Limelight

Limelight (1952)
Zwanenzang van de komiek Chaplin

door Ralph Evers

In Limelight (1952), de zwanenzang van de komiek Charlie Chaplin, speelt hij de rol die hem te goed paste, de clown. Hierdoor verzandt zijn film in het teveel en vergeet hij de climax van zijn carrière achter de coulissen.

Living in the limelight, the universal dream, for those who wish to see.” Oh nee, ik hoef geen Rush te citeren, het is de bedoeling een stuk te schrijven over Chaplins film met dezelfde titel als dat fantastische Rush-nummer.

Limelight

Limelight, Chaplins persoonlijke afscheidsfilm (en zijn laatste Amerikaanse film voordat hij het land ontvluchtte omdat hij daar onterecht als communist werd beschouwd), is een komisch drama met een licht autobiografische insteek (zijn zoon Sydney doet ook mee) waarin Chaplin, ditmaal vermeld als Charles – is hij volwassen geworden? – in de huid van de clown Calvero kruipt.

Timing
Het leven van Calvero lijkt als een kaars in de mist uit te doven. Voorbij zijn de roemrijke jaren waar variététheater en vaudeville volle zalen trokken. Met alcohol en een gespeeld optimisme, behouden uit de rollen van weleer, poogt Calvero zijn leven uit te zitten. Wanneer hij op een dag waggelend thuis komt, ruikt hij iets vreemds. Iets onder m’n zolen? Nee, het is iets anders. Hij ontdekt dat de danseres die op de begane grond woont een poging tot zelfmoord doet, door te slapen bij geopende gaskranen. De grond van dit onheil zit ‘m in financiële zorgen. Calvero treedt op als haar redder en het verhaal kan op gang komen.

De eerste dertig minuten verlopen echter stroef en houterig, de humor zit niet mee, het gebeuren komt veel te traag en oninteressant op gang. Het is als gekookte aardappels zonder zout. Daar komt verandering in wanneer Calvero en later danseres Terry hun levensgeschiedenissen uit de doeken doen. De film wordt hierdoor opgedeeld in eetbare brokken, maar verzandt evenwel in soms eindeloze dialogen die hun punt maar niet willen maken. Enigszins verrassend, omdat je zou verwachten dat aan het eind van zijn carrière Chaplin wel zou weten hoe een film de juiste ritmiek mee te geven. Aan het verhaal is weinig af te dingen, evenmin aan de kwaliteit van de lach en de traan. Een aantal geniale scènes – zoals de piano met een snarenoverschot en groeiende en krimpende benen – daargelaten, voelt het geheel als een onnodig langgerekt geheel, waarbij de encore te lang doorgaat.

Alledaags
Een andere subtiele opvallendheid is de afwezigheid van precies datgene wat voor het voetlicht had moeten treden. Waar eerdere films iconische momenten hebben, zoals de treffende kritiek op de moderne tijd in Modern Times of op tirannen in The Great Dictator met typetjes en een compactheid die veel van Chaplins roem hebben geleverd, verblijft Limelight in de alledaagsheid. Er wordt gesproken over tijden van weleer, van roem, maar het komt maar niet uit de verf in de anthologie die deze film wil zijn. Er wordt soms geraakt aan het contrast van het applaus, de verering door het publiek en een paar minuten later de kille stilte van een lege, geluidloze kleedkamer. Echter eerder als verplicht script dan als doorvoelde ellende.

Limelight

Wat dat betreft heeft de clown Calvero (Chaplin dus) nooit zijn schmink afgedaan. In dit voetlicht bezien klopt het dat het einde te lang doorgaat, omdat de clown geen afscheid wilde nemen, de schaduwkant schuwde. Liever nog een lolletje dan een werkelijk contrapunt aan te brengen. De grootvader die ondanks het familiaire tumult de gezelligheid wil behouden. Het heeft iets tragisch dat Limelight aldus aan de oppervlakte blijft en niet, zelfs niet met humor, wat bovenstaande andere titels wel zo goed lukte, een laagje dieper te komen. Na ruim twee uur dooft het voetlicht en verrast de plotsheid van het einde van een carrière die tot vandaag tot de verbeelding weet te spreken. Zijn we getrakteerd op enkele fijne, grappige, ontroerende maar bovenal gemakkelijke scènes, waar een teveel het afscheid van een grote man hinderde.

 

19 oktober 2021

 

THEMAMAAND CHARLIE CHAPLIN

Woman of Paris, A

A Woman of Paris (1923)
Zoekende Chaplin in drama met conservatieve filmstijl

door Ralph Evers

A Woman of Paris wordt aangekondigd als drama en zonder regisseur Charlie Chaplin zelf. Mocht je komedie verwachten, nee, hier wordt een serieuze poging tot drama betracht.

Blijkbaar was Chaplins naam als komediant al zodanig gevestigd dat een zekere waarschuwing op zijn plek is. Of zou het toch een als grappig bedoelde knipoog zijn? Er zit in deze film, hoewel bedoeld als drama, zeker wel de nodige subtiele humor. A Woman of Paris (1923) is volgens Chaplin de eerste film die ironie en psychologische effecten voor het voetlicht bracht. Iets wat met de technieken van destijds een hele klus zou zijn geweest.

A Woman of Paris

Grote en kleine emoties
De stomme film leende zich vooral voor uitvergrote emoties en grootse handelingen. Horror, slapstick, avontuur zijn genres waar dit gemakkelijk uitvergroot weergegeven kan worden. In A Woman of Paris bedient Chaplin zich weliswaar rijkelijk van grootse emoties, maar richt hij zich juist ook op details en opvolgingen van handelingen en daarmee dus op kleinere emoties om de toeschouwer van subtekst te voorzien. Dat vraagt een oplettendheid die Chaplin bij de intelligentere kijker verwacht en die al gauw daarna gemeengoed werd in de cinematografische taal. De ‘nieuwe’ aanpak van Chaplin leidt er ook toe dat de film voor hedendaagse ogen traag aanvoelt.

