Leatherface

**

recensie Leatherface

Jong en verdorven

door Suzan Groothuis

In 1974 was daar Tobe Hoopers The Texas Chain Saw Massacre. Rauw, intens, hysterisch en vooral ziek. In de laatste scène, waarin de vrouwelijke held heeft weten te ontsnappen, zien we een uitzinnige Leatherface met zijn ronkende kettingzaag slingeren. En nu is er dan de film Leatherface, waarin we terugblikken op zijn tienerjaren. Een aanvulling is het niet.

The Texas Chain Saw Massacre dateert van 1974 en was toen, maar ook nu nog een schokkende kijkervaring. Zelden werd hysterische gekte zo treffend verbeeld. Moordende en kannibalistische hillbilly trash, hun huis een ware val voor mensen die zich er in wanen. Vleeshaken aan de muur en de eeuwig snorrende kettingzaag van reus Leatherface, zijn gezicht bedekt achter een masker van mensenhuid.

Leatherface

Sadistische familie
De horrorklassieker is nooit geëvenaard. En kent inmiddels een flinke rij sequels, een remake en een prequel. En nu is er Leatherface, een prequel van The Texas Chainsaw Massacre: The Beginning, waarin we teruggaan naar de jonge jaren van de man met de kettingzaag. De film opent met Jed’s verjaardag. Hij is de jongste van het gezin Sawyer, aangevoerd door matriarch Verna (Lili Taylor, The Conjuring). Als cadeau mag hij met een kettingzaag een man martelen, die een van hun varkens gestolen heeft. Maar Jed weigert. Is er toch nog sprake van goedheid binnen dit sadistische familieverbond?

In een volgende scène is Jed letterlijk lokaas. Een jong stel in een passerende auto meent in hem een verwond dier te zien, maar de jongen – een runderkop over zijn gezicht getrokken – leidt de vrouw naar zijn huis waar haar een gruwelijke dood wacht. Het blijkt de dochter van sheriff Hartman (Stephen Dorff, Blade), die niets kan bewijzen maar weet dat de Sawyers er achter zitten. Uit wraak zorgt hij dat Jed opgenomen wordt in een gesticht voor jongeren met een moeilijke jeugd.

En dan springt de film tien jaar vooruit. Het is 1965 en Jed zit nog steeds in het gesticht. Alleen heeft hij een andere naam gekregen, zoals alle jongeren die er zitten. We volgen Bud en Jackson, twee jongens die in niets op elkaar lijken. De lompe, stille Bud tegenover de charmante, respectvolle Jackson. Wanneer Verna het gesticht bezoekt en haar zoon terug eist, loopt het uit de klauwen.  Een ware opstand volgt, waarbij Bud en Jackson samen met twee andere jongeren en een zuster op de vlucht slaan.

De kloof tussen goed en kwaad
Tot zover het verhaal. Wat volgt is een zieke opsomming van gebeurtenissen, waarbij lustig gerefereerd wordt aan andere films. Het schuilen in een dierenkarkas bijvoorbeeld (Leonardo deed hetzelfde in The Revenant), lusten botvieren op een lijk (de aanstootgevende necrofiliescène uit The Neon Demon) en iemands kaak kapot trappen (a la American History X). Ondertussen pogen de filmmakers de vraag te stellen of er nog “goed” zit in iemand, die in een door en door verrotte omgeving is opgegroeid. Wie de Texas Chain Saw-films kent, weet het antwoord al.

Leatherface

Die vraag, van goed of kwaad, wordt overigens zijdelings gesteld. De makers lijken vooral te willen choqueren met beelden van hongerige varkens, een maaiende kettingzaag en ga zo maar door. En dan is er nog de slappe verhaallijn van de wraaklustige sheriff die een moordzuchtige familie op de hielen zit. Weinig acteeruitdaging voor Stephen Dorff en Lili Taylor, die vooral karikaturen neerzetten. Hoe anders was het duo als Candy Darling en Valerie Solanas in I Shot Andy Warhol.

Voorspelbaar pad van verdorvenheid
Leatherface biedt geen verrassende inzichten, maar volgt een voorspelbaar pad van verdorvenheid zonder de oprechte rauwheid en hysterie van het origineel. Zonde, want van regisseurs Alexandre Bustillo en Julien Maury zou je meer verwachten. Het duo maakte eerder het extreme Inside (2007), een film die verraste met zijn mix van psychologie en bodyhorror.

Wie echt wil weten wat moordenaars drijft tot hun bizarre daden, doet er beter aan de serie Mindhunter te kijken. Toeval of niet, hoofdpersoon Sam Strike speelt in een aflevering een jonge seriemoordenaar. De duisternis en machteloosheid die hem omgeven, voel je in die serie wel, terwijl Leatherface niet meer is dan lege horrorprovocatie..
 

31 oktober 2017

 
MEER RECENSIES

Loving Vincent

****

recensie Loving Vincent

Brits moordmysterie in een Van Goghiaans landschap

door Bob van der Sterre

Maar liefst 65.000 olieverfschilderijen vormen een oogstrelende film over kunstschilder Vincent van Gogh. Maar was dat moordmysterie nu wel nodig?

Het is 1891. De kunstenaar is een jaar dood. Armand Roulin krijgt in Arles van zijn vader, de postbode Joseph Roulin, een brief in handen. Het is een brief van de kunstenaar Vincent van Gogh. ‘Ga die maar afgeven aan de nabestaanden.’

Dat is niet zo makkelijk als het lijkt. In Parijs leert hij dat broer Theo van Gogh ook al is overleden. Roulin gaat naar Auvers-sur-Oise want daar woont Gachet, arts en vriend van Vincent. Die is niet aanwezig. Roulin besluit om te wachten op zijn terugkeer.

In de tussentijd spreekt hij met allerlei mensen die Van Gogh hebben gekend. Tegenstrijdige berichten bereiken hem. Als een soort pseudodetective spreekt hij met ooggetuigen en probeert hij te achterhalen hoe Vincent nou aan zijn einde is gekomen.

Reizen via Van Gogh-schilderijen
Het aardigste van Loving Vincent is dat we via zijn doeken rechtstreeks reizen naar de tijd dat ze zijn gemaakt. Inclusief niet kloppende perspectieven, rare wolkenpartijen en bomen en planten in verkeerde kleuren. Dat is een bijzondere ervaring voor een kunstliefhebber. Je kijkt bijna een film in een kunstwerk.

