnen doen. Kaede ontvangt nog wel een berichtje dat pa oké is, maar wil niet dat ze hem zoeken. Later blijkt dat ook Santoshi op zoek is: als hij een beruchte seriemoordenaar vindt, kan hij met de beloning zijn schulden afbetalen. De situatie wordt pas echt nijpend wanneer de seriemoordenaar in het bezit is van Santoshi’s mobieltje.

De Japanse filmregisseur Shinzo Katayama viel al op met zijn filmdebuut Siblings of the Cape (2018) en was jarenlang de regieassistent van de gelauwerde Zuid-Koreaanse cineast Bong Joon-ho (Parasite, 2019), wat niet verrassend is als je de plottwists en de combinatie van spanning, geweld en zwarte humor in Missing ervaart. De film bouwt aanvankelijk langzaam op en krijgt onverwachte wendingen vanaf het moment dat de jeugdige seriemoordenaar in beeld komt. Door de niet-chronologische montage leren we bovendien dat Santoshi’s vrouw leed aan een ernstige spierziekte. Naast de toenemende suspense biedt Katayama veel psychologische context die zijn weerslag vindt bij de belangrijkste personages die voortdurend heen en weer worden geslingerd tussen emoties als verdriet, afschuw, onverschilligheid, medelijden, wraak, spijt of een snufje plezier. De even voorspelbare als vernuftige slotscène belooft een happy end maar in Missing blijkt dat een relatief begrip.

 

One Second Champion

One Second Champion – De gave, de bokser en zijn zoontje
Het heeft er aanvankelijk alle schijn van dat ook het jonge zoontje in One Second Champion zijn vader uit de problemen moet zien te houden. Chow werkt in een bar waar hij liever lui dan moe is. Geboren met de gave om een seconde in de toekomst te kunnen kijken, is hij gedesillusioneerd sinds zijn vader hem vroeger tevergeefs had ingezet bij gokspelletjes. Eén seconde is dan ook niet erg lang, maar bijvoorbeeld wel lang genoeg om zich te laten verleiden door aangeschoten barbezoekers die wel willen zien hoe goed Chow sommige dingen kan voorspellen. De schop onder zijn achterste is de confrontatie met enkele vechtersbazen die Chows gokschulden komen innen. Dan blijkt hoe goed hij vuistslagen van zijn tegenstanders kan ontwijken, tenminste als hij de moeite neemt zich te concentreren. Een jongeman van een slecht lopende boksschool motiveert Chow om bij hem bokslessen te gaan nemen. Diens grappige nichtje dat in hetzelfde pand een lachcursus voor dames geeft (maar zelf slechts troost vindt als ze bier drinkt) en het enthousiasme van Chows zoontje geven hem genoeg motivatie om zijn losersbestaan achter zich te laten.

De premisse van One Second Champion is natuurlijk intrigerend, echter de vele voorbeelden in de filmgeschiedenis zouden Sin-Hang Chiu al hebben kunnen waarschuwen dat het kijken in de toekomst weliswaar een interessant gegeven is, maar verdomd lastig om daaraan een bevredigend eind vast te knopen. De Hongkongse regisseur vangt ambitieus aan met origineel gepositioneerde credits en camerabeelden, echter het script biedt te weinig kansen om de gave van zijn hoofdrolspeler op een oorspronkelijk manier uit te diepen. Op die manier wordt Chiu’s tweede speelfilm het zoveelste verhaal van iemand die door motivatie en discipline tegenslagen en ingesleten gewoontes kan overwinnen. Ook One Second Champion kent plottwists, maar die bieden te weinig verrassingen of aanknopingspunten. Na de pakkende eerste helft van de film leidt dat voor de ene kijker tot een sentimentele draak, terwijl de andere kijker zich kan laten inspireren of meeslepen door feelgood in de geest van Rocky.

Hier info over de vertoning van Missing en hier info over de vertoning van One Second Champion.

 

10 mei 2022

 

Interview Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia
CinemAsia 2022 – Deel 1
CinemAsia 2022 – Deel 2
CinemAsia 2022 – Deel 4
CinemAsia 2022 – Deel 5

 


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2022 – Deel 2: Yuni

CinemAsia 2022 – Deel 2:
Yuni is verteerd door keuzestress

door Ries Jacobs

Niet-westerse cinema geeft soms een prachtig inkijkje in een andere cultuur en dat is precies wat Yuni doet. Regisseur Kamila Andini verhaalt over uithuwelijking, iets dat wereldwijd nog altijd veel voorkomt.

Dit coming of agedrama draait om de zestienjarige Yuni. Ze weet dat de nu te maken keuzes bepalend zijn voor de rest van haar leven, alleen zijn de keuzes die ze moet maken anders dan die van ons. In het westen kent dit soort drama’s veelal thematiek als prestatiedruk, eenzaamheid of groepsdruk. Niets hiervan zien we terug in het leven van dit Indonesische meisje.

Yuni

Ze is een van de beste leerlingen van haar school, heeft veel vriendinnen en de mannen liggen aan haar voeten. Desondanks drukt er een enorme last op haar schouders. Haar oma wil dat ze, zoals de traditie het wil, trouwt met een van de aanbidders die haar familie een bruidsschat komt aanbieden. De leraressen op haar islamitische school zien voor Yuni een academische toekomst, maar dan mag ze niet trouwen.

Influencer
Andini schreef het script nadat haar huishoudster vertelde over haar dochter. Het meisje was als kind getrouwd en verwachtte op haar achttiende haar eerste kind. In de woorden van Andini was het ‘a high-risk pregnancy’. In een interview met Womenandhollywood.com zegt ze: “Ik wil dat het publiek ziet dat de keuzes moeilijk zijn voor meisjes .”

Het is daarom jammer dat hoofdrolspeelster Arawinda Kirana wat vlak blijft in haar vertolking van Yuni. Je dringt als kijker niet tot haar door, waardoor je nooit echt met haar meeleeft. Anderzijds houdt ze haar karakter voldoende staande, terwijl de rol van Yuni pas haar tweede voor de camera is. Eerder speelde ze in een aflevering van Quarantine Tales (2020) een influencer die moet kiezen (wederom keuzestress) tussen haar familie en haar carrière.

Yuni

Kevin Ardilova maakt het bonter. Hij kruipt in de huid van de poëtische Yoga, een klasgenoot die Yuni helpt met haar schoolvakken en alles heeft wat je van een dichter verwacht. Hij is zachtaardig, dodelijk verlegen en kijkt meer naar zijn voeten dan in de camera. Bovendien maakt hij geen enkele ontwikkeling door, gedurende de ruim anderhalf uur durende film blijft hij hetzelfde flat character.

