HAFF 2015 – Deel 3

Verslag HAFF 2015: De eindsprint en de finish

  • Competition Shorts 3
  • Song of the Sea
  • Competitie Studentenfilms 1
  • Competitie Studentenfilms 5
  • Pos eso
  • Rocks in my Pockets
  • Stash Magazine 2
  • Shaun the Sheep
  • On the White Planet
door Ralph Evers

Een verrassende wending doet zich voor in de laatste tijdritten, nadat in de bergetappes enkele Fransen hard onderuit gingen en een aantal Amerikanen direct aanhaakten. Ook een plotselinge speler in het veld is de Spanjaard SAM. Hij sprint als een bezetene naar de kopgroep. 

Het HAFF-weekend is altijd gezellig druk. In de sfeervolle gangen van het Art Deco Louis Hartloopercomplex wemelt het van de mensen, geïnteresseerden, filmmakers, fans en persmensen. Eenmaal in de donkere zaal, wanneer de eerste shorts beginnen, vervormt die alledaagse realiteit zich maar wat gauw. Wat te denken van de overtuigende en kleurrijke klei-animatie Eager. Een danse macabre rondom leven en dood. Door effectief gebruik van kleuren en klei transformeren agressie in creatie, danseressen in bloemen en worden twee één en één twee. De cyclus van leven en dood danst voortdurend vernieuwend en creatief over het witte doek. Na een paar mindere Franse producties, neemt deze Amerikaan snel de ontstane ruimte in de koppositie in.

HAFF 2015 The Bigger Picture

De studenten die mee-racen pakken het slim aan. The Bigger Picture en Deep Space nemen de leiding en blijven aan kop. De eerste door een verrassende mix van 2D en 3D stopmotion – mensen die half op de muur getekend en half in klei geboetseerd zijn. De tweede door een nogal absurde, pornografische insteek, waardoor de concurrentie het na- en bekijken heeft.

Eindspurt
Naast de vele shorts is er altijd ruim baan voor lange animatiefilms. Geen overbodige luxe, gezien de karige distributie van animatiefilms in Nederland. Het HAFF biedt als een van de weinige festivals in Nederland een podium voor (inter)nationaal langere animatiefilms. Een absolute topper in dit programma is de Spaanse film Pos eso. Een mix tussen humor en horror, flamenco en metal-muziek en een onmiskenbare liefde voor film – getuige de vele filmverwijzingen.

HAFF 2015 Pos eso

Trini en Manolo zijn Spanje’s meest geliefde personen. Zij, Trini, is de legendarische Flamencodanseres en hij de legendarische Matador Manolo. Hun zoon echter blijkt bezeten door de duivel en menig psycholoog, genezer of dokter moet zijn behandeling met de dood bekopen. Gelukkig is er nog de zuivere Lenin, een uitgerangeerde priester die aan lager wal geraakt is. Weet hij wonderen te verrichten? Onder begeleiding van de muziek van Black Sabbath  gaat Lenin de uitdrijving aan. In de wandelgangen en krochten is te merken dat onder het publiek Pos eso als favoriet leeft.

Finish
Dat de prijs voor de lange film naar On the White Planet gaat, doet op z’n minst verbazen. De winnende film uit Zuid-Korea wordt op zondagavond nogmaals vertoond in de grootste zaal van het Louis Hartloopercomplex. Welgeteld vier (!) mensen bezoeken deze… tjsa… inspiratieloos getekende film met onduidelijk verhaal en dito plotontwikkeling. Mondspoelen en vergeten. Net als Burqa, een Italiaans wangedrocht dat eerder op het festival speelde. Inspiratieloze computeranimatie zou verbannen moeten worden op dit soort festivals, die eigenlijk meer het podium moeten geven aan goed vertelde verhalen (zoals het ontroerende Song of the Sea), experimentele ervaringen (Eager, Sonámbulo, Papa) en arbeidsintensieve stopmotion films (Pos Eso, Shaun the Sheep).

HAFF 2015 On the White Planet

Gemakkelijk is het echter niet om een duidelijke scheidslijn te maken binnen de vele uitingsvormen van animatie. Een programma dat dit overtuigend aantoont is het jaarlijks terugkerende Stash Magazine. Een keur aan korte internationale films, waaronder reclamefilms, trailers en videoclips. Sommige films lijken sterk op live-action, zodat je je afvraagt wat dit nog met animatie te maken heeft.

Al met al is er wat gesteggel over de winnaar. Hierover in de nabeschouwing meer.

 

23 maart 2015

 

HAFF 2015: Warming-up

Verslag HAFF 2015: Start

Verslag HAFF 2015: Het peloton en de demarrage

Verslag HAFF 2015: Nabeschouwing

 

Haff 2015 deel 2

Verslag HAFF 2015: Het peloton en de demarrage

  • Competition Shorts 2
  • Hôtel 12 étoiles
  • Competitie Nederlandse animatie 3
  • Competition Shorts 5
door Ralph Evers

Het peloton films is al even onderweg, de eerste tijdritten en klimetappes zijn geweest. We schakelen live naar onze verslaggever ter plaatse om te horen wie de koplopers zijn, wie alternatieve routes fietsen en wie achterblijven. 