Veel karakters met wie Roulin spreekt kennen we al van Van Gogh-schilderijen. In deze film komen ze tot leven. De streepjesbaard begint te bewegen, de ogen knipperen, het jasje deint in de wind.

Met het levend worden, veranderen de geschilderde personen ook in echte mensen met hun hebbelijkheden en onhebbelijkheden. De karakters reageren allemaal anders op de kunstenaar. De een vond hem een griezel (‘Ik wist meteen dat er problemen op stapel stonden’), de ander vond hem een sympathieke kerel, met af en toe slechts wat merkwaardige trekjes. Met name dokter Gachet blijkt een aparte rol te hebben gespeeld in dit verhaal.

65.000 olieverfschilderijen
Loving Vincent: de hype is de film voor geweest. De Pools-Britse productie, onder leiding van Dorota Kobiela en Hugh Welchman, was een megaproject. We zien niet minder dan 65.000 olieverfschilderijen langskomen, in de stijl van hem zelf, gemaakt door 125 schilders (dus meer dan 500 schilderijen per persoon). De film noemt zichzelf de eerste olieverfschilderijenfilm van de geschiedenis.

De cijfers zijn al duizelingwekkend, laat staan de beelden zelf. De trippy doeken van Van Gogh vertalen zich prima naar bewegende beelden. Dat is al vaker gedaan, met name de Starry Night is het slachtoffer, maar nog nooit zo ambitieus als hier.

Loving Vincent

Soms pakt het erg fraai uit. Een kat in Van Gogh-stroken komt miauwend in beeld. De bomen in Van Goghs landschappen hebben ineens ruisende bladeren. Het licht in de cafés dat nu echt beweegt. En natuurlijk alle bekende werken (meer dan honderd) die hier als het ware artistieke cameo’s maken.

Een Brits moordmysterie
Alleen… er zit een moordmysterie aan vast. De film baseert dit verhaal op een vrij recente theorie van Amerikaanse wetenschappers. Die denken dat student René Secretan, een lokale pestkop, de moord op zijn geweten zou hebben. Theorieën over zijn dood zijn niet nieuw. Al decennia denken mensen na over wat hem tot zijn daad dreef (bipolair karakter, depressies, epilepsie, ondervoeding). En al decennia lopen ze vast op gebrek aan bewijs.

Dit verhaal is niet goed voor de film. Dialogen en scènes passen meer bij vlot scenariowerk voor een Netflix-serie dan bij een film die zich in 1891 in Frankrijk zou moeten afspelen. Wat niet helpt, is dat de voertaal Engels is. En met een taal die niet klopt, komen acteurs die meer Brits zijn dan Frans. De film speelt zich af in Auvers-sur-Oise, maar het had net zo goed in Southend-on-Sea kunnen zijn.

Leuk dat de ogen en stem van Chris O’Dowd (IT-Crowd) zijn geleend voor postbode Joseph Roulin, en die van Jerome Flynn (Ripper Street) voor dokter Gachet. Toch zijn redelijk beroemde acteurs in een gelikte filmproductie moeilijk te rijmen met Van Goghs eigen artistieke principes. Denk bijvoorbeeld eerder aan een film als Koyaanisqatsi, ook een beeldenstroom, maar zonder echt verhaal.

Loving Vincent

Commerciële keuzes
Het is de ironie ten top dat de schilder, die niets had met commercieel denken, na zijn dood zo geplaagd is door andermans commerciële keuzes. Niets ontsnapt meer aan die wervelwind van commercie, als het om Van Gogh gaat. Loving Vincent ontsnapt er ook niet aan. De film doet wel een gooi naar het complexe karakter van de kunstenaar, dat is wel lovenswaardig, maar het is een veel te kleine worp. Het script grijpt naast de authenticiteit, de spiritualiteit en het gevoel voor avontuur die wél bij Van Gogh hadden gepast.

Als je zijn brieven leest, en die zijn echt lezenswaardig, dan zie je een heel palet aan menselijke eigenschappen, een beetje vergelijkbaar met de intensiteit van zijn doeken. Soms een enorme zeurpiet (altijd klagen over gebrek aan geld), soms iemand die een hekel had aan mensen en hun menselijke conventies, soms een zeer intens spiritueel persoon, en soms ook een nuchter denker.

Maar ook iemand die boven alles zijn eigen weg wilde volgen, die in een stroom van passie zijn beste prestaties leverde en die in die roes moest dealen met het feit dat er te weinig geld was voor aardse dingen, zoals verf, doeken, materialen, eten, kleding. En die zich dan ook soms schuldig voelde over het lot van zijn broer – die tegen alle logica in alsmaar in Vincents kunstenaarschap bleef geloven. In feite gingen ze hier tezamen aan onderdoor en ze stierven ook bijna tegelijkertijd.

Ze hadden eens moeten weten dat ooit 65.000 doeken in zijn stijl zouden worden gemaakt in een productie die vijf miljoen dollar zou kosten. Of hij er minder krankzinnig van zou zijn geworden, daaraan mag je twijfelen.
 

22 oktober 2017

 
MEER RECENSIES

Loveless

****

recensie Loveless

Liefde is ver te zoeken

door Yordan Coban

Andrey Zvyagintsev’s films openen altijd met de overweldigende stilte van de natuur. Het grauwe troosteloze Russische landschap spiegelt de levens van de personages en de staat van het land. Loveless gaat over een kapot gelopen huwelijk waarvan het koppel enkel nog wegens formaliteiten bij elkaar is.

Moeder Zhenya (Maryana Spivak) en vader Boris (Aleksey Rozin) hebben allebei een nieuwe geliefde en proberen hun gezamenlijke appartement te verkopen voordat zij uit elkaar gaan. Hun zoon Alyosha (Matvej Novikov) is ongelukkig door de spanningen van de scheiding. Als hij op een dag niet meer thuiskomt van school worden de ouders in een uitputtende zoektocht gezogen. Het confronteert hen met aspecten van hun leven die ze liever achter zich gelaten hadden.