Beperkt leven
Ondanks het niet altijd overtuigende acteerwerk is Yuni wel degelijk het kijken waard. Het verhaal loopt als een trein en de thematiek is te belangrijk om niet verfilmd te worden. Het feministische drama toont hoe een meisje keuzes moet maken die zelfs voor een volwassene moeilijk zijn. Bovendien laat Andini zien hoe beperkt de rol van de vrouw ook in het hedendaagse Indonesië is. Kies je voor een huwelijk, dan kies je voor een beperkt leven dat voornamelijk bestaat uit je echtgenoot gehoorzamen en zoveel mogelijk kinderen krijgen. Kies je daar niet voor, dan ben je veroordeeld tot een leven vol (financiële) onzekerheid.

Kijk hier waar en wanneer Yuni draait tijdens CinemAsia 2022.

 

10 mei 2022

 

Interview Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia
CinemAsia 2022 – Deel 1
CinemAsia 2022 – Deel 3
CinemAsia 2022 – Deel 4
CinemAsia 2022 – Deel 5

 


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2022 – Deel 1: Myanmar Diaries

CinemAsia 2022 – Deel 1:
Myanmar Diaries is zowel aanklacht als kunstwerk

door Jochum de Graaf

In de sterke openingsscène van Myanmar Diaries zien we een clip van een dansinstructrice in aerobicspakje terwijl op de achtergrond een konvooi legervoertuigen in beeld verschijnt dat oprukt naar een groot gebouw. Achteraf blijkt dat doel het parlement van Myanmar. Bij toeval dus werd hiermee het begin van de staatsgreep van het leger op 1 februari 2021 vastgelegd.

Het is een nogal surrealistisch beeld in een film die vooral de brute repressie na de volksopstand laat zien. Desondanks wordt de strijd voor democratie voortgezet. Myanmar Diaries viel op veel filmfestivals (o.a. Berlinale, IDFA, Movies That Matter) in de prijzen.

Myanmar Diaries

Indrukwekkende scènes
Er is een aantal indrukwekkende scènes dat om voorrang strijdt. De eenvoudig geklede vrouw met ouderwetse bril, hoedje en bodywarmer die langs een colonne van militaire voertuigen loopt en de soldaten aanspreekt op de koelbloedige moord op een meisje. “Waarom deden jullie dat? Jullie zijn goed opgeleid, je kunt me toch wel antwoorden? Ik ben ook een moeder. Wat was de noodzaak van die moord, ze was toch onschuldig! Schiet maar op mij, ik heb geen kogelwerend vest aan zoals jullie!”

In een volgende scène kijken we minutenlang naar de ingang van een huis waar vrouwelijke en mannelijke agenten naar binnen staan te kijken, we horen een kind hartverscheurend huilen om haar moeder die dreigt te worden meegenomen. Dan komt het commando en vallen de agenten met geweld de woning binnen. De geluidsband met het ijselijk geschreeuw van het slachtoffer loopt door tot de commandant naar buiten komt de hand op de camera legt en het beeld op zwart gaat.

Verderop in de film richt een man op zijn balkon zijn mobiel op een arrestatie-eenheid beneden op straat. Ze willen bij hem inbreken hoewel hij herhaaldelijk toezegt vrijwillig mee te zullen komen. Ook hier eindigt de scène, vlak voor ze hem met bruut geweld te grazen gaan nemen, op zwart.

In een andere nagespeelde scène constateert een meisje dat ze zwanger is, maar als ze het aan haar vriend wil vertellen, wordt dat eerst verijdeld door de brute ontruiming van het kraakpand waar hij woont; vervolgens aarzelt ze sterk wanneer hij haar aangeeft dat hij zich voorneemt om naar de jungle te vluchten en zich bij het groeiende verzet aan te sluiten.

Myanmar Diaries

Collage
Myanmar Diaries is een zeer bijzondere documentaire gemaakt door tien jonge filmmakers, gecombineerd met filmmateriaal van burgerjournalisten die op hun mobieltjes het protest in de straten van Myanmar registreren. Om veiligheidsredenen worden in de aftiteling alleen de namen van de producenten genoemd: het Nederlands-Tsjechische filmerspaar Corinne van Egeraat en Petr Lom die vier jaar in Myanmar woonden in de tijd dat het met de machtsdeling tussen het leger en Nobelprijswinnaar Aung San Suu Kyi redelijk goed leek te gaan met het land. De absolute verkiezingsoverwinning voor Suu Kyi eind 2020 was een nederlaag voor het leger, maar toch kwam de coup onverwacht.

Myanmar Diaries is opgezet in de traditie van omnibusfilms als New York, I Love You en Paris, je t’aime. Ook een collage van uiteenlopende films van fictie tot documentaire en animatie door verschillende filmmakers, met hier als rode draad de ontwikkeling van het protest in het eerste jaar na de coup. We zien hoe mensen reageren in dagboekaantekeningen, droombeelden, ingesproken teksten op mobiele telefoons. We zien de beelden van de protestmarsen, de veelvuldige protesten met het slaan op potten en pannen, de harde ingrepen van de oproerpolitie, het brute geweld van het leger, het begin van de ondergrondse strijd, de vorming van een guerrilla in de jungle.

De jungle is waar de film eindigt. Een groep jonge demonstranten net aangekomen uit de stad ondergaat een militaire training en zet een mars in. We horen een voice-over: ‘Kunnen jullie ons horen?’ Dat kan als hoop en als een schreeuw om hulp worden opgevat. Myanmar Diaries is zowel een ferme aanklacht tegen mensenrechtenschendingen als een tot nadenken stemmend kunstwerk.

Myanmar Diaries is tweemaal te zien tijdens CinemAsia en draait vanaf 12 mei in de bioscoop.

 

10 mei 2022

 

Interview met Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia
CinemAsia 2022 – Deel 2
CinemAsia 2022 – Deel 3
CinemAsia 2022 – Deel 4
CinemAsia 2022 – Deel 5

 


MEER FILMFESTIVAL

Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia

Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia:
“Verschillen tussen culturen met elkaar vieren”

door Tim Bouwhuis

Van 10 tot 15 mei zijn Studio/K en de twee vestigingen van Rialto het Amsterdamse decor van CinemAsia 2022. Het compacte, maar breed georiënteerde festival wil niet zomaar een ‘showcase’ zijn voor Aziatische cinema, vertelt artistiek directeur Jia Zhao. “Ik wil Azië op een goede manier op de kaart zetten.”

Ik spreek Jia Zhao via een videoverbinding, een week voordat ze haar eerste editie als artistiek verantwoordelijke zal beleven. De nieuwe functie betekent ook een subtiele verandering (of eigenlijk aanvulling) van perspectief voor Zhao, die ruime ervaring heeft als producente van documentaires. In 2012 richtte zij twee productiebedrijven op: Muyi Film en Silk Road Film Salon (die laatste samen met de Afghaans-Nederlandse regisseur Aboozar Amini). Afgelopen najaar draaiden er met A Marble Travelogue (Sean Wang) en I’m So Sorry (Zhao Liang) twee door Zhao geproduceerde documentaires op IDFA.

