Gangster, the Cop, the Devil, The

***
recensie The Gangster, the Cop, the Devil

Hectische hindernisbaan

door Sjoerd van Wijk

In The Gangster, the Cop, the Devil is de wereld als een hindernisbaan waar hard optreden loont. Dat gaat gepaard met een hectiek, die soms geestig is en dan weer desoriënterend. 

Boeventronies en gefrustreerde politierechercheurs lijken een anonieme Koreaanse stad exclusief te bevolken. Een psychopathische seriemoordenaar teistert deze plaats met uitgekiende slachtpartijen. Er valt dermate geen land met hem te bezeilen dat het de brute gangsterbaas Jang Dong-soo (Ma Dong-seok) enigszins sympathiek maakt. Deze overleeft namelijk als enige een aanval van de moordenaar en is vastberaden wraak te nemen. Aan de andere kant wil verbitterde rechercheur Jung Tae-suk (Kim Mu-yeol) dolgraag deze moordenaar vangen omwille van de gerechtigheid. De boef en de smeris voelen zich genoodzaakt samen te werken ondanks hun verschillen. Met de deal dat wie het eerst de moordenaar pakt, die het eerst maalt.

The Gangster, the Cop, the Devil

Geestige klopjacht
Naarmate het net zich sluit stijgt de hectiek, onder andere doordat Dong-soo middenin een bendeoorlog zit. De steeds verder opvoerende klopjacht bezit daarbij af en toe iets geestigs. Met name in de opmars naar de samenwerking toe werken de frustraties komisch, als Tae-suk onderweg naar plaats van delict uit frustratie een andere arrestant meezeult op diens motorfiets. En de rivaliteit tussen boef en smeris zorgt voor de nodige kwinkslagen om elkaar te slim af te zijn.

Ondanks de sadistische trekjes bij het geweld bagatelliseert de humor de grofheden niet. En Dong-seok maakt Dong-soo zowel innemend als imposant, waardoor zijn rechtdoorzee missie net zo begrijpelijk is als die van Tae-suk. Bij tijd en wijle ontsnapt de film daarom uit het zwarte gat van Tarantino-cynisme.

Vechten tegen de bierkaai
Er zit in beide personages een vermoeidheid over de gang van zaken in hun desbetreffende instituut. Dong-soo zit duidelijk niet te wachten op gezeur met een andere maffiabaas. En Tae-suk is helemaal klaar met de interne corruptie. De licht komische klopjacht en het heftige gedonderjaag op zoek naar de moordenaar is daarom vooral vechten tegen de bierkaai. Dat opboksen transformeert de wereld in een hindernisbaan.

Dat geldt niet alleen voor de situaties waarin de personages zich bevinden. De gehele entourage geeft de boodschap mee dat een steekje zo gevallen is en dat anderen de hordes zijn. Het is een groot kat-en-muisspel, waarbij doodgewone mensen nauwelijks figureren of meteen een mes tussen de ribben krijgen. Deze hectiek past bij een tijd waar rust een verboden woord lijkt. De film maakt dit inzichtelijk.

The Gangster, the Cop, the Devil

Desoriënterende actie
Uiteraard gebeurt het opboksen met regelmaat letterlijk. Elke stap verder brengt spannende achtervolgingen of een overdaad aan naamloze handlangers met zich mee. Ondanks dat de film meer te vertellen heeft dan Guy Ritchie met een Lock, Stock and Two Smoking Barrels, laat het diens vlotheid vallen in de actiemomenten. Driftig schuddende beelden en snelle montage verhinderen een goed begrip van de situatie en verhullen daarmee wat er op het spel staat. De hectiek slaat daarbij om in desoriëntatie. Het verkwanselt Dong-seoks imponerende fysiek. En de spanning.

Het voelt tevens overbodig de psychopaat geestdriftig te werk zien gaan. Kim Sung-kyu is cartoonesk kwaadaardig, wat de ongemakkelijke alliantie van zijn twee jagers onnodig verzacht. Desalniettemin maakt The Gangster, the Cop, the Devil alledaagse drukte invoelbaar en blijkt de hindernisbaan van de stad een amusant obstakel.

 

4 november 2019

 

ALLE RECENSIES

Galápagos: Hope for the Future

**
recensie Galápagos: Hope for the Future

Symptoombestrijding op eilanden

door Sjoerd van Wijk

De titel geeft het al weg. Galápagos: Hope for the Future steekt de kop in het zand voor de ecologische catastrofe. In plaats daarvan speelt deze documentaire mooi weer met een tachtig minuten durende reclame voor producent de Charles Darwin Foundation.

Nu desastreuze klimaatverandering en biodiversiteitsverlies onafwendbaar zijn, heeft de mensheid geen hoop nodig maar moed. Om dapper te aanvaarden dat velen zullen sterven en talloos niet-menselijk leven wordt meegenomen in hun kielzog. Deze realiteit zouden natuurdocumentaires niet uit de weg moeten gaan, maar zien als een kans de resulterende rouw een plaats te geven. Hoe goed de bedoelingen ook mogen zijn, door te doen alsof er oplossingen mogelijk zijn terwijl het in werkelijkheid draait om schadebeperking bewijst Galápagos: Hope for the Future de bijzondere flora en fauna aldaar geen goede dienst.

Galápagos: Hope for the Future

Kermisattractie
Allereerst is er het gebruikelijke tonen van de pracht en praal, in dit geval van de Galápagos-eilanden. Onder begeleiding van onnozele deuntjes passeren alle bijzondere diersoorten van dit gebied de revue, alsof zij een soort kermisattractie zijn. En er dus geen vuiltje aan de lucht is. De secce close-ups hebben in ieder geval niet de Instagram-kwaliteit van cameraman Emmanuel Lubezki’s werk met Terrence Malick of het sturende gehalte van Baraka. Opeens zijn daar dan de anonieme helden van de Charles Darwin Foundation die hun best doen de al sterk teruggelopen populaties weer groot te maken.