Het bevreemdt dan wel dat Chaplin geen gebruikmaakt van meer betekenisvolle decors, belichting en muzikale omlijsting. Over die muziek: hij schreef die zelf en ondanks zijn talenten had hij dit beter uitbesteed. De melodietjes hebben iets stompzinnigs en ontdoen de film van de zwaarte die ze had moeten uitdragen. Op de uitdossing van de hoofdrolspelers is geen cent bezuinigd en de liefhebber van art nouveau waant zich af en toe tussen de modellen van Mucha.

Het is alsof de nadruk op het drama de cinematografische mogelijkheden heeft beknot, hetgeen leidt tot een conservatieve, misschien zelfs saaie filmstijl. De tijdgenoten Häxan en Nosferatu pakken uit met grimmige belichting, sfeerbepalende steunkleuren en onheilspellende muziek. Das Cabinet des Doktor Caligari blinkt uit in maffe, expressionistische decors, maar Chaplin lijkt veel te vast te zijn komen te zitten in zijn poging een serieus drama te willen maken. Waarin hij verhaaltechnisch ook nog eens jammerlijk in faalt.

Prulverhaal
Cinema mocht dan een nog vrij recent kunstmedium zijn, liefdesdrama’s zijn dat bepaald niet. Tevens was Chaplin al geen beginnende filmmaker meer, wat de verwondering oproept waarom hij met een dergelijk prulverhaal op de proppen komt. De stiefvader zou een tiran zijn, maar gedraagt zich voor de tijd waarin de film zich afspeelt zoals verwacht mag worden. Dochters en vrouwen dienen beknot te worden, want kunnen niet voor zichzelf instaan en kunnen gemakkelijk de familie-eer te schande maken.

A Woman of Paris

Door een vooral hilarische samenloop van omstandigheden is haar dorpse liefje, die op zijn beurt weer een tirannieke moeder blijkt te hebben, door nogal heftige familie-omstandigheden niet op het afgesproken tijdstip op het treinstation. Ze zouden samen naar Parijs, waar ze zouden trouwen en oh romantiek, rozenblaadjes en maneschijn. Het loopt anders en het wereldse Parijs transformeert protagonist Marie St. Clair (Edna Purviance) in een wereldse vrouw, die vol afgunst en als temeier gezien wordt door de dorpelingen die ze achterliet, meest prominent in de moeder van haar vroegere liefje.

Een en ander kent een dramatische samenloop van gebeurtenissen en daar Chaplin bekendstond om zijn menselijke, hartverwarmende insteek, eindigt het geheel met een lach en een traan. Maar meest nog met een zucht van opluchting; laten we gauw weer iets van hem bekijken waarmee hij groot werd, slapstick en humor. Juist daarin komt zijn zeggingskracht (en maatschappijkritiek) beter naar voren.

 

6 oktober 2021

 

THEMAMAAND CHARLIE CHAPLIN

Karlovy Vary International Film Festival 2021

Karlovy Vary International Film Festival 2021
Dikke BMW’s en gegil van dames

door Ralph Evers

Na een aantal outdoor-dagen in de prachtige Tsjechische natuur stond als laatste stop voor deze vakantie Karlovy Vary op de lijst. De stad die ook wel bekend is onder zijn Duitse naam Karlsbad en één van de bekendste kuuroordplekken van de wereld is. Grootheden als Goethe, Mozart en Napoleon hebben hier meerdere malen vertoefd en de stad weet je gemakkelijk te verleiden met haar pracht en praal. En met films!

Bij aankomst in de receptie van het hotel waar we verbleven, werd genoemd dat we mooi op tijd waren voor de happening dit weekend: special guest Johnny Depp zou zijn opwachting maken voor diens nieuwe film Minamata. Zonder het te weten, bleken we middenin het filmfestival Karlovy Vary binnengereden te zijn. Daar moesten we toch even gebruik van maken.

Karlovy Vary International Film Festival 2021

Depp en Hawke
Ook in Tsjechië is het een zeikzomer, dus die films kwamen wel goed uit. Na enig zoeken hadden we achterhaald waar we kaartjes konden kopen. Alles wat ons beiden leuk leek, bleek uitverkocht, maar we wisten toch twee interessante films te strikken. Ondertussen hielden we ons op bij hotel Pupp, waar Johnny Depp en Ethan Hawke verbleven, en dat de Bond-liefhebber kent van Casino Royale. Een bezoekje aan dit uiterst luxueuze hotel zat er echter niet in.

Vrijdagmiddag was dan het eerste ‘grote’ moment. Depp had zijn opwachting voor honderden fans waarvan erg veel vrouwen. Hmm. Veel viel er niet te zien getuige de foto, maar de happening had wel iets. Dit is dus wat een filmster doet. Een paar dikke BMW’s met geblindeerde ruiten en een toenemend gegil van de dames. Gretig signeerde hij er op los, zo gretig zelfs dat zijn beveiligers moesten ingrijpen anders zou het programma mogelijk in de soep lopen. Ethan Hawke maakte enkele uren later zijn opwachting voor een handvol groepje mensen vergeleken bij Depp. De regen speelde hier ongetwijfeld een belangrijke (bij)rol.

Ali & Ava

Ali & Ava
De eerste film die we zagen was Ali & Ava van Clio Barnard, bekend van onder andere The Selfish Giant, dat zich eveneens in Bradford afspeelt. Ali en Ava vertegenwoordigen twee verschillende milieus in Bradford. Hij is van Hindoestaanse achtergrond, zij conservatief, traditioneel Engeland. Zij komt uit een getroebleerd huwelijk, zijn huwelijk is al geen scherf beter. Hij houdt er een optimistisch dagelijkse routine op na, maar strijdt regelmatig met zijn demonen in eenzaamheid, wat subtiel en daarmee veel voelbaarder getoond wordt. Het ‘s nachts wakker liggen en het uit zijn dak gaan op zijn muziek.

Ali en Ava treffen elkaar en er bloeit een uit te tekenen romance op, gehinderd door haar kinderen, een zoon met racistische trekken die niets moet hebben van de gekleurde Ali en de onvermijdelijke verzoening en catharsis die gaandeweg tussen moeder, zoon en Ali optreedt. Maar om dit cliché gaat de film niet. Het is juist de naturelheid, de echtheid waarmee de film je hart weet te stelen, te midden van de achterstandswijken van Bradford, en de verschillen gaandeweg te laten verdwijnen.