Eerste demarrage
Wie vaker naar het HAFF gaat, herkent gaandeweg enige landen, animatoren en stijlen die eigenzinnig zijn, een eigen handtekening hebben. Jaar op jaar blijft de ongelooflijke creativiteit van de animatieshorts verbazen, prikkelen, inspireren en ontroeren. Ook deze editie kent als vanouds de toplanden, die in een eerste mogelijkheid direct demarreerden en nu op kop liggen. De strijd wordt beslecht tussen enerzijds het kleine Estland, dat met Papa  een lastig te interpreteren creatie aflevert, en het grote Canada met Theodore Ushev’s Sonámbulo, waarin schilderijen van Joan Miró met een lekkere soundtrack over het doek spatten.

HAFF 2015 Sonámbulo

De Estse films vragen veel achtergrondkennis wil je die kunnen duiden. Gelukkig bieden ze ook veel visueel vermaak. Ze weten meerdere stijlen in een film toe te passen en de kijker op meerdere fronten te raken. Niet zelden zijn de films unheimlich en brengen ze de kijker in het dilemma van fascinatie en wegkijken. Iets wat het Kroatische Simulacra ook weet te bereiken. Een onheilspellende soundtrack in een vervreemdende omgeving, gepaard gaand met een kille sfeer. Het is alsof de temperatuur in de zaal daadwerkelijk enkele graden daalt.

De ontsnapte kernploeg bestaat naast Estland en Canada uit China en Frankrijk. Met her en der een verdwaalde Amerikaan, die met diens World of Tomorrow een komisch filosofische toekomstschets geeft en eerder genoemde Kroaat. Mr. Sea van Xue Geng valt op door de porselein-stopmotion, wat een zeer Chinese look geeft. Niet zelden ben je als kijker meer betoverd door de beelden van die Chinezen, dan dat je enig idee hebt waar het nu over gaat. Gelukkig leent het medium animatie zich hier ook prima voor.

HAFF 2015 Mr. Sea

De belangrijkste bedreiging voor de kopgroep zijn de Russen, die met o.a. Ants’ songs een animatieversie van de seventies progrock hebben gemaakt. De film doet me denken aan het geanimeerde broertje van The Gates of Delirium, een song van de Britse progrockband Yes.

Het peloton
Over de middenmoot valt traditioneel weinig interessants te vertellen. De langspeler Hôtel 12 étoiles weet qua verhaal te boeien, vertellend over de geschiedenis van Europa van de afgelopen honderd jaar, gekoppeld aan de Griekse mythe waarin Zeus, vermomd als rund, de knappe Europa probeert te versieren. Dit mythologische kader – eerder al gedaan door de econoom en filosoof Tomás Sedlacek – geeft een extra dimensie aan hoe we de huidige ontwikkelingen in Europa kunnen beschouwen. Daarin slaagt de film, waarbij gezegd moet worden dat de animatie minimaal is en weinig tot de verbeelding sprekend.

Wasteland

De achterblijvers
Hierin treffen we helaas nogal wat landgenoten en opvallend veel Amerikanen. Zij grossieren dit jaar in slechte smaak en geforceerde kunstzinnigheid, l’art pour l’art. Don’t sit under the poo tree, is flauw en een belediging voor het genre, evenals Elsewhere, the survivors. En zoals gezegd, veel Nederlandse films. Dieptepunt is Beren op de weg, die zich kenmerkt door luie animatie. Lui in de zin van inspiratieloos getekend en een suf verhaal.

Wasteland van Jana Kaminski, springt er positief uit, als een mooie aanklacht tegen de vervuiling van de oceanen, Black Room speelt met perspectieven, waarbij ons waarnemingsvermogen her en der op de proef wordt gesteld en Trailer doet ons eindelijk eens schaterlachen. Haring is een leuke ode aan de stijl van Sam & Max hit the road, met dito humor. Wat echter grosso modo opvalt is het gebrek aan eigen smoel, creativiteit en grensverleggende, misschien zelfs ongemakkelijke shorts.

 

21 maart 2015

 

HAFF 2015: Warming-up

Verslag HAFF 2015: Start

Verslag HAFF 2015: De eindsprint in de finish

Verslag HAFF 2015: Nabeschouwing

 

HAFF 2015 – Deel 1

Verslag HAFF 2015: Start

  • Competition Shorts 1
  • Cartoon d’Or
  • L’arte della felicità
  • Jack et le coeur de méchanique
  • Paul Driessen 2
door Ralph Evers

De achttiende editie van het HAFF heeft als thema: Sport. Daarvan is de eerste twee dagen nog weinig te merken. De sfeer in het knusse Louis Hartloopercomplex te Utrecht is als vanouds. Nu alle zalen betoverd worden door animatiefilms, is het alsof je een kleine, andere wereld binnenstapt. Iedereen ziet er nog uit als mensen en praat doorgaans ten minste een Indo-Europese taal. Echter, wanneer eenmaal de leuke leader van het festival afgelopen is en de films beginnen, ben je al gauw in vele werelden tegelijk. Na onze warming-up met tien magische animatiefilms volgt nu de Start van het HAFF 2015. 

Met name de Esten ontvoeren je al gauw naar hun eigen werelden. Een land dat qua animatie positief opvalt. Competition Shorts 1 bevat drie Estse films die opvallen vanwege hun eigenzinnigheid. On the other side of the woods vertelt met een mix van vervaagde live-action en stopmotion het Roodkapje-verhaal. De soundtrack is erg fijn en de sfeer houdt een mix tussen die typische stopmotion-achtige horror, maar ook verwondering en geestverruimende vervoering van de fantasie.

