Oscar-winnaar Michael Dudok de Wit

Oscar winnende regisseur Michael Dudok de Wit over The Red Turtle:
“Mensen zijn onderdeel
van de natuur”

door Alfred Bos

Klauterend applaus klonk er na de wereldpremière van The Red Turtle op het filmfestival van Cannes. ‘Animatiefilm van het jaar’ was de teneur van de reacties op de eerste lange tekenfilm van Michael Dudok de Wit. Na in 2000 te zijn beloond met een Oscar voor zijn korte animatiefilm Vader en Dochter (Father and Daughter) maakt de vanuit Londen werkende animator (Abcoude, 1953) opnieuw indruk. The Red Turtle is een allegorie over de mens en diens plaats in de natuur, verteld via het verhaal van een schipbreukeling.

The Red Turtle is de eerste productie die de vermaarde Studio Ghibli uit Tokio uitvoert met een niet-Japanse animator. Niet alleen de visuele stijl, ook de toon van de film past naadloos bij meesterwerken van animatie als The Wind Rises en The Tale of the Princess Kaguya. Dudok de Wit en zijn team werkten zes jaar aan de film, met schitterend resultaat. Wie dit verhaal met universele zeggingskracht – zonder dialoog en geschikt voor alle leeftijden – onbewogen uitzit, is van beton.

Michael Dudok de Wit

Wat kan animatie wat andere vormen van cinema of visuele kunsten niet kunnen?

“Ah, leuke vraag”, reageert Dudok de Wit. ”Animatie stileert meteen heel veel, ook al is het realistische animatie. The Red Turtle is relatief realistische animatie. Dat was ook de bedoeling en we hebben acteurs gevraagd om te spelen voor de animator. Dat is gefilmd en vormde de inspiratie voor de animators. Maar het is gestileerd. Alleen het feit al dat er een lijn om je heen is, dat elke tekening een kader heeft, dat de schaduw van een lichtbron komt, dat de kleuren gestileerd zijn. Daarmee geef je er al direct een persoonlijk karakter aan. Al wordt de film gemaakt door een groep mensen, het idee komt uit mijn keuze. Dus je geeft er een persoonlijke smaak aan. Live action doet dat ook, maar animatie kan dat veel sterker. Dat gebeurt automatisch, je kunt het niet vermijden.”

“Onze lichaamstaal is heel expressief,
veel meer dan mensen zich realiseren”

Want het is een soort abstractie van de werkelijkheid.

“Heel mooi gezegd. Veel makers van live action films, vooral documentairemakers, zeggen dat het de werkelijkheid is, maar het is altijd een abstractie. Je maakt altijd een keuze. Maar het is meestal subtieler, minder opvallend.”

“Dat is één verschil. Een ander verschil is dit: mensen – en nu heb ik het over de animatie van mensen en dieren die zich als mensen gedragen – hebben spreektaal en lichaamstaal, dat laatste vooral via gezichtsuitdrukkingen. Onze lichaamstaal is heel expressief, veel meer dan mensen zich realiseren. Zeker het gezicht en de ogen, maar ook de handen. We communiceren voortdurend subtiele boodschapjes. Daar zijn we van nature heel gevoelig voor, daar zijn we voor geprogrammeerd, al vanaf de baby-fase.”

Baby’s zijn er zelfs heel erg goed in.

“In live action kun je daar mee spelen, met close-ups en goede acteurs. Met animatie kun je dat niet. Zeker niet met het gezicht, want dat zijn platte oppervlaktes. De ogen moeten vereenvoudigd worden. De kleine spiertjes in het gelaat kun je niet allemaal animeren, dat is onmogelijk veel werk. Zelfs met motion capture. Dus je moet er iets heel eenvoudigs van maken. Een acteur of een mens drukt verschillende emoties tegelijk uit. In animatie blijven we zoveel mogelijk op één emotie, welke dat ook is. Eventueel, als we heel goed zijn, blijven we op twee emoties tegelijk, maar niet meer. Omdat we die rijke taal van het gezicht, de ogen en de handen niet kunnen gebruiken, moeten we dat op een andere manier compenseren.”

Hoe doet u dat? Hoe compenseert u dat gemis?

“Dat doen we automatisch, bijna onbewust, omdat we weten dat de film anders te saai wordt. De meest voor de hand liggende oplossing is: we leggen muziek op de film. Die gebruiken we heel bewust. Geluidseffecten, niet opgenomen maar speciaal gecreëerd voor de film. We kunnen alles maken wat we willen.”

“In animatie worden sterke kleuren gebruikt
om met de emotie van de kleur te spelen”

Dus als de oplossing niet via het beeld kan, dan via het geluid.

“Maar het kan ook via het beeld, via kleur. Dat is, denk ik, de reden dat veel animatiefilms de kleuren zo opduwen. In werkelijkheid zijn de dingen veel grijzer. In animatie worden sterke kleuren gebruikt om met de emotie van de kleur te spelen. Eigenlijk wordt alles een beetje overdreven. Ook de gebaren worden overdreven. Voor The Red Turtle was mijn verzoek aan de animators: blijf zoveel mogelijk bij de dagelijkse, normale bewegingen. Maar alle animators weten dat je zelfs de dagelijkse bewegingen, zoals de hoek van een hoofd en een gebaar met de hand, moet overdrijven. Dat maakt het toch mooier.”

The Red Turtle

The Red Turtle

In dat opzicht doet animatie denken aan de stomme film.

“En aan mime. Een mime-artiest pakt een glas op en drinkt water, maar hij doet het niet zoals u en ik. Hij doet het op een grafische manier die veel interessanter is. Een groot gebaar, een mooie gekromde hoek, enzovoorts. In de stomme film ging het net zo, maar dan wat sneller, om technische redenen: het aantal beeldjes per seconde. In de allervroegste films gebeurde alles net iets sneller dan in het echt. Dat was opwindend, dat was leuk.”

“Ik realiseerde me dat je in animatie ook met muziek
kunt werken, dat is toch een enorme nieuwe dimensie”

Het belangrijkste verschil tussen strips en getekende animatie is de dimensie tijd. Dus: beweging.

“En het andere belangrijke verschil tussen animatie en live action is de muziek en het geluid. Dat is de reden waarom ik animator ben geworden en niet striptekenaar. Als tiener en student maakte ik in mijn vrije tijd stripverhalen. De narratieve kant van tekenen vond ik juist zo mooi. Dat je een verhaaltje kunt vertellen, zelfs al heb je maar twee of drie beelden. Ik dacht er serieus over na om stripartiest te worden. Maar ik realiseerde me dat je in animatie ook met muziek kunt werken, dat is toch een enorme nieuwe dimensie.”

