Regression

**

recensie  Regression

De duivel zit in de details

door Ashar Medina

Voorspelbare thriller over seksueel misbruik in occulte sferen is prikkelend noch uitdagend.

Een klein stadje wordt opgeschrikt wanneer een jong meisje (Emma Watson) beweert het slachtoffer te zijn geworden van ernstig seksueel misbruik. De detective die op de zaak wordt gezet (Ethan Hawke) weet al snel een bekentenis uit haar vader te trekken, ook al kan die zich er vreemd genoeg maar weinig van herinneren. De detective gelooft hem eigenlijk ook helemaal niet en gaat verder op onderzoek uit. Hij opent een beerput en stuit op een mogelijk complot van Satanisten, mensenoffers en nog veel meer narigheid. Of heeft het meisje het hele verhaal uit haar duim gezogen..?

Regression

Angst als raadgever
Regression volgt de blauwdruk van tientallen voorgangers; occulte thrillers die spelen met de universele angst voor duivelaanbidders. De film opent zelfs met een tekst die refereert aan de massahysterie die in de jaren tachtig losbrak in de VS – na een aantal spraakmakende zaken kwamen er wekelijks verhalen bovendrijven over satanische cults die baby’s offerden, kleuters misbruikten en moordden dat het een lieve lust was.

Angst is meestal een slechte raadgever, en dat is hier niet anders. Kijk maar naar de wijze waarop Alejandro Amenabar zijn verhaal aan ons presenteert. De openingstekst is bedoeld om een duidelijk kader te schetsen, maar wat de regisseur eigenlijk doet is zijn grootste troef op tafel leggen. Door de kijker in de richting van de ongefundeerde massahysterie te sturen zegt hij al te veel over de manier waarop het verhaal van het meisje zal worden behandeld en hoe het verhaal zich zal ontvouwen. Dit komt de suspense alles behalve ten goede en zorgt ervoor dat de rest van het verhaal onherroepelijk afstevent op een onbevredigend einde.

Conventies versus clichés
Alejandro Amenabar maakte naam met intrigerende films als Abre Los Ojos (later ge-remaked als Vanilla Sky) en The Others, waarin hij mysterieuze premissen en inventieve scenario’s voorzag van een kenmerkende, beklemmende atmosfeer en zo duidelijk een authentieke handtekening presenteerde aan de filmwereld. Doodzonde dat hij voor Regression een wilde greep deed in de bak met clichés die films binnen dit genre zo vaak de das omdoen.

Regression

De acteurs kunnen daar ook niet blij mee zijn geweest. Zo krijgt Ethan Hawke als de pas gescheiden, cynische detective veel te weinig om mee te spelen. Het enige dat voor zijn personage pleit is zijn doorzettingsvermogen, maar dat is natuurlijk nooit genoeg. Het feit dat hij bijna uitsluitend cup-a-soup maaltijden eet in zijn uppie en een gebroken hart heeft doet daar niets aan af. Naast de vlakke personages zien we omgekeerde kruizen, klapperende deuren, creepy geestelijken – alles begeleid door een soundtrack die ons onomwonden duidelijk maakt dat we het eng moeten vinden. Originaliteit is ver te zoeken.

De grootste zonde wordt echter richting het einde van de film begaan. In een poging het publiek te verrassen worden zaken onthuld die niemand ooit had kunnen zien aankomen (want niet gepland of zelfs maar gesuggereerd), waardoor het een beetje aanvoelt alsof Amenabar zijn publiek in de maling neemt. Een beetje jammer allemaal.

 

9 november 2015

 

MEER RECENSIES

Visit, The

***

recensie  The Visit

Van je familie moet je het hebben

door Ashar Medina

Regisseur M. Night Shyamalan keert met The Visit terug naar zijn roots en creëert met minimale middelen een beklemmende atmosfeer die als een donkere wolk boven zijn jonge hoofdrolspelers hangt. Oh, en er is een verrassende twist op het einde. Maar dat hadden we niet anders verwacht. 

Puberende amateurregisseur Rebecca en haar broertje Tyler gaan een weekje op bezoek bij hun grootouders die ze nog nooit hebben ontmoet. Moeder Paula ontvluchtte als moeilijke tiener het ouderlijk huis om vervolgens nooit meer achterom te kijken en heeft al jaren geen contact meer met haar ouders. Tot opa en oma de kinderen uitnodigen om een weekje door te brengen op het platteland en elkaar beter te leren kennen.

Recensie The Visit

Rebecca grijpt de kans met beide handen aan om een documentaire te maken over de plek waar haar moeder opgroeide en erachter te komen waarom ze zo halsoverkop vertrok. Maar ze krijgt meer dan waar ze om vroeg. Nana en Pop Pop blijken namelijk nogal wereldvreemd en vertonen bizar gedrag waarmee ze de kinderen onbedoeld de stuipen op het lijf jagen. Rebecca en Tyler beginnen te vermoeden dat hun grootouders een donker geheim verbergen en gaan op onderzoek uit. Maar willen ze de waarheid wel echt weten..?