HAFF 2015: Pilots on the way home

Zwoegende piloten
Geestverruimender is het eveneens Estse House of unconsciousness, waarin een deftige man met ladder in een volstrekt psychedelische situatie terechtkomt. Even lijkt er sprake van een verwijzing naar het Verval van het huis Usher van Poe, maar om die verwijzing vol te houden zijn er te weinig aanknopingspunten. Tot slot kent de nieuwe creatie van Priit Pärn (die al vaker op dit festival te genieten viel) – Pilots on the way home – een dwaze, enigszins pornografische vertelling van drie piloten die al zwoegend de halve wereld bewandelen. Verder valt Dark Mixer van Hiroshi Iwasaki positief op. Een erg goed programma.

Wie verzekerd wil zijn van een aantal top-notch shorts, valt zich nimmer een buil bij Cartoon d’Or. Dit programma bevat shorts van doorgaans winnende filmpjes van andere festivals. Het Sloveense Boles springt vanwege z’n mooie sfeer en verhaal boven de anderen uit. Ook is de nieuwste Panique au village te genieten in dit programma. Een wederom doldwaas verhaal, wanneer Cowboy en Indiaan de bijzondere kerstcake van de buurman jatten en zelfs de Kerstman achter zich aan krijgen. Dat zou dan wellicht een eerste verwijzing naar het thema van dit jaar zijn: sport.

HAFF 2015 Boles

Uurwerk als hart
De twee langspelers, L’arte della felicità en Jack et la mécanique du coeur zijn degelijke verhaallijnen, gegoten in een animatiejasje. De eerste vertelt het verhaal van Sergio en diens broer. Beiden een passie voor de muziek, maar broer Alfredo gaat naar Cambodja en wordt boeddhist, waar Sergio eindigt als taxichauffeur. In een immer regenend Napels lijkt het einde der tijden nabij. Gaandeweg de film wordt ook de animatie interessanter.

De tweede is een Art Deco-musical met her en der wat Gothic invloeden. De film vertelt het magisch-realistische verhaal van Jack, een jongen geboren op de koudste dag van het jaar, waardoor zijn hart bevriest. De heks Madeleine weet hem echter middels een uurwerk van een nieuw, mechanisch hart te voorzien. De belangrijkste regel: word niet verliefd. De eerste dag in de stad ontmoet Jack echter de danseres Miss Acacia. Door een hele rits gebeurtenissen treft hij haar in het zuiden van Spanje na – die ene belangrijke regel al lang veronachtzaamd. Zijn reis wordt opgeleukt door een ontmoeting met Georges Méliès. En dat is lang niet de enige filmverwijzing.

HAFF 2015 Jack et la mécanique du coeur

Wegbereider
Paul Driessen is 75 jaar geworden en wordt geëerd met twee programma’s. Ingeleid door de veteraan zelf, leren we de hem kenmerkende stijl kennen. Eigenwijs, humoristisch, speels en droog zijn zo enkele typeringen van zijn werk. Zijn herkenbare stijl heeft hij de afgelopen decennia in verschillende vormen toegepast. Films die achteruit spelen, of meerdere kaders tegelijk kennen. Een wegbereider van de autonome Nederlandse animatiefilm.

 

20 maart 2015

 

HAFF 2015: Warming-up

Verslag HAFF 2015: Het peloton en de demarrage

Verslag HAFF 2015: De eindsprint in de finish

Verslag HAFF 2015: Nabeschouwing

 

10 magische animatiefilms

Tien magische animatiefilms

Le-Tableau

De dertigste editie van het Holland Animatie Film Festival (HAFF) staat voor de deur. Een duik in de geschiedenis van de animatiefilm brengt tien films die de diversiteit van het genre tonen. Eén belangrijk aspect bij de keuze is dat animatie het medium trouw blijft, ofwel, de films moeten de fantasie leven inblazen (animeren) en liefst grenzen verkennen. Hier in willekeurige volgorde.

door Ralph Evers

1. – Sen to Chihiro no Kamikakushi (Spirited Away, 2001, Hayao Miyazaki)

Spirited Away ben je wel als kijker. Flabbergasted en ontroerd. Het hoogtepunt in Hayao Miyazaki’s oeuvre is een rijke film voor jong en oud, vol prachtige thematiek en een universele moraal. Dat vind ik mooi, dat je een verhaal vanuit je hart vertelt en daarin je waarden laat doorschemeren zonder ze op te leggen of te prediken. Het verhaal is zo speels dat het me nog altijd ontroert. Een jong meisje verdwaalt na de verhuizing naar een nieuwe plek in haar nieuwe buurt en komt in een magische wereld. Een soort Japanse versie van Alice in Wonderland, vol wonderlijke mensen en dieren en ondersteund met een prachtige soundtrack van Joe Hisaishi.

2. – Les Triplettes de Belleville (2003, Sylvain Chomet)

Als Fransen ergens goed in zijn is het wel in het scheppen van sfeer. Les Triplettes blinkt uit in een vergane nostalgische sfeer en is in de karikaturen onmiskenbaar Frans. De humor is subtiel en de film glijdt in een sublieme beeldenpracht voorbij, denkend aan de jaren ‘30 met hints uit de Belle Epoque. Tegen dit decor speelt het naïeve verhaal zich af. Een jongen wordt door zijn grootmoeder (madame Souza) opgevoed. Zij ontdekt dat hij een talent voor fietsen heeft. De Tour de France lonkt, maar helaas wordt de jongen gekidnapt door een paar mysterieuze mannen. Met haar hond en een trio dames (de Triplettes de Belleville) gaat Madame Souza op zoek naar haar kleinzoon.