The Red Turtle opent met een schipbreuk in een kolkende zee. Ik moest gelijk denken aan De grote golf van Kanagawa, de beroemde houtsnede van de Japanse kunstenaar Hokusai. Is dat de bedoeling?

“Nee, dat is niet de bedoeling. Maar voor Hokusai’s Golf geldt hetzelfde als wat voor de Mona Lisa opgaat. Dat beeld is teveel gebruikt, dus als artiest krijg je een soort anti-reactie.”

“Hokusai is voor mij niettemin een inspiratie, ook een persoonlijke inspiratie. Zijn carrière begon vrij laat in zijn leven. Tegen de tijd dat hij tachtig was, zei hij zoiets als: Ik denk dat ik nu eindelijk een beetje goed begin te tekenen. Dat zeggen niet veel artiesten en dat vind ik leuk: dat ze pas aan het einde van hun leven ontdekken dat ze goed worden.”

“Hokusai is een inspiratie, want Japanners hebben een gevoeligheid voor de leegte in hun kunst. Dat proberen we te imiteren in het westen, maar we kunnen het niet goed. Dat is filosofisch-religieus, maar zeker ook cultureel. En ze doen het goed, ze doen het met smaak. Je ziet het zelfs aan de Japanse tuinen. Ik vind het prachtig en heel veel van mijn collega’s ook. In die zin is Hokusai een inspiratie.”

De grote Golf van Kanagawa (Katsushika Hokusai)

De grote golf van Kanagawa (Katsushika Hokusai)

Dat is een mooi bruggetje naar het volgende: ik zie veel overeenkomsten tussen de films van Yasujirô Ozu en The Red Turtle, of uw werk in het algemeen.

“Dat is een groot compliment. Ozu heeft andere camerahoeken dan ik.”

Het is vooral de leegte.

“Mijn eerste Japanse film zag ik pas toen ik volwassen was. Ik ben in 1953 geboren en toentertijd waren er weinig Japanse films in mijn omgeving. Dat was Seven Samurai. Ik vond het prachtig en ik zat er meteen helemaal in. Wat me heel erg opviel was de kwaliteit van de natuur. Van wind in de bamboes, het gebruik van regen en modder. Ik ben gelijk meer films van Kurosawa gaan zien en toen merkte ik dat ze in Japan een relatie met de natuur hebben die we wel kunnen herkennen, maar zelf niet hebben.”

“Ik weet niet wat het precies is, maar Japanners
bewonderen de kwaliteiten van de natuur” 

“Ik weet niet wat het precies is, maar Japanners bewonderen de kwaliteiten van de natuur. Ze maken ook geen onderscheid tussen mooi of lelijk. Ze hebben een diepe eerbied voor de natuur. Het is ironisch dat de natuur in hun steden opvallend afwezig is, terwijl wij van bomen en bloemen houden, Maar als je in Japan uit de stad gaat – en soms is het verschil tussen stad en natuur vrij klein, vanuit Kyoto ben je zo in het bos – snap je waarom ze zo van de natuur houden. Die is, samen met het klimaat, heel aanwezig. Dat zocht ik ook in The Red Turtle. Dat was ook een inspiratie.

De tussenshots van Ozu zijn beroemd: een wolkenpartij, een bloesemtak. Dat zit ook in The Red Turtle.

“Het is niet opvallend creatief. Heel veel andere filmmakers doen dat ook…”

Sinds Ozu…

“…en ik doe het heel graag. Veel scènes in The Red Turtle zijn scènes van insecten of van een detail van de natuur. Dat waren vaak de scènes waar ik het meeste plezier mee had.”

The Red Turtle

The Red Turtle

In The Red Turtle vervullen de krabbetjes op het strand de rol van clown. Doet u speciale research naar de manier van bewegen en het gedrag van krabben?

“Ja, ik heb heel veel materiaal gevonden op internet en ook op dvd’s. Ik heb heel veel zelf gefilmd. De krabbetjes heb ik zelf bekeken op een strand van La Digue, een van de Seychellen eilanden in de Indische Oceaan. Daar vielen de krabbetjes me op. Van tevoren wist ik dat ik ze wilde gebruiken, ik zocht naar ze. Ze zijn heel expressief en tegelijkertijd heel eenvoudig. Ze hebben maar één doel in het leven en dat is eten.”

“Het was belangrijk voor de film dat de
dood een alledaagse aanwezigheid is”

“De krabben zijn komisch en ook een beetje eng. Het zijn grote spinnen met grote klauwen. Dat vind ik interessant, dat het niet gaat over eekhoorntjes en vogeltjes. Ze zijn grafisch ook interessant, want ze kunnen alle richtingen uit lopen. De ogen op steeltjes kunnen in alle richtingen kijken, dus ze kunnen ook in alle richtingen lopen die ze willen.”

“Ik zag gelijk hun komische kwaliteit voor de kleine pauzes in het verhaal. Maar er is ook interactie tussen de hoofdpersoon en de krabben. En er zijn een paar scènes waarin de krabben de dood tonen. Het was belangrijk voor de film dat de dood een alledaagse aanwezigheid is.”

De hoofdpersoon overlijdt en je weet als kijker ook meteen dat zijn moment van sterven is gekomen.

“Ik ben heel blij met wat u daar zegt. Je voelt het, dat maakt het spannender. Gaat hij nu sterven of nog niet? De dood is interessant, op zich. Het is eng, we zijn bang voor de dood. Maar het is ook interessant, je bent benieuwd. Want we weten dat het onvermijdelijk is. Het is eng, maar het geeft ook vertrouwen, het heeft zijn plaats.”

De dood geeft urgentie.

“Dat is mooi gezegd. De dood geeft urgentie. Dus ik denk dat we in de hoofdpersoon van The Red Turtle zijn geïnteresseerd vanwege het feit dat hij dood kan gaan. Dat in onze film de mens doodgaat, dat alles dood kan gaan, vind ik heel mooi. Niet op een gruwelijke of een sadistische manier.”

“We overleven eenzaamheid niet.
We hebben andere mensen nodig”

Dat is de cyclus van het leven. Zo kom ik weer terug bij Ozu. Zijn films gaan over de eenzaamheid van de mens. Dat zit ook sterk in uw film. Was dat het uitgangspunt?