Hierin vangt Barnard precies die belangrijke details, zoals het wederzijds beïnvloed raken, de aanrakingen en de onzekerheid. Adeel Akhtar (bekend van de cultserie Utopia) en Claire Rushbrook (vooral tv-series) spelen geloofwaardig, breekbaar en gelaagd. Doordat de film nauwelijks aan mooifilmerij doet, vergeet je soms dat je naar acteurs kijkt. Kijk, daarom ga je naar de film, om werkelijk een andere wereld dan de jouwe in te duiken.

La Terra dei Figli

La Terra dei Figli
De tweede film deed dit ook, al was het wel op een volstrekt andere manier. La terra dei figli (‘The land of the sons’) van Claudio Cupellini (de serie Gomorrah en Una Vita Tranquilla) is gebaseerd op de gelijknamige strips van Gipi en verhaalt over een wereld na de apocalypse. Een film die me van het eerste tot het laatste shot met haar eigenaardige, tegenstrijdige en dissonante schoonheid wist te vangen. Met het omineuze openingscitaat: ‘voor de apocalypse werden er boeken vol over geschreven, na de apocalypse geen enkele meer’.

We leren vader en zoon kennen. Vader schrijft dagelijks in zijn notitieboekje, waar de zoon niet in mag lezen. Nu zou dat ook niet gaan, want zoon is, evenals alle andere na de oorlog geboren kinderen, analfabeet. Hun harde leven in de lagune bestaat uit het vangen van vis en zich te weren tegen de onverbiddelijke elementen van de natuur, ondertussen de verschillende clans tevreden houdend. Na enkele dagen geen vis, ziet de vader geen uitweg en moet met de tiran Auringo onderhandeld worden. Niemand blijkt te vertrouwen of erg open te staan voor samenwerking.

Het is dit grimmige mensbeeld, dat vaker in post-apocalyptische films (denk aan The Road) naar voren komt en wat vermoedelijk niet klopt, maar voor de dreiging in de film beter werkt. Er zit aldus veel meer spanning in en ik zou deze film gerust een scifi-horror willen noemen, waarin de beelden en gebeurtenissen gaandeweg onder je huid kruipen. Wat hierin meespeelt is het weergaloze camerawerk en de voortreffelijke, serene, troostende en minimale muzikale ondersteuning.

De film lijkt sterk geïnspireerd door Tarkovski, de camera is vooral op de aarde (of in dit geval het water) gericht en achtereenvolgens zijn er scènes die op Solaris, Ivan’s Kindertijd en Spiegel geïnspireerd zijn. De lagune zelf doet denken aan het Vietnamese Buffalo Boy (‘Mùa len Trâu’). Enfin, na verloop van tijd heeft de zoon de lagune verlaten en met weinig anders dan zijn vaders notitieboek trekt hij de wijde wereld in op zoek naar antwoorden. De kijker blijft getrakteerd op een reeks mistroostige, doch wonderschone verbeeldingen van de apocalypse.

Elke liefhebber van doommetal zou deze film moeten zien. De dreiging is voortdurend aanwezig, de spanningsboog slechts zelden ontspannen. Of het nu het hoge gras is, of een leegstaand huis. Het camerawerk is zodanig dat we als kijker nauwelijks overzicht hebben. We beleven de film grotendeels door de ogen van de zoon. De lelijkheid raakt eenmalig met een prachtig beeldmetafoor doorbroken. In het warme schijnsel van twee brandende kaarsen weet een agressor zich geraakt door de memoires van de vader hetgeen hem terug mens maakt. Het is te hopen dat deze film zijn weg vindt naar de Nederlandse bioscopen.

 

30 augustus 2021

 
MEER FILMFESTIVAL

Sweat

***
recensie Sweat

‘Shiny happy people laughing’

door Ralph Evers

Het Poolse drama Sweat krabt achter de laag foundation van de succesrijke online fitnessfenomenen. Hier overtuigend vertolkt door Magdalena Koleśnik als Sylwia Zając, waarbij de nadruk gaandeweg meer op de schaduwkanten van haar bestaan komt te liggen.

Voor je goed en wel in je bioscoopstoel zit – oh ironie – worden we energiek opgezweept door een wervelende workout van Sylwia, dynamisch, haast stroboscopisch in beeld gebracht, en dienen zich direct een aantal verwachtingen aan je op. Die zitten verborgen in de subtiliteiten in Sylwia’s blik, de klik die ze heeft met haar collega Arkadiusz en het uitzinnige publiek, dat je voorvoelt dat deze film veeleer een nuchterende kijk op het leven van fitnessfenomenen geeft. Het ontbreekt niet aan glimmende Instagram-berichten en steunende, affirmatieve filmfragmenten voor haar fans. Al gauw wordt het te suikerzoet, te oppervlakkig, terwijl je tegelijkertijd leert dat haar sponsoren een onophoudelijk enthousiasme en positivisme verwachten. Laten we hopen dat er niet teveel clichés zich aandienen.

Sweat

De ondraaglijke leegheid van het bestaan
IJdele hoop. Het is in de façade van de glamour – op haast beklemmende wijze en geloofwaardig uitgedragen door Magdalena Koleśnik – die als een onontkoombare leegheid aan je opdringt, met alle uit te spelen clichés. Sweat verzuimt om meer de psychologische diepgang te verkennen en houdt het bij uiterlijke situaties. Dit is problematisch, omdat de dynamiek die de workouts uitstralen niet vertaald worden naar een evenzo dynamisch uitgewerkt verhaal. Het kan een keuze zijn geweest om op deze manier de leegte te benadrukken, maar daarvoor voelt het te gratuit.

Met name Sylwia’s stalker en hoe het met hem zal aflopen, behoren tot de te voorspellen scenario’s. Ook haar familiebezoek bij haar jarige mama valt op voorhand uit te tekenen. Door ook het verhaal te zwenken naar de onvermijdelijke schaduwkanten van een dergelijke online maatschappelijke rol krijgt het geheel iets meer kleur.