3. – The Congress (2013, Ari Folman)

De vierde langspeelfilm van Ari Folman (Waltz with Bashir) kenmerkt zich door een filosofisch verhaal, dat in de animatie prachtig uitgewerkt wordt. De film speelt met het real life gegeven dat actrice Robin Wright door haar ouderdom minder grote rollen krijgt. Ze biedt hierin aan om haar te digitaliseren, zodat ze voor altijd jong en aantrekkelijk is. Het ingewikkelde verhaal leent zich voor meerdere interpretaties. De animaties zijn van adembenemende schoonheid. Verwijzingen naar de jaren ‘60 en ‘70 psychedelica en de Fleischer-broers sluiten aan bij de dystopische sfeer van dit verhaal, gebaseerd op een roman van Stanislaw Lem (o.a. Tarkovsky’s Solyaris).

4. – Neco z Alenky (1988, Jan Svankmajer)

De meester van het surrealisme en de stop-motion, de Tsjech Jan Svankmajer, vertelt het populaire Alice in Wonderland  in een maniëristische stijl. Gelardeerd met naargeestige horrorelementen verkent Svankmajer een psychologische variant van dit overbekende verhaal. Aldus verdwalen we in de krochten van de psyche die liever onbekend blijven. Neco z Alenky is een belangrijke inspiratiebron voor latere stop-motionfilms. Tim Burton’s Frankenweenie bijvoorbeeld stoelt sterk op het werk van Svankmajer.

5. – Le Tableau (2011, Jean-François Laguionie)

Een film die de remmen van het mogelijke losgooit en de ongekende fantasie die de animatie biedt ten volle benut is Le Tableau. De film speelt zich af in een maatschappij waar we drie kasten kennen, van hoge tot lage status: de Al-klaren (volledig getekend en ingekleurd), de Niafs (volledig getekend, onvolledig ingekleurd) en de Ruwlijners (schetsen). Om mysterieuze redenen is een schilder er niet aan toegekomen dit doek af te ronden. Wanneer een Al-klare verliefd wordt op een Niaf, gaat hij met Niafs en Ruwlijners op zoek naar de schilder en komen zo in de ene en andere nieuwe wereld terecht. Ondertussen is de film een metafoor voor discriminatie, uitsluiting en machtswellust.

6. – La Planète Sauvage (1973, René Laloux)

De jaren ‘70 in topvorm. Een sociaal bewogen tijdperk, wat zich ook in deze film laat zien. Op een verre planeet hebben reuzen de regie en proberen enkele mensen hiertegen in opstand te komen. Deze wordt met harde hand neergeslagen. Over metaforen gesproken. Iconisch is de soundtrack en de unieke tekenstijl.

7. – Wallace and Gromit: the Curse of the Were-Rabbit (2005, Jacob Sager Weinstein)

Kleinburgerlijk absurdisme, waarbij (zoals wel vaker in de cartoon en animatiewereld) het dier slimmer is dan de mens. Wanneer een dorp geteisterd wordt door een onalledaags konijn, worden Wallace en Gromit erop uitgestuurd om dit beest te vangen. Geen groente is meer veilig en over een paar dagen wordt er een grote groentebeurs georganiseerd, reden te meer om het konijn zo snel mogelijk te vangen.

8. – Die Abenteuer des Prinzen Achmed (1926, Lotte Reiniger)

Een oudje. Lotte Reiniger experimenteerde halverwege de jaren ‘20 van de vorige eeuw met silhouetten en collages, hetgeen leidde tot deze prachtige vertelling van Prins Achmed uit de verhalen van 1001 Nachten. Had ik er niet bij verteld dat deze film al zo oud is, dan zou je dat als kijker wellicht ook niet zo gauw ontdekken. De film is uniek en tijdloos, juist door z’n unieke karakter. Reiniger is zover ik weet, de enige animator die met silhouetten werkt en ze weet je fantasie daarbij ruimschoots te prikkelen. BFI is zo vriendelijk geweest een gerestaureerde versie op dvd uit te brengen.

9. – Baron Prásil (1962, Karel Zeman)

Karel Zeman maakt veelvuldig gebruik van fantasierijke decors, blue screens en stop-motion technieken, gecombineerd met belichtingstechnieken die vooral in de stille film gebruikt worden. De film lijkt een moderne Méliès waar een flinke dosis vaudeville aan toegevoegd is. Het geheel doet aan als een prachtig vormgegeven droomwereld, waarin elke nieuwe scène een eigen sfeer weergeeft passend in het geheel. De compleet absurde avonturen en situaties waarin de Baron Munchausen en zijn op de maan ontmoette compagnon Joey keer op keer terechtkomen heeft eveneens veel overeenstemming met de coherentie binnen een droom.

10. – Mary and Max (2009, Adam Elliot)

Met een soundtrack van de Penguin Café Orchestra om direct verliefd op te worden, vertelt Mary and Max het verhaal van twee misfits. Mary, een 8 jarig meisje, die opgroeit in een gestoord gezin in Melbourne en nieuwsgierig is naar de wonderlijke buitenwereld, en Max, een 44-jarige neurotische man met overgewicht in New York, beginnen een penvriendschap.