Daarbij neemt de vertelster geen adempauze om elk beeld te duiden. Waar een documentaire als Sengiré sereen handelingen toont zonder er doorheen te praten, is dat bij Galápagos: Hope for the Future tegenovergesteld. Daarbij negeert het de olifant in de kamer waarom het slecht is gesteld met de eilanden. Of wat het eiland te wachten kan staan met rijzende zeespiegels en dergelijke. Door het zo optimistisch te hebben over het goede werk van de onderzoekers praat de documentaire eigenlijk de systemische oorzaken goed. In dat opzicht is het tekenend hoe de zeehonden die vis op de markt stelen vooral koddig zijn. Als de documentaire al een probleem benoemt, is het slechts aanstippen. Het opruimen van plastic in de omgeving is zo een clandestiene operatie, om blind optimisme aan te wakkeren.

Galápagos: Hope for the Future

Antropocentrisme
Deze onkritische viering van natuurbehoud etaleert dan ook de onderliggende denkwijze van het antropocentrisme. Het begrip natuur impliceert dat de mens hier buiten zou staan, wat ook naar voren komt in het dweilen met de kraan open van de conservatiepogingen. Galápagos: Hope for the Future bejubelt de technische oplossingen die qua denkwijze tevens de oorzaak zijn van de rampspoed. Galágapos ziet reden voor vreugde dat Ecuador als eerste land natuurrechten in de grondwet vastlegde. Daarmee kiest deze documentaire ongegeneerd partij voor de separatie tussen mens en ecosysteem.

Sociaal filosoof en natuuronderzoeker Thoreau beschreef hoe ronddwalen in het wilde de geest verruimt. Bij deze documentaire mist eenzelfde soort ontzag om de Galápagos oprecht te tonen. De vertelster is er à la de homevideoprogramma’s als de kippen bij om dieren als mensen te beschouwen als dat ook maar even kan. Dat komt kleinerend over. Als een toerist ziet Galápagos: Hope for the Future de eilandenpracht vooral als iets leuks voor de mens. Daarmee vertelt de film een oneerlijk verhaal.

 

29 oktober 2019

 

ALLE RECENSIES

Eerste 013CIFF ademt puur film

Eerste 013CIFF ademt puur film

door Sjoerd van Wijk

Voor de eerste maal vond het Cinecitta International Film Festival (013CIFF) plaats in Tilburg met films die eerder beperkt of niet te zien waren in Nederland. Filmtheater Cinecitta stond vol met 013CIFF-materiaal, maar de entourage bleef als een drukke reguliere dag. Weinig randgebeuren betekent dat dit festival puur film ademt. Wellicht dankzij de Brabantse gastvrijheid heerste een verwelkomende sfeer.

Voor professionals was er wel een randprogramma in de vorm van een masterclass over filmfinanciering. Ondanks de internationale allure van 013CIFF was de masterclass Nederlandstalig, maar daarom niet minder informatief. Rudi Brekelmans (die met Medulla genomineerd was voor beste debuut op het Nederlands Film Festival) en Hetty Naaijkens-Retel Helmrich (Klanken van oorsprong) deelden hun ervaringen om hun films van de grond te krijgen. En twee filmcommissionairs (van Nederland en Limburg) zetten het perspectief van de filmfondsen uiteen.

Filmfinanciering
Ondanks wat clichés over passie voor je project hebben, inspireerden de verhalen. Vinden van geld voor een film is weliswaar lastig, maar ook buiten de gebaande paden van het Nederlands subsidietraject blijkt er wat te halen zijn. Een filmmaker kan de zaal verlaten met zin om de vele hordes te nemen. Extra stimulerend is de getoonde ambitie om een Nederlandse filmgemeenschap op te bouwen buiten Amsterdam. Brabant wil in dat opzicht graag Limburg achterna. Dat klinkt veelbelovend voor de Nederlandse film onder de rivieren.

De wens om in Nederland onbekende films te tonen, kwam goed naar voren in de programmering. De eigenzinnige selectie toont dat 013CIFF iets toevoegt aan het Nederlandse filmfestivalaanbod. Ondanks de wisselende kwaliteit komt bij elke film de vraag naar boven waarom deze geen Nederlandse bioscoopuitgave heeft gekend.

Holy Air

Droogkomisch Nazareth
Holy Air toont droogkomisch de absurditeiten van leven in Nazareth, de geboorteplaats van Jezus Christus. De Arabische christen Adam is buiten zijn vervelende kantoorbaan een ondernemer met een overdosis optimisme. Als zijn vader in het ziekenhuis komt te liggen en zijn vrouw zwanger blijkt, heeft hij weer een nieuw gek idee. Zijn vaders werkplaats bevat massa’s lege flesjes die Adam besluit te vullen met lucht van Mount Kedumim, waar Jezus ooit zou hebben gestaan. Potentieel lucratief, nu de Paus naar Israël komt met massa’s toeristen in zijn kielzog. 

In de Q&A vertelt ster, schrijver en regisseur Shady Srour dat de film zijn leven voor 99% beschrijft. Dat is aan Holy Air af te zien. Een overdaad aan verhaallijnen moeten vechten om aandacht, zonder ooit een geheel te vormen. Soms is het een satire over commercie en religie, dan weer een aanklacht tegen Israëlisch racisme. Srours droge observaties komen wel openhartig over. De strakke kaders waarbinnen alles plaatsvindt, toveren Nazareth om tot een vervreemdende plaats, waar de lach soms in een klein hoekje zit. Daarbij schittert Samuel Calderon als cynisch cashende monnik Roberto.

Willy 1er

Buitenbeentje in Caudebec
Het kleine leed van de verstandelijk beperkte Willy komt bij tijd en wijle als emotionele uitbuiting over. De non-acteur Daniel Vannett speelt de hoofdpersoon in Willy 1er, wat deels op zijn eigen leven is gebaseerd (hij was analfabeet tot zijn 45ste). Nadat zijn tweelingbroer Michel zelfmoord pleegt, is voor deze vijftigjarige man de maat vol. Hij verlaat zijn ouderlijk huis om de droom die hij met Michel had te verwezenlijken. Deze bestaat uit een eigen huis, een scooter en vrienden. Het slaperige Caudebec in Normandië is het decor voor een maf portret. 