Openlijke nepheid
Het is in deze wending dat een nuchterend beeld naar voren komt waaraan je thema’s als moderne slavernij en onvrijheid kunt plakken. Leven in weelde en glamour, mits je wel overdreven enthousiast de producten van je sponsoren blijft aanprijzen. Haar enige kritiek is op plastic producten. Waar ze verwacht wordt emoties als verdriet, angst of boosheid onbestaanbaar te laten lijken, hetgeen haar niet lukt. En waar ze een uitgekiend dieet erop nahoudt, wat de filmmakers de gelegenheid geeft om de eenzaamheid – waar het verhaal mede omdraait – uit te vergroten.

De vraag die vooral interesseert is: waarom werkt dit, waarom trappen zoveel mensen in zoveel – plastic is fantastic – openlijke nepheid? Een vraag die niet beantwoord wordt, terwijl het eveneens Sylwia’s verlangen is om meer intimiteit te ervaren, de valuta die ze betaalt om voortdurend te mogen schitteren. Ze breekt uit deze gouden kooi in de hoop minder slaaf en meer vrij te zijn, maar haar omgeving zit daar niet op te wachten. Vanuit dit perspectief biedt de film opnieuw voorspelbare kritiek op het neergezette fenomeen.

 

12 augustus 2021

 

ALLE RECENSIES

I Never Cry

****
recensie I Never Cry

Grijze odyssee

door Ralph Evers

Er staat veel op het spel wanneer Ola voor de zoveelste keer haar rijexamen heeft. De spanning is te snijden en raakt oververhit in een grauw bewolkt Polen. Een subtiele hint naar het rauwe bestaan wanneer het leven een paar keer tegenzit.

Regisseur en schrijver Piotr Domalewski weeft op realistische wijze een hedendaags drama rondom een paar ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen. Ola staat aan de vooravond van haar volwassenheid en haar vader, die naar Ierland geëmigreerd is als arbeidskracht, heeft haar een auto beloofd. Op voorwaarde dat ze haar rijbewijs zou halen. Een auto betekent in Polen zoveel als bewegingsvrijheid. Je komt nog eens ergens. Voor Ola idem dito. Haar rijbewijs haalt ze echter niet, want de rijstijl in het land laat nogal eens te wensen over. De examinator grijpt in en de situatie loopt uit de hand.

I Never Cry (Jak Najdalej Stąd)

Het zijn kleine gebeurtenissen, die in de penibele situatie waarin Ola en haar moeder en gehandicapte broer zich bevinden, grote gevolgen hebben. Ze moet het nieuws met haar vader delen en zo snel mogelijk een nieuwe examenpoging regelen, maar dan komen er wat onalledaagse berichten binnen die haar doen besluiten naar Ierland af te reizen, omdat zij de enige thuis is die Engels spreekt.

Telemachus
Telemachus is de zoon van Odysseus, die er na 20 jaar op uit trekt om zijn vader te zoeken. Ola is de vrouwelijke equivalent hiervan wanneer ze na de plotselinge radiostilte van haar ´verloren´ vader naar Ierland vertrekt om hem op te zoeken. De heroïek die hierin zou kunnen liggen, laat regisseur Domalewski volledig achterwege, hetgeen het realisme van de film vergroot.

Hoewel I Never Cry (Jak Najdalej Stąd) uitgebracht wordt als komedie/drama, is de komedie vooral subtiel. Als smaakmaker verborgen in menselijk leed. In de ernst zit vaak iets komisch verborgen en jongvolwassenen hebben zo hun manieren die af en toe een lach op het gezicht toveren. Met de immer grauwe luchten, zowel in Polen als in Ierland, ligt het accent sterker op het drama.

I Never Cry (Jak Najdalej Stąd)

Ola stapt in een wereld waarin de lichamen van arbeidsmigranten gecommodificeerd zijn. De vele Polen, maar ook andere werklieden uit lagelonenlanden zijn geobjectiveerd tot kostenpost. Het onheil dat haar vader overkomen is, blijkt bureaucratisch nooit gebeurd te zijn. Ergo, ze heeft niets te halen, nergens recht op en is een vervelende sta-in-de-weg. Welkom in de schaduw van de Europese Unie! Ola’s vastberadenheid en onverschrokkenheid pogen wat licht op deze grimmige realiteit te doen schijnen. Op een enkele zonsopgang in Ierland na, houdt de film het zonlicht effectief buiten beeld.

Vrijheid
Gaandeweg daagt het besef bij Ola dat er meer is dan alleen de beloofde auto van haar vader. Tegenover een wereld die zich vooral uitdrukt in geld – een kader dat ons allen maar al te bekend voorkomt – groeit een dieper verlangen. Wie was haar vader? Ze leert zijn collega’s kennen, die filmpjes van hem delen. Ze leert later een vriendin kennen, die in een parallelwereld als Ola leeft. Wanneer ze uiteindelijk het geld vindt dat haar vader voor haar auto gespaard had, is er reeds zoveel gebeurd dat dit geld in een heel nieuw perspectief is komen te staan. Kiest ze voor dezelfde route of slaat ze een andere weg in? Het is hierin dat deze film een hoopgevend slot kent: de werkelijke vrijheid van de mens zit hem in de keuzen die hij of zij kan maken, het uit de gebaande paden stappen. Ola’s keuze krijgt een extra accent door het eindelijke doorbreken van de zon. 

 

8 augustus 2021

 

ALLE RECENSIES

De bruit et de fureur

****
IFFR Unleashed – 2003: De bruit et de fureur
Eros en Thanatos

door Ralph Evers

De bruit et de fureur (1987) van Jean-Claude Brisseau is overrijp aan Bijbelse symboliek en maatschappelijke keuzen. De strijd tussen het goede en het kwade, orde of chaos, het schone of het lelijke, het komt in velerlei gezichten terug tegen een decor van een sociaal drama.

Blood hath been shed ‘ere now, i’ the olden time, ‘Ere human statute purged the gentle weal”, Macbeth, Shakespeare. Met dit citaat opent de film. Bloed is vergoten hier nu, in de oude tijd, Hier is het menselijke statuut op zachte wijze gezuiverd. Macbeth, een verhaal van verval en tirannie. Wat zal deze film ons brengen?