16 maart 2015

 

Alle leuke filmlijstjes

Menino (O Menino e o Mundo)

****

recensie  Menino

Kleurrijke heldenreis

door Ralph Evers

Het jongetje Cuca groeit op in een hemels paradijs op aarde. Liefdevolle ouders, maagdelijke natuur, en een en al verwondering met flora en fauna. Deze utopische wereld komt op zijn kop te staan wanneer de vader van Cuca vertrekt naar de grote stad. Hiermee begint Cuca’s zoektocht naar zijn vader, waarmee hij tevens uit zijn droomwereld ontwaakt. 

Wat hij nog onthouden heeft is de melodie, die zijn vader op zijn fluit speelt. De wereld ontvouwt zich in een veelvoud aan percussieklanken. Aansluitend bij de belevingswereld van jonge kinderen, die meer gericht zijn op klank, kleur en fantasie. Zo ook de trein waarmee zijn vader naar de grote, verre stad gaat om geld te verdienen, die in de ogen van Cuca als een duizendpoot is.

Recensie Menino

Polariteiten
Wat direct opvalt aan Menino (volledige titel O Menino e o Mundo, vertaald als The Boy and the World)  is de volstrekt eigen (teken)stijl. Met potlood en krijt, uitbundige kleuren en een effectieve interactie tussen vormen en kleur, zien we een volwassen verhaal. De film is grotendeels 2D, waarbij via handige trucjes een 3D-gevoel gegenereerd wordt. Daarnaast doet de stijl her en der denken aan het dadaïsme. Voornamelijk de scènes van de grote stad en de industrialisering. Ook popart elementen komen hierin terug. Dit is animatie pur sang. In de betekenis van bezieling.

Het knappe is dat regisseur Alê Abreu ondanks zijn eigen stijl heel herkenbaar blijft. We zien steden als bergen, machines als dieren en steden in de lucht. De moderniteit wordt vanuit de positie van de katoenplukker verteld. Daarmee is de film te zien als metafoor voor de snelle economische verandering in Brazilië (maar eigenlijk elk zich ontwikkelend land). De kloof tussen arm en rijk gaat in een rap tempo, versneld door het WK 2014 en de opkomende Olympische Spelen.

Een ander verrassend gegeven is het feit dat er praktisch niet gesproken wordt (en als dat wel gebeurt is het onverstaanbaar). Als tegenhanger van de uniforme Pixar- en Disney-blockbusters, waarin alles kan praten en uitgelegd wordt… want stel je voor dat je de uitgekauwde Hollywood-waarden niet zou begrijpen!

Recensie Menino

De mythe van het kapitaal
Daarnaast zouden genoemde studio’s nooit de ballen hebben om op een schrijnende manier rijkdom en armoede naast elkaar te plaatsen. Of technologische vooruitgang en ecologische vernietiging. Hierin wordt de film uitgesproken duister. Temeer wanneer de kleurrijke vogel die de vrijheid van het volk symboliseert door een zwarte vogel vernietigd wordt en daarmee de overwinning van het kapitalisme symboliseert. De boodschap is helder: verkies de mythe van het kapitaal, ook al eindig je als arme sloeber of dakloze. Deze mythe is altijd beter dan die van uw voorouders, die nog in harmonie leefden met hun omgeving, namen wat nodig is en de balans respecteerden. Of…?

De atypische verhaallijn is gepuzzel voor volwassenen, maar voor kinderen vooral zinnenprikkelend en verrassend. De contrasten tussen het onbezorgde kinderleven en de boze buitenwereld, zijn krachtig neergezet, doch gedoseerd. Zo blijft de film in haar kinderlijke harmonie. De soundtrack hierbij is perfect afgestemd, waardoor zowel een te grote vrolijkheid als een te zware melancholie nimmer de overhand krijgt.

 

9 februari 2015

 

MEER RECENSIES

Big Hero 6

**

recensie  Big Hero 6

Tussen belediging en gemakkelijk vermaak

door Ralph Evers

Wanneer de veelbelovende uitvinding van een jonge robotbouwer wordt gejat door een slechterik lijkt de pleuris uit te breken. Gelukkig kijken we naar een Disneyfilm en is vrijwel de gehele verhaallijn er op gericht om middels veel actie en ontroerende speeches tot een goed einde te komen. 

Big Hero 6 speelt zich af in de moderne stad San Fransokyo. Onze held heet Hiro (what’s in a name) Hamada. De broer van Hiro, Tadashi, studeert aan de prestigieuze universiteit van Fransokyo, waar hij werkt aan een gezondheidszorgrobot: Baymax. Hiro verdient zijn geld met illegale bot-battles. Wanneer hij ternauwernood ontsnapt aan een bad guy  in deze gokwereld, besluit ook hij zich in te schrijven voor de universiteit. Met een geniale uitvinding wordt Hiro aangenomen, maar dan slaat het noodlot toe. In een felle brand komt Tadashi te overlijden en wordt het geniale idee van Hiro door iemand met minder goede bedoelingen meegenomen. Samen met de vrienden van Tadashi en Baymax bindt Hiro de strijd aan tegen de kwade machten in San Fransokyo. 

Recensie Big Hero 6

Gebaseerd op een Marvel-comic doet de film denken aan Wreck-it Ralph (ook van Disney). In het hoge verteltempo lukt de actie goed, de humor blijft jammerlijk achterwege. 

