All That Breathes

****
recensie All That Breathes
Het regent roofvogels

door Tim Bouwhuis

In de Indiase miljoenenstad Delhi komen de roofvogels letterlijk uit de lucht vallen. De twee broers die in de bescheiden documentaire All That Breathes centraal staan, zien niemand ingrijpen en besluiten zich gericht over de dieren te ontfermen. Ondertussen blijft het in hun politiek verkrampte omgeving niet bij ecogeweld.

Onder welke omstandigheden besluit je een deel van je leven te wijden aan mensen (en hier dus dieren) in nood? Het verzorgen van (tijdelijk) vleugellozen lijkt voor Nadeem en Saud een vanzelfsprekendheid, maar als je ziet hoe groot de problemen zijn, mag hun tomeloze inzet een klein wonder heten. De hechte broers kunnen de last van een zuchtend ecosysteem en bloedende straten nooit alleen dragen. En toch bouwen ze hun kleine garageruimte met de hulp van een vriend om tot een provisorisch noodhospitaal.

All That Breathes

Noodoproep
All That Breathes verweeft de onvoorwaardelijke liefdadigheid van de hoofdpersonen met een bredere blik op de sociaal-politieke en religieuze spanningen die India (Delhi niet eens in het bijzonder) al decennia parten spelen. Rigoureus gesteld lijkt het alsof sommige bewoners van de grootstad zo druk zijn met het uitdragen (en in dit geval ook bevechten) van hun identiteit, dat ze niet doorhebben dat de zuiverende kringlopen van water, lucht en natuur wankelen. De zwarte wouw (‘black kite’ in het Engels), zoals de vogelsoort die de broers zo koesteren genoemd wordt, is een hulpeloos slachtoffer van de erbarmelijke luchtkwaliteit, verziekt, vervuild en bestraald door menselijke ingrepen.

Het gaat regisseur Shaunak Sen (Cities of Sleep) duidelijk aan het hart dat Delhi niet alleen een onveilige stad is door de ecoproblemen. Korte mediafragmenten en terloopse opmerkingen van de broers worden in de montage uiteindelijk aangevuld met een mobiel opgenomen filmpje waarin een man met gevaar voor eigen leven een religieus monument probeert te slopen. In een documentaire die zich desondanks te allen tijde blijft concentreren op de zorgverlening van de broers, maakt de politiek geladen interventie duidelijk dat Sen zich verantwoordelijk voelde om het verband tussen het ecogeweld en de ontsporende verhoudingen tussen (met name) hindoe-nationalisten en moslims expliciet te maken. Wie de lange documentaire Reason (Anand Patwardhan; bekroond op het IDFA in 2018) of de speelfilm Nasir (Arun Karthick; IFFR 2020 en vervolgens uitgebracht in Nederland) zag, kan zich bij dat laatste een (zij het door de sterke stellingname van de filmmakers wat vertekende) voorstelling maken.

All That Breathes

Natuurbeeld
Het is niet storend dat All That Breathes door de filmische verwerking van de politieke (onder)laag iets van zijn subtiliteit verliest. Wel had er enigszins bespaard kunnen worden op het gebruik van voice-overs, die gebruikt worden om de broers te laten uitdrukken welke filosofie (humanistisch, maar met een licht religieus tintje) er aan het verzorgen van de roofvogels ten grondslag ligt, en om toe te lichten welke rol de dieren spelen in het schoonhouden (‘reinigen’) van de natuurlijke omgeving. Er wordt namelijk al veel weggegeven door de sprekende beelden, die het verhaal van de documentaire met gemak dragen en de meeste zeggingskracht hebben als er niet bij wordt gesproken. Met het geduld van strakke kaders en lome tracking shots vangen Sen en zijn crew met beperkte filmische middelen dierlijke details die in vluchtigheid voor het oog verborgen zouden blijven. “Het gaat ons om alles wat ademt”, is de redenatie van de broers. Het geheven vingertje blijft uit. Gelukkig, want dat werkt vaak ook averechts. Maar misschien ‘moeten’ we wel vaker zo denken.

 

14 november 2022

 

ALLE RECENSIES

There is No Evil

****
recensie There is No Evil
De gevolgen van doodstraf en executie

door Jochum de Graaf

Toen de Iraanse regisseur Mohammad Rasoulof in 2020 de Gouden Beer won in Berlijn kon hij die niet persoonlijk in ontvangst nemen, zijn paspoort was ingenomen en hij kon het land niet uit. Half juli dit jaar, een maand voor de bioscooprelease van There is No Evil in ons land kwam het bericht dat Rasoulof gearresteerd was omdat hij regime-kritische posts op social media geplaatst had.

Rasoulofs werk wordt als propagandistisch en gevaarlijk beschouwd en al sinds zijn film Manuscripts Don’t Burn (2013) is zijn complete oeuvre in Iran verboden. There is No Evil is deels in het geheim opgenomen en Rasoulof stelt hierin opnieuw een zeer controversieel en gevoelig thema aan de kaak, de uitvoering van de doodstraf.

There is No Evil

Vierluik
In een vierluik van afzonderlijke hoofdstukken, elk ontworpen als een op zichzelf staande korte film, verkent hij telkens een ander facet van het onderwerp. In het gelijknamige eerste deel There is no evil zien we Heshmat (Ehsan Mirhosseini), een zwijgzame, vriendelijke man die zo op het oog een doodgewoon leven leidt. Hij kibbelt wat met zijn vrouw, verft haar haren, brengt zijn dochter naar school, gaat bij zijn zieke moeder op bezoek, redt de kat van de buren. In de beginscène krijgt hij een grote vormeloze zak in zijn kofferbak. Omdat je het thema van de film kent, denk je al gauw aan een lijk, bij een verkeerscontrole blijkt het echter om een zak rijst te gaan.

Hesmats leven lijkt zich rustig voort te kabbelen. Tot om drie uur ’s nachts de wekker gaat, de nachtdienst begint. Hij rijdt door een verlaten Teheran en moet tergend lang voor een stoplicht staan. Vanuit de garage, die we van de zak rijst herkennen, komt hij in zijn werkkamer, kleedt zich om, zet koffie. Onder een wazig raam flikkeren rode lampjes, als ze na een tijdje groen worden, drukt Hesmat op een knop. Wat volgt is een scène waarmee de banaliteit van het kwaad op zeldzaam schokkende wijze in beeld wordt gebracht.

Het tweede hoofdstuk She said: you can do it verkent een tegenovergestelde positie. De jonge militair Pouya (Kaveh Ahangar) komt in ernstige gewetensnood wanneer hij het bevel krijgt een gevangene te executeren. Iraanse mannen kunnen geen baan vinden of een paspoort aanvragen zonder een certificaat te overleggen dat ze hun verplichte militaire dienst met goed gevolg hebben voltooid. In de nacht voor de executie zweert hij dat hij geen bloed wil vergieten maar dat als hij toch gedwongen wordt iemand te executeren hij zijn opdrachtgever zal doden. Als het zover is, blijft de ter dood verklaarde kalm terwijl beoogde beul Pouya een emotioneel wrak is. Hij onderneemt een verzetsdaad die even dwaas als opzienbarend is.

Geweten
In het derde deel Birthday lijkt soldaat Javad (Mohammad Valizadegan) misschien ook op de vlucht. Hij trekt zijn uniform uit en baadt in de rivier voordat hij naar zijn vriendin Nana (Mahtab Servati) gaat om haar ten huwelijk te vragen. Hij is op een kort driedaags verlof, het baadritueel lijkt bedoeld om zijn geweten te zuiveren. In tegenstelling tot Pouya volgt Javad bevelen op en is hij bereid tot het uitvoeren van een executie. Zijn medesoldaten houden vol dat in hun land niemand zonder reden ter dood gebracht wordt.

