Portrait de la jeune fille en feu

***
recensie Portrait de la jeune fille en feu

Feminisme verkleed in romantiek

door Yordan Coban

Céline Sciamma maakt indruk met haar vierde speelfilm: een typische moderne Franse film over een ontvonkende vlam tussen twee jonge vrouwen. Een teder achttiende-eeuws kostuumdrama dat kalm en talmend de liefde benadert, maar geen moment saai is.

Portrait de la jeune fille en feu manifesteert zich als de melancholische anekdote van portretschilder Marianne (Noémie Merlant). Haar nieuwe opdrachtgeefster blijkt een lastige jonge dame die zich niet zomaar laat portretteren. De geheimzinnige Héloïse (Adèle Haenel: o.a. La fille inconnue, Les combattans) blijft ook lang op de achtergrond, terwijl haar personeel Marianne voorbereid op haar verschijning. De entree van Héloïse doet enigszins denken aan de onthulling van Hannibal Lecter (Anthony Hopkins) in Silence of the Lambs (1991) of Ava (Alicia Vikander) in Ex Machina (2014).

Portrait de la jeune fille en feu

Geheimzinnige muze
Héloïse is een vrouw voor wie het huwelijk spoedig nadert. Desondanks, of beter gezegd: mede daardoor, wordt haar vreugde bedrukt door een overweldigend gevoel van zwaarmoedigheid. Adèle Haenel, met wie Sciamma al samenwerkte in Naissance de Pieuvres (2007), speelt Héloïse met een ondoorgrondelijke afwezigheid die incidenteel plaatsmaakt voor een ondeugende directheid. Samen met Marianne, die zich als een neutrale observator aandient, raakt de kijker gefascineerd door de blonde muze.

De romance tussen de twee vrouwen is er één die zich niet vanaf het eerste moment aankondigt. Aanvankelijk lijkt haar nieuwe klant een duister lot voor de portretschilderes in petto te hebben. Gedurende de film groeien de twee echter naar elkaar toe en ontvouwt zich een tedere liefde die doet denken aan Todd Haynes’ Carol (2016).

Sciamma is een talentvolle vrouwelijke regisseur wier films bijna tot geen mannen bevatten. De aanwezigheid van mannen zijn in haar films vaak de grondslag voor ellende voor haar vrouwelijke personages. In Bande de Filles (2014) weerklinkt dit evident door het verhaal, maar in Portrait de la jeune fille en feu speelt dit emancipatiebegrip een sturende rol op de achtergrond. Zelfs zonder zelf aanwezig te zijn, hangt het mannelijk voorkomen boven het hoofd van het vrouwelijk geluk.

Portrait de la jeune fille en feu

Verkleedpartij
Er lijkt een revival van kostuumdrama’s gaande. Normaal gesproken duikt er om de zoveel tijd altijd wel ééntje op. Logisch ook nu dit een populair genre onder het gepensioneerde filmhuispubliek is. Maar sinds het midden van dit decennium is toch er een opmerkelijke toename te constateren. Vorig jaar alleen al verschenen Mademoiselle de Joncquières (2018), The Favourite (2018), Mary Queen of Scots (2018) en Phantom Thread (2018). Deze opleving kent echter een vroegere aanvang in films als Amour fou (2014), Lady Macbeth (2016), The Death of Louis XIV (2016), A Quiet Passion (2016), Love & Friendship (2016) en The Beguiled (2017). Portrait de la jeune fille en feu behoort tot één van de betere en meest gedenkwaardige van deze reeks van titels.

Naar eigen zeggen heeft Céline Sciamma haar inspiratie voor deze film opgedaan tijdens haar speurtocht van vergeten vrouwelijke portretschilders uit de achttiende eeuw. In haar ondervinding van deze roemloze vakvrouwen vond ze het fundament. Haar aangewakkerde passie loopt parallel met de zwoel geschetste liefde.

 

13 oktober 2019

 

ALLE RECENSIES

Madame Bovary: De vrouw zonder eigenschappen

Madame Bovary
De vrouw zonder eigenschappen

door Alfred Bos

Zeven films maakte regisseur Claude Chabrol met Isabelle Huppert in de vrouwelijke hoofdrol. Haar Emma in Madame Bovary (1991) is uniek in die samenwerking.

Wat is de aantrekkingskracht van Madame Bovary? Gustave Flaubert publiceerde zijn verhaal over de burgervrouw die zich verveelt in de provincie als feuilleton in 1856, een jaar later volgde de boekpublicatie. Flauberts roman wedijvert met The Hound of the Baskervilles, de bekendste Sherlock Holmes-vertelling, om de eretitel van vaakst verfilmde roman.

Madame Bovary

Dat charisma schuilt in het titelpersonage. Emma Bovary is een fictief karakter dat nog steeds heel herkenbaar is voor de filmkijker (en lezer) van de eenentwintigste eeuw. Ze gaat vreemd en consumeert meer dan haar banksaldo, of dat van haar echtgenoot, de sullige plattelandsarts Charles Bovary, toelaat. Verveling drijft haar handelen, reflectie of zelfkennis zijn haar vreemd. Hoe herkenbaar, hoe universeel, hoe modern ook.

Contrasten
In dat ‘modern’ zit de crux. Emma Bovary leeft en gaat ten onder in de consumptiemaatschappij die in 1856, het jaar van de eerste publicatie, slechts in embryonale vorm bestond en in de decennia daarop – en dan vooral in de grote steden – haar beslag kreeg. Maar Flaubert situeert zijn verhaal in 1837, op het Franse platteland en in een slaperig provinciestadje waar het jaarlijkse landbouwfestival, inclusief verkiezing van de mooiste mestvaalt, het hoogtepunt van de culturele agenda is. Verre van modern, dus.

Je kunt zeggen, Flaubert haalt een literaire truc uit: hij googelt met tijd en ruimte. Je kunt ook zeggen, Flaubert situeert zijn vertelling op het snijvlak van twee fundamenteel verschillende tijdsvakken en haalt het maximale uit de spanning die de botsing van traditie en vooruitgang oproept.