Formulefilms
Disney staat bekend om zijn formulefilms. De held van het verhaal ontsteekt rond twee derde van de film een emotionele speech, die Obama niet zou misstaan. Een speech die echter zelden past bij mensen van vlees en bloed en daarna nog minder zelden tot de beoogde verandering zou leiden. Daarnaast kennen de films als thema’s broederschap, vriendschap, familiebanden en de verplichte lach en de traan. Big Hero 6 voldoet volledig aan dit stramien, maar weet daar pompeuze actie aan toe te voegen. Alsof het team aan adrenaline verslaafd was. 

In de bijna 80 jaar dat Disney films maakt (de eerste film Sneeuwwitje en de zeven dwergen is uit 1937), zou het een fijne afwisseling zijn wanneer er genoeg moed verzameld was om eens werkelijk uit de bocht te vliegen. Helaas. Terwijl tegenstellingen doorgaans zo goed werken. Nou vooruit, de knuffelrobot Baymax offert zichzelf op om de mensen te redden, en daarvoor is een behoorlijke goof nodig, om uiteindelijk toch met een happy end af te sluiten. Want één ding moet je ze wel nageven: Disney en Pixar krijgen alles tot leven, met meelijwekkende karakters, waardoor ze appelleren aan je empathische gevoelens. 

Recensie Big Hero 6

Publiek
Het publiek waarop men zich richt zal tussen de 6 en 18 zijn. De absurde personages zullen bij kinderen wel werken. Ook de voor de hand liggende plottwist bij de ontmaskering van de bad guy, die je als normaal intelligente kijker al mijlenver voelt aankomen, zal wel werken. Zo laveert Big Hero 6 tussen belediging en gemakkelijk vermaak en is het aan het inschattend vermogen van de filmkijker of hij hieraan zijn geld gaat uitgeven.

 

7 februari 2015

 

 

MEER RECENSIES

 

Tale of the Princess Kaguya, The

*****

recensie  The Tale of the Princess Kaguya 

Tekenfilmsprookje uit Japan

door Alfred Bos

Na Hayao Miyazaki (The Wind Rises) heeft ook medeoprichter van de befaamde Ghibli Studio, Isao Takahata, zijn pensioen aangekondigd. Zijn beeldschone afscheidsfilm – met Japanse stemmen, Nederlands ondertiteld – illustreert een boeddhistische boodschap.  

Isao Takahata is een van de reuzen van de Japanse tekenfilm (anime). Anders dan zijn zes jaar jongere collega Hayao Miyazaki – van wie eerder dit jaar het verbluffende The Wind Rises te zien was – begon Takahata als regisseur en is hij pas later gaan tekenen en illustreren. Het geeft zijn films een unieke toets, zoals op wonderschone wijze duidelijk wordt uit zijn laatste – in dit geval helaas in beide betekenissen van het woord – werkstuk, The Tale of Princess Kaguya.

Recensie The Tale of the Princess Kaguya

Takahata staat bekend om zijn afwijkende, niet-cartooneske stijl. Geïnspireerd door het Italiaanse neorealisme en de Franse nouvelle vague regisseerde hij in de jaren zestig tekenfilmseries voor de televisie waarin het dagelijkse leven met veel aandacht voor detail werd neergezet. Zijn feature tekenfilms richten zich op een volwassen publiek en zijn regelmatig gebaseerd op Westerse romans; onderwerpen die anime  doorgaans mijdt. Zo is zijn Only Yesterday (1991) eerder verwant aan het sociale drama van de Japanse filmgigant Yasujiro Ozu, de man van Tokyo Story, dan aan, pak ‘m beet, Walt Disney of Ghibli-collega Miyazaki.

Boeddha op een wolk
The Tale of Princess Kaguya behoort tot de minderheid van Takahata’s oeuvre waarin het fantastische een voorname rol speelt. Het is de tekenfilmadaptatie van een Japans sprookje uit de tiende eeuw over een bamboesnijder die op een dag tijdens de kap in het bos een bamboespruit met een prinsesje vindt. Hij neemt haar mee en voedt haar samen met zijn vrouw op. De bamboesnijder weet dat zijn pleegkind bijzonder is en introduceert haar aan het hof, waar voorname edellieden naar haar hand dingen. Ze scheept hen af met onmogelijke opdrachten.

Kaguya verzet zich tegen de traditie, ze wil vrij zijn. Maar gelukkig is de prinses, die van de maan afkomstig blijkt, op aarde niet: ‘Ik ben nep en alles is mijn schuld’. Ze kiest ervoor terug te gaan naar de maan, waarna Boeddha haar komt halen op een wolk. Het is een filosofisch getint sprookje over de zin van het bestaan. Het leven is een droom en al wat groeit en bloeit, van mensen tot insecten, is bijzonder, waarbij de seizoenen de cyclische levensgang verbeelden. Kaguya’s afscheid van de aarde overstijgt het sentimentele en is van een indringende schoonheid.

Recensie The Tale of the Princess Kaguya

Speciale techniek
The Tale of Princess Kaguya is Takahata’s eerste feature film sinds My Neighbors The Yamadas uit 1999 en hij heeft er zes jaar aan gewerkt. Met zijn eeuwenoude verhaal en filosofische moraal is het een buitenbeentje in de wereld van de tekenfilm, wat nog wordt versterkt door de afwijkende, maar beeldschone tekenstijl: impressionistische aquarellen van grote zeggingskracht waarin de getekende karakters dankzij een speciale techniek bijzonder realistisch bewegen. In plaats van celanimatie (decors en karakters los van elkaar getekend) zijn achtergrond en personages in de animatie geïntegreerd. Aldus wordt met een paar streken de kruipende baby Kaguya levensecht neergezet.