Op de verjaardag van zijn verloofde komt hij er achter dat er een link is tussen hem en de man die hij doodde. Hij wordt nog verder onder druk gezet door zijn schoonmoeder die hem vraagt waarom hij in dienst is gegaan. Javad pareert met de opmerking dat hij gehoorzaam is aan de wet en zwijgt veelbetekenend wanneer zij zegt dat hij toch de keus heeft om nee te zeggen. Rasoulof lijkt hier te zeggen dat de doorsnee Iranees uit zelfbehoud misschien wel blind wil zijn voor de onmenselijkheid van het autoritaire regime, maar roept op zijn manier toch op tot verzet.

There is No Evil

Familiegeschiedenis
Het slothoofdstuk Kiss me speelt zich af ver van de bewoonde wereld – het schitterende decor van het Iraanse platteland met dorpsdokter en imker Bahram (Mohammad Seddighimehr), die gebukt gaat onder een lang verborgen geheim. Op zekere dag arriveert de jonge expat Darya (Baran Rasoulof) en komt langzaam maar zeker de familiegeschiedenis naar boven: haar moeder heeft Bahram verlaten omdat hij een executie heeft voltrokken. Darya maakt bezwaar wanneer haar oom haar meeneemt om te gaan jagen, ze weigert levende wezens te doden.

Met dat al lijkt de les van de film: er is kwaad in de wereld en het corrumpeert ons als we daar niet tegen in het geweer komen. Maar wat zouden jij of ik doen als je in de schoenen van de personages stond?

There is No Evil is niet zozeer een vlammende aanklacht, maar veeleer een somber stemmende beschouwing over wat de gevolgen zijn van het perfide systeem van de doodstraf en executie.

De Islamitische Republiek Iran is al jarenlang verantwoordelijk voor meer dan de helft van de geregistreerde executies in de wereld. Volgens een rapport van Amnesty International is er dit jaar sprake van een executiegolf: in de eerste helft van 2022 zijn al meer dan 250 mensen vermoord, pakweg de helft van het ‘normale’ aantal. Een gegeven waarmee There is No Evil nog eens extra aan urgentie wint.

 

11 augustus 2022

 

ALLE RECENSIES

Lunana, A Yak in the Classroom

****
recensie Lunana, A Yak in the Classroom
Bhutaans sprookje met echte mensen

door Paul Rübsaam

Ugyen, een Bhutaanse leraar in opleiding tegen wil en dank, droomt ervan zich als zanger te vestigen in Australië. Maar hij wordt gedwongen les te gaan geven in het boerengehucht Lunana. Erger kan het niet. Of toch wel? Lunana, A Yak in The Classroom, het regiedebuut van Pawo Choyning Dorji, is op de keper beschouwd een voorspelbare, zoetsappige propagandafilmMaar dan wel een hele mooie.

Ugyen (Sherab Dorji), een wees die bij zijn dominante grootmoeder inwoont, zit in het voorlaatste jaar van zijn lerarenopleiding. Maar hij studeert met nauw verholen tegenzin. Liever stort hij zich met zijn vrienden in het uitgaansleven van Thimphu, de snel moderniserende hoofdstad van Bhutan. Als het even kan, treedt hij op als zanger, zichzelf begeleidend met zijn gitaar. Ooit hoopt hij zo de kost te kunnen gaan verdienen in Australië.

De regeringsfunctionarissen in wier opdracht hij zijn opleiding volgt, hebben echter andere plannen met de ongemotiveerde leraar in spe. Docenten zijn hard nodig in het traditionele boeddhistische koninkrijk Bhutan, dat zich geleidelijk wil gaan aanpassen aan de moderne tijd. Juist daar waar ze het meest schaars zijn, moet Ugyen zijn didactische vaardigheden maar eens ten toon gaan spreiden. Hoog in de bergen dus. In het kleinste dorpje dat je je maar kunt voorstellen.

Recensie Lunana, A Yak in the Classroom

Rechtsomkeert?
Hoe afgelegen en primitief het dorpje Lunana werkelijk is, kan Ugyen zich nauwelijks voorstellen. Het eerste deel van zijn reis gaat nog per bus, naar het al tamelijk hoog gelegen dorp Gasa. Maar daar blijken de gidsen Michen (Ugyen Norbu Lhendup) en Singye uit Lunana met drie muilezels klaar te staan voor het tweede deel: een voettocht van acht dagen die alleen maar omhoog gaat. Dat laatste zeggen de gidsen er niet bij, omdat ze de jonge leraar niet te veel willen ontmoedigen.

De zesenvijftig inwoners van Lunana maken zo goed als allemaal deel uit van het ontvangstcomité. Als Ugyen het comité ontwaart, denkt hij dat hij op zijn bestemming is aangekomen. Maar hij vergist zich. Hij heeft nog twee uur te gaan naar het dorpje, dat op dezelfde hoogte ligt als de top van de Mont Blanc. Hoe hoffelijk het is dat het dorpshoofd Asha Gup Jinpa (Kunzang Wandi) en de andere dorpelingen hem tegemoet zijn gekomen, dringt nauwelijks tot hem door. Zo uitgeput is hij.

Als Lunana dan eindelijk is bereikt, blijkt het schoolgebouw vervallen en volledig uitgewoond. Ook ontbreken de meest elementaire leermiddelen, zoals een schoolbord. Bovendien vormt de door zonne-energie opgewekte elektriciteit in Lunana een hoogst onzekere factor. Ugyen kan niet geloven dat hij onder deze omstandigheden les zal kunnen geven. Hij laat het dorpshoofd en de gidsen vast weten dat hij zo snel mogelijk vertrekken wil.

Uitwerpselen als geschenk
Het door jakherders bevolkte Lunana biedt inderdaad weinig comfort. Maar midden in een groene vallei, tussen de besneeuwde Himalayatoppen, is het dorpje wel schitterend gelegen. Bovendien zijn de bewoners, die hun onwillige nieuwe leraar op handen lijken te willen dragen, buitengewoon aardig. Te aardig misschien wel, naar de maatstaven van een westerse filmkijker. De enige die een tijdje lang een beetje vervelend blijft is Ugyen zelf. Maar dat verandert natuurlijk.

Zijn voornemen om zo snel mogelijk rechtsomkeert te maken, wordt de eerste ochtend na zijn aankomst al danig op de proef gesteld. Namelijk als de bijdehante en grenzeloos schattige zevenjarige klassenvertegenwoordigster Pem Zam (Pem Zam) hem komt wekken omdat de kinderen al popelend zitten te wachten in het klaslokaal.

Recensie Lunana, A Yak in the Classroom

En er is meer dat Ugyen wel over de streep moet trekken. Zoals de jonge vrouw Saldon (Kelden Lhamo Gurung), die door de manier waarop zij het devote lied ‘Yak Lebi Lhadar’ zingt Ugyen niet alleen een nieuwe kijk op de zangkunst verschaft, maar ook op de door haar en alle andere inwoners van Lunana vereerde jak. Uit eerbied voor het dier dat zijn vlees aan de mens schenkt als voedsel en zijn uitwerpselen als brandstof is Ugyen uiteindelijk bereid om Norbu, de oudste jak van het dorp, het onderdak te verschaffen waar de titel van de film naar verwijst.