Landadel versus ambachtsman, oud geld versus opkomende bourgeois, handelaars in luxe consumptiegoederen versus verveelde burgervrouwen, aderlaten versus opera, kennis versus onbenul. Het ritselt in Madame Bovary van de contrasten, maar alles en iedereen dwarrelt door elkaar alsof het feestconfetti is. Het is een wereld die niet meer weet wat voor en achter is.

Jan Salie
Zie bijvoorbeeld het verschil met Barry Lyndon, Stanley Kubricks verfilming van de roman The Luck of Barry Lyndon van William Makepeace Thackery uit 1844. Die speelt in de pruikentijd, het laatst deel van de achttiende eeuw, en gaat over een zoon van verarmde adel die via een huwelijksovereenkomst zijn positie in de klassenmaatschappij probeert te verbeteren. Die wereld is overzichtelijk, strak gekadreerd en van graniet wat betreft de sociale conventies.

Actrice van de maandEen halve eeuw later is de wereld van Madame Bovary nog steeds niet wat we tegenwoordig verstaan onder modern, maar niettemin een stuk vloeibaarder. Er wordt nog steeds adergelaten, maar de medische wetenschap waagt zich aan chirurgie, weliswaar onverdoofd, voor niet-levensbedreigende kwalen. De lokale landeigenaar geeft exclusieve balpartijen op zijn hof, maar daar zijn naast de aristocratie ook vertegenwoordigers van de professionele klasse als artsen en notarissen uitgenodigd. De adel wentelt zich in weelde, maar studenten dansen met renteniersdochters. De wereld van Madame Bovary is in flux en Emma gaat, ondanks of juist dankzij haar vrijgestelde positie, onderuit.

Het is geen toeval dat Flaubert zijn roman heeft gesitueerd in 1837, twintig jaar vóór zijn eigen tijd, en een vingerhoedje cultuurgeschiedenis maakt duidelijk waarom. De jaren dertig van de negentiende eeuw zijn wat in de literatuur de Biedermeier-periode wordt genoemd. Biedermeier staat voor gezapige burgerlijkheid, een saaie niks-aan-de-hand wereld, een samenleving gestold in tevredenheid en eigendunk—in het Nederlands kennen we daar de term Jan Salie voor.

Biedermeider staat voor de periode van rust na de Sturm und Drang van de Romantiek en de stilte voor de storm eer de moderniteit en de elektrificering van de wereld losbarst. Flaubert voelde de eerste trillingen van de moderne tijd toen hij Madame Bovary in de jaren vijftig van de negentiende eeuw schreef en plaatste zijn vrouwelijke antiheldin (nog een verschil met Thackery’s Barry Lyndon) doelbewust in de rimpelloze Biedermeider-periode. Voor het contrast, om zijn punt te maken: modern personage in een wereld die op het punt staat te verdwijnen. De vrijheid is nieuw en verleidelijk. De traditie is veilig, maar saai. Wat te doen?

Op de gradiënt – het overgangsgebied of het verloop van waarden – gebeuren de spannende dingen, weten biologen en fysici, en schrijvers van het kaliber Flaubert weten het ook. Met Madame Bovary schreef hij de eerste moderne realistische roman. De innerlijke wereld van het titelpersonage staat centraal, een halve eeuw voor de psychologie als wetenschap vorm kreeg. Dáárom is het boek talloze malen verfilmd, in 2014 nog door Sophie Barthes, met Mia Wasikowska in de titelrol.

Alwetende verteller
Madame Bovary heeft binnen de letteren een unieke reputatie en voor een boek dat regelmatig onverfilmbaar is genoemd, is het opvallend populair onder cineasten. De verfilming van Claude Chabrol, uit 1991, met Isabelle Huppert in de titelrol, geldt als de meest letterlijke. Dat klopt, alle belangrijke scènes uit het boek komen langs in de film, soms vrijwel naar de letter.

Maar is de meest letterlijke boekverfilming ook de beste filmversie van het boek? Chabrols film doet stijfjes aan, de voice-over van de auctoriale verteller – en dus geen personage uit het verhaal of iemand die deelneemt aan de handeling – is bepaald houterig en bovendien overbodig. In zijn respect voor het boek onderschat Chabrol de intelligentie van de eigentijdse kijker, waardoor in het propvolle script sommige scènes onhandig zijn geplaatst en overgangen onduidelijk worden. De logica van de psychologie – Flauberts forte – is op het filmdoek niet altijd even makkelijk te duiden.

Wie streng is als een gereformeerde schoolmeester kan de film zelfs deels mislukt noemen. Emma Bovary is en blijft een fascinerend personage en zelfs een topregisseur die boven zijn macht grijpt, kan daar weinig aan veranderen: een vrouw zonder eigenschappen die haar innerlijke leegte vult met onrealistische wensdromen en monter het noodlot uitnodigt in haar leven. Het is een van de meest tragische karakters uit de moderne literatuur en cinema, een rol die vraagt om een actrice van bovengemiddelde kwaliteit.

Madame Bovary

Onbetrouwbare vrouwen
Er zijn twee redenen waarom Chabrols Madame Bovary nog steeds genietbaar is. Dat zijn Isabelle Huppert en de schitterende kostuums—en eerlijk is eerlijk, een Isabelle Huppert in schitterende kostuums is dubbel schitterend. Ze speelt Emma als sfinx. Je leert haar niet kennen, want ze is er eigenlijk niet. Ze is een vreemde, ook voor zichzelf.

Huppert maakte zeven films met Chabrol, dit is de derde, en in al die films speelt ze onbetrouwbare vrouwen met kwestieuze motieven, misdadigers zelfs. Of het nu misdaadkomedie is (Rien ne va plus, 1997) of misdaadfilm gebaseerd op feiten (Violette Nozière, 1977; La Cérémonie, 1995); thriller (Merci pour le Chocolat, 2000; L’Ivresse du pouvoir, 2006) dan wel historisch drama (Une affaire de femmes, 1988), in haar films met Claude Chabrol vertolkt Huppert personages die om uiteenlopende redenen in de knoop liggen met maatschappelijke dan wel juridische regels.

De uitzondering is Madame Bovary, maar ook in die film geeft Huppert gestalte aan een vrouw die niet zonder problemen is, een vrouw die in de knoop ligt met zichzelf, die een probleemloos leven juist overhoop trekt vanwege het gebrek aan opwinding. Dat is geen hysterie, zoals tijdgenoten van Flaubert meenden, dat is de menselijke natuur.