Jia Zhao

Jia Zhao

Zhao treedt aan op het moment dat CinemAsia weer een editie kan beleven die vrij is van Covid-gerelateerde maatregelen. Ik vertel dat ik het festival in 2020 bezocht op de spreekwoordelijke vooravond van de pandemie op 7 maart. Enkele bezoekers droegen al een mondkapje, maar verder wees niets er toen zichtbaar op dat Nederland binnen een paar dagen in lockdown zou gaan. Ik vraag Zhao hoe ze terugkijkt op de voorbije periode, en vandaaruit spreken we over de rol van het festival, in een veranderde wereld en met oog op de toekomst.

“In het voorjaar van 2020 bezocht ik de Berlinale nog, en gold een beetje wat jij omschrijft (het filmfestival van Berlijn eindigde ongeveer een week voor CinemAsia, red.). Ik maak(te) CinemAsia in de eerste plaats mee als een kijker, ik ga daar gewoon films zien en kan als producente een indruk krijgen welke titels qua distributie wel of niet zouden werken.”

In hoeverre kunt u ook zeggen hoe deze periode voor de organisatie van CinemAsia is geweest?

“Binnen de organisatie van het festival zijn er de voorbije jaren een aantal keer nieuwe leidinggevenden aangetreden, en dat speelde ook al vóór de pandemie. Lorna Tee is wel een aantal jaar festivaldirectrice geweest (klik hier om de gastblog te lezen die zij in 2015 schreef bij haar aantreden, red.), dus dat heeft toch een bepaalde continuïteit met zich meegebracht. Daarna waren er ups en downs. In 2021 heeft er wel een editie van CinemAsia kunnen plaatsvinden, maar momenteel zitten we in een nieuwe situatie, en is er ook wel sprake van een nieuw begin, althans dat voel ik zo. Ik denk dat het Nederlandse publiek daar ook echt op zit te wachten. Bij CinemAsia hebben we gisteren een vrijwilligersmeeting gehad en de hoeveelheid aanmeldingen was gigantisch. Mensen willen samen zijn. Zelf heb ik onlangs ook een film in de Nederlandse bioscopen gebracht (I’m So Sorry, red.) en die is in zeventien zalen uitgegaan, wat gezien het zware thema (kernenergie en nucleair afval, red.) absoluut boven mijn verwachting was.”

In uw nieuwe functie verhoudt u zich net even op een andere manier tot films als bij de titels die u zelf produceert. Hoe komen deze twee werkzaamheden samen?

“Als producente ben ik in de eerste plaats maker van films, en als je een tijd in het circuit zit ontwikkel je daarin een eigen profiel. Ik ben Chinese, ik kwam hier als student en woon nu twintig jaar of langer in Nederland. In die tijd heb ik de veranderingen gezien in de manier waarop Azië gerepresenteerd wordt. Dat was tien jaar geleden, toen ik mijn carrière als producente startte met de oprichting van mijn productiebedrijf, de belangrijkste trigger om zo aan het werk te gaan: ‘kan dat niet ook op een andere manier? En ik kan daar misschien ook iets aan doen’. Ik heb toen mijn baan als wetenschapsdirecteur opgezegd om me daar mee bezig te gaan houden.”

“Nu sta ik na tien jaar als het ware op een nieuw punt. Ik kijk dan nog een keer naar de wereld na Covid en denk dan ‘oké, ik heb film gemaakt, ik maak nog steeds film, en ben ook sales agent. Dat is één professionaliteit die ik heb ontwikkeld’. Ik heb het druk genoeg, maar vanuit een behoefte om bij te dragen (aan de positie van Aziatische cinema binnen het Nederlandse filmlandschap, red.) heb ik ‘on top of everything’ ja gezegd tegen de baan als artistiek directeur.”

Wat is in dit licht uw visie op de rol van het festival op de korte en langere termijn?

“Het is zo dat films in Nederland over het algemeen heel weinig kans hebben om gedistribueerd te worden, en daarbij gaat het niet alleen om de films zelf maar ook om de taal, bijvoorbeeld Nederlands of Chinees gesproken. In dit kader dacht ik dat CinemAsia misschien meer kon zijn dan alleen een festival, als een soort ‘launching pad’ voor films die anders geen kans maken om gezien te worden. Het festival duurt alleen maar een week, dus we zijn ook bezig met CinemAsia On Tour, en praten met het Nederlands Filmfonds over een VOD-platform, hoe klein ook, waarop geselecteerde titels met Engelse ondertiteling worden aangeboden. Op die manier kunnen we films waarvoor we sowieso een licentie hebben kunnen krijgen voor een breder publiek gaan aanbieden.”

I’m So Sorry

I’m So Sorry

“Dat vind ik belangrijk omdat ik tijdens festivalbezoeken de afgelopen jaren nog vaak het idee kreeg dat er een soort ‘showcase’ van Aziatische cinema plaatsvond. Als je daarbinnen veel erkenning kreeg, had je de kans om iets met een film te doen, maar anders niet. Dat vind ik eigenlijk niet meer van deze tijd. Als Chinese maak ik de ontwikkelingen in Azië de laatste vijftig jaar van dichtbij mee, natuurlijk vooral in China maar ook in nabije landen. De zogeheten ‘rise of Asia’ vindt niet alleen plaats op economisch gebied, maar gaat ook gepaard met culturele ontwikkelingen. Tijdens de komende festivaleditie organiseren we over dit thema een panel met de titel ‘Placing Asia on the World Map’. Ik vind het belangrijk dat we de verschillen tussen culturen met elkaar kunnen vieren. Dat betekent ook dat we met ons festival, dat gerund wordt door Aziaten vanuit verschillende culturen, verder moeten gaan dan een ‘showcase’. We moeten echt zelf iets te vertellen hebben. Via onze eigen programmering willen we diversiteit voorop stellen. Er is niemand die zelf ‘alles’ kent. Pas als je de authentieke stemmen van verschillende andere culturen tot je neemt, kun je echt een conversatie voeren.”

“Door mijn ervaring als producente en met hulp van het netwerk dat ik heb opgebouwd, kan ik er hopelijk aan bijdragen dat nog meer waardevolle stemmen een platform krijgen in onze samenleving. Er zijn hier natuurlijk verschillende migratiegemeenschappen, waar we sinds de start van het festival (als ‘community festival’) altijd veel aandacht aan hebben gegeven, maar ik wil dat Nederlanders deze culturele diversiteit ook met ons samen kunnen vieren, en dan niet vanuit Nederland, maar vanuit de Aziaten die CinemAsia organiseren en presenteren en onze blik(ken) op de wereld kunnen delen.”

Is er voldoende contact en samenwerking met vertoners en distributeurs om de gewenste verdere verspreiding van Aziatische cinema te realiseren? Als journalist zie ik vooral een overdaad aan titels, waarbij het zeker voor kleinere titels enorm moeilijk is om ertussen te komen.