Less is more
Shyamalan gaf in interviews aan dat hij na grote, geflopte CG-blockbusters als The Last Airbender en After Earth bij zichzelf te rade ging. Hij besloot dat dergelijke gigantische studioproducties weinig ruimte overlaten voor spontaniteit en zag in dat hij zijn eigen stem aan het verliezen was. Die eigen stem vindt zijn oorsprong in geslaagde ingetogen thrillers als Unbreakable en natuurlijk The Sixth Sense, waarmee hij eind jaren negentig zowel publiek als critici voor zich wist te winnen. Dus schreef Shyamalan een kleine horrorkomedie over een broer en zus die op bezoek gaan bij de opa en oma from hell.

The Visit is gedraaid als een found footage documentaire en maakt dankbaar gebruik van de mogelijkheden die het genre biedt. De vaak statische camera blijft objectief toeschouwer van de angstaanjagende taferelen die de kinderen krijgen voorgeschoteld en creëert zo een gevoel van realisme. Anderzijds zorgen kinetische handheld  achtervolgingen ervoor dat de vaart er in blijft en dat de spanning wordt opgevoerd, het blijft tenslotte horror. Een echte vondst is het besluit Rebecca en Tyler allebei een eigen camera te geven, zo krijgen we niet alleen twee totaal verschillende perspectieven te zien, het biedt de filmmakers ook de mogelijkheid om in de montage te cross-cutten, wat vooral tijdens de actie-sequenties een grote plus is ten opzichte van andere mockumentaries.

The Visit

Horror of komedie?
De centrale vraag – of er nou wel of niet iets bovennatuurlijk aan de hand is –  houdt The Visit tot het einde spannend en de creepy grootouders zijn uitstekend nachtmerrievoer. Het komische gedeelte komt echter wat minder goed uit de verf. Zo ambieert Tyler een rapcarrière, maar werken zijn slechte vrouwonvriendelijke raps eerder op de zenuwen dan op de lachspieren. Rebecca’s flauwe grappen over het feit dat hij als dertienjarig blank jongetje zwart probeert te zijn slaan ook de plank mis en laten zien dat Shyamalan niet echt dicht bij de jeugd staat. De personages blijven daardoor een beetje vlak, ook al worden er verwoede pogingen gedaan om driedimensionale karakters neer te zetten.

Een van de plotlijnen richt zich bijvoorbeeld op het gemis van hun vader, die het gezin in de steek liet voor een andere vrouw. Via interviews leren we dat Rebecca en Tyler allebei op hun eigen destructieve manier omgaan met dit verlies. Hoewel een interessant gegeven, wordt dit vooral in vluchtige monologen duidelijk gemaakt, waardoor het jammer genoeg een beetje aanvoelt als psychologie van de koude grond.

Dit alles maakt The Visit een spannende, originele thriller die onvermijdelijk vergeleken zal worden met The Sixth Sense, maar die strijd helaas niet zal winnen. Het is echter wel Shyamalans beste film sinds jaren, en die leuke twist op het einde maakt het kijken meer dan waard.

 

8 september 2015

 

MEER RECENSIES

Alléluia

***

recensie  Alléluia

De gladjanus en het jaloerse secreet

door Cor Oliemeulen

Fabrice du Welz staat te boek als Belgische suspense-meester. Zijn dramatische thriller Alléluia heeft weinig te maken met een lofzang aan een hogere macht – of het moet de duivel zijn.

In zijn speelfilmdebuut Calvaire (2004) vertelt de talentvolle, driftig experimenterende regisseur het horrorverhaal van een orkestbandzanger die vooral populair is bij oudere dames, na een optreden in een dorpshuis panne krijgt en belandt in een voormalig hotelletje nabij een dorpje waar sodomie en achterlijke dansjes de normaalste zaak van de wereld zijn.

Recensie Alléluia

De hoteleigenaar loopt aanvankelijk over van goede bedoelingen, maar ontwikkelt zich tot een volstrekt gestoorde malloot die de zanger aanziet voor zijn overleden vrouw en niet nalaat hem te martelen om wat respect en discipline bij te brengen. Aan iedereen in Calvaire zit minimaal een steekje los, zelfs de zanger laat zich wel heel gemakkelijk naar de slachtbank leiden. Deze lowbudgetfilm wijkt door zijn vormgeving en incidentele knipoog wel af van de gebaande suspense-paden, maar van de gepresenteerde zieke geesten en absurde voorvallen moet je wel houden.

Lonely Hearts Killers
De zanger van Calvaire (Laurent Lucas) zien we terug in Alléluia, ook geen alledaagse rolprent, maar wel gesteund door het klassieke gegeven van de lonely hearts killer : man plaatst advertentie – vrouw reageert – man pikt haar geld in en vermoordt haar. Fabrice du Welz neemt als uitgangspunt de legendarische Lonely Hearts Killers: Raymond Fernandez en Martha Beck, die in de jaren ’40 van de vorige eeuw zeventien bewezen moorden pleegden en op de elektrische stoel eindigden. In Alléluia speelt Laurent Lucas de rokkenjagende gladjanus Michel die in Gloria (Lola Dueñas: Mar adentro, Volver) zijn kompaan vindt. Het feit dat Gloria obsessief verliefd op Michel is, blijkt al snel voor- en nadelen te hebben.