Loveless

Liefdeloos
Er is geen liefde in het gezin te bespeuren. Zijn ouders weten geen enkele hobby of interesse van Alyosha op te noemen als de opsporingsambtenaar ernaar vraagt. Zij houden niet van elkaar en houden niet van hun kind. Wat niet vreemd is aangezien er nooit van henzelf gehouden is. De relaties met hun nieuwe geliefdes richten zich voornamelijk op seks en kapitaal.

Net zoals in The Return (2003) laat Zvyagintsev zijn kijker met een hele hoop vragen achter. Vragen die niet beantwoord dienen te worden. Het gaat niet om de antwoorden. Wat belangrijker is, is hoe het zo ver heeft kunnen komen en wat het ons leert over de betrokkenen.

Zonder bombarie
De manier waarop Zvyagintsev verhalen vertelt doet erg denken aan het werk van drie tijdgenoten. De films van Nuri Bilge Ceylan, Asghar Farhadi en Michael Haneke werken ook op deze manier. Alle drie de regisseurs hanteren een sobere minimalistische stijl met weinig muziek en lange scènes met weinig cuts.

De gelijkenis met de laatstgenoemde regisseur is het meest geschikt. Want net als de films van Haneke kennen de films van Zvyagintsev bijna altijd een onverwachts dramatisch keerpunt. Echter is dit niet een plottwist naar de Amerikaanse aard zoals in het werk van David Fincher, Christopher Nolan of de Canadese Denis Villeneuve. Het gaat bij Zvyagintsev en Haneke nooit om het verrassende van het moment maar meer om wat het impliceert en ons vertelt over de personages. De toon van de film verandert nooit en dat wat gebeurt, gebeurt zonder enig bombarie en vliegt voorbij in alledaagse droogheid. Net zoals in het echte leven. Dit zorgt ervoor dat de gebeurtenis de kijker niet per se doet schrikken maar confronteert met een onwerkelijke nasmaak.

Loveless

Het koude Rusland
Loveless geeft de kijker een blik in het leven van het moderne, liefdeloze Rusland. Alle films van Zvyagintsev gaan over dit onderwerp. In The Return gaat het om een gebrek aan liefde tussen vader en zoons en Elena (2011) gaat over een liefdeloos huwelijk waarin alles draait om geld. Zvyagintsev lijkt te willen zeggen dat men in Rusland vergeten is wat liefde is. Al zijn personages zijn alleen met zichzelf bezig. Zij denken alleen maar aan geld, hun carrières en seks.

Het empathische gebrek in Rusland lijkt volgens Zvyagintsev door het koude bewind van Poetin te komen. Dit was al een belangrijk thema in zijn vorige film Leviathan (2014) en komt in Loveless met name terug in een dialoog van Zhenya met de politie. De autoriteiten nemen de vermissing van Alyosha totaal niet serieus en wijzen Zhenya door naar de particuliere vrijwilligers om zo de bureaucratie en onverschilligheid van het ambtenarenapparaat van Rusland te ontlopen. De vrijwilligers laten zien dat mensen onderling veel meer voor elkaar kunnen betekenen dan de overmatige institutionalisering van socialistisch Rusland. De kille, pragmatische manier waarop Poetin het land regeert heeft een koude liefdeloosheid door de aderen van het land doen stromen.
 

3 oktober 2017

 
MEER RECENSIES

Lily Lane

***

recensie Lily Lane

Afwezige kaders in naargeestig sprookje

door Ralph Evers

Lily Lane is een zoektocht naar identiteit van zowel de moeder (Rebeka) als haar zoon (Dani) in een omgeving waar niets vaststaat. De situatie wordt urgent wanneer de moeder van Rebeka sterft aan kanker. Daarnaast is de getroebleerde relatie met haar man slechts nog zakelijk en digitaal. 

De Hongaarse filmmaker Benedek Fliegauf valt op door zijn eigenzinnige en unieke beeldtaal. Vanaf zijn eerste lange film, of liever documentaire Van élet a halál elött? tot zijn eerste speelfilm Rengeteg (Forest), via Dealer, Milky Way (Tejút), Womb en Csak a szél (Just the wind), iedere keer val je in een nieuwe wereld.

Lily Lane

Geen concessies
Geïnspireerd door onder andere zijn dromen, het zenboeddhisme en zijn liefde voor symmetrie komt hij telkens tot een eigenzinnig werk. Forest doet denken aan Dogme, Dealer roept in stijlvorm, tempo en thematiek landgenoot Béla Tarr op, Milky Way blinkt uit in verstild absurdisme, Womb is een verrassend intelligente sci-fi en Just the wind een sociaal geëngageerd drama. Geen enkele keer tot dusver heeft Fliegauf zichzelf herhaald. Geen enkele keer heeft hij concessies gedaan aan het genre of thema waar hij zijn film aan ophangt. 

In Lily Lane (Liliom Ösvény) maakt Fliegauf gebruik van handheld camerabeelden die een spookachtige, unheimische sfeer oproepen en waarmee hij zijn narratief deels woordeloos vertelt. Verwacht bij Fliegauf geen compromissen. De inhoud van de openingsbeelden, een indrukwekkend Lego-kasteel, verraadt de getroebleerde kindertijd van Dani. Enerzijds een tastbaar object van weelde en kinderverlangen, anderzijds verkondigt de kilheid van de beelden de afwezigheid van vader, de verkilde relatie tussen zijn ouders en het onvermogen hier als kind woorden aan te geven. Moeder ontfermt zich over het lot van haar zoon en vertelt aan de hand van een sprookje over een jager, een fee en hun zoon Honey. Naarmate de film vordert wordt het sprookje steeds naargeestiger.

Lily Lane

Afwezige vaders
Ondertussen is de vader slechts aanwezig als een schim, ergens anders. Iemand die communiceert via een chatsite en aanstuurt om de scheiding af te ronden. Of tastbaar in het Lego-kasteel dat aandoet als een herinnering van eens, een vervlogen tijd met vader, met gezinsleven, zoals het sprookje ook over een toen-en-daar spreekt.