“Momenteel nog onvoldoende, denk ik, maar daarom werken we eraan om een groter geïnteresseerd publiek aan te trekken. Het fysieke festival gaat dat op zichzelf niet bereiken, en dus werken we aan het genoemde VOD-initiatief. We hebben tijdens Covid meer hybride vertoningsvormen (online/offline) gezien en zijn nu in gesprek met Pathé om één keer in de maand een film te vertonen. Vervolgens zal de betreffende titel online beschikbaar blijven. Misschien is er ook nog een samenwerking mogelijk met bestaande Nederlandse VOD-platforms (Zhao noemt PICL en Cinetree, red.), die films nu vaak alleen nog met Nederlandse ondertiteling aanbieden. Dit soort multidimensionale inspanningen kunnen op termijn hopelijk tot veranderingen leiden.”

“Ik zag bij de laatste cijfers van I’m So Sorry dat ongeveer evenveel mensen hem thuis bekeken terwijl hij nog in de bioscoop draaide. We gaan een tijd van streamingdiensten in, maar dat betekent niet dat de bioscoop niet meer belangrijk is. Als er een constante wisselwerking bestaat, kun je er ook nog eens verdiepende evenementen (zoals panels) omheen plannen. We zitten door Covid in een soort transitiefase en leven nog steeds in een complexe tijd, maar hopen binnen ongeveer drie jaar wel tot zo’n goede wisselwerking te kunnen komen.”

Hoe brengen u en uw collega’s balans aan in het gevarieerde aanbod uit verschillende Aziatische landen?

“Dat is een goede vraag, we denken daar constant met elkaar over na. Het festival is opgericht door Doris Yeung, een dame met een Oost-Aziatische achtergrond (Hong Kong-Canadese, red.), en het programma is altijd wel op Oost- en Zuidoost-Azië gefocust gebleven. Azië is een heel ongedefinieerd begrip, en om te vermijden dat we telkens overal ‘plukjes’ van meenemen, wil ik eigenlijk elk jaar een deel van Azië centraal gaan zetten in de programmering. Ik heb India daarom bijvoorbeeld bewust achterwege gelaten dit jaar, omdat ik vind dat je het volledige subcontinent dan ook moet meenemen.”

“Dit jaar is het programma geconcentreerd op Oost- en Zuidoost-Azië, maar volgend jaar zou ik waarschijnlijk naar Zuid-Azië willen gaan kijken. Iedere drie jaar zouden we dan terugkomen bij een programma gefocust op hetzelfde deel van Azië. Zo krijgen zoveel mogelijk verschillende stemmen een platform.”

White Building

White Building

Afgelopen week kwam het nieuws naar buiten dat het IFFR zich heeft gereorganiseerd en daarbij een groot aantal medewerkers heeft ontslagen. Het gaat daarbij onder andere om senior programmeurs, onder wie Shelly Kraicer, kenner van de Aziatische (en specifiek Chinese) cinema. Hoe kijkt u naar deze ontwikkeling, en welke rol nemen experts in binnen de (kleinere) organisatie waar u nu zelf leiding aan geeft?

“Ik was eerlijk gezegd wel verbaasd, en ik ben absoluut niet de enige; mensen om me heen praten erover. Ik denk dat dit probleem voor een compacter en meer gespecialiseerd festival als CinemAsia iets kleiner is. Ik werk het liefst met mijn directe netwerk, dat niet alleen artistieke oordelen deelt maar ook menselijke waarden. Zo’n netwerk bouw je in de loop van de tijd op en daar blijf je dan ook bij (Zhao spreekt hierbij binnen haar eigen kader meer van ‘adviseurs’ dan van ‘specialisten’ of ‘experts’, red.). Via lokale filmmakers en producenten kom je toch vaak tot een kleine, maar geschikte groep van mensen om een bepaalde regio voor je te dekken.”

“Ik wil ook niet té optimistisch zijn, want continuïteit is daarbij belangrijk, en juist die continuïteit ontbrak bij CinemAsia de laatste jaren. Ik wil de huidige transitiefase als een goed startpunt beschouwen, om dan verder de juiste mensen toe te kunnen voegen.”

De slotvraag zal vermoedelijk een typische kwestie van ‘kill your darlings’ zijn: zijn er films in de programmering van deze editie die er voor u uitspringen? Welke titel(s) moeten bezoekers zeker gaan zien?

“Dat is een heel moeilijke vraag, het zijn allemaal mijn ‘darlings’… kunnen we deze vraag skippen (lacht)?” Dan, na even nadenken: “Ik vind White Building (Kavich Neang, 2021) een heel bijzondere film, spannend maar tegelijkertijd ook hardcore arthouse. Er is dan ook geen kans dat die verder nog in Nederland te zien zal zijn. Het heeft misschien minder zin om So Long, My Son (Xiaoshuai Wang, 2019, special met aftertalk, red.) te noemen, want die is al uitverkocht (maar Zhao is blij de regisseur op het festival te kunnen verwelkomen, red.). Aloners (Hong-Sung eun, 2021) is één van mijn persoonlijke favorieten van de Koreaanse films die we hier hebben. En misschien is het een beetje bevooroordeeld, omdat ik zelf documentaires produceer, maar ik zou dan graag nog twee documentaires noemen die we vertonen: Ascension (Jessica Kingdon, 2021, Oscarnominatie voor beste documentaire en ook te zien via NPO PLUS, red.) en Bamboo Theatre (Cheung Cheuk, 2019). Die krijgen over het algemeen nóg minder kans om gezien te worden.”

InDeBioscoop doet verslag van Cinemasia. Onze festivalverslagen verschijnen in de loop van de week online. Bezoek de website van het festival voor ticketinformatie.

 

9 mei 2022

 

 

MEER INTERVIEWS

Love It Was Not

***
recensie Love It Was Not
Onmogelijke liefde

door Jochum de Graaf

Het is natuurlijk een zeer dramatisch gegeven, de liefde tussen de Oostenrijkse SS-officier en kampbewaker Franz Wunsch en de Joodse Helena Citron, in interneringskamp Auschwitz 1942. De documentaire die de Israëlische Maya Sarfaty onder de misleidende titel Love it was not over deze onmogelijke liefdesgeschiedenis maakte (twee jaar geleden al op het IDFA te zien), is een gepassioneerd verslag, maar overtuigt niet in alle opzichten.   

Helena, of Helenka zoals ze door haar vriendinnen genoemd werd, was in maart 1942 met duizend andere Slowaakse Joodse meisjes naar het vernietigingskamp gedeporteerd. Ze waren de eerste vrouwen en kwamen terecht in de barakken van Kannada waar een relatief minder streng kampregime heerste.

Love It Was Not

Lied
Kort na haar aankomst wordt de verjaardag van de jonge kampbewaker Franz Wunsch gevierd. Op aandringen van de andere vrouwen in de barak – om te overleven moet je jezelf nuttig maken – zingt Helena Liebe war es nie, een mooi melancholisch nummer van Austin Egen uit 1931. ‘Liebe war es nie. Denn du hast leider doch kein Herz. Liebe war es nie. Es war ein Scherz’.