Recensie Alléluia

De procedure lijkt eenvoudig. Michel verleidt een welgestelde, naar liefde en seks hunkerende, meestal oudere vrouw. Gloria is zogenaamd zijn zus, ze troggelen hun slachtoffer geld af en doden haar zo nodig. Er is echter een wezenlijk probleem: Gloria is zo intens jaloers als zij ziet hoe Michel haar concurrente verwent dat zij in acute woede ontsteekt en de betreffende vrouw in mum van tijd naar de andere wereld helpt, terwijl Michel verlamd in een hoekje het bloedbad aanschouwt. De dodelijke kilheid van Gloria wordt treffend verbeeld in een scène waarin zij onbewogen in de camera spreekt en vervolgens een voet van de vermoorde vrouw afzaagt.

Geen greintje sympathie
Alléluia gaat dus over extreme toewijding met alle afschuwelijke gevolgen van dien. Fabrice du Welz speelt goed met licht en donker, en de dans rond het vreugdevuur is artistiek in beeld gebracht, maar hij gunt je geen greintje sympathie voor het bedriegende en moordende koppel, hoe voortreffelijk vooral Lola Dueñas ook acteert. Narratief ondergeschikt aan cinematografie en soundtrack – op de grappige missionarisscène na – mag je als kijker wel iets meer diepgang en betekenis verlangen, zodat je niet zomaar als een geslagen hond het theater verlaat.

10 juli 2015

 

 

MEER RECENSIES

 

Girl Walks Home Alone at Night, A

****

recensie  A Girl Walks Home Alone at Night 

Hipster vampier in Iran

door Suzan Groothuis

Deze – jawel – Iraanse vampierwestern gooide al hoge ogen op diverse filmfestivals. In prachtig zwart-wit geschoten zien we hoe een eenzame liefde standhoudt in een fictieve Iraanse stad vol verderf. Een film die het meer van sfeer dan inhoud moet hebben, maar daarmee volledig wegkomt. Nostalgie, betovering en een vleugje horror ineen.

Het fictieve Iraanse Bad City is een plaats waar je liever niet komt. Een plek waar drugsdealers, gebruikers en criminelen de dienst uitmaken. En een dolende vampier, gekleed in een hip gestreept shirtje en zwarte hijab, die het kwaad op eigengereide wijze uitroeit. Terwijl de vrouwelijke vampier op zoek is naar bloed, volgen we het wel en wee van Arash, een soort Iraanse James Dean, die zorg draagt voor zijn drugsverslaafde vader. Als Arash terugkomt van een feestje, waar hij voor het eerst MDMA heeft geslikt, komt hij de vampier tegen. Onder invloed natuurlijk, maar onder de indruk van haar koude schoonheid. Ze worden verliefd.

Recensie A Girl Walks Home Alone at Night

A Girl Walks Home Alone at Night is een film die verschillende genre-elementen met elkaar verbindt – we zien referenties naar de Nouvelle Vague en films als Sin City, Pulp Fiction en onmiskenbaar Wild At Heart. Het begin ademt een horrorachtige sfeer, zoals de verstilde beelden van een nachtelijk Bad City waarin de vampier plots opduikt, haar slachtoffers achtervolgt en op bloedige wijze afmaakt. Zij het dan wel de randfiguren van de stad, waarmee de vampier een statement lijkt te maken: weg met het gespuis!

Eenzame outsiders
Rake geluidseffecten en een soundtrack, wisselend van moderne donkere indierock tot spaghettiwestern, gaan samen met dromerige, atmosferische beelden te midden van een plaats vol geweld en verderf. A Girl Walks… is vooral een film over buitenstaanders, wiens liefde standhoudt ondanks de destructie die steeds op de loer ligt. Hun aantrekkingskracht is prachtig verbeeld in een scène waarin de vampier Arash meeneemt naar haar appartement. Terwijl ze een plaatje opzet en de donkere muziek van White Lies uit de speakers klinkt, komen de twee steeds dichter tot elkaar – een subtiel intiem moment gevangen in betoverende zwart-wit beelden.

Recensie A Girl Walks Home Alone at Night

Duistere coolheid in fictief Iran
Net als in Jim Jarmusch’ Only Lovers Left Alive wordt de vampier in A Girl Walks… neergezet als hippe outsider in plaats van louter bloedzuigend kwaad. Daarmee gaat ook de Iraans-Amerikaanse regisseuse Ana Lily Amirpour voorbij aan het beeld van de klassieke Nosferatu. Opmerkelijk is dat de film geheel in Farsi is gesproken en zich afspeelt in een fictieve Iraanse plaats – niet bepaald een locatie waaraan je denkt bij een vampierfilm.