Heilstaat
Volgens het door het Bhutaanse staatshoofd gepredikte principe van het ‘bruto nationaal geluk’ zijn in het traditionele, geleidelijk moderniserende Bhutan naast economische welvaart ook het welzijn en de ontwikkelingsmogelijkheden van de bevolking van groot belang. Onderwijs vervult daarbij een cruciale rol. Het verhaal van Lunana, a Yak in the Classroom wijkt geen duimbreed af van deze officieel gehuldigde opvatting. In dat opzicht zou je regisseur Choyning Dorji’s eersteling een propagandafilm kunnen noemen voor de heilstaat die Bhutan zou moeten zijn.

Toch doe je de film daarmee tekort. Onder soms moeilijke omstandigheden vonden de draaidagen plaats in het werkelijk bestaande Lunana. De cast bestaat voor een aanzienlijk deel uit de eigenlijke dorpelingen, met hun wat kinderlijke, maar oorspronkelijke acteerstijl. Samen met de dromerig stemmende synthese tussen spirituele zang en de adembenemende omgeving maakt dit van Lunana een sprookje met echte mensen dat als vorm van lyrische poëzie zeker geslaagd is.

 

16 mei 2022

 

ALLE RECENSIES

CinemAsia 2022 – Deel 5

CinemAsia 2022 – Deel 5:
Mein Vietnam en Kingmaker

door Jochum de Graaf

In ons vijfde verslag van CinemAsia 2022 maken we kennis met een Vietnamees echtpaar van bootvluchtelingen dat al dertig jaar in Duitsland woont. Ze verdelen hun tijd tussen schoonmaken van kantoorgebouwen, online karaoke en kibbelen. In het Zuid-Korea van de jaren zestig en zeventig weet een dorpsapotheker met valse streken de politieke macht naar zijn hand te zetten.

 

Mein Vietnam

Mein Vietnam – Spagaat van bootvluchtelingen
Er gebeurt niet zoveel in Mein Vietnam. Het echtpaar Tam Mai en Bay Nguyen, Vietnamese bootvluchtelingen, woont al dertig jaar in Duitsland. Ze maken lange dagen als schoonmakers, hallen van grote kantoorpanden aandweilend, vele bureaus afstoffend, onderweg in de Mercedes op de Autobahn vaak zwijgend naast elkaar. Tekenend voor hun anoniem bestaan zijn de lege kantoren bij binnenkomst; ze doen spik en span hun werk, verlaten de gebouwen zonder een spoor achter te laten. De avonden en het weekend worden vooral benut met ‘schermtijd’, een virtueel sociaal leven door afspraken en karaokesessies met Skype via laptop, pc en mobiel met vrienden en familie in Vietnam. Ze hebben een vrij geïsoleerd bestaan, zoals zoveel migranten terugvallend op en vasthoudend aan de cultuur en gewoonten van het thuisland.

Gaandeweg ontwikkelt zich een tegenstelling tussen beiden. Vader Tam maakt zich grote zorgen wanneer hun huis in Vietnam bij een orkaan verwoest wordt en doet verwoede pogingen vanachter de laptop de herbouw te organiseren, beveelt min of meer een familielid om de camera op bouwlieden aan het werk te richten. Na al die jaren spreekt hij nauwelijks Duits, raakt steeds meer aan de drank en het onderwerp  van terugkeer naar Vietnam komt ter sprake. Moeder Bay heeft minder last van nostalgie, doet meer serieuze pogingen een leven in Duitsland op te bouwen. Met hulp van dochter Mai volgt ze taallessen en verheugt zich op de geboorte van het eerste kleinkind. Ze hoeft niet zo nodig terug naar Vietnam. De worsteling tussen terugkeer of blijven, de hang naar het verleden of de blik op de toekomst komt niet tot een oplossing.

In de slotscène zitten ze tegenover elkaar in een restaurant, uiteraard aan een tafel met Vietnamese gerechten, als altijd kibbelend en discussiërend. Het geluid valt langzaam weg, het beeld vervaagt, de film zou nog tijden door kunnen gaan. Regisseurs Tim Ellrich en Thi Hien Mai (dochter van Bay en Mai) hebben er een bij tijd en wijle ontroerend, maar ook tragikomisch portret van een migrantenleven van gemaakt.

Mein Vietnam is aanstaande vrijdag nog te zien, zie link. 

 

Kingmaker

Kingmaker – Wippen tussen Republikeinen en Democraten
Een ‘kingmaker’ is wat we in Nederland een ‘mannetjesmaker’ zouden noemen. In Nederland hadden we in de jaren zestig Ben Korsten, een pr-functionaris die een aantal KVP-politici naar en aan de top begeleidde, goed dramatisch verfilmd in 1983 door Hans Hylkema met een uitstekende hoofdrol voor Gerard Thoolen, de veel te vroeg overleden steracteur van het Werktheater.

In Zuid-Korea hadden ze  Chang-rok Eom de kingmaker, die  in de turbulente politiek van de jaren zestig en zeventig een belangrijke rol speelde bij de rivaliserende opkomst van Dae-jun Kim en Young-sam Kim, van respectievelijk de Democratische en de Republikeinse partij, die decennialang de Koreaanse politiek zouden domineren.

Cahn-rok Eom heet in Kingmaker, de film, Chang-dea Seo, een dorpse apotheker die besluit de politiek in te gaan. Hij kiest de kant van Woon-bum Kim, leider van de Nieuwe Democratische Partij, die al vier verkiezingen op rij verloren heeft. Seo, geslepen intrigant, laat geen middel onbenut, blinkt uit in het voeren van negatieve campagnes. Het ontketenen van een vals schandaal met de bewering dat de tegenkandidaat een buitenechtelijke verhouding heeft, is nog maar een beperkt voorbeeld. Straffer is de methode wanneer hij erachter komt dat de Republikeinse partij gratis kleding en schoeisel uitdeelt, zijn medewerkers in republikeins uniform naar de gelukkige kiezers stuurt om die spullen weer op te halen en ze vervolgens te voorzien van een Democratisch label om aan andere kiezers uit te delen.

Seo gaat ook voor de Democratische partij werken en ontwikkelt gaandeweg de ambitie om ook zelf in het parlement te worden verkozen. Woon-bum Kim vindt hem daarvoor te licht en kiest een andere adviseur, waarop Seo zich aan de kant schaart van een andere presidentskandidaat voor de Democratische partij. Hiermee weet hij zich in een wippositie te manoeuvreren en grote invloed op de uitslag uit te oefenen.

Er ontwikkelt zich een brisante plot, wanneer Seo – na jaren weer deel uitmakend van het team van Kim – veroordeeld wordt van een explosie in het huis van Kim tijdens diens campagnereis in de VS. Na zijn vrijlating wisselt Seo nogmaals van kamp en gaat nu voor de Republikeinse partij werken. Dankzij een lastercampagne helpt hij de republikeinse tegenkandidaat  van Kim aan de overwinning.

In de epiloog kijken Kim en Seo zeventien jaar later nog eens terug op al die turbulente verwikkelingen. Regisseur Sung Hyun-Byun brengt het tijdperk met echte en nagespeelde zwart-witbeelden van de nieuwsgebeurtenissen, zeer sterk tot leven. Kingmaker is een goede introductie in de relatief onbekende geschiedenis van de Zuid-Koreaanse politiek.

Kingmaker is aanstaande vrijdag nog te zien, zie link.

 

11 mei 2022

 

Interview Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia
CinemAsia 2022 – Deel 1
CinemAsia 2022 – Deel 2
CinemAsia 2022 – Deel 3
CinemAsia 2022 – Deel 4

 


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2022 – Deel 4

CinemAsia 2022 – Deel 4:
Leven in de drukte van de moderne wereld

door Tim Bouwhuis

Twee bescheiden filmdrama’s op CinemAsia 2022 verkennen ervaringen van eenzaamheid en de verschillende vormen van verlies die daaraan ten grondslag liggen. De dood van een moeder (Aloners) en het einde van een relatie (The Calming) roeren de emoties van de vrouwelijke hoofdpersonages, die zich uiten in meanderende zoektochten naar een gevoel van verwerking en acceptatie.