De ontvouwing van het sprookje belooft dan ook weinig goeds voor Dani. Temeer daar er een herhaling van zetten blijkt. Ook de vader van Rebeka is een grote afwezige, een mysterie gebleken. En wanneer haar moeder plots komt te overlijden vervalt ook haar wereldbeeld in een vacuüm. Ze besluit met haar zoon op zoek te gaan naar haar vader. Dit leidt via een zoektocht door de bossen (waar haar moeder woonde).

Hoewel Fliegauf zonder meer wederom een eigenzinnig en artistiek werk heeft afgeleverd, toont hij weinig mededogen met zijn kijkers. De film biedt te weinig houvast om meegevoerd te worden en is te afstandelijk om mee te voelen met misschien wel de zoveelste dolende vrouw in Oost Europa.
 

28 augustus 2017

 
MEER RECENSIES

Logan Lucky

*****

recensie Logan Lucky

Die kunstarm, oh, die arm!

door Alfred Bos

Ieder seizoen heeft een perfecte genrefilm te bieden en dit jaar is dat Logan Lucky. Tegen zoveel vakmanschap, vernuft en regelrecht plezier steekt het gros van het actie-aanbod magertjes af.

Fans van Steven Soderbergh kunnen opgelucht ademhalen. Na vier jaar filmstilte – en twee seizoenen van de in Nederland via Netflix vertoonde tv-serie The Knick – is de regisseur die actie, drama en humor moeiteloos weet te mengen terug van niet echt weggeweest. Logan Lucky is Soderbergh uit het boekje: sterke ensemblecast, intelligent script, gortdroge humor en een met achteloze flair gevisualiseerd verhaal, inclusief soundtrack van David Holmes (en een paar rockklassiekers, waaronder Brainbox’s Down Man). De film haakt handig in op de populariteit van het Fast & Furious-gejakker met snelle auto’s.

Logan Lucky

Het genre van de heist-film past Steven Soderbergh als – het is hier gepaste beeldspraak – een handschoen, zie Out of Sight en de Ocean’s-trilogie. Het geeft hem de gelegenheid het ondeugende jongetje te zijn dat er ook schuilt in de regisseur van onversneden drama als Erin Brockovich, Traffic en Che. Vileine humor was een hoofdbestanddeel van zijn voorlaatste, de biopic Behind the Candelabra uit 2013 over entertainmentlegende en gay icoon Liberace, en humor is het ingrediënt dat het misdaaddrama rond twee broers en een zus, gemarginaliseerde sloebers in het zuiden van Amerika, tot ijle hoogte verheft. Logan Lucky toont de verarmde onderklasse tegenover de glamour van Ocean’s 11. Het is een Ocean’s 7-11, zoals iemand in de film opmerkt.

Simpel, maar niet dom
Logan Lucky heeft in twee uur speeltijd zoveel te bieden dat één moment van afleiding, bijvoorbeeld om de tranen uit de ogen te vegen na een sublieme grap rond een kunstarm, de kijker in turbostand zet, want de plot is ook niet misselijk. En je moet wel opletten om die te kunnen volgen. De film is een fijntjes uitgebalanceerde cocktail van groteske grand guignol-effecten en geslepen list rond karakters die in hun karikaturale uitvergroting bovenal herkenbaar menselijk blijven. Iedereen kent wel een paar van de types die in Logan Lucky rondlopen. Soderbergh geeft hen charme.

Logan Lucky

Channing Tatum en Adam Driver spelen de broers Jimmy en Clyde Logan, schooiers in het boomrijke West-Virginia. Ze worden geplaagd door de familievloek, aldus Clyde, die in Afghanistan zijn linkerarm (linkeronderarm, aldus Clyde) verloor en nu achter de bar van wegcafé Duck Tape staat. Jimmy, voormalig football-ster, is vanwege een oude blessure ontslagen als bouwvakker. Zijn ex Bobbie Jo (Katie Holmes) is hertrouwd met een rijke onbenul genaamd Chapman en zus Mellie (Riley Keough) past in haar kapsalon op zijn dochtertje Sadie (Farrah Mackenzie).

Jimmy is simpel, maar niet dom. Hij gebruikt zijn kennis van de bouwplaats onder de Charlotte Motor Speedway, een racebaan in het nabij gelegen North Carolina, om een onmogelijk plan op te zetten. De buit is de kas van de populairste race van het jaar. Daarvoor is brandkastkraker Joe Bang (Daniel Craig) nodig, maar die zit in de bak. Dus bedenkt Jimmy een tweede plan om Bang ongemerkt uit en vervolgens weer in het gevang te krijgen.

Wc-brilwerpen
Logan Lucky haalt zijn spanning uit de verwikkelingen rond het opzetten en uitvoeren van de kraak, een complexe en originele, geheel naar de situatie toegesneden operatie. De humor komt uit de personages en hun inborst: Clyde neemt alles letterlijk, Mellie heeft een messcherpe tong en Bang is een meesterdief oude stijl, bruut maar eervol. En uit het contrast tussen de drie families waar de plot om scharniert: de intrigerende Logans, de Chapmans die zonder het te beseffen deel zijn van het plan, en de criminele Bangs. Joe’s jongere broers Fish (Jack Quaid) en Sam (Brian Gleeson) zijn archetypische rednecks, niet bijster snugger en gevaarlijk onvoorspelbaar. Ze weten iets van computers, zeggen ze.

Logan Lucky

Het script – van de volkomen onbekende Rebecca Blunt, een pseudoniem – zet de Amerikaanse provincie neer als een bolwerk van vlagvertoon en debiel vermaak: op de kermis onderhoudt men zich met kreefthappen en wc-brilwerpen. Maar ook digitale technologie krijgt een veeg: Jimmy is slim genoeg om van het internet weg te blijven, zodat FBI-agente Sarah Grayson (Hilary Swank) wel vermoedens maar geen bewijzen heeft. Bovendien is er nóg een twist. En een happy end, want boven alles is dit een geraffineerde feel good-film.

En zo heeft Logan Lucky alles: personages, intrige, spanning, actie, humor en sociale satire, fraai gevisualiseerd. De sociaal-kritische ondertoon is vergelijkbaar met High or Hell Water, de perfecte genrefilm van het vorige seizoen, ook over twee broers: gemangelde arbeiders pakken de bovenklasse terug. De film telt een aantal hilarische scènes, zoals de onderhandelingen tussen de opstandige gevangenen en de directeur over de Game of Thrones-boeken in de gevangenisbibliotheek, en natuurlijk de scène met de kunstarm. Oh, die arm, een betere filmgrap is er dit jaar niet te zien geweest.
 