En dan is het ook nog eens een vrouwelijke (en verleidelijke!) vampier die keihard afrekent met geweld en corruptie. Overigens is er geen greintje Iran in de film te zien, want hij is volledig opgenomen in Californië. Elijah Wood, een van de executive producers, kreeg het script – geschreven door Amirpour, die overigens al eerder een korte film onder dezelfde naam maakte – onder ogen en was direct onder de indruk. Het Amerikaanse VICE Films distribueerde de film en zo geschiedde deze duistere, sfeervolle wereld van coole outsiders, waar de vampier niet langer een eenzame strijd hoeft te voeren.

 

16 mei 2015

 

 

MEER RECENSIES

 

It Follows

****

recensie  It Follows

Angst in onbestemd universum

door Suzan Groothuis

It Follows is een tienerhorror die doet denken aan het vroege werk van John Carpenter en het eerste deel van A Nightmare on Elmstreet. Regisseur David Robert Mitchell geeft een eigen draai aan het tienerhorrorgenre door creatief om te springen met tienerseks, een onbestemd tijdsbeeld en diep gegronde angst.

Tiener Jay (Maika Monroe, eveneens te zien in het recente The Guest) is nog maagd. Wanneer ze nieuwkomer Hugh ontmoet, heeft ze al snel seks met hem. Maar Hugh heeft allesbehalve romantische bedoelingen: door seks te hebben komt hij van zijn dodelijke stalker af. En de stalker? Die wordt doorgegeven aan Jay, die op haar beurt weer van het mysterieuze wezen af moet zien te komen.

Recensie It Follows

In veel tienerhorrors wordt seks genadeloos afgestraft. Stelletjes belanden vaak als eerste in de moordende handen van de genadeloze killer. Regisseur David Robert Mitchell springt creatief met het gegeven om door seks als middel in te zetten om van het gevaar af te komen. Het gevaar is in zijn film overigens geen psychopathische moordenaar met een duister verleden, maar een onbestemd wezen dat verschillende vormen aan kan nemen. Het kan zomaar je beste vriendin of je moeder zijn. Maar er zijn twee herkenningspunten: het loopt altijd recht op je af en niemand anders dan jij kan het zien.

Onbestemd kwaad en tijdsbeeld
Net zo onbestemd als het mysterieuze wezen is het tijdsbeeld waarin It Follows is gevangen. Zo zien we ouderwetse tv’s, retro kleedjes en tegelijkertijd iets wat op een e-reader lijkt. En er zijn onmiskenbaar referenties naar horrorklassiekers uit de 80’s, zoals het eerste deel van A Nightmare on Elmstreet en de vroege films van John Carpenter. Zo doet It Follows qua sfeer erg aan Carpenter denken, met zijn spanningsvolle, opbouwende soundtrack en plots ingezette geluidseffecten. Ook het wezen dat vastberaden in rechte lijn op zijn slachtoffer afloopt, doet denken aan scènes waarin een onverwoestbare Michael Myers de hoofdpersoon achtervolgt.

Van A Nightmare on Elmstreet zien we weer het tienerkliekje terug, waar de jongeren steun zoeken bij elkaar om het kwaad uit te roeien. Dat daarbij de nodige overtuiging gevraagd wordt, is ook in It Follows het geval: hoe leg je je vrienden uit dat je nagejaagd wordt door een voor hen onzichtbaar schepsel?

Recensie It Follows

Nieuwe horrorsensatie
Wat de nare, creepy sfeer nog extra versterkt is het beeld van een vervallen Detroit. De dichtgetimmerde en verloederde huizen geven een extra dimensie aan de angstfactor. Ook word je als kijker regelmatig op het verkeerde been gezet: net als je ervan overtuigd bent dat Jay gevolgd wordt door het wezen blijkt het om een toevallige passant te gaan. Waarmee je als kijker net zo verward raakt als de tieners en constant op je hoede moet zijn. De cinematografie speelt hier goed op in: de weidse shots tonen op subtiele wijze mogelijk dreigend gevaar op de achtergrond.

Tel daarbij op een zinderende finale in een verlaten zwembad, waarmee It Follows de kijker definitief naar de strot grijpt. Tienerhorror op zijn best: enger dan deze zullen ze dit jaar niet meer gemaakt worden.

 

21 april 2015

 

MEER RECENSIES

O Apóstolo

***

recensie  O Apóstolo

Eeuwig gevangene

door Ralph Evers

In O Apóstolo is de dief Rámon op zoek naar een grote schat in het dorpje Xanaz, vlakbij Santiago de Compostella. Het dorpje staat bekend om zijn ongekende vriendelijkheid, de bezoekers gaan er nooit meer weg… 

Wanneer Rámon echter aankomt bij Xanaz blijkt er een heel andere reden te zijn waarom de bezoekers nooit meer weggaan.

Unheimisch
De prachtige klei-animatiefilm begint mistig en wordt al gauw grimmig. Het streng katholieke dorpje kent een onheilspellende en unheimische sfeer, die als een deken over de film ligt en steeds zwaarder wordt, net als de duisternis in Dark City bijvoorbeeld. Zonder dat je er erg in hebt, kruipt de naargeestigheid onder je huid.