Vannett speelt Willy met een aimabele onbevangenheid, die soms overslaat in begrijpelijke frustraties. Zijn moeizaam ontwikkelende vriendschap met een andere Willy, zijn homoseksuele collega van de supermarkt, lijkt een al te vooropgezet plan om de bekrompenheid van de dorpsbewoners te tonen. De uitbuiting van Willy die culmineert in een kapotte scooter lijkt een onoprecht opwekken van medelijden. Dat doet afbreuk aan het innemende relaas van een buitenbeentje dat zijn plaats in de wereld stukje bij beetje probeert te vinden.

Sicilian Ghost Story

Siciliaanse vaagheid
De gruweldaad van de kidnapping en moord op de zoon van een maffia-informant weet Sicilian Ghost Story onvoldoende in te laten dringen. De film volgt voornamelijk het perspectief van de eigengereide Luna. Na de verdwijning van haar kersverse vriendje Guiseppe is zij de enige die blijft geloven in zijn terugkeer. Terwijl Guiseppe langzaam wegkwijnt in gevangenschap ontsnapt Luna steeds meer in dromen over hun hereniging. Deze lijken soms profetische details te bevatten, die Luna een stapje dichter bij Guiseppes verblijfplaats brengen. 

De titel slaat expliciet op het gemis van een geliefde, die voort blijft leven in de gedachte. Regisseurs Fabio Grassadonia en Antionio Piazza maken van Sicilië een mysterieuze plaats, waar in de wouden de herinnering rondspookt. In hoeverre Luna ook echt dichter bij de waarheid komt of maar wat roept, blijft dermate in het midden dat de mystiek eerder vaagheid is. Dat Guiseppe nog zo vaak in beeld komt na zijn verdwijning doet afbreuk aan alle mysterie. Wat Luna precies moet met de dromen blijft in de herhaling vallen. Een schetsmatig vervelende moeder moet de misère compleet maken.

Genèse

De pijn en schoonheid van opgroeien
In Genèse is opgroeien pijnlijk, maar tegelijk een grootse ervaring. Schrijver-regisseur Philippe Lesage laat zien dat Xavier Dolan niet de enige uit Quebec is die indringend melodrama weet te maken. De deugniet Guillaume en oudere zus Charlotte hebben elk hun eigen strubbelingen in de liefde. Eerstgenoemde heeft weinig aansluiting met vrouwen aangezien hij kampt met gevoelens voor zijn beste vriend. Dat maakt zijn verblijf aan de middelbare kostschool tot een zware tijd. En Charlotte schippert in haar eerste jaar studie heen en weer tussen twee onbevredigende relaties. Als coda is daar de jonge Félix die tijdens het zomerkamp een oogje heeft op Béatrice. 

Dat zorgt voor een zoet sluitstuk bij een bittere pil over volwassenen worden. In de verstilde straten en de minutieus sobere kamers loert de tragiek. Verloren onschuld en bij jezelf blijven is geen pad over rozen, maar toch lonkt de maneschijn. Lesage vangt alle pijn met ijzeren discipline, die in combinatie met zorgvuldig ingezette popmuziek hypnotiserend werkt. In een strak gecontroleerde wereld vol narigheid blijft de schoonheid van het leven overeind. Dat Charlotte en Guillaume een laatste portie ellende krijgen die buitenproportioneel aanvoelt doet niet af aan de aangrijpende melancholie van Genèse.

 

22 oktober 2019


MEER FILMFESTIVAL

Fisherman’s Friends

**
recensie Fisherman’s Friends

Brexit-escapisme

door Sjoerd van Wijk

Fisherman’s Friends is Oost-Indisch doof voor geluiden uit de echte wereld. Hier bestaan tegenstellingen louter uit ruwe bolsters, blanke pitten en doetjes met een gouden hart. Alsof alles goed komt met een welgemeend zeemanslied. 

Dat dit een feelgoodfilm is, blijkt uit de olifantenpaadjes van het verhaal. De verwaande muziekproducent Jim doet met drie collega’s een dorpje in Cornwall aan voor een vrijgezellenfeest. Zijn vrienden bakken hem een poets dat hij het plaatselijke zangkoor van vissers moet binnenhalen voor een platencontract. Hun zeeliederen raken echter een gevoelige snaar bij Jim en een vervelende klus verandert in een missie. Natuurlijk komt Jim daarbij een dame tegen direct na zijn verklaring van ongeloof in monogamie. Natuurlijk zijn er wat tegenslagen hier en daar. Natuurlijk groeien de kustmensen en stadsmensen nader tot elkaar. Natuurlijk gelooft niemand er in dat een stel zeebonken een hit kunnen maken. Maar het moge duidelijk zijn wie er het laatst lacht. 

Fisherman’s Friends

De gunfactor
En dat alles is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Gelukkig waren de zwart-wit foto’s uit 2011 er nog voor de aftiteling. De film is echter niet zo cynisch als dat klinkt en heeft juist een grote gunfactor. Cameraman Simon Tindall brengt het plaatsje op dynamische wijze tot leven, de zee zit niet alleen in het bloed van de bewoners. De ruige Cornish-kust is in wezen een knusse plek als je tegen een windstootje kan. Het scenaristentrio vult de film met kattige dialogen, die alle strubbelingen tussen stadsmens en kustmens in lieflijke plaagstootjes samenvatten. 

James Purefoy maakt van Jim een blaag met het hart op de goede plaats. Er zit een overdreven onbevangenheid in zijn doen, waarmee het vinden van verlossing in Cornwall een innemende kant krijgt. Ook bij de vissers zit deze onbevangenheid en blijkt hun potige voorkomen eenvoudig plaats te maken voor sympathie. Fisherman’s Friends is daardoor een genoeglijk relaas over de onwaarschijnlijke hit. 