Madame Bovary is te zien in Filmmuseum EYE te Amsterdam op maandag 29 juli (10:30) en dinsdag 27 augustus (15:00).

 

22 juli 2019

 

MEER ISABELLE HUPPERT
 

ALLE ESSAYS

Professor and the Madman, The

*
recensie The Professor and the Madman

Scherts van gekkenwerk

door Sjoerd van Wijk

In plaats van ambities waarmaken is The Professor and the Madman een onbedoelde schertsvertoning. Het onvoorstelbare in de film is eerder hoezeer Sean Penn door het ijs zakt dan de geschiedenis rond het eerste Oxford Engels woordenboek.

Het cliché dat een beeld meer zegt dan duizend woorden gaat voor de hoofdpersonages van The Professor and the Madman niet op. Zij zien het poëtische terug in elk woord, waarin altijd een rijke voorgeschiedenis zit gesloten. De voortdurende voortvloeiende evolutie van betekenis als een snapshot vastleggen is de opdracht waaraan een van hen, professor James Murray (Mel Gibson), sinds 1857 zijn leven wijdt. Rechtlijnige figuren hijgen hem namens de Universiteit van Oxford in de nek om het door hen zo gewenste eerste Oxford-woordenboek der Engelse taal af te raffelen.

The Professor and the Madman

Het is een strijd tussen de perfectionist die alle woorden wil vangen versus een intellectuele elite voor wie alledaagse woorden niet hoeven als deze lelijk zijn. Gelukkig voor Murray is er hulp in de vorm van dr. W.C. Minor (Sean Penn), die de oproep om vrijwilligerswerk met beide handen aangrijpt en duizenden contributies maakt. Het enige probleem is dat Minor zich na een onfortuinlijke moord bevindt in het gesticht, waar hij tussen zijn waanbeelden door probeert het goed te maken met de gedupeerde weduwe (Natalie Dormer).

Ontbrekende offers
De complete Engelse taal documenteren lijkt een futiliteit, zoals een van de personages tersluiks opmerkt. Het leven slaat altijd nieuwe wegen in terwijl de wetenschapper slechts tijdelijke opnamen kan maken. Gibsons gemoedelijke Murray doet het dan ook uit liefde voor de taal en vindt in Minor een onverwachte boezemvriend. Dat zo’n megalomaan project meer obsessie dan liefde is, weet regisseur Farhad Safinia met zijn co-scenarist Todd Komarnicki echter niet uit te drukken.

Murrays gezin zou er onder lijden, maar zijn voor de Bechdel Test zakkende vrouw spreekt dit met haar handelingen tegen. Voor Minor is de obsessie meer afleiding van zijn innerlijke demonen. Zo ontbreekt het offer voor beide heren, wat doet afvragen wat er nu werkelijk op het spel staat in het jarenlange werken aan het eerste Engelse woordenboek.

Karikatuur van manie
Gibson laat Murray immer galant zijn, hoezeer de andere professoren met hun karikaturale hang naar Engelse prestige hem ook tegenwerken. Eerder dit jaar imponeerde Gibson als stoïcijnse agent in Dragged Across Concrete, hier schuurt hij tegen het beschamende aan met een ongemakkelijk Schots accent. Penn gaat over deze grens heen. Minor is een karikatuur van manie die op de intense momenten doet denken aan een stuntelende Nicholas Cage.

The Professor and the Madman

Waar Penn in de door John Cassavetes geschreven She’s So Lovely met onberekenbaarheid complexiteit wist aan te brengen aan een psychiatrische patiënt, ontbreekt hier de nuance. In de afwisseling tussen excentrieke gedragingen, klungelige droombeelden en overdreven uitbarstingen, ontbreekt het aan inzicht over Minors uit de lucht gevallen taalknobbel. En daarmee is de vriendschap tussen Murray en Minor eerder ongemakkelijk dan innemend.

Incongruent en flets
De onbeholpenheid in acteren en scenario versterkt Mel Gibsons protegé Safinia (die meeschreef aan diens Apocalypto) met stuntelige regie. Incongruentie is het toverwoord van deze in elkaar geknutselde vertaalslag van het boek The Surgeon of Crowthorne (Simon Winchester) naar het grote scherm. Het houterige tempo waarmee beelden van plompverloren neergezette personages elkaar afwisselen, doet de al weinig aanwezige belangen verder teniet. En de potsierlijkheid zit niet alleen in Penns zakken door de ondergrens.

Safinia brengt de kalmte van Engelse beleefdheid dikwijls in beeld met een afleidende nervositeit. Gepaard met de alomtegenwoordige melodramatische strijkmuziek lijkt het qua vervreemdende tegenstellingen op scènes uit The Room, maar dan zonder Tommy Wiseau’s oprechtheid. Het zorgt ervoor dat gewichtige zaken als obsessie en psychiatrie flets overkomen, alsof er niks op het spel staat. The Professor and the Madman maakt daarmee onbedoeld scherts van gekkenwerk.

 

9 juli 2019

 

ALLE RECENSIES

Mademoiselle de Joncquières

***
recensie Mademoiselle de Joncquières

Filosoferen over de liefde

door Yordan Coban

Er zijn weinig dingen leuker dan filosoferen over de liefde. Film lijkt het perfecte platvorm hiervoor. Mademoiselle de Joncquières toont ons de vele perspectieven van liefde die haar karakters uitdragen in woord en actie.

De liefde van Madame de La Pommeraye (Cécile de France) en Le marquis des Arcis (Edouard Baer) is idealistisch en zelfzuchtig. Madame de La Pommeraye is een welgestelde weduwe in het achttiende-eeuwse Frankrijk en Le marquis de Arcis is de edelman die haar aanhoudend en uiterst galant probeert te verleiden. Madame speelt graag het spel der verleiding en geeft, na lang het hof gemaakt te zijn, toe aan de avances van de markies.

Mademoiselle de Joncquières

Verlangen
Le marquis des Arcis is een man van hunkering en verlangen die snel verveeld raakt met Madame. Psychoanalyticus Jacques Lacan beschreef dit als de eeuwige leegte die niet gevuld kan worden. De relatie tussen fantasie en op te vullen leegte is een bekend fenomeen dat je ook ziet in grote meesterwerken als Citizen Kane (1941), Vertigo (1958) en La Dolce Vita (1960).