22 augustus 2017

 
MEER RECENSIES

Last Waltz, The

The Last Waltz heeft anno 2017 niets aan kracht ingeboet
Toen muziek nog uniek en oprecht was

door Cor Oliemeulen

“This film should be played loud!” Ik zal het nooit vergeten toen ik in 1978 als middelbare scholier naar de bioscoop ging en een plaatsje bemachtigde tussen overwegend oudere hippies en rockers. The Last Waltz mocht dan wel het afscheidsconcert van The Band zijn, voor mij betekende deze film de eerste kennismaking met grote muzikanten op het witte doek.

Mensen die niet zijn opgegroeid in de jaren 70 van de vorige eeuw hebben iets wezenlijks gemist. Okay, de lange haren en de te strakke terlenka broeken met wijde pijpen zagen er soms wat vaag uit. De meeste jongens rookten shag (waarin bij gelegenheid hasjiesj of wiet ging) en droegen snorren, maar ook de meeste meisjes lieten al hun lichaamshaar onberoerd.

The Last Waltz

Het was een onschuldige tijd. In de weekends en vakanties werkte ik op een groot selfservice tankstation waar je nog nooit van kogelvrij glas had gehoord. Politie en politiek straalden in de meeste gevallen nog autoriteit uit. Op maatschappelijk vlak had je democratisering en op cultureel gebied beleefde de populaire muziek zijn grootste vernieuwingen. Dat vooral hebben mensen die later zijn opgegroeid, jammerlijk gemist. Het is geenszins vreemd dat artiesten uit die periode bij leven en welzijn nog steeds optreden, want sindsdien is het meestal armoe troef.

Martin ScorseseNoord en zuid komen samen
Ik word meteen gegrepen door The Band. De charismatische frontman Robbie Robertson betreedt het podium met een flesje bier en een peuk in zijn hand. Ik hoor zijn typische tokkelende gitaargeluid, zie hoe hij zich langzaam in het zweet werkt en lach tussendoor om anekdotes over hun beginjaren als band: de worstelingen en de weg naar succes (Pas later las ik dat Robertson de film van Martin Scorsese had geproduceerd en dat enkele andere bandleden zich hadden beklaagd dat zij in de documentaire The Last Waltz minder aan bod waren gekomen). Ik hoor een mix van folk, rock, country en blues. Ik leer dat muziekstijlen van noord en zuid samenkomen, immers de band bestaat uit vier Canadezen en een Amerikaan.

Ik zie een vijftal sympathieke rasmuzikanten die spelen met hun hart. De met zijn bas (en soms viool) wiegende Rick Danko met zijn halve kopstem, de altijd lachende Richard Manuel achter de toetsen, de geniale multi-instrumentalist Garth Hudson die zijn ouders had verteld dat hij muziekleraar was (zijn collega’s van The Band vonden dat ook en betaalden hem in de beginjaren) en de enige Amerikaan in The Band, Levon Helm, de drummer, die de helft van de nummers zingt. Bijna het hele repertoire van The Band is meerstemmig. ‘The Night They Drove Old Dixy Down’ durf ik nog steeds uit volle borst mee te zingen. In de auto.

Kippenvel
Ze spelen hun eigen klassiekers en begeleiden een dozijn gastartiesten. Zoals hun eerste bandleider, rockabilly-zanger Ronnie Hawkins (The Band heette aanvankelijk The Hawks). Ik onderga vol bewondering de optredens van Dr. John, Joni Mitchell, Van Morrison, Muddy Waters, Neil Diamond en Eric Clapton. Iemand declameert beatnik-poëzie, iemand anders een alternatieve versie van het ‘Onze Vader’.

Op het moment dat Neil Young het podium betreedt, slaat even de vertwijfeling toe, ook zichtbaar bij de bandleden. De zanger lijkt compleet gedrogeerd en heeft een uitgelaten melige lach op zijn gezicht, die tijdens de slotact nog steeds niet is verdwenen. Maar nadat Neil Young zijn eerste gitaarklanken laat horen en vocaal de eerste strofe van ‘Helpless’ inzet, staat het kippenvel onmiddellijk op de armen en besef je hoe volstrekt uniek en oprecht zijn sound is.

De concertregistraties en een paar studio-opnames worden afgewisseld met korte interviews. Hoewel begonnen in 1960 ontstond pas acht jaar later hun uiteindelijke naam: The Band. Ze vertellen dat ze al een hoop namen hadden geprobeerd, maar niets viel bij hunzelf in de smaak. Aangezien de band inmiddels enkele tournees van Bob Dylan had begeleid, noemde iedereen hen simpelweg The Band.

Het afscheidsconcert (The Band noemt het liever “a celebration”) op Thanksgiving 1976 in San Francisco’s Winterland Ballroom wordt logischerwijs afgesloten met Bob Dylan. Hij was de reden dat ik destijds naar The Last Waltz ging, want hij was mijn grote held vanaf het moment dat ik de klanken en de tekst van ’Hurricane’ had gehoord. Ik kocht de elpee ‘Desire’, raakte volkomen in de ban van Bob Dylan en kocht met terugwerkende kracht al zijn albums van mijn salaris van de pomp.

De grote Bob Dylan
Ik had allang zijn ‘Hard Rain’-concert uit 1976 van het legendarische Duitse tv-programma Rockpalast op een VHS-band opgenomen en het live album van deze Bob Dylan Rolling Thunder Revue tot afgrijzen van mijn ouders knalhard grijsgedraaid, maar nu zag ik de grote Bob Dylan voor het eerst levensecht van dichtbij en in vol ornaat. Hij komt op: witte hoed met rood veertje, zwart leren jack, spijkerbroek, gitaar en mondharmonica om de nek. Hij lacht wat met zijn oude bandleden, zet in en brengt twee nummers ten gehore, waaronder ‘Forever Young’.

Nog toepasselijker is het slotakkoord met alle artiesten samen op het podium: ‘I Shall Be Released’. Bob Dylan zou doorgaan tot op de dag van vandaag, maar The Band stopt direct na deze geweldige en onvergetelijke show, bevrijd na zestien jaar bijna continu ‘On the Road’.