Onbekend Verenig Koninkrijk
Dit werkt wel oubollig en is daarmee te voorzichtig. Het Verenigd Koninkrijk van deze film bestaat niet buiten de bioscoop. In de werkelijkheid is de Britse samenleving een absurde sitcom met wekelijks een jump the shark moment, in tegenstelling tot het stramien van deze vertelling. Brexit ontregelt met een groeiende hysterie nu mensen steeds verbetener in de eigen positie stelling nemen. Niks hiervan in Fisherman’s Friends, waar Cornish-zeebonken en Londense hipsters gezellig samen de Drunken Sailor ten gehore brengen. Alsof alles wel goed komt. Er zijn geen wezenlijke verschillen tussen de personages, hun gedrag is slechts een laagje vernis.

Door de timing van de uitgave lijkt de film te willen ontsnappen in een nostalgisch wereldje waar politieke crises non-existent zijn. Om voor twee uur de puinhoop even te vergeten. Feelgood is wellicht slechts fantasie, maar de “Capra-corn” (It’s a Wonderful Life) bewees al dat dit niet betekent dat het leven buiten de bioscoopzaal hoeft te blijven. 

Fisherman’s Friends

Ansichtkaartenmoraal
In plaats van verdeeldheid emotioneel uit te diepen gaat Fisherman’s Friends voor een ansichtkaartenmoraal van het verhaal. De genoeglijke kust van Cornwall is een toeristische droom van authenticiteit. Nu identiteit geen vaste grond heeft, grijpt men terug op een imaginair verleden waar alles nog heel gewoon was. De film hamert hier op door een letterlijk zakenpraatje over de aantrekkingskracht van de vissers te verwarren met een scherp inzicht over de samenleving. Het gaat hier louter om een consumptie van authenticiteit in plaats van oprechtheid.

Het geld en de commercie krijgen ook een gemakzuchtige behandeling. Een zakenman die de plaatselijke kroeg overneemt is slecht, want hij tast de authentieke beleving aan. Het devies luidt dat aardig doen de oplossing is. Doe als Jim en koop de kroeg zelf. Met zulke impliciete stellingname stopt de film systemische oorzaken zoals een parasitair financieel systeem in de doofpot. Hoe hoog de gunfactor ook is, Fisherman’s Friends blijft uiteindelijk Brexit-escapisme.

 

8 oktober 2019

 

ALLE RECENSIES

Hoop en vertrouwen in Het Offer

Hoop en vertrouwen in Het Offer

door Sjoerd van Wijk

“Het moet mooi geweest zijn toen de mens dacht dat de wereld er zo uitzag!”, verzucht de jarige Alexander kijkend naar een oude landkaart van Europa. Deze verjaardagsgift van postbode Otto noopt hem tot mijmeren, zich realiserende dat het afgebeelde Europa niks van doen heeft met de waarheid.

Op dat moment weet hij nog niet hoe anders het leven luttele uren later is, als vliegtuigen oversjezen en een kernoorlog begint. Hij schudt zijn vervreemding van zich af en vindt de naastenliefde na een afspraak met God om alles op te geven als deze de tijd terugdraait naar hoe het was.

Het Offer

In Het Offer, de laatste film van regisseur Andrej Tarkovski, uit zich een toewijding die de mens mist in de huidige ecologische crisis. Alexander, een voormalige acteur die het praktiseren opgaf voor de studie, kampt met een spirituele leegte. Zijn filosofische monologen tonen een visie van technologiekritiek die doet denken aan Tarkovski’s eigen denkbeelden. Technologie transformeert de wereld tot te exploiteren materie, wat leidt tot vervreemding. Beschaving beschouwt de kaart als echter dan het territorium. Ted Kaczynski schreef in zijn manifest dat de Industriële Revolutie en haar gevolgen rampzalig zijn geweest voor de mensheid. Dit realiseert Alexander zich ook.

Spirituele crisis
Zijn gemis spreekt echter sterker uit de entourage dan de monologen. Sven Nykvists camera blijft plechtig op afstand, en het desolate landschap van schiereiland Närsholmen krijgt de overhand. Het gras wuift de stemmen weg, de tijd verstilt. Vogels klinken. Het transcendentale sluimert op de achtergrond, als het beeld kalm Alexander en zijn zwijgende zoontje Gossen volgt in gesprek met Otto. De tijdsbeleving in Offret is een majestueuze uitdaging. Het serene voortstromen is radicaal anders dan de tijdsbeleving binnen het technisch denken, waar de tijd in naam van functionaliteit een opeenstapeling van afzonderlijke momenten is.

Voordat Otto ten prooi valt aan Gossens kattenkwaad, had Gossen met zijn vader een dode boom geplant. Volgens een oude legende gaf een monnik dagelijks water aan de plant, totdat deze na drie jaar opbloeide. Deze door Alexander vertelde anekdote is exemplarisch voor zijn spirituele crisis. Hij lijkt de toewijding te bewonderen, maar mist het geloof. Zijn huis is welhaast een gevangenis, gevuld met gekeuvel van mensen met wie hij de connectie mist. Door grauw en grijs omhuld lijken zijn gasten en familie bijna onderdeel van het pand, waar de wind in de gordijnen herinnert aan de diepere waarheid die zij allen missen.

De grondslag van Kaczynski’s technologiekritiek is een ruig individualisme dat leidde tot diepe woede. Alexanders weemoed is van doortastender aard. Zodra het onheil daar is met vreselijk kabaal, schudt hij wakker uit zijn verdoving om een groot offer te brengen ten behoeve van hen waar hij zo-even nog vermoeid van was. Tarkovski’s laatste meesterwerk blijkt daarmee een parabel. Boodschapper Otto sommeert hem te gaan naar de mysterieuze bediende Maria, die de sleutel tot verlossing houdt.

Nederig handelen
Geloof is in Het Offer niet een kwestie van de juiste geschriften leren, maar een houding van nederigheid. Maria’s gift van liefde aan Alexander komt na een klein moment waaruit een zinderende bezieling spreekt. Het wassen van vieze handen start de opmars tot spirituele herleving. Tarkovski vindt schoonheid in elk moment op meditatieve wijze. Alsof hij de Tao toont zonder erover te spreken. Het maakt elke handeling discreet. Tegenwoordig is het individu niet meer nederig, maar een project wat zichzelf dient te optimaliseren. Het Offer raakt, doordat het dit beperkende wereldbeeld doorbreekt.