Sigmund Freud stelde dat de liefde van de man het verlangen om te verlangen betreft, en dat de liefde van de vrouw meer gaat over het verlangen begeerd te worden. Deze rolverdeling heeft Denis Didot (filosoof en schrijver van het boek waarop het kostuumdrama is gebaseerd) toebedeeld aan Marquis en Madame.

Marquis stelt aan de met liefdesverdriet gepijnigde Madame voor om vrienden te blijven en raakt verliefd op de mysterieuze Mademoiselle de Joncquières (Alice Isaaz), een kennis van Madame de La Pommeraye. Wat volgt is een spel van jaloezie en afgunst.

Eerder dit jaar liet The Favourite van Yorgos Lanthimos op een bijzonder effectieve en ludieke manier zien hoe de onderdrukte driften van de achttiende-eeuwse adellijke stand tot uiting komen in een spel van hoffelijkheid.

Ook in Barry Lyndon (1974) van Stanley Kubrick zien we goed hoe in de statische etiquette vurige hartstocht zich subtiel aan de oppervlakte toont. Kostuumdrama’s hebben in deze zin dezelfde kuisheid en intrige als die van een highschoolromance. Een ingetogen liefde met de onderdrukking van excessieve uitingen van lust die het sterkst terug te vinden is in The Remains of the Day (1993).

Mademoiselle de Joncquières

Confronterend sprookje
Er zijn vele goede films met expliciete gesprekken over de liefde. De meest tot de verbeelding sprekend zijn Annie Hall (1977) van Woody Allen, de Before-trilogie (1995, 2004 en 2013) van Richard Linklater en Jean-Luc Godards À bout de souffle (1960). Films waarin de karakters zelf reflecteren op hun verliefdheid en relaties in een directe, eerlijke en kwetsbare manier. In Mademoiselle de Joncquières analyseren de karakters hun lust en hartstochten maar missen ze ware zelfkennis om dat wat ze zeggen te eleveren tot iets intiem herkenbaars en betekenisvols. Wel vertelt het de kijker veel over hoe de personages in het leven staan en helpt het ze te begrijpen.

Het verval van hartstochtelijke verliefdheid is een van de moeilijkste dingen aan liefde. De langzaam insluipende afstand tussen twee geliefden moet je volgens Lacan bestrijden met een berusting in een bepaalde mate van eenzaamheid, niet met jaloezie en ontkenning. Liefde is dus een confronterend sprookje, ook in Mademoiselle de Joncquière.

 

18 mei 2019

 

ALLE RECENSIES

Mary Shelley

***
recensie Mary Shelley 

Feministe en vrijdenker avant la lettre

door Alfred Bos

Speelfilm over de tienerjaren van Mary Shelley (geboren Godwin), haar relatie met de dichter Percy Bysshe Shelley en diens vriend Lord Byron, en de wording van haar wereldberoemde roman, Frankenstein.

Het minste wat je van een biopic mag vragen is dat de film zich aan de elementaire feiten houdt. Dat zit wel snor met Mary Shelley, de speelfilm van de Saudi-Arabische regisseur Haifaa Al-Mansour over de schrijfster van een van de beroemdste romans uit de wereldliteratuur, Frankenstein; or, The Modern Prometheus. De beslissende jaren uit het nog jonge leven van de auteur – Shelley was 18 toen ze Frankenstein schreef – en haar omgang met de literaire kopstukken in het Engeland van haar tijd, de vroege negentiende eeuw, worden als kostuumdrama op het filmdoek gebracht.

Mary Shelley

En aan drama geen gebrek in het leven van Mary Shelley. Moeder, filosofe en eerste feministe Mary Wollstonecraft, overleden in het kraambed. Opgevoed door haar vader, de politiek filosoof, uitgever en boekhandelaar William Godwin, in de film vertolkt door Stephen Dillane. Eerste kind, gebaard op haar zeventiende, kort na de geboorte overleden. (Ook haar twee volgende kinderen overleden op zeer jeugdige leeftijd, maar dat valt buiten het kader van de film die stopt na de publicatie van Frankenstein in 1818.)

Daar bleef het niet bij. Affaire met de getrouwde dichter Percy Bysshe Shelley (verdronken in 1822), die tevens haar zus Claire Claremont bezwangerde. Financiële nood. Tegengewerkt door het literaire establishment. Maar ondanks al die tegenslag en misère: succes. Opgevoed als intellectueel en belichaming van de Verlichting, was Mary Shelley de eerste vrouwelijke auteur die via haar pen een onafhankelijk bestaan kon opbouwen.

Verlatingsangst
Als een biopic meer wil zijn van een verfilmde Wikipedia-pagina is het mooi als de film ook iets van een visie op zijn onderwerp heeft, of een andere (nieuwe?) kijk op dat leven biedt. Al-Mansour suggereert dat Shelley’s vrees om emotioneel in de steek te worden gelaten – in haar geval door naaste dierbaren die overlijden – een rol in de schepping van haar wereldberoemde roman heeft gespeeld. Aldus valt Frankenstein niet te lezen als het verhaal van de mens die voor god speelt en leven maakt uit dode materie, maar als de zielsklacht van een schepsel in existentiële nood, bang om afgewezen te worden. Die uitleg is zo gek nog niet; het maakt duidelijk hoeveel diepgang Shelley’s roman heeft en hoe rijk het boek is aan (nog steeds actuele en prangende) ideeën.

Tegenwoordig is Mary Shelley een rolmodel voor jonge vrouwen – ze werd door Percy Shelley ontmaagd op het graf van haar moeder, hoe cool is dat? Dat toont de film dan weer niet – en ze kan worden gezien als een van de eerste moderne denkers, ze was als onafhankelijke geest haar tijd ver vooruit. De kring rond de Engelse dichters uit de periode die in de literatuurgeschiedenis bekend staat als de Romantiek (eind achttiende, begin negentiende eeuw) legde de basis voor de levensvisie en levensstijl van de latere bohemiens in Frankrijk, en, in de twintigste eeuw, de Amerikaanse beatniks. Daar gaat deze film uiteraard niet over, maar iedere hippie, punk of vrijdenker kan zich in Mary Shelley herkennen.