“Ik moet even denken. Hier is een tegenstelling in wat ik ga zeggen. Het gaat heel duidelijkheid over de eenzaamheid. Ik heb research gedaan naar mensen die alleen zijn in de natuur of alleen op een vlot. Je wordt gek. We overleven eenzaamheid niet. We hebben andere mensen nodig. Dat wilde ik ook in het verhaal gebruiken: hij wil van het eiland af, hij wil naar huis. Dat geeft spanning aan het verhaal, hij is niet in de goede omgeving. Tegelijkertijd vertelt de film hoe mooi het is om met anderen te zijn, hoe een diepe band we hebben met anderen. Maar het gaat verder: toch behoren we in de natuur. Die man hoort op dat eiland, dat is hem. De film zegt: ja, we zijn alleen, maar eigenlijk zijn we niet geïsoleerd.”

Vader en Dochter

Vader en Dochter

Buiten de natuur kan de mens niet existeren?

“Nee. Ik denk niet dat de boodschap van de film is: wat zijn we allemaal eigenlijk eenzaam. De film speelt ook met verbeelding en fantasie. Dat is bewust gedaan. Elke kijker kan er zijn of haar uitleg aan geven, die zijn allemaal goed. Het verhaal is open voor interpretatie, dat heb ik ook gedaan in mijn korte films. Maar daar moet je mee oppassen. Dat probleem moet je niet doorschuiven naar de toeschouwer, die zoekt het maar uit. Je moet de kijker helpen, zodat die zich vrij voelt zijn eigen uitleg te geven.”

Zou je kunnen zeggen dat deze film, uw eerste lange animatiefilm, de optelsom is van uw korte films? In Tom Sweep gaat het over de mens en de dingen, in The Monk and the Fish over de mens en de dieren, en in Father and Daughter over de mens en de mens. The Red Turtle verenigt al die thema’s.

“Ja, in zekere zin. Het mooie van de korte film is dat je je op één ding kunt concentreren. Deze film onderzoekt verschillende thema’s, dat vond ik het moeilijke maar ook het interessante. Dus ja, dat klinkt mooi. Daar had ik niet aan gedacht. Vader en Dochter en The Monk and the Fish eindigen met een unie, een stille unie die natuurlijk is. The Red Turtle heeft die conclusie niet. Deze film vertelt dat we onderdeel zijn van de natuur, dat is een andere unie.”

 

2 juli 2016

 

Alle interviews

HAFF 2016 – Deel 2

  • HAFF 2016: Paradise Lost
  • Miss Hokusai
  • Extraordinary Tales
  • Psiconautas, los niños olvidados
  • The Water of Life
  • Competition short 5
  • Competitie studenten films 1 & 4
  • Nederlandse competition shorts 3
  • Japan: Beyond Tama Gra

 

door Ralph Evers

Hoewel volgens het festivalboekje het thema new directions vooral rondom nieuwe talenten en nieuwe technieken ligt, is de invulling van de films vooral rondom het einde der tijden. Zelfs wanneer we letterlijk het paradijs bereiken zijn we nog niet veilig…

Getuige het Spaanse Psiconautas. Hierbij proberen twee tieners een eiland te ontvluchten dat door een nucleaire ramp verwoest is. De legendarische birdboy is daarbij de gidsfiguur van één van de tieners. Helaas wordt birdboy op de hielen gezeten door een nauwelijks genuanceerde politiemacht, die erop uit is birdboy om te leggen. In hun ogen is hij namelijk verantwoordelijk voor het verval en de drugsbendes op het eiland. Birdboy zelf heeft te maken met zijn eigen demonen. In het paradijs ontdekt hij zijn helende kracht, in zijn toren zijn demonen. Wanneer het avontuur hem roept en hem de weg duidelijk is en onze tienerhelden gered kunnen worden, brengt de ijzeren wet van de kogel hier verandering in. Paradise Lost…

The Water of Life

Canada
The Water of Life is nog minder vrolijk stemmend. In potloodschetstekeningen worden de geschiedenissen van de volken van Canada geportretteerd. Te beginnen met de indianen die werden verjaagd door de Fransen, Engelsen en Yanks, daarna de Ieren, Schotten en de ondergang van al die gemeenschappen. Stemmig en ondersteund door mooie folkliedjes. Toch ook hier weer: het beloofde paradijs aan de andere kant van de grote plas werd niet wat ervan gehoopt was. En voor de inheemse indianen waren die paradijszoekers de hel op aarde, geïnfecteerd met de ziekte naar land, alsmaar meer land.

Extraordinary Tales vertelt vijf verhalen van Edgar Allan Poe, ingesproken door illustere namen als Sir Christopher Lee en Bela Lugosi. Ook vijf verschillende animatiestijlen passeren de revue, afgewisseld door een constante over een raaf (hoe kan het ook anders) op een kerkhof. Hoewel het idee erg leuk is, vallen de animatiefilms tegen en blijft de Poe-liefhebber met een onbevredigd gevoel achter.

Miss Hokusai

Japanners
Een ander groot kunstenaar die uitgelicht wordt is de Japanse schilder Tetsuzo. De meesten kennen hem echter onder Hokusai. Miss Hokusai focust vooral op zijn dochter, die een belangrijke rol speelde in het leven van Hokusai. De film is met erg veel liefde en aandacht gemaakt en enkele bekende werken van Hokusai maken hun cameo gedurende de vertelling.

De Japanners waren overigens goed vertegenwoordigd op deze editie van het HAFF. Met een School in focus werden de Tama- en de Geidai-scholen in het zonnetje gezet. De winnaar van 2015, Hirotoshi Iwasaki mocht ook nog een programma samenstellen (wat overigens vooral uit niet-Japanners bestaat). Het Beyond Tama Gra-programma bevatte enkele gortdroge filmpjes, verzameld onder Happy Bogeys en een volksvertelling in stopmotion The Demon. In 2014 draaide een compilatie van Mizue, waarin 14 van zijn filmpjes met muzikale ondersteuning aan elkaar gemonteerd te zien waren. Die compilatie heette Wonder-full. Dit jaar zagen we één van die typische Mizue-films terug op het HAFF, namelijk wonderlijk organische vertellingen in Wonder.

Geniale stopmotion
Opvallend in de Nederlandse Competition Shorts is dat het programma één onwijze verrassing bevat, geniale stopmotion vol beeldgrappen en filmverwijzingen (zoals The Matrix): Red-end and the Factory Plant. Hopelijk snel bij u in de filmtheaters!