De oncomfortabele waarheid van de klimaatcatastrofe is dat er op het moment van schrijven nog 15 maanden zijn voor plannen om emissies te reduceren voor een 67% kans om onder 2,0ºC te blijven. Aangezien dit alleen kan door een gigantische reductie van productie en consumptie, betekent dit volwassenen nu een offer moeten brengen om hun kinderen te sparen voor grotere rampspoed. Dit maakt Alexanders nederigheid en gelofte aan God tot een bijzonder actueel en nijpend moment.

Het Offer

Moed en vertrouwen
Andrej Tarkosvki draagt de film op aan zijn zoon, met “hoop en vertrouwen”. Uit Alexanders offer spreekt echter eerder moed dan hoop. In een ontzagwekkende scène legt Nykvist de grootsheid van Alexanders daad vast met bescheiden precisie. Paradoxaal genoeg spreekt uit Alexanders offer, onderdeel van zijn afspraak met God, een autonomie die de moderne mens niet kent. Het individu als project verwart autonomie namelijk met het verzamelen van ervaringen en spullen, terwijl deze juist zit in het opgeven. Het is maar de vraag of volwassenen dit tijdig zullen beseffen en de noodzakelijke offers brengen zodat hun kinderen niet met de gebakken ecoperen zitten.

Alexander denkt voorbij de kaart, die onwerkelijk beperkt met grenzen. In het wegcijferen zit de autonomie opgesloten, mogelijk gemaakt door een geloof wat niet verdween maar slechts woekerde. Gossens eerste woorden, gesproken na Alexanders vertrekt, dringen daardoor in. Met vertrouwen en moed gloort de hoop aan de horizon. En daar is Het Offer getuige van.

Kijk hier waar Het Offer nog is te zien.

 

7 oktober 2019



MEER ANDREJ TARKOVSKI
 

ALLE ESSAYS

Working Woman

***
recensie Working Woman

Kracht uit beklemming

door Sjoerd van Wijk

De seksuele misdragingen dringen geniepig in bij Working Woman. Tezamen met de hectiek van carrièreambities en gezin lijkt de film echter af en toe richting pamflet of triviaal af te glijden.

Nu Jeffrey Epsteins seksring voor machtige figuren en diens verdachte dood algemeen bekend is, komt het kleine leed van Working Woman op een goed moment in de bioscoop. Macht lijkt iets te doen met mensen, met misbruik tot gevolg. Hier is het slachtoffer de ambitieuze Orna, die de kans krijgt zich omhoog te werken bij een projectontwikkelaar. Dat komt haar goed uit, want man Ofer heeft een restaurant geopend waardoor de financiën van het gezin onzeker zijn. Helaas lijkt baas Benny meer te zien in Orna dan alleen een topper, wat tot vervelende avances en meer leidt. Voor Orna de vraag hoe ze haar ambitie kan verwezenlijken nu er zulke tegenwerking is.

Working Woman

Confronterend geniepig
De werkplaats beklemt al onderhuids, wat Benny’s transgressies des te akeliger maakt. Menashe Noy speelt de rol van gluiperd met verve. Zijn intonatie en positionering brengen subtiel Orna in benauwing, verder geholpen door het aimabele maar manipulatieve handelen. De chemie tussen de twee op professioneel vlak slaat daarbij geniepig om in een situatie van oppressie.

De Israëlische regisseuse Michal Aviad, die vooral documentaires maakt, weet met haar medescenaristen Sharon Azulay Eyal en Michal Vinik deze tersluikse beklemming gedegen op te bouwen. Buiten een eerste onhandige zoenpoging om spreekt de dwang uit alledaagse interacties, die als vanzelf de lading meekrijgen door Benny’s opdringerigheid. Vanaf begin tot eind confronteert het moment van aanranding op zakenreis in Parijs. Door de kalmte van deze scène tussen de hectiek door dringt de narigheid binnen.

Van drukte naar moed
De energie van kansen aangrijpen, slaat tegelijk geruisloos om in afmatting. Het gezin blijft niet uit zichzelf draaien, en Orna moet diverse balletjes hoog in de lucht houden terwijl de werksfeer verslechtert. Het camerawerk van Daniel Miller gaat mee in de drukte, schuddend achter haar aan in een anoniem Jeruzalem. Net als in het eveneens dit jaar uitgekomen Ayka is dit het beeldende schema van keus om de hectiek van een onderdrukte vrouw te tonen, met het verschil dat Aviad er hier een teken van kracht van maakt.

Orna ontwikkelt zich van onderdanig naar eigengereid, iets wat actrice Liron Ben Shlush innemend brengt. Er zit een stille kracht in haar opgesloten. De begrijpelijke vertwijfeling na Parijs krijgt bij Ben Shlush een aangrijpende intensiteit, door een vertrouwen wat langzaam maar zeker naar boven komt drijven. Haar dappere gevecht tegen machteloosheid wekt daarom een zekere inspiratie op. Dat is vooral aan Ben Slush te danken, want het incident loopt met een sisser af waardoor de problematiek bijna triviaal gaat aanvoelen.

Working Woman

Conformisme
Het scenario lijkt wel met scherpte opgezet om Orna’s wens tot carrière maken te duiden als een vrouw boksend tegen een mannenwereld. Ofer toont weinig empathie, Orna’s moeder wimpelt de zorgen weg en Benny is een wel erg rechtlijnige gluiperd. Daarmee is Working Woman af en toe wat pamflettistisch, alsof er opportunistisch een standaard boodschap over mannelijk machtsmisbruik en de bijbehorende hashtag wordt omgeroepen.

Of het een goede zaak is om een ieder te integreren in de wereld van geestdodende arbeid in plaats van die wereld te transformeren blijft achterwege. Orna lijkt oprecht blij om gefortuneerde mensen aan hun droomappartement te helpen, terwijl Ofer ondertussen maar geen vergunning voor het moeizaam lopende restaurant kan krijgen. Bevrijdende kracht leidt in Working Woman tot conformisme, als zij zich als van nature vereenzelvigt met de doelen van het kapitaal.