De bruit et de fureur

Troost
We bevinden ons in een voorstad van Parijs, midden jaren 80, waar de door zijn ouders in de steek gelaten Bruno (13) een onderkomen zoekt in een anonieme flat. Hij wandelt met zijn koffer en vogelkooi met kanarie Superman de flat binnen waar de lift niet werkt en een kwajongen deurmatten in de fik steekt. Wie verhaal komt halen bij diens vader krijgt geweld als antwoord. Het appartement waarin Bruno zijn intrek neemt, is opgeleukt met een welkomstvlag van moeder, maar ademt vooral leegte en kilte.

De enige troost voor Bruno naast Superman is een mysterieuze engelachtige verschijning die in koel blauw licht ‘s avonds in zijn appartement tevoorschijn komt. Zij lijkt in haar naaktheid een ongewone tederheid, vrijheid en een droom van vrijheid te tonen. Kwetsbaarheden waar in de zielloze nieuwe omgeving van Bruno geen plek is. Naarmate de film vordert, zal het de kijker opvallen dat het gewone leven, zelfs de idee van een stad met haar winkeltjes, drukke straten en levendigheid absent blijken.

De tweede belangrijke plek waar deze film zich afspeelt is in de klas. Hier raakt Bruno bevriend met met Jean-Roger Rophy. De jongen die we in het begin deurmatten in de fik zagen steken, blijkt in de klas degene die chaos sticht en ermee wegkomt. Diens vader is al weinig beter, want hij dreigt met geweld naar medeflatbewoners en diens oom in huis verdrijft de verveling met geweerschoten. Jean-Roger neemt Bruno op sleeptouw met tal van kwajongensstreken, die al gauw van kwaad tot erger gaan.

Wereld zonder sturing
De weinigen die een rem hierop kunnen zetten zijn afwezig (ouders), niet opgewassen tegen zijn brutaliteit (de lerares), onverschillig en onmachtig (de schoolleiding die de situatie bagatelliseert en de sociale werker die met de dood wordt bedreigd) of gewoon uit slechter hout gesneden (de vader van Jean-Roger). Een wereld zonder ouderlijke sturing en grenzen lijkt misschien wel vrij en cool, maar ontaardt in een geweldsorgie. De tegenhanger van deze bandeloosheid is Superman, die in het kooitje rondfladdert en door Bruno gekoesterd wordt . Wanneer Superman weet te ontsnappen, verschijnt de mysterieuze vrouw, ditmaal met roofvogel op haar schouder, die hem zijn kanarie teruggeeft. De tekenen zijn helder.

De bruit et de fureur

Zo zit de film boordevol verwijzingen en symbolen, die een genot zijn voor een goed nagesprek. Zou de relatie tussen Jean-Roger en zijn oudere broer Thierry – diens tegenhanger omdat hij wel onderdeel van de maatschappij wil zijn, hetgeen vader afdoet als kiezen voor een leven van slavernij – zijn te interpreteren als het verhaal van Kaïn en Abel? Hoe vader zich ook opstelt, Thierry blijft waardering zoeken. We komen ook het symbool van de omkering tegen: de politie die zich terugtrekt en jeugdgangs die geleid worden door vrouwen die mannen onder druk zetten. De gekooide vogel en de vrije roofvogel spreken voor zich. Door de symboliek, beeldtaal en verwijzingen heen wordt duidelijk dat Jean-Claude Brisseau zich etaleert als maatschappijcriticus.

Anarchie
Hoewel de film met zijn eighties-look gedateerd aanvoelt, is deze aan de andere kant nog altijd actueel. De meeste karakters kenmerken zich door gebrek. Gebrek aan moreel besef, gebrek aan basale kennis van de wereld, gebrek aan gezag, grenzen en orde geleid door dierlijke instincten. Hierin klinkt door een echo van Dostojevski’s Gebroeders Karamazow: ‘als God dood is, is alles geoorloofd’.

In zo’n nihilistische context sluit de film af in een geweldsorgie, die werkelijke catharsis ontbeert. Waarmee de regisseur maar wil zeggen dat grenzeloze vrijheid misschien wel bevrijdend en zelfs cool lijkt, maar uiteindelijk tot anarchie en totalitarisme leidt. Dit laatste wordt een aantal maal met sprekende voorbeelden naar voren geschoven in De bruit et de fureur. Totalitarisme is niet alleen het kwaad van enkele potentaten, maar ook het wegkijken van diegenen die een verschil hadden kunnen maken en het kwaad daarmee vrij spel geven. Zoals de schoolleiding die het gevaar van Jean-Roger bagatelliseert en de lerares niet bijvalt. Een vader die de problemen in zijn gezin en wereld met geweld poogt op te lossen en dit – daar is de omkering weer – op een harde, doch ironische, wijze moet bekopen.

In de liefdeloze wereld van Bruno lijkt er uiteindelijk maar één zuivering mogelijk, in de hoop dat er een plek komt waar wel medemenselijkheid te vinden is.

Deze film is bij het jarige IFFR online te zien tot en met 26 mei 2021.

14 april 2021


ALLE RECENSIES 50 JAAR IFFR

Kaboom Animation Festival 2021 – Preview

333 films uit 53 landen 6 dagen online
Nieuwe kans Kaboom Animation Festival

door Ralph Evers

Het Holland Animatie Film Festival (HAFF) en KLIK Amsterdam Animation Festival zijn in 2019 samen opgegaan in Kaboom. De tweede editie vorig jaar ging niet door vanwege corona, maar wordt dit jaar wel gehouden. Online, van woensdag 31 maart tot en met paasmaandag 5 april, met maar liefst 333 films uit 53 landen. In deze voorbeschouwing drie blikvangers uit het programma: On-Gaku, My Favorite War en Mosley.