Aloners (het regiedebuut van de Koreaanse regisseuse Hong Sung-eun) en The Calming (China, regie Song Fang) omlijsten de gevoelswerelden van hun hoofdpersonages allebei met de reële spanningen en leefomstandigheden van de moderne wereld, maar doen dat op een subtiel tegengestelde manier. Jina (een rol van Gong Seung-Yeon) uit Aloners werkt al geruime tijd als callcentermedewerkster voor een betaalkaartbedrijf. Ze zit voor een computerscherm met een headset op, en in de bus terug naar huis pakt ze haar mobieltje erbij. Ze leeft en (ver)werkt aan de hand van technologie. In The Calming probeert filmmaakster Lin (Xi Qi) digitale middelen op z’n tijd juist te gebruiken om de drukte van de moderne wereld te ontvluchten.

Aloners

Aloners

Een nieuwe naam (?)
Jina en Lin hebben allebei het nodige te verwerken, en de films gaan over de manier waarop zij doorgaan met hun levens terwijl hun pijnlijke (recente) verledens zich aan hun gedachten blijven opdringen. Als Jina in de bus haar mobieltje erbij pakt, twijfelt ze om de naam van haar onlangs overleden moeder uit haar contactgegevens te verwijderen. Scherper gesteld: het mobieltje van haar moeder is nu bij haar vader terechtgekomen, maar kun je de naam van een geliefde wel zomaar wissen om die door een andere naam te vervangen? Bovendien verwijt Jina haar vader fouten uit het verleden, die extra zwaar wegen nu hij er nog wel is maar haar dierbare moeder niet meer.

Filmmaken als therapie
Lin heeft onlangs een relatie beëindigd, en de prille gezondheid van haar vader werpt een lichte schaduw op de warme band die ze met haar ouders onderhoudt. De details van de relatie en het einde daarvan lijken er niet zozeer toe te doen, en Lin’s ex-partner betreedt dan ook nergens het kader. In The Calming draait het om de weg naar innerlijke rust in een drukke wereld, treffend gevat door contemplatief werkende beelden van de Chinese grootstad. Als we voor het eerst met Lin kennis maken, legt ze aan de montagetafel de laatste hand aan een etnografische documentaire. Later is ze te gast bij een screening van haar eigen film en praat ze over haar groeiende verlangen met een camera de natuur in te trekken. Het verband tussen de geleidelijke verwerking van haar emoties en de evolutie van haar werk als filmmaakster is tastbaar. Cinema als een vorm van therapie.

Technologie als gevaar
Het is boeiend om Aloners en The Calming zij aan zij te bekijken, omdat de films psychologische en dramatische parallellen hebben maar thematisch anders zijn ingestoken. In het leven van Jina zijn beelden zo alomtegenwoordig dat ze tegen wil en dank een soort gevangenis voor zichzelf gebouwd heeft. Zo installeerde ze tijdens het ziekteproces van haar moeder een bewakingscamera in het appartement van haar ouders, waarop ze naderhand (machteloos) het moment kan terugkijken waarop haar moeder getroffen werd door een beroerte.

Op haar werk draait ze langzaam door als ze in een staat van mentale afwezigheid tóch een nieuwe werkneemster moet begeleiden en ze de verbindingstoon van haar headset (symbolisch of reëel?) steeds luider begint te horen. Aloners past bij een redelijk continue aanwas van (festival)films die laten zien hoe personages worstelen met de technologische excessen van de moderne wereld. Oververtegenwoordigde schermen leiden in dit verband tot eenzaamheid, verdriet, verval en soms zelfs tot waanzin.

The Calming

The Calming

Technologie en natuur
The Calming laat zich iets lastiger als zo’n soort film kenmerken. Lin’s verhaal gaat óók over digitale middelen en over het leven in een moderne, doorgedraafde wereld, maar het ‘waarschuwende’ effect (“laten we in deze gedigitaliseerde wereld wel blijven omkijken naar elkaar, anders kan het misgaan”) dat de thematische insteek van Aloners in ieder geval ten dele typeert ontbreekt. Waar Jina tot haar schrik wordt geconfronteerd met de achterklapwaardige dood van haar buurman (gevonden tussen een stapel seksblaadjes), zijn er in The Calming juist nog mogelijkheden om de schoonheid en rust van de natuur op te zoeken (sterker nog: ze gebruikt digitale middelen om die schoonheid en rust vast te leggen), bijvoorbeeld in de omgeving van Lin’s ouderlijk huis.

Voor de verandering is er (in tegenstelling tot menig ander drama) eens nauwelijks sprake van conflicten met mensen in haar directe omgeving, en op momenten is de film zelfs prettig onbestemd op zijn geleidelijke route naar emotionele voldoening. The Calming is op die manier zowel dramatisch als thematisch minder nadrukkelijk dan het wel degelijk oprecht gespeelde en geregisseerde Aloners, en maakt daardoor een bijzonder aandachtige, meer gelaagde indruk.

The Calming draait op donderdag 12 mei in Studio/K. Aloners is op zaterdag 14 mei te zien in Rialto de Pijp. Bezoek de festivalwebsite voor tickets.

 

11 mei 2022

 

Interview Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia
CinemAsia 2022 – Deel 1
CinemAsia 2022 – Deel 2
CinemAsia 2022 – Deel 3
CinemAsia 2022 – Deel 5

 


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2022 – Deel 3

CinemAsia 2022 – Deel 3:
Losers willen overwinnen

door Cor Oliemeulen

Als het leven je niet toelacht, is het verleidelijk om bij de pakken neer te zitten. Dat geldt zowel voor Santoshi in Missing die na de dood van zijn vrouw in een depressie en schulden is geraakt als voor Chow in One Second Champion die is geboren met de gave om één seconde in de toekomst te kunnen kijken. Het is aan hun omgeving om deze twee protagonisten een trap onder hun achterste te geven. Met wisselend succes.

 

Missing

Missing – De seriemoordenaar, de weduwnaar en zijn dochter
Middelbare scholiere Kaede zorgt voor haar vader Santoshi, die na de dood van zijn vrouw aan lager wal is geraakt. Met het schaamrood op de kaken haalt zij hem op in het politiebureau nadat hij is gearresteerd na een winkeldiefstal. Gelukkig mag Santoshi naar huis, maar de volgende dag is hij spoorloos verdwenen. Samen met een jongen die dolgraag haar vriendje wil zijn, gaat Kaede op zoek naar haar vader, omdat de politie zegt niets te kunnen doen. Kaede ontvangt nog wel een berichtje dat pa oké is, maar wil niet dat ze hem zoeken. Later blijkt dat ook Santoshi op zoek is: als hij een beruchte seriemoordenaar vindt, kan hij met de beloning zijn schulden afbetalen. De situatie wordt pas echt nijpend wanneer de seriemoordenaar in het bezit is van Santoshi’s mobieltje.

De Japanse filmregisseur Shinzo Katayama viel al op met zijn filmdebuut Siblings of the Cape (2018) en was jarenlang de regieassistent van de gelauwerde Zuid-Koreaanse cineast Bong Joon-ho (Parasite, 2019), wat niet verrassend is als je de plottwists en de combinatie van spanning, geweld en zwarte humor in Missing ervaart. De film bouwt aanvankelijk langzaam op en krijgt onverwachte wendingen vanaf het moment dat de jeugdige seriemoordenaar in beeld komt. Door de niet-chronologische montage leren we bovendien dat Santoshi’s vrouw leed aan een ernstige spierziekte. Naast de toenemende suspense biedt Katayama veel psychologische context die zijn weerslag vindt bij de belangrijkste personages die voortdurend heen en weer worden geslingerd tussen emoties als verdriet, afschuw, onverschilligheid, medelijden, wraak, spijt of een snufje plezier. De even voorspelbare als vernuftige slotscène belooft een happy end maar in Missing blijkt dat een relatief begrip.