Red-end and the Factory Plant

Het was ook weer genieten om de nieuwe creatie van Théodore Ushev te zien in Competitie shorts 5. Blind Vaysha, gebaseerd op een gelijknamige roman van Georgi Gospodinov, vertelt het verhaal van Vaysha die met één oog het verleden en met het andere oog de toekomst ziet, maar nimmer het heden. Ushev wist opnieuw te verrassen met een intelligent verhaal en een wederom nieuwe animatietechniek. Die man weet nooit te vervelen!

Het Nederlands-Vlaamse Ticking Away zat niet voor niets in het openingsprogramma. Een prachtige vertelling waarin een diabolisch monocle de toekomst en het verleden toont, al naar gelang je de tijd probeert in te stellen. Nogal naar dat je klant dan Magere Hein blijkt te zijn. Very Lonely Cock was een lekker uit het lood geslagen humoristisch kleinood.

Ticking Away

Studentenfilms
De film Edmond uit het programma Competitie Studentenfilms 1 is vanwege het sterke verhaal en de diep menselijke gevoelens in de prijzen gevallen. Het afwisselende programma Competitie Studentenfilms 4 weet veel aangename verrassingen te presenteren zoals de animatie-opera Grouillons nous, de vrijdagmiddagcolleges in Afternoon Class, waarin elke student indut, maar toch vecht tegen die slaap, hetgeen hilarisch, doch herkenbaar in beeld gebracht.

Het was in de kortere filmpjes dat het paradijs soms dichterbij leek dan in de feature films.

Ondanks een wederom afwisselend en rijk programma met erg verrassende, ontroerende, esthetische films, wist deze HAFF-editie niet zo te overtuigen als de voorgaande vier jaren.

 

22 maart 2016

 

HAFF 2016 Deel 1

HAFF 2016 – Deel 1

HAFF 2016: Prelude op de Ondergang

  • La Montagne Magique
  • Competitie shorts 3 & 4
  • Sabogal
  • Battledream Chronicle
  • Priit Tenders Choice
  • Little from the Fish Shop

 

door Ralph Evers

De negentiende editie van het HAFF. Het Louis Hartloopercomplex is versierd met de vele HAFF-posters van voorgaande jaren. Een bonte verzameling van stijlen en kleurpaletten, doorgaans toch vooral vrolijk stemmend.

Bird Flu

Vorig jaar schreef ik dat de Esten uitblonken in de geestverruimende, expansieve animatiewereld en dat is dit jaar beloond met een paar heuse programma’s van en door Estse animatiemakers. Hun productiemaatschappij Nukufilm staat zich er op voor dat ze hand made films maken, doch andere Esten vliegen gewoon ouderwets uit de bocht met experimentele zoektochten. Getuige het filmpje Zebra van Ülo Pikkov, dat wel doet denken aan het grensverleggende werk van Stan Brakhage. De Esten weten beter te overtuigen in hun kop- en staartverhalen, zoals te zien is in: Bird Flu van Priit Tender en And plays Tricks… van Priit Pärn. Bij deze laatste zou er ook vaak een politieke boodschap te vinden zijn. And plays Tricks… biedt daarvoor, en voor vele andere interpretaties voldoende aanknopingspunten.

Kwaliteitsverschillen
De shorts vallen op door hun grote kwaliteitsverschillen. Er is veel geklieder, wat als een soort l’art pour l’art of mengeling tussen art brut en een kapot gedraaide filmrol getypeerd kan worden. Harde, overdreven geluiden, kinder-, kleur- en kliederwerk, nauwelijks kader en abrupte eindes zouden waarschijnlijk een of ander dieper liggend, psychisch leed van maker of diens omgeving moeten uitdrukken?!? Daar tegenover staan de zeer goed gekaderde, kop-en-staart verhalen, zoals het Utrechtse (Otto), wat een aandoenlijk verhaaltje is over een kindje en een echtpaar dat graag een kindje zou willen hebben. De emoties zijn uitermate knap uitgedrukt en de film weet een gevoelige snaar te raken.

Go to City ELE

Toch zitten de ware parels in de tussengebied, zoals Planemo, waarin de defragmentatie, of vloeibaarheid, van de moderne tijd op intelligente wijze op de hak wordt genomen. Go to City ELE, dat een kijk op discriminatie geeft vanuit een heel ander perspectief (iets wat Phil Mulloy’s Intolerance ook op ironische wijze doet). Tot slot blinkt If I was God uit in de lekker vlotte stijl en herkenbare personages met uitbundige uitstapjes

Politieke lading
Van de vier feature-films hebben drie een uitgesproken politieke lading. La Montagne Magique verhaalt over het leven van de Poolse anarchist Adam Jacek Winkler, die onder andere meevocht met de Mujahideen en Massoud in Afghanistan, ten tijde van de oorlog tegen de Russen 1979 – 1989. Aan de hand van anekdotische gebeurtenissen ontstaat een beeld van Winkler. De regisseuse, Anca Damian, is hiertoe naar Afghanistan vertrokken en heeft her en der met gevaar voor eigen leven Winklers leven gereconstrueerd. Dit levert mooie verhalen op, over bijvoorbeeld de vriendschap met dieren in het onherbergzame berglandschap van Afghanistan.

Een directe aanklacht tegen het corrupte systeem in Colombia is de thriller Sabogal. Een jurist bindt een onvermoeibare strijd aan met de vele lagen van criminaliteit en weet zelfs van geen wijken wanneer hij bedreigd wordt. Ondertussen ontstaat er een kat- en muisspel tussen de protagonist en zijn tegenstanders en weet je als kijker ook niet meer wie nog te vertrouwen is. De strakke, gelikte en stijlvolle animering gecombineerd met real live televisiebeelden en feiten maken Sabogal een ongemakkelijke, doch boeiende zit. Qua visuele vormgeving doet de film denken aan Alois Nebel, die in 2012 in de prijzen viel op het HAFF.

Sabogal

De derde politiek geladen film is de interessante avonturenfilm Battledream Chronicle uit Frankrijk. Aanvankelijk wat hilarisch met dat door Fransen gesproken Engels en ook wat simplistisch door haar uitgangspunt, weet de film de aandacht goed vast te houden. We leven in 2100 onsterfelijk in een virtual reality wereld. Er was echter één bedreiging: Isfet. Een soort virus dat de harmonie van deze onsterfelijke wereld verstoort. Uiteindelijk blijkt er één relikwie die die orde weer kan herstellen en onze heldin Syanna vindt dat ding. Op een meta-niveau speelt de film met de gewenning die optreedt wanneer mensen al langere tijd onderdrukt worden en hoe dat keuzes beïnvloedt. Ook de ontknoping is verfrissend gedaan.