 

On-Gaku

On-Gaku Niet knokken maar muziek maken
Deze Japanner is vooral maf met droge humor op zijn Fins, zoals je bij de personages in de films van Aki Kaurismäki tegenkomt. In On-Goku komt ook de liefde voor rock-’n-’roll naar voren, al kiest regisseur Kenji Iwaisawa meer voor seventies progrock. Want in één van de lijpste scènes zien we Tarkus een loden zeppelin neerknallen, terwijl de bekendste koe uit begin jaren zeventig verdwaasd om zich heen kijkt en een lokale folkmuzikant nog maar even door het buizenstelsel gezogen wordt, wat voor de kenners van Mike Oldfield maar al te bekend voorkomt. Voor we echter in deze psychedelica terechtkomen, hebben we wat vervreemdende minuten achter ons.

Kenji, de protagonist in deze met rotoscoop gemaakte animatie, is een verveelde adolescent die samen met zijn vrienden zijn tijd wat doorbrengt door op te scheppen tegen het naïeve meisje Aya, die hen steevast de drie musketiers noemt. Kenji zal wel even in de nabijgelegen wijk herrie schoppen door wat punkers mores te leren. Een en ander loopt anders wanneer Kenji bij een schermutseling op straat een basgitaar in handen krijgt. Het knokken wordt ingeruild voor muziek maken. Geen idee hebbende echter wat het verschil is tussen gitaar en basgitaar eindigt hij met twee basgitaren en een uiterst minimaal drumstel. Het enthousiasme is er niet minder om en al snel vormen ze een band, wat nieuwe mogelijkheden tot wedijver schept. De gitarist van een lokale folkband raakt echter betovert door ze en organiseert een rockfestival, waar Kenji’s band met een verrassende twist de show steelt.

De animatie doet simplistisch, doch doeltreffend aan. Het verhaal is naïef, maf, traag, onderkoeld en grappig. Mits je van deze stijl van humor houdt.

 

My Favorite War

My Favorite War – Ontwaken uit corrumperend systeem
Zo droog als On-Gaku is, zo zwaar is My Favorite War van de Letse documentairemaakster Ilze Burkovska Jacobson. Met een aanvankelijk idyllisch beginnende film reconstrueert ze de geschiedenis van haar familie ten tijde van nazibezetting en Sovjetterreur. Middels animatie reanimeert ze de vergeten geschiedenissen, de verhalen van de anonieme burgers in kleine stadjes op het Letse platteland, die ze afwisselt met archiefmateriaal uit die tijd. Haar coming of age verwerkt ze als rode draad door haar documentaire, afgezet tegen de verhalen van haar ouders en grootouders. Met het ouder worden begint ze pas te beseffen hoe de hersenspoeling van het communistische regime werkt en dat elk individu een schakel in dit mens ontwaardende systeem is. Haar ontwaken en de schaamte die ze voelt bij het passief medeplichtig zijn aan een corrumperend systeem trekt ze aan het slot naar een groter kader, wanneer ze het leven als een rivier voorstelt waar de bordkartonnen diepgang van de demagogen van de twintigste en eenentwintigste eeuw in het water krachteloos verweken en verdrinken.

Een diepere filosofische beschouwing die My Favorite War oproept, is enerzijds de hang van de mens om in een verhaal te leven en dit mede te creëren, in het geval van de filmmaakster vrij letterlijk in haar verlangen journalist te worden. Anderzijds het gevaar van verhalen, want ze onttrekken gemakkelijk de schaduwkanten en versimpelen de complexere alledaagse werkelijkheid. Een essentieel aspect dat voor potentaten goud is en door de geschiedenis heen tot allerlei humanitaire rampen heeft gezorgd. De waarschuwing in deze film is dan ook om je te midden van ieder systeem hiervan gewaar te worden en waar nodig en mogelijk in verzet te komen.

 

Mosley

Mosley – Platgetreden animatiestijl
Het Nieuw-Zeelandse Mosley richt zich vooral op het jongere publiek en moet het hebben van de inmiddels platgetreden animatiestijl vooral bekend van de grote Amerikaanse studio’s. Mijn kritiek daarop is inmiddels een vastgelopen langspeelplaat. Animatie is het filmmedium bij uitstek om te toveren, te experimenteren of met sferen te spelen en de dertien in een dozijn producties ontberen al deze speelse, verrijkende mogelijkheden. Mosley zal voor kinderen nog wel werken – die kun je ook talloze keren dezelfde aflevering van Shaun the Sheep of Barbapapa voorschotelen – vervelen doet het hen niet, maar voor ouders is er weinig sprankeling in Mosley

De verhaallijn laat zich uittekenen als een speech van Wilders over de islam, zij het zonder de schofferingen (behalve op je verwonderingsvermogens). Tel daarbij op een gebrek aan humor en wat goedkoop sentiment en je moet wel van je kinderen houden om deze film uit te kunnen zitten. Ondergetekende is het derhalve dan ook ontgaan waarom deze film gemaakt is, behalve om kinderen nog weer eens een aloud verhaal voor te kunnen schotelen.

Kijk hier het programma van de tweede editie van het Kaboom Animation Festival.

 

27 maart 2021

 
MEER FILMFESTIVAL

Terugblik filmjaar 2020 – Deel 4: Escapisme kunnen we wel gebruiken

Terugblik filmjaar 2020 – Deel 4:
Escapisme kunnen we wel gebruiken

door Ralph Evers

Mijn bioscoopbezoek was al niet om over naar huis te schrijven en stortte dus in maart in. Van de weinige films die ik zag in de bios heb ik erg genoten van De beentjes van Sint-Hildegard met een glansrol van Herman Finkers. Gortdroog, alledaags drama en af en toe wat levenswijsheden, nuchter en simpel, zodat de film ook nergens zwaar hoeft te worden.

De beentjes van Sint-Hildegard

De beentjes van Sint-Hildegard

Verder zag ik het indrukwekkende 1917 begin dit jaar. Een film die uitblinkt door z’n surreële scènes, die zo uit Jeroen Bosch’ hel zijn overgenomen. Het lichtkogelfestijn boven een geruïneerde stad bedoel ik dan. Later zag ik Tenet ook in de bioscoop, hetgeen als een privilege aanvoelt dit jaar. Een film, die zoals gebruikelijk bij Nolan, onderhoudend, intelligent, indrukwekkend en… een beetje tegenviel. Misschien een film die je vaker moet zien om ‘m door te krijgen, maar de impact die Interstellar maakte, heeft hij al een aantal keer verzuimd.