Het is tevens Takahata’s laatste werkstuk voor de Ghibli Studio in Tokio, het productiehuis dat hij in 1985 met Miyazaki opzette en is gespecialiseerd in ‘ouderwetse’ animatie: alles met de hand getekend, geen computertechniek. Nu beide oprichters hun afscheid hebben aangekondigd was er onder fans even schrik over de toekomst van de wereldvermaarde studio, maar de directie heeft verkondigd door te gaan met een nieuwe generatie animators. De film When Marnie Was There van Hiromasa Yonebayashi draait al in Japan en is aangekondigd voor Nederland. Tot die tijd kan iedereen zich laven aan het verhaal van Princess Kaguya: tekenfilms van dit kaliber zijn zelden te zien.

 

1 september 2014

 

MEER RECENSIES

Kleine Anna & Lange Oom

***

recensie  Kleine Anna & Lange Oom

Speels en avontuurlijk

door Ralph Evers 

Deze zomer is er voor de hele kleintjes klein vermaak in de Zweedse sketch-film Kleine Anna & Lange Oom. Zes verhaaltjes volgen we van het duo, waarbij wonderlijke taferelen zich voordoen. Zoals een walvis in een vijver of een vliegtuigje van wrakhout.  

Kleine Anna is een jong meisje, klein van stuk, maar een durfal. Lange Oom is haar beste vriend, een oudere man met een enorme lengte die haar altijd bijstaat, maar niet zo dapper is als hij er uit ziet. Samen beleven ze zes verschillende avonturen. En zoals dat hoort bij kinderfilms, lopen de avonturen nogal anders dan je aanvankelijk als volwassene denkt.  

Recensie Kleine Anna & Lange Oom

De filmpjes spelen op een leuke en frisse manier in op de fantasie van kleine kinderen en de Vlaamse stemmen daarbij maken het geheel extra guitig. De vertaling is helaas aan de zwakke kant, met name in de liedjes, die slechts zelden in rijm zijn, waar je dat verwacht in een kinderfilm.  

Moraal
De filmpjes kennen allemaal een gelijke, nieuwsgierig makende inleiding. Elk avontuur lijkt een moraal bij te brengen. Zo gaat het eerste avontuur over het helpen van anderen en leren we en passant dat roken niet gezond is.  

In het avontuur van de ‘boomhut’, leren we dat Lange Oom, ondanks zijn lengte, toch hoogtevrees heeft. In ‘rommel’ maakt hij uit wat oud hout een vliegtuigje, en ’taart’ legt het proces van taart bakken op eigenzinnige wijze uit.  

Recensie Kleine Anna & Lange Oom

Magisch
‘Vissen’ is wel de meest magisch realistische van de zes. Het begint met een heuse walvis in de vijver en tenslotte gaan ze skiën op een plek waar geen piste te zwart is. Zo worden de jonge kijkertjes getrakteerd op zes kleine tekenfilmpjes over een grappig duo.

 

12 augustus 2014

 

MEER RECENSIES

Hoe tem je een draak 2

****

recensie  Hoe tem je een draak 2

Weelderig drakenavontuur

door Karina Meerman 

Weelderige animatiefilm met knuffelbare draken en grootse avonturen doet eer aan het woord ‘episch’.  

Het leven op het eiland Berk is veranderd in de vijf jaar sinds de Viking Hikkie zijn draak Tandloos temde. Berk is een drakenparadijs, een veilige haven voor alle draken in de omgeving. Voor de schapen is het allemaal een stuk ongemakkelijker geworden: de lievelingssport van Vikingen en draken is een soort zwerkbal met wollige slurken. Hikkie doet vaak niet mee: hij vliegt met Tandloos naar onbekende gebieden om ze in kaart te brengen.

Recensie Hoe tem je een draak 2

Op een van zijn reizen komt hij een mysterieuze drakenrijder tegen. Ook vindt het duo rare ijsformaties die niet te verklaren zijn. De draken op Berk blijken niet de enigen te zijn. Hikkie en Tandloos raken verzeild in een gevaarlijk avontuur, dat zij alleen kunnen overleven met behulp van hun vrienden. En wie is toch die drakenrijder? Is dat de grote slechterik die draken gevangen neemt?  

Nieuwe technologie
Hoe Tem je een Draak 2 is een werkelijk prachtige animatiefilm. In de vijf jaar sinds het eerste deel is ook in animatieland een hoop veranderd. Dreamworks Animation ontwikkelde software (Apollo) waarmee kunstenaars makkelijker en sneller kunnen werken. De animatoren werken met de tekenpen in plaats van een toetsenbord. Ze hoeven niet meer te wachten tot de computer de aanpassingen aan een personage of landschap heeft doorberekend, alles is direct zichtbaar op het scherm. Hierdoor kunnen de animatoren sneller werken en hebben zij meer vrijheid in wat ze naar het grote doek brengen.  

Ogen tekort
Het resultaat is verbluffend: baarden wuiven in de wind, water en wolken bewegen mee met de drakenvluchten. Het detailniveau maakt van Hoe Tem je een Draak 2 een zeer weelderige film. Maar het is vooral in de achtergrond waar de groei in technologie zichtbaar is. In animatie lag de nadruk op de verhaallijn en de achtergrond diende als context. Mooie plaatjes, waar verder weinig gebeurde. In deze film kom je ogen tekort. Terwijl Astrid en Hikkie in gesprek zijn, dollen en passant hun draken als jonge honden in de achtergrond (Tandloos gedraagt zich sowieso als een hele grote hond). We worden getrakteerd op de vlucht van honderden draken en scheren met Hikkie en Tandloos mee over het wateroppervlak.  