Mary Shelley

Hypocriete vrijdenkers
Deze biopic past dus perfect in het #metoo-tijdperk. De film besteedt relatief weinig aandacht aan de beroemde ontstaansgeschiedenis van Frankenstein: in 1816 geschreven tijdens een verregende vakantie in een villa aan het meer van Genève, waar Mary (Elle Fanning) en Percy (Douglas Booth) te gast waren bij Lord Byron (Tom Sturridge) en diens lijfarts John William Polidori (Ben Hardy); de laatste schreef tijdens die gelegenheid het klassiek geworden vampierverhaal The Vampyre, gepubliceerd op naam van – godbetert – Lord Byron.

Meer aandacht is er voor de emotionele en amoureuze relaties tussen Mary en Percy, en Lord Byron en Mary’s zus Claire Claremont (Bel Powley). Byon wordt neergezet als seksistische narcist (‘vrouwen hebben minder verbeelding dan mannen’) en abjecte philanderer die vrouwen beschouwt als seksspeeltjes. De Romantische dichters mochten zich dan wel vrijdenkers wanen, als het op de vrije liefde aankwam, waren ze traditioneel hypocriet. Laat je niet foppen door de prachtige kostuums. Zoveel is er in tweehonderd jaar ook weer niet veranderd.

 

20 november 2018

 

ALLE RECENSIES

Death of Stalin, The

*****

recensie The Death of Stalin

Dr. Strangelove vermomd als The Godfather

door Alfred Bos

Ensemblefilm met een rolbezetting van topacteurs over de dans om de macht in de USSR, na het overlijden van dictator Josef Stalin. The Death of Stalin is historisch kostuumdrama, maffiafilm en satire in een.

Wanneer Lavrenti Beria, de beul van Stalin en hoofd van de Russische geheime dienst, kwam aanlopen met een bosje bloemen, moest je als vrouw wegduiken. Als de dame – of vaker: het meisje – het boeket aannam, werd ze door hem verkracht. Weigerde ze de attentie, dan werd ze gearresteerd. Of erger. Beria was voor niemand bang, behalve voor zijn mentor, Stalin.

Josef Stalin, geboren Dzjoegasjvili, was een crimineel uit Georgië die banken beroofde en zo de Bolsjewieken hielp hun revolutie te financieren. Als de man van staal transformeerde hij de Sovjet-republiek in moordend (en dat letterlijk) tempo van achterlijk boerenland tot industriële grootmacht. Onder zijn terreur werden miljoenen mensen de dood in gejaagd. Stalin, wiens paranoia niemand deed vertrouwen, regeerde via angst. Onder het mom van zuiveringen waren executies van politieke tegenstanders, trouwe aanhangers en willekeurige burgers routine. Niemand was veilig, zelfs zijn familie niet.

The Death of Stalin

En Stalin zelf ook niet, want na zijn plotselinge dood op 5 maart 1953 zijn de speculaties over moord nooit verstomd. De man van staal – met lamme arm en horrelvoet – was een gangster, aan de top van de Sovjet-macht omringd door gangsters, loerend naar elkaar. Was het Beria, de serieverkrachter die uit Stalins gratie was gevallen? Of Molotov, Stalins voorganger als secretaris-generaal van de communistische partij wiens vrouw op last van Stalin was opgepakt en die nu zelf voor zijn leven vreesde? Of was het gewoon een fatale hersenbloeding?

Zwarte komedie
Over dat gezelschap van machtswellustige, door angst gedreven mannen gaat The Death of Stalin, een zwarte komedie die uit de pen van het Monthy Python-gezelschap had kunnen komen. Scenarist en regisseur Armando Iannucci, de man achter sublieme komedieseries als I’m Alan Partridge en Veep, houdt zich grotendeels aan de historisch feiten, uit respect voor de miljoenen slachtoffers van Stalins terreur. De film is geestig omdat het gegeven, de stoelendans in het machtsvacuüm na de dood van Stalin, zo krankzinnig en angstaanjagend is. Wie zoekt naar een precedent komt uit bij Dr. Strangelove, vermomd als The Godfather.

The Death of Stalin is tegelijk grimmig en hilarisch, geen kleine verdienste. Naast de absurdistische – maar realistische – dialogen is daarvoor verantwoordelijk de voortreffelijke ensemblerolbezetting met Simon Russell Beale als het addergebroed Beria, Michael Palin als de geplaagde intrigant Molotov, Jeffrey Tambor als de ijdeltuit Malenkov, en Steve Buscemi in de rol van hofnar Chroesjtsjov als de voornaamste leden van het Politbureau, aangevuld met Jason Isaacs (testosteronbom maarschalk Zjoekov), Andrea Riseborough (Stalins getraumatiseerde dochter Svetlana) en Richard Friend (Stalins alcoholistische zoon Vasili). Ze spreken eigentijds Engels, zonder namaak-Russisch accent.

Het zijn geen karikaturen maar personages, elk met hun eigen tics. Een onwaarschijnlijk gezelschap van intellectuelen en boeren, bedreven in het overlevingsspel van manipulatie en intrige. De kolderieke scènes rollen vanaf de proloog, fijntjes gesitueerd buiten de kring van Stalin, in hoog tempo over elkaar. Het gesjor met het lijk van de dictator (Adrian McLoughlin), de mist van intrige in en om diens dascha in Koenstevo, de bijeenkomsten en stemmingen van het Politbureau, de verwikkelingen rond Stalins begrafenis die ontaarden in een slachting—het zijn onontwarbare kluwen van surrealisme en dodelijke ernst. Was Iannucci’s debuutfilm In the Loop politieke satire, The Death of Stalin heeft meer dan één register.

The Death of Stalin

Nihilistische portret
Aan de vraag of Stalin werd vermoord en zo ja, door wie, waagt de regisseur zich niet. Het is hem te doen om de immoraliteit van mensen die uit naam van de goede zaak routinematig verraad plegen en moorden. De afloop is bekend: Beria ziet zijn kans schoon, maar Chroesjtsjov weet Stalins opvolger Malenkov tegen hem over te halen en het leger, in de persoon van Zjoekov, zet Beria en diens de geheime dienst buiten spel. “Zo gaan mensen dood, als hun verhaal niet klopt”, aldus Chroesjtsjov.