“There’s not much left that we really can take from the road”, bekent Robbie Robertson aan Martin Scorsese. “May be it’s superstitious, but you can press your luck. The Road has taken a lot of the great ones: Hank Williams, Buddy Holly, Otis Redding, Janis, Jimi Hendrix, Elvis… It’s a goddamn impossible way of life!“ 

The Last Waltz is de beste muziekfilm ooit gemaakt en voor mij de ultieme nostalgie.

 

21 juli 2017

 
MEER MARTIN SCORSESE

Louise en hiver

*****

recensie Louise en hiver

Verstilde tijd in een Frans badplaatsje

door Ralph Evers

Louise en hiver, de nieuwe telg van Jean-Francois Laguionie, is een prachtig melancholische vertelling in pasteltinten. Louise blijft door een stilstaande klok achter in een Frans kustplaatsje en heeft noodgedwongen alle tijd om de balans van haar leven op te maken. 

Het badplaatsje Biligen-sur-Mer is populair gedurende de zomerperiode. Op de dag van de herfstequinox verlaat de laatste trein met de laatste bezoekers het plaatsje. Door een speling van het lot, een stilstaande klok, mist Louise haar trein en blijft ze achter in het verlaten oord. Aanvankelijk slaat de zwoele zomertijd om in een naargeestige, demonische herfst. Als na drie dagen de storm gaat liggen is het alsof Louise ontwaakt in een parallelle wereld.

Louise en hiver

Een overgang die sprookjes, mythes en sjamanistische rituelen wel vaker hebben en die hier effectief een breuk met die andere wereld aangeeft. De eerste dagen na de storm maakt Louise zich nog zorgen om de mensen op het vasteland die haar inmiddels zullen missen. Al gauw komen er andere taken voor in de plaats. Zo bouwt ze haar eigen huisje op het strand, doet haar dagelijkse wandeling, vangt wat vis en gaat op verkenning uit. In haar dagboekaantekeningen, die ze al mijmerend voor zich uit vertelt, alsof de zee haar toehoorder is, ontvouwt zich gaandeweg een avontuur naar haar jeugdherinneringen. Tijd om de balans op te maken.

Kinderjaren
Met een aantal ontdekkingen in haar omgeving, zoals aangespoeld schroot met boeken als Robinson Crusoe en een rotspartij verderop in zee, lonkt het avontuur. Een thematiek die in meerdere overlevingsverhalen naar voren komt: de immer babbelende geest op zoek naar houvast.

Grasduinend in haar geheugen komt ze terecht in de angstige tijd van de oorlog en haar strenge, kille tante. Haar eerste liefde herbeleeft ze en ze voert gesprekken met een overleden parachutist. Wijsheden van gene zijde afgewisseld met waar het werkelijk om gaat aan deze zijde. In het overdenken van haar keuzes, wordt ze geholpen door een wat onalledaagse gesprekspartner: de niet-mens Pepper. Haar eenzaamheid heeft een stem gekregen, tijd om terug te keren.

Louise en hiver

Weemoed
Met Louise en hiver heeft Laguionie opnieuw een prachtig sprookje afgeleverd. Het timbre ligt ditmaal veel meer op de weemoed en lijkt een meer persoonlijke touch te hebben. Met zijn stijl, die klare lijn met pastel mixt, weet hij een unieke beeldtaal te creëren.

Waar zijn vorige film Le Tableau het surrealisme verleidde, maakt hij hier het magisch realisme het hof. Het thema van de eenzaamheid wordt meedogend ondersteund door de vele zee- en kustgeluiden, waarmee een haast verloren taal weer hoorbaar wordt (hoe lang is het geleden dat we werkelijk ‘stilte’ hoorden? Hoe lang dat op een zwoele dag, de zee leeg en schoon was?).

Samen met de magnifieke soundtrack ontstaat een duet dat de natuur met haar aangaat, waarmee de film, ondanks dat het animatie is (met een nadruk op vorm, in plaats van detail), zeer reëel aandoet. Naast de klare lijn heeft Laguionie zich laten inspireren door schilders als Jean-Francis Auburtin en (de mede door Japanse prentkunst geïnspireerde) Henri Rivière.
 

7 juli 2017

 
MEER RECENSIES

Life, Animated

****

recensie Life, Animated

Disney als referentiekader

door Cor Oliemeulen

Door het kijken naar animatiefilms van Disney leren opgroeiende kinderen vaak wat goed en slecht is. Eenmaal volwassen zijn de meesten in staat de nuance te zoeken. In de verwonderlijke documentaire Life, Animated maken we kennis met een autistische jongen die Disney gebruikt om de echte wereld te leren begrijpen.

Owen Suskind lijkt tot zijn derde een normale peuter, maar dan verandert hij plotseling. Diagnose: autisme. Hij praat niet meer, sluit zich op in zijn hoofd en is bijna vier jaar niet te bereiken. De wereld is te intens voor zijn hersenen, zegt zijn moeder. Het enige waarop Owen reageert zijn Disney-films. Zijn ouders ontdekken dat ze slechts met hun jongste zoon kunnen communiceren op de manier waarop personages uit Disney-films praten. Tot het moment dat hij zijn schooldiploma haalt en zowaar verliefd wordt, leert Owen heel langzaam de echte wereld te begrijpen aan de hand van de uitvergrote karakters van zijn tekenfilmhelden. Maar het echte leven is geen Disney-script, dus wordt Owen onzeker, vooral nu hij op het punt staat om zelfstandig te gaan wonen.

Life, Animated

Leren leven dankzij Disney
Regisseur Roger Ross Williams werd in ons land vooral bekend door Blackface, een korte documentaire over Zwarte Piet die hier en daar op de nodige weerstand stuitte. Williams is zwart, homofiel en voelde zich als kind, net als Owen Suskind, afgesloten van de wereld. Hij moest een manier vinden om contact met de echte wereld te maken. Net als Owen trok hij zich terug in fantasieën en creëerde hij verhalen in zijn hoofd.