 

19 augustus 2019

 

ALLE RECENSIES

Violette Nozière

****
recensie Violette Nozière

Spiegelpaleis van leugens

door Sjoerd van Wijk

De jonge Isabelle Huppert is verleidelijk maar verraderlijk als de gelijknamige moordenares in Violette Nozière. Haar sluwheid evenaart de film met een onderhuids bouwen aan dubbele bodems, tot er een spiegelpaleis van leugens staat.

Op haar vijfentwintigste had Huppert al vele films op haar naam staan. Toch lijkt deze eerste samenwerking met regisseur Claude Chabrol een blauwdruk voor haar latere rollen. In films als La Pianiste en Elle is ze hard en berekenend, maar ook getroebleerd met naargeestige gevolgen. Iets wat terug te zien is in Violette Nozière, waar Huppert als prostituee probeert te ontsnappen aan het gezapige thuisleven en tegelijkertijd flinke bedragen verdient.

Violette Nozière

Het huisje-boompje-beestje leven van haar ouders beklemt haar dermate dat Violette nadat ze met syfilis is gediagnosticeerd drastische maatregelen neemt. Vader Baptiste en moeder Germaine krijgen gif in plaats van medicijn tegen deze zogenaamd erfelijk overgedragen ziekte, waarbij de eerste het loodje legt. In hoeverre zijn er verzachtende omstandigheden als Violette beweert seksueel misbruikt te zijn door Baptiste?

Femme fatale voor iedereen
Uit de mond van Violette komen leugens net zo overtuigend als waarheden. Huppert heeft aan een enkele oogopslag genoeg. Violette is een klassieke femme fatale, zo overredend dat ze de vermoorde onschuld speelt. Haar personage lijkt een rondwandelende verwijzing naar de film noir, elegant in zwart gehuld (door onder andere Karl Lagerfeld) tijdens haar geheime activiteiten.

Net als in latere films is ook hier sprake van een man waar Hupperts personage zich teveel aan vastklampt. Violette blijkt daarnaast een femme fatale voor haarzelf, met de onderkoelde Jean als uitlaatklep voor haar geldverkwisting. Daarmee heeft Hupperts berekende sensualiteit een zekere tragiek. Haar liegen krijgt het elan van ontsnapping, getuige haar dromen om de stad te verlaten met Jean.

Onderhuidse vervreemding
De onpeilbare Huppert zorgt al voor dubbele bodems, maar Chabrol bouwt dit verder uit. De omgeving versterkt het labyrint van leugens, alsof achter alles iets anders te zoeken valt. Het visuele motief van de spiegel is wel erg nadrukkelijk aanwezig, maar vaste cameraman Jean Rabier weet de personages hierin te vangen met gracieuze nuchterheid.

Daarmee stapelt het enigma omtrent de ongemakkelijke familiesituatie van Violette zich laag op laag op. De beheerste taferelen zorgen voor onderhuidse vervreemding over haar belevingswereld in plaats van paranoia. Het is duidelijk dat Violette niet te vertrouwen is, maar op welke punten precies blijft aanlokkelijk onder het oppervlak borrelen.

Violette Nozière

Flarden van een werkelijkheid
Het abrupte doorbreken van dit spiegelpaleis verhoogt de vervreemding. Het strakke monteren van Yves Langlois bevraagt de werkelijkheid. Of eerder, een zeer persoonlijke werkelijkheid, gevormd door flarden van Violettes herinnering. De onderlinge verhoudingen tussen de familieleden tonen al hoezeer een ieder zaken verborgen houdt. Hierbinnen verontrusten de interacties van Baptiste ( geniepig gespeeld door Jean Carmet) met zijn dochter.

Het geharrewar tussen de overdreven geaccentueerde flashbacks, nachtelijke bezigheden en het fatale moment maakt alles enigmatisch. Het geeft de vervaarlijk lieftallige Huppert extra munitie te bedwelmen over de ware toedracht van haar handelen. Door te eindigen met een zakelijke opsomming van Violettes straf (de film is gebaseerd op ware gebeurtenissen) dringt dit des te meer binnen. Was deze daad überhaupt te begrijpen? Het onbegrip daarover is de kern van het mysterie in Violette Nozière. Met dank aan Hupperts vermoorde onschuld.

Violette Nozière is te zien op de dinsdagen 6 augustus (vanaf 14.45 uur) en 20 augustus (vanaf 19.00 uur) in EYE Amsterdam.

 

26 juli 2019
 

MEER ISABELLE HUPPERT
 
 

ALLE RECENSIES

Weldi

***
recensie Weldi

Kleine tragiek leidt tot groter geheel

door Sjoerd van Wijk

Weldi bouwt geconcentreerd de vertwijfeling en rouw van de teleurgestelde vader uit. Buiten de schematische cinéma vérité om weet het drama met eenvoud op eigen wijze het verdriet onderhuids te maken. 

Het lijkt beter te gaan met de jonge Sami nadat hij wordt behandeld voor migraineaanvallen. Maar de zoon van de bijna gepensioneerde havenwerker Riadh en vrouw Nazli blijkt een geval van stille wateren hebben diepe gronden. Als een donderslag bij heldere hemel verlaat hij Tunesië om zich aan te sluiten bij strijders in Syrië. Waar de gebroeders Dardenne, die hun naam leenden aan Weldi, recent een geradicaliseerde jongen volgen in Le Jeune Ahmed, kiest deze film voor het perspectief van de gedesillusioneerde vader. Riadh geeft alles om de toekomst van zijn zoon, dus start een wanhopige zoektocht die leidt naar Turkije. Ondertussen rijst de vraag of Riadh zijn leven niet teveel om zijn zoon draait.

Weldi

Geslepen dwaalspoor
Het giswerk is wat er in zoon Sami omgaat, dankzij Zakaria Ben Ayeds ondoorgrondelijk stoïcisme. De stress van zijn naderende eindexamen lijkt in eerste instantie een oorzaak van depressie, wat door zijn afgematte spel plausibel overkomt. Maar het gewiekste scenario van schrijver-regisseur Mohamed Ben Attia brengt op een dwaalspoor. Daarmee is Riadhs shock na Sami’s vertrek direct invoelbaar. Mohamed Dhrif weet als de wanhopige vader de escalerende zoektocht aangrijpend te maken door zijn onzekere ingetogenheid. De spaarzame uitbarstingen zoals in een confronterende ruzie met zijn vrouw tonen daarbij hoe de emotionele spanning aldoor opkropte. 