Pun Mjesec
Cineville was de filmliefhebber genadig door enkele filmfestivals te vertonen, waar ik het sterke Pun Mjesec uit Bosnië-Herzegovina zag (op het Eastern Neighbours Film Festival, ENFF). Op het eerste gezicht een middle-of-the-roadfilm, maar de echtheid van de karakters en de rauwheid van de realiteit zuigen je helemaal de situatie van de personages in, waarmee de film uitermate voldoet aan soms noodzakelijk escapisme.

Want escapisme kunnen we af en toe wel gebruiken. Eén relatief ongevaarlijk virus en het halve land is de weg kwijt. Wappies en aluhoedjes trachten internet, de videokanalen en sociale media te gijzelen met meer onzin dan Michael Bay in z’n hele Transformersfranchise erdoorheen heeft weten te persen. Ik heb liever tig miljoen coaches tijdens het WK Voetbal, dan allerlei zogenaamde, nimmer twijfelende virus-experts. Daar is nog een documentaire over verschenen, The Social Dilemma. Wel aardig, maar voelde ook als een schoonpraten van het eigen straatje door de mensen die in de eerste plaats al die algoritmische ellende veroorzaakt hebben. Nu ze ‘ontwaakt’ zijn uit eigen nachtmerrie komen ze met een goed gekleed, minimalistisch mea culpa. Beetje laat mannen.

Peaky Blinders

Peaky Blinders

Peaky Blinders
Wat bracht de lockdown verder qua filmvertier, of liever ‘thuisbioscoop’-vertier? De trilogie van Satyajit Ray eens kunnen bekijken. Toch een heel andere beeldtaal en vertelstijl dan we vandaag de dag gewend zijn. Sátántangó van Béla Tarr (begin volgend jaar schrijf ik daarover een stuk bij het verschijnen van de 4K-restauratie) kon ook weer eens gekeken worden en ik ontdekte tal van goede series op Netflix, die eens gebinged konden worden. Peaky Blinders staat qua serie dit jaar op 1.

En verder, tja, was er genoeg tijd ons leven te overdenken, zeker toen mijn werk even stilviel in april. Toen kwamen andere bezigheden naar voren. Talloze podcasts tijdens wandelingen, mijn stad beter leren kennen, een thuisstudio gebouwd en daarmee het musiceren en componeren ook weer eens opgepakt. Er is een heel leven naast de waan van de dag en de escapistische wereld van het grote doek. Toch hoop ik dat we in 2021 ons gezonde verstand en onze nuchterheid weer wat terug kunnen vinden en er weer meer bewegingsvrijheid mag zijn.

 

27 december 2020

 

Terugblik filmjaar 2020 – Deel 1: Het jaar van de vrouw
Terugblik filmjaar 2020 – Deel 2: Beste lezer, over 25 jaar…
Terugblik filmjaar 2020 – Deel 3: Film op rantsoen
Terugblik filmjaar 2020 – Deel 5: Gecontroleerd uitrazen
Terugblik filmjaar 2020 – Deel 6: Herwaardering collectieve ervaring
Terugblik filmjaar 2020 – Deel 7: Blikvangers en donkere spiegels
Terugblik filmjaar 2020 – Deel 8: Vijf films die ik voor het eerst zag

One Day

**
recensie One Day

Vleesch noch visch

door Ralph Evers

Het Hongaarse drama One Day (Egy nap) wordt aangekondigd als alledaagse beslommering van een vrouw, die de tijd ontbeert de voor haar werkelijk belangrijke vragen te stellen.

Best nog een interessant uitgangspunt voor een arthousefilm. De Oost-Europeanen hebben een langere, rijkere traditie met het menselijk lijden dan de meer gefortuneerde West-Europeanen, die reeds lange tijd in vrede en financiële voorspoed leven. Daarnaast weten ze wel raad met trage film en existentiële thematiek. Al gauw doet zich een associatie met een Roemeense filmmaker aan, Cristi Puiu, bekend van Sieranevada uit 2016. Deze film kenmerkt zich door een dicht op de huid gefilmde uiteenzetting van een familie die over het een en ander ruziet, keuvelt, twijfelt, van mening verschilt en zo meer. Wat die film zo interessant maakt is dat, ondanks de enorme alledaagsheid en ondraaglijke lichtheid van het bestaan, je als kijker aanwezig bent. Alsof Puiu je een stoel aanbiedt en je aan tafel laat meegenieten (of ergeren) aan al dat familieleed. Leed dat juist door haar overbekendheid, op een vreemde manier zo aantrekkelijk is. Uiteraard speelt Puiu’s talent hierin een grote rol.

 One Day (Egy nap)

Afstand
Datzelfde is op de keper beschouwd ook wat One Day doet. Een film dicht op de huid van hoofdpersoon Anna geschoten. Zij, een moeder van drie kinderen, met een man die wat afwezig, goeiig en licht overspelig is en een baan als lerares Italiaans, waar de nodige schermutselingetjes spelen. Alles bij elkaar opgeteld voldoende om een burn-out of een ongemakkelijke hoeveelheid stress te veroorzaken. Zsófia Szamosi, de actrice die Anna speelt, doet dit met veel overtuigingskracht.

De film komt, mede door het eveneens goede acteerspel van de kinderen, zeer realistisch over en toch wringt er iets. Waar Puiu je een stoel aanbiedt en je deelgenoot maakt van een familietragedie, houdt regisseuse Zsófia Szilágyi afstand. Ergens kloppend, omdat Anna een wat afstandelijke vrouw is, iemand voor wie je niet gemakkelijk sympathie hebt, maar Szilágyi overdrijft. Tel daarbij op de onnavolgbare keuzes van de cameraman, die het geheel wat gezapig in kader brengt en je hebt een film die een aanslag op je aandacht doet, waarmee hij zichzelf te kort doet.

 One Day (Egy nap)

Vlak
De kunst is om hetgeen je vertellen wilt zo te verstoppen in je verhaal dat iedereen er iets eigens uit kan halen. Dat is altijd beter dan wanneer je er dik bovenop legt wat je wilt overbrengen. Disney is daar sterk in en een belangrijke reden waarom bovengetekende altijd maagklachten krijgt van dergelijke films.