Recensie O Apóstolo

In Xanaz is Rámon op zoek naar Señora Luisa. Zij zou meer weten over de schat. Niets is echter wat het lijkt in Xanaz. Het dorp is al sinds de builenpest vervloekt en zoekt iedere dag nieuwe slachtoffers om zelf aan de dagelijkse honger naar nieuwe zielen te ontkomen. De kapelaan Don Cesario is de slechtste reclame die de katholieke kerk kan gebruiken. Gemodelleerd naar Max Schreck lijkt  hij zo weggelopen te zijn van de set van Nosferatu: eine Symfonie des Grauens uit 1922. Zijn hulpje is al evenmin een vriendelijk ogende heer, met zijn uiterlijk gelijkend op Frankenstein.

Lange tijd word je als kijker in het ongewisse gehouden van wat er nu speelt in Xanaz. Tot het moment dat Rámon een geheimzinnig boek begint te lezen en we in een prachtige animatie (ditmaal geen klei) de geschiedenis uitgelegd krijgen.

Gevangenschap
De verwijzingen naar oude horrorfilms en de christelijke thema’s bieden een rijke en vruchtbare grond van waaruit het verhaal zich ontvouwt. Deze zaken zijn echter eerder bijzaak en sfeer ondersteunend. Het werkelijke thema is namelijk gevangenschap.

Om te beginnen: wanneer Rámon de vrije wereld in stapt, heeft hij vlak daarvoor de belofte aan zijn medevluchter (Xavier) gedaan dat hij de schat gebruikt om in alle rust een nieuw bestaan op te bouwen. Zijn vader was een dief en ze grappen: wie als dief geboren wordt, zal als dief eindigen. Eenmaal vrij, raakt Rámon bevangen door diens verlangen naar de schat. De obsessie voor die schat doet Rámon alle signalen van onheil missen. De kijker raakt gevangen in het ongewisse van het verhaal, maar ook in het trage tempo. Ondertussen zijn de bewoners gevangenen van hun vloek, de aartsbisschop van luxe en kent Rámon tot slot nog een verrassing.

Recensie O Apóstolo

De graal
O Apóstolo geeft een eigen draai aan wat een typisch verloop van een sprookje had kunnen zijn. Dat kent doorgaans de initiatie en de zoektocht, de confrontatie met duistere krachten, de overwinning van het kwaad en het vinden van de graal. De graal laat zich niet zo gemakkelijk vangen, maar zet haar zoekers wel gevangen. In de beklemmende scène, waarin Rámon de vloek achter zich aan krijgt, komt hij steeds weer op hetzelfde punt uit. “Eens een dief, altijd een dief….” En hoewel zijn verlossing een knipoog naar hebzucht is, lijkt zijn lot alsnog een wrange twist voor hem in petto te hebben. O Apóstolo, ofwel, de apostel, is iemand die gezonden wordt een boodschap over te brengen. Die boodschap ligt aan het einde van de film wel voor de hand.

 

17 april 2015

 

MEER RECENSIES

Ich Seh, Ich Seh

****

recensie  Ich Seh, Ich Seh

Terreur als keerzijde van plastische chirurgie

door Suzan Groothuis

Regisseurs Veronika Franz en Severin Fiala lieten zich voor hun horrorfilm inspireren door make-overs op televisie. Ich Seh, Ich Seh toont de keerzijde van plastische chirurgie: wat als je eigen kinderen je niet meer herkennen?

De eerste shots van de film ademen een bepaalde rust: een afgelegen modern ingericht huis, te midden van bossen en maisvelden. In dat landschap speelt de negenjarige tweeling Lukas en Elias tikkertje. Als een stel dolle honden, een van de twee uitgedost met een angstaanjagend dierenmasker. Een voorbode van de grimmigheid die de kijker te wachten staat.

Recensie Ich Seh, Ich Seh

Dan komt de tweeling thuis en wordt geconfronteerd met het weerzien van hun moeder. Zij is terug van een operatie, haar gezicht in het verband. Niet alleen haar uiterlijk – ogend als een mummie – ook haar gedrag brengt de jongens in verwarring. De invoelende vrouw die zij was, is niet meer. In plaats daarvan zijn er strenge huisregels die de jongens moeten naleven. Het roept de vraag op bij de tweeling of deze vrouw wel hun moeder is. Om die reden besluiten de twee haar op de proef te stellen door ongehoorzaam te zijn.

Metaforen, surrealisme en bodyhorror
Ich Seh, Ich Seh is een samenwerkingsverband tussen Veronika Franz en Severin Fiala. Franz is de vaste scenarioschrijver en vrouw van de controversiële Oostenrijkse filmmaker Ulrich Seidl, Fiala is Seidls neef. De twee sloegen eerder de handen ineen voor de documentaire Kern over acteur en regisseur Peter Kern. Ich Seh, Ich Seh is een arthouse horrorfilm vol metaforen, surrealisme en bodyhorror. Een film over leven en dood, waarvan je je als kijker afvraagt wie er nog leeft en wie niet – resulterend in een duistere vertelling waarin goed en kwaad, schuld en onschuld, werkelijkheid en fantasie thema’s zijn.