Zeemeermin
Eveneens met een verfrissend eind is Little from the Fish Shop, een film waar bovengetekende naar uitzag. Als liefhebber van stopmotion zit je bij deze film helemaal goed. Er is nauwelijks een land beter thuis in stopmotion animatie dan Tsjechië en deze Tsjechische productie voldoet ruim aan de verwachtingen. Aan elk detail is gedacht. We ontmoeten vele eigenaardige personages, als leviterende collectanten, rockende pooiers en houten prostituees. De jonge Little wordt verliefd op de rockende pooier, maar wordt als zeemeermin afgewezen. Via haar grootmoeder hoort ze van een heks die in het riool leeft en haar tot mens kan maken.

Little from the Fish Shop

Wat volgt is een stemmig Shakespeareaans liefdesdrama, gedrenkt in een sprookjesachtige, tegelijkertijd rauwe, melancholieke, doch opbeurende sfeer. Gebaseerd op De Kleine Zeemeermin van de gebroeders Anders, tovert regisseur Jan Balej een postmoderne nachtmerrie van wat een vriendelijk sprookje had kunnen zijn. Maar ja, zoals door de voice-over verkondigd wordt, daarvoor zijn onze oceanen te vervuild en leeggevist vandaag de dag.

 

18 maart 2016

 

HAFF 2016 Deel 2

Anomalisa

**

recensie  Anomalisa

Weltschmerz voor gevorderden

door Ralph Evers

“Een donker komisch en surreële reis door de lange nacht van de ziel, de meest humane film van het jaar”, aldus de pers over Anomalisa. Grote woorden, hoge verwachtingen en een product dat nauwelijks een willekeurige sitcom-aflevering overstijgt is het teleurstellende resultaat.

Michael Stone is een gerespecteerde schrijver, vader en echtgenoot. Hij is onderweg om op een congres voor klantenservice in Cincinnati zijn nieuwste boek ‘How may I help you help them’  te presenteren. Ondertussen wordt hij geplaagd door zijn verleden. In Cincinnati woont een vroege vriendin van hem en het lijkt hem een goede reden om haar weer eens te zien. Aldus nodigt hij haar uit naar zijn hotel, het Fregoli – naar een pseudoniem van Charlie Kaufman, één van de regisseurs. De ontmoeting loopt niet zoals hij gewenst had, als ware het een synoniem voor hoe hij zijn leven leeft en beleeft. Michael is op het punt dat alles een sleur is en slentert geagiteerd van minuut naar minuut. Weltschmerz voor gevorderden. Totdat hij Lisa per toeval ontmoet. Zij is fan van zijn werk en verblijft vanwege het congres in hetzelfde hotel als Michael. Juist door haar imperfectie en afwijking ontsteekt zij een vlammetje in hem.

Anomalisa

Verwelkt bloemenduet
Anomalisa kiest voor een eigenzinnige aanpak. Iets wat we konden verwachten wanneer de naam Charlie Kaufman (Being John Malkovich, Eternal Sunshine of the Spotless Mind) is geafficheerd. De eigenzinnigheid zit hem in dit geval waarschijnlijk in de ingewikkelde cocktails die besteld worden, de vreemde kantoorscène later in het verhaal en het feit dat we het hier hebben over een stopmotion animatiefilm, waar prima voor live action gekozen had kunnen worden. Een gemiste kans, want stopmotion biedt prachtige kansen voor een eigenzinnig en vooral fantasierijk palet aan mogelijkheden. Zie maar eens het werk van de meester op dit gebied, Jan Svankmajer.

Om de ideeënarmoede kracht bij te zetten kiest men er voor om het Bloemenduet van Lakmé nog maar eens van stal te halen. Ditmaal weliswaar gezongen door mannen en gefloten door de hoofdrolspeler, doch de zoveelste film met dit verder prachtige stukje muziek.

Anomalisa

Dan blijft over de existentiële zoektocht van Michael Stone, teleurgesteld in het leven, wandelend in een grijs, mistig niemandsland, waarin hij zich vervreemd voelt. Een interessant thema, wat op zichzelf degelijk uitgevoerd wordt. En tegelijkertijd zou verzanden in de middelmatigheid, ware het niet dat we een aantal bevreemdende situaties zien, plus een paar grappige momenten.

De vraag rijst echter: zou dit ook overeind blijven als het trucje van de animatie achterwege was gebleven? De film lijkt nog het best te passen als tv-schermvulling in de surreële huiskamer van de konijnen uit Lynch’s Inland Empire. In ieder geval zou het grapje dat één acteur het merendeel van de stemmen (ook die van de vrouwelijke personages) op zich neemt minder houdbaar zijn (en overigens kinderachtig overkomt in deze vorm).

Haperende applausmachine
Anomalisa weet ondanks de vele lof die de film van het internationale filmjournaille ten deel viel, niet te overtuigen. Het lijkt er veel meer op dat de grote naam die Kaufman met zich meedraagt neurotisch en krampachtig zoekt naar het nodige applaus. Hierachter schuil gaat een (ideeën)leegte, die vanuit het metakader (als in de beschouwing van het getoonde) zichtbaar wordt, maar niet als thema in de film als zodanig dient. Een gemiste kans!

21 februari 2016

 

 

MEER RECENSIES

 

Cafard

****

recensie  Cafard

Worstelen met een vreselijke waarheid

door Ralph Evers

Cafard is een Vlaamse geanimeerde auteursfilm van Jan Bultheel. De film vertelt een universeel drama tegen de achtergrond van de Grote Oorlog. Een verkeerde beslissing van een liefhebbende vader kent grote gevolgen.

De film begint met het bereiken van het wereldkampioenschap worstelen door Jean Mordant. Een personage geïnspireerd op de Luikse viervoudig wereldkampioen worstelen Henri Herd (bijnaam: Constant le Marin). Wanneer hij van de feestvreugde en euforie wil genieten breekt in Europa de Eerste Wereldoorlog uit (ook wel bekend als de Grote Oorlog). Wanneer hij gebeld wordt in Buenos Aires (waar hij net de wereldtitel gewonnen heeft), krijgt hij te horen dat zijn 15-jarige dochter Mimi verkracht is door Duitse soldaten. Zonder zich te bedenken keert hij terug naar Oostende om de verkrachting van zijn dochter te wreken.