Het is dus niet verwonderlijk dat outsiders een belangrijke rol in Williams’ loopbaan spelen. In Amerika genoot hij faam als tv-journalist en won in 2010 als eerste Afro-Amerikaanse filmregisseur een Oscar: voor Music by Prudence, zijn eerste korte documentaire waarin hij een groep gehandicapte Afrikaanse muzikanten volgt. De fascinatie voor buitenstaanders, gekoppeld aan zijn persoonlijke leven en betrokkenheid geeft Life, Animated een mooie gelaagdheid. De film is gebaseerd op een boek van Owens vader, Ron Suskind.

Het intieme portret van Owen Suskind is niet zomaar een documentaire over een autist die langzaam zelfstandig wordt. Hij is een fenomeen die na een periode van louter brabbeltaal leert praten én leven, dankzij de animatiefilms van Disney. Owen kent niet alleen alle teksten van buiten, de overdreven emoties van Disney zijn gemakkelijker te begrijpen. Owen gebruikt filmscènes om zichzelf uit te drukken. Zo is Hercules zijn voorbeeld voor als je niet wilt opgeven, Jungle Book als je vrienden nodig hebt en fungeert Pinokkio om te leren hoe het voelt om een echte jongen te zijn.

Life, Animated

Perspectief op ingewikkelde wereld
We observeren Owen in zijn dagelijkse activiteiten en zien hoe hij een Disney Club voor lotgenoten heeft opgericht. Ze kijken en bespreken wat bepaalde scènes in hun eigen leven betekenen. Het bezoek van twee bekende stemauteurs van Disney is prachtig en hilarisch. Het sterkste punt van Life, Animated is dat we Owen niet alleen observeren, maar vooral ín het hoofd van Owen zitten. We zijn getuige van zijn perspectief op hemzelf en de ingewikkelde wereld om hem heen. Een gevoel dat wordt versterkt door de vormgeving: een combinatie van homevideo’s uit Owens kindertijd, animaties die zijn gebaseerd op zijn eigen tekeningen en natuurlijk scènes uit Disney-klassiekers, waaraan Owen behoefte blijft houden en die hij met intense gevoelens volgt.

Owen is goedlachs, emotioneel, openhartig en eerlijk. Hij mag dan wel voornamelijk leven volgens mythes en fabels en een onschuldige kijk op de wereld hebben, maar dat maakt zijn perspectief soms juist bijzonder origineel en meer dan eens verrassend wijs. Nu is hij 23 en is het zijn ouders gelukt om hem een beetje uit zijn ‘gevangenis’ te trekken. De tijd van zelfstandigheid breekt aan, alle veranderingen zijn nieuw en spannend voor hem. Gelukkig heeft Owen een bepaald bewustzijn ontwikkeld: hij kan goed reflecteren op zijn leven en de moeilijkheden waarmee het gepaard gaat. En mocht hij eens triest zijn, dan kan Owen zelf zomaar in een animatiefilm belanden.
 

18 maart 2017

 
MEER RECENSIES

Loving

***

recensie Loving

Helden tegen wil en dank

door Cor Oliemeulen

Eerst was er een film, toen een documentaire en nu een film gebaseerd op de documentaire. Loving is het waargebeurde verhaal over een interraciaal koppel, dat de grondwet van de Verenigde Staten zou veranderen. Sinds 12 juni 1967 mogen mensen van verschillende rassen met elkaar trouwen.

Na het recent verschenen Fences beleeft een ander familiedrama gesitueerd in het Amerika van de jaren 50 en 60 zijn Nederlandse bioscooppremière. Loving overstijgt het universele thema van de generatiekloof in Fences met een biografisch verhaal over het juridisch overwinnen van racisme. Hoewel we in deze nieuwe film van Jeff Nichols (zijn laatste film Midnight Special leverde wisselende kritieken op) veel meer zien van de omgeving waarin een familiegeschiedenis zich afspeelt, is het tempo van Loving net zo traag als van Fences. Begrijpelijk, want de moeizame strijd voor gerechtigheid neemt vele jaren in beslag. In het Ohio van Fences is de wereld zwart met tinten grijs, in het Virginia van Loving volstrekt zwart-wit.

Loving

Trouwen in een andere staat
Na de Amerikaanse Burgeroorlog gingen in de zuidelijke staten vanaf 1865 de Black Codes van kracht. De slavernij mocht dan wel officieel zijn afgeschaft, echter met de nieuwe regels kon de Afro-Amerikaanse bevolking nog steeds onder de duim worden gehouden. Eén van de consequenties was dat een blanke man niet mocht trouwen met een gekleurde vrouw, hoewel het verwekken van kinderen bijna de normaalste zaak van de wereld was. Als we bijna een eeuw later kennismaken met de blanke man Richard (Joel Edgerton) en de gekleurde vrouw Mildred (Ruth Negga) is in de staat Virginia een huwelijk tussen de twee wettelijk nog steeds niet toegestaan. Mildred is 18 en krijgt een baby van Richard. Ze willen beslist trouwen en doen dat in een andere staat, maar als ze weer terug zijn in het normaliter rustige stadje Central Point worden ze ’s nachts van hun bed gelicht en in de gevangenis gestopt.

Het is de opmaat van een jarenlange strijd voor gerechtigheid, waarbij de twee geliefden geenszins als activisten of als martelaren worden neergezet. Richard is een eenvoudige man van weinig woorden en ook Mildred zit niet te wachten op al teveel beroering. Ze houden van elkaar, willen alleen maar bij elkaar en bij hun familie zijn. Ze zijn niemand tot last, oordelen niet over anderen en doen slechts een beroep op begrip en menselijkheid. Helaas zit hun samenleving anders in elkaar. Sheriff Brooks (Marton Csokas, Celeborn in The Lord of the Rings) verwoordt de stem van veel zuiderlingen: “Een lijster is een lijster, een mus is een mus.”

Mensenrechten
Het echtpaar Loving staat voor de keus: één jaar cel of 25 jaar de staat Virginia verlaten. Ze vertrekken naar Washington D.C., maar kunnen daar niet aarden. Vooral Mildred kan niet wennen aan het stadsleven, waar kinderen alleen maar kunnen buitenspelen als ze kans hebben te worden aangereden (wat ook gebeurt) in hun drukke straat. Na een spontane brief aan Bobby Kennedy, min of meer opgedrongen afspraken met mensenrechtenadvocaten en een bezoekje van een fotograaf van Life Magazine (Michael Shannon) begint het balletje langzaam te rollen en schrijven ze uiteindelijk geschiedenis, een beetje tegen wil en dank.