 

One Second Champion

One Second Champion – De gave, de bokser en zijn zoontje
Het heeft er aanvankelijk alle schijn van dat ook het jonge zoontje in One Second Champion zijn vader uit de problemen moet zien te houden. Chow werkt in een bar waar hij liever lui dan moe is. Geboren met de gave om een seconde in de toekomst te kunnen kijken, is hij gedesillusioneerd sinds zijn vader hem vroeger tevergeefs had ingezet bij gokspelletjes. Eén seconde is dan ook niet erg lang, maar bijvoorbeeld wel lang genoeg om zich te laten verleiden door aangeschoten barbezoekers die wel willen zien hoe goed Chow sommige dingen kan voorspellen. De schop onder zijn achterste is de confrontatie met enkele vechtersbazen die Chows gokschulden komen innen. Dan blijkt hoe goed hij vuistslagen van zijn tegenstanders kan ontwijken, tenminste als hij de moeite neemt zich te concentreren. Een jongeman van een slecht lopende boksschool motiveert Chow om bij hem bokslessen te gaan nemen. Diens grappige nichtje dat in hetzelfde pand een lachcursus voor dames geeft (maar zelf slechts troost vindt als ze bier drinkt) en het enthousiasme van Chows zoontje geven hem genoeg motivatie om zijn losersbestaan achter zich te laten.

De premisse van One Second Champion is natuurlijk intrigerend, echter de vele voorbeelden in de filmgeschiedenis zouden Sin-Hang Chiu al hebben kunnen waarschuwen dat het kijken in de toekomst weliswaar een interessant gegeven is, maar verdomd lastig om daaraan een bevredigend eind vast te knopen. De Hongkongse regisseur vangt ambitieus aan met origineel gepositioneerde credits en camerabeelden, echter het script biedt te weinig kansen om de gave van zijn hoofdrolspeler op een oorspronkelijk manier uit te diepen. Op die manier wordt Chiu’s tweede speelfilm het zoveelste verhaal van iemand die door motivatie en discipline tegenslagen en ingesleten gewoontes kan overwinnen. Ook One Second Champion kent plottwists, maar die bieden te weinig verrassingen of aanknopingspunten. Na de pakkende eerste helft van de film leidt dat voor de ene kijker tot een sentimentele draak, terwijl de andere kijker zich kan laten inspireren of meeslepen door feelgood in de geest van Rocky.

Hier info over de vertoning van Missing en hier info over de vertoning van One Second Champion.

 

10 mei 2022

 

Interview Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia
CinemAsia 2022 – Deel 1
CinemAsia 2022 – Deel 2
CinemAsia 2022 – Deel 4
CinemAsia 2022 – Deel 5

 


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2022 – Deel 2: Yuni

CinemAsia 2022 – Deel 2:
Yuni is verteerd door keuzestress

door Ries Jacobs

Niet-westerse cinema geeft soms een prachtig inkijkje in een andere cultuur en dat is precies wat Yuni doet. Regisseur Kamila Andini verhaalt over uithuwelijking, iets dat wereldwijd nog altijd veel voorkomt.

Dit coming of agedrama draait om de zestienjarige Yuni. Ze weet dat de nu te maken keuzes bepalend zijn voor de rest van haar leven, alleen zijn de keuzes die ze moet maken anders dan die van ons. In het westen kent dit soort drama’s veelal thematiek als prestatiedruk, eenzaamheid of groepsdruk. Niets hiervan zien we terug in het leven van dit Indonesische meisje.

Yuni

Ze is een van de beste leerlingen van haar school, heeft veel vriendinnen en de mannen liggen aan haar voeten. Desondanks drukt er een enorme last op haar schouders. Haar oma wil dat ze, zoals de traditie het wil, trouwt met een van de aanbidders die haar familie een bruidsschat komt aanbieden. De leraressen op haar islamitische school zien voor Yuni een academische toekomst, maar dan mag ze niet trouwen.

Influencer
Andini schreef het script nadat haar huishoudster vertelde over haar dochter. Het meisje was als kind getrouwd en verwachtte op haar achttiende haar eerste kind. In de woorden van Andini was het ‘a high-risk pregnancy’. In een interview met Womenandhollywood.com zegt ze: “Ik wil dat het publiek ziet dat de keuzes moeilijk zijn voor meisjes .”

Het is daarom jammer dat hoofdrolspeelster Arawinda Kirana wat vlak blijft in haar vertolking van Yuni. Je dringt als kijker niet tot haar door, waardoor je nooit echt met haar meeleeft. Anderzijds houdt ze haar karakter voldoende staande, terwijl de rol van Yuni pas haar tweede voor de camera is. Eerder speelde ze in een aflevering van Quarantine Tales (2020) een influencer die moet kiezen (wederom keuzestress) tussen haar familie en haar carrière.

Yuni

Kevin Ardilova maakt het bonter. Hij kruipt in de huid van de poëtische Yoga, een klasgenoot die Yuni helpt met haar schoolvakken en alles heeft wat je van een dichter verwacht. Hij is zachtaardig, dodelijk verlegen en kijkt meer naar zijn voeten dan in de camera. Bovendien maakt hij geen enkele ontwikkeling door, gedurende de ruim anderhalf uur durende film blijft hij hetzelfde flat character.

Beperkt leven
Ondanks het niet altijd overtuigende acteerwerk is Yuni wel degelijk het kijken waard. Het verhaal loopt als een trein en de thematiek is te belangrijk om niet verfilmd te worden. Het feministische drama toont hoe een meisje keuzes moet maken die zelfs voor een volwassene moeilijk zijn. Bovendien laat Andini zien hoe beperkt de rol van de vrouw ook in het hedendaagse Indonesië is. Kies je voor een huwelijk, dan kies je voor een beperkt leven dat voornamelijk bestaat uit je echtgenoot gehoorzamen en zoveel mogelijk kinderen krijgen. Kies je daar niet voor, dan ben je veroordeeld tot een leven vol (financiële) onzekerheid.

Kijk hier waar en wanneer Yuni draait tijdens CinemAsia 2022.

 

10 mei 2022

 

Interview Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia
CinemAsia 2022 – Deel 1
CinemAsia 2022 – Deel 3
CinemAsia 2022 – Deel 4
CinemAsia 2022 – Deel 5

 


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2022 – Deel 1: Myanmar Diaries

CinemAsia 2022 – Deel 1:
Myanmar Diaries is zowel aanklacht als kunstwerk

door Jochum de Graaf

In de sterke openingsscène van Myanmar Diaries zien we een clip van een dansinstructrice in aerobicspakje terwijl op de achtergrond een konvooi legervoertuigen in beeld verschijnt dat oprukt naar een groot gebouw. Achteraf blijkt dat doel het parlement van Myanmar. Bij toeval dus werd hiermee het begin van de staatsgreep van het leger op 1 februari 2021 vastgelegd.

Het is een nogal surrealistisch beeld in een film die vooral de brute repressie na de volksopstand laat zien. Desondanks wordt de strijd voor democratie voortgezet. Myanmar Diaries viel op veel filmfestivals (o.a. Berlinale, IDFA, Movies That Matter) in de prijzen.