Ondertussen is The Death of Stalin niet alleen superieure satire, maar ook een film die wijst op de donkere kanten van politiek, op de bewustzijnsvernauwing van een gesloten kaste, op de ongecontroleerde macht die monsters kweekt, de consequenties van institutionele paranoia en op de verloederende werking van nepnieuws en een gescripte werkelijkheid. Een film over de wereld van vandaag dus. De running gag van The Death of Stalin zijn de terloops bevolen executies: “Eerst zijn vrouw en zorg dat hij het ziet, daarna hij.”  Zo’n film is het dus, het nihilistische portret van een nihilistisch systeem. Karl Marx wist het al, na de tragedie herhaalt de geschiedenis zich als farce.
 

1 mei 2018

 
MEER RECENSIES

Love & Friendship

*****

recensie  Love & Friendship

Weduwe op mannenjacht

door Alfred Bos

Voor liefhebbers van kostuumdrama en romantische komedie is de verfilming van een minder bekende (brieven)roman van Jane Austen verplichte kost. Voortreffelijke rolbezetting, puntgave karaktertekening en scherpe dialogen maken een perfecte genrefilm.

Het probleem voor de eenentwintigste-eeuwse lezer met de romans van Jane Austen is wellicht hun tempo. Ze zijn traag: uitgebreide beschrijvingen, lange terzijdes. Maar plak de dialogen achter elkaar en je hebt Shakespeare. Fantastische tweespraken, scherpe humor, diep inzicht in wat mensen drijft. De romans en verhalen van de Britse schrijfster – en grondlegger van de moderne roman – zijn derhalve geknipt voor verfilming.

Love & Friendship

Een ellenlange rij van bewerkingen voor tv-scherm en filmdoek van haar zes romans bewezen het en Love & Friendship, de hilarische verfilming van Austens novelle in briefvorm Lady Susan, onderstreept het wederom: de vertellingen van Jane Austen zijn van alle tijden. Voeg daarbij de laat achttiende-eeuwse setting en een bonte rij van herkenbare karakters (zonder uitzondering vlekkeloos neergezet door een voortreffelijke ensemble cast) en je hebt een kostuumdrama om van te smullen.

Erotische verwikkelingen
Hoewel, drama? Dat zijn Dangerous Liaisons (ook gebaseerd op een brievenroman, van de Franse auteur Chodelos de Laclos) en Kubricks Barry Lyndon. Love & Friendship heeft met die films de historische setting (de pruikentijd), erotische verwikkelingen (wie gaat met wie?) en economisch gewin in amoureuze vermomming (omhoog trouwen) gemeen. Maar een drama is het geenszins, eerder een comedy of manners die speelt in 1794, toen de wereld nog feodaal was en de sociale etiquette van de bezittende klasse byzantijns ingewikkeld.

Dat is de lijst met personages en hun onderlinge familiebanden en vriendschappen ook, maar de Amerikaanse regisseur Whit Stillman, die zich heeft gespecialiseerd in de romcom met sociaal-culturele laag, maakt het glashelder door de veelheid aan karakters te introduceren met portretjes. Zelfs een Asperger-patiënt kan de stoet pruiken en baljurken rond Lady Susan Vernon, een weduwe op mannenjacht, moeiteloos uit elkaar houden.

Love & Friendship

“Feiten zijn vreselijke dingen”
Lady Susan (Kate Beckinsale) zoekt een geschikte huwelijkskandidaat om haar sociale en, vooral, economische status te handhaven. Ze heeft echter onbedoelde concurrentie van haar puberdochter Frederica (Morfydd Clark), die valt voor de man die de geboren intrigante voor zichzelf in gedachten heeft. Als bliksemafleider engageert ze de steenrijke sul – het Engels heeft daarvoor de onovertroffen term fop – Sir James Martin (Tom Bennett). Rond de amoureuze valkuil cirkelen haar schoonfamilie, de Vernons, en aangetrouwde familie De Courcy. Hun beminnelijke zoon Reginald (Xavier Samuel) lijkt een prooi, maar blijkt het aas.

Lady Susan kent geen scrupules, chanteert desgewenst haar beste vriendin en vertrouweling, de Amerikaanse en dus niet-blauwbloedige Alicia Johnson (Chloë Sevigny, achttien jaar na Stillmans klassieke komedie The Last Days of Disco herenigd met Beckinsale), en charmeert een adellijke adonis uit zijn broek, een indiscretie met onvoorziene verwikkelingen. Intrige, list en overspel volgen haar als een schaduw. “Ze is de slang in Eden”, weet haar schoonzus Catherine De Courcy Vernon (Emma Greenwell), die als enige haar machinaties doorziet. “Facts are horrid things”, zucht Lady Susan wanneer haar reputatie dreigt te wankelen.

Deze Iers-Frans-Nederlandse coproductie, waarvan de computerbeelden (voornamelijk straattaferelen) in Amsterdam zijn afgewerkt, weet alle verwikkelingen, zonder overbodige scènes of nodeloze dialoog, in een compacte 92 minuten te vertellen. Aan het slot komt alles goed, behalve voor Sir James Martin dan. En zelfs die is blij. Heerlijke film voor alle gezindten, de zomerhit voor iedereen die moet gapen van superhelden.

 

24 mei 2016

 

MEER RECENSIES

 

Enfants du paradis, Les

****

recensie  Les enfants du paradis

Gedoemde liefdes in Parijs theater

door Cor Oliemeulen

Er is weinig paradijselijks aan Les enfants du paradis, dat direct na de bevrijding van Frankrijk in première ging. Bovendien heeft slechts één kind een rol. Dit meesterwerk van Marcel Carné, volgens sommige critici de beste Franse film ooit, is digitaal gerestaureerd en de komende tijd te bewonderen in een aantal bioscopen.