De regisseurs spelen ook visueel met tegenstellingen. Het schone landschap bijvoorbeeld, in weidse shots getoond, tegenover de minimalistische, moderne inrichting van het huis. Of de jongens, die onbevangen en dierlijk buiten spelen, en zich binnen moeten onderwerpen aan hun moeders strenge regime. En dan is er nog de reinheid van het huis, die gedoezeld wordt door de natuur die de tweeling binnen brengt – aarde, vuil en kakkerlakken.

Recensie Ich Seh, Ich Seh

Verwoestende hereniging
Franz en Fiala bouwen hun film ijzersterk op: van een ogenschijnlijk normale en idyllische setting wordt de sfeer steeds duisterder en gruwelijker. Een enkele oogopslag van de moeder bijvoorbeeld, wanneer een van de tweeling haar bespiedt terwijl ze voor de spiegel staat. Haar oog rood doorlopen, een teken van het kwaad. Net als de jongens ga je twijfelen aan de vrouw – is zij wel wie zij zegt dat zij is? Vreemde rituelen stapelen zich op, waarbij de jongens steeds verder gaan met grenzen opzoeken.

Die zoektocht leidt tot een duistere catharsis, waarin de grenzen van pijn overschreden worden. De spanning bouwt subtiel op met een paar uiterst effectieve shock-momenten, die afrekenen met de onschuld van de tweeling. Wiens onderlinge verhouding overigens ook op de proef wordt gesteld, waarmee tegenstrijdigheden zichtbaar worden. Net zoals bij de tweeling in Cronenbergs Dead Ringers: loyaliteit tegenover afstand, mededogen tegenover wraak. 

Ich Seh, Ich Seh is een smaakvolle mengeling van mysterieus en gruwelijk. Zelfs humor ontbreekt niet, zoals het bezoek dat twee medewerkers van het Rode Kruis brengen aan het huis voor een collecte, terwijl de hel al is los gebroken. Een scène die met zijn droge registraties weer aan films van Ulrich Seidl doet denken. Als kijker word je in een wreed en surreëel sprookje gezogen, dat verontrust, confronteert en tegelijkertijd prachtig is in zijn zoektocht naar hereniging.

 

21 februari 2015

 

MEER RECENSIES

 

Tien onmisbare films over eeneiige tweelingen

What We Do in the Shadows

****

recensie  What We Do in the Shadows 

Inkijkje in een bloeddorstig bestaan

door Suzan Groothuis

Een documentaireploeg krijgt de unieke kans het vampierbestaan van dichtbij te filmen. Dat levert aardig wat bloed overgoten, maar vooral hilarische, momenten op.

Vampier Viago (Taika Waititi) is de eerste die we te zien krijgen. Eerst tikt ‘ie zijn wekker uit vanuit zijn doodskist, om vervolgens wat onwennig zijn kist uit te zweven. Viago is er een van het beleefde soort en bovendien behept met smetvrees. Hij heeft alles graag op orde in zijn huis en om dat voor elkaar te krijgen is af en toe een huiskameroverleg nodig!

Vervolgens ontmoeten we zijn medevampierhuisgenoten: de perverse Vladislav (Jemaine Clement, bekend uit Flight of the Conchords), nazi-vampier en rebelse bad boy Deacon (Jonathan Brugh) en de stokoude Petyr, gemodelleerd naar Nosferatu.

Recensie What We Do in the Shadows

Vampiers moeten ook afwassen
Dat vampiers het ook over andere dingen kunnen hebben dan bij voorkeur maagdelijk bloed blijkt wel uit het overleg. Het doen van de afwas bijvoorbeeld (“The point is Deacon that you have not done the dishes for five years!”). Zelfs een draaischijf met klusjes helpt niet om meer structuur in het huishouden aan te brengen. Toch is het volgens Viago gezellig samenwonen in het vampierhuis.

Aanleiding tot het filmen van dit selecte gezelschap is de aanloop naar een speciale gelegenheid: The Unholy Masquerade, een bal waar buiten vampiers ook heksen en zombies bijeenkomen. In de maanden die daaraan vooraf gaan krijgt de kijker hilarische en bloederige vampiertaferelen voorgeschoteld. Zo is er Jackie, die moedwillig de bevelen van haar meester Deacon opvolgt in de hoop op het eeuwige leven. Buiten het doen van vervelende klusjes, zoals het reinigen van een bebloede badkamer, regelt Jackie potentiële slachtoffers voor het vampiergezelschap. Onder wie haar ex Nick, die vervolgens gebeten wordt door Petyr en zelf in een vampier verandert.