Door deze kleinschalige aanpak treedt de problematiek rondom radicaliserende jongemannen die vallen voor religieus fundamentalisme of fascisme op de achtergrond. Weliswaar komen spanningen in de Tunesische samenleving subtiel voor, maar het personage Sami dient vooral de geslepen uitgevoerde twist. Riadhs reis naar Turkije brengt echter op kiene wijze op de voorgrond hoe individuele motivaties niet kunnen opboksen tegen een systemisch fenomeen, na een laatste conversatie voor de Syrische grens die uitblinkt in tragisch cynisme.

Weldi

Eigen stempel op documentaire weergave
De invloed van de gebroeders Dardenne is bij tijd en wijle overduidelijk. Hun stijl van camerawerk uit de losse pols die op intieme wijze de personages volgt, lijkt heden ten dage een standaardschema. Alsof ook de Belgische cameraman Frédéric Noirhomme bij deze gebroeders in de schoolbanken heeft gezeten. Deze stijl veinst neutraliteit met oppervlakkige signalen van observatie. Maar onbevangen de werkelijkheid weergeven, is een illusie. Film geeft een realiteit weer, niet dé realiteit. Weldi verwart dus zakelijkheid met objectiviteit. 

Toch weet de film een eigen stempel te drukken in plaats van gemakzuchtige clichés van cinéma vérité al het werk te laten doen. Ben Attia hanteert regelmatig een beheerste afstandelijkheid, die meer interesse toont in de reacties van een personage dan het zich afspelende plotelement. Vanuit de auto Sami zien toekijken hoe Riadh buiten beeld een agent afkoopt, laat onderhuids de normale gang van zaken in het land voelen. En daarmee later de onbeholpenheid van Riadh als Sami het hazenpad kiest.

Weldi raakt daarmee op momenten de gevoelige snaar van de tragiek van deze oudere man die zijn laatste zekerheid in een ongrijpbaar systeem verliest. Zijn chatberichten aan Sami op het computerscherm lijken voor de hand te liggen, maar zijn in de eenvoud een waarachtige uiting van vertwijfeling. Dit mede dankzij een hartverscheurende droomscène waar Riadh voor het laatst Sami kan omhelzen. In Weldi leidt kleine tragiek daarmee onmerkbaar tot een groter geheel.

 

22 juli 2019

 

ALLE RECENSIES

Professor and the Madman, The

*
recensie The Professor and the Madman

Scherts van gekkenwerk

door Sjoerd van Wijk

In plaats van ambities waarmaken is The Professor and the Madman een onbedoelde schertsvertoning. Het onvoorstelbare in de film is eerder hoezeer Sean Penn door het ijs zakt dan de geschiedenis rond het eerste Oxford Engels woordenboek.

Het cliché dat een beeld meer zegt dan duizend woorden gaat voor de hoofdpersonages van The Professor and the Madman niet op. Zij zien het poëtische terug in elk woord, waarin altijd een rijke voorgeschiedenis zit gesloten. De voortdurende voortvloeiende evolutie van betekenis als een snapshot vastleggen is de opdracht waaraan een van hen, professor James Murray (Mel Gibson), sinds 1857 zijn leven wijdt. Rechtlijnige figuren hijgen hem namens de Universiteit van Oxford in de nek om het door hen zo gewenste eerste Oxford-woordenboek der Engelse taal af te raffelen.

The Professor and the Madman

Het is een strijd tussen de perfectionist die alle woorden wil vangen versus een intellectuele elite voor wie alledaagse woorden niet hoeven als deze lelijk zijn. Gelukkig voor Murray is er hulp in de vorm van dr. W.C. Minor (Sean Penn), die de oproep om vrijwilligerswerk met beide handen aangrijpt en duizenden contributies maakt. Het enige probleem is dat Minor zich na een onfortuinlijke moord bevindt in het gesticht, waar hij tussen zijn waanbeelden door probeert het goed te maken met de gedupeerde weduwe (Natalie Dormer).

Ontbrekende offers
De complete Engelse taal documenteren lijkt een futiliteit, zoals een van de personages tersluiks opmerkt. Het leven slaat altijd nieuwe wegen in terwijl de wetenschapper slechts tijdelijke opnamen kan maken. Gibsons gemoedelijke Murray doet het dan ook uit liefde voor de taal en vindt in Minor een onverwachte boezemvriend. Dat zo’n megalomaan project meer obsessie dan liefde is, weet regisseur Farhad Safinia met zijn co-scenarist Todd Komarnicki echter niet uit te drukken.

Murrays gezin zou er onder lijden, maar zijn voor de Bechdel Test zakkende vrouw spreekt dit met haar handelingen tegen. Voor Minor is de obsessie meer afleiding van zijn innerlijke demonen. Zo ontbreekt het offer voor beide heren, wat doet afvragen wat er nu werkelijk op het spel staat in het jarenlange werken aan het eerste Engelse woordenboek.

Karikatuur van manie
Gibson laat Murray immer galant zijn, hoezeer de andere professoren met hun karikaturale hang naar Engelse prestige hem ook tegenwerken. Eerder dit jaar imponeerde Gibson als stoïcijnse agent in Dragged Across Concrete, hier schuurt hij tegen het beschamende aan met een ongemakkelijk Schots accent. Penn gaat over deze grens heen. Minor is een karikatuur van manie die op de intense momenten doet denken aan een stuntelende Nicholas Cage.

The Professor and the Madman

Waar Penn in de door John Cassavetes geschreven She’s So Lovely met onberekenbaarheid complexiteit wist aan te brengen aan een psychiatrische patiënt, ontbreekt hier de nuance. In de afwisseling tussen excentrieke gedragingen, klungelige droombeelden en overdreven uitbarstingen, ontbreekt het aan inzicht over Minors uit de lucht gevallen taalknobbel. En daarmee is de vriendschap tussen Murray en Minor eerder ongemakkelijk dan innemend.