De andere kant is dat je een karakterschets geeft van wat je als kijker te wachten staat en uiteindelijk verzuimt datgene te bieden. Ja, we zien Anna worstelen met haar bestaan, de opvoeding van drie kinderen, de eisen die het leven aan ouders stelt en de tol die alledaags menselijk leed van ons vraagt. Echter, door de afstandelijkheid waarmee het gebracht wordt en het niet op gang komen van enige waarlijk dramatische ontwikkeling is het alsof je hebt gekeken naar hoe water langzaam aan de kook komt. Dan zijn de 99 minuten die deze film duurt toch erg mager en flets bestede tijd. Jammer voor de kijker, jammer voor het talent dat in de film rondloopt en jammer voor de verwachtingen, want ze kunnen het wel degelijk, daar in Hongarije!

 

16 augustus 2020

 

ALLE RECENSIES

Beanpole

****
recensie Beanpole

Meedogenloos leed

door Ralph Evers

Terwijl Leningrad herstellende is van een vreselijke oorlogstijd, zoeken de vriendinnen Masha en Iya troost en uitzicht bij elkaar. 

Als er één stad geleden heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog is het wel Leningrad. De stad (tegenwoordig Sint-Petersburg) werd geteisterd door strenge winters en een aanhoudende hongersnood, die vele duizenden slachtoffers maakte. De trotse cultuurstad heeft met zijn noordelijke ligging een aanzienlijk nadeel tijdens bezettingen. Wanneer de eerste herfst na de oorlog aanbreekt, leren we Iya en Masha kennen. Beiden streden aan het front: Masha is zelfs tot aan Berlijn doorgestoten. Iya keerde terug met shellshock-symptomen, uitende in een vorm van epilepsie. Haar lichaam schokt en verstijft, haar ogen zijn leeg, als in een absence. Iya is zuinig met woorden en moet niet teveel mensen om zich heen hebben. Masha daarentegen lijkt vooral behoefte te hebben aan afleiding, dansen, uitgaan en behoudt afstand tussen de wereld en haar gevoelsleven.

Beanpole

Het lijkt er vooral op dat hun lichamen wedergekeerd zijn uit de oorlog, hun ziel is vooralsnog niet terug. Een schrijnend voorbeeld hiervan is wanneer Masha’s zoontje Pashka door een tragisch lotgeval met Iya komt te overlijden. Het lijkt haar nauwelijks te raken. In plaats van geraakt te zijn door dit immense verdriet is haar reactie zoals je die wel vaker ziet: dierbare dood? Neuken! Eros en Thanatos zitten knus naast elkaar op de sofa film te kijken en waar nodig te seksen. Take Me Somewhere Nice en Antichrist kenden ook een dergelijke reflex.

De ondraaglijke traagheid van de ellende
Wat de film gemeen heeft met Kantemir Balagovs eerste speelfilm Tesnota is het tempo. In Tesnota staat een ontvoering van twee Joodse mensen centraal tegen een achtergrond van financiële instabiliteit, religieuze conflicten en de worsteling van de jongere generatie met de oudere, traditionele generatie. In Beanpole (Dylda) is het sociale conflict vervangen door persoonlijke tragedies, tegen een achtergrond van collectieve ellende. Beide films hebben gemeen dat het tempo laag is.

Soms werkt dat wanneer er meer gezegd wordt door de context – de gezichtsuitdrukking en lichaamshouding (zoals lege ogen of een breekbaar lijf – maar niet altijd. De jonge Balagov (hij is pas 28) heeft nog te zoeken naar een afgestemde balans tussen tempo en emotie. Zowel in Tesnota als in Beanpole heeft de traagte nogal eens het effect dat je onthecht raakt van wat de mensen overkomt. Vermoedelijk het laatste wat de regisseur voor ogen heeft in het vertellen van dit aangrijpende verhaal.

Stijl
Wat opvalt aan Beanpole is de duidelijke keuze voor stijl. Ofwel een gouden, ofwel een gele gloed die over de film hangt, met daarbij de kleuren rood en groen opvallend aanwezig. Iya is veelal in het groen gekleed, een kleur die onder andere samenhangt met het nieuwe, frisse, jonge. Het gebruik van kleur en licht doet regelmatig denken aan de schilderkunst van Johannes Vermeer (zoals het beeld van Iya met hoofddoek in een keuken), Rembrandt van Rijn en bovenal Gerrit van Honthorst (een Caravaggist die speelde met kaarslicht zoals in zijn schilderij De Koppelaarster. Een stijl die chiaroscuro genoemd wordt).

Beanpole

Volgens Balagov is het gebruik van kleur voor de hand liggend. Uit de vele dagboeken die hij las om de film vorm te geven, kwam telkens naar voren dat – ondanks de akelige omstandigheden waarin de mensen zich bevonden – ze omringd werden door kleuren, die enige troost en sereniteit geven. En inderdaad in de film werken de kleuren schoonheidsbevorderend en geven de omgeving soms dat beetje extra verbeeldingskracht, zodat je als kijker wat kunt ontsnappen aan de ellende.

Waarom kijken?
Want grote kans dat je na het zien van deze film een bezwaard gemoed overhoudt. Het roept de vraag op waarom je hier naartoe zou gaan. De film is eigenzinnig genoeg, anders dan je gewend bent en toont een rauwheid die zelfs een onafhankelijke filmstudio en filmmaker uit bijvoorbeeld de Verenigde Staten niet gauw zou maken. Hoewel de film eindigt met een greintje verlossing (die in sommige onafhankelijke films uit de VS of Denemarken achterwege blijft, als een puberaal statement of iets dergelijks, zoals in Adam Wingards You’re Next of Von Triers The House That Jack Built) blijven de heftige gebeurtenissen, zoals de dood van Pashka, je nog lang bij.

Dit plus de bij tijden onnodige traagheid maakt Beanpole geen gemakkelijke zit. Dit Russische oorlogsdrama, met voldoende oogstrelende scènes, is in ieder geval wel gedurfd.

 

17 februari 2020

 

ALLE RECENSIES