Recensie Cafard

De oorlog kent geen helden
Als sterke man is hij graag gezien in het leger en komt hij via zijn coach terecht bij het ACM-korps (Autos-Canons-Mitrailleuses). Wanneer ze met hun pantserwagens in de modder vast komen te zitten en de Duitsers zich nog niet laten zien, laat Mordant zich overhalen om te vechten bij de Russen aan het Oostfront. Een hele omzwerving, die uiteindelijk via Mongolië, China, Vladivostok, Amerika weer terug naar Europa voert, om eenmaal daar aangekomen geconfronteerd te worden met de rauwe realiteit die het leven in oorlogstijd te bieden heeft. De boodschap is helder: de oorlog kent geen helden en blijkbaar is het aan Europese cinema om die rauwe werkelijkheid te presenteren, want van Hollywood hoeven we iets dergelijks niet te verwachten.

Anabasis
Zo’n enorme omzwerving komen we ook tegen in het beroemde boek van de brave soldaat Švejk (van Jarošlav Hašek). Daarin wordt de omzwerving beschreven als een Anabasis. een verwijzing naar Xenophon’s verslag over diens reis door Perzië (Anabasis betekent letterlijk: tocht naar het binnenland).

Het historische feit van de Belgen die met de Russen meevochten aan het Oostfront speelt een belangrijke rol in Cafard, temeer omdat hiermee de regisseur benadrukt dat één vergissing van een mens, soms zeer grote gevolgen heeft. Een universeel thema, dat het decor van de Grote Oorlog overstijgt.

Recensie Cafard

In de film wordt het authentieke Oostendse dialect gesproken dat rond 1914 in zwang was. Hiervoor is de regisseur in contact gekomen met een verzamelaar van Vlaamse dialecten. Talloze zegswijzen en uitspraken uit die tijd zijn opgenomen in het verhaal, met als gevolg dat zelfs in Vlaanderen deze film ondertiteld wordt.

Animatiestijl
De film is als de antithese van het gelikte Pixar-werk. De grove, ruwe schetsen en het lijnenspel, de grote kleurvlakken (die niet ieders goedkeuring zal wegdragen), doen denken aan het computerspelletje uit de jaren negentig Out of this World. De animatiestijl is een vorm van motion-capture, waarin de geanimeerde personages door werkelijke acteurs van bewegingen zijn voorzien. Door de 3D-effecten niet netjes af te ronden, ontstaat een hoekige stijl – eentje die treffend past bij de verschrikkingen van de oorlog en de innerlijke strijd die Mordant te voeren heeft. Een strijd tegen verlies en verzoening met het zoontje van Mimi.

Een rauwe film hoort niet binnen de lijntjes te kleuren.

 

18 oktober 2015

 

 

MEER RECENSIES

 

When Marnie Was There

****

recensie  When Marnie Was There

Geestelijke vriendschap

door Ralph Evers

Anna is het buitenbeentje van haar klas. Ze heeft last van astma, vertoeft liever in haar eigen wereld en haar gezondheid is in slechte doen. Bij familie op het platteland klaart ze op en maakt ze en passant nieuwe, dierbare vrienden. Een daarvan, Marnie, blijkt echter meer te zijn dan op het eerste gezicht. 

Vorig jaar stopten twee grootheden van Studio Ghibli, te weten Isao Takahata en Hayao Miyazaki. De stal moet dus opnieuw gevuld worden met talent. Gelukkig is dat er in de persoon van Hiromasa Yonebayashi. Vier jaar geleden debuteerde hij met het ongelooflijk mooie Secret World of Arietty, nadat hij al eerder zijn sporen had verdiend als animator in het eveneens prachtige Spirited Away van bovengenoemde oudgediende Miyazaki. De invloeden van zijn leermeesters zijn wel degelijk terug te vinden in Yonebayashi’s stijl, maar ook Yume van Akiro Kurosawa lijkt een belangrijke inspiratiebron te zijn geweest.

Recensie When Marnie Was There

Eeuwige jeugd
Nu is Yonebayashi terug met zijn tweede film When Marnie Was There (Omoide no Mânî). In veel opzichten gelijkend op zijn eerste film. Bijvoorbeeld qua thematiek: in Arrietty volgen we het minimensje Arrietty, die door haar jeugdige onbezonnenheid en onbezorgdheid opgemerkt wordt door de eveneens jonge jongen Sho. Hij wordt getiranniseerd door een kwaadaardige nanny, evenals Marnie, verwaarloosd door haar ouders, gepest door de dienstmeisjes en kort gehouden door de nanny. Tussen Sho en Arrietty ontstaat een verboden vriendschap. De film gaat over het onvervulde verlangen speciaal voor iemand te zijn. De eerste en puurste ervaringen van liefde. Waar Sho geliefd wordt door zijn moeder, kent Marnie een veel droeviger geschiedenis. Haar ontmoeting met Anna is een geschenk uit de hemel, het geeft haar haar eeuwige jeugd terug.

When Marnie Was There begint echter bij Anna, een weeskind uit Sapporo, die door haar stiefouders naar familie in het noorden (van het eiland Hokkaido) wordt gebracht. Zo kan ze in de schone lucht en natuurlijke omgeving herstellen van haar astma. In de natuur zien we opnieuw een belangrijk thema van Yonebayashi: diens enorme liefde voor de natuur, vergezeld van prachtige wijsheden, die zo uit een zenboek weggelopen zijn. Die natuurlijke omgeving is met erg veel zorg en zeer kleurrijk in beeld gebracht.

Imaginaire vrienden
Tot het moment dat Anna bij haar familie in het noorden aankomt is de film weinig bijzonder. Daar komt verandering in wanneer haar oom vertelt over een oude vuurtoren die behekst zou zijn met geesten. Dat kan ook niet missen, want Ghibli staat meestal garant voor bovennatuurlijke wezens, magie en fantasie. De introductie van de mystiek rondom de vuurtoren, maar zeker ook rondom een verlaten landhuis aan de rand van het moeras bieden een uitweg in Anna’s eenzaamheid. Ze ontwikkelt al gauw een vriendschap met Marnie, een meisje dat wel of niet bestaat. Deze ontwikkeling is niet vreemd.

Recensie When Marnie Was There

Een ruime meerderheid van jonge kinderen houdt er imaginaire vriendjes op na. Volgens pedagogen en ontwikkelingspsychologen zelfs een gezond en normaal verschijnsel. Het helpt kinderen in hun transformatie van kind naar volwassene. Dit gegeven is een uitgangspunt in dit verhaal wat voor Anna ertoe leidt dat ze vriendschappen kan aangaan met leeftijdsgenootjes. Daarnaast ontdekt ze op deze manier meer over haar eigen geschiedenis, in een ontroerende vertelling tijdens het paddenstoelen plukken, waarin de vriendinnen Anna en Marnie elkander zouden willen zijn. Niet voor niets, zo zal later blijken.