Het ruim drie uur durende romantische drama uit 1945 speelt zich een eeuw voor die tijd af in het overweldigende Parijse theaterdistrict Boulevard du Temple – in de volksmond Boulevard du Crime, verwijzend naar de vele crimineel getinte melodrama’s die er destijds in de talloze theaters werden opgevoerd. Centraal staat het Funambules-theater waar zich een relatie ontspint tussen een schone dame en vier aanbidders: een acteur, een pantomimespeler, een moordenaar en een graaf.

Recensie Les enfants du paradis

De magie van het theater
De productie was een heuse tour de force, aangezien de film werd opgenomen tijdens de Duitse bezetting, waardoor joodse medewerkers, zoals de decorbouwer, de componist en enkele acteurs, angstvallig verborgen moesten blijven. Toch is niets nagelaten om de toenmalige magische theatersfeer op te roepen. Zo werden alle voorgevels van de boulevard over een afstand van vierhonderd meter minutieus nagebouwd (het grootste decor uit de Franse filmgeschiedenis), een paar duizend uitstekend uitgedoste figuranten opgetrommeld en is de mise-en-scène van begin tot eind oogstrelend.

De tijdgeest is gevangen in een gelaagd scenario met zowel dramatische als frivole gebeurtenissen, uitmondend in krachtige dialogen – sfeerrijk en niet zonder humor op schrift gesteld door dichter Jacques Prévert, die met Les enfants du paradis een Oscar won en zijn jarenlange samenwerking met regisseur Marcel Carné bekroonde. Zonder uitzondering spelen alle acteurs fantastisch en geloofwaardig. Prévert modelleerde drie van zijn hoofdpersonages naar historische figuren, slechts de beminde dame Garance (een rol van Arletty) is fictief.

Allereerst is daar de niet-onsympathieke rokkenjager Frédérick Lemaître (Pierre Brasseur). Hij begon in het volkse Funambules en eindigde als gevierd acteur in de grote theaters. Frédérick is de eerste die Garance in zijn armen mag sluiten, maar omringt zich liever met gemakkelijker knuffelbare meisjes. Pierre-François Lacenaire (Marcel Herrand) was een mislukte dichter, die zich bezighield met criminele activiteiten (in het echte leven zou hij worden geëxecuteerd wegens een dubbele moord) en in Garance slechts een bewonderaar van zijn stoere verhalen vindt. En tenslotte de zachtaardige Baptiste Debureau (Jean-Louis Barrault), die als wit geschminkte mime-artiest furore maakte in Funambules, het theater van zijn vader, en daar zijn hele carrière voor een grote schare fans zou blijven spelen.

Les enfants du paradis

Alleen weelde is niet genoeg
Baptiste wordt verliefd op Garance en Garance op Baptiste, maar zij laat zich wegens dwingende omstandigheden inpalmen door een graaf, met wie zij in weelde gaat leven. Desondanks keert Garance jaren later incognito terug om de inmiddels getrouwde Baptiste weer te kunnen zien. Dat klinkt als een melodrama, en zo eindigt het relaas ook. Hoe tijdloos en universeel de waanzin der liefde ook is, voor de slotactie van Baptiste valt niet heel veel begrip op te brengen.

Baptiste’s beslissing past evenwel in het plaatje van het poëtisch realisme, een filmbeweging waarvan Les enfants du paradis het hoogtepunt en het sluitstuk is: een gestileerde werkelijkheid met marginale karakters die ondanks romantische oplevingen ten onder gaan aan nostalgie, melancholie en fatalisme. Zijn zij – de dame, de acteur, de mimespeler, de moordenaar en de graaf – dan cynisch gezegd de ‘kinderen van het paradijs’? Zoals je wilt, hoewel de filmtitel in eerste instantie refereert naar de tweede ring in het theater, waar volkse toeschouwers dicht op elkaar gepropt voor een paar dubbeltjes op luidruchtige wijze carrières konden maken en breken.

 

12 december 2015

 

MEER RECENSIES

 

Belle

***

recensie  Belle

Tussen liefde en gerechtigheid

door Suzan Groothuis

Brits kostuumdrama gebaseerd op een waargebeurd verhaal, waarin een bastaarddochter in aristocratische kringen opgroeit en een belangrijke rol heeft in de toekomst van de Britse slavernij. Een mix van rechtbank- en liefdesdrama met een hoog moreel gehalte. 

Belle speelt zich af in 1769, toen Groot-Brittannië een koloniaal rijk was en in slaven handelde. We volgen de jonge Dido, bastaarddochter van een hooggeplaatste marineofficier (Matthew Goode) en een Afrikaanse slavin. Na de dood van haar moeder besluit haar vader Dido een goed leven te geven en brengt hij haar onder bij haar aristocratische oom Lord Mansfield (Tom Wilkinson), een van de hoogste rechters van het land. En zo leidt Dido Elizabeth Belle een leven tussen de lage en hoge rangen in: opgevoed als intelligente jongedame op stand, maar een diner met gasten van haar familie zit er niet in. 

Recensie Belle

Als jong meisje staat zij samen met haar nichtje Elizabeth onbezorgd in het leven, spelend op het mooie landgoed in Hampstead. Maar eenmaal verworden tot jongedames komen de onzekerheden op hun pad. Zo is Dido’s familie ervan overtuigd dat geen gentleman haar wil trouwen vanwege haar gemengde ras. Om die reden zoeken ze alleen voor Elizabeth naar een geschikte huwelijkspartner. Dido heeft dan weer als meevaller dat ze een erfenis heeft, terwijl Elizabeth geen rooie cent krijgt van haar vader.

Terug naar de roots
En dan volgt een aantal verwikkelingen: de koppeling van Elizabeth aan de onsympathieke James Ashford, terwijl zijn broer Oliver aandacht heeft voor Dido’s exotische uiterlijk en welbespraaktheid. Maar de racistische, op status gerichte Lady Ashford (Miranda Richardson) moet niets van Dido “she is a mulatto” hebben. Totdat ze erachter komt dat Dido een grote erfenis heeft, in tegenstelling tot Elizabeth. Terwijl een huwelijk tussen Dido en Oliver gearrangeerd wordt, voelt Dido steeds meer voor John Davinier, een student van haar vader. Zijn bevlogenheid en gevoel voor rechtvaardigheid wakkeren haar ware afkomst aan, temeer omdat er een omstreden zaak speelt over slavernij waarover haar oom een uitspraak moet doen. 