De tranen lopen over haar wangen, overweldigd door de gelegenheid en het besef dat ze het voor een brute moordenaar zingt. Maar wanneer Wunsch haar vraagt het lied nogmaals voor hem te zingen, schrikt ze van dat empathische verzoek.

Liebe war es nie, zoals de film in Duitsland is uitgebracht, dat is toch wel even heel wat anders dan Love it was not, behalve een lelijke dus ook feitelijk onjuiste titel waar wij het kennelijk mee moeten doen.

Tyfus
Maar was het ook nooit liefde tussen Helena en Franz? Wunsch valt na zijn verjaardagsfeest als een blok voor haar. Hij geeft Helena en de andere vrouwen in de barak extra eten en kleding, hij weet haar zus Roza en de twee kinderen uit handen van de beruchte arts Joseph Mengele te redden. Wanneer Helena tyfus krijgt, geeft hij haar een deel van zijn rantsoen net zo lang tot ze weer voldoende is aangesterkt. Dankzij Franz Wunsch overleeft Helena Citron Auschwitz.

Of de liefde wederzijds was, blijft enigszins in het midden. In de interviews die in de jaren negentig opgenomen werden, beklemtoont Helena vooral dat ze deed wat ze nodig achtte om zichzelf en de andere vrouwen te helpen overleven. Toch biecht ze op dat ze gaandeweg de jaren in het kamp wel gevoelens voor Franz ontwikkelde, voor zover liefde mogelijk was op die godvergeten plek.

Waarheid
Wunsch vraagt tegen het einde van de oorlog, wanneer de Duitse nederlaag onafwendbaar lijkt, aan Helena of zij hem zo wil beschermen als hij haar heeft beschermd. Het antwoord komt pas 25 jaar later wanneer Helena wordt opgeroepen om te komen getuigen in Wenen in het proces tegen Wunsch voor zijn daden in Auschwitz. Ze komt voor een groot dilemma te staan. Ze is gelijk na de bevrijding naar Israël geëmigreerd en heeft Franz Wunsch sinds de oorlog niet meer gezien.

Love It Was Not

In Israël wordt ze beticht van collaboratie als ze gaat, het vrijpleiten van een oorlogsmisdadiger. Uiteindelijk besluit ze toch te gaan, voor haar telt dat ze de waarheid wil vertellen over de liefde die de levens van haar en andere vrouwen gered heeft. In de rechtszaal passeert ze Franz Wunsch op een meter, kijkt hem niet aan. Ze doet haar getuigenis. Wunsch wordt vrijgesproken, Helena sprak daarna nooit meer over hem.

Foto’s
Wunsch’ liefde ging onmiskenbaar verder, hij maakte in Auschwitz foto’s van haar. In de openingsscène zien we een ongelooflijke, paradoxale foto: Helena breed lachend, met bolle wangen blakend van gezondheid kijkt recht in de camera. Bijzonder detail echter, ze heeft het gestreepte gevangenisuniform van Auschwitz aan. Ook na de oorlog nog, zo vertelt zijn dochter in de film, knipte Wunsch dat gezicht uit en plakte dat op andere kleding en op foto’s van andere gelegenheden en locaties, een procedé dat goed werkt om zijn liefde te verbeelden.

Die techniek van het maken van het knippen en plakken van collages en kijkdozen wordt ook door regisseur Maya Safarty toegepast om het leven in het kamp uit te beelden. Maar eerlijk gezegd werkt dat niet zo sterk; het is te veel fröbelwerk, een bordkartonnen werkelijkheid die gecreëerd wordt. Het verhaal wordt nu verteld door vrouwen op leeftijd, inmiddels grijze hoofden die in hun voorkomen maar weinig reminiscenties oproepen aan het zware, soms onmenselijke leven in de barak. Daarmee is Liebe war es nie toch te veel een doorsnee pratende hoofden-documentaire geworden.

 

25 april 2022

 

ALLE RECENSIES

Hero, A

****
recensie A Hero
Eerlijkheid duurt het langst

door Yordan Coban

In de nieuwe profetische film A Hero van Asghar Farhadi doet zich een Kantiaans dilemma voor dat zich kenmerkt door een merkwaardige ironie. De Iranese regisseur keert terug naar zijn geboorteland en schijnt een licht op de culturele verwikkelingen die momenteel de regisseur zelf ook in de greep nemen. 

Het draait allemaal om het waargebeurde verhaal van de gedetineerde schuldenaar Rahim Soltani (gespeeld door Amir Jadidi), die tijdens zijn verlof een gevonden tas gevuld met goud terugbrengt bij de bank. Zijn eerzame daad levert hem beroemdheid op. Niet iedereen reageert echter even enthousiast op zijn versie van het verhaal. Als kijker kan je daar aanvankelijk geen begrip voor opbrengen omdat Rahim zich bijzonder sympathiek voordoet. Naarmate de film zich verder ontvouwt, begint daar verandering in te komen. Nieuwe informatie wordt stapsgewijs aan het feitenrelaas gevoegd, waardoor morele beoordelingen betrekkelijk worden.

A Hero

Een land als personage
De films van Farhadi zijn onmiskenbaar in toon en thema. Hij hangt zijn films op aan de intrige van sociaalmaatschappelijke confrontaties die reflecteren op de conservatieve aspecten van de Iranese cultuur. De personages van Farhadi worden vormgegeven aan de hand van een zuivere realistische stijl en door middel van verschillende ethische vraagstukken. Vraagstukken die op onverbiddelijke wijze ingevuld worden door de politieke staat van het land. De mensen in een Farhadi-film lijken altijd langzaam weg te zakken in een moeras van onmacht.

Het land Iran is in Farhadi’s filmografie eigenlijk altijd een personage op zich geweest. Net zoals in de films van Andrej Zvjagintsev en Nuri Bilge Ceylan is er altijd de doemde dreiging van een politieke instabiliteit die het zuivere geweten van hun personages beproeft. De meest poëtische films verbeelden vaak een zeker collectief geweten van een volk in het handelen en vertoon van zijn personages.

Eer en geweten
Films gaan over het leven, maar soms is het leven net een film. Op 23 maart kwam The Hollywood Reporter met het bericht dat Asghar Farhadi het idee voor A Hero gestolen heeft van een van zijn filmstudenten. Azadeh Masihzadeh maakte al eens een documentaire over dit waargebeurde verhaal. Zij zou het idee met Farhadi hebben gedeeld tijdens een van de lessen. Inmiddels heeft de Iranese rechter Azadeh Masihzadeh in het gelijk gesteld en is het wachten op een vonnis, wat mogelijk een gevangenisstraf voor de regisseur kan betekenen. Dat het hier om een vrouwelijke student gaat, wiens strafbedreiging op vierenzeventig zweepslagen werd gemunt, lijkt direct uit een Farhadi-script gegrepen.