Helaas wordt voor de toekomst van Ghibli gevreesd. When Marnie Was There bracht niet in de verste verte zoveel op in Japan als de films van Miyazaki destijds deden: dertig miljoen versus 200 miljoen. Daarnaast is de toekomst van de zeer arbeidsintensieve hand geschilderde werken (waar Ghibli om bekend staat) in het geding. Toch zal deze animatiefilm in Europa een goede kans maken. Mede door de Europese feel die overgenomen is uit het boek waarop Marnie gebaseerd is: een spookvertelling van Joan G. Robinson.

 

20 april 2012

 

MEER RECENSIES

O Apóstolo

***

recensie  O Apóstolo

Eeuwig gevangene

door Ralph Evers

In O Apóstolo is de dief Rámon op zoek naar een grote schat in het dorpje Xanaz, vlakbij Santiago de Compostella. Het dorpje staat bekend om zijn ongekende vriendelijkheid, de bezoekers gaan er nooit meer weg… 

Wanneer Rámon echter aankomt bij Xanaz blijkt er een heel andere reden te zijn waarom de bezoekers nooit meer weggaan.

Unheimisch
De prachtige klei-animatiefilm begint mistig en wordt al gauw grimmig. Het streng katholieke dorpje kent een onheilspellende en unheimische sfeer, die als een deken over de film ligt en steeds zwaarder wordt, net als de duisternis in Dark City bijvoorbeeld. Zonder dat je er erg in hebt, kruipt de naargeestigheid onder je huid.

Recensie O Apóstolo

In Xanaz is Rámon op zoek naar Señora Luisa. Zij zou meer weten over de schat. Niets is echter wat het lijkt in Xanaz. Het dorp is al sinds de builenpest vervloekt en zoekt iedere dag nieuwe slachtoffers om zelf aan de dagelijkse honger naar nieuwe zielen te ontkomen. De kapelaan Don Cesario is de slechtste reclame die de katholieke kerk kan gebruiken. Gemodelleerd naar Max Schreck lijkt  hij zo weggelopen te zijn van de set van Nosferatu: eine Symfonie des Grauens uit 1922. Zijn hulpje is al evenmin een vriendelijk ogende heer, met zijn uiterlijk gelijkend op Frankenstein.

Lange tijd word je als kijker in het ongewisse gehouden van wat er nu speelt in Xanaz. Tot het moment dat Rámon een geheimzinnig boek begint te lezen en we in een prachtige animatie (ditmaal geen klei) de geschiedenis uitgelegd krijgen.

Gevangenschap
De verwijzingen naar oude horrorfilms en de christelijke thema’s bieden een rijke en vruchtbare grond van waaruit het verhaal zich ontvouwt. Deze zaken zijn echter eerder bijzaak en sfeer ondersteunend. Het werkelijke thema is namelijk gevangenschap.

Om te beginnen: wanneer Rámon de vrije wereld in stapt, heeft hij vlak daarvoor de belofte aan zijn medevluchter (Xavier) gedaan dat hij de schat gebruikt om in alle rust een nieuw bestaan op te bouwen. Zijn vader was een dief en ze grappen: wie als dief geboren wordt, zal als dief eindigen. Eenmaal vrij, raakt Rámon bevangen door diens verlangen naar de schat. De obsessie voor die schat doet Rámon alle signalen van onheil missen. De kijker raakt gevangen in het ongewisse van het verhaal, maar ook in het trage tempo. Ondertussen zijn de bewoners gevangenen van hun vloek, de aartsbisschop van luxe en kent Rámon tot slot nog een verrassing.

Recensie O Apóstolo

De graal
O Apóstolo geeft een eigen draai aan wat een typisch verloop van een sprookje had kunnen zijn. Dat kent doorgaans de initiatie en de zoektocht, de confrontatie met duistere krachten, de overwinning van het kwaad en het vinden van de graal. De graal laat zich niet zo gemakkelijk vangen, maar zet haar zoekers wel gevangen. In de beklemmende scène, waarin Rámon de vloek achter zich aan krijgt, komt hij steeds weer op hetzelfde punt uit. “Eens een dief, altijd een dief….” En hoewel zijn verlossing een knipoog naar hebzucht is, lijkt zijn lot alsnog een wrange twist voor hem in petto te hebben. O Apóstolo, ofwel, de apostel, is iemand die gezonden wordt een boodschap over te brengen. Die boodschap ligt aan het einde van de film wel voor de hand.

 

17 april 2015

 

MEER RECENSIES

HAFF 2015 – Deel 4

Verslag HAFF 2015: Nabeschouwing

door Ralph Evers

De festivalgangers zijn weer naar huis. De makers, filmers, producers, recensenten en bezoekers hebben even tijd nodig om dat visuele bombardement te verwerken. De balans kan worden opgemaakt. HAFF 2015, de achttiende editie, wie hebben de competities gewonnen? Ik ga niet alles bespreken, wel wat opvalt. 

HAFF 2015 House of Unconsciousness

Grand Prix Short narratief:
House of Unconsciousness – Priit Tender, Eesti Joonisfilm, Kalev Tamm, Estland, 2015/10:41.
Terechte winnaar. Heerlijk psychedelische trip, onnavolgbaar, maar zeer vermakelijk. De symboliek en beeldtaal in Estse films zal ongetwijfeld doordrenkt zijn van folklore en vele decennia van onderdrukking. De psychedelische insteek van deze film zou wel eens geduid kunnen worden als een bevrijding uit het juk van onderdrukking en een vernieuwde zoektocht naar een eigen identiteit. Mocht deze duiding hout snijden, dan is die zoektocht alvast met vlag en wimpel geslaagd!

Grand Prix feature film:
On the White Planet – Bum-wook Hur, The Korean Academy Of Film Arts, Ki-Hwan Kim, South Korea, 2014/73:00.
Onbegrijpelijk dat deze film winnaar werd. De jury wil veelbelovend talent aanmoedigen. Waar het talent in deze matig geanimeerde film zit, is mij niet bekend. Daarbij vraag ik me af of je op deze manier een krachtig middel als een prijs moet inzetten. Een eervolle vermelding zou beter op z’n plek zijn.

Mijn favoriet was het satirische Pos eso. Zou regisseur SAM zijn ziel aan de duivel hebben verkocht dan had hij ongetwijfeld de Grand Prix feature film binnengehaald. Lees hier wat zo leuk is aan Pos eso.