Hilarische vampier-mockumentary
What We Do in the Shadows staat bol van verwijzingen naar het vampierbestaan, maar dan allemaal wel met een grote knipoog. Het zilveren medaillon van Viago bijvoorbeeld, waarin hij een fotootje van zijn grote liefde gestopt heeft. Helaas kan hij het niet dragen, want vampiers kunnen niet tegen zilver. Of recente vampier Nick, die bij het uitgaan stoer aan iedereen verkondigt dat hij vampier is. Niet handig als er ook een vampierjager in de buurt is. En dan is er nog het zonlicht, dat dodelijk is voor vampiers. Maar Nicks maatje Stu, een mens van vlees en bloed en volledig geaccepteerd door de vampierbende (“Stu is a great guy!”), laat zien dat je via internet ook naar een zonsondergang kan kijken.

Recensie What We Do in the Shadows

Regisseurs Jemaine Clement en Taika Waititi sloegen hun handen ineen voor deze droge vampier-mockumentary en leveren een van de grappigste films van het jaar af. In een stijl die doet denken aan Waititi’s eerdere film Eagle vs Shark (2007), waarin twee buitenbeentjes elkaar vinden en liefde, ongemakkelijkheid en absurde humor samengaan.

Met What We Do in the Shadows geven Clement en Waititi een originele, verfrissende draai aan het vampiergenre. Alleen al het aantal quotes dat in de trailer voorbijschiet is memorabel. Tel daarbij op een battle met weerwolven, onderlinge spanningen die in de gedaante van vleermuizen worden uitgevochten en het kotsen van liters bloed na het eten van een patatje. “Don’t believe the hype!”, roept een gefrustreerde Nick, wanneer hij beseft dat het vampierbestaan niet zo gemakkelijk en cool is als hij dacht. In het geval van What We Do in the Shadows kan je de hype beter wel geloven en vooral zien. Een perfecte mix van duister en grappig.

 

15 december 2015

 

MEER RECENSIES

 

Vijf unieke films uit Nieuw-Zeeland

White God

****

recensie  White God

Naar de honden

door Ralph Evers

De films van Kornél Mundruzcó hebben een eigen niche binnen het arthouse-genre. Ze zijn net iets eigenzinniger, lekker anders. Daarmee maakt hij het de kijker nooit gemakkelijk, maar wel avontuurlijk. White God (Fehér Isten) is zijn nieuwste creatie, die wederom lekker anders is en voor een arthouse-film een verrassend en interessante actiefilmcomponent heeft. Met diepere lagen. 

Wanneer de 13-jarige Lily voor drie maanden bij haar vader intrekt in het grote Boedapest is er geen plaats voor haar hond Hagen. Na aanvaringen met buren en overheid wordt Hagen aan zijn lot overgelaten en valt al snel in handen van wrede baasjes. Hagen wordt vals gemaakt en ingezet in hondengevechten. Na enige tijd sluit Hagen zich aan bij een groep zwerfhonden en maken ze zich klaar voor een opstand tegen alle baasjes. Lily blijkt als enige in staat de opstand der honden te kunnen stoppen.

Recensie White God

Tegenstellingen
In White God staat de relatie tussen mens en dier (hond) centraal. Tevens is dit de belangrijkste metafoor van deze film. Die honden zou je kunnen zien als de onderdrukte bevolking die in opstand komt tegen de elite. Hetgeen wijdverbreid is in het huidige Europa, wat als een moloch onze levens meer en meer bepaalt. “Going to the dogs” betekent in het Engels, dat iets verloedert.

Hoofdrolspeelster Lily staat in deze symbool voor de onschuld, het meisje dat vrouw wordt. De volwassenwording van de Europese geest.

Er zit een mooie tegenstelling in Lily en Hagen. Het vrouwelijke tegenover het mannelijke. Waarin de honden, ook wel canine (van het Latijnse canis) genoemd en verwijzend naar hun hoektanden (dentale agressie), waarmee ze kunnen verscheuren en de mannelijke agressie vertegenwoordigen. Hier tegenover staat het katachtige, (dat ook wel als feline wordt omschreven) wat vaak in verband wordt gebracht met het vrouwelijke.

In de film wordt deze tegenstelling al vanaf het begin krachtig neergezet. De verstilde openingsscène wordt woest verstoord door een roedel losgeslagen honden. Door het dynamische camerawerk komt dit indringend en dreigend over. Overigens is het camerawerk een sterke troef. Zeker in de scènes wanneer we de (mensen)wereld vanuit een hondenperspectief zien.

Experiment staat niet in de weg
Kornél Mundruzcó is een avontuurlijk filmmaker. Hij schuwt het experiment niet. Dit maakt zijn films interessant en tevens minder toegankelijk. Zijn film Johanna bijvoorbeeld kenmerkt zich doordat de dialogen als in een opera gezongen worden. Toch staat het experiment zijn eigenlijke film niet in de weg. White God is op een zelfde manier experimenteel. De massale hoeveelheid honden en de realistische verwaarlozing, zullen menig hondenliefhebber doen verafschuwen.