A Hero

A Hero is niet van dezelfde complexiteit als A Seperation (2011), About Elly (2009) of zelfs The Salesman (2016). Het persoonlijke drama dat zich momenteel in de nasleep van de film afspeelt, geeft het geheel wel een extra dimensie. Ironisch genoeg heeft de regisseur dus een leugen nodig om de relevantie van zijn thema te realiseren. Dit alles doet erg denken aan de film Close-Up (1990), geregisseerd door die andere grote Iranese regisseur, Abbas Kiarostami. In deze film draait het immers ook om een leugen van een filmmaker. Een leugen in de naam van kunst.

Voor eerlijkheid dien je echter soms je eigen belang weg te cijferen. Farhadi lijkt dat niet gedaan te hebben. A Hero is een film over eer en geweten. Zowel Rahim Soltani als Asghar Farhadi zijn vast komen te zitten in hun eigen bedrog. Op een onvoorstelbare ironische wijze is Asghar Farhadi in een van zijn eigen films beland.

 

13 april 2022

 

ALLE RECENSIES

One Second

***
recensie One Second
Filmmagie en Chinese censuur

door Tim Bouwhuis

De gerenommeerde Chinese regisseur Yimou Zhang beweegt zich de laatste jaren op curieuze wijze tussen producties die het heersende communistische regime vieren en producties die datzelfde regime juist bekritiseren. Het vereist weinig voorkennis om uit te vinden tot welke categorie het stevig gecensureerde One Second behoort.

Het is drie jaar geleden dat One Second op het laatste moment werd teruggetrokken uit de hoofdcompetitie van de Berlinale. De officiële verklaring repte over “technische redenen”, maar het aantal mensen in de filmwereld dat die toelichting accepteerde laat zich naar verwachting op een hand tellen. De carrière van Zhang (Raise the Red Lantern, House of Flying Daggers) werd in 1988 gelanceerd met een film (Red Sorghum of Het Rode Korenveld) die in Berlijn de Gouden Beer won – op hetzelfde festival dat een grove dertig jaar later een streep moest zetten door het vertonen van het met politieke kritiek gelardeerde One Second.

One Second

Propaganda van de Culturele Revolutie
Typischer kan bijna niet, als je ziet waar de film over gaat. Ten tijde van de Culturele Revolutie (1966-1976) wachten de inwoners van een provinciaal Chinees dorpje met smart op de avondvertoning van een streng gecureerd filmprogramma. Projectionist “Mr. Film” (een rol van Wei Fan) combineert de uitverkoren langspeler (een sentimenteel drama met de karakteristieke titel Heroic Sons and Daughters – een daadwerkelijke propagandaklassieker uit 1964) met een zogeheten ‘newsreel’ die vertekende beelden van arbeiders in werkkampen toont. Een gehavende man (Yi Zhang), die in de openingsakte als vreemdeling in het dorpje opduikt, blijkt bovengemiddelde belangstelling voor de newsreel te hebben, en zet alles op alles om de vertoning van Mr. Film’s filmprogramma bij te wonen. Dat is alleen buiten een jonge, brutale dorpsbewoonster (Haocun Liu) en de zoon van de projectionist (Rui Cao) gerekend, die er elk op hun eigen wijze voor zorgen dat de blij verwachte avondvertoning niet zonder slag of stoot kan doorgaan.

Schoonpoetsen wat smerig is
Het laat zich al vroeg raden waar de gehavende man vandaan komt en wat zijn belangstelling voor de newsreel verklaart, en richting het einde wordt de botsing tussen het regime en het individu steeds explicieter verbeeld en verteld. Zhang laat weinig aan de fantasie over, en One Second is nooit zo subtiel als zijn vroege, eveneens (cultuur)kritisch ingestoken werk (Red Sorghum, Ju Dou, Raise the Red Lantern) of zo verbluffend als zijn martial arts-trilogie (Hero, House of Flying Daggers, Curse of the Golden Flower), maar de kernachtige vertelling over de relatie tussen film en politiek maakt zonder meer het een en ander goed.

Prachtig zijn de beelden van een volgepakt dorpshuis waar kinderen zich tot in de diepste nisjes vergapen aan lyrische zwart-witbeelden; even pijnlijk zijn die beelden als je ze beschouwt als de belangrijkste instrumenten van de heersende macht. De kwetsbaarheid van celluloid filmstrips – beschadigde filmstrips moeten zorgvuldig worden schoongemaakt, om nog maar te zwijgen over de brandbaarheid – is in dat kader een passende metafoor voor de wijze waarop het regime smerige praktijken (dwangarbeid, censuur) ‘schoonpoetst’ en ze in een zuiver licht poogt te presenteren.

One Second

Tussen kritisch en kritiekloos
One Second is zo een politiek geladen verwant van Cinema Paradiso (Giuseppe Tornatore, 1988); het analoog vertonen van film brengt niet alleen melancholische, maar ook wrange gevoelens met zich mee. Dat besef is sterk en kernachtig, en toch is dit werk van Zhang niet helemaal in balans, met name omdat de film als ‘comedy of errors’ regelmatig doorslaat naar het kolderieke en een paar overdreven geacteerde scènes kent.

Ondanks deze tekortkomingen, al helemaal ten opzichte van Zhang’s benoemde vroegere werk, kun je One Second nog altijd beter kijken dan diens andere producties van de laatste jaren. Cliff Walkers (nog niet te zien geweest in Nederland, wel op het laatste filmfestival van Gent) is een onvervalste propagandafilm over een groep spionnen van de communistische partij, en het ceremoniële artistieke programma voor de afgelopen editie van de Olympische Winterspelen (net als in de zomer van 2008 geregisseerd door Zhang) was een kritiekloze viering van Chinees cultureel sentiment. Het mag dus duidelijk zijn dat Zhang niet altijd kiest voor de weg van de meeste weerstand. Kort na de Spelen zorgt juíst die kritische toon van One Second zo voor een dubbel gevoel.

 

6 april 2022

 

ALLE RECENSIES

Sun Children

****
recensie Sun Children
Het optimisme van de straat

door Ries Jacobs

‘Deze film is opgedragen aan de 152 miljoen uitgebuite kinderen’ staat te lezen voordat Sun Children echt van start gaat. Wordt dit een snotterfilm waarin kinderen met een gouden hart worden uitgebuit door de grote boze wereld, maar uiteindelijk overwinnen? Gelukkig vermijdt regisseur Majid Majidi deze clichés.

Omdat de straatjongen Ali bij een crimineel in het krijt staat, draagt deze hem op een schat te vinden die onder de lokale begraafplaats zou liggen. Daarvoor moet hij zich aanmelden op de naastgelegen school, om van daaruit een tunnel te graven. Ali en zijn drie vrienden melden zich aan op de school, een met donaties opgebouwd particulier initiatief dat als doel heeft om straatkinderen een toekomst te geven. Dit doen ze met tegenzin, want ze hangen liever rond op straat en sprokkelen hun kostje bij elkaar in een autowerkplaats of in de criminaliteit.