Myanmar Diaries

Indrukwekkende scènes
Er is een aantal indrukwekkende scènes dat om voorrang strijdt. De eenvoudig geklede vrouw met ouderwetse bril, hoedje en bodywarmer die langs een colonne van militaire voertuigen loopt en de soldaten aanspreekt op de koelbloedige moord op een meisje. “Waarom deden jullie dat? Jullie zijn goed opgeleid, je kunt me toch wel antwoorden? Ik ben ook een moeder. Wat was de noodzaak van die moord, ze was toch onschuldig! Schiet maar op mij, ik heb geen kogelwerend vest aan zoals jullie!”

In een volgende scène kijken we minutenlang naar de ingang van een huis waar vrouwelijke en mannelijke agenten naar binnen staan te kijken, we horen een kind hartverscheurend huilen om haar moeder die dreigt te worden meegenomen. Dan komt het commando en vallen de agenten met geweld de woning binnen. De geluidsband met het ijselijk geschreeuw van het slachtoffer loopt door tot de commandant naar buiten komt de hand op de camera legt en het beeld op zwart gaat.

Verderop in de film richt een man op zijn balkon zijn mobiel op een arrestatie-eenheid beneden op straat. Ze willen bij hem inbreken hoewel hij herhaaldelijk toezegt vrijwillig mee te zullen komen. Ook hier eindigt de scène, vlak voor ze hem met bruut geweld te grazen gaan nemen, op zwart.

In een andere nagespeelde scène constateert een meisje dat ze zwanger is, maar als ze het aan haar vriend wil vertellen, wordt dat eerst verijdeld door de brute ontruiming van het kraakpand waar hij woont; vervolgens aarzelt ze sterk wanneer hij haar aangeeft dat hij zich voorneemt om naar de jungle te vluchten en zich bij het groeiende verzet aan te sluiten.

Myanmar Diaries

Collage
Myanmar Diaries is een zeer bijzondere documentaire gemaakt door tien jonge filmmakers, gecombineerd met filmmateriaal van burgerjournalisten die op hun mobieltjes het protest in de straten van Myanmar registreren. Om veiligheidsredenen worden in de aftiteling alleen de namen van de producenten genoemd: het Nederlands-Tsjechische filmerspaar Corinne van Egeraat en Petr Lom die vier jaar in Myanmar woonden in de tijd dat het met de machtsdeling tussen het leger en Nobelprijswinnaar Aung San Suu Kyi redelijk goed leek te gaan met het land. De absolute verkiezingsoverwinning voor Suu Kyi eind 2020 was een nederlaag voor het leger, maar toch kwam de coup onverwacht.

Myanmar Diaries is opgezet in de traditie van omnibusfilms als New York, I Love You en Paris, je t’aime. Ook een collage van uiteenlopende films van fictie tot documentaire en animatie door verschillende filmmakers, met hier als rode draad de ontwikkeling van het protest in het eerste jaar na de coup. We zien hoe mensen reageren in dagboekaantekeningen, droombeelden, ingesproken teksten op mobiele telefoons. We zien de beelden van de protestmarsen, de veelvuldige protesten met het slaan op potten en pannen, de harde ingrepen van de oproerpolitie, het brute geweld van het leger, het begin van de ondergrondse strijd, de vorming van een guerrilla in de jungle.

De jungle is waar de film eindigt. Een groep jonge demonstranten net aangekomen uit de stad ondergaat een militaire training en zet een mars in. We horen een voice-over: ‘Kunnen jullie ons horen?’ Dat kan als hoop en als een schreeuw om hulp worden opgevat. Myanmar Diaries is zowel een ferme aanklacht tegen mensenrechtenschendingen als een tot nadenken stemmend kunstwerk.

Myanmar Diaries is tweemaal te zien tijdens CinemAsia en draait vanaf 12 mei in de bioscoop.

 

10 mei 2022

 

Interview met Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia
CinemAsia 2022 – Deel 2
CinemAsia 2022 – Deel 3
CinemAsia 2022 – Deel 4
CinemAsia 2022 – Deel 5

 


MEER FILMFESTIVAL

Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia

Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia:
“Verschillen tussen culturen met elkaar vieren”

door Tim Bouwhuis

Van 10 tot 15 mei zijn Studio/K en de twee vestigingen van Rialto het Amsterdamse decor van CinemAsia 2022. Het compacte, maar breed georiënteerde festival wil niet zomaar een ‘showcase’ zijn voor Aziatische cinema, vertelt artistiek directeur Jia Zhao. “Ik wil Azië op een goede manier op de kaart zetten.”

Ik spreek Jia Zhao via een videoverbinding, een week voordat ze haar eerste editie als artistiek verantwoordelijke zal beleven. De nieuwe functie betekent ook een subtiele verandering (of eigenlijk aanvulling) van perspectief voor Zhao, die ruime ervaring heeft als producente van documentaires. In 2012 richtte zij twee productiebedrijven op: Muyi Film en Silk Road Film Salon (die laatste samen met de Afghaans-Nederlandse regisseur Aboozar Amini). Afgelopen najaar draaiden er met A Marble Travelogue (Sean Wang) en I’m So Sorry (Zhao Liang) twee door Zhao geproduceerde documentaires op IDFA.

Jia Zhao

Jia Zhao

Zhao treedt aan op het moment dat CinemAsia weer een editie kan beleven die vrij is van Covid-gerelateerde maatregelen. Ik vertel dat ik het festival in 2020 bezocht op de spreekwoordelijke vooravond van de pandemie op 7 maart. Enkele bezoekers droegen al een mondkapje, maar verder wees niets er toen zichtbaar op dat Nederland binnen een paar dagen in lockdown zou gaan. Ik vraag Zhao hoe ze terugkijkt op de voorbije periode, en vandaaruit spreken we over de rol van het festival, in een veranderde wereld en met oog op de toekomst.

“In het voorjaar van 2020 bezocht ik de Berlinale nog, en gold een beetje wat jij omschrijft (het filmfestival van Berlijn eindigde ongeveer een week voor CinemAsia, red.). Ik maak(te) CinemAsia in de eerste plaats mee als een kijker, ik ga daar gewoon films zien en kan als producente een indruk krijgen welke titels qua distributie wel of niet zouden werken.”

In hoeverre kunt u ook zeggen hoe deze periode voor de organisatie van CinemAsia is geweest?

“Binnen de organisatie van het festival zijn er de voorbije jaren een aantal keer nieuwe leidinggevenden aangetreden, en dat speelde ook al vóór de pandemie. Lorna Tee is wel een aantal jaar festivaldirectrice geweest (klik hier om de gastblog te lezen die zij in 2015 schreef bij haar aantreden, red.), dus dat heeft toch een bepaalde continuïteit met zich meegebracht. Daarna waren er ups en downs. In 2021 heeft er wel een editie van CinemAsia kunnen plaatsvinden, maar momenteel zitten we in een nieuwe situatie, en is er ook wel sprake van een nieuw begin, althans dat voel ik zo. Ik denk dat het Nederlandse publiek daar ook echt op zit te wachten. Bij CinemAsia hebben we gisteren een vrijwilligersmeeting gehad en de hoeveelheid aanmeldingen was gigantisch. Mensen willen samen zijn. Zelf heb ik onlangs ook een film in de Nederlandse bioscopen gebracht (I’m So Sorry, red.) en die is in zeventien zalen uitgegaan, wat gezien het zware thema (kernenergie en nucleair afval, red.) absoluut boven mijn verwachting was.”

In uw nieuwe functie verhoudt u zich net even op een andere manier tot films als bij de titels die u zelf produceert. Hoe komen deze twee werkzaamheden samen?