Recensie Hoe tem je een draak 2

Drakenoverdaad
In al die kleurrijke blijdschap zijn er ook wat minpuntjes. Zo heeft de enige slechterik als enige een Arabisch uiterlijk. Dat is jammer. En in de Amerikaanse versie is de stem wederom van Hikkie (Hiccup) die van acteur Jay Baruchel (The Sorcerer’s Apprentice). Daar moet je tegen kunnen. Zijn nogal karakteristieke geluid is niet erg geschikt voor emotionele gesprekken. Dan klinkt de Nederlandse Patrick Martens een stuk prettiger.  

Voor de allerkleinsten is deze film misschien wat heftig in beeld en geluid, maar wie tegen overdaad kan en van draken houdt, gaat 102 zeer onderhoudende minuten tegemoet in de bioscoop. Met recht is dit onderdeel van een ‘epische trilogie’.  

 

27 juni 2014

 

MEER RECENSIES

Wind Rises, The

*****

recensie  The Wind Rises

De mens en zijn machines

door Alfred Bos

Steven Spielberg roemde zijn debuutfilm en gebruikte het als inspiratie voor Raiders of the Lost Ark. Vijfendertig jaar en tien speelfilms later neemt de Japanse animator Hayao Miyazaki, 73 inmiddels, afscheid van het vak. Met een meesterwerk.  

Al heeft hij reeds vijf maal eerder zijn pensioen aangekondigd, ditmaal schijnt het Hayao Miyazaki menens te zijn. De Japanse tekenfilmlegende rondt een meesterlijk oeuvre af met een film die zijn reputatie recht doet. The Wind Rises heeft alle kwaliteiten die hem – en de Ghibli-studio – de afgelopen dertig jaar deden uitgroeien tot een reus in zijn vak, de tekenfilm voor een leeftijdsloos publiek. Wat deze keer anders is: Miyazaki heeft de sprookjesfantasieën van De reis van Chihiro (2001, Oscar) en Howl’s Moving Castle (2004) verruild voor realisme.

Recensie The Wind Rises

The Wind Rises is een geromantiseerde biografie van Jiro Horikoshi, de visionaire vliegtuigingenieur die in de puberjaren van het gemotoriseerde vliegen menige vindingrijke oplossing bedacht en de Zero, de Japanse jager berucht van Pearl Harbor, concipieerde.

De kleine Jiro droomt ervan om piloot te worden, maar hij is bijziend. Zijn grote voorbeeld wordt de Italiaanse ingenieur Caproni, die tijdens de Eerste Wereldoorlog de gelijknamige bommenwerpers ontwierp. Door omstandigheden gaat Horikoshi ook revolutionair oorlogstuig maken.

Elementen prominent aanwezig
Het verhaal van Jiro speelt zich af tegen grote historische gebeurtenissen: de Kanto-aardbeving van 1923 die Tokio en Yokohama verwoestte, de militarisering van de Japanse samenleving in de jaren dertig en de tuberculose-epidemie van de depressiejaren. Jiro’s persoonlijke leven heeft Miyazaki gefictionaliseerd via zijn romance met Nahoho Satomi, die hij na een toevallige ontmoeting jaren later weer terugziet en de liefde van zijn leven blijkt. Het is het contrapunt in een verhaal over vliegtuigen en treinen.

Een flink deel van Jiro’s geschiedenis wordt verteld via droomscènes en daarin bereikt The Wind Rises spectaculaire hoogtes. Het geeft Miyazaki de ruimte veelvuldig te variëren met afwijkende perspectieven: menig shot is van boven gezien en geeft de kijker een gevoel van gewichtsloosheid. Daar tegenover staan de elementen; in The Wind Rises zijn wind en regen prominent aanwezig en wat Miyazaki met vallende sneeuw doet grenst aan magie. Zo hebt u nog nooit witte vlokken over het witte scherm zien dwarrelen.

The Wind Rises

Fraaie luchten
In zijn oeuvre heeft Miyazaki blijk gegeven van een grenzeloze fantasie en een groot inlevingsvermogen, in zijn laatste film lijkt hij de mensheid op het hart te willen drukken humaniteit niet op te offeren voor technologische vooruitgang.

Het vliegthema loopt als een rode draad door zijn werk (Porco Rosso, Kiki’s vliegende koeriersdienst, Nausicaä, Castle In The Sky), maar The Wind Rises is een stuk serieuzer van toon, zonder door te slaan naar drukkende ernst of klef sentiment. De boodschap is luchtig verpakt, niemand kan de sensatie van ruimte zo fraai verbeelden als Miyazaki.

In Nederland draait de ondertitelde versie met de oorspronkelijke Japanse dialogen en daar moeten we blij om zijn, want de Amerikaanse dub (met stemmen van onder meer Emma Blunt en William Macy) is naar verluidt nogal magertjes. Wie meende dat Disney’s recente kaskraker Frozen het summum van animatie is moet vooral deze film zien, want beter worden ze niet gemaakt. Deze kijker stapte zachtjes tollend uit de filmzaal. Betoverend.

 

29 april 2014

 

MEER RECENSIES