De komst van de straatschoffies in de klas levert avontuur en pijnlijke situaties op, zoals het moment dat de verslaafde vader van Ali’s vriend Mamad heisa maakt en onwel wordt, waarna de leraren zich over hem ontfermen. Ook pijnlijk om te zien is hoe de idealistische leraar Rafie de vier jongens van Ali’s gang verder wil helpen, niet wetende wat de werkelijke motieven van de jongens zijn.

Sun Children

Geen klaagzang
Rouhollah Zamini won met zijn vertolking van Ali de Marcello Mastroianni Award die op het festival van Venetië jaarlijks wordt uitgereikt aan een opkomend talent. De sterke cast maakt van Sun Children een realistisch geheel, dat het als Iraanse inzending voor de Oscar tot de tussentijdse shortlist van vijftien films schopte.

Zoals in veel van zijn films toont Majidi zijn verhaal ook nu door de ogen van kinderen. Ali en zijn vrienden denken echt dat er een schat te vinden is en nemen je mee in hun wereld. In de hem kenmerkende eenvoudige stijl vertelt Majidi de geschiedenis van de vier jongens zonder gebruik van flashbacks, symboliek of filosofische overpeinzingen. De camera registreert slechts de gebeurtenissen rondom de uitgebuite straatjochies, die zich desondanks vlot en optimistisch door de wereld bewegen.

Majidi heeft een zwak voor de verschoppelingen van de Iraanse samenleving. In Children of Heaven (1997) waren het stedelijke armen, in Baran (2001) Afghaanse vluchtelingen en in Colour of Paradise (1999) en The Song of Sparrows (2008) lichamelijk beperkten die de hoofdrol speelden.

Sun Children

Wegwerpkinderen
Ook in Sun Children legt hij de vinger op de zere plekken van de Iraanse samenleving die voor ons nagenoeg onbekend zijn. De vier jongens hebben allen een vader die overleden, verdwenen of aan de drugs is. Voor ons is Iran het land van de Ayatollahs, dat het land een gigantisch drugsprobleem heeft, is velen niet bekend. Naar schatting 6,5 miljoen Iraniërs zijn verslaafd, op een bevolking van 85 miljoen. De laatste jaren heeft het gebruik van XTC en chrystal meth een vlucht genomen en daarnaast is buurland Afghanistan de grootste papaverproducent ter wereld.

De ruim 900 kilometer grens die Iran deelt met dat land zorgt voor nog een probleem. Iran herbergt, legaal en illegaal, ongeveer vier miljoen Afghaanse vluchtelingen. Majidi laat ons door de ogen van Ali’s Afghaanse vrienden Abolfazl en Zahra zien hoe de vluchtelingen in Iran behandeld worden als tweederangs inwoners en voortdurend in angst leven.

Sun Children breekt een lans voor de vluchtelingen en de straatkinderen. Iedereen maakt misbruik van Ali en zijn vrienden. Criminelen gebruiken ze om hun vuile klusjes op te knappen, voor de autowerkplaats zijn het goedkope arbeidskrachten en in de metro verkopen ze prularia aan forensen waaraan ze nauwelijks iets verdienen. In zekere zin gebruikt zelfs de bevlogen leraar Rafie de straatkinderen om zijn eigen idealen vorm te geven. Majidi maakt ons duidelijk dat in een land waar drugsmisbruik bijna besmettelijker is dan corona, weinig mensen echt iets geven om deze wegwerpkinderen.

 

26 januari 2022

 

ALLE RECENSIES

Ip Man (2008)

REWIND: Ip Man (2008)
Donnie Yen is de perfecte titelheld

door Cor Oliemeulen

In tientallen scholen van Foshuan worden jongens getraind in kungfu. De meest bekende beoefenaar van de krijgskunst in deze Zuid-Chinese stad is Ip Man, die in 1935 een vreedzaam leven met vrouw en kind verkiest boven het leiden van een vechtschool. In Ip Man (2008) maken we voor het eerst kennis met de latere leermeester van martial arts-legende Bruce Lee en opereert acteur Donnie Yen als de perfecte titelheld.

Als je Ip Man zo relaxt ziet staan in zijn prachtig gedecoreerde huis (lang gewaad, handen op de rug, vriendelijke glimlach) wijst nog niets op een persoon met wie je beter geen ruzie kunt zoeken. Toch staat er regelmatig weer eens iemand op de stoep om Ip Man uit te dagen voor een gevecht. Met ogenschijnlijk gemak en zonder noemenswaardige inspanning leert hij vervolgens zo’n branieschopper een onvergetelijk lesje in vechttechnieken, verkregen door uitzonderlijk talent en unieke vaardigheden, die hij vooral ontwikkelde door gericht te trainen met een houten dummy.

Ip Man

Wing Chun
Ip Man is specialist in de stijl Wing Chun (‘loflied voor de lente’). De nadruk ligt op korte, snelle bewegingen in gevechten op korte afstand. Het streven is een zo groot mogelijk effect met minimale inzet. Een van Ip Mans handelsmerken is zijn zogenaamde ‘chain punching’-techniek, waarbij zijn vuisten als een snelle roffel op de borst of het hoofd van zijn tegenstanders neerdalen. En als je niet groot of enorm gespierd bent, moet je te allen tijde ontspannen blijven en de kracht van je tegenstander gebruiken om die te overmeesteren.

Op een mooie dag staat een bendeleider met zijn gevolg van buiten de stad op de stoep. Deze agressieve vechtjas heeft zojuist met succes een aantal meesters van de kungfu-scholen in Foshuan hardhandig tegen de grond gewerkt en heeft gehoord dat Ip Man de beste martial arts-meester van de stad is. De bendeleider provoceert Ip Man en lacht hem uit omdat Wing Chun volgens hem is uitgevonden door twee vrouwen. Het duurt niet lang voordat de schurk vol blauwe plekken met de staart tussen de benen de stad verlaat, weggehoond door de toegestroomde menigte. Later in de film volgt een nieuwe confrontatie.

Ip Man

Er zijn verschillende legenden over de oorsprong van Wing Chun. Volgens Ip Man zelf werd deze vorm van martial arts inderdaad bedacht door twee vrouwen. De overlevering begint met het relaas van Ng Mui, een non die in 1647 als een van slechts vijf personen wist te ontsnappen uit een in brand gestoken Shaolin-tempel. De daders waren Mantsjoes die de Ming-dynastie ten val wilden brengen en heel China veroveren. Na haar vlucht uit de tempel vestigde Ng Mui zich in het Daliang-gebergte en nam zich voor de traditionele zelfverdedigingskunsten van de boeddhistische monniken te verfijnen. Ze leerde haar kungfu-stijl aan een andere vrouw, Yim Wing Chun, wier echtgenoot deze vechtkunst overbracht aan anderen. Drie eeuwen later is Ip Man de grote meester van Wing Chun.

Chinees-Japanse Oorlog
Ip Man is een typische martial arts-film met geweldige gevechtschoreografieën vol ingenieuze en komische effecten, een sfeervolle geluidsband en wijze teksten van het titelpersonage. Er zijn de nodige spannende elementen, maar de kijker weet dat alles weer snel op zijn pootjes terecht komt, zolang Ip Man maar van de partij is.