Incongruent en flets
De onbeholpenheid in acteren en scenario versterkt Mel Gibsons protegé Safinia (die meeschreef aan diens Apocalypto) met stuntelige regie. Incongruentie is het toverwoord van deze in elkaar geknutselde vertaalslag van het boek The Surgeon of Crowthorne (Simon Winchester) naar het grote scherm. Het houterige tempo waarmee beelden van plompverloren neergezette personages elkaar afwisselen, doet de al weinig aanwezige belangen verder teniet. En de potsierlijkheid zit niet alleen in Penns zakken door de ondergrens.

Safinia brengt de kalmte van Engelse beleefdheid dikwijls in beeld met een afleidende nervositeit. Gepaard met de alomtegenwoordige melodramatische strijkmuziek lijkt het qua vervreemdende tegenstellingen op scènes uit The Room, maar dan zonder Tommy Wiseau’s oprechtheid. Het zorgt ervoor dat gewichtige zaken als obsessie en psychiatrie flets overkomen, alsof er niks op het spel staat. The Professor and the Madman maakt daarmee onbedoeld scherts van gekkenwerk.

 

9 juli 2019

 

ALLE RECENSIES

Jeune Ahmed, Le

***
recensie Le Jeune Ahmed

Schim van karakterisering

door Sjoerd van Wijk

Het blijft bij observeren in plaats van doorgronden bij Le Jeune Ahmed. De kenmerkende sobere stijl van de gebroeders Dardenne werkt hier tegen. Ahmeds motivaties en de oorzaken van zijn radicalisering blijven op de vlakte.

Zoals gebruikelijk bij dit Luikse duo schrijvers-regisseurs (Le Fils) volgt Le Jeune Ahmed iemand op intieme wijze. Ditmaal is het de dertienjarige Ahmed, die onder invloed van zijn fundamentalistische imam steeds verder radicaliseert tot wanhoop van zijn omgeving. Het blijft niet bij het strikte bidden en filmpjes van ISIS-martelaars bekijken. Zodra zijn vrijzinnige lerares Inès (Myriem Akheddiou) extra Arabische lessen inplant zonder gebruik te maken van de Koran is dat aanleiding voor Ahmed deze afvalligheid te bestraffen. De zorgen van de gespannen moeder (Claire Bodson) blijken terecht als Ahmed na een mislukte aanval in jeugddetentie belandt. Tijdens het werken op een boerderij is het de vraag hoever hij wil gaan voor zijn geloof en in hoeverre hij spijt heeft van zijn daad.

Le Jeune Ahmed

De gewiekste Ahmed
Ahmeds aanval dringt in dankzij de onderkoelde handelingen en de sobere wijze waarmee de gebroeders Dardenne de voorbereiding volgen. De debuterende Idir Ben Addi overtuigt in deze rol als ingetogen jongen, die zijn devotie tot gevaarlijke hoogten laat stijgen. Hierdoor valt zijn gewiekstheid in het voorbereiden van nieuwe aanslagen extra op, ondanks dat de medewerkers in de jeugdgevangenis iets te goeder trouw zijn.

Toch voorkomt Ben Addi dat Ahmed al teveel een machine is die louter doctrines opvolgt zoals het zeer strikte rooster van bidden. Op spaarzame tijden breekt de kwetsbaarheid door en is duidelijk dat hij nog een kind is. De al te zeer voor de hand liggende uitdaging in de liefde met boerendochter Louise (Victoria Bluck) is desalniettemin een innemende uitzondering op alle Spartaanse observaties.

Wel hoe, geen waarom
In de gesloten uitvoering zit een gemiste kans. Het hoe van Ahmeds determinatie is overduidelijk, maar het waarom blijft achterwege. Met de aanslagen van 2016 in Brussel in het achterhoofd is dat wel een pertinente vraag. Waar regisseur Laurent Cantet met L’Atelier tot de kern van een jongens radicalisering naar het fascisme wist te komen, blijven de gebroeders Dardenne in gebreke.

Het antwoord is niet meer dan een te invloedrijke imam, maar de reden voor het extremisme van dit personage is onbekend. Elk obstakel op Ahmeds pad laat hem zich verder in zijn religieuze opvattingen vastbijten. De manier waarop hij Louise afwijst, is wel erg gekunsteld als iemand net de eerste stappen in de liefde heeft gezet. Doordat Ahmeds innerlijk conflict zo rechtlijnig blijft, komt zijn omslagpunt na nog een mislukte aanval over als onoprecht.

Le Jeune Ahmed

Geveinsde verité
Dat de gebroeders Dardenne in staat zijn om sociale problematiek omtrent migratie aan de kaak te stellen, bleek uit hun vorige film La Fille Inconnue, waar in de intrigerende zoektocht van het hoofdpersonage de hedendaagse verhoudingen doorschemeren. Hier werkt hun stijl juist tegen. De sobere beweeglijkheid van vaste kracht Benoît Dervaux’ handcamera brengt een afstandelijkheid, die in Le Jeune Ahmed voorkomt dat Ahmed een bekende wordt.

Daarmee lijkt het Ahmeds terrorisme ondanks de beïnvloeding van de imam een individuele afweging. Het laat indirect zien hoe zogenaamde cinéma vérité tegenwoordig verwordt tot een rigide entiteit, met dicht op de huid als schematisch teken van realisme. Waar pionier John Cassavetes’ frivole camerabewegingen nog dienden als enthousiaste schets van vitaliteit, zijn de gebroeders Dardenne exemplarisch voor de verkilling van deze esthetiek tot quasi neutraal observeren, indringende werken als Le Fils ten spijt. Het veinst objectief weer te geven wat is, maar juist door deze keuze naturaliseert het de omstandigheden waarin het personage zich bevindt. Daaraan valt Le Jeune Ahmed ook ten prooi. Structurele oorzaken van terrorisme en radicalisering zijn weggemoffeld, waardoor een schim van karakterisering overblijft.

 

30 juni 2019

 

ALLE RECENSIES