Recensie White God

Tegelijkertijd geeft de orkestratie van zo’n roedel honden een extra kick aan de film. Niet alleen is het een originele vondst om honden symbool te laten staan voor de ontspoorde sociale relaties in het zich verenigende Europa, daarnaast is het een helse klus om al die honden in het gareel te houden. De dreiging die uitgaat van al die honden doet denken aan Hitckcock’s Birds of het eerder dit jaar uitgekomen Dawn of the Planet of the Apes. Zij het dat deze film een veel duidelijker politiek statement maakt dan eerder genoemde films.

Ode aan Jancsó
White God is opgedragen aan landgenoot Miklós Jancsó, een belangrijke filmmaker in de geschiedenis van de Hongaarse cinema. Hij stierf begin dit jaar op 92-jarige leeftijd. Het is niet zo verwonderlijk dat Mundruzcó deze film aan Jancsó opdraagt, want evenals Jancsó is ook hij een avontuurlijk regisseur. Beiden kenmerken zich door het experimenteren met bestaande formats en samenbrengen van verschillende, in eerste instantie zich bijtende, genres. Daarvan is White God een goed voorbeeld door veel dynamiek in de actiescènes te leggen, maar bijvoorbeeld ook Jancsó’s Elektreia: een film van 70 minuten met slechts 8 shots. Ook een filmmaker als Béla Tarr is in deze zin sterk door Jancsó beïnvloed. En tevens is Tarr in de begindagen een belangrijke geldschieter geweest voor Mundruzcó, zodat deze zijn films kon realiseren.

 

1 december 2014

 

MEER RECENSIES

Jessabelle

**

recensie  Jessabelle

Kun je vechten met een geest?

door Cor Oliemeulen

De schrijver van Night at the Museum (1 en 2) heeft zijn best gedaan om van Jessabelle een interessante kruising van horror, thriller en mysterie te maken. Eén origineel vernieuwend plotelement tussen een reeks van versleten ingrediënten is helaas te weinig om geschiedenis te schrijven. 

Na het auto-ongeluk waarbij haar vriend om het leven kwam, keert Jessabelle gekluisterd aan een rolstoel terug in haar ouderlijke huis in Louisiana. Haar moeder is overleden toen Jessabelle op aarde kwam en haar vader, met wie ze jaren geen contact heeft gehad, hult zich in stilzwijgen en alcoholdampen. Jessabelle neemt haar intrek in haar moeders kamer in het grote huis aan een meer. De sfeer is direct onheilspellend. Onder het bed ontdekt Jessabelle een doos met haar naam erop. Er zitten videobanden in. In de opnames spreekt haar moeder tot Jessabelle. Als vader dit ontdekt, is hij furieus en smijt de rolstoel in het meer. Maar Jessabelle blijft geïntrigeerd door de videobanden. Voortaan kijkt ze stiekem en ontdekt langzaam en geschokt wie en wat haar moeder was.

Recensie Jessabelle

Mysterie
Jessabelle is gemaakt door Kevin Greutert, editor van de hele Saw -franchise waarvan hij de laatste twee delen mocht regisseren. De film mist gore, voldoende heftige schrikmomenten of nagelbijtende en bloedstollende fragmenten om horror genoemd te mogen worden. Wel herbergt de film aardige thrillerelementen en voegt hij een mysterieuze voorgeschiedenis en een voodoosausje toe om te kunnen meeliften op de hype van het bovennatuurlijke. IDB-collega Bob van der Sterre liet onlangs in zijn Camera Obscura zien dat de filmgeschiedenis veel betere genregenoten kent. Maar de premisse van Jessabelle is ambitieus.

Sarah Snook, vooral actief als tv-actrice, kruipt in de huid van Jessabelle en doet dat lang niet slecht. Het is geloofwaardig dat ze door het kijken van de videobanden haar moeder wil leren kennen, maar ze zou zich meer hardop mogen afvragen waarom haar moeder haar zoveel schrik aanjaagt, onder meer met het leggen en duiden van tarotkaarten. En natuurlijk wordt de sfeer in het verlaten huis steeds dreigender, hoort Jessabelle voetstappen op zolder, ziet ze geesten en krijgt ze nachtmerries en waanvoorstellingen. Gelukkig is haar oude, inmiddels getrouwde, jeugdliefde Preston bereid haar emotioneel en fysiek bij te staan in deze donkere tijden.

Recensie Jessabelle

Voodoo in Louisiana
Het duo gaat op onderzoek uit om het mysterie te ontrafelen. De swampy sfeer van Louisiana vormt het mooie decor van het verhaal dat aardig in elkaar steekt en opvallend weinig plotgaten kent. Na wat ongezellige onderonsjes met autochtonen, confrontaties met voodoopraktijken en de schokkende ontdekking van een graf mag de lokale politie proberen het mysterie mee op te lossen. Echter bovennatuurlijke krachten blijven Jessabelle opjagen, of is het verbeelding? Als Preston uiteindelijk zelf letterlijk met Jessabelle’s waanbeeld moet knokken, vliegt deze alledaagse rolprent toch nog uit de bocht.

 

24 november 2014

 

MEER RECENSIES