In REWIND opnieuw aandacht voor opvallende films uit dit millennium.

 


Die gemoedelijkheid slaat plotseling om in een grimmige sfeer als Japan in 1937 China binnenvalt en dood en verderf zaait. Half Foshuan ligt in puin en als gevolg van geweld en honger is het aantal inwoners gedaald van 300.000 tot slechts 70.000. Het grote huis van Ip Man fungeert nu als hoofdkwartier van het Japanse leger en ook hij en zijn gezin krijgen te maken met hongersnood. Ip Man gaat werken in een kolengroeve om rijst te kunnen betalen en krijgt te maken met de terreur van Japanse soldaten en een sadistische generaal. Tegen zoveel man – met pistolen en geweren – is ook Ip Man niet opgewassen.

Een andere generaal, een meester in de Japanse vechtkunst, heeft de beruchte status van Ip Man vernomen. Pas nadat hij hoort dat een van zijn beste vrienden is vermoord, neemt hij de uitdaging van de generaal aan om met hem te duelleren. “In de Chinese vechtkunsten gaat het om het gevecht, maar de Confuciaanse filosofie geldt eveneens. De deugd van het gevecht is de menselijkheid. Zich in een ander inleven, dat zal een Japanner nooit begrijpen”, bijt Ip Man de generaal toe. “Jullie misbruiken de militaire kracht, gebruiken puur geweld om andere volken te onderdrukken. Jullie zijn onwaardig om de Chinese vechtkunst te leren.”

Ip Man

Bruce Lee
Ip Man eindigt wanneer onze held met een kogelwond wordt afgevoerd. Na de oorlog zal hij in Hong Kong dan eindelijk een kungfu-school openen. Een vijftienjarig opgewonden standje met de naam Bruce Lee zou zich daar melden in 1953. Hij was geboren in Chinatown, San Francisco toen zijn ouders als opera-acteurs op tournee waren in Amerika. Toen Bruce drie maanden was, gingen ze terug naar Hong Kong. Als puber was hij daar regelmatig betrokken bij straatgevechten. Van Ip Man leerde hij niet alleen de technieken van Wing Chun, maar ook om zijn geest tot rust te brengen in plaats van als een dolle stier met Jan en alleman te gaan knokken. Op zijn negentiende ging Bruce Lee terug naar Amerika waar hij zijn eigen vechtkunst ontwikkelde: Jeet Kune Do, een combinatie van verschillende vechtstijlen die was bedoeld als zelfverdediging.

Door het internationale succes van Ip Man en de nieuwe martial arts-ster Donnie Yen (zijn moeder was als meester in de martial arts een pionier van Chinese vechtsporten in Amerika) zouden er nog drie films – ook allen geregisseerd door Wilson Yip – in deze franchise volgen. Zo zien we in Ip Man 2 de al even beroemde Sammo Hung zijn formidabele vechtkunsten etaleren en mag niemand minder dan Mike Tyson in Ip Man 3 proberen om Donnie Yen knock-out te slaan.

 

IP MAN KIJKEN: o.a. te zien op Pathé Thuis.

 

Meer REWIND

Onoda – 10.000 Nights in the Jungle

****
recensie Onoda – 10.000 Nights in the Jungle

Dwalen in een andere werkelijkheid

door Ries Jacobs

Op 26 december 1944 werd Hiroo Onoda naar het Filipijnse eiland Lubang gestuurd om het te verdedigen tegen het oprukkende Amerikaanse leger. De Tweede Luitenant in het Japanse Keizerlijke Leger gaf zich uiteindelijk op 10 maart 1974 over aan een officier van de Filipijnse luchtmacht. Onoda – 10 000 Nights in the Jungle vertelt het verhaal over de soldaat die, gedreven door plichtsbesef en wantrouwen, weigerde te geloven dat de oorlog voorbij was.

Het cliché dat de waarheid soms vreemder is dan fictie gaat in dit geval zeker op. Als de geschiedenis van Onoda niet werkelijk had plaatsgevonden, dan zou het filmscript van de Franse regisseur Arthur Harari en zijn schrijversmaatje Vincent Poymiro direct met het stempel ongeloofwaardig in de prullenbak verdwijnen.

Onoda - 10.000 Nights in the Jungle

Andersom is het vreemd dat dit bizarre en tegelijkertijd avontuurlijke verhaal nu pas verfilmd is. Harari was gefascineerd toen hij hoorde over een Japanse soldaat die bijna dertig jaar overleefde in de jungle. Vrijwel meteen zag hij de mogelijkheden voor een film. Het uiteindelijke resultaat is een ingetogen film met een minimum aan heroïsche gevechten. Ook laat hij zich niet verleiden tot een overdaad aan poëtische vergezichten, hoewel het tropische heuvellandschap daartoe wel degelijk uitnodigt.

Geef je nooit over
In plaats daarvan legt Harari de nadruk op de ontwikkeling en de kameraadschap van de soldaten. Want hoewel Onoda in 1974 alleen werd gevonden, voerde hij zijn voortgezette oorlog aanvankelijk met drie Japanse medestrijders. Een voor een ontvallen zijn kameraden hem. Twee van hen komen om in de strijd met de eilandbevolking (door de keizerlijke Japanse strijders nog steeds beschouwd als hun vijand), één geeft zich over.

Als de overgelopen soldaat Akatsu zich met een Japanse delegatie op het eiland mededeelt dat de oorlog al jaren voorbij is, beschouwen Onoda en zijn overgebleven strijdmakker dit als Amerikaanse propaganda. Hoe meer informatie ze krijgen, hoe dieper ze zich ingraven in hun idee dat de oorlog nog steeds gaande is. Het laatste bevel dat ze in 1945 kregen, luidde immers om het eiland te verdedigen en zich nooit over te geven.

Onoda - 10.000 Nights in the Jungle

Politiek, spiritualiteit en levenszin
‘De film moest gaan over het ervaren van de werkelijkheid’, zegt Harari hierover. Hij doet er te lang over (165 minuten) om zijn verhaal te vertellen, maar slaagt er wel in om de kijker te laten meekijken in de hoofden van de Japanse soldaten die allen de realiteit op hun eigen manier ervaren. Ze hebben dezelfde twijfels als orders uitblijven en de jaren verstrijken, maar ieder van hen gaat er anders mee om.

In die zin is de bizarre geschiedenis van Onoda en zijn drie medestrijders op het Filipijnse eiland een uitvergroting van de werkelijkheid van alledag. Politiek, spiritualiteit, levenszin, over al deze zaken en nog veel meer geloven we wat we willen geloven. Ons geloof baseren we op onze interpretatie van de werkelijkheid, niet op de werkelijkheid zelf. Naast een geslaagde film is Onoda – 10 000 Nights in the Jungle daarom een spiegel die Harari de kijker voorhoudt. Hoe objectief is ons beeld van de werkelijkheid eigenlijk?

 

2 september 2021

 

ALLE RECENSIES