Pos eso

Randprogramma
Het HAFF heeft meer te bieden dan alleen tekenfilms. Het is een overvol festival. Want niet alleen zijn er erg veel competities en films die in vijf dagen tijd op de vier filmdoeken die het Hartloopercomplex rijk is geprojecteerd worden, daarnaast zijn er een kunststripbeurs en animatie-installaties in de binnenstad van Utrecht te genieten.

Naast de reguliere competities biedt het HAFF een podium voor thema’s. Dit jaar was het hoofdthema sport. Hiervoor waren twee programma’s ingeroosterd. Daarbuiten was er minder met sport te beleven, enkele studentenfilms daargelaten. Ook werd de jarige Paul Driessen geëerd in twee programma’s en de oorsprong van de autonome Nederlandse animatiefilm, die ons halverwege de jaren ‘70 een gezonde internationale reputatie wat betreft dit medium gaf.

Het festival biedt tal van masterclasses, seminars en ‘colleges’ over animatie. Deze helpen om de wereld achter de animatie te leren begrijpen, maar het eerste en voornaamste kompas in deze unieke filmwereld is je eigen smaak en voorkeuren. Het HAFF slaagt er dan goed in om je horizon te verbreden. De programma’s kenmerken zich door afwisseling en diversiteit, zodat je voortdurend nieuwe dingen ontdekt en herkent.

HAFF 2015 Republic of Jing Bang

De kunststripbeurs wordt sinds een aantal jaar samen met het HAFF georganiseerd, omdat deze twee evenementen goed samengaan. In de sfeervolle Nicolaïkerk kun je op de zaterdag genieten van de diverse wereld van de strip. Je kan ter plekke een leuke karikatuur of cartoonificatie van jezelf laten maken en een gesprekje aanknopen met de artiesten.

Het programma Expanding Animation biedt een interactief programma in de buurt van het HAFF. Febraur viel op door de indrukwekkende toepassing van animatie binnen een panoramische koepelinstallatie. Mede door het effectieve gebruik van het geluid (dat van alle kanten komt) lijkt het alsof je middenin de situatie staat. Het fantastische Republic of Jing Bang beschrijft een nieuw land, dat bestaat bij de gratie van een ademende walvis en in de Hortus kon je interactief spelen met de destructie en creatie van voorwerpen, door ofwel hard te schreeuwen, ofwel hard te blazen.

Al met al weer een zinnenprikkelend HAFF. Op naar de volgende editie.

 

25 maart 2015

 

HAFF 2015: Warming-up

Verslag HAFF 2015: Start

Verslag HAFF 2015: Het peloton en de demarrage

Verslag HAFF 2015: De eindsprint in de finish

 

Shaun het Schaap

****

recensie  Shaun het Schaap: de film

Door de wol geverfd

door Ralph Evers

De nieuwste speelfilm van de Aardman Studio’s: Shaun the Sheep is weer een ouderwets vermakelijk verhaal. Ditmaal met een tamelijk intelligent schaap in de hoofdrol. Diens wens voor ‘just a day off ‘ loopt volledig uit de hand, resulterend in een doldwaas avontuur. Het idyllische boerenleven versus de gestreste grote stad. 

Drie jaar zijn regisseurs Mark Burton en Richard Starzack bezig geweest met de film. Tezamen met een heel team animatoren. De tijd en zorg die in dit proces is gestopt is terug te zien in de film. Naast het hoofdverhaal over onze wollige held Shaun, zijn er talloze zijplots die doen hopen op spin-offs.

Recensie Shaun het Schaap

De universele taal die deze film spreekt, zal een groot publiek weten te betoveren. Die taal bevat overigens geen onvertogen woord, laat staan een woord. Ze zit meer in de herkenbare gezichtsuitdrukkingen en ruim honderd jaar filmgeschiedenis. Een scène bevat al gauw naast beeldgrappen, ook slapstick of verwijzingen naar films en boeken. Een scène met een corrupte eend, doet bijvoorbeeld denken aan Animal Farm.

Er was eens…
Een naïeve boer en zijn neurotisch punctuele hond. Samen runden ze een klein boerderijtje in het prachtige Engelse landschap. Hun dagelijkse routine legden ze ook hun schaapjes op. Eén daarvan, Shaun, werd op een gegeven moment verleid tot een relax-dagje. De andere schaapjes zagen dit ook wel zitten. Ze smeedden een plan, voerden dit uit en een toevalligheidje zorgde niet zozeer voor een rustig dagje op de hei, maar een hels avontuur in de grote stad. Achterna gezeten door een maniakale ongediertebestrijder en geholpen door de Miss Piggy der straathonden, weten de inmiddels door de wol geverfde schapen de grootste gevaren te trotseren. Ondertussen maakt hun boer furore als kapper en rammelt er van alles aan de gezondheidszorg in Engeland.

Leuke vondsten
Het is Aardman-eigen om onalledaagse oplossingen voor aanvankelijk relatief kleine problemen te bedenken. Dat maakt het kijken naar Shaun ook zo leuk. Je ziet een situatie, waarbij je als het ware wordt uitgenodigd de gevaren en oplossingen te zoeken. Als je dan al iets voordehands ziet liggen, dan gebeurt er altijd wel iets, waardoor juist die oplossing afgestreept kan worden. Of er komt iets tussen waardoor die simpele oplossing plotseling voor nog grotere problemen zorgt.

Recensie Shaun het Schaap

Het is genieten voor jong en oud om te zien hoe onverschrokken de personages voortdurend met de nieuwe, veranderende situaties blijven omgaan. Neem bijvoorbeeld Bixter, de hond, die zijn baasje achterna gaat de grote stad in. Zijn baasje belandt in het ziekenhuis en een duidelijk ‘verboden-voor-honden’-sticker zorgt ervoor dat de hond al snel buiten staat. Een moment later staat hij op het punt een spoedeisende operatie uit te voeren, ware het niet dat een skelet, aanwezig in de OK, voor de nodige afleiding zorgt.

Shaun the Sheep is een film met het hart op de juiste plaats en zoveel aaibaarder dan alle varianten met intelligente dieren uit de Pixar- of Dreamworks-stal. Daarnaast is de verhaallijn gewoon net iets gestoorder, en daarmee leuker. Het is te hopen dat deze film genoeg publiek trekt, gezien de plannen van de makers om bij voldoende bekijks een vervolg te maken. Gaat dus zien!

 

24 maart 2015

 

MEER RECENSIES