Belle

Degelijk maar veilig
Belle is rijk aan vele onderwerpen, waarin buitenstaanderschap, liefde en rechtvaardigheid centrale thema’s vormen. Regisseuse Amma Asante debuteerde met het rauwe lower class  drama A Way of Life (2004) en gooit het met Belle over een heel andere boeg. De film heeft een hoog Jane Austen-gehalte, waarin een bekende cast aan Britse acteurs opduikt en er veel aandacht is voor enscenering en kostuums. Da’s even iets anders dan haar kale speelfilmdebuut waarin de troosteloosheid van het bestaan onder de loep wordt gelegd.

Overeenkomstig met A Way Of Life is het vastberaden vrouwelijke personage, waarin we in Dido (een krachtige vertolking van Gugu Mbatha-Raw) een voorvechtster van mensenrechten zien. Overigens is haar personage niet gespeend van gevatte opmerkingen, zoals “It is not in my repertoire to keep company with beasts” wanneer ze zich in ongewild mannelijk gezelschap bevindt.

Inhoudelijk zal Belle niet veel stof doen opwaaien: het is een typisch geval van ‘playing it safe’, waarin toon, sfeer en drama netjes gedoseerd zijn. Laverend tussen rechtbankdrama (overigens weinig spannend) en liefdesdrama stevent de film op conventionele wijze af op de goede afloop. En laat het geen verrassing zijn dat je die al van verre ziet aankomen.

 

27 juli 2015

 

 

MEER RECENSIES

 

Testament of Youth

***

recensie  Testament of Youth

Vrouw aan het front

door Cor Oliemeulen

De eerste speelfilm waarin we de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog zien door de ogen van een Engelse vrouw. Een technisch vakkundig gemaakt, treurig kostuumdrama met als enige echte verrassing de uitstekende hoofdrol van de Zweedse actrice Alicia Vikander.

Regisseur James Kent duikt graag in het leven van historische figuren (o.a. Mozart en Margaret Thatcher), maar schuwt niet om ook minder bekende, maar niet minder aansprekende, mensen te portretteren. Tot dusver deed hij dat in documentaires en tv-films. Testament of Youth, naar de autobiografische bestseller van de Engelse schrijfster, feministe en later pacifist Vera Brittain, is zijn eerste bioscoopfilm.

Recensie Testament of Youth

Van Oxford naar slagveld
Niet iedereen in Engeland viert het einde van de Eerste Wereldoorlog even uitbundig. Net als de meeste van haar landgenoten heeft Vera (Alicia Vikander) een hoop leed te verwerken. Enkele geliefde personen in haar directe omgeving hebben de verschrikkingen van het slagveld niet overleefd. Mannen, vaak nog jongens, die vol avontuur en plichtsbesef naar Frankrijk vertrokken met de overtuiging de Duitse vijand in korte tijd een kopje kleiner te maken, vielen aan het front, in de loopgraven, onder wapens en mosterdgas.

Ook Vera wil zich niet onbetuigd laten en de oversteek maken, nadat ze in de krant pagina’s vol namen van gesneuvelde landgenoten ziet en zich realiseert dat ook haar geliefde Roland en close broer Edward er zijn gaan vechten tegen ‘de Hun’. Vera is vastbesloten de gewonden te gaan verzorgen, maar haar plan wordt ten zeerste afgekeurd door haar ouders, die er aanvankelijk ook op tegen waren dat Vera wilde gaan studeren. Pa vindt dat Vera beter kan gaan trouwen dan studeren: ‘Vrouwen in Oxford kunnen niet eens een graad krijgen. Het is weggegooid geld.’

Duitse soldaat
Vera’s eigen wil is bewonderenswaardig. Nadat ze op het vasteland in een verpleegstersuniform is gehesen, beschouwen haar leidinggevenden en collega’s Vera in eerste instantie als het welgestelde universiteitsmeisje uit een ivoren toren, maar dit verandert snel als zij zien dat Vera vol overgave de gewonden verzorgt. Vera’s belevingswereld verandert drastisch als zij in een barak met louter zwaargewonde Duitse soldaten moet werken. Hier vindt ze de inspiratie voor haar pacifistische boodschap in haar latere leven. Hoogtepunt van de film is dat Vera de hand van een stervende Duitse soldaat vastpakt en tot hem spreekt alsof zij zijn geliefde is zodat hij vredig zijn laatste adem kan uitblazen.

Het lukt regisseur James Kent om sentimentele valkuilen te vermijden, gesteund door de overtuigende acteerprestatie van Alicia Vikander. In de momenteel nog in de bioscoop draaiende originele sciencefictionthriller Ex Machina speelt zij een bijna emotieloze robot met kunstmatige intelligentie die niets liever wil dan een mens worden. In Testament of Youth kan Vikander juist haar hele scala van emoties tentoonspreiden: geluk, hartstocht, radeloosheid, pijn en vastbeslotenheid.

Recensie Testament of Youth

Van onbezonnenheid naar wanhoop
Vera’s gevoelens worden regelmatig ondersteund door close-ups en sfeerrijke beelden van de omgeving: vanaf haar onbezonnen jeugd als Vera met haar broer en vrienden schaterend ravot in de natuur en zwemt in een meer, tot en met haar wanhoop als Vera buiten in de zompige grond te midden staat van honderden brancards met zwaargewonden en doden terwijl de camera van boven langzaam uitzoomt om de omvangrijkheid van de oorlogswaanzin aan te zetten.

Hoewel Testament of Youth door de ingehouden sensualiteit en het hartverscheurende van het leven qua verhaal en setting beslist authentiek oogt, mankeert het de film gevoelsmatig aan een serieuze intrige zoals in het sterkere romantische oorlogsdrama Atonement (2007). En het feit dat onze protagonist te boek staat als feministe komt slechts tot uiting in Vera’s opvatting dat zij liever gaat studeren dan trouwen, en in de scène waarin de vrouwelijke Oxford-rector haar toevertrouwt dat een vrouw tweemaal zo hard moet studeren dan mannen. Maar ook zonder noemenswaardige verrassingen in het scenario is de filmbiografie de moeite waard.

 

9 juni 2015

 

MEER RECENSIES