Loving

Loving is een verhaal over liefde en toewijding, vertolkt door geloofwaardige personages. Heel anders dan de teruggetrokken weirdo Gordo in The Gift, speelt Joel Edgerton een zwijgzame arbeider die het liefst met niemand de confrontatie wil aangaan. Ruth Negga (vooral bekend van Amerikaanse tv-series) speelt haar eerste hoofdrol lovenswaardig. De derde hoofdrol is voor het weidse platteland van Virginia. De producers (acteur Colin Firth speelde een grote rol in de totstandkoming van de film) kozen voor regisseur Jeff Nichols vanwege zijn ‘cinematografische gevoeligheid en intuïtieve uitbeelding van Zuidelijke mannen en vrouwen’ in Mud en ‘de rijke atmosfeer van drama en spanning’ in Take Shelter, ‘waarbij het er vaak over gaat wat er niet wordt gezegd, wat perfect aansluit op de karakters van Richard en Mildred’.

Hoe dan ook is de pas vijfde film van Jeff Nichols, die zelf opnieuw het scenario schreef, minder sterk dan Take Shelter en Mud. Zonder te vervallen in sappige details had er in Loving wel iets meer verrassing en pit mogen zitten. Maar het verhaal is zonder meer accuraat en met liefde en begrip verteld. Bovendien weten we nu dat 12 juni voortaan te boek staat als Loving Day.
 

17 februari 2017

 
MEER RECENSIES

La La Land

*****

recensie La La Land

Kerstfilm zonder kerstboom

door Alfred Bos

In zijn tweede grote speelfilm spot de pas 31-jarige regisseur Damian Chazelle (bekend van Whiplash) met de marketingwetten van Hollywood en triomfeert middels een schaamteloos romantische ode aan de wensdroom. Na de western is ook de musical terug.

La La Land is het soort film waar Hollywood ooit sterk in was maar al lang niet meer maakt, het bitterzoete feelgood-sprookje met musicalelementen. Denk aan klassiekers als Singin’ in the Rain en The Wizard of Oz, maar dan in een eigentijdse variant.

Sebastian (Ryan Gosling) en Mia (Emma Stone) zijn het perfecte koppel, alleen weten ze dat zelf nog niet wanneer de film opent. Ze staan in een immense file op de LA Freeway. Hij is jazzpianist en financieel aan de grond, nadat zijn zakenpartner hem een loer heeft gedraaid. Zij is aspirant-actrice en verdient de kost in een koffiehuis op het terrein van een filmstudio.

La La Land

Die openingsscène toont zonder aplomb en met achteloze overmacht de ambities die regisseur en scenarist Damian Chazelle met zijn tweede grote speelfilm uitspeelt. Het is een grandioos musicalspektakel op de brug van een snelweg, een originele setting voor originele choreografie en spitse vondsten, vol dans en dynamiek, in één lang tracking-shot van zo’n vier minuten. Halleluja, dat is nog eens een binnenkomer.

Menselijke maat
Uiteraard zien we uitsluitend jonge, mooie en blije mensen in die spetterende proloog, want dit is Hollywood, de droomfabriek die de verbeelding van de consument faciliteert—en vormt. Ook de twee uur die daar op volgen spelen zich af in de Hollywoodse filterbubbel van materieel succes en emotionele armoede, maar de film verliest nimmer de menselijke maat uit het oog. Mia en Seb vinden elkaar, verliezen elkaar en vinden elkaar weer terug. Maar niet heus. Of toch wel?

Keurig opgedeeld in vijf bedrijven als was het een klassiek drama, toont La La Land de Werdegang van de liefde, en het leven. Het is winter in LA wanneer Sebastian en Mia na die eerste ontmoeting in de file elkaar opnieuw tegen het lijf lopen, en het is lente wanneer na de derde toevallige ontmoeting de eerste vonk overspringt. Dat wordt gevierd met een zwierig dansstukje in de heuvels van Hollywood.

Bedrijf drie (zomer) toont de gloriedagen van de affaire. Mia slaagt erin haar acteeraspiraties te realiseren en wordt een vedette. Sebastiaan slaagt niet in zijn droom, een eigen jazzclub, SEB’s, doch vindt emplooi in de succesvolle popband van een voormalige studiegenoot (John Legend). Maar in bedrijf vier (herfst) gaat het toch mis. Wat is belangrijker, materieel succes of emotionele voldoening? Het leven draait om keuzes en in dat opzicht is La La Land het volkomen tegendeel van Tom Fords Nocturnal Animals.

Prominente rol muziek
Regisseur Chazelle, nog maar 31 jaren jong, strooit met verwijzingen naar het klassieke Hollywood en de jazzlegendes van toen (we zien onder meer John Coltrane en Bill Evans). De musicalscènes zijn voortreffelijk getimed en passen naadloos in het verhaal, zelfs – of juist – als Mia en Seb letterlijk dansen tussen de sterren. De muziek speelt, net als in zijn eerste grote film Whiplash en zijn bescheiden debuut Guy and Madeline on a Park Bench (een musical gedraaid toen hij 23 was), een prominente, zelfs sturende rol.

Die menselijke maat, de rol van schoonheid in de levens van de hoofdpersonen, hun creatieve aspiraties en vooral ook de speelse, gevatte humor en spitse dialogen maken dat La La Land bij tijd en wijle voor een Woody Allen-film kan doorgaan. Helemaal wanneer in het slotbedrijf, dat vijf jaar na de affaire speelt, wensdroom en werkelijkheid schitterend door elkaar gaan lopen, culminerend in een epiloog die een musicalscène biedt zoals Hollywood die deze eeuw nog niet heeft geproduceerd.

In La La Land is het leven ironisch, niet cynisch. Heerlijke film, deze onbeschaamd romantische ode aan de droom en de verbeelding. Het is een kerstfilm zonder kerstboom, een amandelkransje voor de feestdagen. Of eigenlijk alle dagen.
 

20 december 2016

 
MEER RECENSIES