“Als producente ben ik in de eerste plaats maker van films, en als je een tijd in het circuit zit ontwikkel je daarin een eigen profiel. Ik ben Chinese, ik kwam hier als student en woon nu twintig jaar of langer in Nederland. In die tijd heb ik de veranderingen gezien in de manier waarop Azië gerepresenteerd wordt. Dat was tien jaar geleden, toen ik mijn carrière als producente startte met de oprichting van mijn productiebedrijf, de belangrijkste trigger om zo aan het werk te gaan: ‘kan dat niet ook op een andere manier? En ik kan daar misschien ook iets aan doen’. Ik heb toen mijn baan als wetenschapsdirecteur opgezegd om me daar mee bezig te gaan houden.”

“Nu sta ik na tien jaar als het ware op een nieuw punt. Ik kijk dan nog een keer naar de wereld na Covid en denk dan ‘oké, ik heb film gemaakt, ik maak nog steeds film, en ben ook sales agent. Dat is één professionaliteit die ik heb ontwikkeld’. Ik heb het druk genoeg, maar vanuit een behoefte om bij te dragen (aan de positie van Aziatische cinema binnen het Nederlandse filmlandschap, red.) heb ik ‘on top of everything’ ja gezegd tegen de baan als artistiek directeur.”

Wat is in dit licht uw visie op de rol van het festival op de korte en langere termijn?

“Het is zo dat films in Nederland over het algemeen heel weinig kans hebben om gedistribueerd te worden, en daarbij gaat het niet alleen om de films zelf maar ook om de taal, bijvoorbeeld Nederlands of Chinees gesproken. In dit kader dacht ik dat CinemAsia misschien meer kon zijn dan alleen een festival, als een soort ‘launching pad’ voor films die anders geen kans maken om gezien te worden. Het festival duurt alleen maar een week, dus we zijn ook bezig met CinemAsia On Tour, en praten met het Nederlands Filmfonds over een VOD-platform, hoe klein ook, waarop geselecteerde titels met Engelse ondertiteling worden aangeboden. Op die manier kunnen we films waarvoor we sowieso een licentie hebben kunnen krijgen voor een breder publiek gaan aanbieden.”

I’m So Sorry

I’m So Sorry

“Dat vind ik belangrijk omdat ik tijdens festivalbezoeken de afgelopen jaren nog vaak het idee kreeg dat er een soort ‘showcase’ van Aziatische cinema plaatsvond. Als je daarbinnen veel erkenning kreeg, had je de kans om iets met een film te doen, maar anders niet. Dat vind ik eigenlijk niet meer van deze tijd. Als Chinese maak ik de ontwikkelingen in Azië de laatste vijftig jaar van dichtbij mee, natuurlijk vooral in China maar ook in nabije landen. De zogeheten ‘rise of Asia’ vindt niet alleen plaats op economisch gebied, maar gaat ook gepaard met culturele ontwikkelingen. Tijdens de komende festivaleditie organiseren we over dit thema een panel met de titel ‘Placing Asia on the World Map’. Ik vind het belangrijk dat we de verschillen tussen culturen met elkaar kunnen vieren. Dat betekent ook dat we met ons festival, dat gerund wordt door Aziaten vanuit verschillende culturen, verder moeten gaan dan een ‘showcase’. We moeten echt zelf iets te vertellen hebben. Via onze eigen programmering willen we diversiteit voorop stellen. Er is niemand die zelf ‘alles’ kent. Pas als je de authentieke stemmen van verschillende andere culturen tot je neemt, kun je echt een conversatie voeren.”

“Door mijn ervaring als producente en met hulp van het netwerk dat ik heb opgebouwd, kan ik er hopelijk aan bijdragen dat nog meer waardevolle stemmen een platform krijgen in onze samenleving. Er zijn hier natuurlijk verschillende migratiegemeenschappen, waar we sinds de start van het festival (als ‘community festival’) altijd veel aandacht aan hebben gegeven, maar ik wil dat Nederlanders deze culturele diversiteit ook met ons samen kunnen vieren, en dan niet vanuit Nederland, maar vanuit de Aziaten die CinemAsia organiseren en presenteren en onze blik(ken) op de wereld kunnen delen.”

Is er voldoende contact en samenwerking met vertoners en distributeurs om de gewenste verdere verspreiding van Aziatische cinema te realiseren? Als journalist zie ik vooral een overdaad aan titels, waarbij het zeker voor kleinere titels enorm moeilijk is om ertussen te komen.

“Momenteel nog onvoldoende, denk ik, maar daarom werken we eraan om een groter geïnteresseerd publiek aan te trekken. Het fysieke festival gaat dat op zichzelf niet bereiken, en dus werken we aan het genoemde VOD-initiatief. We hebben tijdens Covid meer hybride vertoningsvormen (online/offline) gezien en zijn nu in gesprek met Pathé om één keer in de maand een film te vertonen. Vervolgens zal de betreffende titel online beschikbaar blijven. Misschien is er ook nog een samenwerking mogelijk met bestaande Nederlandse VOD-platforms (Zhao noemt PICL en Cinetree, red.), die films nu vaak alleen nog met Nederlandse ondertiteling aanbieden. Dit soort multidimensionale inspanningen kunnen op termijn hopelijk tot veranderingen leiden.”

“Ik zag bij de laatste cijfers van I’m So Sorry dat ongeveer evenveel mensen hem thuis bekeken terwijl hij nog in de bioscoop draaide. We gaan een tijd van streamingdiensten in, maar dat betekent niet dat de bioscoop niet meer belangrijk is. Als er een constante wisselwerking bestaat, kun je er ook nog eens verdiepende evenementen (zoals panels) omheen plannen. We zitten door Covid in een soort transitiefase en leven nog steeds in een complexe tijd, maar hopen binnen ongeveer drie jaar wel tot zo’n goede wisselwerking te kunnen komen.”

Hoe brengen u en uw collega’s balans aan in het gevarieerde aanbod uit verschillende Aziatische landen?

“Dat is een goede vraag, we denken daar constant met elkaar over na. Het festival is opgericht door Doris Yeung, een dame met een Oost-Aziatische achtergrond (Hong Kong-Canadese, red.), en het programma is altijd wel op Oost- en Zuidoost-Azië gefocust gebleven. Azië is een heel ongedefinieerd begrip, en om te vermijden dat we telkens overal ‘plukjes’ van meenemen, wil ik eigenlijk elk jaar een deel van Azië centraal gaan zetten in de programmering. Ik heb India daarom bijvoorbeeld bewust achterwege gelaten dit jaar, omdat ik vind dat je het volledige subcontinent dan ook moet meenemen.”

“Dit jaar is het programma geconcentreerd op Oost- en Zuidoost-Azië, maar volgend jaar zou ik waarschijnlijk naar Zuid-Azië willen gaan kijken. Iedere drie jaar zouden we dan terugkomen bij een programma gefocust op hetzelfde deel van Azië. Zo krijgen zoveel mogelijk verschillende stemmen een platform.”

White Building

White Building

Afgelopen week kwam het nieuws naar buiten dat het IFFR zich heeft gereorganiseerd en daarbij een groot aantal medewerkers heeft ontslagen. Het gaat daarbij onder andere om senior programmeurs, onder wie Shelly Kraicer, kenner van de Aziatische (en specifiek Chinese) cinema. Hoe kijkt u naar deze ontwikkeling, en welke rol nemen experts in binnen de (kleinere) organisatie waar u nu zelf leiding aan geeft?

“Ik was eerlijk gezegd wel verbaasd, en ik ben absoluut niet de enige; mensen om me heen praten erover. Ik denk dat dit probleem voor een compacter en meer gespecialiseerd festival als CinemAsia iets kleiner is. Ik werk het liefst met mijn directe netwerk, dat niet alleen artistieke oordelen deelt maar ook menselijke waarden. Zo’n netwerk bouw je in de loop van de tijd op en daar blijf je dan ook bij (Zhao spreekt hierbij binnen haar eigen kader meer van ‘adviseurs’ dan van ‘specialisten’ of ‘experts’, red.). Via lokale filmmakers en producenten kom je toch vaak tot een kleine, maar geschikte groep van mensen om een bepaalde regio voor je te dekken.”

“Ik wil ook niet té optimistisch zijn, want continuïteit is daarbij belangrijk, en juist die continuïteit ontbrak bij CinemAsia de laatste jaren. Ik wil de huidige transitiefase als een goed startpunt beschouwen, om dan verder de juiste mensen toe te kunnen voegen.”

De slotvraag zal vermoedelijk een typische kwestie van ‘kill your darlings’ zijn: zijn er films in de programmering van deze editie die er voor u uitspringen? Welke titel(s) moeten bezoekers zeker gaan zien?

“Dat is een heel moeilijke vraag, het zijn allemaal mijn ‘darlings’… kunnen we deze vraag skippen (lacht)?” Dan, na even nadenken: “Ik vind White Building (Kavich Neang, 2021) een heel bijzondere film, spannend maar tegelijkertijd ook hardcore arthouse. Er is dan ook geen kans dat die verder nog in Nederland te zien zal zijn. Het heeft misschien minder zin om So Long, My Son (Xiaoshuai Wang, 2019, special met aftertalk, red.) te noemen, want die is al uitverkocht (maar Zhao is blij de regisseur op het festival te kunnen verwelkomen, red.). Aloners (Hong-Sung eun, 2021) is één van mijn persoonlijke favorieten van de Koreaanse films die we hier hebben. En misschien is het een beetje bevooroordeeld, omdat ik zelf documentaires produceer, maar ik zou dan graag nog twee documentaires noemen die we vertonen: Ascension (Jessica Kingdon, 2021, Oscarnominatie voor beste documentaire en ook te zien via NPO PLUS, red.) en Bamboo Theatre (Cheung Cheuk, 2019). Die krijgen over het algemeen nóg minder kans om gezien te worden.”

InDeBioscoop doet verslag van Cinemasia. Onze festivalverslagen verschijnen in de loop van de week online. Bezoek de website van het festival voor ticketinformatie.

 

9 mei 2022

 

 

MEER INTERVIEWS

Love It Was Not

***
recensie Love It Was Not
Onmogelijke liefde

door Jochum de Graaf

Het is natuurlijk een zeer dramatisch gegeven, de liefde tussen de Oostenrijkse SS-officier en kampbewaker Franz Wunsch en de Joodse Helena Citron, in interneringskamp Auschwitz 1942. De documentaire die de Israëlische Maya Sarfaty onder de misleidende titel Love it was not over deze onmogelijke liefdesgeschiedenis maakte (twee jaar geleden al op het IDFA te zien), is een gepassioneerd verslag, maar overtuigt niet in alle opzichten.   

Helena, of Helenka zoals ze door haar vriendinnen genoemd werd, was in maart 1942 met duizend andere Slowaakse Joodse meisjes naar het vernietigingskamp gedeporteerd. Ze waren de eerste vrouwen en kwamen terecht in de barakken van Kannada waar een relatief minder streng kampregime heerste.

Love It Was Not

Lied
Kort na haar aankomst wordt de verjaardag van de jonge kampbewaker Franz Wunsch gevierd. Op aandringen van de andere vrouwen in de barak – om te overleven moet je jezelf nuttig maken – zingt Helena Liebe war es nie, een mooi melancholisch nummer van Austin Egen uit 1931. ‘Liebe war es nie. Denn du hast leider doch kein Herz. Liebe war es nie. Es war ein Scherz’.

De tranen lopen over haar wangen, overweldigd door de gelegenheid en het besef dat ze het voor een brute moordenaar zingt. Maar wanneer Wunsch haar vraagt het lied nogmaals voor hem te zingen, schrikt ze van dat empathische verzoek.

Liebe war es nie, zoals de film in Duitsland is uitgebracht, dat is toch wel even heel wat anders dan Love it was not, behalve een lelijke dus ook feitelijk onjuiste titel waar wij het kennelijk mee moeten doen.

Tyfus
Maar was het ook nooit liefde tussen Helena en Franz? Wunsch valt na zijn verjaardagsfeest als een blok voor haar. Hij geeft Helena en de andere vrouwen in de barak extra eten en kleding, hij weet haar zus Roza en de twee kinderen uit handen van de beruchte arts Joseph Mengele te redden. Wanneer Helena tyfus krijgt, geeft hij haar een deel van zijn rantsoen net zo lang tot ze weer voldoende is aangesterkt. Dankzij Franz Wunsch overleeft Helena Citron Auschwitz.

Of de liefde wederzijds was, blijft enigszins in het midden. In de interviews die in de jaren negentig opgenomen werden, beklemtoont Helena vooral dat ze deed wat ze nodig achtte om zichzelf en de andere vrouwen te helpen overleven. Toch biecht ze op dat ze gaandeweg de jaren in het kamp wel gevoelens voor Franz ontwikkelde, voor zover liefde mogelijk was op die godvergeten plek.

Waarheid
Wunsch vraagt tegen het einde van de oorlog, wanneer de Duitse nederlaag onafwendbaar lijkt, aan Helena of zij hem zo wil beschermen als hij haar heeft beschermd. Het antwoord komt pas 25 jaar later wanneer Helena wordt opgeroepen om te komen getuigen in Wenen in het proces tegen Wunsch voor zijn daden in Auschwitz. Ze komt voor een groot dilemma te staan. Ze is gelijk na de bevrijding naar Israël geëmigreerd en heeft Franz Wunsch sinds de oorlog niet meer gezien.

Love It Was Not

In Israël wordt ze beticht van collaboratie als ze gaat, het vrijpleiten van een oorlogsmisdadiger. Uiteindelijk besluit ze toch te gaan, voor haar telt dat ze de waarheid wil vertellen over de liefde die de levens van haar en andere vrouwen gered heeft. In de rechtszaal passeert ze Franz Wunsch op een meter, kijkt hem niet aan. Ze doet haar getuigenis. Wunsch wordt vrijgesproken, Helena sprak daarna nooit meer over hem.

Foto’s
Wunsch’ liefde ging onmiskenbaar verder, hij maakte in Auschwitz foto’s van haar. In de openingsscène zien we een ongelooflijke, paradoxale foto: Helena breed lachend, met bolle wangen blakend van gezondheid kijkt recht in de camera. Bijzonder detail echter, ze heeft het gestreepte gevangenisuniform van Auschwitz aan. Ook na de oorlog nog, zo vertelt zijn dochter in de film, knipte Wunsch dat gezicht uit en plakte dat op andere kleding en op foto’s van andere gelegenheden en locaties, een procedé dat goed werkt om zijn liefde te verbeelden.

Die techniek van het maken van het knippen en plakken van collages en kijkdozen wordt ook door regisseur Maya Safarty toegepast om het leven in het kamp uit te beelden. Maar eerlijk gezegd werkt dat niet zo sterk; het is te veel fröbelwerk, een bordkartonnen werkelijkheid die gecreëerd wordt. Het verhaal wordt nu verteld door vrouwen op leeftijd, inmiddels grijze hoofden die in hun voorkomen maar weinig reminiscenties oproepen aan het zware, soms onmenselijke leven in de barak. Daarmee is Liebe war es nie toch te veel een doorsnee pratende hoofden-documentaire geworden.

 

25 april 2022

 

ALLE RECENSIES